DEMOCRATEN
ALS DE KOP VAN JUT.
MA
H ZEN
TROTSE ARMOEDE
VAART DER STILTE
van 600 oud-verpleegsters.
aan het nieuws van alle dag.
■BI
MATROZENSHAG
Amerika en de Amerikanen.
Politieke strijd is fel en meedogenloos»
intrpellatie gerretson
gaat neet door.
De beste koffie...
en toch niet duur
Een „Erefonds" moet een schandvlek
uitwissen.
ALFRED VAN SPRANG Qni C* C
oorlogscorrespondent Pz I j 1 I z
Interview met een man, die alles zelf wil
beleven en U daarin wilt doen meeleven.
%>CELE#"
ONS FEUILLETON.
e~\
ponderdag i\ reb'rur.1C>52
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
(Van één onzer redacteuren).
Hebben we in vorige artikelen iets gezien omtrent de verschillen
mssen de beide grootste politieke partijen en de invloed daarvan op
het Amerikaanse kiezersvolk, men leide daaruit niet af dat het nu die
principiële stemmen zijn die de verkiezingsuitslag gaan bepalen.
Minstens evenveel is afhankelijk van allerlei min of meer toevallige
gebeurtenissen en omstandigheden in het verkiezingsjaar en van de
gril van de vele partijlozen.
Ziet Truman kans om kort voor de verkiezingen enige belangrijke
voordelen te boeken in Korea, b.v. door het naar huis brengen van
vrijgelaten krijgsgevangenen, dan zal dat de democratische candidaat
heel veel goed doen en hem duizenden stemmen aanbrengen.
Mislukken daarentegen alle pogingen om de krijgsgevangenen naar
huis te brengen en zijn er binnenlandse schandalen, die door de repu
blikeinen gretig worden gepubliceerd, dan kost dat de democratische
partij minstens evenveel stemmen.
je aan de kledllng van Taft toch wel
duidelijk kunt zien, dat hg een aarts
conservatieve kapitalist is.
Het zijn nu al die kleinigheden, die de
Amerikaanse verkiezingsstrijd zo buiten-
Semeen kleurig en boelend maken, ook
i die gevallen ik heb nu het oog op
plaatselijke verkiezingen waar door de
samenstelling van de bevolking de uit
slag feitelijk bij voorbaat bekend is.
Ook in de verkiezingsstrijd gaat de
Amerikaan geheel op, hij legt er in heel
en knoopsgaten worden versierd met ver
kiezingsleuzen. Publieke debatten vinden
overal plaats. Radio en televisietij d wor
den opgekocht
Zonder nu te willen beweren, dat ik
het Amerikaanse systeem in Nederland
zou willen ingevoerd zien geen enkel
democratisch stelsel is geschikt voor ex
port toch moet mjj van het hart, dat
er op deze manier vrij wat meer „aar
digheid" aan is dan in Nederland ooit,
ondre de mathematisch zuivere bereke
ningen van het stelsel der Evenredige
Vertegenwoordiging mogelijk zal zijn.
Hs.
I li. ..„id «s, bis de omstandigheden zo
liggen, het eerste voordeel steeds bjj de
oppositie. Immers, er is altijd wel een
de massa lokkend argument te vinden,
waarmee Je de regerende groep fel kunt
hestrjjden. Nog zoveel te meer geldt dit
ln de huidige Amerikaanse situatie, waar
de Democraten al twintig jaar aan het
roer staan van het schip van staat.
Het heeft dan ook in deze paar maan
den van zwerven door Amerika steeds
tot mjjn amusantste bezigheden behoord
te zoeken in de kranten naar allerlei felle
uitlatingen met betrekking tot de poli
tiek. Als journalist en als Europeaan vind
je uiteraard de nationale kranten als de
New-York Times en de New-York He
rald Tribune en ook de Chr. Science Mo
nitor verreweg de beste kranten, beter
zelfs dan vele Europese bladen met een
internationale reputatie. Niettemin moet
je de kleinere, of minder scrupuleuze
bladen opslaan om in de sfeer te komen,
waarin in de Verenigde Staten reeds nu
de gemoederen warm worden gemaakt
over de aanstaande verkiezingen.
En dan treft telkens naast de ver
beten, niets ontziende aantijgingen de
humor, waarmee de aangevochtene dik
wijls de aanval opvat. Iets daarvan vindt
men ai in de partijsymbolen: de Repu
blikeinse olifant en het Democratische
muildier. Beide zijn ontsproten aan het
brein van een tekenaar van politieke
sportprenten. Het was op 15 Januari '72
dat Thomas Nast (18401902), de Demo
craten ten felste aanviel met een teke
ning van een muildier, dat een dode
leeuw stond te trappen. In die tijd waren
er namelijk vele Democratische aanval
len op de pas overleden minister van
oorlog uit het kabinet van Lincoln, Ed
win M. Stanton. Welnu, dit muildier is
nu het door iedereen aanvaarde symbool
geworden van de Democratische partij.
Ook de Republikeinse olifant is een vin
ding van Nast, die hij publiceerde op 7
November 1874 in Harper's Weekly. De
veronderstelling, dat Nast meer sympa
thie had voor de G(rand) O(ld) P(ar-
ty) van de Republikeinen dan voor de
Democraten, lijkt mij niet te gewaagd.
Nooit yoed.
In de meeste landen is een spreek
woord, dat verondersteld als zou
in de oorlog en in de liefde alles
geoorloofd zijn. Indien dit al zo
zon zijn, dan moet daar voor Ame
rika nog aan worden toegevoegd,
en tijdens een verkiezingsjaar in
de politiek". Wanneer je leest, in
wat voor toon en welke aanvallen
er dagelijks op Truman worden
gedaan, dan sta je versteld.
Heel goed heugt mij nog het voorbeeld,
dat ik vond in één van de dagbladen van
Boston, een bastion van de Republikei
nen. Het was een ingezonden stuk van
een dame, dat een merkwaardig goede
Plaats had gekregen in de voor dit soort
stukken gereserveerde kolommen op de
Pagina van de hoofdartikelen. Een goede
Amerikaanse krant heeft steeds enige
korte hoofdartikelen; voorts worden op
deze „editorial page" ook de voornaam
st» beschouwingen en de ingezonden
stukken geplaatst.
Deze dame nu had in haar krant iets
gelezen over een kerkgang van Truman
in zijn geboorteplaats Intependence in de
staat Missouri. In dat verslag nu had ge
staan, dat Truman voorop had gelopen
door de kerk.
En dit was het, wat de toorn van deze
dame had opgewekt. In bittere, felle be
woordingen stortte zjj de fiolen van haar
billijk ontstoken toorn uit over het hoofd
A'an de arme Truman. Hoe diep toch was
de Amerikaanse natie gezonken als zjj
geleid werd door een president, die niet
eens meer wist hoe hg zich te gedragen
"ad tegenover dames. Geen wonder, dat
bet land, geleid door zulk een kalkoense
baan, de ondergang tegemoet holde. Ko
rea en de belastingschandalen, zij alle
«aren, zo meende deze dame, het directe
Op voorstel van de voorzitter, mr Jonk
man, heeft de Eerste Kamer besloten af
wijzend te beslissen op het verzoek van
'iet Kamerlid prof. Gerretson (C.H.U.)
wn de regering vragen te mogen stellen
"er de Nieuw-Guinea-politiek. Prof.
'erretson ging er mee accoord, dat vra-
°*"n °ver dit onderwerp gesteld kunnen
01 den bij de algemene politieke be
bouwingen.
.DEMOCRATEN.
Van toevalligheden kan de
verkiezingsuitslag afhangen. Valt
een dood van de president in de
smaak (hier tekent hij een be
sluit voor economische en mili
taire hulp), dan kan dat hon
derdduizenden stemmen opleve
ren. Maar als zijn dasje toevallig
het publiek niet zint, dan kan dat
honderdduizenden stemmen kos
ten.
d« energie, die hg bezit.
Niets wordt nagelaten om de campagne
Auto'*
agelate
zo intens mogelijk te doen sun.
:rd
(Ingez. mededeling, adv.)
Als U f 2.04 voor cel*
half pond koffie betaalt
dan hebt U de beste ett
geurtgste soort ttie U bib-
gen hunt
Maar zelfs roor Je best0
en geurigtie soort is Jat
een héle prijs. U zou zeker
erg in Uw nopjes zijn alt
U ruim 30 eent op eert
half pond wu kunnen fo»
sparen. Waar of niet?
Doe dat danl Ga mt
meloen over op Or Grtiy-
ter's Roodmerk koffie.
Dat is De Gruyter'e béste
soortmaar door 10 kor
ting is Jeze koffie Je
goedkoopste koffie
van eerste kwali-
telt, Jie U kopen kunt
92022»
Een schaduw uit de vorige eeuw.
Het is een schande voor ons volk. Dat hebben ze niet verdiend. Zij, die
jaren en jaren geleden met hart en ziel in de verpleging zijn gegaan en
voor weinig of geen loon gevochten hebben tegen de onmenselijke toestan
den, die toen in de ziekenhuizen heersten, lijden nu armoede en gebrek. Mis
schien hebben die enthousiaste meisjes van toen te weinig aan zichzelf
gedacht en zich te veel overgegeven aan haar roeping om het lijden van
haar medemensen enigszinste verzachten. Ja, isschien. Maar die en
thousiaste meisjes van toen, die van 's morgens zes tot 's avonds negen
hard werkten hadden geen tijd om aan haar oude dag te denken. Och,
en hadden zij er aan gedacht; het was toch geheel onmogelijk om van het
luttele bedrag, dat zij verdienden, nog iets op zij te leggen.
resultaat van Truman's onbeschoft op
treden in de kerk. Het wérd dan ook
hoog tgd, dat „that man" die kerel
uit het Witte Huis werd gejaagd.
Over en weer.
Een andere keer en in een ander blad
las ik een discussie over de muntstukken,
die nog de beeldenaar van Roosevelt
dragen. Vele Republikeinen vonden, dat
ze nu lang genoeg onder Roosevelt had
den geleden en dat ze nu maar eens ver
lost moesten worden van zijn conterfeit-
sel. In een volgend nummer verscheen 'n
nog feller ingezonden stuk van 'n andere
Republikein. Hij wilde niet graag, dat
het Rooseveltmuntje ging verdwijnen,
zou zelfs met vreugde ook nog een Tru-
man-muntje begroeten: „Dan kan ik elke
keer, als ik zo'n ding gebruik, er hart
grondig op spuwen".
Men mene nu niet, dat alleen de tegen
standers van Truman zich aan deze din
gen te buiten gaan. O neen, de Democra
ten kunnen er even goed mee overweg.
Taft heb ik soms in één editie horen bè-
schrijven als een sluwerik, een stomme
idioot, een schurk, een eigenwijze intel
lectualist, een deugniet, een vuilak, en
meer van soortgelijk fraais.
Neen, de schrijvers van ingezonden
stukken een kunst, die in Amerika
met hartstocht en vaardigheid wordt be
oefend van beide partijen zijn heus
wel tegen elkaar opgewassen.
De ene dag lees je, dat de veelkleurige
over de broek hangende overhemden van
Truman de onbekwaamheid van de pre
sident ten duideiykste demonstreren, en
de volgende dag wordt je verteld, dat
Het was een oude vergrijsde dame,
zuster Meyboom uit Den Haag, die
ons dit alles vertelde. Deze oud-ver
pleegster was in 1897 tegen de wil in
van haar ouders en familie toch in de
verpleging gegaan. „Als U mijn doch
ter was, en vertelde mij, dat U in
de verpleging wilde, dan brak ik Uw
benen", waren de welkomswoorden
geweest van de directeur van een zie
kenhuis, waar zij zich als verpleeg
ster aanmeldde. En die dokter was
niet de enige, die er zo over dacht.
Maar zü had doorgezet. Heel haar leven
was een zwoegen geweest tegen de mis
standen, die er in de ziekenhuizen
heersten. En zy en haar collega's heb
ben succes gehad. Zij legden de basis
voor de opleiding van de leerling
verpleegsters. Zjj waren het mede,
die de ziekenverpleging op het goede
peil van tegenwoordig brachten. Nu
zijn ze afgedaan. Anderen hebben
haar taak overgenomen.
Ze zijn vergeten en deze stoere
werksters van toen leven nu in een
trotse armoede.
Zy willen niet bedelen, zy, deze 600
oud-verpleegsters in Nederland, willen
niet aan de grote klok hangen, dat zQ
van f 30 tot f 40 en nog minder per
maand moeten rond komen. Met ver
langen zien ze uit naar haar 65ste
jaar, want dan krQgen ze nog het
extraatje van Drees.
Trots is de armoede van deze 600
oud-verpleegsters, die geen loon naar
werken hebben ontvangen. Zy willen
niet klagen. Maar ze konden toch niet
langer zwygen.
Het komt niet dikwijls voor, dat
medici in het licht van de publiciteit
treden. Maar dr S. C. M. Spoor, ge
neesheer-directeur van het Binnen
gasthuis te Amsterdam en dr P. A.
Heeres, geneesheer-directeur van het
St. Elisabeth's gasthuis te Haarlem
deden dit uit bittere noodzaak.
In felle kleuren tekende dr Spoor
Maandagmiddag in de gehoorzaal van
het St. Elizabeth's gasthuis te Haarlem,
de vreselijke toestanden, die 60 jaar
geleden in de ziekenhuizen heersten.
Bedelaars en landlopers waren veelal
de broeders, die de zieken moesten
verplegen. Zedelijke en hygiënische
misstanden waren schering en inslag.
Het was toen, dat enthousiaste meis
jes naar het bezielend voorbeeld van
Florence Nightengale zich wierpen
op haar schier onmogelijke taak.
Die toestanden; ze pasten ln het
kader van de tijd. Veel is er verbe
terd. De verpleegsters verdienen nu
een redelijk salaris. Nagenoeg allen
zijn ln een pensioenfonds opgenomen
en voor haar oude dag is gezorgd.
Maar nog valt een schaduw uit de
vorige eeuw over de wereld van de
verpleegsters. De oud-verpleegsters,
die het spit hebben afgebeten lijden
nu een kommervol bestaan.
Daarom is in het leven geroepen het
„Ere-fonds voor oud-verpleegsters".
Dit fonds, zo deelde dr Heeres mee,
streeft naar 'n kapitaal van f2.500.000.
Op waardige wijze wil men trach
ten het fonds kapitaalkrachtig te ma
ken. Er zyn een ere-, een landelijk- en
een werkcomité gevormd.
In de eerste plaats gaat men er toe
over om provinciale en plaatselijke
comité's op te richten. In elke pro
vincie moet hard gewerkt worden.
Het woord ereschuld is een afgesle
ten cliché en de oud-verpleegsters
zelf zijn wel de laatsten, die met dit
woord schermen. Maar er moet ge
holpen worden. Deze vooraanstaande
figuren in de medische wereld, dr
Heeres en dr Spoor hebben, ondanks
hun drukke werkzaamheden nog tijd
gevonden om de eerste stoot te geven
tot aflossing van deze ereschuld. An
deren moeten nu volgen. Er moet in
provinciaal en in streekverband de
handen in elkaar geslagen worden.
Meer dan 600 oud-verpleegsters
vragen om een menswaardig be
staan. Het „Erefonds voor oud
verpleegsters" is opgericht. (Giro
nummer 3650. Adres: Wetering
schans 86, Amsterdam).
ONDERVINDEN", zegt Alfred van Sprang, „zelf beleven wat de men
sen beroert en die belevenissen aan anderen doorgeven en daardoor het nieuws
wat relief te geven, is oorzaak, dat ik aan het reizen ben gegaan".
Hu is, zoals bekend, pas uit Cairo teruggekeerd, na een trip van een jaar
door het Verre Oosten. Hy stapte zonder jas op Schiphol uit. Die bleef, met zo
vele van zyn bezittingen, in Cairo acbter. Maar hy vertoonde een opgewekte
glimlach en in zyn broekzak rinkelde de sleutel van het Shephaerds hotel.
Die sleutel ligt nu op zyn kamer aan de Abricozenstraat in Den Haag. „Aan
de portier teruggeven", staat op de bijbehorende bronzen r-ng.Daar is
niets meer van gekomen.
En nu gaat hij een poosje rust houwen.
Wat wintersporten „eens een keer he
lemaal niet schrijven" en dan naar
het Midden-Oosten. Eerst Tunis, dan Ma
rokko en Egypte, Syrië, de Libanon en
Perzië. „Want daér gaat het beginnen",
zegt van Sprang. Hij zit op zijn bed, dat
tegen de muur staat en staart, leunende
op een opgetrokken knie, naar buiten
waar de lente zich al aankondigt. Naast
mij hij heeft me in een diepe stoel
doen plaats nemen, staat op zijn schrijf
bureau een rij boeken. „Behind the Cur
tain" van John Gunther, en Hofwijks
„Blubber". Maar ook zijn eigen boeken
„Wij werden geroepen", de geschiedenis
van de 7-December-divisie en anderen.
IN MIDDELBURG GEBOREN.
Er zyn meer Middelburgers aan het
zwerven gegaan maar van Sprang, die
op de 27e April van het jaar 1917 het
levenslicht in de stad van de Lange Jan
zag zyn vader was by de Holland—
Amerika lUn zat het al vroeg in het
bloed.
„Het avontuur lokte me eigenlijk meer
dan de journalistiek", zegt hij. „Toen ik
nog op de H.B.S. was hier in Den Haag
dacht ik zelfs niet aan dit beroep. Tóch
is hü erin terecht gekomen. Dat was ove
rigens niet zo heel eenvoudig voor de
oorlog. Doch hij zette door en wist ten
slotte zijn doel te bereiken. Als sport
redacteur maakte hij zo ondermeer een
reis naar Helsinki. Hij had de smaak van
het reizen toen meteen te pakken ook.
„Ik had wat gespaard", vertelde hij, „en
met duizend en één bladen contact op
genomen. „Stuur maar eens wat", zeiden
de redacties. Welnu, dat kon gebeuren.
Want van Sprang ging naar Amerika. „Ik
leende honderd pop, die me nog ontbra
ken en daar ging ik
MOEILIJKE DAGEN.
Het was eind 1939. Voordat hij echter
goed en wel aan de slag konkwam
de oorlog en was het onmogelijk zijn Ne
derlandse bladen langer te schrijven.
Het was geen gemakkelijke tijd voor
de jonge correspondent. Want zijn geld
was gauw op. „Ik kon heel wat baantjes
krijgen", zei hi) en grinnikte. „Van twee
oude dames kreeg ik zelfs het aanbod
om hun dochters tennis te leren. Het nare
was alleen, dat ik zelf niet tennissen kon.
Tenslotte is hij maar films gaan vertalen.
Maar dat werk bracht ook het zout in
de pap niet op. Een aanbod om in cho-
(Ingez. mededeling, adv.)
VAN KOSSEM S
„Je hebt dat goed georganiseerd",
gaf ze toe, „alleen begrijp ik niet
,I,k begrijp het ook niet", wilde hij
uitleggen.
„Nee, ik begrijp niet hoe je op het
idee kwam. Wat denk je hiermee te
winnen?"
„Denk je dan.
„Is dat dan soms niet zo?"
„Hoe kom je daar bij? Ik wist hier
net zoveel vanaf als jij. Ik zou een
tocht maken met Nellie en Bert, maar
toen kwam jij. Hoe kon dat? Hebben
ze je thuis gehaald?"
Ze kleurde licht en ze keek hem
niet aan toen ze antwoordde: „Nee, ik
ben zelf gekomen om je te zien op
stijgen, net als al die andere keren.
Stil maar, ik weet wel dat het dom
is, m-.ar.
Hij vroeg het zacht: „Ben je nog
steeds bang, Marianne?"
Nog bleef ze over de rand kijken,
naar waar nu langzaam het dorp on
der hen weggleed. Ze scheen over het
antwoord na te denken, want het bleef
lang uit. Hij maakte zich daar onge
rust over. Misschien had ze last van
hoogtevrees en werd ze duizelig. Zon
der vragen nam hij haar hand in de
zijne.
„Ben je nog bang, Marianne?" drong
hij nog eens aan.
Toen keek ze op en direct al, voor
dat ze het zei, wist hij: „Ze is niet
bang! Ze vindt het mooi hier boven!"
Haar woorden kwamen dat beves
tigen: „Nee, vreemd is dat, ik ben
helemaal niet bang. Het lijkt alles zo
veilig hier en mooi. Is het altijd zo
stil hier?"
Meer dan met de gouden ballon
was hij blij met die simpele woorden.
Het was de ongedachte vervulling van
zijn idealen: Marianne met hem in
dezelfde ballon ln de hoge stilte van
de lente-lucht.
Hij kneep haar hand vaster en, be-
dat ballonvaart levensvulling kon zijn.
Hij had dat gehoopt, Karei Boven-
kamp. Hij had gewenst dat ze zeggen
zou: „Ik heb me vergist. De ballon
vaart is heerlijk en je zal er rijk en
beroemd door worden". Als ze dat
gezegd zou hebben was het antwoord
niet moeilijk, want met een royaal
gebaar zou hy afstand van de ballon-
GO VERBURG
75.
gerig om zijn overwinning nog te ver
groten vroeg hij: „Begrijp je nu hoe
moeilijk het is om van de ballonvaart
te scheiden?"
Marianne is een vrouw: Ze gaf dat
zo maar niet toe. „De ballonsport is
mooi", erkende ze. „Maar het moet
sport blijven en geen beroep worden".
Met die woorden baande ze zichzelf
de weg naar een eervolle terugtocht
en ze gaf er Karei de kans mee om
haar zijn besluit te zeggen. Hij deed
dat niet direct. Zijn overwinning was
door haar woorden niet gegroeid,
maar juist verkleind tot een zich over
wonnen weten. Het leven speelde zijn
wispelturig spel met hem. Een paar
jongens die een meisje by hem ln de
ballon zetten, schenen zyn weg te be
palen: het meisje was er haar angst
voor de ballonvaart door kwyt ge
raakt. Toch wilde ze niet toegeven,
vaart als beroep gedaan hebben. „Ik
wil niet dat je steeds zorgen om me
hebt", zou hij dan zeggen. „Als sport
wil ik graag samen met jou blijven
varen, maar een beroep, nee, dat
wordt het niet meer".
Misschien heeft Marianne dat voor
voeld en ze heeft haar antwoord an
ders gezegd dan hy hoopte. Toen
moest hy zich op het weerwoord be
zinnen en toen aat woord kwam cy-
ferde hy zichzelf weg, zoals het leven
dat eist. „Je hebt geiyk, Marianne",
zei hij. „Het bjkt leuk om van een
Sleziertje je beroep te maken, maar
et geeft geen- basis aan het leven. Ik
zal notaris worden al* notaris Wlek-
heuvel straks niet meer kan en ik de
benoeming krjjg in zyn plaats. I* het
dan goed?"
Daar is geen antwoord met woor
den op gevolgd. Het kan soms zo
wonderlijk mooi en stil zijn in de
lucht. Dat is het als de stemmen zwij
gen. De aarde is dan ver en ver zijn
de zorgen.
Even achter Mariannes dorp zijn ze
geland. Karei wilde dat zo, al wenste
Marianne de vaart te verlengen, want
ook zy kreeg de stilte lief.
Onder de volgers was een oud man.
Notaris Wiekheuvel was zijn naam.
Hij scheen ontroerd toen hij hen bei
den hand in hand naar zich toe zag
komen. Zym snorpunten trilden. „Kin
derenzei hij en toen zweeg hij,
alsof hy nadenken moest over iets
wat al lang overdacht was. Hij her
begon, en zijn hand wees naar de bal
lon die ineen geschrompeld op het
weiland lag: „KinderenIk heb
jullie willen leren dat de wolken de
weg van da wind volgen. Gehoorzaam
en volgzaam zijn ze en dat te leren
is een zware taak voor een mens. Ik
heb in het leven van Karei 'n beetje
voor wind gespeeld, maar ik zie het
alik zie het aler is een wind
die hij nog williger volgen zal."
Die beiden lachten wat om die on
begrijpelijke taal. Om toch maar wat
te zeggen, zei Karei: „Dank u wel,
notaris!" maar de oude man wenkte
die woorden weg.
„Als jullie samen gelukkig zijn is
er één die dankbaar zal zijn. Het is
een oude man, die zichzelf nog graag
terugziet in al wat jong is, want hij
houdt zo van het leven." Toen wan
delde hij weer weg en langzaam,
hand in hand, volgden ze hem. Het
leven vraagt voortgaan, anders niets.
EINDE.
colade te gaan reizen „meg hij ai. Dat
lag helemaal ver buiten de journalistiek,
al is het dan ook een eerzaam beroep.
Nee, van Sprang wilde naar Indië. Daar
was werk genoeg. Om er te komen was
echter niet eenvoudig aangezien hy geen
cent bezat. Maar weer bereikte hij zijn
doel. Hy kwam er. Kreeg prompt werk
bij een krant (want hij sprak goed En
gels) en vertaalde hele dagen stukken
uit „Life" en de „Saturday Evening Bost".
Zoiets gaat op de duur tegenstaan en hij
kreeg er dan ook nèt genoeg van, toen
hij bij de radio kon komen, de NIRON.
Hij werkte er tot de Jappen kwamen.
Die arresteerden de hele staf en veroor
deelden alle medewerkers ter dood. „Ik
ben er goed afgekomen", zegt van Sprang.
„Drie van de staf zijn echter terechtge
steld". Met de anderen ging hy een kamp
in waaruit hij in 1945 vrij kwam en wel
als.... Indo-Europeaan. „Een voordeel
als je donker bent".
Van Sprang is na zijn vrylating voor
United Press gaan werken en heeft als
Amerikaan vermomd een jaar over Java
gezworven,
Twee jaar later na zijn terugxeer in
Holland trok hij nog naar Spanje en
Griekenland kwam hij er als Hollands
correspondent terug. Samen met de 7-
December-divisie, waarover hij ook een
boek heeft geschreven. „Dat was een
prachtige tijd", zegt hij peinzend. Daar
neb ik de Hollandse soldaat leren ken
nen.
Na zijn terugKeer uit Indië trok hij
opnieuw naar uriekenland en reisde ver
volgens door Palestina, Birma, Siam, Chi
na, Japan, de Philippijnen weer over In
dië naar het vaderland terug. In 1950
volgde zijn reis langs 't IJzeren Gordijn.
En het vorige jaar vertrok hij naar
Korea met een ticket van 2 meter lengte
om over Formosa, Hongkong, Indo-Chma,
Singapore, Indonesië en Cairo terug te
keren.
nXEIN BEGONNEN.
En nu zu hij daar in de Abricozen
straat en bladert met ons peinzend in
zijn stapel knipselboeken. „Kijk", zegt
hQ, „dat heb ik ook nog gedaan'en mj
toont ons een foto-reportage overde
bietenslag in Zeeland en West-Brabant.
„Geloof niet, dat zulk werk minder
moeilijk is", zegt hij. „Als je jong bent
dan zie je er in het begin tegen op als
tegen de bietenberg op dat plaatje'.
Toen wij echter twyfelend ons afvroe
gen of het nu, voor een jong journalist,
nog zo gemakkelijk zou zijn met 't werk
te beginnen als hij 't destijds heeft gedaan
zei hij. „Vroeger was het inderdaad ge-
makkefyker. Nü zit je met honderd en
één problemen. Probeer maar eens aan
deviezen te komen".
OGEN DICHT.
Dan vertelt hij nog een paar gebeurte
nissen over zijn laatste reis. Ook over
zijn parachutesprongen. Het leek hem al
tijd een machtige ervaring. „Toen ik hier
in Holland zat, heb ik eens geprobeerd
de Belgen te vermurwen in hun oplei-
dingschool ies te mogen nemen. Het luk
te echter niet. Maar in Korea kreeg ik
mijn kans. „Wel ja", zeiden de officieren,
„dat kan gebeuren. We moeten vannacht
springen. Ga maar mee".
,Ja maarzei ik.
„Kom nou", was het antwoord. „Je
houdt je benen maar by elkaar en je
ogen dicht, dan loopt dat wel".
„Ik heb het maar gedaan", zegt onze
gastheer lachend, „en het is goed afge
lopen". Later kon ik een cursus volgen
maar die duurde erg kort. Tijdens de
eerste lessen kwam er een offensief en
vertrok de hele school naar het front.
Zijn brevet heeft hij echter tóch gekre
gen. Niet in Korea, maar in Indo-China.
In Hanoi kreeg hij samen met 24 Vietna-
mezen les en werd hy ook gebrevetteerd.
We komen dan nog even terug op Ko
rea. Van Sprang is blij dat hy dit hoofd
stuk in zijn leven heeft mogen meema
ken. „Oorlog is verschrikkelijk", zegt nij.
Maar heeft toch ook zijn goede zyde. Na
melijk de kameraadschap. Alle nare klei
ne dingen vallen weg. En hij vertelt vol
enthousiasme over de samenwerking tus
sen de verscheidene correspondenten en
de hulp van de United Nations officieren.
Soms kostte het hem meerdere dagen
om goede kopy „stuff" zegt onze gast
heer by elkaar te verzamelen. Meer
dere malen gebeurde dat niet zonder le
vensgevaar. Zo ging een Franse collega
met de Amerikaanse commando's op pa
trouille. Niemand keerde terug
De Abricozenstraat in Het Haagje
is wel ver van Korea of Tunis ver
wijderd. Het is er rustig en het enige
geluid is het gieren van lijn 5 op de
hoek. De zwerver Van Sprang vindt
er echter maar weinig rust. Het bui
tenland lokt en dan gaat hij.