de loupe
HET BOEK
Meubelbeurs accentueert veranderde opvatting ten
aanzien van woninginrichting.
Britse ambassade wordt zwaar bewaakt
door Engels uitziende Egyptenaren.
Prins Bernhard ontvangt gasten»
De Lutheranen na 117 jaar weer
verenigd»
Klooster'- en „old flnish"-woede enigermate bedwongen.
Een laatste filmWerelden in botsing
Ruïnes verbergen nog steeds lichamen
van slachtoffers»
Geschiedenis der Hersteld-Luthersen was een
bewogen geschiedenis.
Smaak en tijd
J
B. ca W. van Delft dupeerden
huiseigenaren.
Griep?'n MijnhanJtje Q
Dondeiuag Februari 1952
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
(Van onze oorlogscorrespondent Alfred van Sprang).
CAIRO, I Februari 1952. In het avondblad van „La Bourse Egyp-
tien" staat een grote advertentie van de volgende inhoud: De directie
van de N.VEgyptische hotels deelt haar trouwe personeel met grote
spijt mee, helaas verplicht te zijn, hen wegens de totale verwoesting
van het Shephaerd's hotel met ingang van 29 Januari 1952 ontslag aan
te zeggen. Het is slechts een van de vele advertenties betrekking heb
bend op de gebeurtenissen van verleden week. Maar tegelijkertijd neemt
het leven weer zijn gewone gang. En al ziet het eens zo bloeiende cen
trum er nu uit als het restant van een stad, die een luchtaanval met
brandbommen ondergaan heeft, en al rijden er regelmatig tanks door
de straten waar militairen met het geweer in de aanslag de wacht
houden, het nieuwtje is er nu af en men besteedt zijn aandacht weer
aan de problemen van alledag.
Egypte tracht alles maar zo gauw I
mogelijk te vergetèn. Het is ten-
sloae een zwarte bladzijde, ook al 1
geeft men alle schuld aan de Brit
ten en verwijt men hen zelfs, deze
relieves georganiseerd te hebben
om Egypte in buitenlandse ogen te
kleinei en. In hun hart generen de
meeste Egyptenaren zich echter
voor deze wilde uitspatting van het
ontevreden deel van het volk. Zij
veroordelen ze even sterk als de
buitenlanders. Maar ze kennen ook
evengoed de drijfveer.
Opruiming.
De zon schijnt. De mensen lopen weer
in nun colbertje op straat. Het is nu
volop voorjaar. Als vanzelf richten velen
hun schreden even naar het centrum,
waar de zwarte massa's en grijze puin
hopen op trieste wijze herinneren aan de
enKele uren van complete anarchie.
„Doorlopen", sporen militairen aan.
„tven daar kijkenbetoogt iemand.
Meteen richt de soldaat zijn geweer al.
„Jajasust de man en loopt
cioor. De dagen van praten zijn voorbij.
Het leger heeft opdracht om meteen te
schieten.
In de kranten waarschuwt de overheid
het pubhek daarvoor. Enkele straten zijn
met prikkeldraad afgezet. Er is slechts
een kleine opening om voetgangers door
te laten. Men is hier en daar aan het
opruimen, maar niet op grote schaal. Ar
beiders in lange wijde gewaden dragen
mandjes met puin en verkoolde resten
van de inventaris naar buiten. Sommige
nunes roken nog. Het is een tragisch
karwei, want in de verscheidene ruïnes
moeten de stoffelijke overschotten van
slachtoffers verborgen zijn. Men heeft er
al gevonden en naar andere zoekt men
nog. In 't Shepheard's hotel b.v. lagen
verscheidene gasten rustig te slapen toen
het hotel in brand gestoken werd. Zij zijn
in hun bed omgekomen.
In de grote Britse Barclay's Bank was
een deel van het personeel aan het over
werken. In de kelder heeft men hun lij
ken aangetroffen: Egyptenaren en Brit
ten bij elkaar. Ook in andere winkels
en kantoren zijn mensen omgekomen.
Meestal blijven er tijdens de middagpauze
bewakers in die gebouwen achter. Niet
allemaal hebben ze kans gezien, op tijd
Uit de wereld van
ALI MAHER PASJA
eerst orde en rust.
naar buiten te komen.
„Verschrikkelijk"zucht een oudere
Egyptenaar In een Europees costuum en
met een fez op, als hij naar de schamele
overblijfselen staat te kijken van wat
eens Cairo's grootste en meest luxueuze
warenhuis was: Het monumentale Cicu-
reL
„Ben je soms aandeelhouderT" rea
geert een jongeman scherp.
De heer schrikt. „Nee, nee, helemaal
nietzegt hij maar gauw en loopt
door.
Bij de Cinema-opera scheurt men voor
alle zekerheid maar affiches van het
laatste programma van de gevel. Het was
een film met een wel heel toepasselijke
titel: „Werelden ln botsing".
Alles gewoon.
„uebussy", door Ary Verhaar.
„Schuman", door A. C. Vos.
„Berlioz", door Max Prick van
Wely. „Mendelssohn-Bartholdy",
door A. C. Vos. Uitgaven in de
Musicaterie „Kleine boeken
over grote mannen", van J. Phi
lip Krusemans Uitgeversmij.
N.V., Den Haag.
Op boeiende wijze wordt in bovenge
noemde boekwerkjes het leven van vier
grote componisten beschreven. Stuk voor
stuk blijken de schrijvers goede kenners
te zijn van hen, over wie zij schrijven.
Het is niet gemakkelijk een karakter,
schets te geven van kunstenaars, wier
leven reeds werd afgesneden. Anderzijds
kan nu meer afstand worden genomen
van hun werk. De verdienste der boek
jes is, dat zij geen opgesmukte en gero
mantiseerde verhaaltjes bevatten over de
componisten en voorts, dat men door het
lezen ervan de muziek beter zal gaan be
grijpen.
„Nog ligt de wereld open",
door Annie Ferwerdav. den
Berg, tweede druk. Uitg. J. H.
Kok N.V., Kampen.
Deze roman beschrijft het leven van
het meisje Rolinka van Elsdingen, de
„aparte" dochter van een rijke bankier.
Haar moeder is een Poolse, die aan het
ongelukkige huwelijk een einde maakt
door in Parijs met een ander een nieuw
leven te beginnen. Het verhaal speelt
zich af even voor en in de bezettingstijd.
Wij lezen van de ontluikende liefde van
Rolinka voor Peter van Oorschot, de
christelijke schrijver, die in de illegaüteit
tenslotte zijn leven voor de vrijheid of-
fert. De strijd om hèm en om haar vader,
die zich als een verrader ontpopt, welke
Rolinka te voeren heeft, is mooi weerge
geven. RoHnka komt tot het geloof door
vele diepten heen en dat is wel het voor
naamste, wat de schrijfster wil zeggen.
Dit proces, dat vaak ontroerend beschre
ven wordt, brengt diepgang in het boek,
ook al blijken er hier en daar zwakheden
in de psychologische benadering van
haar onderwerp door de schrijfster. En
ai is het boek niet vrij van onwaar
schijnlijkheden.
Enige bezwaren hebben wij ook tegen
de stijl, die op vele plaatsen niet ver
zorgd is ep de indruk achter laat, dat
het wat haastig geschreven is. Maar on
danks deze critiek kunnen wij het boek
als een echt christeHjke roman van harte
aanbevelen.
„Bespieghelaer", W. Vaarzon
Morel: „Bie ons op 't durp".
Drukkerij Altorfer, Middelburg.
Niet iedere poging een boekje in dia
lect te schrijven kan geslaagd genoemd
worden. Men moet wel heel goed -„in
geburgerd" zijn om het dialect van plaats
of streek niet alleen goed te spreken,
maar vooral goed te schrijven. W. Vaar
zon Morel uit Veere heeft kans gezien
om in een boekje een veertigtal schetsen
in Walchers dialect te schrijven, die het
lezen waard zijn. Het zijn schetsen uit
net dorpsleven, die getuigen van een
goede kennis van de zeden en andere
plaatselijke omstandigheden.
„Juliana Regina 1951".
Bij de Uitgeverij en Drukkerij „Hol-
landia" te Baarn ls het derde deel ver
schenen in de serie „Juliana Regina".
Dit 144 pagina's tellende boekwerkje kan
worden aangemerkt als een fraaie ver
zameling foto's van het koninklijk gezin
op het Palels Soestdijk zijn opgenomen,
maar ook van vele gebeurtenissen uit de
Periode September 1950 tot September
1951, waarbij één of meer leden van de
koninklijke familie aanwezig waren. O.m.
fiin foto's opgenomen van de koninklijke
Bezoeken aan Londen, Friesland en de
Noord-Oostpolder. Verder een korte re
portage van het bezoek van Prins Bern-(
hard aan Zuid-Amerika.
Het leven gaat door.
In de hall van het luxueuze hotel
prijkt op oen ezel een artistieke kaart
met: de Parijse juwelier Sterle exposeert
zijn collectie sieraden in de salons van
hotel Semlramis van 21 Januari tot 5
Februari. Op het publicatie-bord er ach
ter prijken verscheidene andere mede
delingen, zoals: raadpleegt de portier
voor uw excursies naar de pyramldes en
een affiche met (onder beschermheer
schap van Zijne Majesteit Koning Faroek
I) Russisch bal ln „L'auberge des Pyra
mldes". Dansen tot vier uur ln de morgen
Avondtoilet.
Men doet of er niets gebeurd is. De
kranten b.v. hebben practisch niets over
de relletjes zelf en de gevolgen er van
geschreven. De overlijdensadvertenties
de verslagen van kerkdiensten ter na
gedachtenis van de Britse slachtoffers, de
necrologieën, de oproeping tot aansporing
van vermiste personen en al de aankon
digingen van tijdelijke sluiting en adres
verandering van bedrijven en kantoren,
werpen echter zijdelings een scherp licht
op de gebeurtenissen.
Nederlandse claim.
De Nederlandse kolonie is er over het
algemeen goed af gekomen. Er zijn geen
Buitenlands kapitaal gevraagd....
Op dezelfde dag, dat heel
Cairo vol was van de golf van
vernielzucht, welke voor mil-
lioenen schade aan buitenlandse
bedrüven en eigendommen aan
gericht heeft, publiceert de in het
Frans verschijnende „Le Pro-
gris Egyptien" (alsof er geen
vuiltje aan de lucht is), een ver
klaring van een ambtenaar van
het ministerie van Economische
Zaken, waarin deze er op wijst, dat
de Egyptische economie behoefte
heeft aan buitenlands kapitaal.
Een ongelegener ogenblik om
daarover te praten had hij moei
lijk kunnen kiezen
-D
Nederlandse mensenlevens verloren ge
gaan. Wol Nederlandse eigendommen, ln
het bijzonder van Nederlanders die in
het Shepheard-hotel logeerden. Het Ne
derlandse gezantschap te Cairo heeft zich
inmiddels met een nota tot het Egypti
sche ministerie van Buitenlandse Zaken
gericht, waarin het meedeelt zich het
recht voor te behouden te zijner tijd een
eis tot schadevergoeding in te dienen
voor de door Nederlandse onderdanen
geleden verlieze®.
Een verantwoordelijk ambtenaar van
het Egyptische ministerie van Financiën
heeft overigens al verklaard, dat de re
gering niet verplicht is, schadevergoeding
te betalen, tenzij bewezen kan worden
dat de regering niet in staat geweest is
de openbare orde te handhaven. De ver
woesting van de binnenstad is mede ver
oorzaakt door het volkomen falen van de
politie. Dit is wel het beste bewijs.
Sinds korte tijd vertoeven in ons land de heren dr Valentin Conti,
ambtenaar van het Argentijnse ministerie van Landbouw en Veeteelt,
en C. Alberto Lozano, directeur van het tijdschrift „Holando Argen
tina". Laatstgenoemde is vergezeld van zijn dochter. Beide heren heb
ben hun reis naar ons land gemaakt met het doel Fries stamboekvee
te kopen. In Friesland hebben zij dan ook niet minder dan 79 stuks
hoogwaardig stamboekvee gekocht. De dieren zullen binnenkort naar
Argentinië worden verscheept. Van de gelegenheid dat zij in ons land
vertoeven, hebben zij tevens gebruik gemaakt hun opwachting te
maken bij Z. K. H. Prins Bernhard, die ae beide heren en mej. Lozano
Maandagochtend ontving. In gezelschap van de Prins bezichtigden zij
de Koninklijke stallen. Bijzondere belangstelling legden zij aan de dag
voor de beide renpaarden, welke aan de Prins tn April van het vorige
jaar bij zijn bezoek aan Argentinië werden aangeboden. Op de foto
v.l.n.r. Prins Bernhard, mej. Lozano, de heer C. Alberto Lozano en
de heer dr Valentin Conti.
Een Kerkgenootschap verdween.
(Van één onzer redacteuren).
Het ontstaan van een nieuwe kerkformatie is in Nederland aller
minst een ongewone zaak. Daarentegen behoort het verdwijnen van
een kerkgenootschap tot de zeldzame gebeurtenissen. In de loop der
eeuwen is het maar enkele keren voorgekomen, dat kerkformaties tot
fusie overgingen.
Plaatselijk was dat anders. Zo hebben de diverse richtingen ln de Doopsgezinde
Broederschap zich van lieverlede verenigd. Zo hebben Remonstranten en Doops
gezinden te Dokkum in het begin van de vorige eeuw een fusie aangegaan en
zo zijn er in de laatste honderd jaar tal van afgescheiden groeperingen tot elkaar
gekomen.
Samensmelting van Kerkgenootschap- Luth. Kerk aanvankelijk een nog langere
pen kwam voor in 1892, toen de Gere
formeerden afkomstig uit afscheiding en
doleantie werden bijeengebracht in de
Gereformeerde Kerken, al bleef een rest
van de uit de afscheiding stammenden
als Chr. Geref. Kerk achter.
Vervolgens kwam zes jaar geleden de
hereniging tot stand van de Geref. Ker
ken (Hersteld Verband) met de Ned.
Herv. Kerk. En nu is dan de fusie vol
trokken tussen de Hersteld Ev. Luth.
Kerk met de Ev. Luth. Kerk.
Over de voorgeschiedenis van deze
fusie schreven wij enkele weken geleden
reeds. Hier volgen nog een paar kant
tekeningen bij de fusie.
Kerk van 117 jaar.
Al heeft de scheiding tussen de Luthe
ranen juist 160 jaar geleden plaats gehad,
het Hersteld Evangelisch Luthers Kerk
genootschap dateerde officieel van het
jaar 1835; het heeft dus de leeftijd van
117 jaar bereikt.
De Hersteld-Luthersen kenden aan
vankelijk geen verband. Nadat hiertoe de
nodige stappen bij de regering waren ge
daan, kon bij Koninklijk Besluit van 7
Augustus 1835 de nieuwe kerkgemeen
schap worden erkend. Een jaar later, op
3 Augustus 1836, kwam de Algemene
Kerkelijke Vergadering, die men met een
synode zou kunnen vergelijken, voor het
eerst bijeen. De laatste vergadering van
de A.K.V. heeft plaats gevonden op 17
Januari j.l.
Merkwaardig is, dat de Hersteld Ev.
naam voor zichzelf had uitgedacht, n.l.
de „Evangelische Kerk, toegedaan der
Onveranderde Augsburgse Geloofsbelij
denis". De overheid ging niet accoord
met deze naam, zodat men wel een an
dere kiezen moest.
Blijkbaar heeft de lange naam toch wel
mensen geboeid. Toen enkele jaren ge
leden uit de Herstelde Kerk een afsplit
sing ontstond (bij de actie van ds B. E.
J. Bik), ging deze formatie zich noemen
„Vrijgemaakt Hersteld Evangelisch Lu
therse Kerk (onderhoudende artikel 4
K.O.)".
Al eerder was in de kringen der Her
steld Luthersen een scheuring geweest,
n.l. in 1855 toen ds H. Groenewegen te
Harlingen de kerk verliet om in Amster
dam een „Vereniging tot handhaving van
de leer, rechten en belangen der Luther
se Kerk" te stichten. Ook al die voor
liefde voor een lange naam!
Ds Groenewegen stierf tien jaar
later en werd toen als predikant op
gevolgd door de voormalige kruide
niersbediende Abraham Pogge. Deze
„dominé" noemde zijn „gemeente",
de Oud-Lutherse Gemeente. Abraham
Pogge heeft zich niet al te best ge
dragen en vertrok als koloniaal naar
Indië, zijn kudde verstrooid achter
latende. De gemeente is tenietgegaan,
maar komt nog altijd voor in de lijst
der bij de regering bekende kerk
genootschappen en zelfstandige ker
kelijke gemeenten, die telkenjare in
Van Alphen's Nieuw Kerkelijk Hand
boek opgenomen wordt.
Van gasthuis naar dolhuis.
Aan conflicten heeft het in de Her
stelde Kerk niet ontbroken. We zouden
er nog een kunnen noemen, n.l. de gang
van zaken met dr H. F. Kohlbrugge,
proponent bij deze gemeenschap, die er
in 1827 om zijn rechtzinnigheid geweerd
werd. Ook de latere afgescheiden predi
kant H. P. Scholte behoorde aanvanke
lijk tot de Hersteld-Luthersen.
De liberale theologie, die de Hersteld
Luthersen aanvankelijk zo schuwde, was
in het begin van de 19e eeuw ook in
hun gemeenschap doorgedrongen. Hoe
anders zijmbij de scheuring van 1791
dachten, wift-d wel duidelijk toen ze hun
eigen kerkgebouw aan de Kloveniers
burgwal te Amsterdam stichtten.
Op dit kerkgebouw kwamen de woor
den uit Hand. 2 42 te staan: „Zij bleven
volstandig in de leer der apostelen". Tot
voor kort heeft deze tekst in de daklijst
van het kerkgebouw geprijkt. Men zal
zich herinneren dat het bedehuis verle
den jaar tot archiefgebouw van de Ned.
Bank is ingericht. Bij die gelegenheid
verdween de tekst.
Met de kerk aan de Kloveniersburg
wal is wel een typisch eigendom van de
Hersteld Luthersen verdwenen. Het or
gel, zo befaamd door de concerten van
Jan Zwart voor de N.C.R.V., werd ver
kocht aan de Herv. Gemeente van Arn
hem die het eerlang in haar Eusebius-
kerk zal plaatsen, de kansel verhuisde
naar de gerestaureerde kerk van Eist in
de Overbetuwe.
De Hersteld Luthersen, die terstond na
de scheuring natuurlijk geen eigen kerk
hadden, mochten in 1791 gebruik maken
van de Gasthuiskerk te Amsterdam.
Twee jaar later kwam hun eigen gods
huis klaar en wel op de plek waar voor
heen het krankzinnigengesticht had ge
staan („dolhuis").
Een spotvogel dichtte toen:
O, Lutherdom van 't Oude Licht'.
Wat heeft men van uw kwaal
['t publiek verkeerd bericht!
Men zei: Gij waart Hersteld en
lheeft daarna vernomen,
Dat ge eerst in 't Gasthuis zijt ge-
Lkomen
En nu, daar elk uw ziekt' als onge-
Ineeslijk acht
Verhaalt men dat g' in 't kort in
l't Dolhuis wordt gebracht!
Onder
V GELIJKE MONNIKEN -
GELIJKE KAPPEN!
„Vergaande eisen" noemde onze
nachtredactie eergisteren de door de
bondskanselier 'van West-Duitsland,
Dr Adenauer, opgeworpen kwesties,
die nog het deelnemen van Duitsland
aan het Europese leger in de weg
staan. En velen Uwer zullen, na le
zing van het stuk, tot dezelfde con
clusie gekomen zijn: men heeft Duits
land eenmaal een vinger gegeven en
nu eisen zij de hele hand. „Die mof
fen leren het ook nooit"! is dan de
reactie.
Daarin schuilt zeer zeker wat waars
wat automatisch tot gevolg heeft
dat er zeer veel onwaars in schuilt!
Waar is dat de houding van sommige
Duitsers en speciaal die van de lei
ders der sociaal-democraten, ergernis
wekt, want deze lieden doen het nog
al eens voorkomen alsof zij het slacht
offer zijn van de politiek der gealli
eerden in de geest van: „Wij worden
misbruikt voor het welzijn van ande
ren!" En ze vergeten dat, als ze dan
persé slachtoffer genoemd willen
worden, ze dat zijn tengevolge van de
politiek der ook door hen in stand
gehouden Nazi's!
Onbillijk is het echter dit verwijt
thans Adenauer naar het hoofd te
slingeren, zeker in zake de kwestie
van toetreding tot de Noord-Atlan
tische Verdrags Organisatie. Men moet
even stilstaan bij de situatie van he
den, om die onbillijkheid te zien. Die
situatie is aldus: er bestaan een Atlan
tisch Pact (N.A.T.O.), waarvan de
meeste landen rond de Atlantische
Oceaan lid zijn: Amerika en Canada,
Engeland en Frankrijk en andere
Europese landen. Deze landen zijn be
gonnen aan het op de been brengen
van een Atlantisch leger onder bevel
van generaal Eisenhower.
Daarnaast echter worden er pogin
gen gedaan om te komen tot een
Europese defensiegemeenschap. Zes
landen, te weten Frankrijk, Italië, W.
Duitsland en de drie Benelux-landen
willen hun strijdkrachten samenbun
delen in een Europees leger. Dat le
ger zal dan een onderdeel zijn van
de strijdkrachten van het Atlantisch
Pact.
Echter, een leger heeft men met
een bepaald doel. De doelstellingen
van het Atlantisch leger worden be
paald door de leden van de Noord-
Atlantische Verdrags Organisatie, de
N.A.V.O. In deze organisatie laten de
politici der deelnemende landen hun
stem horen en gezamenlijk bepalen zij
het doen en laten van hun gezamen
lijke legermacht. Maar nu is West-
Duitsland geen lid van de N.A.V.O.
Dat wil zeggen, dat West-Duitsland
wel soldaten moet leveren, maar dat
het niet mee mag praten over het
doel, waarvoor die soldaten gebruikt
zullen worden.
Dat nu wil Adenauer niet. En heeft
hij daarin geen gelijk? Geen enkel
land wil zijn zonen naar het slagveld
doen voeren, als het niet is met in
stemming van regering en volksver
tegenwoordiging. Dat is immers een
van de redenen, waarom Engeland zo
huiverig staat tegenover deelname aan
een Europees leger! Die houding van
Engeland noemt men „politiek"
maar waarom zou men dan de hou
ding van West-Duitsland verregaand
egoïstisch en koppig noemen
Gelijke monniken gelijke kap
pen, luidt het Nederlandse gezegde.
En naar onze mening moet deze waar
heid zeker gehandhaafd worden als
het gaat om het wel of wee van 's
lands zonen. Het oproepen van sol
daten is geen spelletje; het legt zwa
re verplichtingen op de schouders der
regeerders. Hitier speelde met zijn
soldaten, Adenauer wil dat niet. Als
men hem dat ook al kwalijk gaat ne
men is het einde toch wel zoek!
it
(Van één onzer redacteuren).
Wijzigingen inzake de woninginrichting plegen zich niet zo snel te voltrekken. Bij
de dameskleding wisselt de mode met het jaar; herenkleding slaat na een langere
periode nieuwe wegen in. Maar bij meubilair kan men haast van decennia spreken.
Heeft een bepaald Interieur bij het publiek ingang gevonden, dan duurt het onge
veer een jaar of tien eer een nieuw type veld gaat winnen.
Dit houdt ongetwijfeld verband met de omstandigheden, dat men zich voor een
lange periode meubels aanschaft. Veel mensen veranderen hun hele leven niet van
meubilair. Anderen vernieuwen een of tweemaal de inrichting van het huis. En
aangezien de meeste mensen geneigd zijn om bij het aanschaffen van meubels
traditionele paden te betreden, gaat een nieuwe meubelmode er maar betrekkelijk
langzaam in.
Van het een en ander krijgt men een 1 Men kan te Utrecht nog heel wat meu-
treffend bewijs op de Beurs van Meube- ^X^Kht^naafgr'ote^lSueïS
len en Woningtextiel, welke momenteel uitgevoerde meubels was destijds groot,
te Utrecht wordt gehouden.
Een grote verscheidenheid is daar te
zien; hoezeer moeten de smaken van de
ontwerpers wel verschillen en tengevolge
daarvan ook de smaak van het kopend
publiek.
stellig mede doordat ook de middenstand
in dat tijdperk ruimere huizen ging be
wonen. Het was de periode van de nieu
we stadswijken.
Bij velen moet het verlangen naar deze
riante stoelen, tafels en dressoirs nog niet
Een dergelijk ameublement is
nog altijd in staat de begeerte
van vele trouwlustige jonge
mensen op te roepen. Maar.
wie garandeert hen, dat ze een
kamer krijgen, die groot genoeg
is om deze ruimte-vragende meu
belen tot hun recht te doen ko
men? Klein, practisch en toch
geriefelijk, dat is de stijl, die
heden ten dage geëist wordt. En
de smaak past zich (gelukkig!)
altijd aan de tijd aan!
gedoofd zijn. Anders zou de productie
van dergelijke modellen wel minderen.
Vlak voor de oorlog en ook tijdens en
kort na dit gebeuren, begonnen de men
sen begerig te worden naar het kmitalie
oude meubel, dat, in allerlei uitvoeringen
verschenen, heden onteibare woningen
„siert". Deze „klooster"- en „old-finish"-
woede schijnt enigermate te zijn bedwon
gen, ook wel doordat de na-oorlogse ge
neratie van jonggehuwden klein of be
krompen behuisd is en de vrij grote en
zware meubelstukken uiterst onpractisch
zijn in beperkte ruimten.
PRACTISCH EN GERIEFLIJK.
Gelukkig, dat de meubelbeurs ons ook
andere dingen laat zien. Niet alleen de
nauwere behuizing heeft daar schuld
aan.
Er is bij het tegenwoordig geslacht een
streven waarneembaar om slechts dat
gene te kopen wat in de woonkamers
practisch en gerieflijk is.
Waarom ook niet? Waarom toch een
keuken met allerlei voorwerpen die de
taak van de huisvrouw vergemakkelijken
en tegelijk een kamer vol met onprac-
tische meubelstukken, die bovendien nog
een zee van tijd aan onderhoud verslin
den?
Waarom altijd maar weer de vier rech
te stoelen rond de tafel en de twee leun
stoelen bij het raam? Waarom een dres
soir dat te veel ruimte inneemt en ter
zijde een stellage van een schemerlamp
waar iedereen zijn hoofd tegen stoot
Het geheel is practisch, noch gerieflijk.
De meubelbeurs laat zien hoe men kan
volstaan met een klein model rechte
stoelen (niet bekleed), dat zich leent
voor het zitten rond de tafel bij de maal
tijden. De grote leunstoelen kunnen ver
vangen worden door fauteuils van kleiner
formaat waarin men ook werkelijk ge
makkelijk zit.
Het dressoir moge zijn plaats verlaten
voor. een opbergmeubel, dat doorgaans
genoeg ruimte biedt voor hetgeen men in
de kamer nodig heeft. De schemerlamp
diéne te verdwijnen voor e.en stijlvollere
creatie, welke een minimum aan plaats
inneemt.
Wanneer men dit alies in een iiebte
houtsoort aanschaft, dan blijkt de huis
kamer tweemaal zo groot en zeker is zij
tienmaal zo practisch.
Op de meubelbeurs komt uit hoe aan
trekkelijk rotanmeubels zijn, hoe gezel
lig een moderne ronde tafel, hoe leven
dig een helderkleurige bekleding, hoe
stijlvol een vloerbedekking van matten
en hoe warm b.v. een effen oranje gor
dijn.
Natuurlijk zijn er ook in dit opzicht
excessen. Niet alle ornamentiek behoeft
uit den boze te zijn; er zijn meubels ge
maakt die te practisch uitvielen uit re
actie tegen de stijlloosheid van voor
heen. Maar van het merendeel der mo
derne meubels moet men zeggen, dat ze
verantwoord zijn en wel omdat ze vol
doen aan de eisen voor het gebruik
degelijkheid, gemakkelijk te onderhou
den, eerlijk van maaksel.
Twaalf eigenaren van woningen aan de
Thorbeckestraat te Delft hebben zich met
een request tot de gemeenteraad gewend.
Zij delen mede, dat zij indertijd de hui
zen kochten in de overtuiging, dat op d«
aan de straat gelegen resterende bouw
terreinen alleen een z.g. open bebouwing
zou komen, zoals in het uitbreidingsplan
stond aangegeven. Vorig jaar gaven B.
en W. echter toestemming tot de bouw
van een groot blok woningen, waarna
de bewoners zich richtten tot Ged. Staten
met het verzoek het besluit tot de bouw
ter vernietiging aan de Kroon voor te
dragen. Ged. Staten vroegen een spoed-
advies aan de gemeente, die het uitbren
gen ervan rekte en inmiddels grote spoed
achter de bouw liet zetten. Na enige tijd
kwam dan ook de mededeling, dat de
minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting geen vernietiging van het
besluit aan de Kroon wilde voordragen,
omdat de bouw reeds te ver was gevor
derd.
De requestranten spreken als hun oor
deel uit, dat B. en W. moedwillig da
voorschriften van het uitbreidingsplan
hebben overtreden, waardoor de waarde
van het eigendommen is gedaald. Daarom
verzoeken zij een schadeloosstelling.
(Ingez. mededeling, adv.)
Onderzoek N.I.P.O.
96 van het publiek voor
doorlichting.
„Bent u wel eens doorgelicht voor
T.B.C.?" heeft het Nederlands Instituut
voor de Publieke Opinie onlangs ge
vraagd aan vele mannen en vrouwen
over het gehele land verspreid. 7 op de
10 volwassenen blijkt wel eens te zijn
doorgelicht.
Op N.I.P.O.'s vraag; „Bent u er voor
of tegen dat iedereen hier wordt door
gelicht"? blijkt dat 96 %'van het publiek
vóór doorlichting te zijn.
Amerikaanse gelden voor vijf
landen.
President Truman heeft het Congres
medegedeeld, dat hij 478.160.000 dollar uit
het militaire fonds voor de wederzijdse
beveiliging als economische hulp zal
overdragen aan Engeland, Frankrijk,
Griekenland, Joego-Slavië en Turkije.
Van dit bedrag zal 300 millioen dollar
worden toegewezen aan Engeland voor
de invoer van goederen, die essentieel
zijn voor zijn defensie-inspanning. Frank
rijk krijgt 100 millioen dollar eb de rest
van het bedrag zal worden toegewezen
aan Griekenland, Turkije en Joego-Sla-
vië om deze landen te helpen bij de uit
voering van hun defensieprograms.