de loupe HET BOEK Meubelbeurs accentueert veranderde opvatting ten aanzien van woninginrichting. Britse ambassade wordt zwaar bewaakt door Engels uitziende Egyptenaren. Prins Bernhard ontvangt gasten» De Lutheranen na 117 jaar weer verenigd» Klooster'- en „old flnish"-woede enigermate bedwongen. Een laatste filmWerelden in botsing Ruïnes verbergen nog steeds lichamen van slachtoffers» Geschiedenis der Hersteld-Luthersen was een bewogen geschiedenis. Smaak en tijd J B. ca W. van Delft dupeerden huiseigenaren. Griep?'n MijnhanJtje Q Dondeiuag Februari 1952 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 (Van onze oorlogscorrespondent Alfred van Sprang). CAIRO, I Februari 1952. In het avondblad van „La Bourse Egyp- tien" staat een grote advertentie van de volgende inhoud: De directie van de N.VEgyptische hotels deelt haar trouwe personeel met grote spijt mee, helaas verplicht te zijn, hen wegens de totale verwoesting van het Shephaerd's hotel met ingang van 29 Januari 1952 ontslag aan te zeggen. Het is slechts een van de vele advertenties betrekking heb bend op de gebeurtenissen van verleden week. Maar tegelijkertijd neemt het leven weer zijn gewone gang. En al ziet het eens zo bloeiende cen trum er nu uit als het restant van een stad, die een luchtaanval met brandbommen ondergaan heeft, en al rijden er regelmatig tanks door de straten waar militairen met het geweer in de aanslag de wacht houden, het nieuwtje is er nu af en men besteedt zijn aandacht weer aan de problemen van alledag. Egypte tracht alles maar zo gauw I mogelijk te vergetèn. Het is ten- sloae een zwarte bladzijde, ook al 1 geeft men alle schuld aan de Brit ten en verwijt men hen zelfs, deze relieves georganiseerd te hebben om Egypte in buitenlandse ogen te kleinei en. In hun hart generen de meeste Egyptenaren zich echter voor deze wilde uitspatting van het ontevreden deel van het volk. Zij veroordelen ze even sterk als de buitenlanders. Maar ze kennen ook evengoed de drijfveer. Opruiming. De zon schijnt. De mensen lopen weer in nun colbertje op straat. Het is nu volop voorjaar. Als vanzelf richten velen hun schreden even naar het centrum, waar de zwarte massa's en grijze puin hopen op trieste wijze herinneren aan de enKele uren van complete anarchie. „Doorlopen", sporen militairen aan. „tven daar kijkenbetoogt iemand. Meteen richt de soldaat zijn geweer al. „Jajasust de man en loopt cioor. De dagen van praten zijn voorbij. Het leger heeft opdracht om meteen te schieten. In de kranten waarschuwt de overheid het pubhek daarvoor. Enkele straten zijn met prikkeldraad afgezet. Er is slechts een kleine opening om voetgangers door te laten. Men is hier en daar aan het opruimen, maar niet op grote schaal. Ar beiders in lange wijde gewaden dragen mandjes met puin en verkoolde resten van de inventaris naar buiten. Sommige nunes roken nog. Het is een tragisch karwei, want in de verscheidene ruïnes moeten de stoffelijke overschotten van slachtoffers verborgen zijn. Men heeft er al gevonden en naar andere zoekt men nog. In 't Shepheard's hotel b.v. lagen verscheidene gasten rustig te slapen toen het hotel in brand gestoken werd. Zij zijn in hun bed omgekomen. In de grote Britse Barclay's Bank was een deel van het personeel aan het over werken. In de kelder heeft men hun lij ken aangetroffen: Egyptenaren en Brit ten bij elkaar. Ook in andere winkels en kantoren zijn mensen omgekomen. Meestal blijven er tijdens de middagpauze bewakers in die gebouwen achter. Niet allemaal hebben ze kans gezien, op tijd Uit de wereld van ALI MAHER PASJA eerst orde en rust. naar buiten te komen. „Verschrikkelijk"zucht een oudere Egyptenaar In een Europees costuum en met een fez op, als hij naar de schamele overblijfselen staat te kijken van wat eens Cairo's grootste en meest luxueuze warenhuis was: Het monumentale Cicu- reL „Ben je soms aandeelhouderT" rea geert een jongeman scherp. De heer schrikt. „Nee, nee, helemaal nietzegt hij maar gauw en loopt door. Bij de Cinema-opera scheurt men voor alle zekerheid maar affiches van het laatste programma van de gevel. Het was een film met een wel heel toepasselijke titel: „Werelden ln botsing". Alles gewoon. „uebussy", door Ary Verhaar. „Schuman", door A. C. Vos. „Berlioz", door Max Prick van Wely. „Mendelssohn-Bartholdy", door A. C. Vos. Uitgaven in de Musicaterie „Kleine boeken over grote mannen", van J. Phi lip Krusemans Uitgeversmij. N.V., Den Haag. Op boeiende wijze wordt in bovenge noemde boekwerkjes het leven van vier grote componisten beschreven. Stuk voor stuk blijken de schrijvers goede kenners te zijn van hen, over wie zij schrijven. Het is niet gemakkelijk een karakter, schets te geven van kunstenaars, wier leven reeds werd afgesneden. Anderzijds kan nu meer afstand worden genomen van hun werk. De verdienste der boek jes is, dat zij geen opgesmukte en gero mantiseerde verhaaltjes bevatten over de componisten en voorts, dat men door het lezen ervan de muziek beter zal gaan be grijpen. „Nog ligt de wereld open", door Annie Ferwerdav. den Berg, tweede druk. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen. Deze roman beschrijft het leven van het meisje Rolinka van Elsdingen, de „aparte" dochter van een rijke bankier. Haar moeder is een Poolse, die aan het ongelukkige huwelijk een einde maakt door in Parijs met een ander een nieuw leven te beginnen. Het verhaal speelt zich af even voor en in de bezettingstijd. Wij lezen van de ontluikende liefde van Rolinka voor Peter van Oorschot, de christelijke schrijver, die in de illegaüteit tenslotte zijn leven voor de vrijheid of- fert. De strijd om hèm en om haar vader, die zich als een verrader ontpopt, welke Rolinka te voeren heeft, is mooi weerge geven. RoHnka komt tot het geloof door vele diepten heen en dat is wel het voor naamste, wat de schrijfster wil zeggen. Dit proces, dat vaak ontroerend beschre ven wordt, brengt diepgang in het boek, ook al blijken er hier en daar zwakheden in de psychologische benadering van haar onderwerp door de schrijfster. En ai is het boek niet vrij van onwaar schijnlijkheden. Enige bezwaren hebben wij ook tegen de stijl, die op vele plaatsen niet ver zorgd is ep de indruk achter laat, dat het wat haastig geschreven is. Maar on danks deze critiek kunnen wij het boek als een echt christeHjke roman van harte aanbevelen. „Bespieghelaer", W. Vaarzon Morel: „Bie ons op 't durp". Drukkerij Altorfer, Middelburg. Niet iedere poging een boekje in dia lect te schrijven kan geslaagd genoemd worden. Men moet wel heel goed -„in geburgerd" zijn om het dialect van plaats of streek niet alleen goed te spreken, maar vooral goed te schrijven. W. Vaar zon Morel uit Veere heeft kans gezien om in een boekje een veertigtal schetsen in Walchers dialect te schrijven, die het lezen waard zijn. Het zijn schetsen uit net dorpsleven, die getuigen van een goede kennis van de zeden en andere plaatselijke omstandigheden. „Juliana Regina 1951". Bij de Uitgeverij en Drukkerij „Hol- landia" te Baarn ls het derde deel ver schenen in de serie „Juliana Regina". Dit 144 pagina's tellende boekwerkje kan worden aangemerkt als een fraaie ver zameling foto's van het koninklijk gezin op het Palels Soestdijk zijn opgenomen, maar ook van vele gebeurtenissen uit de Periode September 1950 tot September 1951, waarbij één of meer leden van de koninklijke familie aanwezig waren. O.m. fiin foto's opgenomen van de koninklijke Bezoeken aan Londen, Friesland en de Noord-Oostpolder. Verder een korte re portage van het bezoek van Prins Bern-( hard aan Zuid-Amerika. Het leven gaat door. In de hall van het luxueuze hotel prijkt op oen ezel een artistieke kaart met: de Parijse juwelier Sterle exposeert zijn collectie sieraden in de salons van hotel Semlramis van 21 Januari tot 5 Februari. Op het publicatie-bord er ach ter prijken verscheidene andere mede delingen, zoals: raadpleegt de portier voor uw excursies naar de pyramldes en een affiche met (onder beschermheer schap van Zijne Majesteit Koning Faroek I) Russisch bal ln „L'auberge des Pyra mldes". Dansen tot vier uur ln de morgen Avondtoilet. Men doet of er niets gebeurd is. De kranten b.v. hebben practisch niets over de relletjes zelf en de gevolgen er van geschreven. De overlijdensadvertenties de verslagen van kerkdiensten ter na gedachtenis van de Britse slachtoffers, de necrologieën, de oproeping tot aansporing van vermiste personen en al de aankon digingen van tijdelijke sluiting en adres verandering van bedrijven en kantoren, werpen echter zijdelings een scherp licht op de gebeurtenissen. Nederlandse claim. De Nederlandse kolonie is er over het algemeen goed af gekomen. Er zijn geen Buitenlands kapitaal gevraagd.... Op dezelfde dag, dat heel Cairo vol was van de golf van vernielzucht, welke voor mil- lioenen schade aan buitenlandse bedrüven en eigendommen aan gericht heeft, publiceert de in het Frans verschijnende „Le Pro- gris Egyptien" (alsof er geen vuiltje aan de lucht is), een ver klaring van een ambtenaar van het ministerie van Economische Zaken, waarin deze er op wijst, dat de Egyptische economie behoefte heeft aan buitenlands kapitaal. Een ongelegener ogenblik om daarover te praten had hij moei lijk kunnen kiezen -D Nederlandse mensenlevens verloren ge gaan. Wol Nederlandse eigendommen, ln het bijzonder van Nederlanders die in het Shepheard-hotel logeerden. Het Ne derlandse gezantschap te Cairo heeft zich inmiddels met een nota tot het Egypti sche ministerie van Buitenlandse Zaken gericht, waarin het meedeelt zich het recht voor te behouden te zijner tijd een eis tot schadevergoeding in te dienen voor de door Nederlandse onderdanen geleden verlieze®. Een verantwoordelijk ambtenaar van het Egyptische ministerie van Financiën heeft overigens al verklaard, dat de re gering niet verplicht is, schadevergoeding te betalen, tenzij bewezen kan worden dat de regering niet in staat geweest is de openbare orde te handhaven. De ver woesting van de binnenstad is mede ver oorzaakt door het volkomen falen van de politie. Dit is wel het beste bewijs. Sinds korte tijd vertoeven in ons land de heren dr Valentin Conti, ambtenaar van het Argentijnse ministerie van Landbouw en Veeteelt, en C. Alberto Lozano, directeur van het tijdschrift „Holando Argen tina". Laatstgenoemde is vergezeld van zijn dochter. Beide heren heb ben hun reis naar ons land gemaakt met het doel Fries stamboekvee te kopen. In Friesland hebben zij dan ook niet minder dan 79 stuks hoogwaardig stamboekvee gekocht. De dieren zullen binnenkort naar Argentinië worden verscheept. Van de gelegenheid dat zij in ons land vertoeven, hebben zij tevens gebruik gemaakt hun opwachting te maken bij Z. K. H. Prins Bernhard, die ae beide heren en mej. Lozano Maandagochtend ontving. In gezelschap van de Prins bezichtigden zij de Koninklijke stallen. Bijzondere belangstelling legden zij aan de dag voor de beide renpaarden, welke aan de Prins tn April van het vorige jaar bij zijn bezoek aan Argentinië werden aangeboden. Op de foto v.l.n.r. Prins Bernhard, mej. Lozano, de heer C. Alberto Lozano en de heer dr Valentin Conti. Een Kerkgenootschap verdween. (Van één onzer redacteuren). Het ontstaan van een nieuwe kerkformatie is in Nederland aller minst een ongewone zaak. Daarentegen behoort het verdwijnen van een kerkgenootschap tot de zeldzame gebeurtenissen. In de loop der eeuwen is het maar enkele keren voorgekomen, dat kerkformaties tot fusie overgingen. Plaatselijk was dat anders. Zo hebben de diverse richtingen ln de Doopsgezinde Broederschap zich van lieverlede verenigd. Zo hebben Remonstranten en Doops gezinden te Dokkum in het begin van de vorige eeuw een fusie aangegaan en zo zijn er in de laatste honderd jaar tal van afgescheiden groeperingen tot elkaar gekomen. Samensmelting van Kerkgenootschap- Luth. Kerk aanvankelijk een nog langere pen kwam voor in 1892, toen de Gere formeerden afkomstig uit afscheiding en doleantie werden bijeengebracht in de Gereformeerde Kerken, al bleef een rest van de uit de afscheiding stammenden als Chr. Geref. Kerk achter. Vervolgens kwam zes jaar geleden de hereniging tot stand van de Geref. Ker ken (Hersteld Verband) met de Ned. Herv. Kerk. En nu is dan de fusie vol trokken tussen de Hersteld Ev. Luth. Kerk met de Ev. Luth. Kerk. Over de voorgeschiedenis van deze fusie schreven wij enkele weken geleden reeds. Hier volgen nog een paar kant tekeningen bij de fusie. Kerk van 117 jaar. Al heeft de scheiding tussen de Luthe ranen juist 160 jaar geleden plaats gehad, het Hersteld Evangelisch Luthers Kerk genootschap dateerde officieel van het jaar 1835; het heeft dus de leeftijd van 117 jaar bereikt. De Hersteld-Luthersen kenden aan vankelijk geen verband. Nadat hiertoe de nodige stappen bij de regering waren ge daan, kon bij Koninklijk Besluit van 7 Augustus 1835 de nieuwe kerkgemeen schap worden erkend. Een jaar later, op 3 Augustus 1836, kwam de Algemene Kerkelijke Vergadering, die men met een synode zou kunnen vergelijken, voor het eerst bijeen. De laatste vergadering van de A.K.V. heeft plaats gevonden op 17 Januari j.l. Merkwaardig is, dat de Hersteld Ev. naam voor zichzelf had uitgedacht, n.l. de „Evangelische Kerk, toegedaan der Onveranderde Augsburgse Geloofsbelij denis". De overheid ging niet accoord met deze naam, zodat men wel een an dere kiezen moest. Blijkbaar heeft de lange naam toch wel mensen geboeid. Toen enkele jaren ge leden uit de Herstelde Kerk een afsplit sing ontstond (bij de actie van ds B. E. J. Bik), ging deze formatie zich noemen „Vrijgemaakt Hersteld Evangelisch Lu therse Kerk (onderhoudende artikel 4 K.O.)". Al eerder was in de kringen der Her steld Luthersen een scheuring geweest, n.l. in 1855 toen ds H. Groenewegen te Harlingen de kerk verliet om in Amster dam een „Vereniging tot handhaving van de leer, rechten en belangen der Luther se Kerk" te stichten. Ook al die voor liefde voor een lange naam! Ds Groenewegen stierf tien jaar later en werd toen als predikant op gevolgd door de voormalige kruide niersbediende Abraham Pogge. Deze „dominé" noemde zijn „gemeente", de Oud-Lutherse Gemeente. Abraham Pogge heeft zich niet al te best ge dragen en vertrok als koloniaal naar Indië, zijn kudde verstrooid achter latende. De gemeente is tenietgegaan, maar komt nog altijd voor in de lijst der bij de regering bekende kerk genootschappen en zelfstandige ker kelijke gemeenten, die telkenjare in Van Alphen's Nieuw Kerkelijk Hand boek opgenomen wordt. Van gasthuis naar dolhuis. Aan conflicten heeft het in de Her stelde Kerk niet ontbroken. We zouden er nog een kunnen noemen, n.l. de gang van zaken met dr H. F. Kohlbrugge, proponent bij deze gemeenschap, die er in 1827 om zijn rechtzinnigheid geweerd werd. Ook de latere afgescheiden predi kant H. P. Scholte behoorde aanvanke lijk tot de Hersteld-Luthersen. De liberale theologie, die de Hersteld Luthersen aanvankelijk zo schuwde, was in het begin van de 19e eeuw ook in hun gemeenschap doorgedrongen. Hoe anders zijmbij de scheuring van 1791 dachten, wift-d wel duidelijk toen ze hun eigen kerkgebouw aan de Kloveniers burgwal te Amsterdam stichtten. Op dit kerkgebouw kwamen de woor den uit Hand. 2 42 te staan: „Zij bleven volstandig in de leer der apostelen". Tot voor kort heeft deze tekst in de daklijst van het kerkgebouw geprijkt. Men zal zich herinneren dat het bedehuis verle den jaar tot archiefgebouw van de Ned. Bank is ingericht. Bij die gelegenheid verdween de tekst. Met de kerk aan de Kloveniersburg wal is wel een typisch eigendom van de Hersteld Luthersen verdwenen. Het or gel, zo befaamd door de concerten van Jan Zwart voor de N.C.R.V., werd ver kocht aan de Herv. Gemeente van Arn hem die het eerlang in haar Eusebius- kerk zal plaatsen, de kansel verhuisde naar de gerestaureerde kerk van Eist in de Overbetuwe. De Hersteld Luthersen, die terstond na de scheuring natuurlijk geen eigen kerk hadden, mochten in 1791 gebruik maken van de Gasthuiskerk te Amsterdam. Twee jaar later kwam hun eigen gods huis klaar en wel op de plek waar voor heen het krankzinnigengesticht had ge staan („dolhuis"). Een spotvogel dichtte toen: O, Lutherdom van 't Oude Licht'. Wat heeft men van uw kwaal ['t publiek verkeerd bericht! Men zei: Gij waart Hersteld en lheeft daarna vernomen, Dat ge eerst in 't Gasthuis zijt ge- Lkomen En nu, daar elk uw ziekt' als onge- Ineeslijk acht Verhaalt men dat g' in 't kort in l't Dolhuis wordt gebracht! Onder V GELIJKE MONNIKEN - GELIJKE KAPPEN! „Vergaande eisen" noemde onze nachtredactie eergisteren de door de bondskanselier 'van West-Duitsland, Dr Adenauer, opgeworpen kwesties, die nog het deelnemen van Duitsland aan het Europese leger in de weg staan. En velen Uwer zullen, na le zing van het stuk, tot dezelfde con clusie gekomen zijn: men heeft Duits land eenmaal een vinger gegeven en nu eisen zij de hele hand. „Die mof fen leren het ook nooit"! is dan de reactie. Daarin schuilt zeer zeker wat waars wat automatisch tot gevolg heeft dat er zeer veel onwaars in schuilt! Waar is dat de houding van sommige Duitsers en speciaal die van de lei ders der sociaal-democraten, ergernis wekt, want deze lieden doen het nog al eens voorkomen alsof zij het slacht offer zijn van de politiek der gealli eerden in de geest van: „Wij worden misbruikt voor het welzijn van ande ren!" En ze vergeten dat, als ze dan persé slachtoffer genoemd willen worden, ze dat zijn tengevolge van de politiek der ook door hen in stand gehouden Nazi's! Onbillijk is het echter dit verwijt thans Adenauer naar het hoofd te slingeren, zeker in zake de kwestie van toetreding tot de Noord-Atlan tische Verdrags Organisatie. Men moet even stilstaan bij de situatie van he den, om die onbillijkheid te zien. Die situatie is aldus: er bestaan een Atlan tisch Pact (N.A.T.O.), waarvan de meeste landen rond de Atlantische Oceaan lid zijn: Amerika en Canada, Engeland en Frankrijk en andere Europese landen. Deze landen zijn be gonnen aan het op de been brengen van een Atlantisch leger onder bevel van generaal Eisenhower. Daarnaast echter worden er pogin gen gedaan om te komen tot een Europese defensiegemeenschap. Zes landen, te weten Frankrijk, Italië, W. Duitsland en de drie Benelux-landen willen hun strijdkrachten samenbun delen in een Europees leger. Dat le ger zal dan een onderdeel zijn van de strijdkrachten van het Atlantisch Pact. Echter, een leger heeft men met een bepaald doel. De doelstellingen van het Atlantisch leger worden be paald door de leden van de Noord- Atlantische Verdrags Organisatie, de N.A.V.O. In deze organisatie laten de politici der deelnemende landen hun stem horen en gezamenlijk bepalen zij het doen en laten van hun gezamen lijke legermacht. Maar nu is West- Duitsland geen lid van de N.A.V.O. Dat wil zeggen, dat West-Duitsland wel soldaten moet leveren, maar dat het niet mee mag praten over het doel, waarvoor die soldaten gebruikt zullen worden. Dat nu wil Adenauer niet. En heeft hij daarin geen gelijk? Geen enkel land wil zijn zonen naar het slagveld doen voeren, als het niet is met in stemming van regering en volksver tegenwoordiging. Dat is immers een van de redenen, waarom Engeland zo huiverig staat tegenover deelname aan een Europees leger! Die houding van Engeland noemt men „politiek" maar waarom zou men dan de hou ding van West-Duitsland verregaand egoïstisch en koppig noemen Gelijke monniken gelijke kap pen, luidt het Nederlandse gezegde. En naar onze mening moet deze waar heid zeker gehandhaafd worden als het gaat om het wel of wee van 's lands zonen. Het oproepen van sol daten is geen spelletje; het legt zwa re verplichtingen op de schouders der regeerders. Hitier speelde met zijn soldaten, Adenauer wil dat niet. Als men hem dat ook al kwalijk gaat ne men is het einde toch wel zoek! it (Van één onzer redacteuren). Wijzigingen inzake de woninginrichting plegen zich niet zo snel te voltrekken. Bij de dameskleding wisselt de mode met het jaar; herenkleding slaat na een langere periode nieuwe wegen in. Maar bij meubilair kan men haast van decennia spreken. Heeft een bepaald Interieur bij het publiek ingang gevonden, dan duurt het onge veer een jaar of tien eer een nieuw type veld gaat winnen. Dit houdt ongetwijfeld verband met de omstandigheden, dat men zich voor een lange periode meubels aanschaft. Veel mensen veranderen hun hele leven niet van meubilair. Anderen vernieuwen een of tweemaal de inrichting van het huis. En aangezien de meeste mensen geneigd zijn om bij het aanschaffen van meubels traditionele paden te betreden, gaat een nieuwe meubelmode er maar betrekkelijk langzaam in. Van het een en ander krijgt men een 1 Men kan te Utrecht nog heel wat meu- treffend bewijs op de Beurs van Meube- ^X^Kht^naafgr'ote^lSueïS len en Woningtextiel, welke momenteel uitgevoerde meubels was destijds groot, te Utrecht wordt gehouden. Een grote verscheidenheid is daar te zien; hoezeer moeten de smaken van de ontwerpers wel verschillen en tengevolge daarvan ook de smaak van het kopend publiek. stellig mede doordat ook de middenstand in dat tijdperk ruimere huizen ging be wonen. Het was de periode van de nieu we stadswijken. Bij velen moet het verlangen naar deze riante stoelen, tafels en dressoirs nog niet Een dergelijk ameublement is nog altijd in staat de begeerte van vele trouwlustige jonge mensen op te roepen. Maar. wie garandeert hen, dat ze een kamer krijgen, die groot genoeg is om deze ruimte-vragende meu belen tot hun recht te doen ko men? Klein, practisch en toch geriefelijk, dat is de stijl, die heden ten dage geëist wordt. En de smaak past zich (gelukkig!) altijd aan de tijd aan! gedoofd zijn. Anders zou de productie van dergelijke modellen wel minderen. Vlak voor de oorlog en ook tijdens en kort na dit gebeuren, begonnen de men sen begerig te worden naar het kmitalie oude meubel, dat, in allerlei uitvoeringen verschenen, heden onteibare woningen „siert". Deze „klooster"- en „old-finish"- woede schijnt enigermate te zijn bedwon gen, ook wel doordat de na-oorlogse ge neratie van jonggehuwden klein of be krompen behuisd is en de vrij grote en zware meubelstukken uiterst onpractisch zijn in beperkte ruimten. PRACTISCH EN GERIEFLIJK. Gelukkig, dat de meubelbeurs ons ook andere dingen laat zien. Niet alleen de nauwere behuizing heeft daar schuld aan. Er is bij het tegenwoordig geslacht een streven waarneembaar om slechts dat gene te kopen wat in de woonkamers practisch en gerieflijk is. Waarom ook niet? Waarom toch een keuken met allerlei voorwerpen die de taak van de huisvrouw vergemakkelijken en tegelijk een kamer vol met onprac- tische meubelstukken, die bovendien nog een zee van tijd aan onderhoud verslin den? Waarom altijd maar weer de vier rech te stoelen rond de tafel en de twee leun stoelen bij het raam? Waarom een dres soir dat te veel ruimte inneemt en ter zijde een stellage van een schemerlamp waar iedereen zijn hoofd tegen stoot Het geheel is practisch, noch gerieflijk. De meubelbeurs laat zien hoe men kan volstaan met een klein model rechte stoelen (niet bekleed), dat zich leent voor het zitten rond de tafel bij de maal tijden. De grote leunstoelen kunnen ver vangen worden door fauteuils van kleiner formaat waarin men ook werkelijk ge makkelijk zit. Het dressoir moge zijn plaats verlaten voor. een opbergmeubel, dat doorgaans genoeg ruimte biedt voor hetgeen men in de kamer nodig heeft. De schemerlamp diéne te verdwijnen voor e.en stijlvollere creatie, welke een minimum aan plaats inneemt. Wanneer men dit alies in een iiebte houtsoort aanschaft, dan blijkt de huis kamer tweemaal zo groot en zeker is zij tienmaal zo practisch. Op de meubelbeurs komt uit hoe aan trekkelijk rotanmeubels zijn, hoe gezel lig een moderne ronde tafel, hoe leven dig een helderkleurige bekleding, hoe stijlvol een vloerbedekking van matten en hoe warm b.v. een effen oranje gor dijn. Natuurlijk zijn er ook in dit opzicht excessen. Niet alle ornamentiek behoeft uit den boze te zijn; er zijn meubels ge maakt die te practisch uitvielen uit re actie tegen de stijlloosheid van voor heen. Maar van het merendeel der mo derne meubels moet men zeggen, dat ze verantwoord zijn en wel omdat ze vol doen aan de eisen voor het gebruik degelijkheid, gemakkelijk te onderhou den, eerlijk van maaksel. Twaalf eigenaren van woningen aan de Thorbeckestraat te Delft hebben zich met een request tot de gemeenteraad gewend. Zij delen mede, dat zij indertijd de hui zen kochten in de overtuiging, dat op d« aan de straat gelegen resterende bouw terreinen alleen een z.g. open bebouwing zou komen, zoals in het uitbreidingsplan stond aangegeven. Vorig jaar gaven B. en W. echter toestemming tot de bouw van een groot blok woningen, waarna de bewoners zich richtten tot Ged. Staten met het verzoek het besluit tot de bouw ter vernietiging aan de Kroon voor te dragen. Ged. Staten vroegen een spoed- advies aan de gemeente, die het uitbren gen ervan rekte en inmiddels grote spoed achter de bouw liet zetten. Na enige tijd kwam dan ook de mededeling, dat de minister van Wederopbouw en Volks huisvesting geen vernietiging van het besluit aan de Kroon wilde voordragen, omdat de bouw reeds te ver was gevor derd. De requestranten spreken als hun oor deel uit, dat B. en W. moedwillig da voorschriften van het uitbreidingsplan hebben overtreden, waardoor de waarde van het eigendommen is gedaald. Daarom verzoeken zij een schadeloosstelling. (Ingez. mededeling, adv.) Onderzoek N.I.P.O. 96 van het publiek voor doorlichting. „Bent u wel eens doorgelicht voor T.B.C.?" heeft het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie onlangs ge vraagd aan vele mannen en vrouwen over het gehele land verspreid. 7 op de 10 volwassenen blijkt wel eens te zijn doorgelicht. Op N.I.P.O.'s vraag; „Bent u er voor of tegen dat iedereen hier wordt door gelicht"? blijkt dat 96 %'van het publiek vóór doorlichting te zijn. Amerikaanse gelden voor vijf landen. President Truman heeft het Congres medegedeeld, dat hij 478.160.000 dollar uit het militaire fonds voor de wederzijdse beveiliging als economische hulp zal overdragen aan Engeland, Frankrijk, Griekenland, Joego-Slavië en Turkije. Van dit bedrag zal 300 millioen dollar worden toegewezen aan Engeland voor de invoer van goederen, die essentieel zijn voor zijn defensie-inspanning. Frank rijk krijgt 100 millioen dollar eb de rest van het bedrag zal worden toegewezen aan Griekenland, Turkije en Joego-Sla- vië om deze landen te helpen bij de uit voering van hun defensieprograms.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 3