I Militaire krachttoer en export-noodzaak beheersten ons volksleven Eindelijk is men gaan beseffen, dat we arm zijn en dat de kansen op herstel nog niet zijn verspeeld »JES HET NEDERLANDSE VOLK BRACHT OFFERS vv De verhouding tot Indonesië is weer even slecht als in December 1950. oom If Op een critiek ogenblik zond mr Oud „een vermoeid kabinet" heen egint 220 J vrienden en Ids zegen toe- J. A. de Pree- Camperland. Militaire krachttoer* Geld en huizen* Niet anders dan de tnaterie Het Ambonezenvraagstuk wordt steeds moeilijker. Maandag 31 Dec. 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD J IIMMEL kerjj Istraat G.N. Nieuwjaar ist door Echtgenote Domburg EIJZEREN ierij Irsbedrijf G.N. winkelbedrijf Groentje, ast allen een toe. l;n v. SLUIJS |Metselbedrjjf G.N. •JDERHOUD benbank G.N. ZONEN |-Loondorsers Domburg gelukkig '52 wagenbouw- pdrijf, Melis- 1 vr. en rela- Bpoedig 1952. [ISSER leliskerke In en relaties dig 1952. IER, Melis- pier en bak en relaties lig 1952. iING, Melis- lij en winke- r. en relaties dig 1952. >1. 2563 ZEER VELEN zullen zich nog dat ogenblik her inneren: die Woensdagmiddag, de 24e Januari van het afgelopen jaar toen de stem van mr P. J. Oud via de radio de huiskamers binnendrong. Mr Oud stond toen op het spreekgestoelte in de Tweede Kamer en hij sprak als voorzitter van de V.V.D.- fractie. Achter de regeringstafel was vrijwel het voltallige ministerie Dreesvan Schaik aanwezig, inclusief de minister van Buitenlandse Zaken, mr Stikker. Weinig gepassioneerd klonk de stem van mr Oud, maar zijn woorden waren als mokerslagen: „Ik kan het niet met mijn verantwoordelijkheid in overeensteming brengen een poging, om dit kabinet heen te zenden, achterwege te laten. Want dit ka binet is vermoeid: het kan niet tegen de moeilijk heden op!" Naar onze mening zijn het deze woorden, die hun stempel gedrukt hebben op dat achter ons liggende jaar. Het waren deze woorden, die tot gevolg hadden, dat het kabinet heenging, omdat minister Stikker meende zijn ontslag te moeten indienen. De motie-Oud werd weliswaar verworpen, maar de V.V.D.-fractie stemde voor en de heef Stikker meende, dat het in strijd zou zijn met goed parlementair gebruik, indien hij in een kabinet zou blijven zitten, dat niet meer het vertrouwen van zijn partijgenoten had. Een kabinetscrisis die 48 dagen duurde, was er het gevolg van. Al die dagen was men bezig geweest een nieuwe basis te vinden voor een kabinet. Men zocht een basis waar mee het overgrote deel van het Nederlandse volk zich zou kunnen verenigen. Omdat de nieuwe regering voor een welhaast gigantische taak geplaatst zou worden» onze verplichtingen ten uitvoer brengen binnen het kader van het Atlantisch Pact zonder het tot een totaal faillissement te laten komen. Een gigantische taak, want op dit kabinet zou de verplichting rusten het Nederlandse volk eindelijk voor de harde feiten te stellen: dat het in de afgelopen jaren weinig meer had gedaan dan pot verteren, en dat die pot nu leeg was. Dat de buikriem welhaast twee gaatjes nauwer moest worden aangehaald! En dat zou niet alleen gezegd moeten worden, maar dat zou ook in harde maat regelen tot uitdrukking moeten worden gebracht. Die harde werke lijkheid zou op ieder terrein van het leven, van het intieme gezinsleven af tot het parlementaire leven toe, de stimulans moeten zijn van het doen en laten. Het is naar onze mening de verdienste van mr Oud dat hij op dat critieke moment het Nederlandse Parlement de kans gegeven heeft zich te bezinnen-, 'ank zij die woorden is een nieuw kabinet-Drees met groter élan het jaar ingegaan. En ook dank zij het feit, dat het Nederlandse volk op die 24e Januari de stem van mr Oud heeft gehoord, heeft het met groter bereidwilligheid de offers aanvaard, die de regering het oplegde. ELKE waren die zware offers, die zou plaats vinden met alle sociale ge- het Nederlandse volk zich in dit afgelopen jaar heeft moeten getroos ten en wat was de reden daarvan? Keren wij terug naar 's lands verga derzalen. Daar stond, op 17 Maart, dr W. Drees voor de Tweede Kamer, op nieuw minister-president van een door de katholieke fractieleider prof. Romme gevormd kabinet en hij las een regeringsverklaring voor, geba seerd op een program, dat de goedkeu ring van vier partijen had kunnen wegdragen: de twee grootsten, K.V.P. en P.v.d.A. en twee kleinere, de C.H. en de V.V.D. De op twee na grootste partij, de A.R., had geen vertegen woordiger in de regering, hoewel daar toe ernstige pogingen waren gedaan. Drie hoofdpunten gaf dr Drees in zijn verklaring aan „die de levensbelangen van ons volk raken en ten aanzien waarvan de koers opnieuw moet wor den bepaald". Deze drie punten wa ren: de vergroting van de Nederland se bijdrage in de samenwerking der vrije volken, ter verzekering der col lectieve veiligheid; het sluitend maken van het staatsbudget en het dekken van het tekort op de Nederlandse be talingsbalans. NA DE JONGSTE WERELDOOR LOG stond het voor ieder wel on omstotelijk vast: slechts gezamenlijk sou het mogelijk zijn een toekomstige aanvaller het hoofd te bieden. Daar toe was Nederland toegetreden tot het Pact van Brussel en tot het Atlantisch Pact. Maar.als men gezamenlijk Iets onderneemt, moet men ook geza menlijk de offers brengen. Het At lantisch leger vroeg soldaten en van Nederland vroeg men zo snel mogelijk Vijf divisies op de been te brengen. En de kosten daarvan had men becijferd Op 2 milliard gulden voor een periode Van vier jaar. Vijfhonderd millioen gulden dat was de militair? kracht toer, die men voor 1951 van het ver armde en door het Indonesisch avon tuur geheel berooide Nederland eiste. Daar stond dr Drees. En op dat kri tieke - ogenblik sprak hij deze wijze woorden: „Wij mogen niet riskeren, dat wij op het militaire gebied de ver eiste maatregelen nemen, terwijl tege lijkertijd een economische uitholling mJr in ti volgen van dien!" Een moeilijk dilem ma, dat verklaart, waarom de staat in het afgelopen jaar zo diep heeft in gegrepen in het persoonlijke leven van U en van mij. Want dat is toch gebeurd: die rede van dr Drees heeft er toe geleid, dat ieder zijn werkelijke inkomen met 5 procent heeft zien dalen. In de laatste week van Maart werd weliswaar een algemene loonsverhoging van 5 pro cent van kracht, maar tevoren reeds waren de prijzen van vele eerste le vensbehoeften met 10 procent geste gen, daar de regering gebroken had met het subsidie-systeem. En behalve dat werd een investeringsverlaging met 25 procent van kracht, een bezui niging die men aldus moet zien: in plaats van dat een man vier jaar met een winterjas doet, doet hij er nu vijf mee, om aldus geld uit te sparen. Wat de gevolgen van deze politiek zijn ge weest, zullen we bij andere hoofdstuk ken in dit overzicht nog nader bezien. Belastingverhoging. Bezuiniging alleen was echter niet voldoende: er moest geld komen en dus moesten er nieuwe belastingen worden geheven. In de zomer van het afgelopen zomer is in de beide Kamers toen door minister Lieftinck de grote slag gestreden: de slag om de 500 mil lioen gulden voor onze defensie. Over de wenselijkheid daarvan was ieder (de communisten uitgezonderd) het wel eens, maar het hoe was de grote vraag. Meer dan ooit is bij dit debat gebleken, hoe dit land geregeerd wordt: de P.v.d.A. stelde zich onvoor waardelijk achter minister Lieftinck, die, als een goed socialist, bij deze nieuwe belastingontwerpen was uitge gaan van de stelling, dat eigendom toch eigenlijk diefstal is en dat dus de z.g. „rijken" geplukt dienen te wor den! De K.V.P. ging in grote lijnen met de minister mee, vooral toen deze op een voor haar zeer belangrijk punt (de kinderbijslag) had toegegeven. Van vrijwel ieder ander ingediend voorstel echter maakte prof. Lieftinck een portefeuillekwestie, daarmee de twee grote regeringspartijen dwingend hun stem te geven. Zodat het duide lijk was, dat er toch slechts twee par tijen het heft in handen hebben; twee andere hebben dan wel zitting in het mr P. J. OliP zond een kabinet heen kabinet, maar hun stem telt toch eigenlijk niet voor vol! Een generaal ging heen. Even moeizaam als het vinden van een financiële basis bleek, met even veel moeite zocht men naar een oplos sing van de vraag, hoe men op zo kort mogelijke termijn een zo groot moge lijke weerbaarheid kon verwezenlij ken. In de eerste dagen van 1951 be zocht generaal Eisenhower, de com mandant van het Atlantische leger, Nederland en enkele dagen daarna kwam het bericht dat de chef van de generale staf, generaal mr H. J. Kruis, van zijn functie was ontheven en dat de kolonel der huzaren, B. R. P. F. Hasselman, voor deze plaats was voor gedragen. Het bericht verwekte haast evenveel deining als de kabinetscrisis en tal van opperofficieren gaven er de brui aan en vroegen om ontslag. De achtergrond van dit ontslag was het verschil van mening tussen de toenmalige minister van Defensie, mr 's Jacob en generaal Kruis. De laatste propageerde het onmiddellijk op volle sterkte brengen van één parate divi sie, terwijl de minister de politieke si tuatie minder gevaarlijk oordeelde en een langzamer verlopend drie divisie plan tot uitvoering wilde brengen, Wjj geloven niet, dat men dit conflict onjuist beoordeel, als men het zo stelt, dat de generaal, die toch een dienaar is, zich te veel op de plaats van zijn opdrachtgever, de minister, zette,Overigens met de beste bedoe lingen! Inmiddels is de toestand zo, dat er in September van het volgend jaar vermoedelijk één parate divisie zal zijn van de vijf divisies die Nederland moet leveren. Maar de opbouw gaat thans in een zeer snel tempo, dank zij de enorme hoeveelheden materieel, die Nederland uit de Verenigde Staten en uit Canada heeft ontvangen en nog ontvangt. En de gevechtswaarde van onze Ne derlandse troepen is zeer hoog. Bij tal van oefeningen, ook in groot interna tionaal verband, is dat gebleken. En niet het minst ook is dat gedemon streerd door de vrijwilligers, die in Korea gevochten hebben en nog vech ten onder de vlag der Verenigde Na ties, ter verdediging van Westerse be schaving en Westerse vrijheid! Naast de militaire kracht toer werd van het Nederlandse volk nog een andere krachttoer ge vraagd: het sluitend maken van het staatsbudget en het dekken van het tekort op de betalingsbalans. Ook hier problemen, die ons allen in ons per soonlijke leven raken, ook al interes seren we ons dan misschien nauwelijks voor termen als staatsbudget en han delsbalans. Bezie slechts deze paar vragen over gebeurtenissen uit het afgelopen jaar: waarom kondigde de regering aan, dat er in het volgend jaar slechts 40.000 huizen gebouwd konden worden, terwijl 50.000 toch wel het minimum is, willen we niet onze kindskinderen ook nog in de hui- In Juni brachten H.M. Koningin Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard een bezoek aan Luxemburg en werden de banden tussen het Groothertogdom en ons land opnieuw nauw aangehaald. Op de foto zien we hoe de Koningin en de Prins, staande op het balcon van het Groothertogelijk Paleis, de menigte toewuiven die hen har telijk verwelkomde. zenellende laten zitten? Waarom zijn de kolen, die U op het ogenblik in uw kachel stookt en waarom zijn gas en electriciteit, waarop U straks Uw (duurder geworden!) eten gaat koken, in het afgelopen jaar zo in prijs ge stegen? Waarom heeft minister Mans- holt enige weken geleden gedreigd, dat hij het scheuren van grasland ver plicht zal gaan stellen en waarom is Uw carbonaatje nog altijd zo duur, terwijl Nederland voor de oorlog toch zoveel varkens had? Zie, dat zijn alle vragen, die U in Uw persoonlijke le ven raken en ze kunnen met zovele worden aangevuld over gebeurtenis sen, die U met veel belangstelling hebt gevolgd: denk slechts aan de reis van Prins Bernhard naar Zuid-Amerika. Op al die vragen geven de woorden van Dr Drees U het antwoord: het staatsbudget moet sluitend gemaakt en de betalingsbalans moet in even wicht gebracht worden. Een gedeelte van de kolen, die wij verbruiken, moet uit Amerika worden geïmporteerd en dat kost dollars. Om die hoeveel heid zo klein mogelijk te houden zijn Uw kolen duur. En omdat de kolen duur zijn, zijn gas en electriciteit duur. Omdat Nederland niet voldoende vee voer produceert moet er uit andere landen geïmporteerd worden dat kost dollars. En omdat dollars kost baar zijn, wil minister Mansholt, dat de Nederlandse boeren meer veevoe der verbouwen en daarvoor grasland scheuren. Dat zijn alle beperkingen van de uitgaven daar tegenover staat, dat Nederland vreemde valuta moet verdienen en daarom reisde onze Prins naar Zuid-Amerika, waar hij, speciaal in Argentinië, met succes Ne derlands belangen bepleitte. Huizen En met dit alles hangt ten nauwste dat nijpendste van alle problemen, het huisvestingsvraagstuk, samen. De ze laatste maanden van het jaar heb ben zich gekenmerkt door die uitdruk king: burgerzin-leningen. Iedere ge meente krijgt van het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting een zeker bouwvolume toegewezen. Om echter van die papieren toewijzingen huizen te kunnen maken is geld nodig en geen enkele gemeente had geld. Had minister Lieftinck niet gedecre teerd, dat men voor geleend geld geen hogere rente mocht betalen dan 4 Dat was onmogelijk en omdat er toch gebouwd moest worden zijn zeer vele gemeenten nu op de schooi gegaan. De een probeert bij zijn burgers geld los te krijgen, de andere doet een be roep op enkele kapitaalkrachtige in dustrieën of ondernemingen, die bin nen haar grenzen zijn gevestigd en een derde zoekt het bij rijke maat schappijen. Maar welhaast iedere ge meente betaalt meer dan 4 zo dat men deze laatste maanden van het jaar wel de tijd van de openlijke hui chelarij kan noemen. Desalniettemin kan men tevreden zijn over de bouwactiviteit van het af gelopen jaar. De officiële cijfers zijn nog niet bekend, maar ze zullen niet ver van de 55.000 af liggen. Geen slecht resultaat ook al is het dan een druppel op een gloeiende plaat! Over het dieptepunt heen? Dit geldpraatje mogen we toch niet in mineur besluiten. Minister Het bezoek van Prins Bernhard aan Zuid-Ameri ka waar hij voor ons land optrad als goodwïll-am- ba ssadeur was gekenmerkt door de grote harte lijkheid waarmede onze Prins werd ontvangen. Over al werd hij met toejuichingen en met het grootste enthousiasme be groet. Deze foto van een wande ling door de be langrijkste straat van Montevideo, de „Avenida van de 18e Juli" was een bewijs van de ongedwongen Uruguayse harte lijkheid. .ik. Lieftinck is er, zij het dan met veel kunst- en vliegwerk, in geslaagd een niet ongunstige begroting op tafel te leggen: een overschot op de gewone dienst, waarmee een niet onaanzienlijk deel van het tekort op de kapitaaldienst kan worden opge vangen. En enkele weken geleden hebben alle kranten met grote let ters het nieuws gebracht, dat de Nederlandse betalingsbalans voor het eerst actief was: we hadden ein delijk eens meer geld ontvangen, dan we hadden uitgegeven! Zodat er reden is om te geloven, dat we eindelijk over het dieptepunt heen zijn, dat al dat belastinggeld, dat we met elkaar opbrengen en dat al die hoge prijzen, die we betalen, toch niet helemaal voor niets worden ge geven. Dat we, als we op deze weg voortgaan, nog op betere tijden kun nen hopen, ook al zal er dan nog veel strijd gestreden moeten worden en zal menigeen nog met reden een hartig woordje „kankeren"! Maar de mogelijkheid tot herstel bestaat. Als we van het afgelopen jaar ge leerd hebben, dat men pas de weg naar herstel kan opgaan, als men geconstateerd heeft, welke kwalen er zijn, dan is dat jaar 1951 een buitengewoon nuttig jaar geweest; het nuttigste van na de oorlog, want voor dien heeft ons volk als geheel er bitter weinig van beseft! IT OPSTEL HEEFT en wij zijn L-/ ons dat terdege bewust nog slechts een zeer klein deel van ons rijke volksleven benaderd. Het is alles materialistisch gebleven, in termen van wapenen, geld en huizen. En zelfs daarvan hebben we nog heel wat fa cetten volkomen onaangeroerd gela ten: de Benelux hebben we niet ge noemd, de productiviteitsnota hebben we verzwegen en met geen woord heb ben we gerept over de bedrijfsorgani satie, de sociale voorzieningen, de or ganisaties van werkgevers en werkne mers en alles wat zich op dit maat schappelijk terrein beweegt. Ach, het was ons immers niet mogelijk om vol ledig te zijn: de Troonrede, die H. M. de Koningin dit jaar heeft uitgespro ken bedroeg al een halve pagina van dit blad en daarin werden de proble men nog maar aangestipt! Hoe konden wij dan op deze ene pagina meer doen dan trachten U de lijn te tonen, waar langs ons volksleven zich in het voor bije jaar heeft bewogen. En die lijn ligt geheel en al in het vlak van de fensie en economie. In dat vlak is een verschijnsel als de emigratie (waar van weer vele duizenden Nederlanders gebruik maakten) onder te brengen en in dat vlak kan men zelfs de poging plaatsen om tot vernieuwing van ons onderwijsstelsel te komen. Ook het onderwijs moet meer op het practische leven worden ingesteld en dat prac tische leven van vandaag is produce ren en exporteren! Misschien mogen we hierbij een uit zondering maken voor de energieke pogingen, die de minister van Justitie in het werk stelt om van Nederland weer een rechtsstaat te maken. Ook al zal menigeen zich de ogen hebben uitgewreven toen hij las, dat de tot 18 jaar gevangenisstraf veroordeelde ge neraal Christiansen weer op vrije voe ten was gesteld, ook al zal menigeen willen weten hoe het nu eigenlijk zit met de Velser-affaire en wie nu eigen lijk „de zelfmoord op Schallenberg" heeft gepleegd geconstateerd mag worden, dat deze minister onvervaard optreedt en niet van plan is zich door kliekjes in de hoek te laten dringen. Zijn optreden tegen de speelgelegen- heden getuigt er van! En een uitzondering ook mogen we maken voor onze Koningin, die door haar optreden in het afgelo pen jaar (men denke aan de brief aan president Truman in zake de ontheemden) niet heeft nagelaten de naam van Nederland als een goed, menslievend en vredelievend land hoog te houden. Ons ook in 1952 om tiaar troon te mogen scha ren is een voorrecht: een voorrecht dat we ons waardig kunnen maken, als we ook Haar woorden in toe passing brengen: niet dat wat ge voor Uzelf doet, maar dat wat ga doet voor Uw medemens heeft waarde! Jaarwisselingscrisis Het Is een merkwaardige coïncidentie, dat dit jaar gaat eindigen, zoals het begonnen is: met een woedende Indonesische regering, die „Irian" voor zich opeist en een aarzelende Nederlandse regering, die eigenlijk niet goed weet, of zjj nu Nieuw-Guinea met hand en tand moet verdedigen, of dat zij maar beter van haar afspraken kan afzien, terwille van andere belangen. En in dat daartussen liggende jaar heeft de Nederlandse regering getobd met de Am bonezen, die ze zelf naar Nederland heeft gehaald en die zich hier maar matig thuis voelen en heeft de Indonesische regering bewezen, dat zjj zelfs geen kans ziet orde op zaken in eigen huis te stellen. Voorwaar een merkwaardige situatie! Die Nieuw-Guinea-kwestie heeft al heel wat op haar geweten! Een jaar geleden waren juist de besprekingen tussen de beide Unie-partners over dit i omstreden gebied geëindigd: in een volledige impasse! Die besprekingen waren verplicht: bij het sluiten van de R.T.C.-accoorden was men overeen gekomen dit tere punt na een jaar nog eens te behandelen. Dat was gebeurd in December 1949. Nederland had zijn rechten op Nieuw-Guinea gehand haafd, maar uit wat over deze bespre kingen uitlekte werd duidelijk, dat men niet ongenegen was tot een soort koehandel. Die onthulling kwam door een interview, dat de fractieleider van de P. v. d. A., jhr van der Goes van Naters, aan A.N.P. en Aneta toestond. Hij vertelde, dat de P. v. d. A. zelfs met het voorstel was komen aandra gen om de souvereiniteit over dit ge bied direct aan Indonesië over te dra gen, de facto en de jure, met dien ver stande, dat NederlariS nog voor een bepaalde tijd het beheer zou krijgen. Daar gebleken was dat de Nederland se regering ook al met het plan was gekomen om gezamenlijk, in Uniever- band, het beheer te gaan voeren, achtte mr Oud het wenselijk de rege ring te verwijten, dat zij in strijd met haar toezeggingen, veranderingen in de status van Nieuw-Guinea had aan geboden zonder het Parlement daarin te kennen. Dit bracht de regering ten val en de onvoorzichtige uitlating kostte jhr van der Goes zijn functie als fractieleider. Terwijl er in P. v. d. A.-kringen heftige beroering ontstond: SOBKAB.NO bezeten van de idee Irian de brief van Ir Vos en het uittreden uit de partij van burgemeester d' Ailly. Weer uit de doofpot. De hele zaak is daarna in de doof pot gegaan tot zij aan het einde van het jaar weer nieuw leven kreeg door een even onverwachte als felle reactie van Sukarno en de zijnen op een zeer onschuldige Nederlandse grondwetswijziging, die nodig was ge worden in verband met de gewijzig de samenstelling van het Rijk. Uiter aard werd bij deze materie ook over Nieuw-Guinea gesproken als zijnde een deel van het Rijk. Sukarno verklaarde zich daarna „bezeten door de Idee Irian" en, wat erger is, in de afgelopen weken liet hij ertoe overgaan Nederlandse wa pens, bestemd voor Nederlandse sol daten op Nieuw Guinea, uit Neder landse schepen te halen, die in Priok meerden. Omdat Irian Indonesisch ge bied zou zijn en het verboden is in Indonesisch gebied wapens in te voe ren! Dit valt samen met het vooroverleg in zake het opheffen van de Unie, iets waarvoor men in Nederlandse rege ringskringen wel voelt, omdat die Unia toch niets meer is dan een wassen neus. Nu al worden Nederlandse on derdanen in Indonesië op een manier behandeld, die in een rechtsstaat niet past als bij een opheffing van da Unie de Hoge Commissaris vervangen wordt door een ambassadeur of wat dan ook, zal het er zeker niet slechter op kunnen worden. Dit alles doet den ken aan een struikrover, die een rijk heer eerst volledig heeft beroofd en hem dan tracht over te halen goede vrienden te worden! De Ambonezen. Aan het dagblad „Trouw" komt da twijfelachtige eer toe in het afgelopen jaar de grootste rel veroorzaakt ta hebben door zijn publicaties in zake de stichting „Door de eeuwen trouw", het bureau Zuid-Molukken in Den Haag en aangaande Westerling. De beschuldigingen van malversaties en dergelijke zijn door de feiten wel ge logenstraft, al kan niet ontkend wor den, dat er een wat vreemde tactiek •door de Amhonese vertegenwoordigers en hun vrienden is gevoerd! Overigens heeft deze affaire de toch rechtvaardige zaak der Ambo nezen weinig goed gedaan, waarbij nog de vele relletjes, die door en kele heethoofden zijn veroorzaakt. Weinig perspectief is er in dit alles te bespeuren: het valt te betwijfelen, of de Ambonezen zich ooit geheel in de Nederlandse samenleving zul len inpassen maar als zij dit niet kunnen, wat dan? Het is een vraag, die voor een serieuze Minuor-minis- ter minstens zo moeilijk zal zijn als de Unie en de kwestie Nieuw Gui nea ■-M

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 7