I
Militaire krachttoer en export-noodzaak beheersten ons volksleven
Eindelijk is men gaan beseffen, dat we arm zijn
en dat de kansen op herstel nog niet zijn verspeeld
»JES
HET NEDERLANDSE VOLK BRACHT OFFERS
vv
De verhouding tot Indonesië is weer
even slecht als in December 1950.
oom
If
Op een critiek ogenblik zond mr Oud
„een vermoeid kabinet" heen
egint
220
J vrienden en
Ids zegen toe-
J. A. de Pree-
Camperland.
Militaire krachttoer*
Geld en huizen*
Niet anders dan de
tnaterie
Het Ambonezenvraagstuk wordt steeds
moeilijker.
Maandag 31 Dec. 1951
ZEEUWSCH DAGBLAD
J
IIMMEL
kerjj
Istraat
G.N.
Nieuwjaar
ist door
Echtgenote
Domburg
EIJZEREN
ierij
Irsbedrijf
G.N.
winkelbedrijf
Groentje,
ast allen een
toe.
l;n v. SLUIJS
|Metselbedrjjf
G.N.
•JDERHOUD
benbank
G.N.
ZONEN
|-Loondorsers
Domburg
gelukkig '52
wagenbouw-
pdrijf, Melis-
1 vr. en rela-
Bpoedig 1952.
[ISSER
leliskerke
In en relaties
dig 1952.
IER, Melis-
pier en bak
en relaties
lig 1952.
iING, Melis-
lij en winke-
r. en relaties
dig 1952.
>1. 2563
ZEER VELEN zullen zich nog dat ogenblik her
inneren: die Woensdagmiddag, de 24e Januari
van het afgelopen jaar toen de stem van mr P. J. Oud
via de radio de huiskamers binnendrong. Mr Oud
stond toen op het spreekgestoelte in de Tweede
Kamer en hij sprak als voorzitter van de V.V.D.-
fractie. Achter de regeringstafel was vrijwel het
voltallige ministerie Dreesvan Schaik aanwezig,
inclusief de minister van Buitenlandse Zaken, mr
Stikker. Weinig gepassioneerd klonk de stem van
mr Oud, maar zijn woorden waren als mokerslagen:
„Ik kan het niet met mijn verantwoordelijkheid in
overeensteming brengen een poging, om dit kabinet
heen te zenden, achterwege te laten. Want dit ka
binet is vermoeid: het kan niet tegen de moeilijk
heden op!"
Naar onze mening zijn het deze woorden, die hun stempel gedrukt
hebben op dat achter ons liggende jaar. Het waren deze woorden, die
tot gevolg hadden, dat het kabinet heenging, omdat minister Stikker
meende zijn ontslag te moeten indienen. De motie-Oud werd weliswaar
verworpen, maar de V.V.D.-fractie stemde voor en de heef Stikker
meende, dat het in strijd zou zijn met goed parlementair gebruik, indien
hij in een kabinet zou blijven zitten, dat niet meer het vertrouwen
van zijn partijgenoten had. Een kabinetscrisis die 48 dagen duurde,
was er het gevolg van. Al die dagen was men bezig geweest een
nieuwe basis te vinden voor een kabinet. Men zocht een basis waar
mee het overgrote deel van het Nederlandse volk zich zou kunnen
verenigen. Omdat de nieuwe regering voor een welhaast gigantische
taak geplaatst zou worden» onze verplichtingen ten uitvoer brengen
binnen het kader van het Atlantisch Pact zonder het tot een totaal
faillissement te laten komen. Een gigantische taak, want op dit kabinet
zou de verplichting rusten het Nederlandse volk eindelijk voor de
harde feiten te stellen: dat het in de afgelopen jaren weinig meer had
gedaan dan pot verteren, en dat die pot nu leeg was. Dat de buikriem
welhaast twee gaatjes nauwer moest worden aangehaald! En dat zou
niet alleen gezegd moeten worden, maar dat zou ook in harde maat
regelen tot uitdrukking moeten worden gebracht. Die harde werke
lijkheid zou op ieder terrein van het leven, van het intieme gezinsleven
af tot het parlementaire leven toe, de stimulans moeten zijn van het
doen en laten. Het is naar onze mening de verdienste van mr Oud
dat hij op dat critieke moment het Nederlandse Parlement de kans
gegeven heeft zich te bezinnen-, 'ank zij die woorden is een nieuw
kabinet-Drees met groter élan het jaar ingegaan. En ook dank zij het
feit, dat het Nederlandse volk op die 24e Januari de stem van mr Oud
heeft gehoord, heeft het met groter bereidwilligheid de offers aanvaard,
die de regering het oplegde.
ELKE waren die zware offers, die zou plaats vinden met alle sociale ge-
het Nederlandse volk zich in dit
afgelopen jaar heeft moeten getroos
ten en wat was de reden daarvan?
Keren wij terug naar 's lands verga
derzalen. Daar stond, op 17 Maart, dr
W. Drees voor de Tweede Kamer, op
nieuw minister-president van een
door de katholieke fractieleider prof.
Romme gevormd kabinet en hij las
een regeringsverklaring voor, geba
seerd op een program, dat de goedkeu
ring van vier partijen had kunnen
wegdragen: de twee grootsten, K.V.P.
en P.v.d.A. en twee kleinere, de C.H.
en de V.V.D. De op twee na grootste
partij, de A.R., had geen vertegen
woordiger in de regering, hoewel daar
toe ernstige pogingen waren gedaan.
Drie hoofdpunten gaf dr Drees in zijn
verklaring aan „die de levensbelangen
van ons volk raken en ten aanzien
waarvan de koers opnieuw moet wor
den bepaald". Deze drie punten wa
ren: de vergroting van de Nederland
se bijdrage in de samenwerking der
vrije volken, ter verzekering der col
lectieve veiligheid; het sluitend maken
van het staatsbudget en het dekken
van het tekort op de Nederlandse be
talingsbalans.
NA DE JONGSTE WERELDOOR
LOG stond het voor ieder wel on
omstotelijk vast: slechts gezamenlijk
sou het mogelijk zijn een toekomstige
aanvaller het hoofd te bieden. Daar
toe was Nederland toegetreden tot het
Pact van Brussel en tot het Atlantisch
Pact. Maar.als men gezamenlijk
Iets onderneemt, moet men ook geza
menlijk de offers brengen. Het At
lantisch leger vroeg soldaten en van
Nederland vroeg men zo snel mogelijk
Vijf divisies op de been te brengen. En
de kosten daarvan had men becijferd
Op 2 milliard gulden voor een periode
Van vier jaar. Vijfhonderd millioen
gulden dat was de militair? kracht
toer, die men voor 1951 van het ver
armde en door het Indonesisch avon
tuur geheel berooide Nederland eiste.
Daar stond dr Drees. En op dat kri
tieke - ogenblik sprak hij deze wijze
woorden: „Wij mogen niet riskeren,
dat wij op het militaire gebied de ver
eiste maatregelen nemen, terwijl tege
lijkertijd een economische uitholling
mJr in ti
volgen van dien!" Een moeilijk dilem
ma, dat verklaart, waarom de staat in
het afgelopen jaar zo diep heeft in
gegrepen in het persoonlijke leven van
U en van mij.
Want dat is toch gebeurd: die rede
van dr Drees heeft er toe geleid, dat
ieder zijn werkelijke inkomen met 5
procent heeft zien dalen. In de laatste
week van Maart werd weliswaar een
algemene loonsverhoging van 5 pro
cent van kracht, maar tevoren reeds
waren de prijzen van vele eerste le
vensbehoeften met 10 procent geste
gen, daar de regering gebroken had
met het subsidie-systeem. En behalve
dat werd een investeringsverlaging
met 25 procent van kracht, een bezui
niging die men aldus moet zien: in
plaats van dat een man vier jaar met
een winterjas doet, doet hij er nu vijf
mee, om aldus geld uit te sparen. Wat
de gevolgen van deze politiek zijn ge
weest, zullen we bij andere hoofdstuk
ken in dit overzicht nog nader bezien.
Belastingverhoging.
Bezuiniging alleen was echter niet
voldoende: er moest geld komen en
dus moesten er nieuwe belastingen
worden geheven. In de zomer van het
afgelopen zomer is in de beide Kamers
toen door minister Lieftinck de grote
slag gestreden: de slag om de 500 mil
lioen gulden voor onze defensie. Over
de wenselijkheid daarvan was ieder
(de communisten uitgezonderd) het
wel eens, maar het hoe was de grote
vraag. Meer dan ooit is bij dit debat
gebleken, hoe dit land geregeerd
wordt: de P.v.d.A. stelde zich onvoor
waardelijk achter minister Lieftinck,
die, als een goed socialist, bij deze
nieuwe belastingontwerpen was uitge
gaan van de stelling, dat eigendom
toch eigenlijk diefstal is en dat dus de
z.g. „rijken" geplukt dienen te wor
den! De K.V.P. ging in grote lijnen
met de minister mee, vooral toen deze
op een voor haar zeer belangrijk punt
(de kinderbijslag) had toegegeven.
Van vrijwel ieder ander ingediend
voorstel echter maakte prof. Lieftinck
een portefeuillekwestie, daarmee de
twee grote regeringspartijen dwingend
hun stem te geven. Zodat het duide
lijk was, dat er toch slechts twee par
tijen het heft in handen hebben; twee
andere hebben dan wel zitting in het
mr P. J. OliP
zond een kabinet heen
kabinet, maar hun stem telt toch
eigenlijk niet voor vol!
Een generaal ging heen.
Even moeizaam als het vinden van
een financiële basis bleek, met even
veel moeite zocht men naar een oplos
sing van de vraag, hoe men op zo kort
mogelijke termijn een zo groot moge
lijke weerbaarheid kon verwezenlij
ken. In de eerste dagen van 1951 be
zocht generaal Eisenhower, de com
mandant van het Atlantische leger,
Nederland en enkele dagen daarna
kwam het bericht dat de chef van de
generale staf, generaal mr H. J. Kruis,
van zijn functie was ontheven en dat
de kolonel der huzaren, B. R. P. F.
Hasselman, voor deze plaats was voor
gedragen. Het bericht verwekte haast
evenveel deining als de kabinetscrisis
en tal van opperofficieren gaven er de
brui aan en vroegen om ontslag.
De achtergrond van dit ontslag was
het verschil van mening tussen de
toenmalige minister van Defensie, mr
's Jacob en generaal Kruis. De laatste
propageerde het onmiddellijk op volle
sterkte brengen van één parate divi
sie, terwijl de minister de politieke si
tuatie minder gevaarlijk oordeelde en
een langzamer verlopend drie divisie
plan tot uitvoering wilde brengen,
Wjj geloven niet, dat men dit conflict
onjuist beoordeel, als men het zo
stelt, dat de generaal, die toch een
dienaar is, zich te veel op de plaats
van zijn opdrachtgever, de minister,
zette,Overigens met de beste bedoe
lingen!
Inmiddels is de toestand zo, dat er
in September van het volgend jaar
vermoedelijk één parate divisie zal
zijn van de vijf divisies die Nederland
moet leveren. Maar de opbouw gaat
thans in een zeer snel tempo, dank zij
de enorme hoeveelheden materieel, die
Nederland uit de Verenigde Staten en
uit Canada heeft ontvangen en nog
ontvangt.
En de gevechtswaarde van onze Ne
derlandse troepen is zeer hoog. Bij tal
van oefeningen, ook in groot interna
tionaal verband, is dat gebleken. En
niet het minst ook is dat gedemon
streerd door de vrijwilligers, die in
Korea gevochten hebben en nog vech
ten onder de vlag der Verenigde Na
ties, ter verdediging van Westerse be
schaving en Westerse vrijheid!
Naast de militaire kracht
toer werd van het Nederlandse
volk nog een andere krachttoer ge
vraagd: het sluitend maken van het
staatsbudget en het dekken van het
tekort op de betalingsbalans. Ook hier
problemen, die ons allen in ons per
soonlijke leven raken, ook al interes
seren we ons dan misschien nauwelijks
voor termen als staatsbudget en han
delsbalans. Bezie slechts deze paar
vragen over gebeurtenissen uit het
afgelopen jaar: waarom kondigde de
regering aan, dat er in het volgend
jaar slechts 40.000 huizen gebouwd
konden worden, terwijl 50.000 toch
wel het minimum is, willen we niet
onze kindskinderen ook nog in de hui-
In Juni brachten H.M. Koningin Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard een bezoek aan Luxemburg en werden
de banden tussen het Groothertogdom en ons land opnieuw nauw aangehaald. Op de foto zien we hoe de
Koningin en de Prins, staande op het balcon van het Groothertogelijk Paleis, de menigte toewuiven die hen har
telijk verwelkomde.
zenellende laten zitten? Waarom zijn
de kolen, die U op het ogenblik in uw
kachel stookt en waarom zijn gas en
electriciteit, waarop U straks Uw
(duurder geworden!) eten gaat koken,
in het afgelopen jaar zo in prijs ge
stegen? Waarom heeft minister Mans-
holt enige weken geleden gedreigd,
dat hij het scheuren van grasland ver
plicht zal gaan stellen en waarom is
Uw carbonaatje nog altijd zo duur,
terwijl Nederland voor de oorlog toch
zoveel varkens had? Zie, dat zijn alle
vragen, die U in Uw persoonlijke le
ven raken en ze kunnen met zovele
worden aangevuld over gebeurtenis
sen, die U met veel belangstelling hebt
gevolgd: denk slechts aan de reis van
Prins Bernhard naar Zuid-Amerika.
Op al die vragen geven de woorden
van Dr Drees U het antwoord: het
staatsbudget moet sluitend gemaakt
en de betalingsbalans moet in even
wicht gebracht worden. Een gedeelte
van de kolen, die wij verbruiken, moet
uit Amerika worden geïmporteerd
en dat kost dollars. Om die hoeveel
heid zo klein mogelijk te houden zijn
Uw kolen duur. En omdat de kolen
duur zijn, zijn gas en electriciteit duur.
Omdat Nederland niet voldoende vee
voer produceert moet er uit andere
landen geïmporteerd worden dat
kost dollars. En omdat dollars kost
baar zijn, wil minister Mansholt, dat
de Nederlandse boeren meer veevoe
der verbouwen en daarvoor grasland
scheuren. Dat zijn alle beperkingen
van de uitgaven daar tegenover
staat, dat Nederland vreemde valuta
moet verdienen en daarom reisde onze
Prins naar Zuid-Amerika, waar hij,
speciaal in Argentinië, met succes Ne
derlands belangen bepleitte.
Huizen
En met dit alles hangt ten nauwste
dat nijpendste van alle problemen,
het huisvestingsvraagstuk, samen. De
ze laatste maanden van het jaar heb
ben zich gekenmerkt door die uitdruk
king: burgerzin-leningen. Iedere ge
meente krijgt van het ministerie van
Wederopbouw en Volkshuisvesting een
zeker bouwvolume toegewezen. Om
echter van die papieren toewijzingen
huizen te kunnen maken is geld nodig
en geen enkele gemeente had geld.
Had minister Lieftinck niet gedecre
teerd, dat men voor geleend geld geen
hogere rente mocht betalen dan 4
Dat was onmogelijk en omdat er toch
gebouwd moest worden zijn zeer vele
gemeenten nu op de schooi gegaan.
De een probeert bij zijn burgers geld
los te krijgen, de andere doet een be
roep op enkele kapitaalkrachtige in
dustrieën of ondernemingen, die bin
nen haar grenzen zijn gevestigd en
een derde zoekt het bij rijke maat
schappijen. Maar welhaast iedere ge
meente betaalt meer dan 4 zo
dat men deze laatste maanden van het
jaar wel de tijd van de openlijke hui
chelarij kan noemen.
Desalniettemin kan men tevreden
zijn over de bouwactiviteit van het af
gelopen jaar. De officiële cijfers zijn
nog niet bekend, maar ze zullen niet
ver van de 55.000 af liggen. Geen
slecht resultaat ook al is het dan
een druppel op een gloeiende plaat!
Over het dieptepunt heen?
Dit geldpraatje mogen we toch
niet in mineur besluiten. Minister
Het bezoek van
Prins Bernhard
aan Zuid-Ameri
ka waar hij voor
ons land optrad
als goodwïll-am-
ba ssadeur was
gekenmerkt door
de grote harte
lijkheid waarmede
onze Prins werd
ontvangen. Over
al werd hij met
toejuichingen en
met het grootste
enthousiasme be
groet. Deze foto
van een wande
ling door de be
langrijkste straat
van Montevideo,
de „Avenida van
de 18e Juli" was
een bewijs van
de ongedwongen
Uruguayse harte
lijkheid.
.ik.
Lieftinck is er, zij het dan met veel
kunst- en vliegwerk, in geslaagd
een niet ongunstige begroting op
tafel te leggen: een overschot op de
gewone dienst, waarmee een niet
onaanzienlijk deel van het tekort op
de kapitaaldienst kan worden opge
vangen. En enkele weken geleden
hebben alle kranten met grote let
ters het nieuws gebracht, dat de
Nederlandse betalingsbalans voor
het eerst actief was: we hadden ein
delijk eens meer geld ontvangen,
dan we hadden uitgegeven! Zodat
er reden is om te geloven, dat we
eindelijk over het dieptepunt heen
zijn, dat al dat belastinggeld, dat we
met elkaar opbrengen en dat al die
hoge prijzen, die we betalen, toch
niet helemaal voor niets worden ge
geven. Dat we, als we op deze weg
voortgaan, nog op betere tijden kun
nen hopen, ook al zal er dan nog
veel strijd gestreden moeten worden
en zal menigeen nog met reden een
hartig woordje „kankeren"! Maar
de mogelijkheid tot herstel bestaat.
Als we van het afgelopen jaar ge
leerd hebben, dat men pas de weg
naar herstel kan opgaan, als men
geconstateerd heeft, welke kwalen
er zijn, dan is dat jaar 1951 een
buitengewoon nuttig jaar geweest;
het nuttigste van na de oorlog, want
voor dien heeft ons volk als geheel
er bitter weinig van beseft!
IT OPSTEL HEEFT en wij zijn
L-/ ons dat terdege bewust nog
slechts een zeer klein deel van ons
rijke volksleven benaderd. Het is alles
materialistisch gebleven, in termen
van wapenen, geld en huizen. En zelfs
daarvan hebben we nog heel wat fa
cetten volkomen onaangeroerd gela
ten: de Benelux hebben we niet ge
noemd, de productiviteitsnota hebben
we verzwegen en met geen woord heb
ben we gerept over de bedrijfsorgani
satie, de sociale voorzieningen, de or
ganisaties van werkgevers en werkne
mers en alles wat zich op dit maat
schappelijk terrein beweegt. Ach, het
was ons immers niet mogelijk om vol
ledig te zijn: de Troonrede, die H. M.
de Koningin dit jaar heeft uitgespro
ken bedroeg al een halve pagina van
dit blad en daarin werden de proble
men nog maar aangestipt! Hoe konden
wij dan op deze ene pagina meer doen
dan trachten U de lijn te tonen, waar
langs ons volksleven zich in het voor
bije jaar heeft bewogen. En die lijn
ligt geheel en al in het vlak van de
fensie en economie. In dat vlak is een
verschijnsel als de emigratie (waar
van weer vele duizenden Nederlanders
gebruik maakten) onder te brengen
en in dat vlak kan men zelfs de poging
plaatsen om tot vernieuwing van ons
onderwijsstelsel te komen. Ook het
onderwijs moet meer op het practische
leven worden ingesteld en dat prac
tische leven van vandaag is produce
ren en exporteren!
Misschien mogen we hierbij een uit
zondering maken voor de energieke
pogingen, die de minister van Justitie
in het werk stelt om van Nederland
weer een rechtsstaat te maken. Ook
al zal menigeen zich de ogen hebben
uitgewreven toen hij las, dat de tot 18
jaar gevangenisstraf veroordeelde ge
neraal Christiansen weer op vrije voe
ten was gesteld, ook al zal menigeen
willen weten hoe het nu eigenlijk zit
met de Velser-affaire en wie nu eigen
lijk „de zelfmoord op Schallenberg"
heeft gepleegd geconstateerd mag
worden, dat deze minister onvervaard
optreedt en niet van plan is zich door
kliekjes in de hoek te laten dringen.
Zijn optreden tegen de speelgelegen-
heden getuigt er van!
En een uitzondering ook mogen
we maken voor onze Koningin, die
door haar optreden in het afgelo
pen jaar (men denke aan de brief
aan president Truman in zake de
ontheemden) niet heeft nagelaten
de naam van Nederland als een
goed, menslievend en vredelievend
land hoog te houden. Ons ook in
1952 om tiaar troon te mogen scha
ren is een voorrecht: een voorrecht
dat we ons waardig kunnen maken,
als we ook Haar woorden in toe
passing brengen: niet dat wat ge
voor Uzelf doet, maar dat wat ga
doet voor Uw medemens heeft
waarde!
Jaarwisselingscrisis
Het Is een merkwaardige coïncidentie, dat dit jaar gaat eindigen, zoals het
begonnen is: met een woedende Indonesische regering, die „Irian" voor zich
opeist en een aarzelende Nederlandse regering, die eigenlijk niet goed weet,
of zjj nu Nieuw-Guinea met hand en tand moet verdedigen, of dat zij maar
beter van haar afspraken kan afzien, terwille van andere belangen. En in dat
daartussen liggende jaar heeft de Nederlandse regering getobd met de Am
bonezen, die ze zelf naar Nederland heeft gehaald en die zich hier maar matig
thuis voelen en heeft de Indonesische regering bewezen, dat zjj zelfs geen
kans ziet orde op zaken in eigen huis te stellen. Voorwaar een merkwaardige
situatie!
Die Nieuw-Guinea-kwestie heeft al
heel wat op haar geweten! Een jaar
geleden waren juist de besprekingen
tussen de beide Unie-partners over dit i
omstreden gebied geëindigd: in een
volledige impasse! Die besprekingen
waren verplicht: bij het sluiten van
de R.T.C.-accoorden was men overeen
gekomen dit tere punt na een jaar nog
eens te behandelen. Dat was gebeurd
in December 1949. Nederland had zijn
rechten op Nieuw-Guinea gehand
haafd, maar uit wat over deze bespre
kingen uitlekte werd duidelijk, dat
men niet ongenegen was tot een soort
koehandel. Die onthulling kwam door
een interview, dat de fractieleider van
de P. v. d. A., jhr van der Goes van
Naters, aan A.N.P. en Aneta toestond.
Hij vertelde, dat de P. v. d. A. zelfs
met het voorstel was komen aandra
gen om de souvereiniteit over dit ge
bied direct aan Indonesië over te dra
gen, de facto en de jure, met dien ver
stande, dat NederlariS nog voor een
bepaalde tijd het beheer zou krijgen.
Daar gebleken was dat de Nederland
se regering ook al met het plan was
gekomen om gezamenlijk, in Uniever-
band, het beheer te gaan voeren,
achtte mr Oud het wenselijk de rege
ring te verwijten, dat zij in strijd met
haar toezeggingen, veranderingen in
de status van Nieuw-Guinea had aan
geboden zonder het Parlement daarin
te kennen. Dit bracht de regering ten
val en de onvoorzichtige uitlating
kostte jhr van der Goes zijn functie
als fractieleider. Terwijl er in P. v. d.
A.-kringen heftige beroering ontstond:
SOBKAB.NO
bezeten van de idee Irian
de brief van Ir Vos en het uittreden
uit de partij van burgemeester d' Ailly.
Weer uit de doofpot.
De hele zaak is daarna in de doof
pot gegaan tot zij aan het einde
van het jaar weer nieuw leven kreeg
door een even onverwachte als felle
reactie van Sukarno en de zijnen op
een zeer onschuldige Nederlandse
grondwetswijziging, die nodig was ge
worden in verband met de gewijzig
de samenstelling van het Rijk. Uiter
aard werd bij deze materie ook over
Nieuw-Guinea gesproken als zijnde
een deel van het Rijk.
Sukarno verklaarde zich daarna
„bezeten door de Idee Irian" en, wat
erger is, in de afgelopen weken liet
hij ertoe overgaan Nederlandse wa
pens, bestemd voor Nederlandse sol
daten op Nieuw Guinea, uit Neder
landse schepen te halen, die in Priok
meerden. Omdat Irian Indonesisch ge
bied zou zijn en het verboden is in
Indonesisch gebied wapens in te voe
ren!
Dit valt samen met het vooroverleg
in zake het opheffen van de Unie, iets
waarvoor men in Nederlandse rege
ringskringen wel voelt, omdat die Unia
toch niets meer is dan een wassen
neus. Nu al worden Nederlandse on
derdanen in Indonesië op een manier
behandeld, die in een rechtsstaat niet
past als bij een opheffing van da
Unie de Hoge Commissaris vervangen
wordt door een ambassadeur of wat
dan ook, zal het er zeker niet slechter
op kunnen worden. Dit alles doet den
ken aan een struikrover, die een rijk
heer eerst volledig heeft beroofd en
hem dan tracht over te halen goede
vrienden te worden!
De Ambonezen.
Aan het dagblad „Trouw" komt da
twijfelachtige eer toe in het afgelopen
jaar de grootste rel veroorzaakt ta
hebben door zijn publicaties in zake
de stichting „Door de eeuwen trouw",
het bureau Zuid-Molukken in Den
Haag en aangaande Westerling. De
beschuldigingen van malversaties en
dergelijke zijn door de feiten wel ge
logenstraft, al kan niet ontkend wor
den, dat er een wat vreemde tactiek
•door de Amhonese vertegenwoordigers
en hun vrienden is gevoerd!
Overigens heeft deze affaire de
toch rechtvaardige zaak der Ambo
nezen weinig goed gedaan, waarbij
nog de vele relletjes, die door en
kele heethoofden zijn veroorzaakt.
Weinig perspectief is er in dit alles
te bespeuren: het valt te betwijfelen,
of de Ambonezen zich ooit geheel
in de Nederlandse samenleving zul
len inpassen maar als zij dit niet
kunnen, wat dan? Het is een vraag,
die voor een serieuze Minuor-minis-
ter minstens zo moeilijk zal zijn als
de Unie en de kwestie Nieuw Gui
nea
■-M