Cm
Kersfpuzzl<
famiÜeUod
msmm
Vrydag 21 December 1951
'T ZEELIWSCH WEEKEND
Pagina 12
Oplossingen kunnen tot Zaterdag
11 Januari 1952 bij de Redactie van
ons blad worden ingezonden. Zet U
buitenop: „Kerstpuzzle"? J. H. SLIJPER.
KRUISWOORDPUZZLE
De omschrijvingen zijn;
Horizontaal: 1. plaats in Drente; 7.
ig een plaats in Drente; 11. regis-
r; 17. vogel; 18. insect; 20. week;
21. groente; 22. voor de middag; 24.
sarren 25. dal; 27. aanlegplaats; 28.
vod; 30. bloedhuis; 31. beroep; 32.
flink; 35. voegwoord; 36. sterk; 37.
bergplaats; 38 naschrift; 39. effect;
41. voertuig; 43. deel van het ge
zicht; 44. watering; 45. larve; 46.
voertuig; 48. plaats in Drente; 49. ri
vier in Engeland; 50. vloerbedekking;
51. kledingstuk; 53. geneesmiddel; 55.
roofdier; 56. werktuig; 58 rivier in
Spanje; 60. hoogste punt; 62. berg
plaats; 63. gedachte; 65. aan boord;
67. vogel; 69 breigaren; 71 lidwoord;
72. herkauwer; 73 landtong; 75
plaats in Overijsel; 76. vaartuig; 77.
opening; 79 kreet; 80. Europese
hoofdstad; 82. titel; 83. uitbouw; 85.
plaats in Drente; 87. noot; 88. land
in Europa; 90. deksel; 91. zeehond;
93. schuin toelopend; 95. strooptocht;
96. geluid; 98 heks; 100. hap; 102. le
gende; 103 plant; 104. takje; 106. vo
gel; 108. stamppot; 110. verbinding;
111. stift; 112. deel van het etmaal;
114. vaststellen; 116. administratie -
troepen; 117. afscheiding; 118. oor
sprong; 119. regeringsreglement; 121.
stof; 122. fantaseren; 124. grond
soort; 126. metaal; 127. Chinese
maat; 129. specerij; 130. gedrag; 132.
welwillende lezer; 133. boom; 135.
plaats in Arable; 136 plaats in Gel
derland; 138. drank; 139. verslag; 140.
stopplaats; 141 marge.
Verticaal: 1. toiletartikel; 2. li
chaamsdeel; 3. familielid; 4. noot; 5.
stop; 6. rivier in Spanje; 7. bestuur
der; 8. voorzetsel; 9. boom; 10. bij
woord; 11. vlek; 12. gezantschap; 13
openingstrap; 14. naschrift; 15. on
bepaald voornaamwoord; 16. onbe
grijpelijkheid; 19. aanlegplaats; 20.
gelegenheid; 23. instrument; 25. weg
met bomen; 26. kunstproduct; 28. In
dische draagstoel; 29. aanwijzend
voornaamwoord; 31. tocht; 33. ge
troffen; 34. dwaas; 36. deel van een
bloem; 38. kledingstuk; 40. stuk; 42.
noot; 43. onderwijs; 44. geldopname;
47. toer; 49. kleding; 50. lied; 52. ha
mer 54. roofdier; 55. eind hout; 56.
voorzetsel; 57. plaats in Zuid-Oost-
Azië; 59. positieve electrode; 61. zoog
dier; 62. peulvrucht; 63. gemeen
schappelijke weide; 64. verdikt sap;
66. geplaveid; 68. droog; 70. kleding
stuk; 71. spoedig; 74. handgemeen;
78. morsdoek; 81 vloeistof; 83. boom;
84. kledingstuk; 86. krijgsverrichting;
89. evenzo; 90. plant; 92. slede; 94.
Europees staatshoofd; 96. deel van
het hoofd; 97. gelaatsversiering; 99.
stremsel; 101. voedsel; 102. veer; 103.
overlevering; 104. kort; 105. ten
name; 107. grondsoort; 109 vlug lo
pen; 111. voetk'rvier; 112. stand; 113.
deel van Nederland; 115 schaakterm:
117. afscheiding; 118. plaats in Duits
land; 120. toespraak; 123. ontken
ning; 124. hinder; 125. kenteken; 128.
soort onderwijs; 130. bron; 131. bijbel
se vrouwennaam; 132. verheugd; 134.
bevel; 136. vogel; 137. ongenoemde;
138. telwoord.
en Zwart gaf het op. Het mat of Dame
verlies is niet te ontgaan. Probeert u
maar eens!
En hier nog een aardig kort partijtje
met voor Zwart een onaangename ver
rassing.
(Siciliaans).
Wit: Zwart
1. e2e4 c7c5
2. Pgl—f3 Pb8c6
3. d2—d4 c5Xd4
4. Pf3xd4 e7e5?
5. Pd4f5 Pg8—e7
6. Pf5d6f mat.
DE LADDERWEDSTRIJD.
Doordat de schaakrubriek een week
later is verschenen was de termijn van
inzending voor de oplossers natuurlijk
te kort geworden, dus ook n.l. een week.
Dit was geheel buiten mijn wil.
En nu de nieuwe problemen.
Probleem 25 (zie diagram 25).
Probleem 25.
bedel g h
Diagram 25. 1
Zwart aan zet wint. Mat in 5 zetten.
(4 punten).
Wit: Kg3, Df4, Tb6 en Pc5; pionnen
f3, g2 en h3.
Zwart: Kh7, Dd4, Thl en Lf5; pion
nen d5, f7, g7 en h6.
Zwart aan zet wint in 5 zetten. (4
punten).
Probleem 26.
Correspondentie uitsluitend te richten aan:
J. Joosse, Eigenhaardstraat 6, Middelburg.
Correspondentie-schaken is een
aangename bezigheid. Men leert er
de openingen goed mee en het is dus
ook leerzaam. Wanneer er in een stel
ling een combinatie, voorkomt, kan
men eerst eens probéren of het gaat,
dit kan men als de tegenpartij achter
het bord zit, niet doen, want dan is
de spelregel „aanraken" is zetten!
Hier volgt dan een partij gespeeld
per post.
Italiaanse party (GiucoPiono).
Wit: G. Zwart: F.
1. e2e4 e7—e5
2. Pgl—f3
3. Lflc4
4. c2c3
5. d2d4
6. c3xd4
7. Pblc3!
Fb8c6
Lf8c5
Pg8—f6
e5Xd4
Lc5b4r
Pf6Xe4
(Zwart besluit maar te slaan, maar
komt nu in moeilijkheden, d6 is veili
ger).
8. 0—0
(Wit trekt zich van pionverlies niets
aan en ontwikkeld snel zijn stukken).
8Pe4xc3
8. Tfl-elt
(Heel goed spel heeft ook bc3:, Lc3:,
Db3:, Lal?, Lf7t, Lg5f enz.).
9Pc6e7
(Deze zet is niet sterk, maar ook Kf8
gaf moeilijk spel).
10. Lc4xf7t Ke8Xf7
11. b2xc3 Lb4a5
(Op Lc3: volgt Db3f enz.).
12. Pf3—g5t Kf7—g8
(Op 12. Kf8 volgt Df3t enz. op 12. Ke8
volgt Df3, Tf8, Dh5f, g6, Dh7 enz,).
13. Lel—a3 d7d6
(Het zwarte paard e7 kan moeilijk weg
b.v.: Pg6, Db3f, d5, Dd5f Dd5, Te8t,
Pf8j, Tf8t mat).
14. Ddlb3f
15. Telxe7
16. Tal—el
17. Db3xb7
18. Te7xd7
d6d5
c7c6
Lc8—d7
Ta8b8
a b c d e f g
Diagram 26.
Wit geeft mat in 4 zetten. (2 punten).
Wit: Kg8, Tc4, Pf7 en La2.
Zwart: Kd5.
Wit begint en geeft mat in 4 zetten
(2 punten).
De oplossing van probleem 23 was
als volgt:
1. Td7xf7| Ph6Xf7
2. Pg5xe6f Kf8g8
3. Td8xe8t Kg8—h7
4. Pe6g5f Pf7xg5
5. Pe4xg5j Kh7h6
6. Te8Xh8 mat.
Oplossing van probleem 24:
1. Td5h5
de zwarte Dame wordt nu aangevallen
en moet tegelijkertijd pion c6 blijven
dekken, wat Zwart óók speelt, hij loopt
mat.
Oplossingen voor de ladderwedstrijd
in te zenden 10 dagen na plaatsing.
Correspondentie. In verband met de
Feestdagen zal er volgende week geen
„Zeeuwsch Weekend" verschijnen. Red.
behorende by het
ZEEUWS CH DAGBLAD
van Vrijdag 21 Dec. '51 No. 2052
Uitgave van
Oosterbaan Le Cointre N.V.
Goes
eeuuuscH
u/ee/fem
Veilig mag wel worden aangenomen dat er met
geen tekstwoord uit de Schrift zó deerlijk ge
knoeid is als met Lucas 2 vers 14.
Ieder Kerstfeest opnieuw kan men in boek en
krant, door radio en in evangelisatie-toespraak
de geestelijke acrobatiek zien gebeuren, om het
„Vrede op aarde" te kunnen verbinden met de
oorlogen op deze wereld. De Bijbel zegt immers,
dat er vrede op aarde zal zijn? Maar we zien niet
anders dan oorlog en horen niet anders dan ge
ruchten van oorlogen? En dan gaat men op zoek
naar de oplossing tussen deze beide schijnbare
tegenstrijdigheden.
Een armzalig, en kleinzielig getob van mensen,
die de Schriften niet verstaan. Alsof wat God in
Zijn hemel en in Zijn almacht decreteert, óóit
door ons, nietige aardwormen, zou zijn tegen te
werken of tegen te houden! Wanneer God zegt:
Vrede, dan is er de Vrede, door niets en door
houd. Want deze Vrede is er een van selectie.
Van uitverkiezing. Deze Vrede is er onder de
mensen van het WELBEHAGEN.
Wat is er ook met dit laatste woord vreselijk
geknoeid. Rome transponeert deze strophe in die
zin, dat er Vrede is in de mensen „die van goede
wille" zijn. Maar dat staat er niet, dat is ook in
strijd met de Schriften. Want Gods Woord zegt
ons duidelijk en klaar, dat er geen mensen van
goede wille zijn. Er zijn alléén maar mensen van
kwade wille, haters van God en de naaste. Nie
mand is goed, ook niet tot één toe, te samen zijn
zij onnut geworden, zegt Gods Woord duidelijk
en op vele plaatsen. Hoe men er dus ooit toe kon
komen nog iets goeds in het bedorven schepsel
te zoeken, is niet te verklaren dan uit het ver
dorven vlees zélf, dat zich nog tegenover God
wil handhaven in zijn eigengerechtigheid.
Maar wie bij de Bijbel leeft blijft spreken van
andere is, die een ontoegankelijk licht Bewoont,
de transcendente God, door geen schepsel ooit
te kennen.
En zo wordt de Engelenzang dan uitgehold
tot een dualistisch schema, waaruit een theologie
is opgebouwd, welke in haar consequenties even
gevaarlijk mag heten als de vrijzinnige theologie,
die in de vorige eeuw de Kerk van Christus be
dreigd heeft.
Want op deze wijze wordt de Engelenzang
juist in haar tegendeel omgezet en het Woord dus
krachteloos gemaakt.
Want we hebben juist op de velden van
Bethlehem niet met Gods transcendentie (die er
ook wel is) te doen, maar juist met Gods imma-
nentie. Want en laat ons dat niet vergeten:
aan de Engelenzang gaat de Woorddienst vooraf,
de prediking des Woords. We lezen eerst Lucas
2 de verzen 10, 11 en 12. Zó is de orde van de
II
ENGELENZANG
S3?
sas
niemand te stuiten, door geen Stalin en geen
Truman, geen dictator of Raad van volkeren.
De kwestie is, dat we moeten beginnen met te
lezen wat er staat.
We lezen vaak deze tekst zo, alsof er drie re
gels zijn in de Engelenzang en dan lezen we als
volgt:
ere zij God in de hoogste hemelen;
en vrede op aarde;
in de mensen een welbehagen.
Maar dat is in strijd met wat er staat. Want
ex zijn geen drie regels in dit hemels gedicht doch
slechts twee. Letterlijk hebben de Engelen over
Bethlehems velden het volgende gezongen:
Heerlijkheid voor God in de hoogste plaatsen,
en op aarde vrede onder mensen van welbehagen.
Dat klinkt toch wel héél anders.
In de eerste plaats is dat „Heerlijkheid" veel
juister en dieper en rijker en grootser. Ere is dat
gene wat mensen aan God verschuldigd zijn.
Maar „heerlijkheid", dat is de majesteit van God
zelf, uitstraling, openbaring, schittering van Zijn
algenoegzaam Wezen, zoals deze in de Hemel
thans is, ongehinderd, onbeperkt, door niets ver
duisterd. Deze „heerlijkheid" treedt naar buiten
voor het oog der Engelen Gods en daar zingen
zij van.
En dan is er in de tweede plaats: de Vrede op
aarde.
En ook dat lezen we vaak verkeerd. We ma
ken van de Engelenzang een gebed van het
schepsel tot God: „Och mochten wij Gode nog
eens de ere brengen en mocht er de vrede op
aarde nog eens komen!" en zo proberen we dan
onze, altijd weer destructieve praktijk des levens
toch maar bestaanbaar te maken met wat wij dan
denken, dat er in de Engelenzang gezongen is.
Maar zo is het niet. Het is een Engelenzang.
Engelen zingen hier en zij bidden niet op deze
plaats, maar zij verkondigen, zij proclameren.
Zij zeggen, dat er de Heerlijkheid Gods is in
de hoogste plaatsen. Er IS. En zij proclameren
ook het feit, dat er de VREDE IS. Het is geen
vrome wensdroom, maar het bezingen van wat
in de realiteit bestaat en bestaan zal tot in alle
eeuwigheid.
En daarom is er ook de restrictie, het voorbe-
het „Eudokia" het welbehagen Gods, uit vrije
verkiezing, uit vrije genade, volstrekt souverein.
En zo hebben het dan ook de Engelen in de
Kerstnacht gezongen.
Welnu zo goed als er de Heerlijkheid Gods is
in de hoogste plaatsen, zo goed is er ook de vrede
op de aarde in de mensen, die naar de souvereine
wil Gods daartoe zijn uitverkoren.
En 30 gaan we dit Hebreeuws gezongen ge
dicht eerst verstaan.
Hebreeuws, ja zeer zeker wat de vormgeving
betreft. Want het is poëzie in de parallelvorm,
zoals al onze psalmen in de oorspronkelijke tekst
gedicht zijn. Dat wil zeggen een herhaling van de
motieven. Lees dat b.v. maar eens na in psalm
119, in welke psalm het heel sterk spreekt. Maar
ook in de Engelenzang zien we het. Tegenover
elkaar staan God en de mensen; de Hemel
en de aarde; de Heerlijkheid en de vrede.
Zo wordt in dit loflied de verhoudingen ook
scherp gesteld. God en de mens. Hemel en aarde.
Boven en beneden.
Maar laat ons nu oojc weer niet de richting
van een zekere moderne theologie uitgaan, die
hier zeggen gaat: ziet ge wel? God en de mens,
het zijn de onverzoenlijke tegenstellingen. God,
Die boven is en de mens, die op de aarde is. Er
ligt de doodslinie tussen. God, Die de gans
Kertsnacht, zo is de orde van iedere zuivere
Woorddienst op elke Zondag dlie God ons in
Zijn genade nog geven wil. Eerst spreekt de
Engel-Woordverklaardex, En hij bedient het
Woord zuiver: „Weest niet bevreesd, want zie,
ik boodschap u grote vreugde voor het ganse
volk, dat heden u geboren is de Heiland, dat is:
Christus de Heer, in de stad van David. En dit
zij u een teken: gij zult een kindeke in windselen
vinden liggen in de kribbeDeze Woord
dienst breekt de doodslinie tussen God en mens
volkomen in stukken. De transcendente God vaart
immanent in de mensheid in en het wordt nu voor
alle eeuwigheid: „Immanuël, God met ons!" Hij
neemt de Engelen niet aan, zeggen de Enge
len hier zelf, maar Hij neemt het zaad Abra-.
hams aan. En dit doodgewone proza is méér dan
de poëzie, die daarna komen zaL Want zonder dit
eerste wordt het tweede nooit verstaan. Dit ge
wone proza gaat Kerkvergaderend werk doen,
het wordt het zuurdeeg, dat het geheel zal door-
zuren, dat een Kerk op aarde schept, naar het
welbehagen Gods, in Zijn souvereine uitverkies
zing en dan zal die Kerk ook tot het zingen van
de poëzie komen en het zal de Engelenzang over
nemen op mensenlippen. Want die Engelen op
Bethlehems velden zijn maar „voor"-zangers.
Eigenlijk ook dat nog niet eens. God gaf hun tij
delijk een mensenstem, om ons te leren zingen,
wij die het zingen van de lof van God zo schro
melijk verleerd hadden. En wanneer wij gaan
stamelen van de Heerlijkheid Gods in de hoogste
plaatsen en, zij het met tranen in de ogen, gaan
stotteren van de vrede op aarde in de mensen van
het welbehagen Gods, dan komt er een glimlach
op het gelaat dier Engelen, en komt er grote
blijdschap over hen, omdat er een zondaar was
die zich bekeerde.
En wanneer op Zondag in de vergadering der
gelovigen de lof van God, die harten bekeert, ge
zongen wordt, is daar rijker glorie, groter heer
lijkheid, machtiger wonder dan er in die Kerst
nacht, schoner dan de dagen, ooit geweest kan
zijn. Want Engelen, die Gods Heerlijkheid be
zingen, dat is veel, maar een mensentong. Hem
verheerlijkend, dat is méér, dat is alles, dat is
Scheppingsdoel, vervulling van het eeuwig Heil-
plan Gods.