ff -bed is ook voor ideaal!
Wpi-i pij p een stad van sprookjesachtige
V wl I wil w bekoring in de Adriatische zee
Instelling van een jachtraad
aanbevolen
V*IL herdacht Groen van Prinsterer
Waarover Churchill en Eden
vermoedelijk gaan praten
VAART DER STILTE
[TEN
waar cultuur en romantiek door de eeuwen heen bewaard bleven
Italië verzoekt herziening
vredesverdrag
Verhoging
Ziekenfondspremie
Pagina 2
Maandag 10 December 1951
portemonnaic
zijn onderstaande
egeven:
ceintuurs, heren-
jmet bloemmotief,
viel, enkele vul-
sjes, wollen das,
tie's, enkele bank-
diverse ballpoint-
kele riemen, rode
<elen dames-pols-
knipbeurs, ver
en gezangen
en handschoenen.
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
die grap uit
gaan?"
.het Turkj*
npelde hij.
greep vader
iween weer
?A IN
IEN.
ling aan
en hebben
Sij 150.000
Velke naar
estemd wa-
„Champolli-
gt sehip was
,en zou
xandrië
Red aan-
geregis-
Eanse re
den uit
eerst op-
Bver de
Jijk land*
neel nog
ghe lan-
Parijs
3e Franse
gekregen
gerzoeken
Egypt*
een offi-
Egyptt»
ad.
jeeft Vrijdag
|n de mi-
Segers.
in België
lister aan
gd stelsel
Sr de uit
laai en S25
gen in het
iet stelsel
11e Bel-
Ivenals de
penties wer-
met 819 en
fcssing zal het
gsten, die te-
zone van
Jie van een
can beide
ontvangen.
Jgings- en
jeling,
Jhting van de
ninister van
|zondheid ge-
gedrongen
San rente-
£ven voor de
pnsumptiebe-
jfeschied met
fkenden. Hoe-
slechts een
eist naar de
sbestuur een
de in Maart
iet betrek-
de sociale
bk een com-
erstrekt aan
l'erbruggings-
|andsregeling
Ver volgens
Eeid beslist),
gie uitkering
Jde noodwet
langdurige
ongevallen-
iderkleding.
an het Ame-
bnd, dat een
fan plastic is
Ivocht tegen-
Jeratuur kan
ling te water
de koude te
|n het water
een bewe-
Iven met de
len genomen
atiën
KT EN.
hn Goes maken
a.s. Kerstfeest
hrkt in de Ge
lden op Maan-
■December 1951.
Rode kool 11.
looi 18; Witte
1 12; Koolrapen
Knolselderij 10;
Ipels en Peren:
Lucas 20; Gie-
1 10—32Ponds-
Itte 5-22; Ster-
Iger Kroon 9—
ligaard 43; Ali-
stuks.
(Van één onzer redacteuren.)
Over de wereldberoemde Ponte della Liberta, die, dwars door de
golven van de Adriatische Zee, Venetië met de Oostelijke oever van
het Italiaanse vasteland verbindt, denderen onophoudelijk lange, volle
treinen af en aan. Op de autostrada rijden lichtgekleurde trolley's, die
temidden van een intens beweeg van auto's, motoren en fietsen van
allerlei nationaliteit, drukke tien minuten-diensten onderhouden met
Mestre-Venezia, het oude vriendelijke stadje aan de grillige kuststrook.
Over deze ongeveer acht kilometer lange pier is het, dat jaarlijks een
ontelbaar aantal mensen voor een ogenblik de vlucht neemt van de
stoffige velden en de brandende wegen van het „binnenland" naar
Venetië, waar een luchtig zeewindje breekt tegen majestueuze paleizen
en bouwvallige torens.
Venetië... de kostbare wonderstad, tussen wier muren heden en
verleden elkander ontmoeten; de stad, op wier prachtige pleinen de
geheimen ruisen van een eeuwenoude historie en op wier wateren
de meest schone vormen van romantiek trouw zijn bewaard gebleven.
Venetië... aanschouwd en bewonderd door velen, in kostbare her
innering bij hen, voor wie dagenlange wandelingen niet voldoende
waren om moe te worden van de sprookjesachtige bekoring, die uit
gaat van dit onvergetelijke plekje Italiaanse grond.
Vijf volle dagen ben Ik In Venetië
geweest en van 's morgens vroeg tot
dikwijls diep ln de nacht heb ik ge
dwaald door een onbegrijpelijk warnet
van smalle straatjes en donkere steeg
jes, heb ik honderden stenen trapbrug
getjes over evenveel „waterstraatjes'
beklommen, heb ik geboeid staan kijken
naar het druk beweeg der gondels of
heb ik verrukt mijn hoofd tot luisteren
opgeheven naar het lied van een gon.
delier in de verte.
Hoewel de meeste plattegronden van
Venetië tot ln de puntjes zijn verzorgd
(ln tegenstelling overigens met vele an
dere Italiaanse kaarten), ls het nergens
gemakkelijker verdwalen dan ln deze
stad. Het is mg dan ook telkens weer,
wanneer lk mij „huiswaarts" wilde spoe
den, overkomen, dat lk de weg naar
het station volkomen bijster was. De
Venetlanen zijn echter gewend de
vreemdelingen in hun stad wegwijs te
maken; zij c'oen dit met plezier en veel
omhaal van woorden, ook al ls het twee
uur ln de nacht
Niettemin heb lk mij telkens, wan
neer lk weer met de trolley naar Mes-
tre-Venezia terug ging (een hotelkamer
ln Venetië ls niet alleen moeilijk te krij
gen, maar ook erg duur), opnieuw afge
vraagd, hoe lk weer uit het enorme spin-
neweb ben te voorschijn gekomen!
EEN WANDELING DOOR
VENETIë.
Direct al bij aankomst voor het
station San Lucia heeft men een
prachtig gezicht op het Canale Gran
de, waarop honderden bootjes en gon
dels rustig deinen op de golfslag van
de grote lijnboten.
Geboeid staart de tourist naar dit
prachtige schouwspeltot zijn oog
getrokken wordt door de zonnige
boulevard aan de overzijde van het
Canale Grande, waarachter de eigen
lijke stad Venetië is gelegen.
En meteen komt er in hem een
onbeschrijflijk verlangen op, de zon
te verlaten en onder te duiken in de
geheimzinnige donkerte van de stad.
De Ponte dl Scalzl, de grote stenen
trapbrug die links van het station de
oevers van het Canale Grande verbindt,
biedt daartoe de gelegenheid: recht te
genover deze brug geeft een zeer smal
straatje toegang tot Venetlë's beroem
de stadsgedeelte Marin. Hij, die voor
het eerst ln Venetië komt, wordt hier
meteen getroffen door een echt Veneti-
aanse sfeer. In Marln ziet hij de meest
romantische tafereeltjes. En wanneer hij
eenmaal vanaf een der vele bruggetjes
zijn blik geworpen heeft over een aan
trekkelijk „waterstraatje", dan komt
hij niet meer los van de geweldige be
koring, die hiervan uitgaat.
Gondels drijven af en aan, op kun
stige wijze voortbewogen door de gon
delier, die zyn toeristen, zijn groenten
of zijn druiven vervoert. De straatjes
staan vol met kramen, waarachter de
schreeuwende mannen en vrouwen hun
waren ten verkoop bieden. Men „strui
kelt" over bruinogige zwartharige kin
dertjes, die met blote btbsjes spelen in
de schaduw van een bouwvallige hui
zenrij. lilt een klein geopend raam
klinkt een chanson door de aether, zo nu
en dan het geschreeuw en geroezemoes
in de straatjes overstemmend.
Marin! Hier gonst het meest schrille
leven van Venetië!
Treffend is een wandeling door Marin
vla San Rocco en San Polo naar de
wereldberoemde Ponte dl Rialto, een
grote stenen trapbrug over het Canale
Grande, waarvan de leuningen bestaan
uit kleine gezellige winkeltjes! Op het
Piazza San Marco (Sint Marcusplein)
na. is dit het meest drukke punt van
heel de stad.
De mooiste wandeling was echter
die van de Ponte di Rialto naar het
Piazza San Marco, kortweg San Marco
genaamd, wellicht het meest bekoorlijke
plein ter wereld!
„Chiuso!" De „parrucchieri per
signori" (herenkapper) scheert van
daag niet! Hij heeft de afgelopen
dagen goed verdiend en daarom be
vindt hij zich met vrouw en kinderen
aan het zonnige strand in Lido Ve-
nezia. Wanneer hij terug komt? Is
moeilijk te zeggen. Doorgaans komt
de „parrucchieri per signori" pas te
rug, als zijn lires op zijn. Dan smijt
hij het bordje met het toverwoord
„chiuso" in een hoek en de toeristen
met lange haren of een kriebelende
baard kunnen weer bij hem terecht!
steund. Ronde koepels en tientallen
kleine torentjes, prachtig beeldhouw
werk, mooie schilderingen en smeed
werk, alles met goud overtrokken, zijn
open ln de kerk aangebracht. Een be
schrijving van dit bewonderenswaardige
staaltje van architectuur uit de oude
tijd ls niet te geven.
Een ander zeer bekend gebouw op
San Marco is het Dogenpalets, dat naast
de San Marco-kerk staat. Dit palels
werd vermoedelijk (zekerheid bestaat
hierover niet) gebouwd in het jaar 813
door Agnello Parteclpazlo. Het schone
gebouw werd eens door brand verwoest,
maar later weer opgetrokken.
Aan de andere kant van de San
Marco-kerk bevindt zich de beroemde
klokkentoren van Venetië, die vooral
bekendheid geniet door de twee ijzeren
mannen, die elk uur de tijd aangeven,
door met zware hamers op een klok te
slaan.
San Marco ligt aan de uitmonding
van het Canala Grande, om precies te
zijn aan het Canale di San Marco. Sta
tig staan de Marcus-zullen aan de wa
terkant, gelijk bewakers, die een zeer
kostbaar goed te beschermen hebben.
Op dit San Marco heb ik uren ge
zeten, stil verrukt als een kind, luis
terende naar de romantische muziek,
naar de gouden stem van Tinl Rossi,
dwars door het geroezemoes van dui
zenden stemmen ln tientallen talen.
Dikwijls heb ik mjj, na lange interes
sante wandelingen door de stad, neer
gezet op één der bankjes langs het Ca.
nale di San Marco, waarover de mtlli-
oenen lichtpuntjes twinkelden ln de
nacht en heb ik geluisterd naar het lied
van een gondelier.
Men werd het niet eens over
de Uitgeester klok.
Over het lot van de ruim 3 eeuwen
oude Hemony-klok van de Ned.
Herv. Kerk in Uitgeest, die door
de New Yorkse Alfred University
wordt begeerd als basisklok voor
een carillon in de toren van het
universiteitsgebouw, is nog geen
beslissing gevallen. Ruim 90 lid
maten van de gemeente van ds mr
G. D. Boerlage zijn Vrijdagavond in
de kerk bijeen geweest om hun
oordeel te geven over de verkoop
van de klok, waarvoor twee nieu
we klokken en een bedrag van
f 10.000 worden geboden. Gebleken
is, dat een groot deel der gemeen
te er fel tegen is.
De kerkelijke autoriteiten hebben
ds Boerlage echter het advies ge
geven: „verkopen". De kerkeraad
staat nu voor de moeilijke keuze:
een onvervangbaar cultuurgoed
aan het buitenland afstaan of de
klok houden en daarmee de moge
lijkheid van de bouw van een ver
enigingshuis prijsgeven. De uit
eindelijke beslissing zal waar
schijnlijk volgende week vallen,
waarbij uiteraard het standpunt
van Monumentenzorg een belang
rijk gewicht in de schaal legt.
Ontwerp voor een nieuwe jachtwet
Strafmaat voor stropen etc, verhoogd
De commissie tot herziening van de jachtwet 1923, welke in 1948 door de
minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening is Ingesteld, heeft thans
een rapport uitgebracht, behelzende een concept-wetsontwerp, waarin de jacht-
wetgeving aan de veranderde omstandigheden wordt aangepast met het oogmerk
de bescherming van een zekere wildstand met Inachtneming van de landbouw
belangen mogeiyk te maken.
In de memorie van toelichting geeft zal bjj de uitvoering daarvan een grote
de commissie te kennen, dat het waken
voor de belangen van de landbouw één
van haar belangrijkste oogmerken is
geweest. De geldende wet heeft terzake
aan de grondgebruiker zekere bevoegd
heden gegeven en de overheid de macht
verleend in te grijpen, waar zulks nood
zakelijk mocht blijken. De commissie
heeft gemeend verder te moeten gaan
dan de jachtwet 1923, o.a. door het leg
gen van een deugdelijke grondslag voor
de vergoeding van schade, door de wild
stand aan landbouwgewassen toege
bracht. Daarnaast zal verarming van de
natuur moeten worden tegengegaan,
ook wat het wild betreft.
Indien dit ontwerp tot wet mocht
worden verheven, aldus de commissie,
„Tegen de Revolutie het Evangelie"
„Zijn tijd vooruit" aldus Prof, Donner;
„Minder leider dan leidsman" - Prof, Goslinga
un Marco met de St. Marcuskerk en het Dogenpaleis.
RIJKDOM EN ARMOEDE.
Men komt door een aaneenschakeling
van hel verlichte winkelstraatjes, waar
in uitstekend verzorgde étalages met
de fijnste Italiaanse gerechten en dran
ken, de sappigste vruchten en kleren
naar de laatste mode k la Paris, een
geweldige rijkdom ademen. Evenals ln
alle wereldsteden het geval ls, heerst
er naast rijkdom ook armoede en dit
komt wel op bijzonder krasse en onver
wachte wijze tot uitdrukking in Vene
tië.
Marin: arm. San Rocco: arm. San
Polo: arm. En plotseling staat men
voor de Ponte di Rialto: rijkdom. Deze
rijkdom blijft tot aan San Marco. Het
stadsgedeelte, dat ligt tussen de twee
Venetlaanse centra Ponte dl Rialto en
San Marco, profiteert het meest van de
mlllloenen lires, die de toeristen naar
Venetië brengen.
Toch is ook hier de Venetiaan Itali
aan. Dat wil zeggen: onbezorgd voor
de dag van morgen en werken, ais er
wat verdiend moet worden.
Zelfs de winkeliers van San Marco,
die dagelijks duizenden lires kunnen
verdienen, maken op de doorsnee Itali
aan geen enkele uitzondering. Ook voor
hen is het woordje „chiuso" een tover
woord en als zij genoeg verdiend heb
ben, om weer een paar weken „vooruit"
t® kunnen, vissen zij een bord met het
woord „chiuso" op en sluiten hun win
kel. „Gesloten! Gesloten!" Zelfs op San
Dit eenvoudige voorbeeld maakt duf
delrjk, hoe de doorsnee Italiaan leeft en
het ls al gezegd de zakenmensen
van Ponte dl Rialto tot San Marco ma
ken hierop veelal geen uitzondering.
SAN MARCO: OM NOOIT
TE VERGETEN,
Het was tien uur ln de avond, toen
lk opdook uit een stil, donker steegje
en plotseling, geheel onverwacht, voor
het eerst van mijn leven op San Marco
stond. Nog nooit was ik zó verrast
Van San Marco had lk hoge verwach
tingen, maar zy werden tienvoudig ge
slagen. Ik meen me nog te herinneren,
dat lk een kreet van bewondering heb
geslaakt bij het zien van zoveel schoon
heid, zoveel vormen van cultuur en zo
veel romantiek, gedompeld ln een zee
van licht en overgoten door de klanken
van 's werelds orkesten.
San Marco! Een machtig groot plein,
gevormd voor de wereldberoemde Sint
Marcuskerk (waarnaar het plein werd
genoemd), monumentale gebouwen en
palelzen, omgeven door lange brede pi-
laargalerijen, waaronder uitstekend ver
zorgde, helder verlichte winkels de
duurste artikelen étaleren.
Ik bleef als vastgenageld staan. Hier
was het, alsof eeuwen van kunst, cul
tuur, romantiek en geluk opeengestapeld
voor het grijpen lagen.
Ik heb mjj laten vallen op een der wei
nige onbezette terrasstoeltjes en onder
het genot van een glas koele „aranci-
ata" (soort sinaasappelsap) heb lk mjj
enigszins vertrouwd gemaakt met de
Indrukwekkende sfeer van San Marco.
Ik Het mijn ogen dwalen langs de prach
tige San Marcokerk, een buitengewoon
fraai -bouwwerk.
Ruim 40Ö0 vierkante meter verguld
metaal is over de mozaïekwanden ge
trokken, die door 800 zuilen van het
kostbaarste marmer worden onder-
Naar San Marco ben ik vele
malen teruggekeerd, omdat ik door
dit plein werd getrokken, steeds
weer. De laatste avond verliet ik
San Marco om half drie in de
nacht, niet wetende, dat ik de vol
gende dag met opzet de trein zou
missen, om nog één keer San Marco
te zien..1
(Van onze speciale verslaggever).
Talloze malen is in het jaar 1951
herdacht, dat mr G. Groen van
Prinsterer anderhalve eeuw geleden
werd geboren en 75 jaar geleden
stierf. Thans heeft ook de Vrije Uni
versiteit in een publieke zitting van
haar Senaat de staatsman herdacht
De plechtigheid werd o.m. bijgewoond
door dr J. Schouten en de Leidse
hoogleraar dr L. W. G. Scholten.
Prof dr D. Th. Vollenhoven, rector-
magnificus van de V.U., meende in
zijn openingswoord, dat de Universi
teit alle reden heeft Groens nagedach
tenis te eren. Immers is Groen de
calvinistische staatsman bij uit
nemendheid. Zijn beginselen zijn ook
de principes waarop de Vrije Univer
siteit is gesticht.
Zijn tijd vooruit!
„Menselijkerwijs gesproken zou deze
Universiteit niet in 1880 zijn gesticht,
wanneer Groen niet had geleefd!"
verklaarde prof. mr A. M. Donner, die
de eerste spreker bij deze herden
king was.
Prof. Donner, die als jurist het
woord voerde, bleek de mening te
zijn toegedaan, dat Groen zijn tijd
vooruit was, al heeft men hem dan
conservatief genoemd. Al zei Thor
becke van Groen, dat hij steeds bui
ten de orde was, in werkelijkheid
begreep Groen het parlementaire stel
sel beter dan zijn tijdgenoten. De
ontwikkeling van het partijwezen is
voor een belangrijk deel aan hem te
danken.
Groens betekenis als criticus van
de liberale opvattingen In zijn tijd
zou groter zijn geweest wanneer hij
het bij de critiek alleen gelaten had.
In dat geval zou hij ook vrij wat
Van bepaalde, nlet-officiële, zjjde
wordt te Parys vernomen dat Churchill
en Eden met hnn Franse collega's
Fleven en Schaman, ln elk geval de
volgende punten zullen bespreken:
1) De Amerikaanse hulpverlening.
Mien wil komen tot een zodanige ge
dragslijn, dat Engeland en Frankrijk bij
het ontvangen van Amerikaanse hulp
niet als concurrenten tegenover Was
hington zullen staan.
2) Het Midden-Oosten en het hand
haven van een gemeenschappelijk Brits-
Frans front in dit gebied. Frankrijk en
Engeland zouden gaarne zien, dat ook
de V.S. zouden besluiten deel te nemen
aan de verdediging der Westerse be
langen in dit gedeelte van de wereld.
3) De houding van Groot-Brlttannië
t.a.v. het streven naar Europese een
heid. Tot haar eenvoudigste vorm te
ruggebracht is de Britse positie aldus:
Groot-Brittannië staat welwillend te
genover de plannen van Schuman en
Pleven voor het onder een gemeen
schappelijk beheer stellen der Europese
steenkool- en staalindustrie en het tot
stand brengen van een Europees leger.
Naarmate deze plannen het stadium
der verwerkelijking bereiken, zal de
Britse samenwerking groter worden.
Men acht het te Parijs niet uitgesloten
dat Engeland toch zal besluiten in de
één of andere vorm mede te werken aan
de tenuitvoerlegging van de Franse
ontwerpen, wanneer deze zijn gereali
seerd.
4) Da betrekkingen met de Sowjet-
Unle. Churchill's denkbeelden op dit
punt zijn bekend. Eden is van mening
dat bij besprekingen met de Sowjet-
Unie eerst de het meest voor de hand
liggende problemen, die het gemakke
lijkst zijn op te lossen, moeten worden
behandeld. Hierdoor zou een sfeer wor
den geschapen, die bevorderlijk is voor
het aansnijden en eventueel oplossen
van de moeilijker vraagstukken.
meer waardering hebben gevonden.
Hij zou dan stellig toch wel tot de
grote mannen zijn gerekend, maar wij
zouden hem niet hebben herdacht,
aldus prof. Donner. Want Groens be
tekenis voor ons ligt in het getuigenis,
dat hij op zijn critiek liet volgen.
Groen zei niet alleen „Tegen de
revolutie", maar hij ging verder
„Tegen de revolutie het Evangelie'
Zijn adviezen waren getuigenissen en
daarvan wilden de liberalen niet we
ten. Voor ons is zijn persoonlijkheid
er te dierbaarder om.
Als Evangeliebelijder verwierf hij
invloed op de consciëntie van het
christenvolk. Hij bracht het tot be
zinning en samenbinding en nog hul
digen wij zijn paradoxale uitspraak,
die zo in strijd schijnt te wezen met
de leus „Eendracht maakt macht",
namelijk Groens adagium „ln ons iso
lement ligt onze krachtt".
Leidinggevende persoonlijkheid.
Prof. dr A. Goslinga herdacht
Groen van Prinsterer als historicus.
Deze spreker typeerde Groen als een
leidinggevende persoonlijkheid. Groen
was echter minder leider in die zin,
dat hij ook als zodanig werd erkend,
dan dat hij zich geroepen achtte een
leidsman te zijn. Hij was niet in staat
het volk te electriceren. Ook ver
mocht hij niet populair te schrijven.
Groen had een tussenlaag van
medewerkers nodig en die ontbrak.
Da Costa, Van der Brugghen, Hel
dring, Elout van Soeterwoude lieten
hem op beslissende momenten vaak
alleen staan. Stellig lag dit ook wel
aan Groen zelf. Hij kon lastig wezen.
Maar in elk geval voelde hij zich
eenzaam. Wel trok hij, evenals Bil
derdijk, jonge mensen aan, doch
dezen volgden hem niet in de poli
tiek, of zij stierven op jeugdige leef
tijd.
Smartelijke jaren maakte Groen
aan het eind van zijn leven door, toen
hij zich een vreemdeling in eigen
vaderland voelde. Daar hem een goe
de partij-organisatie en een orgaan
ontbrak, kreeg zijn leiderschap meer
het aanzien van lijderschap. Tenslotte
werd een zekere moedeloosheid zijn
deel. Dit alles neemt niet weg, dat
hij bleef strijden en de ideeën bleef
voorstaan, die hij rusteloos had ge
predikt. De gedachten van Groen heb
ben 75 jaar ra zijn dood hun waarde
gehouden. Laat ons als zijn geestes
kinderen daarop letten en er onze
houding naar bepalen, zei prof.
Goslinga.
(Ingez. mededeling, advert.)
svmRurr tre
De Duitse bondsraad heeft de bonds
regering verzocht over te gaan tot op
heffing van de douanerechten op vee
en vlees. Men verwachtte moeilijkheden
in verband met de enorm gestegen be
hoefte.
(Ipgez. mededeling, adv.)
Lekker wdrrfi en volkomen geruisloze vering.
ifr'z
Vraat dê originele flacon Alr-Wick f 2.40
ONS FEUILLETON.
De man lachte om die vraag. „Gaat
het soms niet over de dochter van onze
burgemeester?" vroeg hij.
Karei knikte. „Ja aan haar was die
brief gericht", gaf hg toe.
De hotelhouder legde zijn vlezige hand
op Kareis schouder. „Je moet niet den
ken dat je zo'n kind de stoep van de
burgemeester opkrygt", zei hij.
„Dat durven die apen niet. Bovendien
zijn ze veel te nieuwsgierig om te weten
wat in zo'n brief staat". Hij wees naar
buiten. „Kijk, nu weet het hele dorp er
van. Je kan beter weggaan, want juf
frouw Marianne zal nu niet meer ko
en".
Karei dacht daar over na. Om het
belachelijke van deze geschiedenis voel
de hij zich telkens opnieuw kleuren.
Kleuren uit schaamte, wist hij dat te
zijn. Maar weggaan? Weer opnieuw de
onzekerheid van wachten op Iets, dat
misschien nooit meer kwam Nee, daar
voelde hfj toch ook niet voor. Marianne
zou nu toch horen, dat hij hier was.
„Wat moet U hebben, als U dat brief
je voor me wegbrengt?" vroeg hij za-
kelyk.
„Ooh, mynheer, lk wou je wijzer heb
ben. Je maakt de zaak kapot zo". Hij
knipoogde. „Ik heb jullie wel zien wan
delen een paar maanden terug. Eten
mooi stel, heb lk gedacht. Jonge ja, een
mooi stel en een goede party, dat ver
zeker lk je. Maar vandaag moet je niet
verder gaan. Je verknoeit de boel, ge
loof me".
Tegen dat betoog had Karei niets ln
te brengen. Hg ook voelde hoe zyn kan
sen klein waren. Hy wilde een beslis
sing forceren. Daarom hield hy vol: ,,'t
Is misschien beter dat lk haar spreek,
voordat het praatje het dorp rond ls.
Zeg het maar, wat U ervoor hebben
moet".
„Een ogenblik, mijnheer", zei de ho
even inpeperen, die grappen".
Dankbaar en opgelucht, nam Karei
het verfomfaaide briefje van hem over.
„Ik zal een nieuwe schrijven", besloot
hy en hg nam zleh voor om dan maai
te zwygen over de watermolen en een
andere plaats van ontmoeting af te
spreken. Haastig schreef hy. Nu hy
weinig meer te verliezen, maar alles te
winnen had, keerde zyn zelfvertrouwen
vlug terug. Uit zyn brief bleek dat. Ook
uit zyn verzoek aan de hotelhouder was
dit te merken. Hy vroeg niet meer, hy
GO VERBURG
20.
telhouder plotseling. Vlugger dan Ka-
rel verwacht had dat hy lopen kon,
rende hy de deur uit. „Hier dat ding,
zeg lk je", schreeuwde hy. Een Jongen
bleef aarzelend staan, treuzelde dan na
der. In zyn hand hield hy het openge
vouwen briefje van Karei. Hy legde het
ln de hand van de hotelhouder, dook
dan rap weg voor de dikke hand die
hem wilde slaan en vluchtte terug naar
de anderen, ,,'t Komt vanavond wel
goed, denk erom"; dreigde de man.
Voldaan kwam hy weer binnen. „Toe
vallig mijn zoon", zei hy. „Zal lk hem
gaf opdracht.
De man merkte die verandering op.
Hg hield zgn advies verder voor zich.
Gewillig, hoewel hoofdschuddend wan
delde hy weg. De jongens hadden zich
verspreid. Het nieuwtje zou nu zijn ron
de doen door het dorp, maar onmerk
baar voor de buitenwacht.
Het kwartier wachten scheen einde
loos, Karei kreeg het er warm en be
nauwd van. Hy verlangde naar Iets te
drinken: een kop thee, liever nog een
glas limonade, maar er was niemand om
te helpen,
Nog onverwachts, want van een an
dere kant gekomen, dan waarheen hy
was weggegaan keerde de hotelhouder te
rug. Triomfantelijk droeg lüj een briex
ln zgn hand. ,,'t Is een vreemd beroep",
glunderde hg, „maar onaardig, nee dat
is het toch niet. Hier, lk denk dat lk
het ln orde gemaakt heb voor je".
Met de brief vluchtte Karei weg. Een
paar woorden maar stonden er ln. Een
telegram leek het: „Heb weinig tya,
maar kom op voorgestelde plaats en
uur". Verder niets: geen groet en geen
naam, simpel haar paraaf.
't Was bijna meer dan Karei had dur
ven verwachten. Hij had geen geduld
meer om te wachten nu. Over de verla
ten dorpsstraat kuierde hij alvast naar
de bossen. Achter de gordijnen zag hij
hier en daar iets bewegen en hij wist
zich bespied om het verhaal dat rond.
ging: een mynheer heeft een briefje aan
Marianne van de burgemeester geschre
ven. Hij wilde haar naar de watermolen
laten komen.
Alsof dat alles hem niet aanging liep
hy door. Wel maakte hg een omweg, op
dat niemand raden kon, dat de afspraak
toch doorging, ondanks alles.
Eten half uur voordat Marianne ko
men zou, zat hy al op een pulnbrok van
de ruïne. Toen wandelde hij weer, om
even later weer te zitten. Rusteloos,
voortdurend piekerend over wat hy zeg
gen en haar vragen zou, wachtte hy.
(Wordt vervolgd).
mate van deskundigheid van de over
heid worden verlangd. Met het oog
hierop voorziet het ontwerp in de in
stelling van een adviserend college, de
jachtraad, hetwelk, waar het nodig is,
de overheid van deskundige voorlichting
kan dienen. In dit college dienen be
halve de belangen van de jacht en van
de landbouw ook die der natuurbe
scherming vertegenwoordigd te zyn.
UITBREIDING WILDLIJST.
De commissie stelt voor wijziging te
brengen in de opsomming van de dier
soorten, die tot het „wild" worden ge
rekend.
Krachtens het ontwerp zyn o.a. de
fazanten en de otters thans in de wet
gebracht onder het niet-schadelijk klein
wild.
Voor het „waterwild" bepleit de com
missie overbrenging van de zwanen
naar de vogelwet. Hetzelfde wordt
voorgesteld voor de kemphaan, de wulp,
de scholekster, de grutto, de tureluur
en het waterhoentje.
Onder „schadelijk wild" acht de com
missie de eekhoorn, de houtduif, de
zwarte en de bonte kraai, de Vlaamse
gaai en de ekster te moeten rekenen.
De commissie acht het ongewenst,
dat het genot van de jacht ook wordt
toegekend aan degene, die een ander
persoonlijk recht tot gebruik van de
grond geeft. Mede daarom is thans ale
enig persoonlijk gerechtigde, welke ia
beginsel aanspraak op het genot van d®
jacht kan maken, de pachter van de
grond genoemd. Evenwel wordt tot ui
ting gebracht, dat de erfpachter, d®
vruchtgebruiker en/of de eigenaar zich
ook een gedeelte van het genot van de
jacht kunnen voorbehouden.
De aanvang van de geldigheidsduur
der jachtacte is van 1 Juli naar 1 April
verschoven in de verwachting, dat d®
meeste gegadigden hierdoor zullen wor
den gebracht tot het aanvragen van d®
acte reeds vroeg in het voorjaar. D«
aan het verkrijgen van de acte verbon
den kosten zullen maximaal f 50 be
dragen.
In het ontwerp wordt de mogelijkheid
geschapen, op de regel, dat op schade-
lyk wild gedurende het gehele jaar mag
worden gejaagd, voor één of meer soor
ten daarvan een uitzondering te maken,
Als wettelyke neerslag van de ook
internationaal gepropageerde gedachte,
dat in het broed- en werpseizoen rust
moet heersen ls de bepaling opgenomen,
dat in beginsel de jacht tussen I Maart
en 15 Juli niet wordt geopend.
Ten aanzien van de eendenkooien is
een voorziening aangebracht, waarby
het vangen met de kooi in gesloten
jachttijd onmogelijk wordt gemaakt.
Ten aanzien van het vervoer en d®
handel in wild geeft het ontwerp enkel®
bepalingen, die er op zgn gericht het
stropen tegen te gaan, o.a. door het in
voeren van een stelsèl van geleidebil-
jetten.
De commissie acht de strafmaxima
in de bestaande wet niet toereikend
voor een krachtige handhaving van d®
in dit ontwerp vervatte bepalingen,
welke voor een verbetering van de toe
standen op het gebied van de jacht on-
ontbeerlyk is. Een algemeen strafmaxi
mum van één jaar hechtenis of duizend
gulden komt de commissie wenselijk ea
verantwoord voor.
Italië heeft Zaterdag aan de 20 mo
gendheden, die het Italiaanse vredes
verdrag hebben ondertekend, nota's
overhandigd, waarin officieel wordt
gevraagd het vredesverdrag te herzien
en te erkennen, dat Italië „een vry en
democratisch land is, en in staat van
volkomen gelykheid met alle andere
vrye staten in de wereld'*.
Men verwacht, dat de Sowjet-Uni®
het verzoek zonder meer van de hand
zal wijzen, ondanks de verlegenheid,
waarin de communistische party in
Italië, de grootste in West-Europa,
hierdoor zou kunnen worden gebracht.
De Verenigde Staten, Engeland en
Frankrijk hebben reeds hun steun toe
gezegd.
Volgens het communiqué van het
Italiaanse ministerie van Buitenlandss
Zaken wordt in de nota gezegd, dat
Italië, doordat het „tengevolge van het
herhaalde veto van één der vgf per
manente leden van de Veiligheidsraad"
(de Sowjet-Unie) niet lid is van de V.N.,
geen herziening van het vredesverdrag
kan verkrijgen door middel van deze
organisatie, zoals in het verdrag is
voorzien.
(Van onze Haagse redacteur.)
Naar wij vernemen overweegt men
thans als oplossing van de grote moei
lijkheden waarmede de ziekenfondsen
thans te kampen hebben om de zie
kenfondspremie te verhogen van 3,6
tot 3,8 Deze verhoging zal uiter
aard vooral drukken op het bedrijfs
leven. Daarom wordt tegelijkertijd
bekeken of het niet mogelijk is om
de premie voor de kinderbijslag terug
te brengen van 6 op 5.8
IS HUIDIGE
PROGRESSIEVE KINDER
BIJSLAG VOLDOENDE?
(Van onze Haagse redacteur.)
De commissie VerrijnStuart, een
jubcommissie van de S.E.R., is klaar
gekomen met de bestudering van het
probleem der progresieve kinder
bijslag. Op aandrang van de Kamer
heeft de Regering dit vraagstuk des
tijds aan de S.E.R. opgedragen. Het
rapport van haar bevindingen zal in
de December-vergadering van de
.E.R. worden besproken. Naar wij
vernemen staat de meerderheid van
deze commissie op het standpunt, dat
de huidige progressiviteit voldoende
is. Er ligt echter ook een minder
heidsrapport van katholieke zijde, dat
het tegendeel beweert.