I I Op Tholen is uitbreiding van werk gelegenheid dringend gewenst. Communisten verliezen thans terrein» Agrarische producten hebben de grootste zekerheid van afzet* Ambonezen kwamen op Nieuw- Guinea om steun te verwerven* Strijd om de rijst van Indochina Fransen en Vietnamezen zijn optimistisch* Nederland vraagt contcrentic van Ministers van Landbouw, BAA YENS UW OPTICIEN Inpolderingen kunnen voor vele boeren zoons uitkomst brengen* Kleinindustrie het meest verkieslijk. Bestaansmogelijkheid van het volk kan in geding zijn. Monografie over een Middelburger Zaterdag 8 December 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina '4 (Van onze correspondent Alfred van Sprang.) HANOI NOORD-VIETNAMDecember 1951. - De jonge «ajoor van de staf van generaal De Lattre de Tassigny haalt een kaart van Vietnam uit de la van zijn schrijftafel en spreidt die voor zich uit. In grote lijnen geeft hij enkele streken in het Noorden en Zuiden en langs de kust in het centrum aan. Die gebieden arceert hij met een rood potlood. „Voila..." Hij neemt een lineaal. „De communisten zitten hier..." Hij wijst de rode plekken op de kaart aan. De communisten be heersen die streken in zoverre, dat men zich er niet veilig in kan be wegen. Op zichzelf beslaan ze een verontrustend groot deel van de totale oppervlakte van Vietnam. Het zijn echter overwegend bergen en bossen met weinig bevolking. De vruchtbare vlakten waar de rijst groeit en waar de meerderheid van de twintig millioen inwoners leeft, liggen practisch geheel binnen de invloedssfeer van de regering van Bao Dai. En men weet dat gebied nog voortdurend uit te breiden door de communisten verder de bergen in te drijven. door oorlogsmateriaal beschikbaar te stellen. Dat materiaal begint nu in toe nemende mate te komen. De Frans—Vietnamese legers, uit gerust met gedeeltelijk Amerikaanse wapens, vechten nu tegen de troepen van Vietminh, eveneens gedeeltelijk uitgerust met Amerikaanse wapenen (oorspronkelijk door de Amerikanen aan Chiang Kai-shek geleverd en nu door de Chinese communisten aan Ho Chi Minh overgedragen). En wat de mankracht betreft: generaal de Lattre de Tassigny (die op papier maar zeer beperkte macht heeft, maar in de prac- tijk de dictator van Indo-China is) heeft herhaaldelijk een krachtig beroep op de Vietnamezen gedaan om in het leger te gaan en zelf deel te nemen aan de verdediging van het eigen land. In het Franse Koloniale Leger doen reeds meer dan 50.000 Vietnamezen dienst. Verder hebben zich nog 120.000 anderen vrijwillig aangemeld voor de formatie van een zelfstandig Vietnamees leger. Bovendien heeft men kortgeleden de eersten van 60.000 dienstplichtigen on der de wapenen geroepen om een re serve te kweken. Er is echter groot gebrek aan kader: officieren en onder officieren, die het jonge leger weten te bezielen: De Vietnamezen hebben zich tot nu toe onder krachtige, Franse lei ding alleszins bruikbare soldaten ge toond. Broederstrijd, Evenals in China is deze strijd tegen de communisten tenslotte een broeder strijd. De volgelingen van Ho Chi Minh zijn evenzeer Vietnamezen als die van Bao Dai. Aan deze kant z(jn tienduizen den families, die één of meer familie leden aan de andere kant hebben. Som migen zijn er vrijwillig en anderen te gen hun wil. Het gevolg ervan is ech ter, dat bij een bepaald deel van de bevolking het heilige vuur om de com munisten te vernietigen ontbreekt. Vooral onder de intellectuelen zijn er nog teveel, die weigeren partij te kiezen en trachten neutraal te blijven. Maar meer en meer begint de overtuiging toch veld te winnen, dat er geen sprake van een overeenkomst met Ho Chi Minh kan zijn. Het feit, dat zovele Vietna mezen in het Frans-Vietnamese leger onder opperbevel van generaal De Lattre de Tassigny dienst doen en de overgrote meerderheid van de Vietna mese leiders eveneens achter hem en Frankrijk staat omdat ze beseffen, dat het voortbestaan van de jonge staat in die samenwerking ligt bewijst, dat de invloed van Ho Chi Minh meer en meer aan het tanen is. De Fransen en Vietnamezen zijn ervan overtuigd, dat ze tenslotte een volledig einde kunnen maken aan de communistische activiteit. Het is een kwestie van tijd. Alge meen neemt men anderhalf jaar aan als de limiet om rust en veilig heid in het land te herstellen. Maardan moet er geen inter ventie van buiten komen. De mo gelijkheid daarvan is er echter altijd als blijkt, dat de positie van Ho Chi Minh kritiek is. En met een eventueel einde van de oorlog in Korea en het daardoor vrijkomen van mensen en materiaal om elders de zaak van het communisme te diehen is dat een mogelijkheid om ernstig rekening mee te houden. (Nadruk verboden. De minisiei-président vu.it V ietnam, t ran van tiuu u/uiu gene.ioai de Lattre de Tassigny de hand, nadat deze in een felle rede een beroep gedaan had op meer belangstelling van de Vietnamese jonge intellec tuelen van het leger. In het kort is de situatie aldus de activiteit van de communisten in Zuid- Vietnam bepaalt zich voornamelijk tot verdediging van het gebied waarin Sai gon met het omliggende rijstland als een oase gelegen is. Van Centraal-Vietnam beheersen de communisten de langge rekte bergketen langs de kust. In het Noorden tenslotte liggen ze in een wijde boog om Hanoi en Haiphong heen. Het is hier, dat zij het gros van nun troepen concentreren en op een werkelijk front de strijd met d< FransVietnamese legers voeren Tevreden. Uit een kille, sombere Kamer met achter gordijnen verscholen stafkaarten in de historische citadel van Hanoi dirigeert een lange, grijze generaal met drie sterren op de épauletten van zijn uniform deze strijd. Het is generaal Gonzales de Linares: commandant van alle strijdkrachten in Noord-Vietnam en tegelijk Commissaris van de Franse Republiek in dit gebied. Het zijn zijn eenheden, die vooral al weerstand bie den aan de druk van de communisten en daarbij verreweg de zwaarste offers brengen. De laatste maanden is er ech ter een duidelijke verbetering in de toe stand waar te nemen. „We zijn zeer tevredenzegt de generaal, terwijl hij zijn bril afneemt en met een vermoeid gebaar over zijn ogen strijkt. Het laatste offensief is naar alle wens verlopen. Weliswaar heeft men zeer weinig slachtoffers on der de communisten kunnen maken, maar zij hebben toch weer een aan zienlijk deel van hun gebied moeten prijsgeven, inclusief vitaal rijstland. En het is de rijst, die een uiterst belang rijke rol speelt. Rijst is de basis van het communistische bestaan: als voedsel en als ruilmateriaal voor het aanschaffen van wapens en ammunitie in China. Een ruwe schatting wijst uit, dat de commu nisten ongeveer een kwart millioen ton rijst per jaar nodig hebben voor dat doel. Het streven van de Fransen en Vietnamezen is er daarom vooral op gericht hun de toegang tot de rustge bieden zoveel mogelijk te ontzeggen en hen daardoor min of meer uit te hon- Protectionistische tendenzen in sommige landen. De regering is van oordeel, dat een krachtige bevordering van de interna tionale samenwerking op agrarisch ge bied bjj voortduring een der belangrijk ste elementen zal moeten zijn van het Nederlandse beleid op het gebied van landbouw, visserij en voedselvoorzie ning, zo heeft minister Mansholt ver klaard in zjjn Memorie van Antwoord. De regering heeft de Franse regering doen weten, dat zij van oordeel ls, dat een speciale conferentie van ministers van Landbouw en van Voedselvoorzie ning zich zou dienen te beraden over de algemene conceptie van een Europese agrarische integratie, er daarbij de na druk op leggend, dat van utonde af aan zou moeten worden gezocht naar een vorm van samenwerking met die lan den, welke zich niet zouden kunnen ver enigen met de overdracht van bevoegd heden van een super-nationaal orgaan. De regering is voorts van oordeel, dat ook de regeringen der Verenigde Staten en van Canada tot het in enigerlei vorm deelnemen van een dergelijke conferen tie zouden moeten worden uitgenodigd. Het is een verheugend feit, dat in Euro pa, ook bij de internationaal georgani seerde landbouw, in principe overeen stemming bestaat over de noodzaak van een zeer nauwe samenwerking op agra risch gebied. Weliswaar is er in Nederland een re gelmatige stijging van de agrarische export, maar het zou verkeerd zijn hier uit de conclusie te trekken, dat ons land zeker geen voorvechter behoeft te zijn bfl het integreren van de landbouw. Aan een dergelijke stijging is n.l. moeilijk een prognose te verbinden, aan gezien de structuur van de agrarische export labiel is. In verschillende landen is een tendenz tot versterking van een zeker protectionisme op landbouwge bied aanwezig. geren. Inlichtingen van gevangenen en deserteurs onthullen, dat de voedsel situatie van de communisten inderdaad zeer nijpend is. Mensen en materiaal. „Maar acht u de communisten niet temin tot een offensief op grote schaal in staat.vraag ik verder. De generaal knikt. „O, ja.... ze hebben tenslotte nog een aanzienlijk leger met behoorlijke bewapening „Ook artillerie..*.?" „Ja.... maar heel weiriig". „En vliegtuigen. „Nee. Men schat de communistische legers in Noord-Vietnam alleen op ongeveer honderd-en-tachtigduizend man plus tienduizenden non-combattanten, zoals dragers en dergelijken. Algemeen be schouwt men de mannen van Ho Chi Minh als de beste en meest-fanatieke satellieten van Moskou in het Verre Oosten. Lang niet allen zijn echter en thousiaste voorvechters van het com munisme. Er z(jn er bij, die zich met Oosterse doodsverachting met twintig kilo explosieven tegen een vijandelijke stelling werpen om deze zo op te bla zen. Anderen zijn echter tegen hun wil ingelijfd en loeren op de eerste de beste gelegenheid om te deserteren. In het FransVietnamese leger zijn vele mi litairen, die oorspronkelijk met de troe pen van Ho Chi Minh gevochten hebben en nu waardevolle diensten bewijzen als verkenners en commando's. De commu nisten kunnen tenslotte alleen aan nieuw mensenmateriaal komen door het overvallen van dorpen en het meevoeren van de strijdbare mannen (en dikwijls ook de vrouwen). De ouderen worden dan gedwongen om de rijstvelden voor het leger te bewerken. Een dergelijke politiek vergroot natuurlijk niet de sympathie voor de communisten. Trou wens, de bevolking begint meer en meer de ware aard van Ho Chi Minh te begrijpen. Men was oorspronkelijk in de overtuiging, dat het een zuiver nationalistische strijd was en verschei dene nationalisten hebben zich daarom bij Ho Chi Minh aangesloten. Men weet nu echter, dat Ho Chi Minh een over tuigd communist is en dat zijn staat Vietminh tot in details het karakter van een communistische maatschappij heeft. En daar moeten de nationalisten niets van hebben. Een van de duizenden jonge Viet namezen, die deelnemen aan de ver dediging van hun eigen staat tegen de communistische dreiging. Eigen leger. Frankrijk heeft vijf jaar lang zware offers in mankracht en Jn geld moeten brengen om de communisten de baas te blijven. Het heeft zich daarmee niet veel meer dan de ontevredenheid van de kortzichtige Franse belastingbetalers op de hals weten te halen. Aan het ein de van haar mogelijkheden heeft het tenslotte een beroep moeten doen op anderen om de strijd voort te kunnen zetten. De Amerikanen hebben zich nu bereid verklaard om een deel van de kosten voor hun rekening te nemen (Ingez. mededeling, advert.) LANGE VORSTSTRAAT 106 GOES TEL. 2159 Het prijsbeleid in de landbouw. Twee garantieprijzen voor melk te verwachten. Om de toekomst van onze provincie. (Slot.) Er is veel, dat tegen een sterke industrialisatie van Zeeland pleit: een niet gering vertrekoverschot, een laag geboorteoverschot, een tekort aan arbeiders bjj reeds bestaande industrieën en geen toevloed van arbeidskrachten uit de agrarische sector. In het rapport van de agrarische commissie van de Sectie Ontwikkeling Zeeland wordt terecht opgemerkt, dat de regering teveel de nadruk legt op de industriële investeringen alleen: de voor landaanwinning nodige kapitalen zullen hun plaats moeten hebben in het kader van de investeringen van onze gehele nationale economische ophouw. „Een redelijke bestaansmogelijkheid voor de werkers in de landbouw zal ook in het komende begrotingsjaar voor het landbouwbeleid bepalend zijn. De werkers in de landbouw zullen echter slechts aanspraken hierop kunnen doen gelden voorzover zjj hun economische functie op de juiste wijze vervullen'', aldus de minister van Landbouw, Vis serij en Voedselvoorziening, de heer S. L. Mansholt, in de Memorie van Ant woord op het Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer over de landbouwbegro ting 1952. De bewindsman is echter verwonderd over de vrees, dat men in het nieuwe prijsbeleid niet veel anders zal zien dan een poging van de overheid zich steeds verder te distanclëren van de morele verplichtingen, die zjj tegen over de agrarische bevolking heeft. Indien deze mening inderdaad zou Minister Albregts over Zondagsrust: Aan de Memorie van Antwoord over de begroting van Economische Zaken ontlenen we, dat het geenszins in de bedoeling van de minister zonder por tefeuille heeft gelegen, te stellen, dat onder de huidige omstandigheden het economisch voordeel van de arbeid op Zondag in bepaalde gevallen voorrang zou moeten hebben boven de Christelij ke morele overtuigingen inzake Zon dagsrust. Terwijl handhaving van de Zondags rust op religieuze, morele en sociale gronden ook naar zijn opvatting prin cipieel voorop dient te staan, doen zich in de practijk omstandigheden voor, die het om redenen van zwaarwegend maatschappelijk belang en ten dele op de hierboven genoemde gronden zelf onvermijdelijk maken in bepaalde ge vallen op Zondag arbeid te doen ver richten. Een naar de minister aanneemt vrijwel onbestreden voorbeeld hiervan vormen de verkeersbedrijven. Deze omstandigheden kunnen zich eveneens voordoen bjj bedrijfstakken van zodanige technische structuur, dat continu-werken geboden is om de be trokken ondernemingen in de bestaande internationale verhoudingen levensvat baar te doen zjjn, terwijl zjj voor de Nederlandse economie van esseirtiele betekenis zjjn. Met erkenning van religieuse, morele en sociale waarde van de Zondagsrust moet de minister er op wjjzen, dat in een tijd waarin de bestaansmogelijkheid van ons volk in het geding is, aan de zo juist vermelde omstandigheden ern stig aandacht moet worden geschonken. Hjj onderschrijft intussen volledig de opvatting, dat en met het oog op de be tekenis van de Zondagsrust en met het oog op de werkgelegenheid zelve te de zer zake met beleid en voorzichtigheid te werk dient te worden gegaan. postvatten, dan zou men toch wel wei nig oog "hebben voor de wijze, waarop de landbouwbelangen door de regering worden behartigd. Welke andere be drijfstakken beschikken over gelijke zekerheid ten aanzien van de afzet hun ner producten als de landbouw? Van een ondergeschikt maken van de land bouwbelangen aan de overige is dan ook geen sprake. In het algemeen staat de minister op het standpunt, dat gestreefd moet wor den naar een redelijke stabiliteit in de prijsontwikkeling, evenwel zonder dat productie en afzet meer worden gebon den dan strikt noodzakelijk is. GARANTIEPRIJS MELK. Voor de vaststelling van de garantie prijs voor de melk is voor het nieuwe melkjaar nog volstaan met een prijs voor alle melk. In den vervolge echter zou de minister willen overgaan tot het vaststellen van twee garantieprijzen voor de melk, wegens de moeilijkheden, die telkens weer bij de regulering van de melkprijs naar boven komen. V icr de consumptiemelk heeft de overheid een maximumprijs vastgesteld, zodat het billijk is, dat een zodanige garantie wordt gegeven, dat een redelijke onder nemerswinst kan worden gemaakt. Voor de melk, die wordt verwerkt tot industrieproducten, waarvan de p"ijs- ontwikkeling naar boven behoudens in zeer bijzondere omstandigheden wordt vrijgelaten, kan dan worden vol staan met een lagere garantieprijs. In het tweeprijzenstelsel zal voor de con sumptiemelk een betere prijs worden behaald dan de gemiddelde garantie prijs, waardoor de consumptiemelkprijs in grotere mate de vrije marktprijs van de industriemelk benadert. Als men dat voor Zeeland bekijkt, komt men al vlug tot de conclusie, dat hier nog wel het één en ander te doen valt. Het zuidelijke Sloe is ingepolderd en voor een bedrag van rond twee mil lioen gulden is een oppervlakte aan cultuurgrond van meer dan 400 ha ver kregen. Bij de inpoldering van de Braak man, die 8 a 9 millioen zal kosten, zal ca. 1.200 ha cultuurgrond worden ge wonnen. Maar er is nog heel wat meer grond rijp voor indijking. Het drie-eilanden plan zal een grondwinst van ca. 1.000 ha opleveren, het verdronken land van Saeftinge ongeveer 1.800 ha en de Os- sendrechtse schorren nog eens 300 ha. Is het te gewaagd te veronderstellen, dat op deze nieuwe gronden het groot ste gedeelte van de boerenzoons, voor wie geen bedrijf beschikbaar is, gehol pen kunnen worden? HET EILAND THOLEN. Wij komen nu tot een aparte bespre king van het eiland Tholen. Hier ligt de situatie wat de werkgelegenheid be treft, het moeilijkst. Het z.g. winter- overschot aan arbeidskrachten is hier het grootst. Reeds nu kan men spreken van een zekere structurele werkloos heid. Momenteel werken vele Tholenaars aan de herverkaveling van Walcheren. Als dit werk over enkele jaren is af gelopen, ls een sterke stijging van het aantal werklozen op Tholen te ver wachten. Op dit eiland bestaat ook een z.g. „sluimerende werkloosheid". D.w.z. velen, die geen werk hebben in de slap pe maanden, staan nergens als zodanig geregistreerd. Zij komen de winter toch wel door! Maar aan het productieproces nemen zij niet deel. Zij knutselen wat, doen wat karwei tjes voor zichzelf of voor een ander, waarmee zij een paar cent verdienen, maar actief bezig zijn zij niet. Of dit zowel voor landarbeiders als voor boe renzoons geldt, is niet zo gemakkelijk uit te maken. De laatste categorie moet deze „sluimerende werklozen" ook in zich bergen. Ze helpen wel wat op het bedrijf, maar nodig ls dat op de keper beschouwd niet. HIER MOET IETS GEBEUREN. Als wij dit alles overzien, blijkt, dat in de eerste plaats op Tholen iets zal moeten gebeuren. Echter moeten geen al te hoge verwachtingen worden ge koesterd. De Tholense bevolking is tot heden nog nimmer in aanraking ge weest met de industrie. De geaardheid der bevolking is daarbij zodanig, dat het een zeer moeizaam werk zal blij ken haar te doen te beseffen, dat een andere richting moet worden ingesla- gen. Daarbij ligt Tholen voor een indus trie niet direct gunstig. Aan de andere kant van de Eendracht en rond Bergen op Zoom, met bovendien een ander ge aarde bevolking, zijn de voorwaarden tot industrievestiging heel wat gunsti ger. SEIZOENINDUSTRIEEN, De industrieën, die zich ooit op Tho len zullen vestigen, zullen seizoenindus trieën moeten zijn. Want in de tijd, dat het druk is op het land, zijn alle handen nodig en dan zou de industrie in de verdrukking kunnen komen. Het karakter van de te vestigen be drijven zal dus zó moeten zjjn, dat niet Welingelichte zijde" deelt mee: De heer Wairisal verzocht om asyl. Naar aanleiding van het schrijven aan de Nederlandse regering, waarin van Ambonese zjjde protest werd aangete kend tegen het arresteren van een aan tal aanhangers der „Republik Maluku Selatan" op Nieuw-Guinea, waaronder zich ook do premier zou hebben bevon den, verneemt het A.N.P. van welinge lichte zijde het volgende. VEENLIJK GEVONDEN. Arbeiders, die werkzaam waren in een plaatsje onder de gemeente Zwee- loo hebben bij graafwerkzaamheden, een veenlijk blootgelegd. Men brengt deze vondst in verband met de legen de van het meisje, dat vroeger jaren langs een binnenweg van Meppel naar Westerbork ging, de goede koers kwijtraakte en in het veen wegzakte, waar zij haar droevig einde vond. Deze omgeving heet nog steeds, het juffersveen". Door prof. dr A. E. van Giffen, directeur van het bio logisch archeologisch instituut te Groningen wordt een nader onder zoek ingesteld. m. De Columbia Record in U.S.A. heeft met Philips' Phonografische Industrie te Baarn een overeenkomst gesloten voor het wederzijds exploiteren van hun repertoir. Deze overeenkomst zal per 1 Januari 1952 van kracht worden. Collecte voor Italië. GENEVE VERRAST DOOR OPBRENGST IN NEDERLAND. Met geestdrift heeft de liga van Rode Kruisverenigingen kennis genomen van de voorlopige resultaten van de collecte voor de slachtoffers van de watersnood in Italië, die in ons land is gehouden. De mededelingen, die de Nederlandse gedelegeerde, de heer A. van Emden, directeur van het Nederlandse Roode Kruis in de vergadering te Genève kon doen, berusten nog op voorlopige cij fers, omdat bij het hoofdbestuur in Den Haag nog niet alle resultaten bekend zijn. Verschillende afdelingen hebben n.l. hun collecte om plaatselijke redeneh niet op 1 December kunnen houden. In de vergadering van de gedelegeer den der nationale Rode Kruisverenigin gen heeft men besprekingen gevoerd over de meest practische manier van hulpverlening. Richtsnoer daarbij waren de materialen, die in het rampengebied dringend noodzakelijk zijn en deze zijn zo efficiënt mogelijk per land aange wezen. Op het ogenblik voert de inten dance van het Nederlandse Rode Kruis besprekingen met de industrie hier Te lande over de aanmaak van de door Nederland tot de hulpverlening bij te dragen goederen, die op korte termijn moeten worden geleverd en die door de verschillende spoorwegmaatschappijen gratis zullen worden vervoerd. Begin November zijn 20 Ambonezen van Ceram met prauwen overgestoken naar Nederlands Nieuw Guinea. Hun be doeling was niet aldaar bescherming te zoeken, doch wel om te trachten steun te verkrijgen in het verzet van Aihbo- nese zijde tegen de republiek Indonesia. Deze 20 mensen zijn door de autoritei ten op Nieuw Guinea overgebracht naar Hollandia, alwaar zij werden onderge bracht in de politiekazerne. Van gou- vernementswege werd hun aldaar uit eengezet dat het onmogelijk ls, aan hun verzoek te voldoen en werd hun het standpunt van Nederland In dit opzicht duidelijk gemaakt. Daarop hebben 19 hunner gezegd er prijs op te stellen, zo spoedig mogelijk weer te bunnen vertrekken. Een hun ner, de heer Wairisal, verzocht, te wor den beschouwd als politiek vluchteling en heeft asyl gevraagd. De overigen hebben met de prauwen de terugtocht aanvaard. Deze gang van zaken, zo werd aan het A.N.P. medegedeeld, strookte met de gedragslijn van het Nederlandse gou vernement van Nieuw Guinea in een geval als dit, omdat betrokkenen, die zonder de nodige papleren en met wa pens het Nederlandse gebied waren bin nengekomen, anders zouden zijn uitge wezen. In de algemene vergadering van de „Noord-Nederlandse Federatie van Provinciale Verenigingen voor Zieken- huisverpleging", (werkzaam in de Provinciën Groningen, Friesland en Drente, met een verzekerd zielen-tal van meer dan 100.000), is o.a. ter sprake gekomen de subsidiering door de overheid van de vrijwillige verze kering bij de algemene ziekenfondsen. het gehele jaar door geproduceerd be hoeft te worden, maar dat b.v. in de oogsttijd de productie zonder bezwaar kan worden stopgezet of verminderd. Dit is inderdaad voor de mensen zelf een weinig fraaie oplossing: gedeelte lijk op het land, gedeeltelijk in de fa briek of de werkplaats. Maar wie doet wat beters aan de hand? Liever dit halfslachtige dan het besef een deel van het jaar te moeten doorbrengen als een onnuttig lid van de maatschappij. Of bestaat er misschien een oplossing in het verplaatsen van werkloze Thole naars naar 'de kanaalzone in Oost Zeeuwsch Vlaanderen, waar arbeiders tekort zijn? Het is een zaak, waar zeer vele haken en ogen aan zitten, niet in het minst met het oog op de plotselinge overgang van een zuiver agrarisch ge bied naar een industrieële voor de be trokkenen zelf. ONTWIKKELINGSGEBIED T De vraag, of Tholen tot ontwikke lingsgebied zal worden verklaard, is weer actueel geworden door het bezoek van minister van den Brink. Men weet, waaraan een streek moet voldoen om hiervoor in aanmerking te komen, n.l. een chronische werkloosheid. Voor Tholen zal dit steeds meer van toepas sing worden. Als het tot ontwikkelings gebied wordt verklaard, betekent dit bijzondere steun van het Rijk. De me dedeling van minister Rutten, dat het in de bedoeling ligt in St. Maartensdijk een ambachtsschool te stichten, wijst al enigszins in die richting. En verder zal het dan noodzakelijk zijn mensen uit de industrie te animeren op Tholen met een nieuw bedrijf te beginnen. Dat laatste tenslotte geldt voor heel Zeeland. Als het nodig is hier en daar tot industrievestiging- over te gaan, dan zal de particuliere ondernemer daarin wat moeten zien. De instellingen, die wij in Zeeland hebben, kunnen zélf geen enkel bedrijfje stichten. Zij kunnen slechts (en dat is overigens belangrijk genoeg) de ondernemers al hun weten schap ter beschikking stellen en hun alle noodzakelijke diensten verlenen. Van de groot-industrie zullen wij het hier niet moeten hebben. Het kleine be- drijl', dat zoveel mogelijk aansluiting zal moeten vinden aan de landbouw, is voor Zeeland het meest verkieslijk. T, Eigen visie en eigen opvatting „Machtig is 't oeuvre van R. Kimpe, want ontembaar is zijn geestdrift. Wel verloor hij door oorlogsgeweld in 1940 (atelierbrand) meer dan 200 doeken en alle tekeningen van Walcheren, maar na de aanvankelijke verslagen- heid en ontwrichting in het geteister de Zeeland, wist hij spoedig na de bevrijding, getrouw aan het Zeeuwse devies „Luctor et Emergo" zijn oude schoonheidsdrift en werkbezieling te hervinden. Een geheel nieuw oeuvre ontstond, waarin het Bijbelse en reli gieuse element sterk op de voorgrond trad en waarin de harmonie van lijn, kleur en vormen gaver groeide dan ooit, de vergeestelijking dieper drong dan daarvoor." Dit citaat troffen we aan in een hooggestemd werkje ge schreven door Leo Maas over de Mid delburger Reimond Kimpe, die van daag zijn 66e verjaardag hoopt te vie ren. „Want vooral de constructieve geest van Kimpe", zo schrijft Led Maas en deze zin valt op in het nogal rethorisch geschreven werkje, „heeft op zijn eigen werk een zeer eigen stempel gedrukt". Inderdaad. Kimpa leefde en leeft in een ook in kunst historisch opzicht bewogen tijd. Er de den zich stromingen en tegen-stro mingen voor. Het ene „isme" na het andere stak de kop op en de invloe den ervan zijn makkelijk te bespeuren in Kimpe's werken. Evenwel, vooral zijn schilderijen na de oorlog kenmerkten zich door een persoonlijke stijl. „Ik werk", zo ver trouwde hij ons eens toe, „in en uit mezelf en voel me niet door om standigheden gebonden. Ik tracht in mijn oeuvre boven alles uit te ko men, boven alles te staan en onafhan kelijk te zijn van alle stromingen". Deze kunstenaar had recht zo te spre ken. Zijn. werk getuigt van een diepa bezinning, van een onvermoeid tasten naar het schone door God in de kos mos gelegd. Maar, zult ge ons misschien tegen werpen, zijn schilderijen beantwoor den toch niet aan de natuurlijke vorm? Dikwijls niet, maar welk een expressie spreekt uit de krachtige lij nen. Karaktervol zijn de koppen, dia Kimpe schilderde, waaruit nu eens ontroerende tederheid, dan weer stille droefheid, op een coquette charms spreekt. Om dëze portretten spelen lij nen een fascinerend spel, zich oplos send in een tekende vlakverdeling, die de gezichten aan expressie doet winnen. En dan die wondermooie ogen, die Kimpe weet te schilderen! Ge zult, het boekje dat bij Winants in Heerlen werd uitgegeven, doorbla derend, behalve mooie afbeeldingen we noemen het zelfportret van pe schilder, portret V. K., portret violist H., haventje Veere, Westkapelse dijk, naar uw smaak wanstaltige reprocties aantreffen. We durven niet tegen te spreken. Tochw zien Kimpe in zijn schilderijen zoeK® naar vormgeving, naar een ë°elL compositie en worstelen om zien bevrijden van stromingen en van a materie. En als het hem lukt, kunnen we een gave kunst bewonderen, aae t mend in een eigen sfeer en getuig - van een eigen visie en opvatting.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 4