I
I
Op Tholen is uitbreiding van werk
gelegenheid dringend gewenst.
Communisten verliezen thans terrein»
Agrarische producten hebben de
grootste zekerheid van afzet*
Ambonezen kwamen op Nieuw-
Guinea om steun te verwerven*
Strijd om de rijst van Indochina
Fransen en Vietnamezen zijn optimistisch*
Nederland vraagt contcrentic
van Ministers van Landbouw,
BAA YENS UW OPTICIEN
Inpolderingen kunnen voor vele boeren
zoons uitkomst brengen*
Kleinindustrie het meest
verkieslijk.
Bestaansmogelijkheid van het
volk kan in geding zijn.
Monografie over een
Middelburger
Zaterdag 8 December 1951
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina '4
(Van onze correspondent Alfred van Sprang.)
HANOI NOORD-VIETNAMDecember 1951. - De jonge
«ajoor van de staf van generaal De Lattre de Tassigny haalt een
kaart van Vietnam uit de la van zijn schrijftafel en spreidt die voor
zich uit. In grote lijnen geeft hij enkele streken in het Noorden en
Zuiden en langs de kust in het centrum aan. Die gebieden arceert hij
met een rood potlood.
„Voila..."
Hij neemt een lineaal.
„De communisten zitten hier..."
Hij wijst de rode plekken op de kaart aan. De communisten be
heersen die streken in zoverre, dat men zich er niet veilig in kan be
wegen. Op zichzelf beslaan ze een verontrustend groot deel van de
totale oppervlakte van Vietnam. Het zijn echter overwegend bergen
en bossen met weinig bevolking. De vruchtbare vlakten waar de rijst
groeit en waar de meerderheid van de twintig millioen inwoners leeft,
liggen practisch geheel binnen de invloedssfeer van de regering van
Bao Dai. En men weet dat gebied nog voortdurend uit te breiden
door de communisten verder de bergen in te drijven.
door oorlogsmateriaal beschikbaar te
stellen. Dat materiaal begint nu in toe
nemende mate te komen.
De Frans—Vietnamese legers, uit
gerust met gedeeltelijk Amerikaanse
wapens, vechten nu tegen de troepen
van Vietminh, eveneens gedeeltelijk
uitgerust met Amerikaanse wapenen
(oorspronkelijk door de Amerikanen
aan Chiang Kai-shek geleverd en nu
door de Chinese communisten aan Ho
Chi Minh overgedragen). En wat de
mankracht betreft: generaal de Lattre
de Tassigny (die op papier maar zeer
beperkte macht heeft, maar in de prac-
tijk de dictator van Indo-China is)
heeft herhaaldelijk een krachtig beroep
op de Vietnamezen gedaan om in het
leger te gaan en zelf deel te nemen aan
de verdediging van het eigen land. In
het Franse Koloniale Leger doen reeds
meer dan 50.000 Vietnamezen dienst.
Verder hebben zich nog 120.000 anderen
vrijwillig aangemeld voor de formatie
van een zelfstandig Vietnamees leger.
Bovendien heeft men kortgeleden de
eersten van 60.000 dienstplichtigen on
der de wapenen geroepen om een re
serve te kweken. Er is echter groot
gebrek aan kader: officieren en onder
officieren, die het jonge leger weten te
bezielen: De Vietnamezen hebben zich
tot nu toe onder krachtige, Franse lei
ding alleszins bruikbare soldaten ge
toond.
Broederstrijd,
Evenals in China is deze strijd tegen
de communisten tenslotte een broeder
strijd. De volgelingen van Ho Chi Minh
zijn evenzeer Vietnamezen als die van
Bao Dai. Aan deze kant z(jn tienduizen
den families, die één of meer familie
leden aan de andere kant hebben. Som
migen zijn er vrijwillig en anderen te
gen hun wil. Het gevolg ervan is ech
ter, dat bij een bepaald deel van de
bevolking het heilige vuur om de com
munisten te vernietigen ontbreekt.
Vooral onder de intellectuelen zijn er
nog teveel, die weigeren partij te kiezen
en trachten neutraal te blijven. Maar
meer en meer begint de overtuiging
toch veld te winnen, dat er geen sprake
van een overeenkomst met Ho Chi Minh
kan zijn. Het feit, dat zovele Vietna
mezen in het Frans-Vietnamese leger
onder opperbevel van generaal De
Lattre de Tassigny dienst doen en de
overgrote meerderheid van de Vietna
mese leiders eveneens achter hem en
Frankrijk staat omdat ze beseffen, dat
het voortbestaan van de jonge staat in
die samenwerking ligt bewijst, dat de
invloed van Ho Chi Minh meer en meer
aan het tanen is.
De Fransen en Vietnamezen zijn
ervan overtuigd, dat ze tenslotte
een volledig einde kunnen maken
aan de communistische activiteit.
Het is een kwestie van tijd. Alge
meen neemt men anderhalf jaar
aan als de limiet om rust en veilig
heid in het land te herstellen.
Maardan moet er geen inter
ventie van buiten komen. De mo
gelijkheid daarvan is er echter
altijd als blijkt, dat de positie van
Ho Chi Minh kritiek is. En met
een eventueel einde van de oorlog
in Korea en het daardoor vrijkomen
van mensen en materiaal om elders
de zaak van het communisme te
diehen is dat een mogelijkheid om
ernstig rekening mee te houden.
(Nadruk verboden.
De minisiei-président vu.it V ietnam, t ran van tiuu u/uiu gene.ioai de
Lattre de Tassigny de hand, nadat deze in een felle rede een beroep
gedaan had op meer belangstelling van de Vietnamese jonge intellec
tuelen van het leger.
In het kort is de situatie aldus de
activiteit van de communisten in Zuid-
Vietnam bepaalt zich voornamelijk tot
verdediging van het gebied waarin Sai
gon met het omliggende rijstland als een
oase gelegen is. Van Centraal-Vietnam
beheersen de communisten de langge
rekte bergketen langs de kust. In het
Noorden tenslotte liggen ze in een wijde
boog om Hanoi en Haiphong heen. Het
is hier, dat zij het gros van nun troepen
concentreren en op een werkelijk front
de strijd met d< FransVietnamese
legers voeren
Tevreden.
Uit een kille, sombere Kamer met
achter gordijnen verscholen stafkaarten
in de historische citadel van Hanoi
dirigeert een lange, grijze generaal met
drie sterren op de épauletten van zijn
uniform deze strijd. Het is generaal
Gonzales de Linares: commandant van
alle strijdkrachten in Noord-Vietnam en
tegelijk Commissaris van de Franse
Republiek in dit gebied. Het zijn zijn
eenheden, die vooral al weerstand bie
den aan de druk van de communisten
en daarbij verreweg de zwaarste offers
brengen. De laatste maanden is er ech
ter een duidelijke verbetering in de toe
stand waar te nemen.
„We zijn zeer tevredenzegt de
generaal, terwijl hij zijn bril afneemt
en met een vermoeid gebaar over zijn
ogen strijkt. Het laatste offensief is
naar alle wens verlopen. Weliswaar
heeft men zeer weinig slachtoffers on
der de communisten kunnen maken,
maar zij hebben toch weer een aan
zienlijk deel van hun gebied moeten
prijsgeven, inclusief vitaal rijstland. En
het is de rijst, die een uiterst belang
rijke rol speelt. Rijst is de basis van het
communistische bestaan: als voedsel en
als ruilmateriaal voor het aanschaffen
van wapens en ammunitie in China. Een
ruwe schatting wijst uit, dat de commu
nisten ongeveer een kwart millioen ton
rijst per jaar nodig hebben voor dat
doel. Het streven van de Fransen en
Vietnamezen is er daarom vooral op
gericht hun de toegang tot de rustge
bieden zoveel mogelijk te ontzeggen en
hen daardoor min of meer uit te hon-
Protectionistische tendenzen in
sommige landen.
De regering is van oordeel, dat een
krachtige bevordering van de interna
tionale samenwerking op agrarisch ge
bied bjj voortduring een der belangrijk
ste elementen zal moeten zijn van het
Nederlandse beleid op het gebied van
landbouw, visserij en voedselvoorzie
ning, zo heeft minister Mansholt ver
klaard in zjjn Memorie van Antwoord.
De regering heeft de Franse regering
doen weten, dat zij van oordeel ls, dat
een speciale conferentie van ministers
van Landbouw en van Voedselvoorzie
ning zich zou dienen te beraden over de
algemene conceptie van een Europese
agrarische integratie, er daarbij de na
druk op leggend, dat van utonde af aan
zou moeten worden gezocht naar een
vorm van samenwerking met die lan
den, welke zich niet zouden kunnen ver
enigen met de overdracht van bevoegd
heden van een super-nationaal orgaan.
De regering is voorts van oordeel, dat
ook de regeringen der Verenigde Staten
en van Canada tot het in enigerlei vorm
deelnemen van een dergelijke conferen
tie zouden moeten worden uitgenodigd.
Het is een verheugend feit, dat in Euro
pa, ook bij de internationaal georgani
seerde landbouw, in principe overeen
stemming bestaat over de noodzaak van
een zeer nauwe samenwerking op agra
risch gebied.
Weliswaar is er in Nederland een re
gelmatige stijging van de agrarische
export, maar het zou verkeerd zijn hier
uit de conclusie te trekken, dat ons land
zeker geen voorvechter behoeft te zijn
bfl het integreren van de landbouw.
Aan een dergelijke stijging is n.l.
moeilijk een prognose te verbinden, aan
gezien de structuur van de agrarische
export labiel is. In verschillende landen
is een tendenz tot versterking van een
zeker protectionisme op landbouwge
bied aanwezig.
geren. Inlichtingen van gevangenen en
deserteurs onthullen, dat de voedsel
situatie van de communisten inderdaad
zeer nijpend is.
Mensen en materiaal.
„Maar acht u de communisten niet
temin tot een offensief op grote schaal
in staat.vraag ik verder.
De generaal knikt.
„O, ja.... ze hebben tenslotte nog
een aanzienlijk leger met behoorlijke
bewapening
„Ook artillerie..*.?"
„Ja.... maar heel weiriig".
„En vliegtuigen.
„Nee.
Men schat de communistische legers
in Noord-Vietnam alleen op ongeveer
honderd-en-tachtigduizend man plus
tienduizenden non-combattanten, zoals
dragers en dergelijken. Algemeen be
schouwt men de mannen van Ho Chi
Minh als de beste en meest-fanatieke
satellieten van Moskou in het Verre
Oosten. Lang niet allen zijn echter en
thousiaste voorvechters van het com
munisme. Er z(jn er bij, die zich met
Oosterse doodsverachting met twintig
kilo explosieven tegen een vijandelijke
stelling werpen om deze zo op te bla
zen. Anderen zijn echter tegen hun wil
ingelijfd en loeren op de eerste de beste
gelegenheid om te deserteren. In het
FransVietnamese leger zijn vele mi
litairen, die oorspronkelijk met de troe
pen van Ho Chi Minh gevochten hebben
en nu waardevolle diensten bewijzen als
verkenners en commando's. De commu
nisten kunnen tenslotte alleen aan
nieuw mensenmateriaal komen door het
overvallen van dorpen en het meevoeren
van de strijdbare mannen (en dikwijls
ook de vrouwen). De ouderen worden
dan gedwongen om de rijstvelden voor
het leger te bewerken. Een dergelijke
politiek vergroot natuurlijk niet de
sympathie voor de communisten. Trou
wens, de bevolking begint meer en
meer de ware aard van Ho Chi Minh
te begrijpen. Men was oorspronkelijk
in de overtuiging, dat het een zuiver
nationalistische strijd was en verschei
dene nationalisten hebben zich daarom
bij Ho Chi Minh aangesloten. Men weet
nu echter, dat Ho Chi Minh een over
tuigd communist is en dat zijn staat
Vietminh tot in details het karakter
van een communistische maatschappij
heeft. En daar moeten de nationalisten
niets van hebben.
Een van de duizenden jonge Viet
namezen, die deelnemen aan de ver
dediging van hun eigen staat tegen
de communistische dreiging.
Eigen leger.
Frankrijk heeft vijf jaar lang zware
offers in mankracht en Jn geld moeten
brengen om de communisten de baas te
blijven. Het heeft zich daarmee niet
veel meer dan de ontevredenheid van
de kortzichtige Franse belastingbetalers
op de hals weten te halen. Aan het ein
de van haar mogelijkheden heeft het
tenslotte een beroep moeten doen op
anderen om de strijd voort te kunnen
zetten. De Amerikanen hebben zich nu
bereid verklaard om een deel van de
kosten voor hun rekening te nemen
(Ingez. mededeling, advert.)
LANGE VORSTSTRAAT 106
GOES
TEL. 2159
Het prijsbeleid in de landbouw.
Twee garantieprijzen voor melk te verwachten.
Om de toekomst van onze provincie. (Slot.)
Er is veel, dat tegen een sterke industrialisatie van Zeeland pleit: een niet
gering vertrekoverschot, een laag geboorteoverschot, een tekort aan arbeiders
bjj reeds bestaande industrieën en geen toevloed van arbeidskrachten uit de
agrarische sector.
In het rapport van de agrarische commissie van de Sectie Ontwikkeling
Zeeland wordt terecht opgemerkt, dat de regering teveel de nadruk legt op de
industriële investeringen alleen: de voor landaanwinning nodige kapitalen
zullen hun plaats moeten hebben in het kader van de investeringen van onze
gehele nationale economische ophouw.
„Een redelijke bestaansmogelijkheid
voor de werkers in de landbouw zal
ook in het komende begrotingsjaar voor
het landbouwbeleid bepalend zijn. De
werkers in de landbouw zullen echter
slechts aanspraken hierop kunnen doen
gelden voorzover zjj hun economische
functie op de juiste wijze vervullen'',
aldus de minister van Landbouw, Vis
serij en Voedselvoorziening, de heer S.
L. Mansholt, in de Memorie van Ant
woord op het Voorlopig Verslag van de
Tweede Kamer over de landbouwbegro
ting 1952. De bewindsman is echter
verwonderd over de vrees, dat men in
het nieuwe prijsbeleid niet veel anders
zal zien dan een poging van de overheid
zich steeds verder te distanclëren van
de morele verplichtingen, die zjj tegen
over de agrarische bevolking heeft.
Indien deze mening inderdaad zou
Minister Albregts over
Zondagsrust:
Aan de Memorie van Antwoord over
de begroting van Economische Zaken
ontlenen we, dat het geenszins in de
bedoeling van de minister zonder por
tefeuille heeft gelegen, te stellen, dat
onder de huidige omstandigheden het
economisch voordeel van de arbeid op
Zondag in bepaalde gevallen voorrang
zou moeten hebben boven de Christelij
ke morele overtuigingen inzake Zon
dagsrust.
Terwijl handhaving van de Zondags
rust op religieuze, morele en sociale
gronden ook naar zijn opvatting prin
cipieel voorop dient te staan, doen zich
in de practijk omstandigheden voor, die
het om redenen van zwaarwegend
maatschappelijk belang en ten dele op
de hierboven genoemde gronden zelf
onvermijdelijk maken in bepaalde ge
vallen op Zondag arbeid te doen ver
richten. Een naar de minister aanneemt
vrijwel onbestreden voorbeeld hiervan
vormen de verkeersbedrijven.
Deze omstandigheden kunnen zich
eveneens voordoen bjj bedrijfstakken
van zodanige technische structuur, dat
continu-werken geboden is om de be
trokken ondernemingen in de bestaande
internationale verhoudingen levensvat
baar te doen zjjn, terwijl zjj voor de
Nederlandse economie van esseirtiele
betekenis zjjn.
Met erkenning van religieuse, morele
en sociale waarde van de Zondagsrust
moet de minister er op wjjzen, dat in
een tijd waarin de bestaansmogelijkheid
van ons volk in het geding is, aan de
zo juist vermelde omstandigheden ern
stig aandacht moet worden geschonken.
Hjj onderschrijft intussen volledig de
opvatting, dat en met het oog op de be
tekenis van de Zondagsrust en met het
oog op de werkgelegenheid zelve te de
zer zake met beleid en voorzichtigheid
te werk dient te worden gegaan.
postvatten, dan zou men toch wel wei
nig oog "hebben voor de wijze, waarop
de landbouwbelangen door de regering
worden behartigd. Welke andere be
drijfstakken beschikken over gelijke
zekerheid ten aanzien van de afzet hun
ner producten als de landbouw? Van
een ondergeschikt maken van de land
bouwbelangen aan de overige is dan ook
geen sprake.
In het algemeen staat de minister op
het standpunt, dat gestreefd moet wor
den naar een redelijke stabiliteit in de
prijsontwikkeling, evenwel zonder dat
productie en afzet meer worden gebon
den dan strikt noodzakelijk is.
GARANTIEPRIJS MELK.
Voor de vaststelling van de garantie
prijs voor de melk is voor het nieuwe
melkjaar nog volstaan met een prijs
voor alle melk. In den vervolge echter
zou de minister willen overgaan tot het
vaststellen van twee garantieprijzen
voor de melk, wegens de moeilijkheden,
die telkens weer bij de regulering van
de melkprijs naar boven komen. V icr
de consumptiemelk heeft de overheid
een maximumprijs vastgesteld, zodat
het billijk is, dat een zodanige garantie
wordt gegeven, dat een redelijke onder
nemerswinst kan worden gemaakt.
Voor de melk, die wordt verwerkt tot
industrieproducten, waarvan de p"ijs-
ontwikkeling naar boven behoudens
in zeer bijzondere omstandigheden
wordt vrijgelaten, kan dan worden vol
staan met een lagere garantieprijs. In
het tweeprijzenstelsel zal voor de con
sumptiemelk een betere prijs worden
behaald dan de gemiddelde garantie
prijs, waardoor de consumptiemelkprijs
in grotere mate de vrije marktprijs van
de industriemelk benadert.
Als men dat voor Zeeland bekijkt,
komt men al vlug tot de conclusie, dat
hier nog wel het één en ander te doen
valt. Het zuidelijke Sloe is ingepolderd
en voor een bedrag van rond twee mil
lioen gulden is een oppervlakte aan
cultuurgrond van meer dan 400 ha ver
kregen. Bij de inpoldering van de Braak
man, die 8 a 9 millioen zal kosten, zal
ca. 1.200 ha cultuurgrond worden ge
wonnen.
Maar er is nog heel wat meer grond
rijp voor indijking. Het drie-eilanden
plan zal een grondwinst van ca. 1.000
ha opleveren, het verdronken land van
Saeftinge ongeveer 1.800 ha en de Os-
sendrechtse schorren nog eens 300 ha.
Is het te gewaagd te veronderstellen,
dat op deze nieuwe gronden het groot
ste gedeelte van de boerenzoons, voor
wie geen bedrijf beschikbaar is, gehol
pen kunnen worden?
HET EILAND THOLEN.
Wij komen nu tot een aparte bespre
king van het eiland Tholen. Hier ligt
de situatie wat de werkgelegenheid be
treft, het moeilijkst. Het z.g. winter-
overschot aan arbeidskrachten is hier
het grootst. Reeds nu kan men spreken
van een zekere structurele werkloos
heid.
Momenteel werken vele Tholenaars
aan de herverkaveling van Walcheren.
Als dit werk over enkele jaren is af
gelopen, ls een sterke stijging van het
aantal werklozen op Tholen te ver
wachten. Op dit eiland bestaat ook een
z.g. „sluimerende werkloosheid". D.w.z.
velen, die geen werk hebben in de slap
pe maanden, staan nergens als zodanig
geregistreerd. Zij komen de winter toch
wel door! Maar aan het productieproces
nemen zij niet deel.
Zij knutselen wat, doen wat karwei
tjes voor zichzelf of voor een ander,
waarmee zij een paar cent verdienen,
maar actief bezig zijn zij niet. Of dit
zowel voor landarbeiders als voor boe
renzoons geldt, is niet zo gemakkelijk
uit te maken. De laatste categorie moet
deze „sluimerende werklozen" ook in
zich bergen. Ze helpen wel wat op het
bedrijf, maar nodig ls dat op de keper
beschouwd niet.
HIER MOET IETS GEBEUREN.
Als wij dit alles overzien, blijkt, dat
in de eerste plaats op Tholen iets zal
moeten gebeuren. Echter moeten geen
al te hoge verwachtingen worden ge
koesterd. De Tholense bevolking is tot
heden nog nimmer in aanraking ge
weest met de industrie. De geaardheid
der bevolking is daarbij zodanig, dat
het een zeer moeizaam werk zal blij
ken haar te doen te beseffen, dat een
andere richting moet worden ingesla-
gen.
Daarbij ligt Tholen voor een indus
trie niet direct gunstig. Aan de andere
kant van de Eendracht en rond Bergen
op Zoom, met bovendien een ander ge
aarde bevolking, zijn de voorwaarden
tot industrievestiging heel wat gunsti
ger.
SEIZOENINDUSTRIEEN,
De industrieën, die zich ooit op Tho
len zullen vestigen, zullen seizoenindus
trieën moeten zijn. Want in de tijd,
dat het druk is op het land, zijn alle
handen nodig en dan zou de industrie
in de verdrukking kunnen komen.
Het karakter van de te vestigen be
drijven zal dus zó moeten zjjn, dat niet
Welingelichte zijde" deelt mee:
De heer Wairisal verzocht om asyl.
Naar aanleiding van het schrijven aan
de Nederlandse regering, waarin van
Ambonese zjjde protest werd aangete
kend tegen het arresteren van een aan
tal aanhangers der „Republik Maluku
Selatan" op Nieuw-Guinea, waaronder
zich ook do premier zou hebben bevon
den, verneemt het A.N.P. van welinge
lichte zijde het volgende.
VEENLIJK GEVONDEN.
Arbeiders, die werkzaam waren in
een plaatsje onder de gemeente Zwee-
loo hebben bij graafwerkzaamheden,
een veenlijk blootgelegd. Men brengt
deze vondst in verband met de legen
de van het meisje, dat vroeger jaren
langs een binnenweg van Meppel
naar Westerbork ging, de goede koers
kwijtraakte en in het veen wegzakte,
waar zij haar droevig einde vond.
Deze omgeving heet nog steeds,
het juffersveen". Door prof. dr A.
E. van Giffen, directeur van het bio
logisch archeologisch instituut te
Groningen wordt een nader onder
zoek ingesteld.
m. De Columbia Record in U.S.A. heeft
met Philips' Phonografische Industrie
te Baarn een overeenkomst gesloten
voor het wederzijds exploiteren van hun
repertoir.
Deze overeenkomst zal per 1 Januari
1952 van kracht worden.
Collecte voor Italië.
GENEVE VERRAST DOOR
OPBRENGST IN NEDERLAND.
Met geestdrift heeft de liga van Rode
Kruisverenigingen kennis genomen van
de voorlopige resultaten van de collecte
voor de slachtoffers van de watersnood
in Italië, die in ons land is gehouden.
De mededelingen, die de Nederlandse
gedelegeerde, de heer A. van Emden,
directeur van het Nederlandse Roode
Kruis in de vergadering te Genève kon
doen, berusten nog op voorlopige cij
fers, omdat bij het hoofdbestuur in Den
Haag nog niet alle resultaten bekend
zijn. Verschillende afdelingen hebben
n.l. hun collecte om plaatselijke redeneh
niet op 1 December kunnen houden.
In de vergadering van de gedelegeer
den der nationale Rode Kruisverenigin
gen heeft men besprekingen gevoerd
over de meest practische manier van
hulpverlening. Richtsnoer daarbij waren
de materialen, die in het rampengebied
dringend noodzakelijk zijn en deze zijn
zo efficiënt mogelijk per land aange
wezen. Op het ogenblik voert de inten
dance van het Nederlandse Rode Kruis
besprekingen met de industrie hier Te
lande over de aanmaak van de door
Nederland tot de hulpverlening bij te
dragen goederen, die op korte termijn
moeten worden geleverd en die door de
verschillende spoorwegmaatschappijen
gratis zullen worden vervoerd.
Begin November zijn 20 Ambonezen
van Ceram met prauwen overgestoken
naar Nederlands Nieuw Guinea. Hun be
doeling was niet aldaar bescherming te
zoeken, doch wel om te trachten steun
te verkrijgen in het verzet van Aihbo-
nese zijde tegen de republiek Indonesia.
Deze 20 mensen zijn door de autoritei
ten op Nieuw Guinea overgebracht naar
Hollandia, alwaar zij werden onderge
bracht in de politiekazerne. Van gou-
vernementswege werd hun aldaar uit
eengezet dat het onmogelijk ls, aan hun
verzoek te voldoen en werd hun het
standpunt van Nederland In dit opzicht
duidelijk gemaakt.
Daarop hebben 19 hunner gezegd er
prijs op te stellen, zo spoedig mogelijk
weer te bunnen vertrekken. Een hun
ner, de heer Wairisal, verzocht, te wor
den beschouwd als politiek vluchteling
en heeft asyl gevraagd. De overigen
hebben met de prauwen de terugtocht
aanvaard.
Deze gang van zaken, zo werd aan
het A.N.P. medegedeeld, strookte met
de gedragslijn van het Nederlandse gou
vernement van Nieuw Guinea in een
geval als dit, omdat betrokkenen, die
zonder de nodige papleren en met wa
pens het Nederlandse gebied waren bin
nengekomen, anders zouden zijn uitge
wezen.
In de algemene vergadering van de
„Noord-Nederlandse Federatie van
Provinciale Verenigingen voor Zieken-
huisverpleging", (werkzaam in de
Provinciën Groningen, Friesland en
Drente, met een verzekerd zielen-tal
van meer dan 100.000), is o.a. ter
sprake gekomen de subsidiering door
de overheid van de vrijwillige verze
kering bij de algemene ziekenfondsen.
het gehele jaar door geproduceerd be
hoeft te worden, maar dat b.v. in de
oogsttijd de productie zonder bezwaar
kan worden stopgezet of verminderd.
Dit is inderdaad voor de mensen zelf
een weinig fraaie oplossing: gedeelte
lijk op het land, gedeeltelijk in de fa
briek of de werkplaats. Maar wie doet
wat beters aan de hand? Liever dit
halfslachtige dan het besef een deel van
het jaar te moeten doorbrengen als een
onnuttig lid van de maatschappij. Of
bestaat er misschien een oplossing in
het verplaatsen van werkloze Thole
naars naar 'de kanaalzone in Oost
Zeeuwsch Vlaanderen, waar arbeiders
tekort zijn? Het is een zaak, waar zeer
vele haken en ogen aan zitten, niet in
het minst met het oog op de plotselinge
overgang van een zuiver agrarisch ge
bied naar een industrieële voor de be
trokkenen zelf.
ONTWIKKELINGSGEBIED T
De vraag, of Tholen tot ontwikke
lingsgebied zal worden verklaard, is
weer actueel geworden door het bezoek
van minister van den Brink. Men weet,
waaraan een streek moet voldoen om
hiervoor in aanmerking te komen, n.l.
een chronische werkloosheid. Voor
Tholen zal dit steeds meer van toepas
sing worden. Als het tot ontwikkelings
gebied wordt verklaard, betekent dit
bijzondere steun van het Rijk. De me
dedeling van minister Rutten, dat het
in de bedoeling ligt in St. Maartensdijk
een ambachtsschool te stichten, wijst
al enigszins in die richting. En verder
zal het dan noodzakelijk zijn mensen
uit de industrie te animeren op Tholen
met een nieuw bedrijf te beginnen.
Dat laatste tenslotte geldt voor heel
Zeeland. Als het nodig is hier en daar
tot industrievestiging- over te gaan, dan
zal de particuliere ondernemer daarin
wat moeten zien. De instellingen, die
wij in Zeeland hebben, kunnen zélf geen
enkel bedrijfje stichten. Zij kunnen
slechts (en dat is overigens belangrijk
genoeg) de ondernemers al hun weten
schap ter beschikking stellen en hun
alle noodzakelijke diensten verlenen.
Van de groot-industrie zullen wij het
hier niet moeten hebben. Het kleine be-
drijl', dat zoveel mogelijk aansluiting
zal moeten vinden aan de landbouw, is
voor Zeeland het meest verkieslijk. T,
Eigen visie en eigen opvatting
„Machtig is 't oeuvre van R. Kimpe,
want ontembaar is zijn geestdrift. Wel
verloor hij door oorlogsgeweld in 1940
(atelierbrand) meer dan 200 doeken
en alle tekeningen van Walcheren,
maar na de aanvankelijke verslagen-
heid en ontwrichting in het geteister
de Zeeland, wist hij spoedig na de
bevrijding, getrouw aan het Zeeuwse
devies „Luctor et Emergo" zijn oude
schoonheidsdrift en werkbezieling te
hervinden. Een geheel nieuw oeuvre
ontstond, waarin het Bijbelse en reli
gieuse element sterk op de voorgrond
trad en waarin de harmonie van lijn,
kleur en vormen gaver groeide dan
ooit, de vergeestelijking dieper drong
dan daarvoor." Dit citaat troffen we
aan in een hooggestemd werkje ge
schreven door Leo Maas over de Mid
delburger Reimond Kimpe, die van
daag zijn 66e verjaardag hoopt te vie
ren.
„Want vooral de constructieve
geest van Kimpe", zo schrijft Led
Maas en deze zin valt op in het nogal
rethorisch geschreven werkje, „heeft
op zijn eigen werk een zeer eigen
stempel gedrukt". Inderdaad. Kimpa
leefde en leeft in een ook in kunst
historisch opzicht bewogen tijd. Er de
den zich stromingen en tegen-stro
mingen voor. Het ene „isme" na het
andere stak de kop op en de invloe
den ervan zijn makkelijk te bespeuren
in Kimpe's werken.
Evenwel, vooral zijn schilderijen na
de oorlog kenmerkten zich door een
persoonlijke stijl. „Ik werk", zo ver
trouwde hij ons eens toe, „in en uit
mezelf en voel me niet door om
standigheden gebonden. Ik tracht in
mijn oeuvre boven alles uit te ko
men, boven alles te staan en onafhan
kelijk te zijn van alle stromingen".
Deze kunstenaar had recht zo te spre
ken. Zijn. werk getuigt van een diepa
bezinning, van een onvermoeid tasten
naar het schone door God in de kos
mos gelegd.
Maar, zult ge ons misschien tegen
werpen, zijn schilderijen beantwoor
den toch niet aan de natuurlijke
vorm? Dikwijls niet, maar welk een
expressie spreekt uit de krachtige lij
nen. Karaktervol zijn de koppen, dia
Kimpe schilderde, waaruit nu eens
ontroerende tederheid, dan weer stille
droefheid, op een coquette charms
spreekt. Om dëze portretten spelen lij
nen een fascinerend spel, zich oplos
send in een tekende vlakverdeling,
die de gezichten aan expressie doet
winnen. En dan die wondermooie
ogen, die Kimpe weet te schilderen!
Ge zult, het boekje dat bij Winants
in Heerlen werd uitgegeven, doorbla
derend, behalve mooie afbeeldingen
we noemen het zelfportret van pe
schilder, portret V. K., portret violist
H., haventje Veere, Westkapelse
dijk, naar uw smaak wanstaltige
reprocties aantreffen. We durven
niet tegen te spreken. Tochw
zien Kimpe in zijn schilderijen zoeK®
naar vormgeving, naar een ë°elL
compositie en worstelen om zien
bevrijden van stromingen en van a
materie. En als het hem lukt, kunnen
we een gave kunst bewonderen, aae
t mend in een eigen sfeer en getuig
- van een eigen visie en opvatting.