te d shag!
e foup
e
DE VERGISSING VAN NAHAS PASJA.
^er
frank*
r
IN YERSEKE LACHT HAAST IEDEREEN NU
DE MOSSELSLAG IN VOLLE GANG IS.
Napoleon zorgde 140 jaar geleden
voor onze familienamen*
tanden l
ZWARE AUTO'S SNORREN NAAR HET ZUIDEN.
Weer gaat een molen verdwijnen.
is in April
i Canada.
,,M'n bed kan ik wel verkopen
DE R IS IN DE MAAND.
HOE HEET
Zeeuwse Wandelingen
De bietenrooidemonstraties
ia de Bathpolders,
Wichelroedelopers scholden
elkander uit.
Pactfna 2
Zaterdag 13 October 1951
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
SCHOOL MET
(BEL".
im doet wat ouder
wets zelfs, dat me-
eens weet waar hei
i een van deze da-
st onder zijn neus
bijdrage gevraagd
„Een School mei
ideren die er zich
cunnen herinneren,
ouderlijk huis die
ide was, zijn eigen-
t die hele Unie uit
adat de belangstël-
telijk onderwijs uit
jn! En het wil ons
negatieve houding
it in de gelijkstel-
■n bijzonder onder-
inanciële middelen
eer de Christelijke
chijnt men te den-
ook geen belang-
neer behoeft,
ur van een school
ders is. De „zilve-
e staat maken van
aren, die slechts
ten, wat de inspec-
Christelijk karak
ter meer en dat
staat niet.
ers: dit gebrek aan
iaart zich ook her-
e veronachtzaming
Christelijk onder-
scholen gaan kin-
op de Christelijke
i? Och, om allerlei,
nbare school beter
',t voor het middel-
-s ook alleen maar
school dichterbij
st is, die weet, dat
voeren is voor de
Dat de Unie nog
k doet. Want wie
te geeft, die steunt
plaatselijke school,
e deel van het in
iaaide geld blijft
En een klein per-
tfkt om door een
rde van ons eigen
Tuders duidelijk te
at spoedig ook in
eeland dergelijke
ouden. Al was het
hensen weer eens
palen.
i
th nam geen
Wre.
\er, waaraan het
;e paar te Quebec
de met veel zorg
■e geen algemeen
m. Prinses Eliza-
gewikkeld was
ie It.-gouverneur
pard Fateux, nam
T" van de eerste
erveerd werd. De
wachtten, uit be
ta een minuut of
Idienaren het on-
de prinses weg,
hetzelfde bij de
deden, zodat het
js d'oevre onaan-
lar de keuken.
vuur genomen.
In de Ruigenhil-
ad een schot ge-
tieman. Hij ont-
rouille enige lie-
te stropen met
Toen de politie-
ïmeerde halt te
n geschoten. Hij
In de loop van
personen gear-
ich ook af met
ie vooraanstaan-
ïritse en Franse
ficiële koers in-
ikend gemaakt,
ig een uit zeven
.Brains Trust"
in het licht van
inciële toestand
>eningsbehoeften
ie politiek voor
In gewoonlijk
i zei men Don
ers te taak van
de orde op de
dmarkt te her
smeid, dat het
g op de Parjjse
ste koers heeft
luatie van Sep-
lie buitenlandse
pmerkelijk, die
met 20 francs
dollar tot 428
ank tot 99. De
van dollar en
twee jaar resp.
;eweest.
d geleden werd
le Koningin en
ngen aanvaard
Verenigde Sta
in en van de
an Canada en
of Tunis om
iciële bezoeken
Ia te brengen,
is thans be-
bezoeken in
ts hebben.
Onze gastheer wachtte ons met
een lachend gezicht op bij de bushalte.
Door de schilderachtige straatjes we
waanden ons in een oud Hollands stad
je bracht hij ons naar het hart van
de mosselexport van Nederland. Ja,
van Nederland, want de laatste twee
jarei. liep 92 van de Nederlandse
mosselexport over Yerseke. „Geen
mossel gaat uit Bruinisse, dat op zijn
oude roem teert", zei onze gastheer,
„of ze moet eerst in Yerseke geweest
zijn". Maar dat was rivaliteit.
GEZUCHT.
Bij de scnoonaerfj lag de „Eben-
haezer". Grage grijparmen grepen in de
buik van het scheepje, de Yerseke I, en
transporteerden het Yersekse goud de
sehoonderij binnen. Yerseke lacht en is
in een goede bui, maar in de sehoonderij
aan de transportband werd wel eens
gezucht. „Ja, mijnheer" we stonden
aan de band en in een eindeloze rij
gleden de mosselen langs ons „m'n
bed kan ik wel verkopen. Niet dat ik
uitgeslapen ben, maar veel heb ik deze
week niet geslapen. De hele wereld
draait me voor mijn ogen". We konden
er in komen, wat deze schoonmaker zei.
Een half uur lang pikten ook wij de
ongerechtigheden weg uit de „mosselen
optocht" en toen we een schommelend
gevoel kregen, alsof we in een roei
bootje op zee dobberden er hing een
penetrante zilte geur in de overigens
kraakheldere ruimte -, zijn we er maar
mee opgehouden. En steeds gleden de
mosselen verder.
De ZEEUWSE IS BETER.
Na de verschoning werden de mos
selen in jutezakken klaar gezet voor
bet transport. In de ene hoék stonden
de Zeeuwse mosselen, in de andere de
Waddenmosselen. Maar een mossel is
toch een mossel? Wat is het verschil?
De bedrijfsleider heeft het ons uitge
legd.
Frankrjjk wil alleen mosselen hebben,
waarin geen parasieten, kleine rode
diertjes, voorkomen. In de mosselen van
de Wadden worden deze niet aange
troffen, maar in de Zeeuwse soms wel.
„Toch zijn de Zeeuwse mosselen be
ter", interumpeerde de chef van de
binnendienst. De Franse mosselen dan
krijgen van dr Grijs in Bergen op Zoom
een certificaat waar het stempel op
staat van het Bestuur van de Visserij
in de Zeeuwse stromen. Dat stempel
doet het 'm, want dat waarborgt het
uitgaande Parijs, dat het waar voor zijn
dure geld krijgt.
Een idee kan soms lastig zijn.
Maar Parijs en Zuid-Frankrijk zijn gek
op onze mosselen. „Mijnheer, het is
fantastisch!" onderbraken we, „maar
iedere medaille heeft zijn keerzijde".
„Inderdaad", zei de bedrijfsleider. Toen
hoorden we een ander verhaal.
Het duurt niet meer zo lang en dan
kunnen we niet meer aan de gehele
vraag ln het buitenland voldoen. De
kweekplaatsen bij Dokkumernieuwzjjl,
Texel en Kornwerd raken leeg. We
kunnen dan niet meer genoeg expor
teren en Denemarken verovert onze
markt. Nu zijn er in de Wadden nog
plenty wilde mosselen. Het is voor ons
een klein kunstje om die per schip
te lialen, maar daar wil de inspectie
niets van weten. We begrijpen dit niet
zo goed. Dit was het einde van het
gesprek, want de bedrijfsleider had meer
te doen, dan verhaaltjes te vertellen.
MOSSELPOLITEEK.
We zijn de dijk weer opgelopen. Aan
de haven stonden een groepje vissers
de mosselpolitiek te bepraten. Van de
tien mensen die we daar tegen kwa
men hadden negen iets met de mosse
len uit te staan.
„Dat is een slechte", zei onze gast
heer en hij wees een geüniformeerd
iemand aan. Het was een controleur,
die nauwkeurig de schepen en schoon-
derijen controleert of alle hygiënische
voorschriften wel in acht worden ge
nomen. Een slechte, maar onze gids
meende er niets van, want direct ver
telde hij hoe belangrijk het is dat de
mosselen inderdaad schoon de deur
uitgaan.
Later tuurden we over het wijde
water. Rechts in de richting van
Krabbendijke strekten zich de Bel-
Het leven van de mossel.
Heel Yerseke is in een beste bui, want het gaat in deze plaats, die
daar geplakt ligt tegen de dijk van de Oosterschelde, goed met de mos
selen, oesters en kreeften. Niet alleen dat de diertjes, het goud van
Yerseke, bijzonder fraai gegroeid zijn deze zomer, maar nog nooit nam
de export zo'n hoge vlucht. En dat is zoet verdienen! Of was het mis
schien de stralende Octoberdag, het frisse briesje uit het Noordoosten,
dat over de Schelde kwam aanwaaien, die in die plaats al die vriende-
lijk-lachende gezichten toverden? We weten het niet hoe dat alles zo
kwam, maar het was goed toeven in Yerseke en we hebben volop ge
noten van de bedrijvigheid die er heerste en van de weldadige arbeids
vreugde, die we niet zo vaak meer ontmoeten.
Het Is October. De r Is ln de maand en dan begint Yerseke pas echt te
leven. Elke dag vertrekken de auto's vol met mosselen naar België en Frankrijk.
Het buitenland schreeuwt om het malse visvlees. Yerseke doet wat het kan,
maar het is niet meer bij te sloffen. Ruim 30.000 ton wordt ln een week uit
gevoerd, maar dit had ook 80.000 ton kunnen zijn, want ondanks dat men met
man en macht werkt, kan niet aan alle orders worden voldaan. Er zijn andere
tijden geweest. Vorige jaar was de kwaliteit van de mossel minder goed en
Denemarken dreigde de markt te veroveren. Nu is dat anders. Yerseke verdient
deviezen. Elke ton (100 kg), brengt zo'n f 11,op. Dit cijfertje spreekt boek
delen. Het Yersekse goud stroomt weg en het geld rolt weer binnen. De r ls
in de maand en dan is Yerseke op zijn best.
In de kweekplaatsen worden de
kleine mosseltjes uitgezet. Daar
groeien ze tot ze ongeveer 5 tot 6
cm. groot zijn. Dan worden de
schelpdieren opgevist en de laat
ste vier dagen van hun leven slij
ten ze in de verwaterplaatsen.
Dit zijn vakken langs de dijk bij
Yerseke waar de dieren vrij van
zand moeten worden. Van de. ver
waterplaatsen gaan de mosselen
naar de sehoonderij waar een on-
herroeppelijke dood ze wacht.
gische verwaterplaatsen uit en links
in de richting van Wemeldinge de
Franse. We konden nauwelijks ver
moeden welke schatten daar onder
dat vandaag zo zeldzame strakblau
we water lagen verborgen, waar
ginds in de verte de Yersekers naar
visten. En 's avonds visten zij nog
maar nu in geheimzinnig licht van
flakkerende lampen. Ja, Yerseke
werkt bij een stralende zon en in het
donker, want het buitenland
vraagt
(Ingez. mededeling, advert.)
Waarom claxonneren de
-aauffeurs zo weinig?
Er zijn de laatste tijd talrijke klach
ten van weggebruikers over het feit,
dat vele automobilisten geen signaal
meer geven.
Volgens het nieuwe wegenverkeers
reglement mogen bestuurders van mo
torvoertuigen slechts signaal geven,
wanneer door hun nadering gevaar
dreigt voor andere weggebruikers en
dat signaal nodig is ter afwending van
dit gevaar. Nu laten velen thans het
claxonneren onder vrijwel alle omstan
digheden eenvoudig na, uit vrees voor
een eventuele bekeuring. Uiteraard is
men gekant tegen zinloos claxonneren,
doch anderzijds is de verkeersveiligheid
er zeker niet mede gediend, indien men
er onder alle omstandigheden van af
ziet van zijn claxon gebruik te maken,
aldus de A.N.W.B.
Iedereen heeft tegenwoordig een
achternaam, maar vroeger was dat niet
zo. We kunnen ons dat niet meer voor
stellen, maar toch is het zo: een paar
eeuwen geleden waren er nog heel wat
mensen, die alleen maar een voornaam
hadden. Om ze aan te duiden werden
verschillende middelen gebruikt: de
naam van vader of grootvader kwam
er bij te pas (Klaas van Simon van
Gerritje) of de boeren werden ge
noemd naar hun hofstede (Willem van
Molenzicht) of een of andere eigen
schap werd de aanduiding (Pier de
Rooien, Levien de Schele)
Napoleon heeft aan deze verwarring
een eind gemaakt. In 1811 vaardigde hij
een decreet uit, dat ieder zich bjj de
malre (burgemeester) van zijn woon
plaats moest vervoegen om een voor
naam en familienaam op te geven.
NAPOLEON EN HITLER.
Wat was eigenlijk de bedoeling van
Napoleon? Was hij zo bezorgd over ons
volk, dat niet ieder zijn eigen naam
had?
Natuurlijk begrijpen we, dat er iets
anders achter zat met deze instelling
van de Burgerlijke Stand. We weten,
dat Napoleon voor zijn oorlogen veel
soldaten nodig had („kanonnenvlees"
noemde hij ze. Ook in ons land probeer
de hij mannen te werven hij voerde
hier de conscriptie, de verplichte krijgs
dienst in. Wat was het dan gemakkelijk
dat ieder een eigen naam had!
Het verwondert ons dan ook niet, dat
er velen waren, die het bevel van de
Keizer aan hun laars lapten en niet bij
de burgemeester verschenen met hun
naam. In 1825 werd het bevel herhaald,
nu door onze Koning Willem I, omdat
er nog velen in ons land rondliepen zon
der fatsoenlijke naam.
Hitier, de minder geniale leerling van
Napoleon, heeft hetzelfde geprobeerd.
Hij gebruikte stamkaart en persoons
bewijs om de onderworpen volken in te
schakelen bfj de verdediging van zijn
land, maar met minder succes dan Na
poleon. Diens ingevoerde Burgelijke
Stand bestaat nu al 140 jaar, maar de
uitvindingen van Hitier liggen ergens
vergeten tussen wat oude paperassen.
BIJ DE BURGEMEESTER.
De mensen, die al een geschikte naam
bezaten, waren gauw klaar: ze gaven
deze op en daarmee was hun naam de
finitief geregistreerd. Enkele voorbeel
den van reeds eeuwen bestaande namen
uit Zeeland zijn: Teellnck, Naerebout,
de Ruyter, van der Palm, Haringman,
Smijtegelt, Miggrode, Ermerins, Rey-
gersbergh, de Swaef, enz.
Er waren veel landgenoten, die zich
altijd naar hun vader genoemd hadden:
158.
Willem Beukelszoon, Jacob Janszoon,
Gerrit Cornellszoon. Ze lieten zich een
voudig met deze naam inschrijven
(„zoon" werd „se") en zijn de stamva
ders geworden van de duizenden, die
dergelijke namen dragen.
Een andere categorie noemde zich
naar het beroep dat werd uitgeoefend
of naar de plaats waar men woonde.
Voorbeelden hiervan zijn er te over.
WONDERLIJKE NAMEN.
Er waren mensen, die maar matig
Ingenomen waren met de nieuwe maat
regel van Napoleon, vooral toen ze dóór
hadden wat zijn bedoeling was. Daarom
verzonnen ze op het gemeentehuis maar
wat, vooral als ze terecht kwamen bij
een ambtenaar, die gevoel voor humor
had en dapper meehielp om wat leuks
te bedenken. Op deze manier zouden de
vreemde namen: Naaktgeboren, Nie
mandsverdriet, Treurniet, Suikerbuik,
Vroegindewel, Vroegop, e.d. hebben
kunnen ontstaan.
Ook gaven sommigen een naam op,
die herinnerde aan een karaktertrek,
aan een lichamelijke eigenschap of aan
de kleur van de huid of het haar. Hier
onder volgen wat namen, die u zonder
nadere verklaring wel begrijpen zult.
Bruynooge, de Witte, de Bruine,
Zwart, Seheele, Baard (Baart), Krepel,
Op-en-neer (een kreupele), de Lange,
de Korte, Klein, de Groot, Kleipepier, de
Rijke, Goedbloed, Goedhart, de Jonge,
den Oude, Steketee (iemand met ekster
ogen?).
Over de Zeeuwse namen zou nog
veel meer te schrijven zijn, ik ben me
wel bewust, dat ik maar heel opper
vlakkig slechts een klein gedeelte van
de betekenis en het ontstaan van onze
namen heb besproken. Het was niet
Het lichten van ongekopte bieten ge
schiedde tijdens de demonstraties in de
Bathpolders op Donderdag j.l. met een
tweerijige „Zeelandlichter" van de fa.
Schipper uit Goes. Deze machine ver
richtte best werk en ook de vierrijïge
„Krijnenlichter", achter Fordson, deed
het goed, zij het minder dan de eerste.
De bietenlichter van Slotboom te
Eist voldeed niet zo goed, hetgeen wel
voornamelijk aan de zware grond was
te wijten. De „Farmall" bietenlichter
deed ook heel goed werk. Het twee
rijige kopapparaat van de fa. Schipper
bleek een zeer handige machine te zijn
en ook de Fordson aan trekker, die
twee rijen gelijk afwerkte, rooide goed,
al kwamen er wat kluiten mee.
Het beste werk leverde het Maring
tweerijige kopapparaat: de tweerijige
Maring lichter aan een trekker bleek
iets te licht te zfjn. Het Dameco-Mern
tweerijige kopapparaat en de korfrooier
werkte tamelijk goed. De rooier lever
de schoon werk. De Roerslev éénrijïge
kopper met looftransporteur betekent
wel iets voor de toekomst. Deze ma
chine rooit en kopt tegelijk en gooit het
loof meteen op rijen.
Voor de boeren is het van grote be
tekenis het loof goed schoon te kunnen
verzamelen. Het levert, geënsileerd,
volwaardig voer voor hun beesten.
De „Catchpole Bietenrooier", die een
behoorlijke werkbesparing geeft, lever
de daarentegen het loof vrijwel on
bruikbaar af. De „Peter Standen" bie-
tenrooimachine, eveneens een volledig
mechanische rooier, werkte met een
bietentransporteur, waardoor de bieten
zo op de wagen terecht komen. Er kwa
men echter ook nogal wat kluiten mee.
Deze machine zou ook kunnen werken
met een looftransporteur, werd verteld.
Onenigheid over aardstralen.
Na afloop van een druk bezochte cau
serie, welke Donderdag door de heer
J. G. Mieremet, leider en oprichter van
het eerste Ned. Bureau voor Wichel-
roedeonderzoek, te Venlo werd gehou
den, is er een hooglopend debat gehou-
staan tussen vele wichelroedelopers uit
Venlo en omgeving. Zij liepen met hun
apparaten door de zaal en ondergingen
geheimzinnige krachten, die in de aarde
huizen.
Waar de één echter een hevige „be
straling" ondervond, ervoer de ander
niets en mocht men de deskundigen
geloven, dan bevond de zaal zich zowel
boven een gas- als een waterader. Deze
deskundigen maakten elkaar toen voor
„gevaarlijke beunhazen" uit. Uiteraard
sloegen de leken in het gezelschap de
deskundigheid van deze lieden niet hoog
aan.
Generaal Handy is slecht te spreken
De bevelhebber van het Amerikaanse
leger ln Europa, generaal Handy, heeft
verklaard, dat uit de Amerikaanse
herfstmanoeuvres was gebleken, dat de
veiligheid van de soldaten slecht was.
Zij waren niet voldoende Ingelicht en
aan oefeningen ln camouflage en zich
verbergen diende eveneens aandacht te
worden besteed.
Eens, hoe lang geleden het pre
cies is weet men niet, eens stond
deze molen als een trots bouw
werk even buiten de gemeente
Kapelle. Met zijn machtige wie
ken maalde hij door de lucht en
zijn zware stenen verpulverden
het koren tot bloem.
Geslachten kwamen en gingen,
maar de molen bleef. Stormen en
regenvlagen deerden hem niet
want zijn bouwsel was stevig en
hecht. Kapelle groeide en groeide
en nieuwe straten en huizen kwa
men, waar een akkerland was. En
zo werd deze molen meer en meer
ingebouwd. Zo ver zelfs, dat de
wind nauwelijks meer de wieken
in beweging kon krijgen.
Op 29 Augustus 1939 deed hij
voor het laatste zijn werk, toen
vielen de wieken stil; een motor
nam het werk over.
Omdat nu de molen vervallen
raakt heeft de tegenwoordige
eigenaar, de heer A. van Wingen
aan de Stichting Monumentenzorg
en de Vereniging „De Hollandse
Molen" verzocht hem te mogen
slopen. Monumentenzorg heeft
reeds toestemming verleend.
Weinig is maar over de molen
bekend. Er heeft een windvaan op
gestaan die uit 1751 dateerde en
in het houtwerk staan vele namen
en jaartallen gekerfd; het oudste
is van 1680.
Sedert 1887 is de molen in bezit
van de Fam. van Wingen. De te
genwoordige molenaar kocht hem
in 1908 van zijn broer die hem in
1887 had gekocht van de heer H.
de Jonge.
Als straks, daar aan de Bieze-
lingse straat, de molen zal zijn
gesloopt, zal uit Kapelle weer een
stukje historie verdwenen zijn.
Q UOD LICET IOV1 NON LICET
BOVI!" zegt een oud Romeins
spreekwoord en vry vertaald komt het
hierop neer dat twee mensen hetzelfde
kunnen doen: de een echter wordt er
om geëerd en de ander verguisd. Het
ziet er naar uit, dat de thans 75-jarige
premier van Egypte, Moestafa Nahas
Pasja, dat binnen zeer afzienbare tijd
aan den lijve zal ervaren. Wat van Dr
Mohammed Mossadeq, de premier van
Perzië geslikt wordt, dat neemt de we
reld daarom nog niet van Moestafa
Nahas Pasja. Als het Perzische natio
nalisme het klaar weet te spelen de
Britten uit zijn land te verdrijven en
zich te ontworstelen aan het „koloniale
uitbuiterssysteem", dan kan het inder
daad schijnen dat dat ook aan het
Egyptische nationalisme moet lukken
maar die kans is maar uitermate ge
ring en het ziet er wel naar uit, dat de
drie decreten die Nahas Pasja in de af
gelopen week aan het Egyptische par
lement heeft voorgelegd en waarin het
Anglo-Egyptische verdrag van 1936
eenzijdig wordt opgezegd en koning
Faroek ook tot koning van de Soedan
wordt uitgeroepen, in de geschiedenis
geboekstaafd zullen blijven als de ver
gissing van Nahas Pasja.
BITTERHEID moet er gewoond heb
ben in het hart van Moestafa
Nahas Pasja toen hij onmiddellijk na
het beëindigen van de eerste wereld
oorlog zijn land, Egypte, werd uitge
jaagd en hij als banneling op het eiland
Malta vertoefde. Bitterheid, omdat zijn
nationalistische gevoelens in zijn land
niet werden geduld. En Rch een recht
vaardig nationalisme, want maakte
Egypte, het vroeger zo machtige rijk
der Farao's, het land met een langere
beschavingsgeschiedenis dan welk land
ter wereld ook misschien, geen periode
van verval door? Honderden jaren lang
maakte het land nu al deel uit van het
Ottomaanse rijk. Toen de jonge Moes
tafa 6 jaar oud was waren zijn lands
lieden in opstand gekomen tegen de
Khedive die opstand was het sein
geweest voor de Engelsen om militair
in te grijpen ter bescherming van hun
Suezkanaal-belangen en sedert dien
was het land ln feite Engels protecto
raat geworden. In die eerste wereld
oorlog waren de Engelsen er heer en
meester geweest en was de invloed der
Turken vrijwel verdwenen. Toen moet
daar, op dat eiland Malta, wel het plan
gerijpt zijn in de banneling Nahas: het
plan om zich met behulp der Engelsen
eerst los te maken uit het Turkse rijk
en zich daarna vrij te scheuren van de
Engelsen.
mijn bedoeling er dieper op in te gaan,
misschien vind ik daarvoor later nog
wel eens gelegenheid, maar ik wilde
alleen maar op deze manier herinneren
aan het jubileum van de Burgerlijk
Stand.
Dr P. J. Meertens (een Zeeuw van
geboorte) heeft een paar jaar geleden
een boekje geschreven: „Zeeuwse Fa
milienamen"; wie meer over deze aan
gelegenheid wil weten, vindt hierin in
teressante bijzonderheden.
L. v. W.
HET EERSTE DEEL van het plan
was gemakkelijk. In 1922 kwam
het ogenblik, dat Egypte onafhankelijk
werd verklaard. Er kwam echter geen
regeling betreffende de Britse bezet
ting. En daarom begon toen de strijd
eerst goed.
Een strijd op twee fronten: enerzijds
tegen de Britten die toen nog niet dach
ten over een prijsgeven van hun posi
ties en anderzijds tegen de stromingen
in eigen land. Tegen de Nationalistische
Partij, gesticht door de onbezonnen
Moestafa Kemal, die van mening was
dat men niet met de Engelsen diende
te onderhandelen alvorens dezen hun
troepen hadden teruggetrokken en an
derzijds tegen de groeiende ontevreden
heid van de bezitloze klasse, levend in
de meest grauwe armoede, die in stilte
hoopte, dat Engeland hen zou verlossen
van de willekeur van de hofkliek en de
groot-landbezitters. Tussen beide in
stond Nahas Pasja met zfjn partij, de
Wafd; hij wilde onderhandelen, maar
tocli met het uiteindelijke doel de Brit
ten kwijt tè raken. Nooit vergat de
vroegere banneling zijn nationalistisch
ideaal. In 1936 was hij premier van een
nationale regering en in die functie
tekende hij toen het AngloEgyptische
verdrag, dat hij nu onlangs heeft op
gezegd. Het was een verdrag van bond
genootschap waarbij aan Engeland
werd toegestaan voor een periode van
20 jaar troepen te legeren in de Suez
kanaal-zóne (10.000 man plus 400 pi
loten); in ruil daarvoor erkende Enge
land Egypte als een souvereine staat
en nam het op zich het Egyptische
grondgebied te verdedigen in geval van
oorlog.
Die oorlog kwam en ook toen weer
werd Nahas pasja geroepen zijn land
te regeren ondanks de grote anti
pathie die koning Faroek jegens hem
koesterde en nog koestert. Vele malen
moet in die periode bij de premier de
gedachte zijn opgekomen de Britten in
de steek te laten en in te gaan op de
verleidelijke aanbiedingen van de Duit
sers. In de zomer van 1942 leek het er
op of de geallieerde troepen uit Afrika
zouden worden weggevaagd door Rom
mel's Afrikakorps. Maar Nahas pasja
bleef trouw aan de Britten deze
oude politieke rot keek verder!
Reeds in 1945 echter raakte hij op
nieuw in conflict met zijn koning en
moest hij aftreden. In 1945 boycotte
de Wafdisten de algemene verkiezingen,
maar in 1949 veroverden zij de meer
derheid in het parlement. Sedert dien
is Nahas Pasja premier en lijkt zijn
positie zekerder dan ooit!
RUIM 30 JAREN heeft het geduurd
voordat de banneling van Malta
het ogenblik gekomen achtte; kan men
het hem kwalijk nemen dat hij juist nu
de kans schoon meende zijn ideaal
Egypte zonder Engelsen, te verwezen
lijken? Uit de tweede wereldoorlog is
een Engeland te voorschijn gekomen,
dat nog slechts flauw doet denken aan
het machtige Albion van vroeger. Het
Indische keizerrijk maakte zich los van
het moederland, het Suezkanaal leek
niet langer de hartslagader van het
Britse imperium en de wijfelende poli
tiek van de overleden minister van
buitenlandse zaken, Bevin, ten aanzien
van het midden-Oosten scheen een uit
zonderlijke gelegenheid te scheppen.
Toen kwam het olieconflict in Perzië:
een klein en onontwikkeld land, geleid
door een groep ultra-nationalisten, pres
teerde het de Britten aan de dijk te
zetten zonder door de wereld noemens
waard op de vingers te worden getikt.
Het was voor Nahas Pasja als een
lichtend voorbeeld.
En nog schoner scheen de kans te
worden, toen in de afgelopen weken
duidelijk werd, dat de Westelijken
streefden naar een militair commando
in het Midden-Oosten. Vooral Amerika
ziet met lede ogen de militaire zwak
heid aan van deze zo dicht aan Rusland
grenzende hoek en heeft dan ook zijn
zin doorgezet om Turkije en Grieken
land in het Atlantisch Pact op te ne
men. Nu moet het daar militair op po
ten worden gezet. Naar het schijnt
zullen drie landen uit het Britse Ge
menebest, Australië, Nieuw-Zeeland en
Zuid-Afrika, zicii speciaal aan deze mi
litaire organisatie verbinden. Maar
behalve Griekenland en Turkije is ook
Egypte, dat de sleutel is tot Afrika,
onmisbaar in een dergelijk pact. Dat
wetend, achtte Nahas Pasja zijn tijd
gekomen. De koehandel kon beginnen:
militaire medewerking slechts in ruil
voor volkomen vrijheid.
TS DEZE REDENERING nu zo
dwaas? Waarom zou het nu aan
Mossadeq wel lukken en aan Nahas
Pasja, die ogenschijnlijk nog veel ster
ker staat, niet? Het antwoord is niet
zo heel moeilijk te vinden: de kracht
van Egypte's argumenten is omgekeerd
evenredig aan zijn militaire kracht.
Niemand zou waarschijnlijk veel be
zwaren maken, Engeland dan uitgezon
derd, als men maar van mening was
dat de Egyptische strijdkrachten inder
daad het Suezkanaal zouden kunnen be
schermen. Maar het zeer povere figuur,
dat deze strijdmacht heelt geslagen in
de Israëlische oorlog, heeft wel bewe
zen, dat daarvan geen sprake is. En
aangezien Amerika er op dit ogenblik
zeker niet over denkt deze slagader in
net Atlantisch lichaam onbeschermd te
laten kan Nahas Pasja wel vele de
creten uitvaardigen, kan hij een nog
zo grote mond opzetten maar het
gunstigste resultaat dat hij zal kunnen
bereiken is, dat de Britse bezettings
troepen vervangen worden door Ameri
kanen.
DE VERGISSING van Nahas Pasja
is niet iets buitengewoons. Hel is
een vergissing die in vele landen van,
het Oosten gemaakt is: het nationalis
me wordt opgezweept, het land wordt
vergiftigd door haal tegen de vreem
deling, men droomt zich een heilstaat
als die vreemdeling maar eenmaal
weggejaagd zal zijn en men sluit
de ogen voor de eigen zwakheid, voor
de misstanden in eigen land, de armoe
de, de corruptie, de misdaad. De ver
gissing van Nahas Pasja is de vergis
sing van een Soekarno, van een Thakin
Noe in Birma en in zekere zin ook van
een Pandit Nehroe. Soms wordt in deze
vreemde wereld die vergissing getole
reerd en soms, zoals in Egypte, wordt
er moord en brand over geschreeuwd.
Straks zal misschien blijken, dat Egyp
te er desondanks het beste aan toe is.