te d shag! e foup e DE VERGISSING VAN NAHAS PASJA. ^er frank* r IN YERSEKE LACHT HAAST IEDEREEN NU DE MOSSELSLAG IN VOLLE GANG IS. Napoleon zorgde 140 jaar geleden voor onze familienamen* tanden l ZWARE AUTO'S SNORREN NAAR HET ZUIDEN. Weer gaat een molen verdwijnen. is in April i Canada. ,,M'n bed kan ik wel verkopen DE R IS IN DE MAAND. HOE HEET Zeeuwse Wandelingen De bietenrooidemonstraties ia de Bathpolders, Wichelroedelopers scholden elkander uit. Pactfna 2 Zaterdag 13 October 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 SCHOOL MET (BEL". im doet wat ouder wets zelfs, dat me- eens weet waar hei i een van deze da- st onder zijn neus bijdrage gevraagd „Een School mei ideren die er zich cunnen herinneren, ouderlijk huis die ide was, zijn eigen- t die hele Unie uit adat de belangstël- telijk onderwijs uit jn! En het wil ons negatieve houding it in de gelijkstel- ■n bijzonder onder- inanciële middelen eer de Christelijke chijnt men te den- ook geen belang- neer behoeft, ur van een school ders is. De „zilve- e staat maken van aren, die slechts ten, wat de inspec- Christelijk karak ter meer en dat staat niet. ers: dit gebrek aan iaart zich ook her- e veronachtzaming Christelijk onder- scholen gaan kin- op de Christelijke i? Och, om allerlei, nbare school beter ',t voor het middel- -s ook alleen maar school dichterbij st is, die weet, dat voeren is voor de Dat de Unie nog k doet. Want wie te geeft, die steunt plaatselijke school, e deel van het in iaaide geld blijft En een klein per- tfkt om door een rde van ons eigen Tuders duidelijk te at spoedig ook in eeland dergelijke ouden. Al was het hensen weer eens palen. i th nam geen Wre. \er, waaraan het ;e paar te Quebec de met veel zorg ■e geen algemeen m. Prinses Eliza- gewikkeld was ie It.-gouverneur pard Fateux, nam T" van de eerste erveerd werd. De wachtten, uit be ta een minuut of Idienaren het on- de prinses weg, hetzelfde bij de deden, zodat het js d'oevre onaan- lar de keuken. vuur genomen. In de Ruigenhil- ad een schot ge- tieman. Hij ont- rouille enige lie- te stropen met Toen de politie- ïmeerde halt te n geschoten. Hij In de loop van personen gear- ich ook af met ie vooraanstaan- ïritse en Franse ficiële koers in- ikend gemaakt, ig een uit zeven .Brains Trust" in het licht van inciële toestand >eningsbehoeften ie politiek voor In gewoonlijk i zei men Don ers te taak van de orde op de dmarkt te her smeid, dat het g op de Parjjse ste koers heeft luatie van Sep- lie buitenlandse pmerkelijk, die met 20 francs dollar tot 428 ank tot 99. De van dollar en twee jaar resp. ;eweest. d geleden werd le Koningin en ngen aanvaard Verenigde Sta in en van de an Canada en of Tunis om iciële bezoeken Ia te brengen, is thans be- bezoeken in ts hebben. Onze gastheer wachtte ons met een lachend gezicht op bij de bushalte. Door de schilderachtige straatjes we waanden ons in een oud Hollands stad je bracht hij ons naar het hart van de mosselexport van Nederland. Ja, van Nederland, want de laatste twee jarei. liep 92 van de Nederlandse mosselexport over Yerseke. „Geen mossel gaat uit Bruinisse, dat op zijn oude roem teert", zei onze gastheer, „of ze moet eerst in Yerseke geweest zijn". Maar dat was rivaliteit. GEZUCHT. Bij de scnoonaerfj lag de „Eben- haezer". Grage grijparmen grepen in de buik van het scheepje, de Yerseke I, en transporteerden het Yersekse goud de sehoonderij binnen. Yerseke lacht en is in een goede bui, maar in de sehoonderij aan de transportband werd wel eens gezucht. „Ja, mijnheer" we stonden aan de band en in een eindeloze rij gleden de mosselen langs ons „m'n bed kan ik wel verkopen. Niet dat ik uitgeslapen ben, maar veel heb ik deze week niet geslapen. De hele wereld draait me voor mijn ogen". We konden er in komen, wat deze schoonmaker zei. Een half uur lang pikten ook wij de ongerechtigheden weg uit de „mosselen optocht" en toen we een schommelend gevoel kregen, alsof we in een roei bootje op zee dobberden er hing een penetrante zilte geur in de overigens kraakheldere ruimte -, zijn we er maar mee opgehouden. En steeds gleden de mosselen verder. De ZEEUWSE IS BETER. Na de verschoning werden de mos selen in jutezakken klaar gezet voor bet transport. In de ene hoék stonden de Zeeuwse mosselen, in de andere de Waddenmosselen. Maar een mossel is toch een mossel? Wat is het verschil? De bedrijfsleider heeft het ons uitge legd. Frankrjjk wil alleen mosselen hebben, waarin geen parasieten, kleine rode diertjes, voorkomen. In de mosselen van de Wadden worden deze niet aange troffen, maar in de Zeeuwse soms wel. „Toch zijn de Zeeuwse mosselen be ter", interumpeerde de chef van de binnendienst. De Franse mosselen dan krijgen van dr Grijs in Bergen op Zoom een certificaat waar het stempel op staat van het Bestuur van de Visserij in de Zeeuwse stromen. Dat stempel doet het 'm, want dat waarborgt het uitgaande Parijs, dat het waar voor zijn dure geld krijgt. Een idee kan soms lastig zijn. Maar Parijs en Zuid-Frankrijk zijn gek op onze mosselen. „Mijnheer, het is fantastisch!" onderbraken we, „maar iedere medaille heeft zijn keerzijde". „Inderdaad", zei de bedrijfsleider. Toen hoorden we een ander verhaal. Het duurt niet meer zo lang en dan kunnen we niet meer aan de gehele vraag ln het buitenland voldoen. De kweekplaatsen bij Dokkumernieuwzjjl, Texel en Kornwerd raken leeg. We kunnen dan niet meer genoeg expor teren en Denemarken verovert onze markt. Nu zijn er in de Wadden nog plenty wilde mosselen. Het is voor ons een klein kunstje om die per schip te lialen, maar daar wil de inspectie niets van weten. We begrijpen dit niet zo goed. Dit was het einde van het gesprek, want de bedrijfsleider had meer te doen, dan verhaaltjes te vertellen. MOSSELPOLITEEK. We zijn de dijk weer opgelopen. Aan de haven stonden een groepje vissers de mosselpolitiek te bepraten. Van de tien mensen die we daar tegen kwa men hadden negen iets met de mosse len uit te staan. „Dat is een slechte", zei onze gast heer en hij wees een geüniformeerd iemand aan. Het was een controleur, die nauwkeurig de schepen en schoon- derijen controleert of alle hygiënische voorschriften wel in acht worden ge nomen. Een slechte, maar onze gids meende er niets van, want direct ver telde hij hoe belangrijk het is dat de mosselen inderdaad schoon de deur uitgaan. Later tuurden we over het wijde water. Rechts in de richting van Krabbendijke strekten zich de Bel- Het leven van de mossel. Heel Yerseke is in een beste bui, want het gaat in deze plaats, die daar geplakt ligt tegen de dijk van de Oosterschelde, goed met de mos selen, oesters en kreeften. Niet alleen dat de diertjes, het goud van Yerseke, bijzonder fraai gegroeid zijn deze zomer, maar nog nooit nam de export zo'n hoge vlucht. En dat is zoet verdienen! Of was het mis schien de stralende Octoberdag, het frisse briesje uit het Noordoosten, dat over de Schelde kwam aanwaaien, die in die plaats al die vriende- lijk-lachende gezichten toverden? We weten het niet hoe dat alles zo kwam, maar het was goed toeven in Yerseke en we hebben volop ge noten van de bedrijvigheid die er heerste en van de weldadige arbeids vreugde, die we niet zo vaak meer ontmoeten. Het Is October. De r Is ln de maand en dan begint Yerseke pas echt te leven. Elke dag vertrekken de auto's vol met mosselen naar België en Frankrijk. Het buitenland schreeuwt om het malse visvlees. Yerseke doet wat het kan, maar het is niet meer bij te sloffen. Ruim 30.000 ton wordt ln een week uit gevoerd, maar dit had ook 80.000 ton kunnen zijn, want ondanks dat men met man en macht werkt, kan niet aan alle orders worden voldaan. Er zijn andere tijden geweest. Vorige jaar was de kwaliteit van de mossel minder goed en Denemarken dreigde de markt te veroveren. Nu is dat anders. Yerseke verdient deviezen. Elke ton (100 kg), brengt zo'n f 11,op. Dit cijfertje spreekt boek delen. Het Yersekse goud stroomt weg en het geld rolt weer binnen. De r ls in de maand en dan is Yerseke op zijn best. In de kweekplaatsen worden de kleine mosseltjes uitgezet. Daar groeien ze tot ze ongeveer 5 tot 6 cm. groot zijn. Dan worden de schelpdieren opgevist en de laat ste vier dagen van hun leven slij ten ze in de verwaterplaatsen. Dit zijn vakken langs de dijk bij Yerseke waar de dieren vrij van zand moeten worden. Van de. ver waterplaatsen gaan de mosselen naar de sehoonderij waar een on- herroeppelijke dood ze wacht. gische verwaterplaatsen uit en links in de richting van Wemeldinge de Franse. We konden nauwelijks ver moeden welke schatten daar onder dat vandaag zo zeldzame strakblau we water lagen verborgen, waar ginds in de verte de Yersekers naar visten. En 's avonds visten zij nog maar nu in geheimzinnig licht van flakkerende lampen. Ja, Yerseke werkt bij een stralende zon en in het donker, want het buitenland vraagt (Ingez. mededeling, advert.) Waarom claxonneren de -aauffeurs zo weinig? Er zijn de laatste tijd talrijke klach ten van weggebruikers over het feit, dat vele automobilisten geen signaal meer geven. Volgens het nieuwe wegenverkeers reglement mogen bestuurders van mo torvoertuigen slechts signaal geven, wanneer door hun nadering gevaar dreigt voor andere weggebruikers en dat signaal nodig is ter afwending van dit gevaar. Nu laten velen thans het claxonneren onder vrijwel alle omstan digheden eenvoudig na, uit vrees voor een eventuele bekeuring. Uiteraard is men gekant tegen zinloos claxonneren, doch anderzijds is de verkeersveiligheid er zeker niet mede gediend, indien men er onder alle omstandigheden van af ziet van zijn claxon gebruik te maken, aldus de A.N.W.B. Iedereen heeft tegenwoordig een achternaam, maar vroeger was dat niet zo. We kunnen ons dat niet meer voor stellen, maar toch is het zo: een paar eeuwen geleden waren er nog heel wat mensen, die alleen maar een voornaam hadden. Om ze aan te duiden werden verschillende middelen gebruikt: de naam van vader of grootvader kwam er bij te pas (Klaas van Simon van Gerritje) of de boeren werden ge noemd naar hun hofstede (Willem van Molenzicht) of een of andere eigen schap werd de aanduiding (Pier de Rooien, Levien de Schele) Napoleon heeft aan deze verwarring een eind gemaakt. In 1811 vaardigde hij een decreet uit, dat ieder zich bjj de malre (burgemeester) van zijn woon plaats moest vervoegen om een voor naam en familienaam op te geven. NAPOLEON EN HITLER. Wat was eigenlijk de bedoeling van Napoleon? Was hij zo bezorgd over ons volk, dat niet ieder zijn eigen naam had? Natuurlijk begrijpen we, dat er iets anders achter zat met deze instelling van de Burgerlijke Stand. We weten, dat Napoleon voor zijn oorlogen veel soldaten nodig had („kanonnenvlees" noemde hij ze. Ook in ons land probeer de hij mannen te werven hij voerde hier de conscriptie, de verplichte krijgs dienst in. Wat was het dan gemakkelijk dat ieder een eigen naam had! Het verwondert ons dan ook niet, dat er velen waren, die het bevel van de Keizer aan hun laars lapten en niet bij de burgemeester verschenen met hun naam. In 1825 werd het bevel herhaald, nu door onze Koning Willem I, omdat er nog velen in ons land rondliepen zon der fatsoenlijke naam. Hitier, de minder geniale leerling van Napoleon, heeft hetzelfde geprobeerd. Hij gebruikte stamkaart en persoons bewijs om de onderworpen volken in te schakelen bfj de verdediging van zijn land, maar met minder succes dan Na poleon. Diens ingevoerde Burgelijke Stand bestaat nu al 140 jaar, maar de uitvindingen van Hitier liggen ergens vergeten tussen wat oude paperassen. BIJ DE BURGEMEESTER. De mensen, die al een geschikte naam bezaten, waren gauw klaar: ze gaven deze op en daarmee was hun naam de finitief geregistreerd. Enkele voorbeel den van reeds eeuwen bestaande namen uit Zeeland zijn: Teellnck, Naerebout, de Ruyter, van der Palm, Haringman, Smijtegelt, Miggrode, Ermerins, Rey- gersbergh, de Swaef, enz. Er waren veel landgenoten, die zich altijd naar hun vader genoemd hadden: 158. Willem Beukelszoon, Jacob Janszoon, Gerrit Cornellszoon. Ze lieten zich een voudig met deze naam inschrijven („zoon" werd „se") en zijn de stamva ders geworden van de duizenden, die dergelijke namen dragen. Een andere categorie noemde zich naar het beroep dat werd uitgeoefend of naar de plaats waar men woonde. Voorbeelden hiervan zijn er te over. WONDERLIJKE NAMEN. Er waren mensen, die maar matig Ingenomen waren met de nieuwe maat regel van Napoleon, vooral toen ze dóór hadden wat zijn bedoeling was. Daarom verzonnen ze op het gemeentehuis maar wat, vooral als ze terecht kwamen bij een ambtenaar, die gevoel voor humor had en dapper meehielp om wat leuks te bedenken. Op deze manier zouden de vreemde namen: Naaktgeboren, Nie mandsverdriet, Treurniet, Suikerbuik, Vroegindewel, Vroegop, e.d. hebben kunnen ontstaan. Ook gaven sommigen een naam op, die herinnerde aan een karaktertrek, aan een lichamelijke eigenschap of aan de kleur van de huid of het haar. Hier onder volgen wat namen, die u zonder nadere verklaring wel begrijpen zult. Bruynooge, de Witte, de Bruine, Zwart, Seheele, Baard (Baart), Krepel, Op-en-neer (een kreupele), de Lange, de Korte, Klein, de Groot, Kleipepier, de Rijke, Goedbloed, Goedhart, de Jonge, den Oude, Steketee (iemand met ekster ogen?). Over de Zeeuwse namen zou nog veel meer te schrijven zijn, ik ben me wel bewust, dat ik maar heel opper vlakkig slechts een klein gedeelte van de betekenis en het ontstaan van onze namen heb besproken. Het was niet Het lichten van ongekopte bieten ge schiedde tijdens de demonstraties in de Bathpolders op Donderdag j.l. met een tweerijige „Zeelandlichter" van de fa. Schipper uit Goes. Deze machine ver richtte best werk en ook de vierrijïge „Krijnenlichter", achter Fordson, deed het goed, zij het minder dan de eerste. De bietenlichter van Slotboom te Eist voldeed niet zo goed, hetgeen wel voornamelijk aan de zware grond was te wijten. De „Farmall" bietenlichter deed ook heel goed werk. Het twee rijige kopapparaat van de fa. Schipper bleek een zeer handige machine te zijn en ook de Fordson aan trekker, die twee rijen gelijk afwerkte, rooide goed, al kwamen er wat kluiten mee. Het beste werk leverde het Maring tweerijige kopapparaat: de tweerijige Maring lichter aan een trekker bleek iets te licht te zfjn. Het Dameco-Mern tweerijige kopapparaat en de korfrooier werkte tamelijk goed. De rooier lever de schoon werk. De Roerslev éénrijïge kopper met looftransporteur betekent wel iets voor de toekomst. Deze ma chine rooit en kopt tegelijk en gooit het loof meteen op rijen. Voor de boeren is het van grote be tekenis het loof goed schoon te kunnen verzamelen. Het levert, geënsileerd, volwaardig voer voor hun beesten. De „Catchpole Bietenrooier", die een behoorlijke werkbesparing geeft, lever de daarentegen het loof vrijwel on bruikbaar af. De „Peter Standen" bie- tenrooimachine, eveneens een volledig mechanische rooier, werkte met een bietentransporteur, waardoor de bieten zo op de wagen terecht komen. Er kwa men echter ook nogal wat kluiten mee. Deze machine zou ook kunnen werken met een looftransporteur, werd verteld. Onenigheid over aardstralen. Na afloop van een druk bezochte cau serie, welke Donderdag door de heer J. G. Mieremet, leider en oprichter van het eerste Ned. Bureau voor Wichel- roedeonderzoek, te Venlo werd gehou den, is er een hooglopend debat gehou- staan tussen vele wichelroedelopers uit Venlo en omgeving. Zij liepen met hun apparaten door de zaal en ondergingen geheimzinnige krachten, die in de aarde huizen. Waar de één echter een hevige „be straling" ondervond, ervoer de ander niets en mocht men de deskundigen geloven, dan bevond de zaal zich zowel boven een gas- als een waterader. Deze deskundigen maakten elkaar toen voor „gevaarlijke beunhazen" uit. Uiteraard sloegen de leken in het gezelschap de deskundigheid van deze lieden niet hoog aan. Generaal Handy is slecht te spreken De bevelhebber van het Amerikaanse leger ln Europa, generaal Handy, heeft verklaard, dat uit de Amerikaanse herfstmanoeuvres was gebleken, dat de veiligheid van de soldaten slecht was. Zij waren niet voldoende Ingelicht en aan oefeningen ln camouflage en zich verbergen diende eveneens aandacht te worden besteed. Eens, hoe lang geleden het pre cies is weet men niet, eens stond deze molen als een trots bouw werk even buiten de gemeente Kapelle. Met zijn machtige wie ken maalde hij door de lucht en zijn zware stenen verpulverden het koren tot bloem. Geslachten kwamen en gingen, maar de molen bleef. Stormen en regenvlagen deerden hem niet want zijn bouwsel was stevig en hecht. Kapelle groeide en groeide en nieuwe straten en huizen kwa men, waar een akkerland was. En zo werd deze molen meer en meer ingebouwd. Zo ver zelfs, dat de wind nauwelijks meer de wieken in beweging kon krijgen. Op 29 Augustus 1939 deed hij voor het laatste zijn werk, toen vielen de wieken stil; een motor nam het werk over. Omdat nu de molen vervallen raakt heeft de tegenwoordige eigenaar, de heer A. van Wingen aan de Stichting Monumentenzorg en de Vereniging „De Hollandse Molen" verzocht hem te mogen slopen. Monumentenzorg heeft reeds toestemming verleend. Weinig is maar over de molen bekend. Er heeft een windvaan op gestaan die uit 1751 dateerde en in het houtwerk staan vele namen en jaartallen gekerfd; het oudste is van 1680. Sedert 1887 is de molen in bezit van de Fam. van Wingen. De te genwoordige molenaar kocht hem in 1908 van zijn broer die hem in 1887 had gekocht van de heer H. de Jonge. Als straks, daar aan de Bieze- lingse straat, de molen zal zijn gesloopt, zal uit Kapelle weer een stukje historie verdwenen zijn. Q UOD LICET IOV1 NON LICET BOVI!" zegt een oud Romeins spreekwoord en vry vertaald komt het hierop neer dat twee mensen hetzelfde kunnen doen: de een echter wordt er om geëerd en de ander verguisd. Het ziet er naar uit, dat de thans 75-jarige premier van Egypte, Moestafa Nahas Pasja, dat binnen zeer afzienbare tijd aan den lijve zal ervaren. Wat van Dr Mohammed Mossadeq, de premier van Perzië geslikt wordt, dat neemt de we reld daarom nog niet van Moestafa Nahas Pasja. Als het Perzische natio nalisme het klaar weet te spelen de Britten uit zijn land te verdrijven en zich te ontworstelen aan het „koloniale uitbuiterssysteem", dan kan het inder daad schijnen dat dat ook aan het Egyptische nationalisme moet lukken maar die kans is maar uitermate ge ring en het ziet er wel naar uit, dat de drie decreten die Nahas Pasja in de af gelopen week aan het Egyptische par lement heeft voorgelegd en waarin het Anglo-Egyptische verdrag van 1936 eenzijdig wordt opgezegd en koning Faroek ook tot koning van de Soedan wordt uitgeroepen, in de geschiedenis geboekstaafd zullen blijven als de ver gissing van Nahas Pasja. BITTERHEID moet er gewoond heb ben in het hart van Moestafa Nahas Pasja toen hij onmiddellijk na het beëindigen van de eerste wereld oorlog zijn land, Egypte, werd uitge jaagd en hij als banneling op het eiland Malta vertoefde. Bitterheid, omdat zijn nationalistische gevoelens in zijn land niet werden geduld. En Rch een recht vaardig nationalisme, want maakte Egypte, het vroeger zo machtige rijk der Farao's, het land met een langere beschavingsgeschiedenis dan welk land ter wereld ook misschien, geen periode van verval door? Honderden jaren lang maakte het land nu al deel uit van het Ottomaanse rijk. Toen de jonge Moes tafa 6 jaar oud was waren zijn lands lieden in opstand gekomen tegen de Khedive die opstand was het sein geweest voor de Engelsen om militair in te grijpen ter bescherming van hun Suezkanaal-belangen en sedert dien was het land ln feite Engels protecto raat geworden. In die eerste wereld oorlog waren de Engelsen er heer en meester geweest en was de invloed der Turken vrijwel verdwenen. Toen moet daar, op dat eiland Malta, wel het plan gerijpt zijn in de banneling Nahas: het plan om zich met behulp der Engelsen eerst los te maken uit het Turkse rijk en zich daarna vrij te scheuren van de Engelsen. mijn bedoeling er dieper op in te gaan, misschien vind ik daarvoor later nog wel eens gelegenheid, maar ik wilde alleen maar op deze manier herinneren aan het jubileum van de Burgerlijk Stand. Dr P. J. Meertens (een Zeeuw van geboorte) heeft een paar jaar geleden een boekje geschreven: „Zeeuwse Fa milienamen"; wie meer over deze aan gelegenheid wil weten, vindt hierin in teressante bijzonderheden. L. v. W. HET EERSTE DEEL van het plan was gemakkelijk. In 1922 kwam het ogenblik, dat Egypte onafhankelijk werd verklaard. Er kwam echter geen regeling betreffende de Britse bezet ting. En daarom begon toen de strijd eerst goed. Een strijd op twee fronten: enerzijds tegen de Britten die toen nog niet dach ten over een prijsgeven van hun posi ties en anderzijds tegen de stromingen in eigen land. Tegen de Nationalistische Partij, gesticht door de onbezonnen Moestafa Kemal, die van mening was dat men niet met de Engelsen diende te onderhandelen alvorens dezen hun troepen hadden teruggetrokken en an derzijds tegen de groeiende ontevreden heid van de bezitloze klasse, levend in de meest grauwe armoede, die in stilte hoopte, dat Engeland hen zou verlossen van de willekeur van de hofkliek en de groot-landbezitters. Tussen beide in stond Nahas Pasja met zfjn partij, de Wafd; hij wilde onderhandelen, maar tocli met het uiteindelijke doel de Brit ten kwijt tè raken. Nooit vergat de vroegere banneling zijn nationalistisch ideaal. In 1936 was hij premier van een nationale regering en in die functie tekende hij toen het AngloEgyptische verdrag, dat hij nu onlangs heeft op gezegd. Het was een verdrag van bond genootschap waarbij aan Engeland werd toegestaan voor een periode van 20 jaar troepen te legeren in de Suez kanaal-zóne (10.000 man plus 400 pi loten); in ruil daarvoor erkende Enge land Egypte als een souvereine staat en nam het op zich het Egyptische grondgebied te verdedigen in geval van oorlog. Die oorlog kwam en ook toen weer werd Nahas pasja geroepen zijn land te regeren ondanks de grote anti pathie die koning Faroek jegens hem koesterde en nog koestert. Vele malen moet in die periode bij de premier de gedachte zijn opgekomen de Britten in de steek te laten en in te gaan op de verleidelijke aanbiedingen van de Duit sers. In de zomer van 1942 leek het er op of de geallieerde troepen uit Afrika zouden worden weggevaagd door Rom mel's Afrikakorps. Maar Nahas pasja bleef trouw aan de Britten deze oude politieke rot keek verder! Reeds in 1945 echter raakte hij op nieuw in conflict met zijn koning en moest hij aftreden. In 1945 boycotte de Wafdisten de algemene verkiezingen, maar in 1949 veroverden zij de meer derheid in het parlement. Sedert dien is Nahas Pasja premier en lijkt zijn positie zekerder dan ooit! RUIM 30 JAREN heeft het geduurd voordat de banneling van Malta het ogenblik gekomen achtte; kan men het hem kwalijk nemen dat hij juist nu de kans schoon meende zijn ideaal Egypte zonder Engelsen, te verwezen lijken? Uit de tweede wereldoorlog is een Engeland te voorschijn gekomen, dat nog slechts flauw doet denken aan het machtige Albion van vroeger. Het Indische keizerrijk maakte zich los van het moederland, het Suezkanaal leek niet langer de hartslagader van het Britse imperium en de wijfelende poli tiek van de overleden minister van buitenlandse zaken, Bevin, ten aanzien van het midden-Oosten scheen een uit zonderlijke gelegenheid te scheppen. Toen kwam het olieconflict in Perzië: een klein en onontwikkeld land, geleid door een groep ultra-nationalisten, pres teerde het de Britten aan de dijk te zetten zonder door de wereld noemens waard op de vingers te worden getikt. Het was voor Nahas Pasja als een lichtend voorbeeld. En nog schoner scheen de kans te worden, toen in de afgelopen weken duidelijk werd, dat de Westelijken streefden naar een militair commando in het Midden-Oosten. Vooral Amerika ziet met lede ogen de militaire zwak heid aan van deze zo dicht aan Rusland grenzende hoek en heeft dan ook zijn zin doorgezet om Turkije en Grieken land in het Atlantisch Pact op te ne men. Nu moet het daar militair op po ten worden gezet. Naar het schijnt zullen drie landen uit het Britse Ge menebest, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika, zicii speciaal aan deze mi litaire organisatie verbinden. Maar behalve Griekenland en Turkije is ook Egypte, dat de sleutel is tot Afrika, onmisbaar in een dergelijk pact. Dat wetend, achtte Nahas Pasja zijn tijd gekomen. De koehandel kon beginnen: militaire medewerking slechts in ruil voor volkomen vrijheid. TS DEZE REDENERING nu zo dwaas? Waarom zou het nu aan Mossadeq wel lukken en aan Nahas Pasja, die ogenschijnlijk nog veel ster ker staat, niet? Het antwoord is niet zo heel moeilijk te vinden: de kracht van Egypte's argumenten is omgekeerd evenredig aan zijn militaire kracht. Niemand zou waarschijnlijk veel be zwaren maken, Engeland dan uitgezon derd, als men maar van mening was dat de Egyptische strijdkrachten inder daad het Suezkanaal zouden kunnen be schermen. Maar het zeer povere figuur, dat deze strijdmacht heelt geslagen in de Israëlische oorlog, heeft wel bewe zen, dat daarvan geen sprake is. En aangezien Amerika er op dit ogenblik zeker niet over denkt deze slagader in net Atlantisch lichaam onbeschermd te laten kan Nahas Pasja wel vele de creten uitvaardigen, kan hij een nog zo grote mond opzetten maar het gunstigste resultaat dat hij zal kunnen bereiken is, dat de Britse bezettings troepen vervangen worden door Ameri kanen. DE VERGISSING van Nahas Pasja is niet iets buitengewoons. Hel is een vergissing die in vele landen van, het Oosten gemaakt is: het nationalis me wordt opgezweept, het land wordt vergiftigd door haal tegen de vreem deling, men droomt zich een heilstaat als die vreemdeling maar eenmaal weggejaagd zal zijn en men sluit de ogen voor de eigen zwakheid, voor de misstanden in eigen land, de armoe de, de corruptie, de misdaad. De ver gissing van Nahas Pasja is de vergis sing van een Soekarno, van een Thakin Noe in Birma en in zekere zin ook van een Pandit Nehroe. Soms wordt in deze vreemde wereld die vergissing getole reerd en soms, zoals in Egypte, wordt er moord en brand over geschreeuwd. Straks zal misschien blijken, dat Egyp te er desondanks het beste aan toe is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 3