Bij
ons
De zegen van het platteland.
Wist U dat?
Ons
TO TO
3-S|
0
13 £ra
TO
dut niet na!
i
w g S"s
K 3
B R
è¥W
B a« 5
2 O o»
g*0Q S. C C
ftSgfrf"
T3 .y
ofw 2 §*0 STS^fS^o t^N o-<
3 3 Q 2 3 2 pr pr Ht> a a) oor
I n I (13 I (5 Q I (5 CL(5 CO 3
i iïcü So o
lp T3 nr tSï 'i1 t£J. S -
|S"s-S.
2. a6"!»
B.O B-Ö
C 3
5:a> w w
^mïLH
TO 3
a» o
Sasi
3 R-o
ff&S
3H.t
TO OQ
a-
p."B
Q)
ro
o crts
so -
rag* P.
?Sft
(V
2.
*®ls
S8§
•ira cr 3
B 2-£ 3 u-3
■8&Pi
JO 3 O
1 O
3 - -
so o o
03 a a. 1
-* Q°
ir 3 ri- tJ
Mi
to
(5 (3 3 3
a
TO rT
3
•seg
TO 5*
to pr 2
3 09 3
3
3~ro
3
se
o
si;**3;3 as
ro 3-"»so sJgS^o
n.w8,.n> -?« o
nNO-K-O'J'
0) O rt) P 2 m
O-CR s <2 to
(D 1: o w M,2 a
ao 3;
R 3 J,r§ o o
•WO ^3- o 3 m act
3 o
S-aX "H." a R35.i'3ön"6o R-0,8*0 m 8 O'S Fö S-? s*o fi
-WJ— n m "O* 'TO jr o £-• 0 R TO Oct fD 0 2-3^" 3 |3 3 2 11 n 3
\oiH°*s$°r? B?«J-SU»S9
TO TO
TO fD
5 tr
o
fD
S
,3- Ha«s|<rt
3O^3^
a'TO/-t5TO*3£i~. N- _ffq O
5'^C3|3»»R 3-S'S g-2
TO
fD »"i
03
3
0? jsr- SU
J+P P
to
m.. n> <^-oq
►tjca 33 cm DV-C
K-£2: fD 03 s
5-§ürf£srë
r* r ra -
r?" 2. g-
N.3 g" S
ö.ofi'!®a<8B!
a> o> «-»■ M g-
wIps.-?3€S,S5
fD h»Pjq CT 3l'Crq
0Q °N2,S?M
2fij03Nw2'DkJ qT
a-f t e.??r5'3
»»WP
C 3
2* N
gSS
3 O Qj
S§£
Sfa™ s;"
S. O 0*fD
(0 N O
«"3:,3
2 3 2.2
2.^ fD
5 M 03 kl
C H S" 03
3.2,(0 3; fD
P
O fD
fD co a
03
PT CLtW
2 05 M.
3 3 Ëq
3
(DNa
y c <D
10
O QJ
s-ar
fD
fD r-
3 3-
0,0?^
"m 0
*~<y g* 2.5
3 O fD (K)
'?«»5
03 *0 >-ii
r-r* •a fD
Ska"8 -
s.wg-
PT 0Q n-»w
ra 2^
a 3
o,3
03 fD
3S
3 03
V
tp n
3-3.
<D (D
iLfD
W ffo
fD
3 3
ftg
3"^
ra 2,
d-3
fD <D
'fD 05
S-fD ^2
fD 3 p
O JT f-1
3 «2 O- 03 N
52. 3 fD 0- 03
Jo - ?rcra •-
2rSS^<
2 a fD 03
V fD 3 3 fD
t=§ O f
fD 3. fD f
2 fD 32
fD fD W
3 3-
3 o <s
- D-t-R 03
03 »"r A >-i
03 i_. £u fD o
s-0!^3
R.aro re «-a
O-fD (D 1 CD CD -
fD
3 ?r
r+ O
°-|
CD TO ft)
3 ,<0 w
.„o
ra ra
r, §-»
3 P SJ- O CD
5 O- CD to
^cr G
R X CD N
O <0 R
3 0 3
2" S Q o fD O
o- S. a-ra R 5.
Bf?3E§o|
1 a-^5.1
S CQ VP-
'W C«
«52
§-g-
CQ R
£5
«Q ^3 «Q
cd a
R to 53 o a s
R -i R s. CD 1
co
fD TO
TO CQ
R R
pao
p.3
o a
N <0
TO <D
g* as
111
s"
•?ga"§;
y»w - y
^^S.ë ra g
3-to o 3 S
03-
■r-3"S
-?5<s
3 S-ë'O ~3-§3.0S ?-
ra £2 rS a -
ra g;
S rara
R TO 3
a A
CD 3-
s'aS®
S "O TO I Vii<
R G
S."3
ÜJra
u -- t.
2. r- ra' 2 S ra
3.5slg N
ra ata s 5 ».B
o ra g. 3 Q-
1
cr
a
°ls
z"o a;
TO O
3 g-o
•a
3
3"
01
Vrijdag 12 October' 1951
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 4
Mijn beste nichtjes en neven,
Nu zit ik toch werkelijk met mijn
handen in het haar. Ik had beloofd deze
week de rest van de brieven te beant
woorden, maarik heb mijn plaats
je in het Weekend verbruikt en nóg
liggen er brieven, die geen beurt kre
gen. Maar nu is het geen hoge stapel
meer. Dus durf ik nu wel stellig be
loven, dat volgende week de rest een
beurt krijgt, waarna ik de prijswinnaars
bekend kan maken. Tegelijk zet ik jul
lie met nieuwe raadsels dan weer aan
het werk. Weet je wat op het ogenblik
leuk is? Die stapel inzendingen met
de kleurplaat van het aardige visser
tje. Wat een knappe kleurmeesters zijn
er in onze familie. Met kleurmeesters
bedoel ik ook de nichtjes hoor.
En gedichtenlang niet mis. Ja,
ik ben werkelijk een beetje trots op
mijn raadselfamilie. Als ik van die wed
strijd de uitslag geef, zal ik proberen
een hoekje over te houden, zodat ik er
een paar van die gedichtjes in kan zet
ten, Doch nustop! Tot de volgende
week.
Jullie TANTE TRUUS.
Cathrien Lu te Serooskerke. Aller
eerst hartelijk dank voor de leuke foto.
Nu weet ik hoe jullie er allemaal uit
zien. Fijne cadeaux kreeg je voor je
verjaardag. Zon eigenverdiend tasje is
ook een mooi bezit. Die kleine Rinus
toch, wat zal dat een baasje worden.
Ik ben blij, dat de prijs zo naar je zin
is. Heb je er al m gelezen? Je vindt
het zeker wel heel prettig om later
naar die andere school te gaan. Dan
kun je moeder fijn gaan helpen met al
les wat je daar leert. Witborstje te
Serooskerke. Je arm breken is altijd
erg, maar zo vlak voor de vacantie is
toch wel dubbel onplezierig. Ik had
echt medelijden met je, toen ik dat las.
Nu is het ook te begrijpen, dat ik je
miste met de vacantiewedstrijden. Ge
lukkig dat alles zo goed terecht kwam.
Hoe is het gebeurd? Geen wonder, dat
die kleine poes een poosje aan de haal
ging, toen die kleine ondeugd zo plaag
de. Maar hij vindt het toch nog zo
kwaad niet bij jullie, want hij kwam
terug. De foto komt in m'n verzameling
foto's van ai mijn nichtjes en neven. Ik
heb er al heel wat. Wat voeren die twee
broertjes zoal uit? Oranjebloempje te
Serooskerke. Een goed idee van moeder
om je zo een wiegje te laten maken.
En je schrijft, dat je het maar eventjes
gedaan hebh Het ging dus nog gauw
ook. Jjj had een goede verjaardag. Wel
ke kleur hebben de strikken? Pas maar
op, dat je die kop en schotel niet breekt.
Goudvisje te Serooskerke. Je bent, ge
loof ik, wel dadelijk aan het lezen ge
trokken, toen je de prijs kreeg. Is het
boek al uit? Je houdt zeker net zo veel
van lezen als ik? Hoeveel boeken heb
je al? Zo is een tochtje naar Middel
burg een dubbele pret, als je dan ook
nog een verrassing krijgt Zo wil ik ook
wel mee, hoor. Herfstastertje te 's-Gra-
venpolder. Ja, dat is waar, ik miste je
al een hele poos. Maar nu met deze
brief heb je het weer goed gemaakt,
want ik heb zo gelachen om dat ver
haal van die aperimaaltijd. Ik kreeg zo
maar zin om daar ook weer eens heen
te gaan. Jammer, dat de vacantie voor
me voorbij is. Maarik denk als ik
weer eens een paar dagen er tussen uit
slip, dat.ik daar vast heenga Hoe vond
broer het? Ik vond die fonteinen ook
zo mooi. Daar kon je niet genoeg naar
kijken. Roodkapje te Goes. Natuurlijk
mag je in onze raadselfamilie komen.
Ja, we hebben het echt gezellig met
elkaar. Je hebt een leuke schuilnaam
gekozen, alleen maar, nu moeten we
oppassen, dat er geen wolf bij komt,
anders hapt die je op. Ik vond de licht
jes 's avonds ook zo mooi. Je ging zeker
wel laat naar bed, toen je bent wezen
kijken. Ik vind het in Zoutelande ook
altijd heerlijk. Jaap de M. te Kamper
land. Dat zal ik onthouden, hoor, dat je
beloofd hebt om voor me te spelen als
ik eens aankom. Wie weet hoe gemak
kelijk het nog wordt om eens op de
fiets langs te komen, alser een
brug is naar Noord-Beveland. Ik luister
altijd graag naar goede muziek. Hoe is
de schoolfoto gelukt? Staat de hele
school op één foto, of ging het klas bij
klas? Jan de M. te Kamperland. Een
pracht plaats om met vacantie te zijn
in Nijmegen. Daar ben ik ook vaak ge
weest. Hoe lang was je er? Jammer,
dat je vriendje verhuisde. Maar mis
schien mag je wel eens bij hem gaan
logeren of mag hij bij jou komen. Dan
blijf je toch vriendjes, al woon je niet
meer bij elkaar. Al gewend aan de
nieuwe juffrouw? Ja, zeker! De kleine
tuinman te Wemeldinge. Wat heb jij
veel gekregen op je verjaardag. En dan,
dat je opa echt helemaal voor jouw
verjaardag naar je toekomt. Dat is ge
weldig. Waar woont opa? Heb je al in
je eigen Bijbeltje gelezen? Welke klem-
heeft het? Krullemie te Rltthem. Nee
maar krullemie, waarvóór was jij bang
om mee te doen? Ik sta toch niet als
een boze tante bekend? Dat hoop ik
niet, hoor! Jij schrijft gezellig. Leuk
zo'n klein neefje te hebben. Jij bent
dan ook al tante, maar ik denk nog
niet over zoveel nichten en neven als
ik. Ga je dikwijls naar hem toe en kent
hij je al?
BaeM-tópAeMrity
„ATLAS DER GEHELE AAR
DE", door P. R. Bos en J. F.
Niermeyer. Uitgave J. B. Wol-
ters, Groningen. 38ste verbeter
de en vermeerderde druk.
Een nieuwe „Bos-Atlas"!
Niettegenstaande de chaotische ver
warring, welke er na de tweede we
reldoorlog op de wereldkaart ontstaan
is, een nieuwe wereld-atlas.
Geen wonder dat P. Eibergen, in het
„voorbericht" deze herdruk aankon
digt als een „moment-opname". Maar
wie kan er op 't ogenblik wachten tot
de toestand gestabiliseerd zal zijn? Be
leven we dat nog in onze generatie?
Intussen: deze nieuwste druk mag
er weer zijn. Ook wat de typografische
verzorging betreft. Het papier is van
uitstekende kwaliteit en de band kan
tegen een stootje, ook waar hij in han
den gegeven zal worden van onze
schooljeugd.
Wat de inhoud betreft zullen we
niet alle verbeteringen releveren, doch
pikken er de volgende uit:
Verbeteringen zijn aangebracht be
treffende de weerkaarten en het ver
keerswezen in de lucht, terwijl een
geheel nieuw Rijkswegenplan werd
opgenomen. Met betrekking tot Ne
derland werd gebruik gemaakt van de
resultaten van de in 1947 gehouden
volkstelling. De provinciekaarten wer
den belangrijk verbeterd met behulp
van de A.N.W.B. De grenscorrecties,
zoals die na de wereldoorlog zijn ge
komen, werden allen aangebracht.
Idem de vorderingen van de droog
legging der Zuiderzee. Voorts is de
nieuwe staatkundige toestand van
midden-Europa geheel in kaart ge
bracht. Idem de bezettingszonen van
Duitsland. Nieuw zijn de talenkaar-
ten van België, Zwitserland en Lu
xemburg. Talen, dialecten, bevpl-
kingsdichtheid van Frankrijk Idem 'de
laatste staatkundige indelingen van
Sowj et-Rusland. De nieuwste grenzen
tussen Israël en de buurstaten zijn
opgenomen, evenals de grote staat
kundige wijzigingen van Azië, meestal
voor zover deze betrekking hebben op
de uittreding van the British Com
monwealth. Natuurlijk werd ook wat
tegenwoordig „Indonesië" heet, gron
dig herzien.
Tot slot zegt de bewerker: „Ik ben
er van overtuigd, dat ook aan dit
mensenwerk veel fouten kleven
Het zal wel. Maar we kunnen rus
tig er aan toevoegen: voor zover het
menselijk kunnen strekt, is hier het
volmaakte bereikt.
De „Bos-Atlas" kan met een rustig
geweten, zonder enige reserve, wor
den aanbevolen, in de eerste plaats
voor onze scholen, maar niet minder
voor privé-gebruik.
EVEN OF ONEVEN.
Wanneer iemand een paar geld
stukken in de hand houdt en een ander
laat raden, of het een even of oneven
aantal is, denken de meeste mensen
dat er evenveel kans bestaat voor het
een als voor het ander.
De mathematicus De Marian, die om
streeks het midden der achttiende
eeuw secretaris was van de Academie
te Parjjs, heeft hierover een verhande
deling geschreven, waarin de juistheid
van dit gevoelen wordt bestreden. De
Marian beweert veeleer, dat het voor
delig zou zijn op „oneven" te wedden
en geeft het volgend bewijs voor zijn
bewering. De geldstukken die men in
de hand houdt, zijn van reeds vroeger
voorhanden hoopje geld afgenomen.
Waren er in dit hoopje (of in de
beurs) een even aantal muntstukken,
10 bijv. dan konden daarvan worden
genomen:
1, 3, 5, 7, 9 of 2, 4, 6, 8, 10.
In dit geval staan de kansen voor
even of oneven gelijk. Bestond het
hoopje echter uit een oneven aantal
bijv. 11, dan zijn er de volgende moge
lijkheden:
2, 4, 6, 8, 10 of 1, 3, S, 7, 9, 11 geld
stukken, d.w.z. oneven heeft één kans
meer, en het is gemakkelijk te begrij-
ZxHrieAnackt.
Met twink'lende pracht,
Houden sterren de wacht,
In vreemd-stille nacht!
De maansikkel lacht!
Een boomtop wiegt zacht,
En knikt goede nacht!
Alles leeft onbewust,
Natuur is in rust,
Als in slaap gekust!
't Groene kleed voelt als zij,
Aanb.id dan met mij,
Want God gaat voorbij!
POOT Jr.
pen dat dit telkens het geval moet zijn,
wanneer de oorspronkelijke hoeveelheid
oneven is geweest.
Hieruit volgt, dat, wanneer twee per
sonen zich met dit spelletje bezig
houden, en - een aanhoudend op on
even wedt, de andere, 'ndien ten min
ste lang genoeg wordt doorgespeeld,
met onfeilbare zekerheid al zijn geld
zal verliezen.
En de verliezende speler zal dan ge
neigd zijn, een persoonlijk „pech" van
onverklaarbare hardnekkigheid verant
woordelijk te stellen voor iets dat in
een wonderlijke schikking der getallen
zijn oorzaak heeft
De heer P. Roosenburg heeft de titel
van wereldkampioen behouden.
Grootmeester R. C. Keiler heeft zich
een waardig uitdager getoond, niet al
leen dat met zeer gering verschil de
match is geëindigd maar zo drukte het
de oud-wereldkampioen B. J. Springer
het uit, indien het een bokswedstrijd
was geweest, zou ik Keiler een hoger
aantal punten toekennen dan zijn te
genstander.
Redacteur: H. M. SLABBEKOORN
Oostsingel 60a, Goes.
Algemeen is men van oordeel, dat
Roozenburg in zijn spel niet was terug
te herkennen uit het wereldkampioen
schap van 1948 en men meende, dat de
oorzaak hiervan wel eens liggen kon
bij de bepalingen die zijn voorgeschre
ven door de Internationale Dambond,
nd. dat bij een gelijk aantal te behalen
punten, de wereldkampioen zijn titel
behoudt.
Hij begint derhalve de match met
een voorsprong en hiervan heeft Roo
zenburg gebruik gemaakt en zijn
tactiek op ingesteld.
Hierbij de eerste en enige partij die
de heer Keller won in een wedstrijd
om de wereldtitel.
Wit P. RoozenburgZwart R. C.
Keiler. Gespeeld te Haarlem de 24e
September 1951.
1. 34—29, 19—23 2. 40—34, 14—19 3.
45—40, 5—10 4. 50—45, 5—10 5. 29—24,
20x29 6. 33X24, 19x30 7. 34X25, 18—22
8. 32—27, 12—18 9. 37—32, 7—12 10.
35—30, 1—7 11. 31—26, 22x31 12.
26x37, 18—22 13. 39—34, 13—18 14.
36—31, 17—21 15. 32—28, 22x33 16.
38—29, 14—19 17. 29—24, 8—13 18.
34—29, 23x34 19. 30x39, 19x30 20.
25X34, 21—26 21. 31—27, 11—17 22.
43—38, 10—14 23. 38—33, 14—19 24.
34—30, 15—20 25. 30—25, 18—23 26.
25X14, 19X10 27. 37—32, 10—14 28.
33—28 14—19 29. 39—33, 7—11 30.
44—39, 12—18 31. 42—38, 17—22 32. "A
28X17, 11X31 33. 41—36, 31—37 34. S
32x41, 18—22 35. 40—34, 16—21 36. A
36—31, 26X37 37. 41x32, 9—14 38.
49—43, 23—28 39. 32x23, 19x28 40.
34—30, 6—11 41. 33—29, 11—17 42.
39—33, 28X39 43. 43x34, 22—28 44.
29—24, 21—27 45. 38—33, 28X39 46.
34x43 3—8, 47. 46—41, 13—19 48.
24X13, 8X19 49. 41—37, 14—20 50.
43—38, 2—7 51. 45—40, 7—12 52.
48—42, 20—24 53. 40—35, 12—18 54.
38—32, 27X38, 55. 42x33, 18—22 56. -
37—32, 17—21 57. 32—28, 22—27 58.
47—41, 27—31 59. 28—22, 31—36 60.
41—37, 21—27 61. 22X31, 36x27 62.
33—28, 24—29 63. 30—25, 19—24 64.
37—32, 27X38 65. 28—22, 38—43 66.
22—18, 43—48 67. 18—12, 29—34 68.
12—7, 34—39 69. 25—20, 24X15 70.
35—30, 39x44 71. 30—24, 48—37 Wit
geeft op.
De in Zeeuwse kringen bekende Bel
gische speler L. Vaessen uit Luik
speelde gelijktijdig een aantal partijen
tegen districts-kampioenen.
Hierbij de partij tegen J. H. Ansems
wit te Amsterdam, gespeeld 29 Sep
tember 1951.
1. 31—27, 17—21 2. 37—31, 21—26 3.
32—28, 26x37 4. 41X32 11—17 5.
46—41, 17—21 6. 41—37, 21—26 7.
34—29, 19—24 8. 39—34, 7—11 9.
44—39, 11—17 10. 27—21 16x27 11.
32X21, 1—7 12. 50—44, 18—22 13.
37—32, 13—18 14. 36—31 26x37 15.
32x41, 17X26 16. 28x17, 12x21 17.
35—30, 24x35 13. 29—24, 20x29 19.
34X1 Zwart geeft op!
Ter oplossing bieden wij aan
Zw.: 7, 8, 10, 16, 17, 20, 24, 25, 36. 40.
Wit: 23, 26, 27, 28, 31,32,35,37, 42,44.
Wit begint en wint.
Auteur Ed. Plasschaert, St. Jansteen.
(De problemist).
Oplossingen in te zenden aan mijn
adres: Oostsingel 60a, Goes.
Zeer gaarne ontvang ik van lezers
problemen le publicatie, slagzetten etc.
S.
r &tnlüe^tad
behorende bij het
ZEEUWSCH DAGBLAD
van Vrjjdag 12 Oct. '51 No. 1992
Uitgave van
Oosterbaan Le Cointre N.V.
Goes
eeuu/scH
u/eexe/fD
Wanneer doktoren elkaar op straat
tegen komen en vragen: .Hoe maak
je het toch, beste kerel?"
We kunnen gevoeglijk vaststellen,
dat de mens op het platteland niet
beter is dan de mens uit de grote stad.
Wanneer dit niet waar was, zou de
grote toevloed, die er altijd door van
het platteland naar de grote stad
plaats heeft, het grote stadsleven op de
duur ten goede moeten beïvloeden.
Maar daar merkt men niets van. De
ervaring leert, dat de mensen, die van
het platteland komen zich heel snel
bij het grote stadsleven aanpassen. Ze
worden er volkomen door geassimi
leerd en geabsorbeerd. De onkerkelijk
heid onder de mensen, die van het
platteland naar de stad verhuizen, is
b.v. even groot als van de rest. Daar
is heel weinig verschil in.
Dat komt hierdoor, dat het hart van
de plattelandsmens even boos en
schuldig is als van de mens uit de
grote stad.
De Nazi-gedachte, dat het platte
land, waar het bloed en de bodem de
mens heiligen zou, de zuivere bron is,
die het volksleven in stand houdt, is
dan ook in strijd met de werkelijkheid.
Het is in strijd met Gods Woord. Heel
de z.g. „bloed- en bodemideologie is
een dwaze, puur menselijke vinding,
welke zich in de praktijk dan ook
schromelijk gewroken heeft.
De enige oorzaak van het feit, dat
het platteland in zo menig opzicht nog
gunstig afsteekt bij de grote stad, ligt
hierin, dat de plattelandsgemeenschap
corrigerend werkt op het leven van
de afzonderlijke mens, de enkele indi
vidu. Op het dorp kennen we elkander
allemaal van haver tot gort, vaak tot
in de voorgeslachten toe. We hebben
elkanders leven onder controle, hebben
toezicht op elkanders daden. Ér heeft
zich een traditie gevormd, die wel
vaak van buitenaf, vooral door de
grote stadsmens verachtelijk „bekrom
pen" en „kleingeestig" wordt genoemd,
maar waarin toch een stuk gezond
conservatisme zit, dat veel zonden, al
thans in haar brutale werking naar
buiten, tegenhoudt.
Dit alles vormt een bescherming te
gen de uitspattingen en excessen,
waardoor het stadsleven zich ken
merkt. Immers, daar kennen de men
sen elkander niet, zelfs niet, al wonen
ze op dezelfde trap. Geboren worden
en sterven gebeuren zonder dat de
straat er vaak iets van merkt. Ieder
leeft er zijn eigen bestaan. Dat maakt
de mens eenzaam. Iemand heeft eens
gezegd: „nergens op de wereld heb ik
mij zo eenzaam gevoeld als toen ik
door de drukke straten van Londen
hepIn de grote stad heerst dan
ook de Kaïns vraag: ben ik mijns
broeder hoeder? Daarom kan ook in
de stad de mens zijn zondige harts
tochten uitleven zonder dat er veel
van bemerkt wordt. De controle, de
onderlinge correctie, de beschermen
de traditie is weg. En daar komt dan
natuurlijk nog bij, dat de stad, veel
meer dan het platteland, gelegenheid
biedt en verleiding geeft om zich uit
te leven.
Dit maakt het verschil uit tussen
stad en platteland. Het zijn dus al
léén de omstandigheden, die het ver
schil maken. Niet de kwaliteit van de
mensen.
Ook voor de plattelandsbewoner
geldt de ernstige eis, die de Here
aan Nicodemus stelde: Tenzij iemand
wederom jeboren worde, hij kan het
Koninkrijk Gods niet ingaan. Met een
onwedergeboren hart is de platte
landsmens even verdoemelijk voor
God als de mens uit de grote stad.
Wanneer wij dit gjed met elkander
eens zijn, kunnen wij gaan letten op
de grote zegen, die er in gelegen is
bewoner van het platteland te mogen
zjjn.
Misschien is het mooie boek van de
architect Ingwerdsen ons niet allen
bekend. Ik bedoel zijn boek: „Wee
mijn volk!", geschreven in 1936, waar
in hij enkele zeer ernstige dingen tot
ons volk te zeggen heeft. Ingwerdsen
wijst daarin ook op het verschil tus
sen de stad en het platteland en hij
schrijft: „Het landbouwbedrijf heeft
nog altijd zijn oude bekoorlijkheid
behouden, waar het in nauwe betrek
king tot God, de eerste Oorzaak aller
dingen, staat. Daarom zingt vader
Cats:
„Want als men hier geniet den zegen
[van het land,
Dien krijgt men regelrecht uit Godes
[eigen hand
De landbouwer is de oorsprong der
zedelijke en intellectuele gezondheid
en macht der steden, schrijft Ingwerd
sen.
De stad wordt aangevuld door het
platteland. De mannen der steden,
welke laatste de middelpunten zijn
van geestkracht, de drijfraderen van
handel, politiek en practische kunsten,
zij allen teren op de kracht, welke
het kloeke, stille leven hunner va
deren in de worsteling met de na
tuur ten plattenlande heeft verkre
gen.
De landbouwer is een bestendig
man en' hecht zich aan zijn land,
evenals rotsen dit doen. Hij regelt
zich naar de tijd der natuur en ver
krijgt dit taaie geduld, hetwelk haar
eigen is. Hij kent ieder geheim van
de arbeid, hij verandert het gelaat
van het landschap, zegt Emerson. Zet
hem op een nieuwe planeet, hij weet
wat er te beginnen. Wie is er dan ook
op onze wereld zo goed op zijn plaats
als de landbouwer? Door zijn een
voud in manier en kleding, kan hij
in paleizen niet schitteren. Hij is er
zelfs niet geduld. En toch, hoe zou
den de salonhelden, wanneer zij naast
VOOR DE ZONDAG.
Toen erkende Manas se, dat de HERE God is.
2 Kron. 33:13b.
Het is voor Manasse een heel niet brengt God hem weder naar
donkere en zware weg geweest, Jeruzalem. Toen erkende Manasse,
voordat hij zover was, maar hij heeft dat de HERE God is. Gelukkig voor
't er dan ook naar gemaakt! Manasse en een bijzondere genade
Thuis bij zijn vader Hiskia had hij van God, die nooit zonder méér
het zo goed geleerd, maar Manasse straft, maar die altijd wil zegenen
moest er niet veel van hebben. On- óók als Hij straft, en die dat doet
der zijn koningschap brak hij alles als wij ons vernederen onder Zijn
af, wat zijn vader had opgebouwd, krachtige hand.
Het openbare leven ging een zuiver Maar doe Manasse intussen toch.
heidens stempel dragen. De hele af- niet na!
godische santenkraam uit Assyrië Zoek niet de zegen via de straf,
haalde hij Jeruzalem en zelfs de Manasse had naar de waarschu-
tempel b innen. De getrouwen wer- wing en der profeten moeten luiste-
den vervolgd en veel onschuldig ren! God had die waarschuwingen
bloed vloeide in die dagen in de ernstig bedoeld,
heilige stad. Profeten waarschuwden Vandaag horen ook wij het profe-
hem, maar hij luisterde niet. Toen tisch woord. God meent het ernstig
kwamen de Assyriërs uit welke als Hij ons Zijn profeten zendt, die
politieke motieven, dat kan de ons Zijn beloften en geboden ver
schrijver niet schelen, hij ziet hierin kondigen. Reken niet op de omweg,
slechts Gods straffende hand en want misschien is die er voor U
zij zetten hem in Babel in de ge- niet. En zo ja, het is een heel zware
vangenis. weg. Maar: zalig zijn zij, die op deze
Hier komt hij oprecht tot inkeer dag het Woord Gods horen en het
en op zijn gebed de politieke aan- bewaren!
leiding interesseert de schrijver weer Goes. C. METSELAAR.
hem geplaatst werden, inéén schrom
pelen. Hij is Adam gelijk, maar ook
een held als Homerus. Zelfs kan hij
elke ware dichter verstaan of die
David, Milton, Dante of Vondel heet.
Dat komt, omdat hij werkelijk een
stuk van de oude natuur is, dat ver
geleken kan worden met zon of maan,
woud of stroom, en is evenals alle
natuurlijke personen een vertegen
woordiger der natuur
Inderdaad: de mens, die in contact
met de vrije natuur blijft, heeft kans
natuurlijk te blijven, d.w.z. zijn in
dividualiteit te behouden.
Van de weke kreeg ik een brief van
iemand, die het niet in alles seens met
me kon wezen, wat ik schreef in het
weekend van 28 September. Hie gaet
er breedvoerig op in en vraegt me, daer
niet om heen te draeie, maer eerlijk me
mening te zegge. Hie waerschouwt me
oak nog, dat as ik niks van me laet
hore, hie zal dienke: wie zwiegt stemt
toe. Noe, julder ken begriepe asdat ik
dan wel verplicht bin om er op in te
gaen, want ik zou niet graeg 'a asdat
ie zou gaen dienke, dat ik het met alles
seens bin wat ie me schrieft. Julder
zal meschien niet allegaere meer wete
waar dat 't over gong, daerom eerst
effies een geheugenopfrissertje. 'K 'ad
julder geschreven over een gesprek, dat
ik 'ad bie de barbier mit een partie
van de arbeidman, die 't niet arg vond
al krege de kienders niks van de erfenis
van der vaeder, 't most maer an de
gemeenschap komme en Colijn ad de
boel maer lelijk verprutst met z'n kap-
petalistische polletiek. Noe daer gong
het over en toen 'ad 'k der de geschie
denis van Achab bie gehaeld en gezeid
asdat Naboth der aeres over docht toen
't over de erfenis van z'n voorvaeders
gong. En noe schrieft me briefschrie-
vers asdat ie dat niet met me seens is,
omdat Achab de wiengaerd voor z'n
eigen wou 'ebbe, maer de regiering doet
't vo' de gemeenschap, 't Gong er bie
Isrel juust om het grootgrondbezit teu
gen te gaen. Daer was ommers oak het
Jubeljaer vo'?
Noe, over groat grondbezit 'a ik 't
niet 'ehad. Daer ben ik oak niet vo'.
Maer juust daerom motte we een bietje
voorzichtig weze met deuze regierings-
polletiek. Want die stuurt noe juust op
groatgrondbezit an, op een menier as
we vroeger nooit van z'n leven gekend
'a. Me briefschriever mot me is ver
tellen, wat socialisering aeres is as
groatgrondbezit te maeken in handen
van een stik of wat diktators, kiek
maer is naer Rusland. Docht ie noe
werkelijk asdat dat an de gemeenschap
kwam? Wat is die gemeenschap eigen
lijk as 't er op an komt? Toch zeker
niks aeres as een paer groate heren,
die de laekens uutdelen en de rest wordt
slaaf. Daer gaen we naer toe, met deuze
regieringspolletiek. Vroeger heete zoa'n
graot grondbezitter Achab, en noe heet
ie gemeenschap, dat is 't enige verschil.
En daer heit 't. jubeljaer niks mee te
maeken, dat was er juust op in ge
steld om het klein-grondbezit door de
geslachten heen in stand te 'ouwen.
Daerom wou Naboth z'n erfenis der
vaderen niet verkoape. 't Was hem
heilige grond. De Schrift waerschouwt
geen akkpr an akker te trekken, geen
groatgrondbezit dus, maer diezelfde
Schrift komt op vo' het akkertje van
de kleine man, z'n handvol schaepies
enz. De Schrift beschermt juust het
kleine bezit. En daarteugen waer-
schouwde ik. Want het gaet er teuges-
worig juust om dat kleine bezit van
de kleine man. Vraegt er de midden
standers maer is naer. Der is een stre
ven alles an de Staet te brienge. As
jie de krante leest weet je dat ze dat
oak in Engeland prombere, en wat is
er de uutkomst? Het gaet allegaer de
communistische kant uut. Een paer
kriegen 't vo 't zeggen en de rest wordt
siaaf.
En wat noe die regieringspolletiek
van Colijn angaet. Ik geloaf, dat het
een groate zegen juust vo' de arbeiers
zou geweest a, wanneer Colijn an het
roer 'ad kenne bluven na de oorlog. Ik
dienke dat ie krek as het jonge Israël
en noe weer Perzië teugen Engeland
'ezeid zou 'a, bemoei je met je eige
zaekies, maer bluuft asjeblieft van In-
dië af. Dat is ónze zaek. Dat zou ons
van veul ellende, die noe juust over de
arbeiers in de eerste plekke zal gaen
komme bewaerd 'a. Want we motte niet
dienke dat het zoaveui rooskleuriger is
as in de tied dat Colijn an 't roer stong.
Het is allegaer maer een schienweelde.
We binne, as je 't mien vraegt, in de
pesitie van de mem die vlak vo 't oagen-
blik, dat ie faliet zal slaen, zoaveui
meugelijk de groate Jan uuthangt. Hie
verkoapt nog uut z'n boedel wat je ken
en leeft er rejaal van, maer, straks is
et 't end en staet ie kael an de diek.
Daer gaen we met z'n allen opan. En
dat is geen kristelijke polletiek, as je
't mien vraegt. Colijn heit geprombeerd
de gulden gaef te houwen. Dat was al
lereerst in het belang van de arrebei-
jers. Want as je in de plekke van een
kwartje een gulden mot betaele \fc' wat
je noadig heit, mot je vier keer zoaveui
verdienen, wil je dezelfde bluven. Hoe-
veul onder de arbeijers 'a der vier mael
zoaveui inkomsten as vo' de oorlog
En we bin nog lang niet an 't end met
de priesverhoagingen. Laete we dat
maer met mekaere vaststellen. En dan
die werkloaze. Noe motte we eerlijk
bluven. De werkloasheid was een wae-
reldversehiensel en was heus geen ge
volg van de polletiek van Colijn. Hitier
zee: we motte eerst kanonnen 'a en
laeter komt de butter wel. En daermee
lag onze export kepot. Daer kon Colijn
niks an doe en geen enkel mins in ons
land. Maes as jie de kranten heit bie-