Bij ons De zegen van het platteland. Wist U dat? Ons TO TO 3-S| 0 13 £ra TO dut niet na! i w g S"s K 3 B R è¥W B a« 5 2 O o» g*0Q S. C C ftSgfrf" T3 .y ofw 2 §*0 STS^fS^o t^N o-< 3 3 Q 2 3 2 pr pr Ht> a a) oor I n I (13 I (5 Q I (5 CL(5 CO 3 i iïcü So o lp T3 nr tSï 'i1 t£J. S - |S"s-S. 2. a6"!» B.O B-Ö C 3 5:a> w w ^mïLH TO 3 a» o Sasi 3 R-o ff&S 3H.t TO OQ a- p."B Q) ro o crts so - rag* P. ?Sft (V 2. *®ls S8§ •ira cr 3 B 2-£ 3 u-3 ■8&Pi JO 3 O 1 O 3 - - so o o 03 a a. 1 -* Q° ir 3 ri- tJ Mi to (5 (3 3 3 a TO rT 3 •seg TO 5* to pr 2 3 09 3 3 3~ro 3 se o si;**3;3 as ro 3-"»so sJgS^o n.w8,.n> -?« o nNO-K-O'J' 0) O rt) P 2 m O-CR s <2 to (D 1: o w M,2 a ao 3; R 3 J,r§ o o •WO ^3- o 3 m act 3 o S-aX "H." a R35.i'3ön"6o R-0,8*0 m 8 O'S Fö S-? s*o fi -WJ— n m "O* 'TO jr o £-• 0 R TO Oct fD 0 2-3^" 3 |3 3 2 11 n 3 \oiH°*s$°r? B?«J-SU»S9 TO TO TO fD 5 tr o fD S ,3- Ha«s|<rt 3O^3^ a'TO/-t5TO*3£i~. N- _ffq O 5'^C3|3»»R 3-S'S g-2 TO fD »"i 03 3 0? jsr- SU J+P P to m.. n> <^-oq ►tjca 33 cm DV-C K-£2: fD 03 s 5-§ürf£srë r* r ra - r?" 2. g- N.3 g" S ö.ofi'!®a<8B! a> o> «-»■ M g- wIps.-?3€S,S5 fD h»Pjq CT 3l'Crq 0Q °N2,S?M 2fij03Nw2'DkJ qT a-f t e.??r5'3 »»WP C 3 2* N gSS 3 O Qj S§£ Sfa™ s;" S. O 0*fD (0 N O «"3:,3 2 3 2.2 2.^ fD 5 M 03 kl C H S" 03 3.2,(0 3; fD P O fD fD co a 03 PT CLtW 2 05 M. 3 3 Ëq 3 (DNa y c <D 10 O QJ s-ar fD fD r- 3 3- 0,0?^ "m 0 *~<y g* 2.5 3 O fD (K) '?«»5 03 *0 >-ii r-r* •a fD Ska"8 - s.wg- PT 0Q n-»w ra 2^ a 3 o,3 03 fD 3S 3 03 V tp n 3-3. <D (D iLfD W ffo fD 3 3 ftg 3"^ ra 2, d-3 fD <D 'fD 05 S-fD ^2 fD 3 p O JT f-1 3 «2 O- 03 N 52. 3 fD 0- 03 Jo - ?rcra •- 2rSS^< 2 a fD 03 V fD 3 3 fD t=§ O f fD 3. fD f 2 fD 32 fD fD W 3 3- 3 o <s - D-t-R 03 03 »"r A >-i 03 i_. £u fD o s-0!^3 R.aro re «-a O-fD (D 1 CD CD - fD 3 ?r r+ O °-| CD TO ft) 3 ,<0 w .„o ra ra r, §-» 3 P SJ- O CD 5 O- CD to ^cr G R X CD N O <0 R 3 0 3 2" S Q o fD O o- S. a-ra R 5. Bf?3E§o| 1 a-^5.1 S CQ VP- 'W C« «52 §-g- CQ R £5 «Q ^3 «Q cd a R to 53 o a s R -i R s. CD 1 co fD TO TO CQ R R pao p.3 o a N <0 TO <D g* as 111 s" •?ga"§; y»w - y ^^S.ë ra g 3-to o 3 S 03- ■r-3"S -?5<s 3 S-ë'O ~3-§3.0S ?- ra £2 rS a - ra g; S rara R TO 3 a A CD 3- s'aS® S "O TO I Vii< R G S."3 ÜJra u -- t. 2. r- ra' 2 S ra 3.5slg N ra ata s 5 ».B o ra g. 3 Q- 1 cr a °ls z"o a; TO O 3 g-o •a 3 3" 01 Vrijdag 12 October' 1951 T ZEEUWSCH WEEKEND Pagina 4 Mijn beste nichtjes en neven, Nu zit ik toch werkelijk met mijn handen in het haar. Ik had beloofd deze week de rest van de brieven te beant woorden, maarik heb mijn plaats je in het Weekend verbruikt en nóg liggen er brieven, die geen beurt kre gen. Maar nu is het geen hoge stapel meer. Dus durf ik nu wel stellig be loven, dat volgende week de rest een beurt krijgt, waarna ik de prijswinnaars bekend kan maken. Tegelijk zet ik jul lie met nieuwe raadsels dan weer aan het werk. Weet je wat op het ogenblik leuk is? Die stapel inzendingen met de kleurplaat van het aardige visser tje. Wat een knappe kleurmeesters zijn er in onze familie. Met kleurmeesters bedoel ik ook de nichtjes hoor. En gedichtenlang niet mis. Ja, ik ben werkelijk een beetje trots op mijn raadselfamilie. Als ik van die wed strijd de uitslag geef, zal ik proberen een hoekje over te houden, zodat ik er een paar van die gedichtjes in kan zet ten, Doch nustop! Tot de volgende week. Jullie TANTE TRUUS. Cathrien Lu te Serooskerke. Aller eerst hartelijk dank voor de leuke foto. Nu weet ik hoe jullie er allemaal uit zien. Fijne cadeaux kreeg je voor je verjaardag. Zon eigenverdiend tasje is ook een mooi bezit. Die kleine Rinus toch, wat zal dat een baasje worden. Ik ben blij, dat de prijs zo naar je zin is. Heb je er al m gelezen? Je vindt het zeker wel heel prettig om later naar die andere school te gaan. Dan kun je moeder fijn gaan helpen met al les wat je daar leert. Witborstje te Serooskerke. Je arm breken is altijd erg, maar zo vlak voor de vacantie is toch wel dubbel onplezierig. Ik had echt medelijden met je, toen ik dat las. Nu is het ook te begrijpen, dat ik je miste met de vacantiewedstrijden. Ge lukkig dat alles zo goed terecht kwam. Hoe is het gebeurd? Geen wonder, dat die kleine poes een poosje aan de haal ging, toen die kleine ondeugd zo plaag de. Maar hij vindt het toch nog zo kwaad niet bij jullie, want hij kwam terug. De foto komt in m'n verzameling foto's van ai mijn nichtjes en neven. Ik heb er al heel wat. Wat voeren die twee broertjes zoal uit? Oranjebloempje te Serooskerke. Een goed idee van moeder om je zo een wiegje te laten maken. En je schrijft, dat je het maar eventjes gedaan hebh Het ging dus nog gauw ook. Jjj had een goede verjaardag. Wel ke kleur hebben de strikken? Pas maar op, dat je die kop en schotel niet breekt. Goudvisje te Serooskerke. Je bent, ge loof ik, wel dadelijk aan het lezen ge trokken, toen je de prijs kreeg. Is het boek al uit? Je houdt zeker net zo veel van lezen als ik? Hoeveel boeken heb je al? Zo is een tochtje naar Middel burg een dubbele pret, als je dan ook nog een verrassing krijgt Zo wil ik ook wel mee, hoor. Herfstastertje te 's-Gra- venpolder. Ja, dat is waar, ik miste je al een hele poos. Maar nu met deze brief heb je het weer goed gemaakt, want ik heb zo gelachen om dat ver haal van die aperimaaltijd. Ik kreeg zo maar zin om daar ook weer eens heen te gaan. Jammer, dat de vacantie voor me voorbij is. Maarik denk als ik weer eens een paar dagen er tussen uit slip, dat.ik daar vast heenga Hoe vond broer het? Ik vond die fonteinen ook zo mooi. Daar kon je niet genoeg naar kijken. Roodkapje te Goes. Natuurlijk mag je in onze raadselfamilie komen. Ja, we hebben het echt gezellig met elkaar. Je hebt een leuke schuilnaam gekozen, alleen maar, nu moeten we oppassen, dat er geen wolf bij komt, anders hapt die je op. Ik vond de licht jes 's avonds ook zo mooi. Je ging zeker wel laat naar bed, toen je bent wezen kijken. Ik vind het in Zoutelande ook altijd heerlijk. Jaap de M. te Kamper land. Dat zal ik onthouden, hoor, dat je beloofd hebt om voor me te spelen als ik eens aankom. Wie weet hoe gemak kelijk het nog wordt om eens op de fiets langs te komen, alser een brug is naar Noord-Beveland. Ik luister altijd graag naar goede muziek. Hoe is de schoolfoto gelukt? Staat de hele school op één foto, of ging het klas bij klas? Jan de M. te Kamperland. Een pracht plaats om met vacantie te zijn in Nijmegen. Daar ben ik ook vaak ge weest. Hoe lang was je er? Jammer, dat je vriendje verhuisde. Maar mis schien mag je wel eens bij hem gaan logeren of mag hij bij jou komen. Dan blijf je toch vriendjes, al woon je niet meer bij elkaar. Al gewend aan de nieuwe juffrouw? Ja, zeker! De kleine tuinman te Wemeldinge. Wat heb jij veel gekregen op je verjaardag. En dan, dat je opa echt helemaal voor jouw verjaardag naar je toekomt. Dat is ge weldig. Waar woont opa? Heb je al in je eigen Bijbeltje gelezen? Welke klem- heeft het? Krullemie te Rltthem. Nee maar krullemie, waarvóór was jij bang om mee te doen? Ik sta toch niet als een boze tante bekend? Dat hoop ik niet, hoor! Jij schrijft gezellig. Leuk zo'n klein neefje te hebben. Jij bent dan ook al tante, maar ik denk nog niet over zoveel nichten en neven als ik. Ga je dikwijls naar hem toe en kent hij je al? BaeM-tópAeMrity „ATLAS DER GEHELE AAR DE", door P. R. Bos en J. F. Niermeyer. Uitgave J. B. Wol- ters, Groningen. 38ste verbeter de en vermeerderde druk. Een nieuwe „Bos-Atlas"! Niettegenstaande de chaotische ver warring, welke er na de tweede we reldoorlog op de wereldkaart ontstaan is, een nieuwe wereld-atlas. Geen wonder dat P. Eibergen, in het „voorbericht" deze herdruk aankon digt als een „moment-opname". Maar wie kan er op 't ogenblik wachten tot de toestand gestabiliseerd zal zijn? Be leven we dat nog in onze generatie? Intussen: deze nieuwste druk mag er weer zijn. Ook wat de typografische verzorging betreft. Het papier is van uitstekende kwaliteit en de band kan tegen een stootje, ook waar hij in han den gegeven zal worden van onze schooljeugd. Wat de inhoud betreft zullen we niet alle verbeteringen releveren, doch pikken er de volgende uit: Verbeteringen zijn aangebracht be treffende de weerkaarten en het ver keerswezen in de lucht, terwijl een geheel nieuw Rijkswegenplan werd opgenomen. Met betrekking tot Ne derland werd gebruik gemaakt van de resultaten van de in 1947 gehouden volkstelling. De provinciekaarten wer den belangrijk verbeterd met behulp van de A.N.W.B. De grenscorrecties, zoals die na de wereldoorlog zijn ge komen, werden allen aangebracht. Idem de vorderingen van de droog legging der Zuiderzee. Voorts is de nieuwe staatkundige toestand van midden-Europa geheel in kaart ge bracht. Idem de bezettingszonen van Duitsland. Nieuw zijn de talenkaar- ten van België, Zwitserland en Lu xemburg. Talen, dialecten, bevpl- kingsdichtheid van Frankrijk Idem 'de laatste staatkundige indelingen van Sowj et-Rusland. De nieuwste grenzen tussen Israël en de buurstaten zijn opgenomen, evenals de grote staat kundige wijzigingen van Azië, meestal voor zover deze betrekking hebben op de uittreding van the British Com monwealth. Natuurlijk werd ook wat tegenwoordig „Indonesië" heet, gron dig herzien. Tot slot zegt de bewerker: „Ik ben er van overtuigd, dat ook aan dit mensenwerk veel fouten kleven Het zal wel. Maar we kunnen rus tig er aan toevoegen: voor zover het menselijk kunnen strekt, is hier het volmaakte bereikt. De „Bos-Atlas" kan met een rustig geweten, zonder enige reserve, wor den aanbevolen, in de eerste plaats voor onze scholen, maar niet minder voor privé-gebruik. EVEN OF ONEVEN. Wanneer iemand een paar geld stukken in de hand houdt en een ander laat raden, of het een even of oneven aantal is, denken de meeste mensen dat er evenveel kans bestaat voor het een als voor het ander. De mathematicus De Marian, die om streeks het midden der achttiende eeuw secretaris was van de Academie te Parjjs, heeft hierover een verhande deling geschreven, waarin de juistheid van dit gevoelen wordt bestreden. De Marian beweert veeleer, dat het voor delig zou zijn op „oneven" te wedden en geeft het volgend bewijs voor zijn bewering. De geldstukken die men in de hand houdt, zijn van reeds vroeger voorhanden hoopje geld afgenomen. Waren er in dit hoopje (of in de beurs) een even aantal muntstukken, 10 bijv. dan konden daarvan worden genomen: 1, 3, 5, 7, 9 of 2, 4, 6, 8, 10. In dit geval staan de kansen voor even of oneven gelijk. Bestond het hoopje echter uit een oneven aantal bijv. 11, dan zijn er de volgende moge lijkheden: 2, 4, 6, 8, 10 of 1, 3, S, 7, 9, 11 geld stukken, d.w.z. oneven heeft één kans meer, en het is gemakkelijk te begrij- ZxHrieAnackt. Met twink'lende pracht, Houden sterren de wacht, In vreemd-stille nacht! De maansikkel lacht! Een boomtop wiegt zacht, En knikt goede nacht! Alles leeft onbewust, Natuur is in rust, Als in slaap gekust! 't Groene kleed voelt als zij, Aanb.id dan met mij, Want God gaat voorbij! POOT Jr. pen dat dit telkens het geval moet zijn, wanneer de oorspronkelijke hoeveelheid oneven is geweest. Hieruit volgt, dat, wanneer twee per sonen zich met dit spelletje bezig houden, en - een aanhoudend op on even wedt, de andere, 'ndien ten min ste lang genoeg wordt doorgespeeld, met onfeilbare zekerheid al zijn geld zal verliezen. En de verliezende speler zal dan ge neigd zijn, een persoonlijk „pech" van onverklaarbare hardnekkigheid verant woordelijk te stellen voor iets dat in een wonderlijke schikking der getallen zijn oorzaak heeft De heer P. Roosenburg heeft de titel van wereldkampioen behouden. Grootmeester R. C. Keiler heeft zich een waardig uitdager getoond, niet al leen dat met zeer gering verschil de match is geëindigd maar zo drukte het de oud-wereldkampioen B. J. Springer het uit, indien het een bokswedstrijd was geweest, zou ik Keiler een hoger aantal punten toekennen dan zijn te genstander. Redacteur: H. M. SLABBEKOORN Oostsingel 60a, Goes. Algemeen is men van oordeel, dat Roozenburg in zijn spel niet was terug te herkennen uit het wereldkampioen schap van 1948 en men meende, dat de oorzaak hiervan wel eens liggen kon bij de bepalingen die zijn voorgeschre ven door de Internationale Dambond, nd. dat bij een gelijk aantal te behalen punten, de wereldkampioen zijn titel behoudt. Hij begint derhalve de match met een voorsprong en hiervan heeft Roo zenburg gebruik gemaakt en zijn tactiek op ingesteld. Hierbij de eerste en enige partij die de heer Keller won in een wedstrijd om de wereldtitel. Wit P. RoozenburgZwart R. C. Keiler. Gespeeld te Haarlem de 24e September 1951. 1. 34—29, 19—23 2. 40—34, 14—19 3. 45—40, 5—10 4. 50—45, 5—10 5. 29—24, 20x29 6. 33X24, 19x30 7. 34X25, 18—22 8. 32—27, 12—18 9. 37—32, 7—12 10. 35—30, 1—7 11. 31—26, 22x31 12. 26x37, 18—22 13. 39—34, 13—18 14. 36—31, 17—21 15. 32—28, 22x33 16. 38—29, 14—19 17. 29—24, 8—13 18. 34—29, 23x34 19. 30x39, 19x30 20. 25X34, 21—26 21. 31—27, 11—17 22. 43—38, 10—14 23. 38—33, 14—19 24. 34—30, 15—20 25. 30—25, 18—23 26. 25X14, 19X10 27. 37—32, 10—14 28. 33—28 14—19 29. 39—33, 7—11 30. 44—39, 12—18 31. 42—38, 17—22 32. "A 28X17, 11X31 33. 41—36, 31—37 34. S 32x41, 18—22 35. 40—34, 16—21 36. A 36—31, 26X37 37. 41x32, 9—14 38. 49—43, 23—28 39. 32x23, 19x28 40. 34—30, 6—11 41. 33—29, 11—17 42. 39—33, 28X39 43. 43x34, 22—28 44. 29—24, 21—27 45. 38—33, 28X39 46. 34x43 3—8, 47. 46—41, 13—19 48. 24X13, 8X19 49. 41—37, 14—20 50. 43—38, 2—7 51. 45—40, 7—12 52. 48—42, 20—24 53. 40—35, 12—18 54. 38—32, 27X38, 55. 42x33, 18—22 56. - 37—32, 17—21 57. 32—28, 22—27 58. 47—41, 27—31 59. 28—22, 31—36 60. 41—37, 21—27 61. 22X31, 36x27 62. 33—28, 24—29 63. 30—25, 19—24 64. 37—32, 27X38 65. 28—22, 38—43 66. 22—18, 43—48 67. 18—12, 29—34 68. 12—7, 34—39 69. 25—20, 24X15 70. 35—30, 39x44 71. 30—24, 48—37 Wit geeft op. De in Zeeuwse kringen bekende Bel gische speler L. Vaessen uit Luik speelde gelijktijdig een aantal partijen tegen districts-kampioenen. Hierbij de partij tegen J. H. Ansems wit te Amsterdam, gespeeld 29 Sep tember 1951. 1. 31—27, 17—21 2. 37—31, 21—26 3. 32—28, 26x37 4. 41X32 11—17 5. 46—41, 17—21 6. 41—37, 21—26 7. 34—29, 19—24 8. 39—34, 7—11 9. 44—39, 11—17 10. 27—21 16x27 11. 32X21, 1—7 12. 50—44, 18—22 13. 37—32, 13—18 14. 36—31 26x37 15. 32x41, 17X26 16. 28x17, 12x21 17. 35—30, 24x35 13. 29—24, 20x29 19. 34X1 Zwart geeft op! Ter oplossing bieden wij aan Zw.: 7, 8, 10, 16, 17, 20, 24, 25, 36. 40. Wit: 23, 26, 27, 28, 31,32,35,37, 42,44. Wit begint en wint. Auteur Ed. Plasschaert, St. Jansteen. (De problemist). Oplossingen in te zenden aan mijn adres: Oostsingel 60a, Goes. Zeer gaarne ontvang ik van lezers problemen le publicatie, slagzetten etc. S. r &tnlüe^tad behorende bij het ZEEUWSCH DAGBLAD van Vrjjdag 12 Oct. '51 No. 1992 Uitgave van Oosterbaan Le Cointre N.V. Goes eeuu/scH u/eexe/fD Wanneer doktoren elkaar op straat tegen komen en vragen: .Hoe maak je het toch, beste kerel?" We kunnen gevoeglijk vaststellen, dat de mens op het platteland niet beter is dan de mens uit de grote stad. Wanneer dit niet waar was, zou de grote toevloed, die er altijd door van het platteland naar de grote stad plaats heeft, het grote stadsleven op de duur ten goede moeten beïvloeden. Maar daar merkt men niets van. De ervaring leert, dat de mensen, die van het platteland komen zich heel snel bij het grote stadsleven aanpassen. Ze worden er volkomen door geassimi leerd en geabsorbeerd. De onkerkelijk heid onder de mensen, die van het platteland naar de stad verhuizen, is b.v. even groot als van de rest. Daar is heel weinig verschil in. Dat komt hierdoor, dat het hart van de plattelandsmens even boos en schuldig is als van de mens uit de grote stad. De Nazi-gedachte, dat het platte land, waar het bloed en de bodem de mens heiligen zou, de zuivere bron is, die het volksleven in stand houdt, is dan ook in strijd met de werkelijkheid. Het is in strijd met Gods Woord. Heel de z.g. „bloed- en bodemideologie is een dwaze, puur menselijke vinding, welke zich in de praktijk dan ook schromelijk gewroken heeft. De enige oorzaak van het feit, dat het platteland in zo menig opzicht nog gunstig afsteekt bij de grote stad, ligt hierin, dat de plattelandsgemeenschap corrigerend werkt op het leven van de afzonderlijke mens, de enkele indi vidu. Op het dorp kennen we elkander allemaal van haver tot gort, vaak tot in de voorgeslachten toe. We hebben elkanders leven onder controle, hebben toezicht op elkanders daden. Ér heeft zich een traditie gevormd, die wel vaak van buitenaf, vooral door de grote stadsmens verachtelijk „bekrom pen" en „kleingeestig" wordt genoemd, maar waarin toch een stuk gezond conservatisme zit, dat veel zonden, al thans in haar brutale werking naar buiten, tegenhoudt. Dit alles vormt een bescherming te gen de uitspattingen en excessen, waardoor het stadsleven zich ken merkt. Immers, daar kennen de men sen elkander niet, zelfs niet, al wonen ze op dezelfde trap. Geboren worden en sterven gebeuren zonder dat de straat er vaak iets van merkt. Ieder leeft er zijn eigen bestaan. Dat maakt de mens eenzaam. Iemand heeft eens gezegd: „nergens op de wereld heb ik mij zo eenzaam gevoeld als toen ik door de drukke straten van Londen hepIn de grote stad heerst dan ook de Kaïns vraag: ben ik mijns broeder hoeder? Daarom kan ook in de stad de mens zijn zondige harts tochten uitleven zonder dat er veel van bemerkt wordt. De controle, de onderlinge correctie, de beschermen de traditie is weg. En daar komt dan natuurlijk nog bij, dat de stad, veel meer dan het platteland, gelegenheid biedt en verleiding geeft om zich uit te leven. Dit maakt het verschil uit tussen stad en platteland. Het zijn dus al léén de omstandigheden, die het ver schil maken. Niet de kwaliteit van de mensen. Ook voor de plattelandsbewoner geldt de ernstige eis, die de Here aan Nicodemus stelde: Tenzij iemand wederom jeboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet ingaan. Met een onwedergeboren hart is de platte landsmens even verdoemelijk voor God als de mens uit de grote stad. Wanneer wij dit gjed met elkander eens zijn, kunnen wij gaan letten op de grote zegen, die er in gelegen is bewoner van het platteland te mogen zjjn. Misschien is het mooie boek van de architect Ingwerdsen ons niet allen bekend. Ik bedoel zijn boek: „Wee mijn volk!", geschreven in 1936, waar in hij enkele zeer ernstige dingen tot ons volk te zeggen heeft. Ingwerdsen wijst daarin ook op het verschil tus sen de stad en het platteland en hij schrijft: „Het landbouwbedrijf heeft nog altijd zijn oude bekoorlijkheid behouden, waar het in nauwe betrek king tot God, de eerste Oorzaak aller dingen, staat. Daarom zingt vader Cats: „Want als men hier geniet den zegen [van het land, Dien krijgt men regelrecht uit Godes [eigen hand De landbouwer is de oorsprong der zedelijke en intellectuele gezondheid en macht der steden, schrijft Ingwerd sen. De stad wordt aangevuld door het platteland. De mannen der steden, welke laatste de middelpunten zijn van geestkracht, de drijfraderen van handel, politiek en practische kunsten, zij allen teren op de kracht, welke het kloeke, stille leven hunner va deren in de worsteling met de na tuur ten plattenlande heeft verkre gen. De landbouwer is een bestendig man en' hecht zich aan zijn land, evenals rotsen dit doen. Hij regelt zich naar de tijd der natuur en ver krijgt dit taaie geduld, hetwelk haar eigen is. Hij kent ieder geheim van de arbeid, hij verandert het gelaat van het landschap, zegt Emerson. Zet hem op een nieuwe planeet, hij weet wat er te beginnen. Wie is er dan ook op onze wereld zo goed op zijn plaats als de landbouwer? Door zijn een voud in manier en kleding, kan hij in paleizen niet schitteren. Hij is er zelfs niet geduld. En toch, hoe zou den de salonhelden, wanneer zij naast VOOR DE ZONDAG. Toen erkende Manas se, dat de HERE God is. 2 Kron. 33:13b. Het is voor Manasse een heel niet brengt God hem weder naar donkere en zware weg geweest, Jeruzalem. Toen erkende Manasse, voordat hij zover was, maar hij heeft dat de HERE God is. Gelukkig voor 't er dan ook naar gemaakt! Manasse en een bijzondere genade Thuis bij zijn vader Hiskia had hij van God, die nooit zonder méér het zo goed geleerd, maar Manasse straft, maar die altijd wil zegenen moest er niet veel van hebben. On- óók als Hij straft, en die dat doet der zijn koningschap brak hij alles als wij ons vernederen onder Zijn af, wat zijn vader had opgebouwd, krachtige hand. Het openbare leven ging een zuiver Maar doe Manasse intussen toch. heidens stempel dragen. De hele af- niet na! godische santenkraam uit Assyrië Zoek niet de zegen via de straf, haalde hij Jeruzalem en zelfs de Manasse had naar de waarschu- tempel b innen. De getrouwen wer- wing en der profeten moeten luiste- den vervolgd en veel onschuldig ren! God had die waarschuwingen bloed vloeide in die dagen in de ernstig bedoeld, heilige stad. Profeten waarschuwden Vandaag horen ook wij het profe- hem, maar hij luisterde niet. Toen tisch woord. God meent het ernstig kwamen de Assyriërs uit welke als Hij ons Zijn profeten zendt, die politieke motieven, dat kan de ons Zijn beloften en geboden ver schrijver niet schelen, hij ziet hierin kondigen. Reken niet op de omweg, slechts Gods straffende hand en want misschien is die er voor U zij zetten hem in Babel in de ge- niet. En zo ja, het is een heel zware vangenis. weg. Maar: zalig zijn zij, die op deze Hier komt hij oprecht tot inkeer dag het Woord Gods horen en het en op zijn gebed de politieke aan- bewaren! leiding interesseert de schrijver weer Goes. C. METSELAAR. hem geplaatst werden, inéén schrom pelen. Hij is Adam gelijk, maar ook een held als Homerus. Zelfs kan hij elke ware dichter verstaan of die David, Milton, Dante of Vondel heet. Dat komt, omdat hij werkelijk een stuk van de oude natuur is, dat ver geleken kan worden met zon of maan, woud of stroom, en is evenals alle natuurlijke personen een vertegen woordiger der natuur Inderdaad: de mens, die in contact met de vrije natuur blijft, heeft kans natuurlijk te blijven, d.w.z. zijn in dividualiteit te behouden. Van de weke kreeg ik een brief van iemand, die het niet in alles seens met me kon wezen, wat ik schreef in het weekend van 28 September. Hie gaet er breedvoerig op in en vraegt me, daer niet om heen te draeie, maer eerlijk me mening te zegge. Hie waerschouwt me oak nog, dat as ik niks van me laet hore, hie zal dienke: wie zwiegt stemt toe. Noe, julder ken begriepe asdat ik dan wel verplicht bin om er op in te gaen, want ik zou niet graeg 'a asdat ie zou gaen dienke, dat ik het met alles seens bin wat ie me schrieft. Julder zal meschien niet allegaere meer wete waar dat 't over gong, daerom eerst effies een geheugenopfrissertje. 'K 'ad julder geschreven over een gesprek, dat ik 'ad bie de barbier mit een partie van de arbeidman, die 't niet arg vond al krege de kienders niks van de erfenis van der vaeder, 't most maer an de gemeenschap komme en Colijn ad de boel maer lelijk verprutst met z'n kap- petalistische polletiek. Noe daer gong het over en toen 'ad 'k der de geschie denis van Achab bie gehaeld en gezeid asdat Naboth der aeres over docht toen 't over de erfenis van z'n voorvaeders gong. En noe schrieft me briefschrie- vers asdat ie dat niet met me seens is, omdat Achab de wiengaerd voor z'n eigen wou 'ebbe, maer de regiering doet 't vo' de gemeenschap, 't Gong er bie Isrel juust om het grootgrondbezit teu gen te gaen. Daer was ommers oak het Jubeljaer vo'? Noe, over groat grondbezit 'a ik 't niet 'ehad. Daer ben ik oak niet vo'. Maer juust daerom motte we een bietje voorzichtig weze met deuze regierings- polletiek. Want die stuurt noe juust op groatgrondbezit an, op een menier as we vroeger nooit van z'n leven gekend 'a. Me briefschriever mot me is ver tellen, wat socialisering aeres is as groatgrondbezit te maeken in handen van een stik of wat diktators, kiek maer is naer Rusland. Docht ie noe werkelijk asdat dat an de gemeenschap kwam? Wat is die gemeenschap eigen lijk as 't er op an komt? Toch zeker niks aeres as een paer groate heren, die de laekens uutdelen en de rest wordt slaaf. Daer gaen we naer toe, met deuze regieringspolletiek. Vroeger heete zoa'n graot grondbezitter Achab, en noe heet ie gemeenschap, dat is 't enige verschil. En daer heit 't. jubeljaer niks mee te maeken, dat was er juust op in ge steld om het klein-grondbezit door de geslachten heen in stand te 'ouwen. Daerom wou Naboth z'n erfenis der vaderen niet verkoape. 't Was hem heilige grond. De Schrift waerschouwt geen akkpr an akker te trekken, geen groatgrondbezit dus, maer diezelfde Schrift komt op vo' het akkertje van de kleine man, z'n handvol schaepies enz. De Schrift beschermt juust het kleine bezit. En daarteugen waer- schouwde ik. Want het gaet er teuges- worig juust om dat kleine bezit van de kleine man. Vraegt er de midden standers maer is naer. Der is een stre ven alles an de Staet te brienge. As jie de krante leest weet je dat ze dat oak in Engeland prombere, en wat is er de uutkomst? Het gaet allegaer de communistische kant uut. Een paer kriegen 't vo 't zeggen en de rest wordt siaaf. En wat noe die regieringspolletiek van Colijn angaet. Ik geloaf, dat het een groate zegen juust vo' de arbeiers zou geweest a, wanneer Colijn an het roer 'ad kenne bluven na de oorlog. Ik dienke dat ie krek as het jonge Israël en noe weer Perzië teugen Engeland 'ezeid zou 'a, bemoei je met je eige zaekies, maer bluuft asjeblieft van In- dië af. Dat is ónze zaek. Dat zou ons van veul ellende, die noe juust over de arbeiers in de eerste plekke zal gaen komme bewaerd 'a. Want we motte niet dienke dat het zoaveui rooskleuriger is as in de tied dat Colijn an 't roer stong. Het is allegaer maer een schienweelde. We binne, as je 't mien vraegt, in de pesitie van de mem die vlak vo 't oagen- blik, dat ie faliet zal slaen, zoaveui meugelijk de groate Jan uuthangt. Hie verkoapt nog uut z'n boedel wat je ken en leeft er rejaal van, maer, straks is et 't end en staet ie kael an de diek. Daer gaen we met z'n allen opan. En dat is geen kristelijke polletiek, as je 't mien vraegt. Colijn heit geprombeerd de gulden gaef te houwen. Dat was al lereerst in het belang van de arrebei- jers. Want as je in de plekke van een kwartje een gulden mot betaele \fc' wat je noadig heit, mot je vier keer zoaveui verdienen, wil je dezelfde bluven. Hoe- veul onder de arbeijers 'a der vier mael zoaveui inkomsten as vo' de oorlog En we bin nog lang niet an 't end met de priesverhoagingen. Laete we dat maer met mekaere vaststellen. En dan die werkloaze. Noe motte we eerlijk bluven. De werkloasheid was een wae- reldversehiensel en was heus geen ge volg van de polletiek van Colijn. Hitier zee: we motte eerst kanonnen 'a en laeter komt de butter wel. En daermee lag onze export kepot. Daer kon Colijn niks an doe en geen enkel mins in ons land. Maes as jie de kranten heit bie-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 7