de loupe
WONINGBOUW IN ERNSTIGE IMPASSE
Engelse minister van Oorlog maakte een
vacantie-uitstapje door Overijsel*
*2
©ie friclïfrelft cHA&uuitit
r
Gemeenten kunnen geen leningen sluiten.
Ver» van Ned. Gemeenten vraagt uitbetaling
van Rijksvoorschotten»
Onbekende stam ontdekt in
Nieuw-Guinea.
Voorstel Nrd-Holland verworpen»
Hoog bezoek aan oefenende Nederlandse militairen.
Ontmoeting op een landweggetje bij Nieuwebrug.
dj
Het lood wordt duur betaald!
Donderdag 23 Augustus 1951
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 2
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft aan de Baad van ministers
een adres doen toekomen, waarin uiting wordt gegeven aan de grote ongerust
heid, die b(j de gemeenten bestaat t.a.v. de ontwikkeling van de woningbouw,
welke in ernstige mate belemmerd wordt door de financlerlngsmoeliykheden,
die de gemeenten ondervinden.
De situatie is thans aldus, dat de
minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting geen goedkeuring meer
verleent voor de uitvoering van bouw
plannen van woningwetwoningen, zo
lang hem niet is gebleken, dat de ge
meente die uitvoering door middel van
een vaste lening kan financieren, ter
wijl anderzijds de gemeenten er slechts
in enkele gevallen in kunnen slagen 'n
geldlening te sluiten op de basis van
het vastgestelde rentegamma. Deze si
tuatie dreigt zeer ernstige gevolgen te
hebben.
In de eerstvolgende maanden zullen
deze gevolgen weliswaar niet onmid
dellijk aan de dag treden, daar voor
lopig nog maandelijks een belangrijk
aantal woningen gereed zal komen. De
terugval daarna zal echter belangrijk
zijn. Immers het aantal woningen,
waarvan de bouw wordt aangevangen,
loopt sterk terug en zal nog verder
teruglopen, indien niet ten spoedigste
maatregelen worden genomen.
BOUWPROGRAMMA KAN NIET
WORDEN GEREALISEERD.
Als gevolg van de financieringsmoei
lijkheden zal de bouw van de woning
wetwoningen worden beperkt tot die
enkele gemeenten, die erin slagen daar
voor een geldlening te sluiten.
Van een verwezenlijking van het wo
ningbouwprogramma op de basis van de
woningbehoefte is dan geen sprake
meer. Het gevolg hiervan zal zjjn, dat
ln vele gemeenten de woningbouw ge
heel of voor een belangrijk deel stil zal
komen te liggen met alle ernstige ge
volgen van dien.
Op grond van dit alles doet de Ver
eniging een dringend beroep op de mi
nisterraad om de gemeenten in de ge
legenheid te stellen de voor de woning-
wetbouw benodigde kapitalen te ver
krijgen.
Zij herinnert eraan, dat ingevolge art.
56 der woningwet aan de gemeenten uit
's Rijks kas voorschotten kunnen wor
den verleend voor genoemde bouw. Tot
medio 1948 deed het Rijk dit ook, doch
daarna waren de gemeenten aangewe
zen op de normale organen der geld- en
kapitaalmarkt. Rijksvoorschotten kon
den slechts worden verleend, indien
werd aangetoond, dat de gemeente,
niettegenstaande herhaalde pogingen,
op de kapitaalmarkt niet kon slagen.
DE „ANTWOORDMAN"
ANTWOORDDE.
A.V.R.O. gaat door met uitzen
dingen zonder E.C.A.-hulp.
„Wat is er met ons aan de hand?"
vroeg gisteravond de assistente van de
A.V.R.O.-antwoordman. En daarna be
gon het wekelijks kwartiertje waarin
de „antwoordman" ditmaal zijn verde
diging uitsprak tegenover de persbe
richten waarin de A.V.R.O. beschuldigd
werd gratis reclame voor de E.C.A. te
maken.
Het betoog van de antwoordman
kwam hierop neer, dat het „Antwoord
man-programma (dat ook in het bui
tenland als de „Auswer-man" draait)
verzorgd wordt door de E.C.A De E.C.
A. heeft 'n voorlichtingsdienst, de Parijse
„Bruce Chapman"-organisatie en deze
heeft de A.V.R.O. aangeboden alle vra
gen te beantwoorden die de luisteraars
stellen teneinde de vragen die over de
Marshall-hulp gesteld worden, ook te
kunnen beantwoorden.
De Antwoordman zag derhalve als
enige misstap dat hij de luisteraars niet
heeft verteld, dat niet hij, maar de
„Bruce Chapman"-organisatie de vra
gen beantwoordt.
Naar aanleiding van de persberichten
die, volgens de Antwoordman, „ge
maakt waren om eens een schandaaltje
te verwekken", heeft de E.C.A. in Den
Haag besloten de medewerking aan de
Antwoordman te beëindigen.
De A.V.R.O. zal echter doorgaan met
het Antwoordman-programma, doch zal
het nu zelf verzorgen, aldus verklaarde
de Antwoordman tenslotte.
Gewapende krijgers van bijna
2 meter lengte.
Een Nederlandse expeditie heeft in
het binnenland van Nieuw-Guirea een
totaal onbekende stam ontdekt, die nog
nooit eerder met blanken in aanraking
was gekomen, meldt het Alg. Dbld.
Zaterdag is de expeditie in Hollandia
teruggekeerd. Dagen lang waren de
mannen langs overwoekerde paden
getrokken. Overal trof men diepe val
kuilen aan, die bedekt waren met
palmbladeren en op de bodem waar
van scherp gepunte palen waren aan
gebracht. Eindelijk bereikte de expe
ditie een dorp. Men kon er slechts bin
nendringen door een klein gat in een
hoge palissade. Zodra de mannen bin
nenkwamen, werden zij omringd door
vrijwel ongeklede, bijna twee meter
grote inboorlingen. Sommige krijgers
waren gewapend met bogen, zo groot
als zijzelf, anderen droegen vier me
ter lange speren met vier punten.
De Nederlandse patrouilleleider Den
Haan begon de onderhandelingen met
het zingen van een inlands vredesge-
zang. Hij vertelde dat zij gekomen wa
ren om geschenken aan te bieden van
een blanke koningin, die over de zee
regeerde. Na deze rede lieten de
krijgslieden hun speren zinken en ont
spanden zij hun bogen. Den Haan
schonk enkele bijlen en messen. Over
de stam zullen officiële rapporten op
gemaakt worden. Het merkwaardige
is, dat de Australiërs en Japanners
enkele jaren geleden op een boogschot
afstand langs het dorp moeten zijn
?;etrokken en oorlogsvliegtuigen tien-
allen malen over het dorp moeten
zön gevlogen, zonder dat het oerwoud
zyn geheimen prijsgaf.
LENEN IS ONMOGELIJK.
De ernstige gevolgen van de gewijzig
de gedragslijn traden in de loop van dit
jaar aan het licht, toen de gemeenten
er niet meer in konden slagen op basis
van de geldende voorschriften geldle
ningen te plaatsen en toen anderzijds
het Rijk er niet toe overging voorschot
ten te verlenen, ook niet, indien werd
aangetoond, dat de gemeente bij haar
pogingen om een lening te plaatsen niet
was geslaagd.
De sedert half Juli j.L geldende
nieuwe voorschriften Inzake geldlenin
gen hebben slechts voor enkele gevallen
de mogelijkheid geboden tot het sluiten
van geldleningen. Voor het overgrote
deel der gemeenten is er ook thans nog
geen mogelijkheid tot het verkrijgen
van kapitaal voor haar woningbouw.
Ook het evt. voor de bouw van nieuwe
projecten bestemde deel van het door
de levensverzekeringsmaatschappijen
via de Bank voor Ned. Gemeenten aan
de gemeenten te lenen bedrag, zal ten
enenmale ontoereikend zijn om de wo-
riingwetbouw voor de eerstkomende
periode te financieren.
De Vereniging dringt er tenslotte bij
het Rijk op aan de taak, welke het als
uitvloeisel van art. 56 der woningwet
op zich heeft genomen, wederom ten
uitvoer te brengen door opnieuw als
vroeger Rijksvoorschotten voor de wo-
ningwetbouw te verlenen en dit niet
alleen voor de bouw van de nog aan
te vangen projecten, maar ook voor de
woningen waarvan de bouw thans in
uitvoering is.
Gen. Synode Gere/. Kerken (onderh. art. 31 K. O.)
Hoogleraren wel ter Synode.
Het grote punt van behandeling op de eerste middagvergadering Woensdag
van de Gen. Synode der Geref. Kerken (onderh. art. 31 K.O.) te Kampen was
het voorstel van de classis AlkmaarZaandam, idem van de Part. Synode van
Noord-Holland, waaraan de kerk van Utrecht N.W. adhaesie betuigde, evenals
de kerkeraad van Groningen en de Part. Synode van OverijselGelderland,
de hoogleraren niet als prae-adviseurs de zittingen der Synode te doen bijwonen.
Mede kwam in behandeling een voorstel van de kerk van Enschede, waaraan
de kerk van Sappemeer onder bepaalde wijzigingen adhaesie betuigt, alsmede
een voorstel van de Part. Synode van Zuid-Holland, dat de roepende kerk van
elke Generale Synode de hoogleraren ais prae-adviseurs uitnodigt.
Ds K, Doornbos zei, dat het voorstel
niet geboren is uit ondankbaarheid
jegens de hoogleraren, maar handelt
om de vraag, wat een synode eigenlijk
is.
Ieder dient te blijven in de roeping,
waarin hij geroepen is; dat geldt ook
van de hoogleraren, die ter synode een
„vreemd element" zijn. Men late zo ook
de synode wat zij is.
Ds ten Hove.
Ds J. ten Hove van Terneuzen pre-
Op een landweggetje in de buurt van Nieuwebrug in de omgeving
van Ommen ontmoetten de Engelse minister van Defensie, Emanuel
Shinwell en de Nederlandse minister van Oorlog, Ir C. Staf, elkaar.
De Engelse minister vertoefde met vacantie in ons land en had de
verleiding niet kunnen weerstaan om een onofficieel bezoek te brengen
aan de oefeningen van de 31ste regimentsgevechtsgroep.
Minister Staf had toen reeds met de chef van de generale staf, luit.-
generaal B. R. P. F. Hasselman, de commandant strijdkrachten te velde,
generaal-majooor A. T. C. Opisomer en diens chef staf, kolonel G. J.
Ie Fevre de Montigny verschillende posten rond de Archemer- en Leme-
lerberg bezocht.
Gezeten in een jeep doorkruisten de
ministers daarna gezamenlijk bossen en
heidevelden. Waar zij stopten, lieten de
ministers zich door de hen vergezellen
de officieren uitvoerig voorlichten over
de bewegingen der troepen. Vooral mi
nister Shinwell vuurde tal van vragen
op de C.S.V. af.
WAAROM NIET MET SCHERP?
„Waarom oefenen jullie niet met
scherp?" wilde hjj op een gegeven
ogenblik weten. Nog voordat generaal
Opsomer had geantwoord, had hjj zelf
het antwoord reeds klaar: „Ik snap het
al: No risk".
Na de aanval van twee bataljons op
de Archemerberg gevolgd te hebben,
begaf het gezelschap zich naar het
hoofdkwartier van de gevechtsgroep om
kennis te maken met de commandant,
kolonel B. M. P. van Griethuyzen.
Minister Shinwell toonde veel belang
stelling voor de verbindingsdienst van
het hoofdkwartier. Tegenover zijn Ne
derlandse collega sprak hy er zijn ver
bazing over uit, dat de verbindings
dienst nog niet over perfect materiaal
beschikt. „Hoe kan dat? Jullie hebt
Philips toch?"
In het hoofdkwartier van de regi
mentsgevechtsgroep, een schaduwrijk
plekje naast een korenmolen, stond
minister Shinwell ons te woord. Ge
vraagd naar zijn indrukken verklaarde
hij zeer getroffen te zijn door het ui
terlijk der soldaten. „Deze sterke, ge
zonde en goedgebouwde knapen kunnen
prachtig een leger vormen". Over de
materiaalpositie van ons leger wilde de
heer Shinwell zich niet „officieel" uit
laten. „Onofficieel" verklaarde hijte
hopen, dat de uitrusting van ons leger
spoedig „A great deal more" zou zijn.
LASTEN EN OFFERS.
„Ik zal U my'n principe eens vertel
len", zo zei hy. „Naar myn mening
heeft men niet het recht om soldaten
te vragen het land te verdedigen, wan
neer de burgerjj er niet voor zorgt, dat
de soldaten met moderne wapens zijn
uitgerust. Wanneer men vindt, dat het
de moeite waard is om zich te ver
dedigen, dan moet men ook bereid zyn
lasten te dragen en offers te brengen".
Minister Shinwell sprak er voorts
zijn vreugde over uit, dat hij met mi
nister Staf zou samenwerken. Hij be
vestigde deze verklaring met een jovi-
„Waarom schieten jullie niet
met scherpvroeg de Engelse
minister van OorlogE. Shin
well tweede van links) aan
minister Staf en generaal-majoor
A. P. C. Opsomer (rechts op de
foto). Zelf gaf hij het antwoord:
„Juliie nemen geen risico". Ge
heel links staat luitenant-generaal
B. R. P. F. Hasselman, chef-staf.
ale klap op diens schouder.
Onder algemene vrolijkheid probeer
de minister Staf toen een eind te ma
ken aan het vraaggesprek. Hij had zijn
gast reeds een eind meegevoerd, toen
deze zich nogmaals omkeerde en riep:
„Vertel ook maar, dat ik hier in Holland
een heerlijke vacantie geniet en", zo
liet hij er lachend op volgen „niet op
staatskosten".
De ministers vertrokken daarop naar
Zwolle waar zij gezamenlijk de lunch
gebruikten.
De oefening, die de ministers hebben
bijgewoond, was één der laatste phasen
van de tiendaagse oefening „Mars",
welke diende als een voorbereiding voor
de grote intergeallieerde manoeuvres in
September a.s. in West-Duitsland,
waaraan de 31ste regimentsgevechts
groep zal deelnemen.
Minister Staf verklaarde, overtuigd
te zyn, dat de mannen van deze ge
vechtsgroep in geallieerd verband een
goed figuur zullen slaan.
ORKAAN OP JAMAICA
EISTE REEDS 14 SLACHTOFFERS.
Het aantal doden op Jamaica, geval
len door het geweld van de orkaan, be
droeg Woensdag 140. Er komen nog
steeds nieuwe berichten over slachtof
fers en aangerichte schade binnen.
fereerde het voorstel Enschede. Hoog
leraren, zo zeide hij, zijn geen leden,
doch slechts adviseurs, en hij kan niet
inzien wat hier tegen is. Men vreest
van hun zijde het insluipen der hiërar
chie, maar er zijn toch ook hoogleraren,
die juist tegen deze hiërarchie hebben
gestreden. Spr. vraagt zich af of het
betoog van ds Doornbos niet uiteinde
lijk tot het opdoeken van heel de Sy
node leidt. Spr. wees ook op art. 18
der K.O.
Ds J. A. Vink van Amersfoort kon
zich het best vinden in het voorstel van
Zuid-Holland.
Ds F. A. den Boeft van Helpman
achtte de aanwezigheid van de hoog
leraren in de synode van grote beteke
nis in verband met het levendig contact
met de Kerken.
Ds J. van Bruggen van Assen onder
streepte het betoog van ds Doornbos.
Ds F. de Vries van Den Haag O. wees
even op de juiste betekenis van het
voorstel Zuid-Holland: de praeadviseurs
worden niet op het niveau van de sy
nodeleden geplaatst, want zij kunnen
geen voorstellen doen. Ds B. Jongeling
sloot zich aan bij het betoog van ds v.
Bruggen.
Gevaar in de Kerken.
Ouderling H. Troostheide van Bilt-
hoven wees o.m. op het art. 42 K.O.,
waarin gezegd wordt, dat predikanten
uit de kerken met meer dan één pre
dikant, die geen afgevaardigden zijn,
adviserende leden kunnen zijn. Het ge
vaar van hiërarchie ligt niet in de hoog
leraren, doch in de kerken. Het is vol
komen verkeerd van het rijke geschenk,
dat God in de hoogleraren geeft, geen
gebruik te maken, Ds H. J. Schilder
sloot zich aan bij het betoog van ds
Vink,
Hierna kwam in stemming het voor
stel Noord-Holland. Het werd verwor
pen met 31 tegen 10 stemmen.
Vervroegd kwam in stemming het
geamendeerde voorstel Enschede, dat
de roepende kerk voor elke te houden
generale synode de hoogleraren uitno
digen zal voor ev. adviezen. Het werd
aangenomen. Het voorstel Enschede C.
ontlokte discussies van ds F. A. den
Boeft, ds B. Jongeling, ds G. Jansen,
ds W. de Graaff, ds Doornbos, ds H. J.
Schilder, ds F. de Vries en ouderling
P. Rooze. Het kwam geamendeerd in
stemming en werd aangenomen. De
termen prae-adviserende en adviserende
leden, zo sprak dit voorstel uit, dienen
te worden vermeden.
Over Enschede ontstond discussie,
waaraan ouderling II. Boonstra van
Opeinde, ds F. de Vries, ouderling H.
Troostheide, ds J. van Bruggen, ouderl.
P. Rooze en ouderl. C. C. de Vries deel
namen. Het voorstel zelf ontlokte dis
cussies, waaraan deelnamen ds J. A.
Vink, ds B. Jongeling, ds W. de Graaff
en ds H. J. Schilder, die het voorstel
amendeerde.
Onder
„INCLUSIEF OF
EXCLUJIEF"?
„Inclusief of exclusief?" Wie met
vacantie is en hier of daar wat ge
bruikt, moet ervoor zorgen papier en
potlood bij zich te hebben om uit te
rekenen, hoeveel 15 pet. van een be
paald bedrag is. Als hij tenminste in
een „15 pct.-restaurant" is terecht ge
komen. Is het een inrichting, waar
10 pet. voor de bediening wordt ge
vraagd, dan wordt het natuurlijk wat
eenvoudiger. Maar in vele gevallen
toeet niemand dat ran tenoren, omdat
de voorgeschreven bordjes vaak ont
breken. Als hij in een „15 pet .-geval"
een vriendelijke ober treft, is het wel
njogeïijjc, dat die het voor hem uit
rekent. Maar dikwijls gebeurt dat niet,
zoals de praktijk uitwijst.
Er zijn obers, de goede niet te na
gesproken, die erop speculeren, dat
de gast niet zo vlug kan uitrekenen,
hoeveel het bedieningsgeld bedraagt
en dan maar een bedrag erop legt, dat
in ieder geval boven de 15 pet. ligt.
Dat pleit dan allerminst voor die
ober.
In hotels en restaurants, waar een
nota wordt uitgeschreven, loopt alles
vanzelfsprekend veel soepeler. Maar
dan gaat het ook om grotere verterin
gen. Voor elk kopje koffie en elk
glaasje limonade kan een ober moei
lijk een nota uitschrijven.
In het algemeen is de regeling, die
nu van kracht is, niet prettig. Niet
voor de restaurant- of cafébezoeker
en ook niet voor de mensen, die moe
ten bedienen. Wij begrijpen eerlijk
gezegd niet, waarom men deze rege
ling zo ingewikkeld heeft gemaakt.
Wat is er tegen, om op de prijslijsten
alle prijzen, inclusief het bedienings
geld, te noemenDe ober weet dan
precies, hoeveel hij aan het eind van
de dag moet aftrekken en voor de be
zoeker is het veel gemakkelijker. Hij
moet toch betalen en het interesseert
hem maar heel matig, hoeveel hij
moet neerleggen voor zijn kopje kof
fie en hoeveel voor de bediening. Hij
hoeft zich dan niet meer het hoofd te
breken met uit te rekenen, hoeveel
15 pet. van 85 cents of van f 1,35 is,
T.
De synode sprak uit, dat de hoog
leraren als adviseurs aan de werkcom-
missies kunnen worden toegevoegd,
welke commissies allen bestaan uit sy
nodeleden, uit wier midden ook de rap
porteurs worden benoemd. Voor event,
zendingszaken geldt één en ander ook
voor de zendingslector.
Hierna deed de praeses een voorstel
van het moderamen inzake de werk
wijze der synode, zowel wat de verde
ling van de stof als instelling van een
viertal commissies en haar samenstel
ling betreft. Het moderamen oordeelde,
dat meerdere zaken direct voor behan
deling geschikt zijn zonder dat zij in
een commissie komen. Dit voorstel werd
na discussie aangenomen. Een vijftal
zendingsrapporten kwam aan de orde,
waarvan voorrang van behandeling ver
zocht werd.
Het moderamen.
Het moderamen was te voren als
volgt samengesteld: praeses ds G,
Visee te Kampen, assessor ds J. van
Bruggen te Assen, le scriba ds H. J.
Schilder te Utrecht, 2e scriba ds Fr. de
Vries te Den HaagOost.
Drie jeugdige Middelburgers, de 19-
jarige koopman P. H. P., de 18-jarige
leerling-machinist J. M. J. D. en de 19-
jarige metselaar J. F., hadden zich
Dinsdag voor de Politierechter te Mid
delburg te verantwoorden wegens lood
diefstal. Op 5 Februari j.l. waren zij aan
de aehterzyde een leegstaand huis aan
de Gortstraat te Middelburg binnenge
drongen en na wat rondgesnuffeld te
hebben vonden zij op een slaapkamer
een vaste wastafel, waarvan de toe- en
afvoerpijpen werden gesloopt.
Toen zjj het
huis wilden
verlaten, bleek
er echter on-
aad te zyn,
waarop zy de
vlucht namen, na eerst de gestolen py-
pen in de tuin weggeworpen te hebben.
De S verdachten, die voor de Politie
rechter het hun ten laste gelegde be
kenden, werden ieder veroordeeld tot
S maanden gevangenisstraf voorwaar
delijk met een proeftyd van 2 jaar en
onder toezichtsteiling.
De reizende koopman H. K., had op
16 Juni 1.1. uit een zaal van een hotel
aan de Boulevard te Vlissingen 2 zil
verbons van f2,50, een pakje sigaret
ten en een vulpen weggenomen.
Bij verstek werd hij veroordeeld
tot 2 weken gevangenisstraf.
J. van L., echtgenote van A. F., wo
nende te Nieuwvliet, stond terecht,
omdat zij op 7 Juni 1.1. op de week
markt te Middelburg van verschil-
ONS FEUILLETON.
En plotseling herinnert hy zich de
geschiedenis van Kaïn. Die vluchtte
ook weg na zijn misdrijf. Wat zei de
meester op school ook al weer? „Kaïn
dacht voor Gods oog te kunnen
vluchten, maar dat is nooit mogelijk".
Nee, dat is nooit mogelijk.
Geert Slot kan zich voor de mens
misschien een poosje verborgen hou
den, maar voor God niet.
Angstig snikt hij het uit. Waar
moet hij heen? Het lijkt hem, alsof
hier nooit meer vergeving voo: mo
gelijk is.
„Je moet niet zo driftig zijn; je
moet er t egen leren vechten", zei
moeder laatst op een avond. Geert
heeft het beloofd. Het leek toen mak
kelijk; nooit meer driftig worden.
En nu?
Als het donker begint te worden,
staat hij op. Hy moet toch naar huis
terug. Hij kan hier niet blijven. En
hij kan ook nooit vertellen, dat hij
het gedaan heeft. Maar naar huis te
rug moet hij!
VIERDE HOOFDSTUK.
Moeder Slot heeft de tafel gedekt.
Vier bordjes, de koffiekommen, de
broodschaal, stroop en kaas. Klaar!
Ze s t even voor bet raam te kij
ken. De kippen achter in de tuin lig
gen loom in de ren. Alleen de haan
stapt wat heen en weer en pikt een
graankorrel. Zo vredig ls de namid
dag.
„Ben je al klaar, moeder?" Baas
Slot komt binnen.
„Ja, ben ik vroeg?"
„Nee. Laat juist. En Harmen is ook
nog niet thuis?"
op een stoel vallen. „Wat ls het hier
warm. Hebben jullie de brand bij De
Gooyer gezien?"
„Brand bij De Gooyer? Nee, ik weet
van niks", komt zijn vader verwon
derd.
„Een brand van comme ga", ant
woordt Harman, die graag eens een
vreemd woord gebruikt. Hij leert niet
door WIJMIE FIJN VAN DRAAT.
ii. .ulII is in de stad op school. Het
laatste jaar op de kweekschool. Vol
gend jaar moet hij examen doen. Hij
studeert ijverig en braaf. Hij heeft
weinig vrienden en ook weinig vijan
den. Hij is een brave jongen. Een
beetje stiekum; een beetje érg braaf.
Maar in de maatschappij wordt hij
zeker een bruikbaar, zij het ook niet
erg belangrijk, mens.
Hij komt binnen. Zijn tas onder de
arm. Zijn broek zit onberispelijk in
de plooi en zelfs nu, na de lange
schooldag en de fietstocht terug is de
scheiding in zijn sluike haar nog
kaarsrecht.
„Vader, Moeder." Hij laat zijn tas
voor niets Frans. „Ik zag het, toen ik
aan kwam rijden en toen ben ik even
omgefietst. De hele boerderij staat in
brand. Er zal niets van overblijven."
„Jongen, dat is toch wat voor die
mensen", zegt moeder Slot bezorgd.
„Ze zullen wel verzekerd zijn", ant
woordt Harmen onverschillig. „En
wat dan nog! Die De Gooyer is altijd
zo'n onverschillige, ruwe vent."
„Niet zo hard oordelen, jongen",
zegt z'n moeder. „De man heeft de
laatste jaren veel tegenslag gehad."
„Dat is wel mogelijk. Misschien dat
ie van deze laatste tegenslag een
beetje anders wordt."
„Wees niet al te rechtvaardig, staat
er in de Schrift", vermaant zijn va
der nu. De eigenreidheid van zijn
zoon kan hem soms toch hinderen.
„Heb je Geert soms bij de brand
gezien?" vraagt moeder Slot nu. Ze
denkt ineens met zorg aan haar
jongste zoon. Hij is altijd zo'n waag
hals en dan by die grote brand.
„Nee, ik heb hem niet gezien. Is
die jongen weer niet op tijd thuis?
Dat zou ik heb toch maar eens afle
ren. Hij moet leren aan regel te wen
nen, anders wordt het later niets
met hem."
Zo nu en dan vindt Harmen het no
dig van zijn paedj agogische kennis
aan zijn vader en moeder mee te de
len. Zijn ouders laten dat meestal
maar rustig over zich heengaan. Hij
leert nu eenmaal voor meester en
weet meer dan zij. Zij hebben ontzag
voor de dikke stapels boeken, die op
zijn kamertje liggen en waar hij elke
avond uit leert. Zij zijn diep in hun
hart trots op hun oudste zoon, die
toch maar meer wordt dan zijn vader
is. Ze hebben voor zijn studie graag
iets over en hun vurigste wens is dat
Geert zijn voorbeeld zal volgen.
„Ga nog even op de fiets kijken,
Harmen", vraagt zijn moeder. „Mis
schien staat Geert nog bij de brand
en vergeet hij zijn tijd. Je kunt hem
dan meteen meenemen, dan ben ik
gerust."
lende marktkramen textielgoederen
had weggenomen. Zy maakte van da
drukte gebruik om ongemerkt haar
slag te slaan en toen ze door de Po
litie werd aangehouden had ze al een
tas vol met gestolen waar.
Ook deze verdachte was niet ter
zitting verschenen, maar toch werd ze
veroordeeld en wel tot 1 maand ge
vangenisstraf voorwaardelijk met 3
jaar proeftyd en onder toezichtstei
ling.
Economische Politierechter.
H. B., dameskapper te Krabbendijke,
werd veroordeeld tot f250 of 2 maan
den wegens overtreding van het Ves-
tigingsbesluit Kleinbedrijf 1937. Bij
verstek.
De 59-jarige klein-landbouwer J. J.
D. te Zuidzande, had in de maand No
vember van het vorig jaar te hoge
prijzen berekend voor het vervoer van
suikerbieten. Dit was in strijd met
de Prijsopdrijving en Hamsterwet
1939. Het resultaat was, dat hij werd
veroordeeld tot f 50 of 20 dagen.
De landbouwer C. S. te Axel had in
het jaar 1950 80 are rode breekpeen
geteeld zonder dat hij in het bezit was
van een daartoe benodigde vergun
ning. Dit was in strijd met de Tuin
bouwteeltverordening 1949 en daarom
werd hij veroordeeld tot f 150 of 20 d.
De Vlissingse melkslijter E. P. kreeg
f 50 of 20 dagen wegens ongeoorloofde
handel in eieren.
J. A. H., slager te Poortvliet, werd
veroordeeld tot f 10 of 5 dagen, omdat
hy in strijd met art. 2 van het Er
kenningsreglement Groothandel in
Vlees en Spek, zonder vergunning
hoeveelheden vlees en spek had opge
kocht en wederom had verkocht. Ver
dachte bekende ter zitting het hem ten
laste gelegde, maar zeide tevens, dat
hij de benodigde erkenning inmiddels
had gekregen, zodat hy nu zonder ge
vaar voor nieuwe bekeuringen zijn
handel kan voortzetten.
De los werkman J. C. H. O. te Zie-
rikzee werd veroordeeld tot f40 of 20
dagen. Hij toch had op 26 Juni van dit
jaar zonder toestemming zijn ontslag
genomen bij zijn werkgever R. te
Noordgouwe. Hij kon ergens anders
meer verdienen.
De koopman J. D. te Vrouwepolder
werd vrijgesproken van het hem ten
laste gelegde. Volgens de tenlasteleg
ging zou hij in April 1.1. een aantal
schapen hebben gekocht, zonder dat
hij hiervoor een vergunning had.
EEN NEDERLANDER EN TWEE
INDONESIËRS VERMOORD.
De 87-jarige G. E. Plas, employé van
de thee-onderneming Kiarapajoeng in
het Noord-Tjiandjoerse, benevens twee
Indonesiërs zyn vermoord, toen zij met
70.000 rupiahs per vrachtauto van
Tjandjur naar Kulon reden. De vracht-
(Wordt vervolgd.) auto werd uitgebrand teruggevonden.