de loupe WONINGBOUW IN ERNSTIGE IMPASSE Engelse minister van Oorlog maakte een vacantie-uitstapje door Overijsel* *2 ©ie friclïfrelft cHA&uuitit r Gemeenten kunnen geen leningen sluiten. Ver» van Ned. Gemeenten vraagt uitbetaling van Rijksvoorschotten» Onbekende stam ontdekt in Nieuw-Guinea. Voorstel Nrd-Holland verworpen» Hoog bezoek aan oefenende Nederlandse militairen. Ontmoeting op een landweggetje bij Nieuwebrug. dj Het lood wordt duur betaald! Donderdag 23 Augustus 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 2 De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft aan de Baad van ministers een adres doen toekomen, waarin uiting wordt gegeven aan de grote ongerust heid, die b(j de gemeenten bestaat t.a.v. de ontwikkeling van de woningbouw, welke in ernstige mate belemmerd wordt door de financlerlngsmoeliykheden, die de gemeenten ondervinden. De situatie is thans aldus, dat de minister van Wederopbouw en Volks huisvesting geen goedkeuring meer verleent voor de uitvoering van bouw plannen van woningwetwoningen, zo lang hem niet is gebleken, dat de ge meente die uitvoering door middel van een vaste lening kan financieren, ter wijl anderzijds de gemeenten er slechts in enkele gevallen in kunnen slagen 'n geldlening te sluiten op de basis van het vastgestelde rentegamma. Deze si tuatie dreigt zeer ernstige gevolgen te hebben. In de eerstvolgende maanden zullen deze gevolgen weliswaar niet onmid dellijk aan de dag treden, daar voor lopig nog maandelijks een belangrijk aantal woningen gereed zal komen. De terugval daarna zal echter belangrijk zijn. Immers het aantal woningen, waarvan de bouw wordt aangevangen, loopt sterk terug en zal nog verder teruglopen, indien niet ten spoedigste maatregelen worden genomen. BOUWPROGRAMMA KAN NIET WORDEN GEREALISEERD. Als gevolg van de financieringsmoei lijkheden zal de bouw van de woning wetwoningen worden beperkt tot die enkele gemeenten, die erin slagen daar voor een geldlening te sluiten. Van een verwezenlijking van het wo ningbouwprogramma op de basis van de woningbehoefte is dan geen sprake meer. Het gevolg hiervan zal zjjn, dat ln vele gemeenten de woningbouw ge heel of voor een belangrijk deel stil zal komen te liggen met alle ernstige ge volgen van dien. Op grond van dit alles doet de Ver eniging een dringend beroep op de mi nisterraad om de gemeenten in de ge legenheid te stellen de voor de woning- wetbouw benodigde kapitalen te ver krijgen. Zij herinnert eraan, dat ingevolge art. 56 der woningwet aan de gemeenten uit 's Rijks kas voorschotten kunnen wor den verleend voor genoemde bouw. Tot medio 1948 deed het Rijk dit ook, doch daarna waren de gemeenten aangewe zen op de normale organen der geld- en kapitaalmarkt. Rijksvoorschotten kon den slechts worden verleend, indien werd aangetoond, dat de gemeente, niettegenstaande herhaalde pogingen, op de kapitaalmarkt niet kon slagen. DE „ANTWOORDMAN" ANTWOORDDE. A.V.R.O. gaat door met uitzen dingen zonder E.C.A.-hulp. „Wat is er met ons aan de hand?" vroeg gisteravond de assistente van de A.V.R.O.-antwoordman. En daarna be gon het wekelijks kwartiertje waarin de „antwoordman" ditmaal zijn verde diging uitsprak tegenover de persbe richten waarin de A.V.R.O. beschuldigd werd gratis reclame voor de E.C.A. te maken. Het betoog van de antwoordman kwam hierop neer, dat het „Antwoord man-programma (dat ook in het bui tenland als de „Auswer-man" draait) verzorgd wordt door de E.C.A De E.C. A. heeft 'n voorlichtingsdienst, de Parijse „Bruce Chapman"-organisatie en deze heeft de A.V.R.O. aangeboden alle vra gen te beantwoorden die de luisteraars stellen teneinde de vragen die over de Marshall-hulp gesteld worden, ook te kunnen beantwoorden. De Antwoordman zag derhalve als enige misstap dat hij de luisteraars niet heeft verteld, dat niet hij, maar de „Bruce Chapman"-organisatie de vra gen beantwoordt. Naar aanleiding van de persberichten die, volgens de Antwoordman, „ge maakt waren om eens een schandaaltje te verwekken", heeft de E.C.A. in Den Haag besloten de medewerking aan de Antwoordman te beëindigen. De A.V.R.O. zal echter doorgaan met het Antwoordman-programma, doch zal het nu zelf verzorgen, aldus verklaarde de Antwoordman tenslotte. Gewapende krijgers van bijna 2 meter lengte. Een Nederlandse expeditie heeft in het binnenland van Nieuw-Guirea een totaal onbekende stam ontdekt, die nog nooit eerder met blanken in aanraking was gekomen, meldt het Alg. Dbld. Zaterdag is de expeditie in Hollandia teruggekeerd. Dagen lang waren de mannen langs overwoekerde paden getrokken. Overal trof men diepe val kuilen aan, die bedekt waren met palmbladeren en op de bodem waar van scherp gepunte palen waren aan gebracht. Eindelijk bereikte de expe ditie een dorp. Men kon er slechts bin nendringen door een klein gat in een hoge palissade. Zodra de mannen bin nenkwamen, werden zij omringd door vrijwel ongeklede, bijna twee meter grote inboorlingen. Sommige krijgers waren gewapend met bogen, zo groot als zijzelf, anderen droegen vier me ter lange speren met vier punten. De Nederlandse patrouilleleider Den Haan begon de onderhandelingen met het zingen van een inlands vredesge- zang. Hij vertelde dat zij gekomen wa ren om geschenken aan te bieden van een blanke koningin, die over de zee regeerde. Na deze rede lieten de krijgslieden hun speren zinken en ont spanden zij hun bogen. Den Haan schonk enkele bijlen en messen. Over de stam zullen officiële rapporten op gemaakt worden. Het merkwaardige is, dat de Australiërs en Japanners enkele jaren geleden op een boogschot afstand langs het dorp moeten zijn ?;etrokken en oorlogsvliegtuigen tien- allen malen over het dorp moeten zön gevlogen, zonder dat het oerwoud zyn geheimen prijsgaf. LENEN IS ONMOGELIJK. De ernstige gevolgen van de gewijzig de gedragslijn traden in de loop van dit jaar aan het licht, toen de gemeenten er niet meer in konden slagen op basis van de geldende voorschriften geldle ningen te plaatsen en toen anderzijds het Rijk er niet toe overging voorschot ten te verlenen, ook niet, indien werd aangetoond, dat de gemeente bij haar pogingen om een lening te plaatsen niet was geslaagd. De sedert half Juli j.L geldende nieuwe voorschriften Inzake geldlenin gen hebben slechts voor enkele gevallen de mogelijkheid geboden tot het sluiten van geldleningen. Voor het overgrote deel der gemeenten is er ook thans nog geen mogelijkheid tot het verkrijgen van kapitaal voor haar woningbouw. Ook het evt. voor de bouw van nieuwe projecten bestemde deel van het door de levensverzekeringsmaatschappijen via de Bank voor Ned. Gemeenten aan de gemeenten te lenen bedrag, zal ten enenmale ontoereikend zijn om de wo- riingwetbouw voor de eerstkomende periode te financieren. De Vereniging dringt er tenslotte bij het Rijk op aan de taak, welke het als uitvloeisel van art. 56 der woningwet op zich heeft genomen, wederom ten uitvoer te brengen door opnieuw als vroeger Rijksvoorschotten voor de wo- ningwetbouw te verlenen en dit niet alleen voor de bouw van de nog aan te vangen projecten, maar ook voor de woningen waarvan de bouw thans in uitvoering is. Gen. Synode Gere/. Kerken (onderh. art. 31 K. O.) Hoogleraren wel ter Synode. Het grote punt van behandeling op de eerste middagvergadering Woensdag van de Gen. Synode der Geref. Kerken (onderh. art. 31 K.O.) te Kampen was het voorstel van de classis AlkmaarZaandam, idem van de Part. Synode van Noord-Holland, waaraan de kerk van Utrecht N.W. adhaesie betuigde, evenals de kerkeraad van Groningen en de Part. Synode van OverijselGelderland, de hoogleraren niet als prae-adviseurs de zittingen der Synode te doen bijwonen. Mede kwam in behandeling een voorstel van de kerk van Enschede, waaraan de kerk van Sappemeer onder bepaalde wijzigingen adhaesie betuigt, alsmede een voorstel van de Part. Synode van Zuid-Holland, dat de roepende kerk van elke Generale Synode de hoogleraren ais prae-adviseurs uitnodigt. Ds K, Doornbos zei, dat het voorstel niet geboren is uit ondankbaarheid jegens de hoogleraren, maar handelt om de vraag, wat een synode eigenlijk is. Ieder dient te blijven in de roeping, waarin hij geroepen is; dat geldt ook van de hoogleraren, die ter synode een „vreemd element" zijn. Men late zo ook de synode wat zij is. Ds ten Hove. Ds J. ten Hove van Terneuzen pre- Op een landweggetje in de buurt van Nieuwebrug in de omgeving van Ommen ontmoetten de Engelse minister van Defensie, Emanuel Shinwell en de Nederlandse minister van Oorlog, Ir C. Staf, elkaar. De Engelse minister vertoefde met vacantie in ons land en had de verleiding niet kunnen weerstaan om een onofficieel bezoek te brengen aan de oefeningen van de 31ste regimentsgevechtsgroep. Minister Staf had toen reeds met de chef van de generale staf, luit.- generaal B. R. P. F. Hasselman, de commandant strijdkrachten te velde, generaal-majooor A. T. C. Opisomer en diens chef staf, kolonel G. J. Ie Fevre de Montigny verschillende posten rond de Archemer- en Leme- lerberg bezocht. Gezeten in een jeep doorkruisten de ministers daarna gezamenlijk bossen en heidevelden. Waar zij stopten, lieten de ministers zich door de hen vergezellen de officieren uitvoerig voorlichten over de bewegingen der troepen. Vooral mi nister Shinwell vuurde tal van vragen op de C.S.V. af. WAAROM NIET MET SCHERP? „Waarom oefenen jullie niet met scherp?" wilde hjj op een gegeven ogenblik weten. Nog voordat generaal Opsomer had geantwoord, had hjj zelf het antwoord reeds klaar: „Ik snap het al: No risk". Na de aanval van twee bataljons op de Archemerberg gevolgd te hebben, begaf het gezelschap zich naar het hoofdkwartier van de gevechtsgroep om kennis te maken met de commandant, kolonel B. M. P. van Griethuyzen. Minister Shinwell toonde veel belang stelling voor de verbindingsdienst van het hoofdkwartier. Tegenover zijn Ne derlandse collega sprak hy er zijn ver bazing over uit, dat de verbindings dienst nog niet over perfect materiaal beschikt. „Hoe kan dat? Jullie hebt Philips toch?" In het hoofdkwartier van de regi mentsgevechtsgroep, een schaduwrijk plekje naast een korenmolen, stond minister Shinwell ons te woord. Ge vraagd naar zijn indrukken verklaarde hij zeer getroffen te zijn door het ui terlijk der soldaten. „Deze sterke, ge zonde en goedgebouwde knapen kunnen prachtig een leger vormen". Over de materiaalpositie van ons leger wilde de heer Shinwell zich niet „officieel" uit laten. „Onofficieel" verklaarde hijte hopen, dat de uitrusting van ons leger spoedig „A great deal more" zou zijn. LASTEN EN OFFERS. „Ik zal U my'n principe eens vertel len", zo zei hy. „Naar myn mening heeft men niet het recht om soldaten te vragen het land te verdedigen, wan neer de burgerjj er niet voor zorgt, dat de soldaten met moderne wapens zijn uitgerust. Wanneer men vindt, dat het de moeite waard is om zich te ver dedigen, dan moet men ook bereid zyn lasten te dragen en offers te brengen". Minister Shinwell sprak er voorts zijn vreugde over uit, dat hij met mi nister Staf zou samenwerken. Hij be vestigde deze verklaring met een jovi- „Waarom schieten jullie niet met scherpvroeg de Engelse minister van OorlogE. Shin well tweede van links) aan minister Staf en generaal-majoor A. P. C. Opsomer (rechts op de foto). Zelf gaf hij het antwoord: „Juliie nemen geen risico". Ge heel links staat luitenant-generaal B. R. P. F. Hasselman, chef-staf. ale klap op diens schouder. Onder algemene vrolijkheid probeer de minister Staf toen een eind te ma ken aan het vraaggesprek. Hij had zijn gast reeds een eind meegevoerd, toen deze zich nogmaals omkeerde en riep: „Vertel ook maar, dat ik hier in Holland een heerlijke vacantie geniet en", zo liet hij er lachend op volgen „niet op staatskosten". De ministers vertrokken daarop naar Zwolle waar zij gezamenlijk de lunch gebruikten. De oefening, die de ministers hebben bijgewoond, was één der laatste phasen van de tiendaagse oefening „Mars", welke diende als een voorbereiding voor de grote intergeallieerde manoeuvres in September a.s. in West-Duitsland, waaraan de 31ste regimentsgevechts groep zal deelnemen. Minister Staf verklaarde, overtuigd te zyn, dat de mannen van deze ge vechtsgroep in geallieerd verband een goed figuur zullen slaan. ORKAAN OP JAMAICA EISTE REEDS 14 SLACHTOFFERS. Het aantal doden op Jamaica, geval len door het geweld van de orkaan, be droeg Woensdag 140. Er komen nog steeds nieuwe berichten over slachtof fers en aangerichte schade binnen. fereerde het voorstel Enschede. Hoog leraren, zo zeide hij, zijn geen leden, doch slechts adviseurs, en hij kan niet inzien wat hier tegen is. Men vreest van hun zijde het insluipen der hiërar chie, maar er zijn toch ook hoogleraren, die juist tegen deze hiërarchie hebben gestreden. Spr. vraagt zich af of het betoog van ds Doornbos niet uiteinde lijk tot het opdoeken van heel de Sy node leidt. Spr. wees ook op art. 18 der K.O. Ds J. A. Vink van Amersfoort kon zich het best vinden in het voorstel van Zuid-Holland. Ds F. A. den Boeft van Helpman achtte de aanwezigheid van de hoog leraren in de synode van grote beteke nis in verband met het levendig contact met de Kerken. Ds J. van Bruggen van Assen onder streepte het betoog van ds Doornbos. Ds F. de Vries van Den Haag O. wees even op de juiste betekenis van het voorstel Zuid-Holland: de praeadviseurs worden niet op het niveau van de sy nodeleden geplaatst, want zij kunnen geen voorstellen doen. Ds B. Jongeling sloot zich aan bij het betoog van ds v. Bruggen. Gevaar in de Kerken. Ouderling H. Troostheide van Bilt- hoven wees o.m. op het art. 42 K.O., waarin gezegd wordt, dat predikanten uit de kerken met meer dan één pre dikant, die geen afgevaardigden zijn, adviserende leden kunnen zijn. Het ge vaar van hiërarchie ligt niet in de hoog leraren, doch in de kerken. Het is vol komen verkeerd van het rijke geschenk, dat God in de hoogleraren geeft, geen gebruik te maken, Ds H. J. Schilder sloot zich aan bij het betoog van ds Vink, Hierna kwam in stemming het voor stel Noord-Holland. Het werd verwor pen met 31 tegen 10 stemmen. Vervroegd kwam in stemming het geamendeerde voorstel Enschede, dat de roepende kerk voor elke te houden generale synode de hoogleraren uitno digen zal voor ev. adviezen. Het werd aangenomen. Het voorstel Enschede C. ontlokte discussies van ds F. A. den Boeft, ds B. Jongeling, ds G. Jansen, ds W. de Graaff, ds Doornbos, ds H. J. Schilder, ds F. de Vries en ouderling P. Rooze. Het kwam geamendeerd in stemming en werd aangenomen. De termen prae-adviserende en adviserende leden, zo sprak dit voorstel uit, dienen te worden vermeden. Over Enschede ontstond discussie, waaraan ouderling II. Boonstra van Opeinde, ds F. de Vries, ouderling H. Troostheide, ds J. van Bruggen, ouderl. P. Rooze en ouderl. C. C. de Vries deel namen. Het voorstel zelf ontlokte dis cussies, waaraan deelnamen ds J. A. Vink, ds B. Jongeling, ds W. de Graaff en ds H. J. Schilder, die het voorstel amendeerde. Onder „INCLUSIEF OF EXCLUJIEF"? „Inclusief of exclusief?" Wie met vacantie is en hier of daar wat ge bruikt, moet ervoor zorgen papier en potlood bij zich te hebben om uit te rekenen, hoeveel 15 pet. van een be paald bedrag is. Als hij tenminste in een „15 pct.-restaurant" is terecht ge komen. Is het een inrichting, waar 10 pet. voor de bediening wordt ge vraagd, dan wordt het natuurlijk wat eenvoudiger. Maar in vele gevallen toeet niemand dat ran tenoren, omdat de voorgeschreven bordjes vaak ont breken. Als hij in een „15 pet .-geval" een vriendelijke ober treft, is het wel njogeïijjc, dat die het voor hem uit rekent. Maar dikwijls gebeurt dat niet, zoals de praktijk uitwijst. Er zijn obers, de goede niet te na gesproken, die erop speculeren, dat de gast niet zo vlug kan uitrekenen, hoeveel het bedieningsgeld bedraagt en dan maar een bedrag erop legt, dat in ieder geval boven de 15 pet. ligt. Dat pleit dan allerminst voor die ober. In hotels en restaurants, waar een nota wordt uitgeschreven, loopt alles vanzelfsprekend veel soepeler. Maar dan gaat het ook om grotere verterin gen. Voor elk kopje koffie en elk glaasje limonade kan een ober moei lijk een nota uitschrijven. In het algemeen is de regeling, die nu van kracht is, niet prettig. Niet voor de restaurant- of cafébezoeker en ook niet voor de mensen, die moe ten bedienen. Wij begrijpen eerlijk gezegd niet, waarom men deze rege ling zo ingewikkeld heeft gemaakt. Wat is er tegen, om op de prijslijsten alle prijzen, inclusief het bedienings geld, te noemenDe ober weet dan precies, hoeveel hij aan het eind van de dag moet aftrekken en voor de be zoeker is het veel gemakkelijker. Hij moet toch betalen en het interesseert hem maar heel matig, hoeveel hij moet neerleggen voor zijn kopje kof fie en hoeveel voor de bediening. Hij hoeft zich dan niet meer het hoofd te breken met uit te rekenen, hoeveel 15 pet. van 85 cents of van f 1,35 is, T. De synode sprak uit, dat de hoog leraren als adviseurs aan de werkcom- missies kunnen worden toegevoegd, welke commissies allen bestaan uit sy nodeleden, uit wier midden ook de rap porteurs worden benoemd. Voor event, zendingszaken geldt één en ander ook voor de zendingslector. Hierna deed de praeses een voorstel van het moderamen inzake de werk wijze der synode, zowel wat de verde ling van de stof als instelling van een viertal commissies en haar samenstel ling betreft. Het moderamen oordeelde, dat meerdere zaken direct voor behan deling geschikt zijn zonder dat zij in een commissie komen. Dit voorstel werd na discussie aangenomen. Een vijftal zendingsrapporten kwam aan de orde, waarvan voorrang van behandeling ver zocht werd. Het moderamen. Het moderamen was te voren als volgt samengesteld: praeses ds G, Visee te Kampen, assessor ds J. van Bruggen te Assen, le scriba ds H. J. Schilder te Utrecht, 2e scriba ds Fr. de Vries te Den HaagOost. Drie jeugdige Middelburgers, de 19- jarige koopman P. H. P., de 18-jarige leerling-machinist J. M. J. D. en de 19- jarige metselaar J. F., hadden zich Dinsdag voor de Politierechter te Mid delburg te verantwoorden wegens lood diefstal. Op 5 Februari j.l. waren zij aan de aehterzyde een leegstaand huis aan de Gortstraat te Middelburg binnenge drongen en na wat rondgesnuffeld te hebben vonden zij op een slaapkamer een vaste wastafel, waarvan de toe- en afvoerpijpen werden gesloopt. Toen zjj het huis wilden verlaten, bleek er echter on- aad te zyn, waarop zy de vlucht namen, na eerst de gestolen py- pen in de tuin weggeworpen te hebben. De S verdachten, die voor de Politie rechter het hun ten laste gelegde be kenden, werden ieder veroordeeld tot S maanden gevangenisstraf voorwaar delijk met een proeftyd van 2 jaar en onder toezichtsteiling. De reizende koopman H. K., had op 16 Juni 1.1. uit een zaal van een hotel aan de Boulevard te Vlissingen 2 zil verbons van f2,50, een pakje sigaret ten en een vulpen weggenomen. Bij verstek werd hij veroordeeld tot 2 weken gevangenisstraf. J. van L., echtgenote van A. F., wo nende te Nieuwvliet, stond terecht, omdat zij op 7 Juni 1.1. op de week markt te Middelburg van verschil- ONS FEUILLETON. En plotseling herinnert hy zich de geschiedenis van Kaïn. Die vluchtte ook weg na zijn misdrijf. Wat zei de meester op school ook al weer? „Kaïn dacht voor Gods oog te kunnen vluchten, maar dat is nooit mogelijk". Nee, dat is nooit mogelijk. Geert Slot kan zich voor de mens misschien een poosje verborgen hou den, maar voor God niet. Angstig snikt hij het uit. Waar moet hij heen? Het lijkt hem, alsof hier nooit meer vergeving voo: mo gelijk is. „Je moet niet zo driftig zijn; je moet er t egen leren vechten", zei moeder laatst op een avond. Geert heeft het beloofd. Het leek toen mak kelijk; nooit meer driftig worden. En nu? Als het donker begint te worden, staat hij op. Hy moet toch naar huis terug. Hij kan hier niet blijven. En hij kan ook nooit vertellen, dat hij het gedaan heeft. Maar naar huis te rug moet hij! VIERDE HOOFDSTUK. Moeder Slot heeft de tafel gedekt. Vier bordjes, de koffiekommen, de broodschaal, stroop en kaas. Klaar! Ze s t even voor bet raam te kij ken. De kippen achter in de tuin lig gen loom in de ren. Alleen de haan stapt wat heen en weer en pikt een graankorrel. Zo vredig ls de namid dag. „Ben je al klaar, moeder?" Baas Slot komt binnen. „Ja, ben ik vroeg?" „Nee. Laat juist. En Harmen is ook nog niet thuis?" op een stoel vallen. „Wat ls het hier warm. Hebben jullie de brand bij De Gooyer gezien?" „Brand bij De Gooyer? Nee, ik weet van niks", komt zijn vader verwon derd. „Een brand van comme ga", ant woordt Harman, die graag eens een vreemd woord gebruikt. Hij leert niet door WIJMIE FIJN VAN DRAAT. ii. .ulII is in de stad op school. Het laatste jaar op de kweekschool. Vol gend jaar moet hij examen doen. Hij studeert ijverig en braaf. Hij heeft weinig vrienden en ook weinig vijan den. Hij is een brave jongen. Een beetje stiekum; een beetje érg braaf. Maar in de maatschappij wordt hij zeker een bruikbaar, zij het ook niet erg belangrijk, mens. Hij komt binnen. Zijn tas onder de arm. Zijn broek zit onberispelijk in de plooi en zelfs nu, na de lange schooldag en de fietstocht terug is de scheiding in zijn sluike haar nog kaarsrecht. „Vader, Moeder." Hij laat zijn tas voor niets Frans. „Ik zag het, toen ik aan kwam rijden en toen ben ik even omgefietst. De hele boerderij staat in brand. Er zal niets van overblijven." „Jongen, dat is toch wat voor die mensen", zegt moeder Slot bezorgd. „Ze zullen wel verzekerd zijn", ant woordt Harmen onverschillig. „En wat dan nog! Die De Gooyer is altijd zo'n onverschillige, ruwe vent." „Niet zo hard oordelen, jongen", zegt z'n moeder. „De man heeft de laatste jaren veel tegenslag gehad." „Dat is wel mogelijk. Misschien dat ie van deze laatste tegenslag een beetje anders wordt." „Wees niet al te rechtvaardig, staat er in de Schrift", vermaant zijn va der nu. De eigenreidheid van zijn zoon kan hem soms toch hinderen. „Heb je Geert soms bij de brand gezien?" vraagt moeder Slot nu. Ze denkt ineens met zorg aan haar jongste zoon. Hij is altijd zo'n waag hals en dan by die grote brand. „Nee, ik heb hem niet gezien. Is die jongen weer niet op tijd thuis? Dat zou ik heb toch maar eens afle ren. Hij moet leren aan regel te wen nen, anders wordt het later niets met hem." Zo nu en dan vindt Harmen het no dig van zijn paedj agogische kennis aan zijn vader en moeder mee te de len. Zijn ouders laten dat meestal maar rustig over zich heengaan. Hij leert nu eenmaal voor meester en weet meer dan zij. Zij hebben ontzag voor de dikke stapels boeken, die op zijn kamertje liggen en waar hij elke avond uit leert. Zij zijn diep in hun hart trots op hun oudste zoon, die toch maar meer wordt dan zijn vader is. Ze hebben voor zijn studie graag iets over en hun vurigste wens is dat Geert zijn voorbeeld zal volgen. „Ga nog even op de fiets kijken, Harmen", vraagt zijn moeder. „Mis schien staat Geert nog bij de brand en vergeet hij zijn tijd. Je kunt hem dan meteen meenemen, dan ben ik gerust." lende marktkramen textielgoederen had weggenomen. Zy maakte van da drukte gebruik om ongemerkt haar slag te slaan en toen ze door de Po litie werd aangehouden had ze al een tas vol met gestolen waar. Ook deze verdachte was niet ter zitting verschenen, maar toch werd ze veroordeeld en wel tot 1 maand ge vangenisstraf voorwaardelijk met 3 jaar proeftyd en onder toezichtstei ling. Economische Politierechter. H. B., dameskapper te Krabbendijke, werd veroordeeld tot f250 of 2 maan den wegens overtreding van het Ves- tigingsbesluit Kleinbedrijf 1937. Bij verstek. De 59-jarige klein-landbouwer J. J. D. te Zuidzande, had in de maand No vember van het vorig jaar te hoge prijzen berekend voor het vervoer van suikerbieten. Dit was in strijd met de Prijsopdrijving en Hamsterwet 1939. Het resultaat was, dat hij werd veroordeeld tot f 50 of 20 dagen. De landbouwer C. S. te Axel had in het jaar 1950 80 are rode breekpeen geteeld zonder dat hij in het bezit was van een daartoe benodigde vergun ning. Dit was in strijd met de Tuin bouwteeltverordening 1949 en daarom werd hij veroordeeld tot f 150 of 20 d. De Vlissingse melkslijter E. P. kreeg f 50 of 20 dagen wegens ongeoorloofde handel in eieren. J. A. H., slager te Poortvliet, werd veroordeeld tot f 10 of 5 dagen, omdat hy in strijd met art. 2 van het Er kenningsreglement Groothandel in Vlees en Spek, zonder vergunning hoeveelheden vlees en spek had opge kocht en wederom had verkocht. Ver dachte bekende ter zitting het hem ten laste gelegde, maar zeide tevens, dat hij de benodigde erkenning inmiddels had gekregen, zodat hy nu zonder ge vaar voor nieuwe bekeuringen zijn handel kan voortzetten. De los werkman J. C. H. O. te Zie- rikzee werd veroordeeld tot f40 of 20 dagen. Hij toch had op 26 Juni van dit jaar zonder toestemming zijn ontslag genomen bij zijn werkgever R. te Noordgouwe. Hij kon ergens anders meer verdienen. De koopman J. D. te Vrouwepolder werd vrijgesproken van het hem ten laste gelegde. Volgens de tenlasteleg ging zou hij in April 1.1. een aantal schapen hebben gekocht, zonder dat hij hiervoor een vergunning had. EEN NEDERLANDER EN TWEE INDONESIËRS VERMOORD. De 87-jarige G. E. Plas, employé van de thee-onderneming Kiarapajoeng in het Noord-Tjiandjoerse, benevens twee Indonesiërs zyn vermoord, toen zij met 70.000 rupiahs per vrachtauto van Tjandjur naar Kulon reden. De vracht- (Wordt vervolgd.) auto werd uitgebrand teruggevonden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 2