Communisten zien Westerse journalisten met argwaan en haatdragende ogen* Bevredigende resultaten voor K*L*M* in 1950* Haar Held Staat van oorlog met Duitsland beëindigd* „We not like...", zegt sergeant Pak ontstemd. Spervuur van fototoestellen en filmcamera's* ZIJN HELE HUIS DOOK VOOROVER Jl WAALBANDDIJK TE TIEL DOORGEGRAVEN. Over 1951 een winst te verwachten van enkele millioenen. Korea-detachement blijft in stand. Dc „schade" werd nog groter. Vrijdag 27 Juli 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 4 (Van onze correspondent Alfred van Sprang) KAESONG (COMMUNISTISCH KOREA), Juli 1951. - Kae- song Is ineens vol leven. Mannen, vrouwen en vooral kinderen stro men uit de huizen en gaan langs de weg staan. Sommigen lachen en wuiven en roepen een groet. Anderen kijken stil en strak voor zich uit. Ze zijn blijkbaar bang om zich te uiten. Op één punt draaien de mensen zelfs op commando hun rug naar de weg. „Daar loopt een militairwjjst Iemand. „Gewapend „Nee Dit de hulzen aan weerskanten van weg komen steeds meer nieuwsgierige burgers naar buiten. „Dagroepen wij. Op vele gezichten verschijnt een lach. En als we rolletjes zuurtjes en repen chocolade gooien vechten de kinderen op leven en dood erom. „Ze zien er niet ondervoed uitmerkt er een op. „Helemaal nietbeamen de anderen. „En geen communistische propaganda „Neeniets". Hobbelend rijden we door. Eerste kennismaking. Zo is de eerste indruk van een com munistische stad in Korea als ons con- vool van witbevlagde jeeps en drieton ners langzaam tussen de schamele hul zen en hutten schuift op weg naar het wat aan de buitenkant in de heuvels gelegen conferentiehuls, waar de verte genwoordigers van de democratische en de communistische legers beraadslagen over het beëindigen van de oorlog. We stoppen. „Iedereen kan zijn gang gaan kondigt de kapitein aan, die als reislei der optreedt. Onmiddellijk springen alle correspondenten van de drietonner en zwermen uit over het terrein om het hoofdkwartier van de delegatie van de Verenigde Naties: een alleen op een heuvel staand stenen huls. In een hou ten gebouwtje aan de kant zetelt een communistische commissie van ont vangst: een paar Chinezen en Noord- Koreanen in uniform inclusief een vrou welijke militair. Alle aandacht concen treert zich op hen. Ze zijn er echter al lerminst op gesteld. Met woedende blik ken kijken ze ons aan. En als de foto grafen een opname willen maken draai en ze zich om en verdwijnen naar bin nen. „We not like...." zegt het meisje ont stemd. Ze draagt een keurig bruin uni form en een platte pet met een com munistische ster erop. Een verre van aantrekkelijke figuur is het. Een blik uit haar ogen verraadt meer dan duizend woorden hoe ze ons haat. Maar als de drukte een beetje afgenomen is trekt ze wat bij. Ze spreekt zelfs Engels. „Wie ben jeprobeer ik een ge sprek met haar aan te knopen. „Als jij jouw naam zegt vertel lk de mijneantwoordt ze. Ik noem de mijne. „Amerikaan „NeeNederlander". Blijkbaar weet ze niet waar Neder land ligt. Dat kan ik haar moeilijk kwalijk nemen. Er zijn genoeg Ameri kanen, die het evenmin weten. Maar als lk het omschrijf gaat haar een licht op. „En hoe heet Jij noudring lk aan. „Miss Pak ,,En je rang Dat wil ze niet zeggen. „Dat weet je beter dan lkvoert ze aan. Ik kan alleen zien, dat ze twee gekruiste gouden strepen op een brede épaulette draagt. Het blijkt, dat ze (Ingez. mededeling, advert.) maar alles kwam goed in het eind. Zijn hele huis helde vreemdsoortig voorover. Zijn interieur werd een zandverstuiving. Het landschap ver anderde in een nevelbank. Nee, van fotograferen bracht hij niet veel te recht. Dat alles is echter voor goed achter de rug, nu hij gewapend is met een Philips Flitscamera. Het mislukken van foto's is daarmee practisch on mogelijk geworden, omdat de bediening de eenvoud zelf is. Overdag (zonder flitslamp) schitterende foto's en des avonds of binnenshuis (met flitslamp) brillante opnamen. Uw handelaar laat U gaarne zo'n Philips Flitscamera zien. sergeante-majoor is. Misschien ls ze niet trots op die lage rang en wil hem daar om niet noemen. Veel anders heeft ze trouwens evenmin te vertellen. Evenals de anderen ls ze erg gesloten. Vermoedelijk hebben ze opdracht om niet vertrouwelijk met ons te worden. Fotofeest. Het conferentiehuls ziet er niet kwaad uit. Het moet vroeger aan een rijke Koreaanse familie behoord hebben. Het heeft iets van een bulten met een op rijlaan en een voortuin met een priëei erin. Verscholen achter de bomen staat dan het eigenlijke huis met de bijgebou wen. Er ls een voorgalerij met allerlei spreuken, zoals: „Ge kunt hier uw ver moeide lichaam ter ruste leggen op de pilaren". De voorgalerij staat vol met fauteuils, waarvan er geen twee gelijk zijn. Waarschijnlijk heeft men ze van overal b(j elkaar moeten slepen om een paar zitjes ln te richten. Van de voor galerij kijkt men op een binnenplaats waarin het huls zelf staat; het heilig dom van de onderhandelaars en streng verboden terrein voor ieder ander. „Kijk daar....!" waarschuwt iemand. Een hele batterij communistische fo tografen en filmoperateurs wacht ons ln de tuin op. Ze zijn stuk voor stuk in legeruniform. Het merendeel zijn Noord- Koreanen. Het verschil ls gemakkelijk aan de uniformen te zien. De Noord- Koreanen dragen goedpassende unifor men van bruine en zwarte stof met platte petten met sterren erop en brede, kleurige épauletten met sterren en stre pen. Ze lijken als twee druppels water op de Russische uniformen. Sommige officieren bederven echter het hele ef fect door onder een wijd uitstaande rijbroek van blauw laken een paar gum mi baseballschoenen met witte veters te dragen. Bij de Chinezen ls het daarentegen een en al eenvoud: bruinachtige broe ken en hooggesloten jassen van inféri eure stof en slappe petten en geen en kele verslering of onderscheiding. Het ls waarschijnlijk de bloem van de com munistische legers. En naar hun hou ding te oordelen moeten het vuurvaste partijgenoten zijn met een Ingeboren haat tegen de westerlingen. Ze kijken tenminste uitgesproken vijandig als we naderen. Sommigen hebben een rood of geei lint op hun borst met in het Engels en Chinees erop: „Ontvangst-Commissie". Maar ze zijn er zeker niet om ons te ontvangen. Het zijn bijna uitsluitend leden van de legerfilm- en fotodienst, te oordelen naar de grote camera's, die ze stuk voor stuk hebben. Of ze daar gisteren ook al bij waren valt ernstig te betwijfelen en men ziet hoe onhandig en amateuristisch de meesten met hun apparaten omgaan. Een Chinees ls bijvoorbeeld druk be zig met een splinternieuwe en kostbare filmcamera opnamen te makenmet de beschermingsdoppen voor alle drie zijn lenzen. Anderen komen zo dichtbij, dat het onmogelijk is om een scherpe foto te maken. Maar dat schijnt hen allemaal niet te hinderen. Ze knippen maar raak. Misschien ls er ook geen film ln de camera's. In ieder geval zijn ze enorm actief. Ze rennen heen en weer om iedereen te fotograferen en soms is het net een dans als onze fotografen hen weer trachten te fotograferen. Wij lachen er hartelijk om. Zij blijven ech ter doodernstig en begluren ons met venijnige blikken. Russische jeeps. De tuin staat vol met jeeps. Limousines spelen in deze militaire BEZOEKT KAESONG IN COM MUNISTISCH KOREA kan men zo langzamerhand wel adver teren. Het is merkelijk net een gezelschap toeristen: de twintig met camera's en verrekijkers omhangen oorlogscorresponden ten, die elke morgen van de perstrein ten Noorden van Seoel naar de vergaderplaats van de wapenstilstandscommissies rijden. Zoals het dagjesmensen betaamt hebben ze volop eten en drinken bij zich. In bijgaand artikel be schrijft onze correspondent Al fred van Sprang, die bij de eer ste groep behoorde, welke de stad Kaesong kon binnengaan, hoe zo'n dag in communistisch gebied verloopt. wereld geen rol. Maar jeeps zoveel te meer. Ze zijn er ln soorten. In de eerste plaats de onze: keurig ln de bruine verf met een witte vredesvlag op het rechter spatbord. Maar ook de andere kant be schikt over jeeps. Het zijn meest Jeeps van Russische makelij: zwartgespoten en lager en breder van constructie. Ze hebben echter ook enkele op de Ameri kanen buitgemaakte jeeps, waarin ze provocerend door Kaesong rijden met de oorspronkelijke registratietekens er nog op. Sommigen van de chauffeurs zijn Chinezen, maar voornamelijk zijn er toch Noord-Koreanen aanwezig. Een Ameri kaanse tolk helpt me om een gesprek met een paar van die Koreanen aan te knopen. Het is eerst het gebruikelijke uitwisselen van namen en rangen en nationaliteiten. „Waarom gooi Je niet je geweer weg en ga naar hulsstelt de Kore- aan dan voor. „Dat wil lk wel als jij 't dan ook doetgeeft de Amerikaan hem ten antwoord. En meteen Informeert hij of hij veel Amerikanen doodgeschoten heeft. Dat blijkt wel mee te vallen. Maar wel heeft h(j een hoge onderschei ding voor heldhaftig gedrag gekregen. „That's allrightknikt de Ame rikaan, „dat ls oorlog". Ze komen over de luchtmacht te pra ten. Dat ls een wapen waar de commu nisten meer dan genoeg van hebben. „Waarom blijven jullie vliegtuigen ons bombarderenvraagt de commu nist op scherpe toon. „Dat Is oorloggeeft de ander hem laconiek ten antwoord. „Maar wij hebben toch ook geen vliegtuigen „Dan moet je ze maar aan je Rus sische vrienden vragen Zo praten ze een beetje. „Noulk ga mijn geweer weg gooien!" zegt de Amerikaan tenslotte en loopt door. „Goed!" roept de Koreaan hem na. En misschien gelooft hij het ook wel, dat h(j het werkelijk doet. Maar de sfeer blijft toch in elk opzicht vijandig. Van onze kant proberen we op alle mogelijke ma nleren toenadering. Sommigen trachten een gesprek aan te knopen. Anderen bieden sigaretten of een rol film aan, We stuiten steeds op een muur van an tipathie en achterdocht. Er is absoluut geen geestelijk contact. Misschien zouden sommigen van de communisten zelf wel anders willen. Ze (Ingez. mededeling, advert.) U blijft monter en fris wanneer u geniet van de verkwikkende FEUILLETON door G. P. BAKKER. 76) o— „De meester?" vroeg Saxon. „Ken jij de meester?" „Hij bracht me dadelijk een bezoek, toen ik hier kwam, vertelde mij dat hij je vriend was, dat ik geen angst behoefde te hebben, daar je spoedig weer op vrije voeten zou zijn. Hij zei: „We hebben een plan dat moet slagen. Maar bovendien, het leven van de overste loopt niet het minste gevaar. Von Pappenheim weet dat hij rijk is, dat u en zijn vrienden elke som zou den bijeen brengen als losprijs. Over ste Saxon is voor hem van veel te veel waarde. De keizerlijken, ver volgde hij, hebben veel geld nodig. Keizer Ferdinand ziet geen kans meer te lenen, zelfs niet bij de Joodse geld schieters, van welke hjj velen tot vij and gemaakt heeft. Wat een grote domheid was. Wallenstein is de enige man, die hem zou kunnen helpen. De keizer heeft hem ontslagen. Hij zal hem moeten terugroepen, maar de beroemde veldheer is niet meer te yertrouwen. Hij vergaat van eer zucht. Hij heeft getracht een verbond met de koning van Zweden te slui ten, doch de koning vertrouwt hem evenmin." „Dat is alles volkomen waar", be aamde Saxon. „Dat zal wel zo zijn", antwoordde Marion. „Maar mijn vrees, dat zo'n deugniet als jou iets zou overkomen, werd er niet door verminderd, of schoon de meester en Bernhard mij steeds moed trachtten in te spreken. Ik vond het beter zelf de koe bij de horens te pakken, doch daarvan wil den ze niets weten. Geen van beiden. Ze zeiden, dat ik dan jouw kansen zou bederven en dat, als wij beiden in zijn handen waren, alles verloren zou zijn en Von Pappenheim geheel meester van de toestand zou zijn. „De overste zou honderdmaal liever ster ven. Bingumstein is onneem baar, zeide Bernhard. Mocht 't ver woest worden, dan waren er veilige geheime uitgangen". „Gelukkig, dat ze je tegen wisten te houden. Jij in de handen van Von Pappenhelm", zei hij met trillende stem en drukte haar stijf tegen zich aan. „Ik durf er niet aan denken". „En toen vanmorgen, toen het nog duister was, plotseling dat krijgsru moer, het tumult van de strijd, het gekerm der gewonden, de schrille kreten der stervenden! Wij stonden op de tinnen van het kasteel. Eerst konden we niets zien in de duister nis, maar toen het later werd, begon nen we iets te onderscheiden, een veldslag van schimmen. En toen zag ik jou, vrij hoog te paard, op Balder's rug, te midden der ruiters en mijn hart sprong op van vreugde. En nu ben ik zo dankbaar en blij". Ze kuste hem op beide ogen. „Nooit, nooit laat ik je er weer alleen op uit trekken." „Ik heb de schat nog niet gevon den", wierp Saxon haar tegen. „O neen?" vroeg ze en keek hem met haar donkere kijkers aan. „Ik kan niet zeggen dat je erg galant bent teruggekomen. Menig man zou er an ders over denken, als h(j mij in de armen hield." „Je weet, dat ik dat niet bedoel, ondeugd. Jij weet heel goed, dat je mijn alles bent" en hij kuste mar weer. „Ik meen de kostbaarheden, die wij voor de koning wilden zoeken, Ze zjjn voor hem van het grootste belang." „Je hebt genoeg gedaan. Je inlich tingen hebben je tocht tot een succes gemaakt." „Maar ik moet de schat trachten te vinden. We hebben het op ons geno men. Voel je niet dat we moeten sla gen. Het geld zal een goed einde van deze oorlog mogelijk maken." „Moeten we slagen? Goed, dan ga ik met je mee." „Dat gaat niet. Ik wil je niet bloot stellen aan...." „Aan wat?" „Aan alles. Je weet het van onze ontvluchting uit Maagdenburg." „Weet je wel", zei ze, „dat ik ei genlijk nooit in mijn leven zo'n heer lijke tijd heb beleefd. Maar vertel me eerst alles wat je intussen is overko men." Saxon, de armen om Marion' schouders, begon zijn verhaal. Zij viel hem niet in de rede, zelfs toen freule Verona in het verhaal genoemd werd sprak ze geen woord. Maar toen hij de tocht in zijn droom vertelde, de tocht met Verona in de onderaardse gang en zijn ontwaken, vroeg ze: „En jij bent nooit achter die ridderhofstede geweest?" „Nooit in mijn leven." ,Dat is vreemd, je volgde die weg in je droom?" „Ja en die tocht staat me zo helder voor de geest alsof ik hem werkelijk gemaakt heb." (Wordt vervolgd) Het werk aan Europa's grootste binneiisltiis vordert gestadig. De baggermolen Montgomery is thans bezig met het doorgraven van een gedeelte van de eeuwenoude Waalbanddijk, welke de voorhaven van het Amsterdam Rijnkanaal te Tiel tot dusver in twee helften scheidde. De gebaggerde grond zal dienen om „De Strengeen onrendabel gebied boven de Echteldse steenoven, een nuttige bestemming te geven. Op de foto, welke van de baggermolen af gemaakt werd, ziet men het doorgraven van de Waalbanddijk (op achtergrond). hebben echter kennelijk instructies ge kregen, waar ze niet van durven af wijken. Een enkeling slechts beant woordt onze tegemoetkomendheid met een glimlach of een verstandig woord. Vervelend. Binnen vergadert men maar. Het is beginnen te regenen. Een tries te, trage motregen. Dat maakt alles nog kleurlozer dan het al ls. We zoeken allemaal een schuilplaats op de voor galerij en onder het afdak van de bij gebouwen. Daar kunnen we nu en dan een zin uit de vergadering opvangen als een tolk met stemverheffing een ver taling voorleest. We vervelen ons stier lijk. Iedereen heeft iedereen bekeken en gefotografeerd. We hebben het huis van alle kanten bestudeerd. Er valt verder niets anders te doen dan te wachten op het einde van de bijeenkomst. „Een dooie boel...", merkt een Franse correspondent op. „Het is nauwelijks al het stof en het botsen waard..." beamen anderen. De pers heeft gevochten om in Kae song te mogen. De Amerikanen heb ben zelfs de vrijheid van de pers erbtj gesleept. Nu ze er is moet ze eigenlijk toegeven, dat het allemaal weinig op windend ls. Het is een dagje uit ln communistisch gebied. Meer niet. En voor de rest ls dat communistisch Kae song een even dode, troosteloze en on aanzienlijke Koreaanse stad als duizen den andere aan deze en gene zijde van de veelomstreden 38e breedtegraad. Maar het ls een plaats om er geweest te moe ten zijn. Evenals Scheveningen, Knocke en Bali DATA UTRECHTSE JAARBEURZEN 1953. De data voor de Utrechtse jaarbeur zen zijn als volgt vastgesteld: Voor- jaarsbeurs 25 Maart3 April en Na- jaarsbeurs 211 September. Oproep tot juist begrip. Maar er zijn een aantal voorbehouden gemaakt. Met ingang van Donderdag 26 Juli te half twaalf is de staat van oorlog tussen Nederland en Duitsland beëindigd. Een desbetreffend Koninklijk Besluit, waaraan tevens het karakter van een proclamatie is gegeven, is heden in het Staatsblad gepubliceerd, aldus heeft het ministerie van buitenlandse zaken bekend gemaakt. Het is van de aanvang af de bedoe ling geweest, dat Nederland ongeveer gelijktijdig met de mogendheden, die enige weken geleden de staat van oor log met Duitsland beëindigden, daartoe zou overgaan. Dit bleek echter niet mo gelijk i.v.m. het feit dat de behandeling in het parlement van een wetsontwerp, waarvan de inwerkingtreding aan de beëindiging van de staat van oorlog vooraf diende te gaan, meer tijd in be slag nam dan aanvankelijk was ge raamd. Nu dit wetsontwerp, waarin o.m. de nog in het Nederlandse recht bestaande discriminerende bepalingen t.a.v. Duitsland en Duitse onderdanen worden opgeheven, inmiddels het Staatsblad heeft bereikt, is de beëindi ging van de staat van oorlog mogelijk geworden. In het besluit-proelamatie worden een aantal voorbehouden gemaakt t.a.v. Nederlandse rechten en aanspraken, welke noodzakelijk zijn i.v.m. het feit dat nog geen vredesverdrag gesloten kan worden. De beëindiging van de staat van oorlog betekent echterwel een formele bevestiging van het herstel van normale betrekkingen tussen Nederland en Duitsland dat na de oorlog geleide lijk heeft plaatsgevonden. Zoals gezegd, zijn hiermede echter niet alle problemen opgelost, welke da oorlog heeft doen ontstaan. Hiertoe zul len van weerszijden geduld, een juist begrip voor hetgeen in het verleden is geschied en vertrouwen in de toekomst nodig zijn. Op deze wijze zal aan de be ëindiging van de staat van oorlog tus sen beide landen inhoud dienen te wor den gegeven. De K.L.M. maakte in 1950 een bevredigende ontwikkeling door. De omzet steeg tot f 188 millioen, het passagiersvervoer breidde zich uit het vracht vervoer zelfs in bijzondere mate en men wist geleidelijk-aan de gevolgen van de devaluatie en de stillegging van de lijn AmsterdamDjakarta te boven te komen. Ondanks de prijsstijgingen kon door rationalisatie en vergroting van de omzet worden bereikt, dat in de tweede helft van het jaar het niveau van de kosten en dat van de inkomsten met elkaar in evenwicht kwamen. Over 1950 was, zo deelt de directie in haar jaarverslag mee, een exploitatie verlies van f 2.230.188.dat voorname lijk is ontstaan in de eerste helft van het jaar, nog onvermijdelijk. Het kon echter uit de in 1950 nagekomen baten uit vorige jaren worden gedekt, zodat de winst- en verliesrekening kon worden afgesloten met een winstsaldo van f 56.000.—. Naar dr Plesman, de president-direc teur, in een nadere toelichting mede deelde, was de K.L.M. in de eerste helft van dit jaar weer een rendabel bedrijf wanneer men de seizoensinvloeden in aanmerking neemt. Het eerste kwartaal van 1951 leverde een winst op van f 800.000.en wan neer de toestand zo bljjft is over 1951 een winst te verwachten van enkele millioenen guldens. Naar verwachting zal de omzet dit jaar ongeveer f 220 millioen bedragen bjj een bezettingsgraad van gemiddeld 65 proeent. LUCHTVERVOER. Over het luchtvervoer wordt gezegd, dat men verwacht dat het gebruik van vliegtuigen voor het publiek, de ver schepers van goederen en de pos'auto- riteiten verder zal toenemen. Betreurd wordt, dat sommige regeringen de luchtvaart onvoldoende vrijheid laten en zelfs remmende beperkingen opleggen. Het komt voor dat op bepaalde trajec ten waarop de K.L.M. vliegt, de vraag naar vervoer die van het aanbod verre overtreft maar dat de betrokken rege ringen weigeren uitbreiding van de diensten toe te staan. De Garuda Indonesian Airways N.V., in Indonesië ontwikkelde zich in het eerste jaar gunstig. NIEUWE VLIEGTUIGEN. Met betrekking tot 1951 wordt ge zegd dat de K.L.M.-vloot ternauwer nood toereikend kan zjjn om te voldoen aan de vraag naar luchtvervoer. Door het aanschaffen van nieuwe vliegtuigen hoopt men aan de vraag vooral van het vrachtvervoer te kunnen voldoen. De productie in 1950 werd opgevoerd tot 189.653.000 ton-kilometer, door het openen van nieuwe lijnen vnl. op Duits land en het Verre Oosten en het ver hogen van de frequentie op bestaande verbindingen. Ten opzichte van 1948 nam het passa giersvervoer met 6 toe, het vracht vervoer met 70 en het charterver- voer met 300 Het postvervoer daar entegen nam, door het wegvallen van Indonesië af met 31 Het charterver- voer was vooral van belang door het inschakelen van de K.L.M. bij de uit voering van het emigrantenvervoer. Dit jaar zullen er 5000 door de lucht naar Australië worden gebracht. Eind 1950 werden twee bestellingen voor nieuwe viermotorige vliegtuigen geplaatst nl. voor zeven D.C. 6 Bs en negen Lockheed 1049-C super-constella- tions, te leveren in 1952 en 1953. Bij de studie, die aan de bestellingen vooraf is gegaan, is bijzondere aandacht besteed aan de ontwikkeling van de voortstuwingstechniek. Eind 1950 omvatte het grondperso neel in Nederland 6795 man, hetgeen een vermindering van 897 man in 1950 betekent. In het buitenland, exclusief het voormalige interinsulair bedrijf in Indonesië, bedroeg het grondpersoneel per ultimo 1949 331 man en per ultimo 1950 3274 man, waaruit een verminde ring van 37 man gedurende het ver slagjaar blijkt. Bij de Garuda Indonesian Airways Airways N.V. was per ultimo 1950 346 man grondpersoneel en 202 man vlie gend personeel gedetacheerd. Blijft Duitse kolenuitvoer gehandhaafd? Op de gisteren gehouden bijeenkomst van de Raad van het internationale ge zagsorgaan voor het Ruhrgebled is nog geen beslissing genomen over het Duit se verzoek tot vermindering van het Duitse exportquotum voor het derde kwartaal van 1951 met 1 millioen ton tot 5.2 millioen ton. De Duitse delegatie acht de kansen op een verlaging niet gunstig, daar ook de Franse regering zich tegen een ver mindering verklaard heeft. Geen verdere troepenopleiding voor Ver. Naties. Onlangs werd namens de secretaris generaal der Ver. Naties de vraag ge steld in hoeverre door de betrokken re geringen uitvoering was gegeven aan de maatregelen, die werden aanbevolen in de resolutie „Uniting for Peace", die door de Algemene Vergadering werd aangenomen op 3 November 1950. On der de aanbevelingen dezer resolutie valt het ter beschikking stellen van speciale troepeneenheden door de natio nale regeringen, die in geval van agres sie voor een gemeenschappelijke tegen actie der Ver. Naties zullen kunnen worden ingezet. De Nederlandse permanente vertegen woordiger bü de Verenigde Naties te Lake Success heeft thans opdracht ont vangen in antwoord op deze vraag mede te delen, dat sedert November 1950 een Nederlands vrijwilligers-detachement in Korea strijdt en nog onlangs verster king heeft ontvangen. De Nederlandse regering be schouwt het vormen en in stand houden van dit detachement als een eerste stap ter bereiking van het doel van genoemde aanbeveling van algemene vergadering. Daarnaast heeft Nederland bijzondere verplichtingen uit hoofde van de ge meenschappelijke defensieve maatrege len van het Noord Atlantisch Verdrag, dat gegrond is op art. 51 van het Hand vest der Ver. Naties. Aangezien deze verplichtingen reeds een volledige, nationale inspanning ver gen, overweegt de Nederlandse regering thans niet ook nog verdere troepeneen heden op te leiden, speciaal bestemd om dienst te doen bjj de Ver, Naties. (En geland, Frankrijk en andere landen ga ven reeds overeenkomstige antwoor den). Bij de landbouwersfamilie O te Lun- teren klopte enige dagen geleden een keurig geklede man aan, die zich voor deed als ambtenaar van het departe ment van Landbouw. Hij deed de heuglijke mededeling, dat de familie een bedrag van ongeveer f1300 tegoed had voor schade, die de veestapel tij dens de oorlogsjaren had geleden. Verder verklaarde de bezoeker, dat hij het geld wel zou meegebracht heb ben, wanneer de boerenleenbank ter plaatse „gemachtigd tot uitbetaling", niet te kampen had gehad met een tekort aan klein geld. Men had daar slechts biljetten van duizend gulden in kas. Het verhaal werd zo geloofwaardig voorgesteld, dat de landbouwersfami lie de afgezant van het ministerie grif een bedrag van f 750 ter hand stelde, waarna deze heenging om de schade vergoeding te incasseren en.niet meer terug keerde. Onmiddellijk werd de politie in de arm genomen en al spoedig kwam aan het licht, dat deze pseudo-ambtenaar ook elders in de gemeente Ede ge tracht had zijn slag te slaan, zij het dan ook zonder succes. In Barneveld had een landbouwer zich echter laten verleiden op de aanbiedingen van de ze oplichter in te gaan, hetgeen hem f700 kostte. Verder blijkt de man ge opereerd te hebben in de provincie Utrecht en werd hij laatstelijk gesig naleerd in de Betuwe.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 4