en WIM H AGE MA 1ST: Vijf-en-twintig en geen handen en geen ogen meer. Ucér&t Held Confrontatie met de oorlog. „Roken en muziek.*., dat is 't enige wat ik heb...! Invalide vrijwilligers zijn bezorgd. Minister Lieftinck deed concessies bij belastingdebatten* •bed is ook voor U ideaal! Gemeenteraad en Prov. Staten Veel lol; voor Min. Stikker. Maandag 9 Juli 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD P&gina 2 (Van onze oorlogscorrespondent Alfred van Sprang) TOKIO, Juni 1951. Het was de dertiende. Veel mensen geloven, dat dat een ongeluksgetal Is. Soldaat Wlm Hageman weet het nn zeker. Het was name lijk op die datum, dat h(j z(]n gezicht en belde handen verloor. Zoals zo vaak er voor was hij die onvergetelijke dertiende Mei bezig met het monteren van mijnen om eventuele Infiltraties van Chinezen tegen te houden. Het was een gevaarlijk werkje, maar op den duur raakt men aan het gevaar gewend. Men raakt echter nooit gewend aan mijnen van slechte kwaliteit, die voortijdig ontploffen. Die waren bij het partijtje waar lii) mee bezig was, maar niemand had hem dat vooruit verteld. Plotseling barstte een van de gevaarlijke projec tielen uit elkaar en sloeg hem recht in het gezicht. Met verschrikkelijke wonden heeft een helicopter hem naar het hospitaal gebracht. Daar heeft men hem onmiddellijk onder banden genomen, maar er was weinig hoop. Toen Wlm 1 Jagemnn een paar dagen later vijf-en-twintig werd was er zekerheid: voor de v« J°ven zou hij zijn ogen en handen moeten missen. Zusle •met de zwaargewonde Wim impend... .k schrik als Ik hem zie. in een afzonderlijk kamertje op de bovenste verdieping van het militaire hospitaal zit hij rechtop in bed: een boom van een blonde kerel met dicht geknepen ogen waarin het licht is uit gedoofd en twee hulpeloze armen, waar de handen aan ontbreken. Stil leunt hij tegen da witte kussens. „Goeienmiddag, Hagemangroet ik als ik weifelend binnenstap. „Goeienmiddagantwoord hij zonder zijn hoofd te draaien. „Ik ben Alfred van Sprangvoeg ik er aan toe. „O jareageert hij. Het is dan een ogenblik stil. Eerlijk gezegd weet ik niet wat ik nu moet zeg gen. Het gebruikelijke „Enhoe gaat 't?" valt hier zo ironisch uit de toon en het „Noujij hebt ook pech gehadklinkt al te banaal. Het is zo moeilijk om iets te zeggen wat niet leeg is en wat evenmin zijn gevoelens pijnigt. Besluiteloos sta ik naast zijn bed. Hageman zelf redt dan gelukkig de situatie door om een sigaret te vragen. Ik steek er een voor hem aan en duw hem tussen zijn lippen. En regelmatig tik ik de as er voor hem af. „Koken en muziekdat is het enige wat ik hebzegt hij. Hij houdt veel van muziek. Er staat een kleine gramo- foon naast zijn bed. Alle platen uit het hospitaal zijn er al op gespeeld. Ik kijk naar de titels, die bovenop liggen, F a- vorite sacred songs staat er op de ene en S o u t h Pacific op de andere. „Swing hoor ik t heistvoegt hij er aan toe. „en Hawaiian ook wel. Maar als er klassieke muziek is ga ik een straatje om". Muziek was vroeger een van zijn vele ontspanningsmogelijkhe den. Het is nu plotseling een van de weinige dingen geworden, die zijn da gen kunnen vullen. Als er dan ook een of ander orkestje voor de gewonden in het hospitaal komt spelen brengen ze een apart bezoek aan zijn kamer om een extra-nummer te spelen. „Heb je er al eens over gedacht wat je straks in Nederland zou kunnen gaan doenpols ik hem voorzichtig. Hij haalt gelaten zijn schouders op. „Nee „Helemaal geen plannen „Plannende enige plannen, die ik maak zijn hoe ik nou eens in bed zal gaan zittenzo of andersom Het klinkt machteloos. Maar met bit ter. Het is bewonderenswaardig met hoeveel moed hij zijn lot draagt. „Als ik nou kunsthanden heb en er ko nt nog iets van dat ene oog terecht kan lk misschien iets in mijn oude vak doenT" „Wat is datT" „Meubelmaker Het Is ook daarom dat hij zo verlan gend is naar Nederland te gaan. Op het ogenblik zit hij hier maar. Me. dische behandeling heeft hij niet meer nodig. Maar wel zou hij graag zien, dat men begon met Iets aan zijn handen te doen. En dat moet in Nederland gebeu ren. Aan de andere kant is hi) echter bang om naar Nederland terug te ke ren. Hij herinnert zich Invalide mllltai ren, die uit Indonesië teruggekomen zijn en van een luttel bedrag moeten zien rond te komen. En bovendien ls hij nog kostwinner voor zijn moeder. „Straks kun je langs de hulzen gaanzegt hij. „Noudat zal wel loslopen probeer ik hem die gedachte uit het hoofd te praten. Maar ik weet voor me zelf, dat het helaas weinig overtuigend klinkt. Ook anderen. Andere Nederlanders komen binnen. In het tweede bed ligt korporaal Jo rink. Op dezelfde dag met het leggen van dezelfde mijnen zijn zijn beide han den weggeslagen. De ene is helemaal verloren en van de andere is nog een stuk duim overgebleven. Die draagt hij nu in gips op zijn buik om er nog wat weefsel aan te laten groeien. Ook hij is er erg aan toe, maar vergeleken bij Ha geman is hij onnoemelijk veel beter af. Hij kan tenminste zien. „M'n hele toekomst wegzucht hü spijtig, „nu had lk In Korea een aar dig sommetje overgespaardik had naar Australië of Nieuw-Zeeland willen gaanhet reisgeld ervoor was er en nu gebeurt dit en wie kan iemand zonder handen gebruiken Misschien als je kunsthanden hebt „Wat kun je daar nog mee doen....?" „Daar leren ze je heus wel mee wer ken „En hoe moet je dan leven Ook hij zit erg in over de toekomst in Nederland. Evenals trouwens korpo raal Van Beek, wiens rechteroog bij hetzelfde werk weggeslagen is. En de anderen, die min of meer invalide blij ven. Er is niets bekend van de plannen van de regering ten aanzien van deze mensen. En het is begrijpelijk, dat ze er niet al te hoge verwachtingen van hebben. Daar heb Je de zusterzegt er een. „Dag, zustergroet Hageman. „Dag, Wim Zuster Koopman is speciaal belast met de verzorging van Hageman en te gelijk ook van Jorink. Ze moeten ten slotte met alles geholpen worden en ze kunnen zich niet altijd duidelijk in het Engels uitdrukken. „Dat is mijn particuliere verpleeg sterzegt Hageman lachend. Ze voert hem en ze begeleidt hem naar buiten als het mooi weer is. „Dan kijk ik 'n beetje naar de bootjes, DE SAARKWESTIE. In het debat, dat de Westduitse Bondsdag Vrijdag over de kwestie van het Saargebied voerde, heeft kanselier Adenauer verklaard, dat de gehele Saarkwestie binnen niet al te lange tijd opgelost zou worden „zoals wij wensen" Verder wilde hij niet op vragen ingaan. «ÉÜSI ieöeling. advert.) dSf&È&Si£50** U presteert méér onder het qenot van de qeionde en verfrissende H[R0&- Korporaal H. Jorink (Zu>olie) heejt ook beide hanaen verloren bij het ontydig springen van een mijn. H\j speelt hier een partijtje dammen met korp. A. Noor- degraaf RotterdamVerde- op de foto v.l.n.r.: zus ter I. Koopman (gedeeltelijk zichtbaar), korp. Jac. Beus (Eindhoven), soldaat A. Kranepoel (Eindho ven) en korp. A. van Beek (Putten). die voorbij varenvoegt Hageman zelf aan het verhaal toe. De anderen kijken elkaar aan en lachen onzeker. Hageman spreekt dikwijls op zo'n toon. Misschien tracht hij er zichzelf moed mee in te praten. Of misschien is het een uiting van machteloosheid. Maar het ls zeker, dat hij door die houding de moeilijkheden voor zichzelf en voor an deren veel lichter maakt. „Hoe ls 't met je correspondentie- vriendin, WlmT" vraagt een van de jongens. Bestverzekert hij hem, „lk heb haar pas een brief geschreven „Zelf Het is een uiterst pijnlijke vraag waarbij het plotseling stii in de kamer ivordt. Maar Hageman zelf laat er zich niet door van de wijs brengen. ,Nou jazelfverbetert hij op luchtige toon, „de zuster dandie is tegelijk mijn privé-secretaresse". „En of1" bevestigt zuster Koop man. Ze leest hem zijn brieven voor en ze schrijft er ook de antwoorden op. En a'; hij straks met een vliegtuig naar Nederland vervoerd wordt hoopt ze hem zover te vergezellen. Bezinning. Zuster Koopman komt me op de gang achterna. „Het is werkelijk enorm zoals die Ha geman zich houdtverzekert ze me. „Ongelofelijk!" geef ik toe. „Maar als hij straks thuis is zal een radio een geweldige afleiding voor hem zijn „Zeker „Hij heeft natuurlijk geen geld daar voor. We wilden nu proberen een soort Inzameling te houden om er een voor hem te kopen Ik knik. „Misschien zijn er wel lezers, die daar iets aan willen bijdragen Zuster Koopman is direct enthousiast. „Dat zou fijn zijnverzekert ze me, „je leest zo dikwijls in de krant, dat er geld voor een of ander doel bijeen gebracht wordt. En het is zeker goed besteed aan zo'n jongen Daar twijfel ik niet aan. Het is natuurlijk de plicht van de overheid voor deze mensen te zorgen. De overheid heeft hen tenslotte ook naar Korea gezonden. Maar buiten die officiële steun blyft er nog zoveel over om door particulieren gedaan te worden, teneinde 't lot van mensen als Hageman en andere invaliden te verlich ten. Ze hebben het dubbel en dwars ver diend voor het offer, dat ze gebracht heb ben in de strijd tegen de communistische be dreiging van de we reld. Dezelfde wereld waar u en ik zo graag vrij in willen blijven leven. Peinzend loop ik het hospitaal uit. De zon schijnt nog steeds en de straten zijn vol mensen ln fleurige zomerkleren. Ik zucht eens diep, maar het beeld van het hospitaal blijft me bh'; die forse jongeman in de kus sens met die twee keu rige zwachtels op de plaats waar anderen handen hebben en die krampachtig toegekne pen oogleden, waar „een licht meer door zal komen. In deze oor log heb lk veel ellende om me heen gezien. Men vergeet het zo spoedig. Veel gevaren heb -ik ook meege maakt. Men denkt er zo lichtzinnig over. Maar de confrontatie., met Wim Hageman heeft me weer eens diep bewust doen voe len wat een kostelijke gave het is om valide door het leven te mo gen gaan. En tegelijk wat een ellende de oor log is. KAMERO VERZICHT. Dc heer Algra is niet te spreken over Amerika. De Tweede Kamer heeft in de afgelopen week de belastingdebatten niet tot een einde kunnen brengen. Nadat Dinsdagmiddag en Dinsdagavond de replieken waren gehouden en minister Lieftinck hierop geantwoord had, schorste voor zitter Kortenhorst de beraadslagingen om de minister gelegenheid te geven overleg te plegen met de commissie van rapporteurs. Dit leidde tot een aantal wijzigingen in de voorstellen. Woensdag kwamen deze in het bezit der kamer leden. Daarop werd het debat uitgesteld tot Donderdag en tenslotte tot a.s. Dinsdag. Achter gesloten deuren Is nu druk overleg gaande tussen de minister en de verschillende fracties. Het Iaat zich aanzien, dat dit overleg tot nieuwe wijzigingen zal lelden, die nog bestudeerd moeten worden, voordat de artikels- gewjjze behandeling Dinsdag a.s. plaats zal vinden. D# replieken leverden maar weinig de gezinssamenstelling. Zakenmensen nieuws op. De meeste sprekers waren door de ministeriële rede, ook al had die dan bijna vier uur geduurd, aller minst bevredigd. De heer C. van den Heuvel (A.R.) begon al direct met het indienen van een motie, gericht tegen de voorgestelde wijziging van het weel- detarief en tegen de verhoging van het heffingspercentage voor de grossier. In de motie werd de regering dan ook ver zocht deze belastingverhogingen te la ten vervallen en ze te vervangen door een verhoging van de omzetbelasting voor de fabrikant. Een dergelijke be lastingverhoging zal op het hele volk gezamenlijk drukken, was de mening van de heer van den Heuvel. Ook dr Lucas (K.V.P.) was allerminst bevredigd. Het ging hem voornamelijk om de bepaling inzake de kinderaftrek, waardoor de grote gezinnen weer meer in het gedrang zou komen. Een amende ment op dit ontwerp wilde hij niet in dienen. „Mijn fractie zal hiertegen stemmen", verklaarde hij. Scherp werd hjj bjj zijn verwijt aan de minister, dat het regeringsprogram ma niet wordt nagekomen. „Het is be grijpelijk", zo zei hjj, „dat wjj met meer aandacht dan anders de daden der re gering zullen nagaan", een dreigement dat tekenend is voor de gevoelens die in K.K. kringen leven. Ook over het door minister Lieftinck gesuggereerde idee om een „bezuini- ging-door-afkappings-commissie" uit de Kamer te benoemen werd druk gespro ken. De meesten, uitgezonderd de heer van den Heuvel, voelden wei iets voor het idee. Men moet afwachten wat er nu verder zal gaan gebeuren. Het hele debat leverde meer dan 40 moties op en het was begrijpelijk, dat minister Lieftinck zich eerst wel eens wenste te beraden over eventuele wijzi gingsmogelijkheden. Als het Rijk maar aan zijn trek komt, te weten aan de f 245 miliioen voor de defensie, dan was de minister bereid over het hóe overleg te plegen. Hij rekende de heer Lucas wel in de gauwigheid nog even voor, dat verhoging van de leeftijdsgrens voor kinderaftrek van 16 tot 17, resp. 18 jaar een verlies van 2, resp. Wz miliioen zou betekenen. WIJZIGINGEN. Woensdag ontvingen de Kamerleden drie nota's van wijziging. Er bleek uit dat de minister bereid was een aantal artikelen die in het oorsprinkelu'k ont werp met een weeldebelasting van 30 waren belast, terug te brengen in de klasse van 15 Maar ter compensa tie werden de z.g. tussentarieven voor een bepaald aantal goederen van 6 op 7 procent gebracht en bij levering van fa brikanten aan niet ondernemers van 8 op 9 Ook aan de bezwaren van de heer Lucas was minister Lieftinck in zeker opzicht tegemoet gekomen: de bestaan de regeling voor de kinderaftrek ten aanzien van een kind boven 16 Jaar blijft gehandhaafd, Indien dit kind deel uitmaakt van een gezin met 8 of meer voor kinderaftrek in aanmerking ko mende kinderen. De derde wijziging betrof de extra belasting bij bedrijfswinsten; de minis ter bleek bereid bij de vaststelling daar van enigermate rekening te houden met (Ingez. mededeling, adv.) Lekker warm en volkomen geruisloze vering AMERIKA ANNULEERT HANDELSVERDRAGEN MET COMMUNISTISCHE LANDEN. Het Amerikaanse ministerie van Bui tenlandse Zaken heeft er de Sowjet- Unie, Roemenië en Bulgarije van in ken nis gesteld, dat hun handelsverdragen met de Ver. Staten geannuleerd zullen worden. FEUILLETON G P. BAKKER. Saxon snelde de gang in, hoorde nog het vloeken van de officier, rukte de deur open die naar een vertrek aan de achterzijde van de herberg moest leiden. Hij kwam in een ruime ka mer, sloot de deur achter zich, nam niet de mmste notitie van een jonge dame, die in een bedstede lag en hem stom van verbazing aanstaarde. Hij Ijlde naar het grote raam, dat uit tal van kleine in lood gezette gekleurde venstertjes bestond, sloeg het open en zag in het bos achter de herberg een aantal ruiters liggen en aan een boom dichtbij drie paarden vastgebonden, een rode vos, een witte schimmel en een zwarte Ardenner. Hjj beantwoordde het lachje van de jonge vrouw, die nu blijkbaar de toe stand begreep, door haar met de hand een vaarwel toe te wuiven en liet zich uit het raam vallen, deed onmiddel lijk zijn keuze, de rode vos, een hoge trotse hengst met wilde manen en een paar vurige ogen, sprong op zijn rug, ontknoopte met één beweging de teugels en was om de hoek van de herberg verdwenen, gevolgd door het witte en het zwarte paard, vóór de ruiters in het bos hem hadden kun nen bereiken. Om de hoek stiet hij op een groep musketiers, die uit de herberg kwa men aanrennen, maar de hengst kende z(jn werk. Hij trapte links en rechts, stond op de voorbenen, verhief zich luid briesend op de achterbenen, zo dat de mannen verschrikt achteruit stoven, terwijl zijn beide losse ka meraden hun best deden de verwar ring te vergroten. Saxon wierp zich eensklaps voor over, greep de sabel van een solde nier. Als een woedende centaur viel hij op hen, stak, sloeg met de kling en door een molen als van tien blik semende degens maakte hij ruimte. De vos vloog tussen de soldeniers door naar een pad, dat aan de overzijde van de herberg door de hossen liep, want zijn meester had in een oogwenk ge zien, dat de straatweg aan beide zij den vol krijgsvolk was en aan door breken daar niet te denken viel. Even sloeg de overste zijn redder op de schouder. „Braaf, braaf, jon gen" zei hij. „En nu vooruit, het gaat om ons leven." Het scheen dat de hengst hem vol komen begreep. Hij schoot weg als een pijl gevolgd door zijn beide vrienden en daarachter een grote troep vijandelijke ruiters. De wedren begon. Het was een rit op leven en dood. De paarden vlogen over het bospad. De rode hengst hield zich prachtig, bleek de sterkste, bleef overwinnaar. De afstand tussen hem en zijn vervolgers werd steeds gro ter. Bovendien liepen zijn beide vrienden de ruiters voortdurend in de weg, vooral de dikke Ardenner, die lang niet zo vlug over het smalle pad schommelde. Maar onverwachts kwam uit een zijweg een nieuwe troep vijanden op verse paarden, kurassiers van Von Bernstein. Een seconde voor hen be reikte de vos het snijpunt, donderde hen voorbij. Weer begon de achter volging, maar hü bleef aan de kop, galopperend met grote sprongen. Tien lengten lag hij voor, toen Saxon plot seling een snel vlietende brede beek zag, stromend tussen de rotsen in de diepte. Er lag voor voetgangers een plank over, die echter voor 'n ruiter onbegaanbaar was. „Vooruit", riep Saxon, raakte het paard even met de hielen in de zy- den, boog diep voorover. De hengst aarzelde niet. Met het grootste gemak nam hij de beek en gaf zyn achter volgers het nakijken. De vluchteling zag om. Slechts één ruiter durfde zijn voorbeeld te vol gen. Saxon draaide zich nieuwsgierig om in het zadel. Het paard van de vervolger sprong, maar de beek bleek te breed. De achterhoeven kletsten tegen de overzijde, de benen van het dier gleden van de steile gladde over. Ruiter en paard vielen achter over in de diepte. De overste hield zyn paard in, liet het stappen om het op adem te Ia- ten komen en klopte het dankbaar op de hals. „Braaf", herhaalde hij. „Je bent een prachtige vriend. Nu zullen we het verder wel opknappen." Te laat zag de vluchteling de tromp van een musket tussen de bladeren uitsteken, vlak voor hem. Hij hoorde de knal. Het paard, in de kop ge troffen, stortte neer. Dë vluchteling sprong juist op tijd uit het zadel, keek naar het paard, dat hem met bre kende verwonderde ogen aanzag, alsof het niet begreep waarom men hem zo gemeen behandelde, nadat hjj zo zün uiterste best had gedaan. (Wordt vervolgd.) C.-H. Zomer conferentie. (Van onze Utrechtse correspondent). Op de tweede dag van de zomercon- ferentie der Chr. Historische Unie, heeft de heer H. C. Kranenburg te Rot terdam gesproken over de verhouding tussen de gemeenteraad en de provin ciale staten. De heer Kranenburg, zelf lid van Raad en Staten, hegon met een uitvoerige beschouwing van de be- stuurshistorie van gemeenten en pro vinciën, waarbij h(j gelegenheid had om zün grote bewondering te uiten voor de honderd jaar oude provinciale- en ge meentewetten. Ernstig keerde spreker zich tegen het feit dat de centrale overheid van liever lede topzwaar is geworden. Als reactie hierop openbaart zich thans de vraag naar decentralisatie. Met voldoening maakte de heer Kranenburg gewag van het voorstel der provinciale staten van Groningen om een commissie te benoe men, die zich zal beraden over het vraagstuk op welke wyze aan de pro vinciale besturen een breder werkter rein kan worden toegekend. Dat er voorts stemmen opgaan voor een eigen belastinggebied ten dienste van provin cie en gemeenteraad, bleek de heer Kranenburg zeer welkom te zijn. Dat er in de zucht naar centralisatie al kentering komt, meende de spreker te kunnen bewijzen uit de manier waar op de vroedschap van Rotterdam een vijftal wijkraden heeft ingesteld con form Engels model. De heer Kranen burg was dan ook niet zonder hoop aan gaande de toekomst van gemeentelijke en provinciale autonomie. Mr dr J. van Bruggen en jhr mr L. E. de Geer van Oudegein traden hierna nog als sprekers op. De Vereniging voor Vreemdelingen verkeer te Renegse Vooruit viert op II Augustus a.s. haar 40-jarig bestaan. De voorbereidingen voor de feestelijk heden zijn in volle gang. NEDERLANDS CONSUMENTENCENTRUM. Onlangs is opgericht de Stichting „Het Nederlands Consumenten-cen trum", die haar deelnemers (voorna melijk gezocht onder het personeel van die bedrijven, waar geen bepaalds fi nanciële voordelen aan het personeel worden geboden) de mogelijkheid biedt om bij bepaalde winkels, op vertoon van hun deelnemerskaart, b(j contante be taling, korting te verkrijgen. De Stich ting hoopt hiermede het sparen te be vorderen en het kopen op afbetaling te geen te gaan. Scherp protest van wegverkeers-en- vervoersorganisaties. Het „Centraal Overleg" van de wegverkeers- en vervoersorganisaties heeft de voorzitter en de leden der Tweede Kamer een telegram doen toekomen, waarin de in „Centraal Overleg" samenwerkende wegver keers- en vervoersorganisaties zeg gen: „Met grote bezorgdheid kennis genomen te hebben van de uitspraak van de minister van financiën in de Tweede Kamer, waarbij onomwonden en geheel in tegenspraak met vroegere geruststellende verklaringen wordt medegedeeld, dat van regeringszijde via de belastingen een bewuste poli tiek ter begunstiging van de spoor wegen wordt bedreven". De organi saties menen met klem tegen een dergelijke bevoordeling te moeten protesteren. „Dat de spoorwegen op het ogen blik zwaarder belast zyn dan het wegvervoer, zoals mede door de mi nister wordt betoogd, kan zonder een op deugdelijke cijfers gegrond bewijs niet worden aanvaard. Beide ver voerstakken betalen hun eigen baan, terwijl het wegvervoer bovendien jaarlijks tientallen millioenen (alleen voor 1950 reeds te stellen op 150 mil- liöen) aan speciale belastingen in de schatkist brengt, tegenover de spoor niets. Voorts zijn de spoorwegen nog steeds niet onderworpen aan ven- nootschaps- en winstbelasting", aldus wordt in het telegram o.a. gezegd. met kinderen mogen nu wat meer af trekken dan de voorgestelde f8000.—, maar vrijgezellen wat minder. Die be talen dus weer het gelag. De Kamer is niet meer aan behan deling van deze wijzigingen toegeko men. Woensdag verwierp zij de_ motie van den Heuvel met 45 tegen 25 stem men en Donderdag besloot zij eerst nieuwe nota's van wijziging af te wachten als het overleg tussen de mi nister en de fracties geëindigd zal zijn. ANDERE ONDERWERPEN. Donderdag was er eerst een interpel latie-Wagenaar aan de orde, voor welke gelegenheid ook Paul de Groot weer eens in de kamer was verschenen. De interpellatie ging over de politiek van Nederland inzake Korea en resulteerde in een motie, waarin de komende onder handelingen op Korea werden toege juicht en werd aangedrongen op het te rugtrekken van de Nederlandse en an dere geallieerde troepen uit Korea. Er waren maar 7 voorstemmers, n.l. de communisten. Verder kwam de wet op de hei kapi talisatie in behandeling, bela ïgrük voor zeer grote vennootschappen, maar met zo interessant voor de gewone mens. Het was een academisch debat, dat leidde tot een aanneming van de voor stellen met de aantekening dat de com munisten tegen waren. Het wachten is nu weer op Dinsdag als de belastingdebatten zullen worden voortgezet. Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft in de voor- bygegane week zowel de begrotingen van Binnenlandse Zaken als die van Buitenlandse Zaken goedgekeurd beide met de communisten tegen. Voor zitter Jonkman had n.l. meegedeeld, dat er "spoed betracht diende te worden en dat derhalve ook 's avonds zou worden vergaderd. BINNENLANDSE ZAKEN. Met de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken was men de vorige week al begonnen. Minister van Maarseveen deed een goed woordje voor de burgemeester van Velsen, die er herhaaldelijk van beschuldigd is, dat hij een aantal tapijten van een N.S.B.-er zou hebben verduisterd. „Ik kan mij niet voorstellen ze zei de minister dat de burgemeester zich zeven kleedjes van betrekkelijk ge ringe waarde zou hebben toegeëigend". Over de Nationale Reserve zei de mi nister dat zeer binnenkort de taakom schrijving van dit onderdeel een feit zal worden. Na hem voerde minister Teuiings het woord over de burgerlijke verdediging en de binnenlandse veiligheidsdienst. Spr. betreurde het bestaan van deza dienst, maar ze zal helaas moeten wor den gehandhaafd en uitgebreid om de mocratisch instellingen van het Neder landse volk, die gebaseerd zijn op het Christendom, tegen subsersieve elemen ten te verdedigen. Na enige repliek werd de begioling aangenomc LANÜSE ZAKEN. De oren van minister Stikker moeten wel getuit hebben bij zoveel woorden von lof; iedere nieuwe spreker begon met zijn hulde te betuigen. Alleen de heer Algra (A.R.) was bang, dat de minister zich wei eens iets te veel za kenman toonde en iets te weinig man van beginselen. Deze spreker was trouwens toch de minst tevredene van allen. Hij was van mening, dat de Ver. Staten Nederland behandelen als een „insolvente commen saal" en hij verweet Amerika ook, dat dit land, toch ook tot zijn eigen bescher ming, maar zes divisies naar Europa stuurt, terwijl het Nederland verplicht 5 divisies op de been te brengen. Hij pleitte dan ook voor een sterke samen bundeling van Europa, dat dan als een gelijkwaardige partner van de Ver. Sta ten kan optreden. Alleen op die manier kan een sterke westelijke macht de Russische dreiging tegenhouden, is het zelfs naar sprekers mening mogelijk in een vriendschappelijk gesprek de twist punten tussen oost en west op te lossen maar dan moet de stok achter de deur ook stevig zijn. Voor hem had de heer Kolff (C.H.) al een paar lelijke woorden gezegd aan het adres van Brussel. Speciaal de be wering dat eerst de kwestie van de wa terwegen moet worden opgelost alvo rens het Unie-verdrag getekend kan worden, wekte zijn toorn op. „De begint bedenkelijk veel op sabotage te lijken", aldus mr Kolff. De sprekers uit de andere iiacties hadden slechts op ondergeschikte pun ten critiek op het beleid van de minis ter, behalve dan natuurlijk de commu nistische heer Schalker. Minister Stik ker had het bij de beantwoording dan ook niet zo heel moeilijk. De opmerking van mr Kolff over de Benelux bleef on beantwoord in verband met de komende informele besprekingen. De heer Algra kreeg voorgerekend, dat Amerika 20 van het nationale inkomen besteedt aan de bewapiningsinspanning en hem werd toegevoegd dat er geen sprake is van zuivere wilsoplegging door de Ver. Sta ten aan de andere Nato-Ianden, omdat ieder lid gelijke stem heeft. Over Engeland zei minister Slikker, dat men begrip moest hebben voor het feit, dat dit land en de Commonwealth zich gemakkelijker kunnen bewegen in de Nato dan in een zuiver Europese sa menbundeling. De minister was echter van mening, dat Engelands terughou dendheid ten aanzien van de Raad van Europa zal verminderen door de huidige ontwikkeling. Na repliek, waarbij de heer Algra nogmaals over Amerika's houding sput terde, werd de begroting aangenomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 2