en
WIM H AGE MA 1ST: Vijf-en-twintig en geen
handen en geen ogen meer.
Ucér&t Held
Confrontatie met de oorlog.
„Roken en muziek.*., dat is 't enige
wat ik heb...!
Invalide vrijwilligers zijn
bezorgd.
Minister Lieftinck deed concessies
bij belastingdebatten*
•bed is ook voor U ideaal!
Gemeenteraad en Prov. Staten
Veel lol; voor Min. Stikker.
Maandag 9 Juli 1951
ZEEUWSCH DAGBLAD
P&gina 2
(Van onze oorlogscorrespondent Alfred van Sprang)
TOKIO, Juni 1951. Het was de dertiende. Veel mensen geloven, dat dat
een ongeluksgetal Is. Soldaat Wlm Hageman weet het nn zeker. Het was name
lijk op die datum, dat h(j z(]n gezicht en belde handen verloor. Zoals zo vaak
er voor was hij die onvergetelijke dertiende Mei bezig met het monteren van
mijnen om eventuele Infiltraties van Chinezen tegen te houden. Het was een
gevaarlijk werkje, maar op den duur raakt men aan het gevaar gewend. Men
raakt echter nooit gewend aan mijnen van slechte kwaliteit, die voortijdig
ontploffen. Die waren bij het partijtje waar lii) mee bezig was, maar niemand
had hem dat vooruit verteld. Plotseling barstte een van de gevaarlijke projec
tielen uit elkaar en sloeg hem recht in het gezicht. Met verschrikkelijke wonden
heeft een helicopter hem naar het hospitaal gebracht. Daar heeft men hem
onmiddellijk onder banden genomen, maar er was weinig hoop. Toen Wlm
1 Jagemnn een paar dagen later vijf-en-twintig werd was er zekerheid: voor de
v« J°ven zou hij zijn ogen en handen moeten missen.
Zusle
•met de zwaargewonde Wim impend...
.k schrik als Ik hem zie.
in een afzonderlijk kamertje op de
bovenste verdieping van het militaire
hospitaal zit hij rechtop in bed: een
boom van een blonde kerel met dicht
geknepen ogen waarin het licht is uit
gedoofd en twee hulpeloze armen, waar
de handen aan ontbreken. Stil leunt hij
tegen da witte kussens.
„Goeienmiddag, Hagemangroet
ik als ik weifelend binnenstap.
„Goeienmiddagantwoord hij
zonder zijn hoofd te draaien.
„Ik ben Alfred van Sprangvoeg
ik er aan toe.
„O jareageert hij.
Het is dan een ogenblik stil. Eerlijk
gezegd weet ik niet wat ik nu moet zeg
gen. Het gebruikelijke „Enhoe
gaat 't?" valt hier zo ironisch uit de
toon en het „Noujij hebt ook pech
gehadklinkt al te banaal. Het is
zo moeilijk om iets te zeggen wat niet
leeg is en wat evenmin zijn gevoelens
pijnigt. Besluiteloos sta ik naast zijn
bed. Hageman zelf redt dan gelukkig de
situatie door om een sigaret te vragen.
Ik steek er een voor hem aan en duw
hem tussen zijn lippen. En regelmatig
tik ik de as er voor hem af.
„Koken en muziekdat is het enige
wat ik hebzegt hij. Hij houdt veel
van muziek. Er staat een kleine gramo-
foon naast zijn bed. Alle platen uit het
hospitaal zijn er al op gespeeld. Ik kijk
naar de titels, die bovenop liggen, F a-
vorite sacred songs staat er
op de ene en S o u t h Pacific op de
andere.
„Swing hoor ik t heistvoegt hij
er aan toe. „en Hawaiian ook wel. Maar
als er klassieke muziek is ga ik een
straatje om". Muziek was vroeger een
van zijn vele ontspanningsmogelijkhe
den. Het is nu plotseling een van de
weinige dingen geworden, die zijn da
gen kunnen vullen. Als er dan ook een
of ander orkestje voor de gewonden in
het hospitaal komt spelen brengen ze
een apart bezoek aan zijn kamer om een
extra-nummer te spelen.
„Heb je er al eens over gedacht wat
je straks in Nederland zou kunnen gaan
doenpols ik hem voorzichtig. Hij
haalt gelaten zijn schouders op.
„Nee
„Helemaal geen plannen
„Plannende enige plannen, die
ik maak zijn hoe ik nou eens in bed zal
gaan zittenzo of andersom
Het klinkt machteloos. Maar met bit
ter. Het is bewonderenswaardig met
hoeveel moed hij zijn lot draagt.
„Als ik nou kunsthanden heb en er
ko nt nog iets van dat ene oog terecht
kan lk misschien iets in mijn oude vak
doenT"
„Wat is datT"
„Meubelmaker
Het Is ook daarom dat hij zo verlan
gend is naar Nederland te gaan.
Op het ogenblik zit hij hier maar. Me.
dische behandeling heeft hij niet meer
nodig. Maar wel zou hij graag zien, dat
men begon met Iets aan zijn handen te
doen. En dat moet in Nederland gebeu
ren. Aan de andere kant is hi) echter
bang om naar Nederland terug te ke
ren. Hij herinnert zich Invalide mllltai
ren, die uit Indonesië teruggekomen zijn
en van een luttel bedrag moeten zien
rond te komen. En bovendien ls hij nog
kostwinner voor zijn moeder.
„Straks kun je langs de hulzen
gaanzegt hij.
„Noudat zal wel loslopen
probeer ik hem die gedachte uit het
hoofd te praten. Maar ik weet voor me
zelf, dat het helaas weinig overtuigend
klinkt.
Ook anderen.
Andere Nederlanders komen binnen.
In het tweede bed ligt korporaal Jo
rink. Op dezelfde dag met het leggen
van dezelfde mijnen zijn zijn beide han
den weggeslagen. De ene is helemaal
verloren en van de andere is nog een
stuk duim overgebleven. Die draagt hij
nu in gips op zijn buik om er nog wat
weefsel aan te laten groeien. Ook hij is
er erg aan toe, maar vergeleken bij Ha
geman is hij onnoemelijk veel beter af.
Hij kan tenminste zien.
„M'n hele toekomst wegzucht
hü spijtig, „nu had lk In Korea een aar
dig sommetje overgespaardik had
naar Australië of Nieuw-Zeeland willen
gaanhet reisgeld ervoor was er
en nu gebeurt dit en wie kan iemand
zonder handen gebruiken
Misschien als je kunsthanden
hebt
„Wat kun je daar nog mee doen....?"
„Daar leren ze je heus wel mee wer
ken
„En hoe moet je dan leven
Ook hij zit erg in over de toekomst
in Nederland. Evenals trouwens korpo
raal Van Beek, wiens rechteroog bij
hetzelfde werk weggeslagen is. En de
anderen, die min of meer invalide blij
ven. Er is niets bekend van de plannen
van de regering ten aanzien van deze
mensen. En het is begrijpelijk, dat ze
er niet al te hoge verwachtingen van
hebben.
Daar heb Je de zusterzegt er
een.
„Dag, zustergroet Hageman.
„Dag, Wim
Zuster Koopman is speciaal belast
met de verzorging van Hageman en te
gelijk ook van Jorink. Ze moeten ten
slotte met alles geholpen worden en ze
kunnen zich niet altijd duidelijk in het
Engels uitdrukken.
„Dat is mijn particuliere verpleeg
sterzegt Hageman lachend. Ze
voert hem en ze begeleidt hem naar
buiten als het mooi weer is.
„Dan kijk ik 'n beetje naar de bootjes,
DE SAARKWESTIE.
In het debat, dat de Westduitse
Bondsdag Vrijdag over de kwestie van
het Saargebied voerde, heeft kanselier
Adenauer verklaard, dat de gehele
Saarkwestie binnen niet al te lange tijd
opgelost zou worden „zoals wij wensen"
Verder wilde hij niet op vragen ingaan.
«ÉÜSI
ieöeling. advert.)
dSf&È&Si£50**
U presteert méér
onder het qenot van
de qeionde en
verfrissende
H[R0&-
Korporaal H. Jorink (Zu>olie) heejt ook beide hanaen
verloren bij het ontydig springen van een mijn. H\j
speelt hier een partijtje dammen met korp. A. Noor-
degraaf RotterdamVerde- op de foto v.l.n.r.: zus
ter I. Koopman (gedeeltelijk zichtbaar), korp. Jac.
Beus (Eindhoven), soldaat A. Kranepoel (Eindho
ven) en korp. A. van Beek (Putten).
die voorbij varenvoegt Hageman
zelf aan het verhaal toe. De anderen
kijken elkaar aan en lachen onzeker.
Hageman spreekt dikwijls op zo'n toon.
Misschien tracht hij er zichzelf moed
mee in te praten. Of misschien is het
een uiting van machteloosheid. Maar
het ls zeker, dat hij door die houding de
moeilijkheden voor zichzelf en voor an
deren veel lichter maakt.
„Hoe ls 't met je correspondentie-
vriendin, WlmT" vraagt een van de
jongens.
Bestverzekert hij hem, „lk heb
haar pas een brief geschreven
„Zelf
Het is een uiterst pijnlijke vraag
waarbij het plotseling stii in de kamer
ivordt. Maar Hageman zelf laat er zich
niet door van de wijs brengen.
,Nou jazelfverbetert hij op
luchtige toon, „de zuster dandie is
tegelijk mijn privé-secretaresse".
„En of1" bevestigt zuster Koop
man. Ze leest hem zijn brieven voor en
ze schrijft er ook de antwoorden op. En
a'; hij straks met een vliegtuig naar
Nederland vervoerd wordt hoopt ze hem
zover te vergezellen.
Bezinning.
Zuster Koopman komt me op de gang
achterna.
„Het is werkelijk enorm zoals die Ha
geman zich houdtverzekert ze me.
„Ongelofelijk!" geef ik toe.
„Maar als hij straks thuis is zal een
radio een geweldige afleiding voor hem
zijn
„Zeker
„Hij heeft natuurlijk geen geld daar
voor. We wilden nu proberen een soort
Inzameling te houden om er een voor
hem te kopen
Ik knik.
„Misschien zijn er wel lezers, die daar
iets aan willen bijdragen
Zuster Koopman is direct enthousiast.
„Dat zou fijn zijnverzekert ze
me, „je leest zo dikwijls in de krant, dat
er geld voor een of ander doel bijeen
gebracht wordt. En het is zeker goed
besteed aan zo'n jongen
Daar twijfel ik niet aan.
Het is natuurlijk de plicht van de
overheid voor deze mensen te zorgen.
De overheid heeft hen tenslotte ook
naar Korea gezonden. Maar buiten
die officiële steun blyft er nog zoveel
over om door particulieren gedaan te
worden, teneinde 't lot van mensen als
Hageman en andere
invaliden te verlich
ten. Ze hebben het
dubbel en dwars ver
diend voor het offer,
dat ze gebracht heb
ben in de strijd tegen
de communistische be
dreiging van de we
reld. Dezelfde wereld
waar u en ik zo graag
vrij in willen blijven
leven.
Peinzend loop ik het
hospitaal uit.
De zon schijnt nog
steeds en de straten zijn
vol mensen ln fleurige
zomerkleren. Ik zucht
eens diep, maar het
beeld van het hospitaal
blijft me bh'; die forse
jongeman in de kus
sens met die twee keu
rige zwachtels op de
plaats waar anderen
handen hebben en die
krampachtig toegekne
pen oogleden, waar
„een licht meer door
zal komen. In deze oor
log heb lk veel ellende
om me heen gezien.
Men vergeet het zo
spoedig. Veel gevaren
heb -ik ook meege
maakt. Men denkt er
zo lichtzinnig over.
Maar de confrontatie.,
met Wim Hageman
heeft me weer eens
diep bewust doen voe
len wat een kostelijke
gave het is om valide
door het leven te mo
gen gaan. En tegelijk
wat een ellende de oor
log is.
KAMERO VERZICHT.
Dc heer Algra is niet te spreken over Amerika.
De Tweede Kamer heeft in de afgelopen week de belastingdebatten niet tot
een einde kunnen brengen. Nadat Dinsdagmiddag en Dinsdagavond de replieken
waren gehouden en minister Lieftinck hierop geantwoord had, schorste voor
zitter Kortenhorst de beraadslagingen om de minister gelegenheid te geven
overleg te plegen met de commissie van rapporteurs. Dit leidde tot een aantal
wijzigingen in de voorstellen. Woensdag kwamen deze in het bezit der kamer
leden. Daarop werd het debat uitgesteld tot Donderdag en tenslotte tot a.s.
Dinsdag. Achter gesloten deuren Is nu druk overleg gaande tussen de minister
en de verschillende fracties. Het Iaat zich aanzien, dat dit overleg tot nieuwe
wijzigingen zal lelden, die nog bestudeerd moeten worden, voordat de artikels-
gewjjze behandeling Dinsdag a.s. plaats zal vinden.
D# replieken leverden maar weinig de gezinssamenstelling. Zakenmensen
nieuws op. De meeste sprekers waren
door de ministeriële rede, ook al had
die dan bijna vier uur geduurd, aller
minst bevredigd. De heer C. van den
Heuvel (A.R.) begon al direct met het
indienen van een motie, gericht tegen
de voorgestelde wijziging van het weel-
detarief en tegen de verhoging van het
heffingspercentage voor de grossier. In
de motie werd de regering dan ook ver
zocht deze belastingverhogingen te la
ten vervallen en ze te vervangen door
een verhoging van de omzetbelasting
voor de fabrikant. Een dergelijke be
lastingverhoging zal op het hele volk
gezamenlijk drukken, was de mening
van de heer van den Heuvel.
Ook dr Lucas (K.V.P.) was allerminst
bevredigd. Het ging hem voornamelijk
om de bepaling inzake de kinderaftrek,
waardoor de grote gezinnen weer meer
in het gedrang zou komen. Een amende
ment op dit ontwerp wilde hij niet in
dienen. „Mijn fractie zal hiertegen
stemmen", verklaarde hij.
Scherp werd hjj bjj zijn verwijt aan
de minister, dat het regeringsprogram
ma niet wordt nagekomen. „Het is be
grijpelijk", zo zei hjj, „dat wjj met meer
aandacht dan anders de daden der re
gering zullen nagaan", een dreigement
dat tekenend is voor de gevoelens die in
K.K. kringen leven.
Ook over het door minister Lieftinck
gesuggereerde idee om een „bezuini-
ging-door-afkappings-commissie" uit de
Kamer te benoemen werd druk gespro
ken. De meesten, uitgezonderd de heer
van den Heuvel, voelden wei iets voor
het idee. Men moet afwachten wat er
nu verder zal gaan gebeuren.
Het hele debat leverde meer dan 40
moties op en het was begrijpelijk, dat
minister Lieftinck zich eerst wel eens
wenste te beraden over eventuele wijzi
gingsmogelijkheden. Als het Rijk maar
aan zijn trek komt, te weten aan de
f 245 miliioen voor de defensie, dan was
de minister bereid over het hóe overleg
te plegen. Hij rekende de heer Lucas
wel in de gauwigheid nog even voor, dat
verhoging van de leeftijdsgrens voor
kinderaftrek van 16 tot 17, resp. 18 jaar
een verlies van 2, resp. Wz miliioen zou
betekenen.
WIJZIGINGEN.
Woensdag ontvingen de Kamerleden
drie nota's van wijziging. Er bleek uit
dat de minister bereid was een aantal
artikelen die in het oorsprinkelu'k ont
werp met een weeldebelasting van 30
waren belast, terug te brengen in de
klasse van 15 Maar ter compensa
tie werden de z.g. tussentarieven voor
een bepaald aantal goederen van 6 op 7
procent gebracht en bij levering van fa
brikanten aan niet ondernemers van 8
op 9
Ook aan de bezwaren van de heer
Lucas was minister Lieftinck in zeker
opzicht tegemoet gekomen: de bestaan
de regeling voor de kinderaftrek ten
aanzien van een kind boven 16 Jaar
blijft gehandhaafd, Indien dit kind deel
uitmaakt van een gezin met 8 of meer
voor kinderaftrek in aanmerking ko
mende kinderen.
De derde wijziging betrof de extra
belasting bij bedrijfswinsten; de minis
ter bleek bereid bij de vaststelling daar
van enigermate rekening te houden met
(Ingez. mededeling, adv.)
Lekker warm en volkomen geruisloze vering
AMERIKA ANNULEERT
HANDELSVERDRAGEN MET
COMMUNISTISCHE LANDEN.
Het Amerikaanse ministerie van Bui
tenlandse Zaken heeft er de Sowjet-
Unie, Roemenië en Bulgarije van in ken
nis gesteld, dat hun handelsverdragen
met de Ver. Staten geannuleerd zullen
worden.
FEUILLETON
G P. BAKKER.
Saxon snelde de gang in, hoorde nog
het vloeken van de officier, rukte de
deur open die naar een vertrek aan
de achterzijde van de herberg moest
leiden. Hij kwam in een ruime ka
mer, sloot de deur achter zich, nam
niet de mmste notitie van een jonge
dame, die in een bedstede lag en hem
stom van verbazing aanstaarde. Hij
Ijlde naar het grote raam, dat uit tal
van kleine in lood gezette gekleurde
venstertjes bestond, sloeg het open en
zag in het bos achter de herberg een
aantal ruiters liggen en aan een boom
dichtbij drie paarden vastgebonden,
een rode vos, een witte schimmel en
een zwarte Ardenner.
Hjj beantwoordde het lachje van de
jonge vrouw, die nu blijkbaar de toe
stand begreep, door haar met de hand
een vaarwel toe te wuiven en liet zich
uit het raam vallen, deed onmiddel
lijk zijn keuze, de rode vos, een hoge
trotse hengst met wilde manen en
een paar vurige ogen, sprong op zijn
rug, ontknoopte met één beweging de
teugels en was om de hoek van de
herberg verdwenen, gevolgd door het
witte en het zwarte paard, vóór de
ruiters in het bos hem hadden kun
nen bereiken.
Om de hoek stiet hij op een groep
musketiers, die uit de herberg kwa
men aanrennen, maar de hengst kende
z(jn werk. Hij trapte links en rechts,
stond op de voorbenen, verhief zich
luid briesend op de achterbenen, zo
dat de mannen verschrikt achteruit
stoven, terwijl zijn beide losse ka
meraden hun best deden de verwar
ring te vergroten.
Saxon wierp zich eensklaps voor
over, greep de sabel van een solde
nier. Als een woedende centaur viel
hij op hen, stak, sloeg met de kling
en door een molen als van tien blik
semende degens maakte hij ruimte. De
vos vloog tussen de soldeniers door
naar een pad, dat aan de overzijde van
de herberg door de hossen liep, want
zijn meester had in een oogwenk ge
zien, dat de straatweg aan beide zij
den vol krijgsvolk was en aan door
breken daar niet te denken viel.
Even sloeg de overste zijn redder
op de schouder. „Braaf, braaf, jon
gen" zei hij. „En nu vooruit, het gaat
om ons leven."
Het scheen dat de hengst hem vol
komen begreep. Hij schoot weg als
een pijl gevolgd door zijn beide
vrienden en daarachter een grote
troep vijandelijke ruiters. De wedren
begon. Het was een rit op leven en
dood. De paarden vlogen over het
bospad. De rode hengst hield zich
prachtig, bleek de sterkste, bleef
overwinnaar. De afstand tussen hem
en zijn vervolgers werd steeds gro
ter. Bovendien liepen zijn beide
vrienden de ruiters voortdurend in
de weg, vooral de dikke Ardenner,
die lang niet zo vlug over het smalle
pad schommelde.
Maar onverwachts kwam uit een
zijweg een nieuwe troep vijanden op
verse paarden, kurassiers van Von
Bernstein. Een seconde voor hen be
reikte de vos het snijpunt, donderde
hen voorbij. Weer begon de achter
volging, maar hü bleef aan de kop,
galopperend met grote sprongen. Tien
lengten lag hij voor, toen Saxon plot
seling een snel vlietende brede beek
zag, stromend tussen de rotsen in de
diepte. Er lag voor voetgangers een
plank over, die echter voor 'n ruiter
onbegaanbaar was.
„Vooruit", riep Saxon, raakte het
paard even met de hielen in de zy-
den, boog diep voorover. De hengst
aarzelde niet. Met het grootste gemak
nam hij de beek en gaf zyn achter
volgers het nakijken.
De vluchteling zag om. Slechts één
ruiter durfde zijn voorbeeld te vol
gen. Saxon draaide zich nieuwsgierig
om in het zadel. Het paard van de
vervolger sprong, maar de beek bleek
te breed. De achterhoeven kletsten
tegen de overzijde, de benen van het
dier gleden van de steile gladde
over. Ruiter en paard vielen achter
over in de diepte.
De overste hield zyn paard in, liet
het stappen om het op adem te Ia-
ten komen en klopte het dankbaar op
de hals.
„Braaf", herhaalde hij. „Je bent een
prachtige vriend. Nu zullen we het
verder wel opknappen."
Te laat zag de vluchteling de tromp
van een musket tussen de bladeren
uitsteken, vlak voor hem. Hij hoorde
de knal. Het paard, in de kop ge
troffen, stortte neer. Dë vluchteling
sprong juist op tijd uit het zadel, keek
naar het paard, dat hem met bre
kende verwonderde ogen aanzag, alsof
het niet begreep waarom men hem
zo gemeen behandelde, nadat hjj zo
zün uiterste best had gedaan.
(Wordt vervolgd.)
C.-H. Zomer conferentie.
(Van onze Utrechtse correspondent).
Op de tweede dag van de zomercon-
ferentie der Chr. Historische Unie,
heeft de heer H. C. Kranenburg te Rot
terdam gesproken over de verhouding
tussen de gemeenteraad en de provin
ciale staten. De heer Kranenburg, zelf
lid van Raad en Staten, hegon met een
uitvoerige beschouwing van de be-
stuurshistorie van gemeenten en pro
vinciën, waarbij h(j gelegenheid had om
zün grote bewondering te uiten voor de
honderd jaar oude provinciale- en ge
meentewetten.
Ernstig keerde spreker zich tegen het
feit dat de centrale overheid van liever
lede topzwaar is geworden. Als reactie
hierop openbaart zich thans de vraag
naar decentralisatie. Met voldoening
maakte de heer Kranenburg gewag van
het voorstel der provinciale staten van
Groningen om een commissie te benoe
men, die zich zal beraden over het
vraagstuk op welke wyze aan de pro
vinciale besturen een breder werkter
rein kan worden toegekend. Dat er
voorts stemmen opgaan voor een eigen
belastinggebied ten dienste van provin
cie en gemeenteraad, bleek de heer
Kranenburg zeer welkom te zijn.
Dat er in de zucht naar centralisatie
al kentering komt, meende de spreker
te kunnen bewijzen uit de manier waar
op de vroedschap van Rotterdam een
vijftal wijkraden heeft ingesteld con
form Engels model. De heer Kranen
burg was dan ook niet zonder hoop aan
gaande de toekomst van gemeentelijke
en provinciale autonomie.
Mr dr J. van Bruggen en jhr mr L. E.
de Geer van Oudegein traden hierna
nog als sprekers op.
De Vereniging voor Vreemdelingen
verkeer te Renegse Vooruit viert op II
Augustus a.s. haar 40-jarig bestaan.
De voorbereidingen voor de feestelijk
heden zijn in volle gang.
NEDERLANDS
CONSUMENTENCENTRUM.
Onlangs is opgericht de Stichting
„Het Nederlands Consumenten-cen
trum", die haar deelnemers (voorna
melijk gezocht onder het personeel van
die bedrijven, waar geen bepaalds fi
nanciële voordelen aan het personeel
worden geboden) de mogelijkheid biedt
om bij bepaalde winkels, op vertoon van
hun deelnemerskaart, b(j contante be
taling, korting te verkrijgen. De Stich
ting hoopt hiermede het sparen te be
vorderen en het kopen op afbetaling te
geen te gaan.
Scherp protest van wegverkeers-en-
vervoersorganisaties.
Het „Centraal Overleg" van de
wegverkeers- en vervoersorganisaties
heeft de voorzitter en de leden der
Tweede Kamer een telegram doen
toekomen, waarin de in „Centraal
Overleg" samenwerkende wegver
keers- en vervoersorganisaties zeg
gen: „Met grote bezorgdheid kennis
genomen te hebben van de uitspraak
van de minister van financiën in de
Tweede Kamer, waarbij onomwonden
en geheel in tegenspraak met vroegere
geruststellende verklaringen wordt
medegedeeld, dat van regeringszijde
via de belastingen een bewuste poli
tiek ter begunstiging van de spoor
wegen wordt bedreven". De organi
saties menen met klem tegen een
dergelijke bevoordeling te moeten
protesteren.
„Dat de spoorwegen op het ogen
blik zwaarder belast zyn dan het
wegvervoer, zoals mede door de mi
nister wordt betoogd, kan zonder een
op deugdelijke cijfers gegrond bewijs
niet worden aanvaard. Beide ver
voerstakken betalen hun eigen baan,
terwijl het wegvervoer bovendien
jaarlijks tientallen millioenen (alleen
voor 1950 reeds te stellen op 150 mil-
liöen) aan speciale belastingen in de
schatkist brengt, tegenover de spoor
niets. Voorts zijn de spoorwegen nog
steeds niet onderworpen aan ven-
nootschaps- en winstbelasting", aldus
wordt in het telegram o.a. gezegd.
met kinderen mogen nu wat meer af
trekken dan de voorgestelde f8000.—,
maar vrijgezellen wat minder. Die be
talen dus weer het gelag.
De Kamer is niet meer aan behan
deling van deze wijzigingen toegeko
men. Woensdag verwierp zij de_ motie
van den Heuvel met 45 tegen 25 stem
men en Donderdag besloot zij eerst
nieuwe nota's van wijziging af te
wachten als het overleg tussen de mi
nister en de fracties geëindigd zal zijn.
ANDERE ONDERWERPEN.
Donderdag was er eerst een interpel
latie-Wagenaar aan de orde, voor welke
gelegenheid ook Paul de Groot weer
eens in de kamer was verschenen. De
interpellatie ging over de politiek van
Nederland inzake Korea en resulteerde
in een motie, waarin de komende onder
handelingen op Korea werden toege
juicht en werd aangedrongen op het te
rugtrekken van de Nederlandse en an
dere geallieerde troepen uit Korea. Er
waren maar 7 voorstemmers, n.l. de
communisten.
Verder kwam de wet op de hei kapi
talisatie in behandeling, bela ïgrük voor
zeer grote vennootschappen, maar met
zo interessant voor de gewone mens.
Het was een academisch debat, dat
leidde tot een aanneming van de voor
stellen met de aantekening dat de com
munisten tegen waren.
Het wachten is nu weer op Dinsdag
als de belastingdebatten zullen worden
voortgezet.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer heeft in de voor-
bygegane week zowel de begrotingen
van Binnenlandse Zaken als die van
Buitenlandse Zaken goedgekeurd
beide met de communisten tegen. Voor
zitter Jonkman had n.l. meegedeeld, dat
er "spoed betracht diende te worden en
dat derhalve ook 's avonds zou worden
vergaderd.
BINNENLANDSE ZAKEN.
Met de behandeling van de begroting
van Binnenlandse Zaken was men de
vorige week al begonnen. Minister van
Maarseveen deed een goed woordje
voor de burgemeester van Velsen, die
er herhaaldelijk van beschuldigd is, dat
hij een aantal tapijten van een N.S.B.-er
zou hebben verduisterd.
„Ik kan mij niet voorstellen ze
zei de minister dat de burgemeester
zich zeven kleedjes van betrekkelijk ge
ringe waarde zou hebben toegeëigend".
Over de Nationale Reserve zei de mi
nister dat zeer binnenkort de taakom
schrijving van dit onderdeel een feit zal
worden.
Na hem voerde minister Teuiings het
woord over de burgerlijke verdediging
en de binnenlandse veiligheidsdienst.
Spr. betreurde het bestaan van deza
dienst, maar ze zal helaas moeten wor
den gehandhaafd en uitgebreid om de
mocratisch instellingen van het Neder
landse volk, die gebaseerd zijn op het
Christendom, tegen subsersieve elemen
ten te verdedigen.
Na enige repliek werd de begioling
aangenomc
LANÜSE ZAKEN.
De oren van minister Stikker moeten
wel getuit hebben bij zoveel woorden
von lof; iedere nieuwe spreker begon
met zijn hulde te betuigen. Alleen de
heer Algra (A.R.) was bang, dat de
minister zich wei eens iets te veel za
kenman toonde en iets te weinig man
van beginselen.
Deze spreker was trouwens toch de
minst tevredene van allen. Hij was van
mening, dat de Ver. Staten Nederland
behandelen als een „insolvente commen
saal" en hij verweet Amerika ook, dat
dit land, toch ook tot zijn eigen bescher
ming, maar zes divisies naar Europa
stuurt, terwijl het Nederland verplicht
5 divisies op de been te brengen. Hij
pleitte dan ook voor een sterke samen
bundeling van Europa, dat dan als een
gelijkwaardige partner van de Ver. Sta
ten kan optreden. Alleen op die manier
kan een sterke westelijke macht de
Russische dreiging tegenhouden, is het
zelfs naar sprekers mening mogelijk in
een vriendschappelijk gesprek de twist
punten tussen oost en west op te lossen
maar dan moet de stok achter de deur
ook stevig zijn.
Voor hem had de heer Kolff (C.H.)
al een paar lelijke woorden gezegd aan
het adres van Brussel. Speciaal de be
wering dat eerst de kwestie van de wa
terwegen moet worden opgelost alvo
rens het Unie-verdrag getekend kan
worden, wekte zijn toorn op. „De begint
bedenkelijk veel op sabotage te lijken",
aldus mr Kolff.
De sprekers uit de andere iiacties
hadden slechts op ondergeschikte pun
ten critiek op het beleid van de minis
ter, behalve dan natuurlijk de commu
nistische heer Schalker. Minister Stik
ker had het bij de beantwoording dan
ook niet zo heel moeilijk. De opmerking
van mr Kolff over de Benelux bleef on
beantwoord in verband met de komende
informele besprekingen. De heer Algra
kreeg voorgerekend, dat Amerika 20
van het nationale inkomen besteedt aan
de bewapiningsinspanning en hem werd
toegevoegd dat er geen sprake is van
zuivere wilsoplegging door de Ver. Sta
ten aan de andere Nato-Ianden, omdat
ieder lid gelijke stem heeft.
Over Engeland zei minister Slikker,
dat men begrip moest hebben voor het
feit, dat dit land en de Commonwealth
zich gemakkelijker kunnen bewegen in
de Nato dan in een zuiver Europese sa
menbundeling. De minister was echter
van mening, dat Engelands terughou
dendheid ten aanzien van de Raad van
Europa zal verminderen door de huidige
ontwikkeling.
Na repliek, waarbij de heer Algra
nogmaals over Amerika's houding sput
terde, werd de begroting aangenomen.