V
STRIJD OM EEN GUNSTIGE STELLING
iva
1J DE
Zeeuwse Volkshogeschool gaat starten.
Haar Udd
Onze Prins in het publiek en
binnenskamers"*
Vooreengezonda
Eerste cursussen in het najaar.
SPECIAAL
ALKALIVRIJ j
VOOR
Nieuwe vertaling Oud-Testament
gereed gekomen*
Te Amsterdam overhandigd.
KORTE CIOERELDKR0NIEK
De chauffeur van een pantsersmokkelauto
en een helper veroordeeld.
Zaterdag 23 Juni 1951
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
t*
Prof. Dr J. Waterink schreef een boek.
„God dankbaar, dat wij zulk een Prins hebben".
Prof. dr J. Waterink, hoogleraar aan de Vrye Universiteit, heeft een boek ge
schreven, dat hy de titel gaf „Onze Prins in het publiek en binnenskamers". In
dit boek zijn bijdragen opgenomen van prof. dr J. H. Scholte, die de Prins geruime
tijd onderricht gaf in de Nederlandse taal, en van wijlen mr J. Thomassen,
die enige jaren particulier secretaris van Prins Bernhard was.
Wie dit boek heeft gelezen, zal tot dezelfde conclusie komen als wijlen dr
H. Colijn, die in 1937 de opmerking maakte: „Ik kan u aileen zeggen, dat ik
God dankbaar ben, dat wij zulk een Prinsi hebben", nadat iemand in een ge
sprek naar voren had gebracht, dat men met een glimlach, een hoffelijk ge
baar, een welgekozen woord, een humoristische of scherpzinnige opmerking nog
niet bewijst een karakter te zjjn.
Dit voorval speelde zich af in een
tijd, toen Prins Bernhard nog maar
kort in ons land was. Wij, veertien
jaar later, weten van de Prins heel
wat meer dan Colijn kon weten. Onze
dankbaarheid is verdubbeld, nadat wij
èn de Prins een wereldoorlog hebben
meegemaakt.
Prof. Waterink heeft er daaiom goed
aan gedaan, na zijn boek over „Onze
jonge Koningin thuis" thans dit werk
te doen verschijnen. Het is zonder
opsmuk geschreven en het is het ver
haal geworden van een kind, dat op
groeide tot een man, die de moeilijk
heden en het verdriet des levens niet
zijn bespaard gebleven.
Het boek begint met een beschou
wing over de breuk tussen de vader
van Prins Bernhard met de Duitse
keizer in 1907. Hier ligt eigenlijk de
sleutel voor de ontwikkeling van
Prins Bernhard in zijn verhouding
tot Duitsland. De zoon ontving
een echt christelijke opvoeding. Vooral
zijn vader, zo verklaarde Prins Bern
hard later met grote dankbaarheid,
heeft een blijvend stempel gezet op
zijn geestelijk leven.
NIETS VAN „DE PRUIS".
Prins Bernhard had en heeft niets
van „de Pruis". Dat blijkt alleen al
uit het feit, dat hij tot op latere leef
tijd zijn avondgebed steeds in het En
gels uitsprak. Zijn vader heef hem
altijd geleerd, dat de wereld zijn ar
beidsterrein zou zijn en reeds door
zijn vele buitenlandse reizen op jeug
dige leeftijd maakte hij zich een brede
visie eigen, waarvan hij niet kon
denken, dat die hem nog ooit zó van
pas zou komen.
Voor ziekten en ongevallen, ook
reeds toen hij nog kind was, is Prins
Bernhard niet gespaard gebleven.
Maar altijd behield hij zijn goede hu
meur en zijn fijne humor, die hij ook
nu nog in zo rijke mate bezit.
Aan „dikdoenerij" heeft Je Prins
het land. Iemand, die niet „gewoon"
doet tegenover hem, kan erop rekenen
fijntjes op zijn nummer te worden
gezet. Prins Bernhard is zeer begaafd.
Prof. Waterink geeft daarvan tal van
bewijzen. Als hij niet in zijn nieuwe
vaderland zijn levensbestemming had
gevonden, zou hij ongetwijfeld als
internationaal manager een prachtige
carrière hebben gemaakt.
SNEL DENKEN EN HANDELEN.
Bij dat alles bezit de Prins de gave
van snel te kunnen denken en hande
len. Een meester is hij in het samen
vatten van de mening van anderen en
onmiddellijk weet hij de kern van een
betoog te vatten. Dat Prins Bernhard
verschillende talen uitstekend spreekt,
ls algemeen bekend. En dat hij zeer
sportief is (jagen, autorijden en vlie
gen) niet minder.
Prins Bernhard, zo lezen we meer
malen in prof. Waterinks boek, heeft
een zeer hoge plichtsopvatting. Hij
geeft zich voorts volkomen aan hen,
die zijn vrienden zijn, al heeft hij
daarmede, doordat vele van zijn vroe
gere vrienden het Naziregiem steun
den, geen al te prettige ervaringen.
Bij dat alles is de Prins een goed
huisvader. Het gaat daar in het ko
ninklijk gezin op Soestdijk toe als
precies in elk ander gezin, waar de
verhoudingen tussen man en vrouw
en kinderen goed zijn. Daarover is
eigenlijk niet zo heel veel te vertel
len. Zij, die op het paleis het konink
lijke gezin dienen, waarderen de Prins
allen om zijn eenvoud en zijn harte
lijkheid. De Koningin en de Prins be
lasten zich zelf met de godsdienstige
opvoeding der Prinsessen.
VEEL WERK OP ALLERLEI
GEBIED.
Er zou over de Prins, zoals hij in
dit boek tot ons komt, nog veel meer
te vertellen zijn. Want ook zijn vele
werk op sociaal, economisch en cul
tureel terrein en zijn kermis van de
maatschappelijke verhoudingen in de
ruimste zin des woords, alsmede zijn
reizen naar het buitenland als „good-
will"-ambassadeur, worden in dit boek
belicht.
Zomer en Keuning te Wageningen
gaf het boek uit, dat, indien het mo
gelijk ware, onze Prins nog dichter
brengt bij de harten van ons Neder
landse volk.
De uitvoering van het werk is uit
stekend. De schrijver mocht putten
uit het persoonlijke foto-archief van
de Prins en bovendien staan er enige
bijzonder fraaie kleurenfoto's in het
werk, voor het maken waarvan het
koninklijke gezin verscheidene uren
heeft willen poseren.
Deense vissers boekten resultaten
in India.
De vangst van vis in India, die ver
leden jaar door Deense vissers werd ter
hand genomen, is met veel succes be
kroond. Reeds na enige weken ervaring
werd een rijke hoeveelheid eerste kwa
liteit vis gevangen en het is dan ook
de bedoeling van de Indiase regering
om meer West-Europes vakmensen aan
te trekken en een all-round vissersbe
drijf te stichten, teneinde aan de steeds
meer dreigende hongersnood een einde
te maken.
Denen, die mee geweest zijn met
„Skarreklit" en „Chr. Schrö-ier", zijn
kortgeleden teruggekomen en waren
vol lof over de door deze schepen be
reikte resultaten.
Er zijn voor de visserij nog overal ter
wereld ongekende mogelijkheden. De
tonijnenvangst in Australië en de rond-
visvangst in de Indische Oceaan zijn
onuitputtelijke bronnen van volksvoed-
sel en volkswelvaart.
(Ingez. mededeling, advert.)
natuurlijke gelaatsverzorging
Hamea crème. 45-90 ct.
Bij het graven van een fundering te
Yerseke stuitte men op een vliegtuig
bom van Duitse afkomst. De oprui
mingsdienst heeft de bom opgeruimd.
HET IS geen originele gedachte
deze wereld met een schaakbord te
vergelijken. Bovendien vinden wij het
een belediging voor het edele konings
spel. Toch heeft, de gebeurtenissen
van deze week overziende, de ge
dachte aan het schaakspel ons niet
los kunnen laten.
Wie zitten er achter dat schaak
bord? Aan de ene zijde het commu
nisme. En aan de andere zijdeja,
wat? Het kapitalisme? De burgerlijke
democratie? De christelijke cultuur?
Het is zo moeilijk te zeggen. Laten we
het de westerse beschaving noemen!
Deze spelers zijn in een strijd ge
wikkeld, maar zij zijn nog niet ver
der dan de openingsfase; de werke
lijke aanval, de mataanval, die de an
der op de knieën zal dwingen, is nog
niet begonnen. In die openingsfase
nu zoeken beide partijen een zo gun
stig mogelijke stelling. Het is duide
lijk, dat wit (en vergeef ons, dat wij
de westerse beschaving wit noemen
en de tegenpartij zwart geven) tot
dusverre in het voordeel is. Wit heeft
iets achter de hand, zijn voorsprong
in atoomwapens, die zwart noodzaakt
kalm aan te doen en geen risico's te
nemen. Zwart hoopt echter binnen af
zienbare tijd dat nadeel teniet gedaan
te hebben en manoeuvreert in die
tussentijd geduldig om in een zo goed
Zoals wy enige tij(l geleden reeds hebben gemeld, zal op Zaterdag 30 Juni
a.s. te Middelburg een actie starten, die bedoeld is om meer bekendheid te geven
aan het werk en de doelstelling van de In oprichting zijnde Zeeuwse Volkshoge
school. In de daarop volgende week zullen ln centrumgemeenten op alle Zeeuwse
eilanden propaganda-byeenkomsten worden gehouden. Het thema van alle samen
komsten luidt: „Problemen rond de Scheldemonden". Een deskundige Zeeuwse
spreker zal eerst de belangrykste algemene Zeeuwse problemen aansnyden, waar
na namens de Ver. tot Stichting van Volkshogescholen in Nederland de heer H.
G. L. Schouten of dr H. G. W. van der Wielen de taak en de arbeid van de Volks
hogeschool concreet op deze vraagstukken zal toepassen.
In een persgesprek, dat de commis
sie van voorbereiding van de Zeeuw
se Volkshogeschool had gearrangeerd,
verklaarde de heer C. Lijnzaad, direc
teur van de Stichting Zeeland voor
Maatschappelijk en Cultureel Werk,
die de oprichting van een Zeeuwse
Volkshogeschool sterk heeft gestimu
leerd, dat de Volkshogeschool persé
geen overkoepelende organisatie is of
wil zijn en geen brug wil slaan tus
sen confessies, politieke of maatschap
pelijke overtuigingen. Integendeel, zij
wil een ontmoetingspunt zijn tussen
de vertegenwoordigers van de verschil
lende bevolkingsgroepen. Daarom ne
men aan de cursussen en de discussies
deel zij, die volwassen zijn en geeste
lijk zijn gevormd.
GROEIEN, NIET FORCEREN.
De Volkshogeschool in Zeeland zal
moeten groeien en aangezien men
niets wilde forceren heeft het zeer
lang geduurd, voordat kon worden
begonnen. Bescheiden en met grote
tact zal het werk worden aangevat.
In het Jeugdcentrum te Domburg
is voorlopig onderdak gevonden voor
het houden der cursussen en bijeen
komsten. Ideaal is dit centrum echter
niet, omdat moeilijk de sfeer der
Volkshogeschool kan worden verkre
gen. Naar een andere oplossing wordt
dan ook reeds gezocht.
Als leider van het Volkshogeschool-
werk in Zeeland zal optreden de heer
H. G. L. Schouten te Rotterdam, die
ook leider is van de Volkshogeschool
„Olaertsduyn" te Rockanje en op dit
gebied zijn sporen heeft verdiend.
Aangezien het de eerste jaren niet
mogelijk zal zijn per jaar twintig volle
cursusweken te organiseren, zodat dan
sprake zou zijn van een volledige
Volkshogeschool, kan in Zeeland nog
niet een aparte leider worden aan
gesteld.
-rrez. mededeVne. advert
BELANGSTELLING NEEMT TOE.
De heer H. d'Olivat, voorzitter van
de commissie van voorbereiding, ver
klaarde, dat de belangstelling in Zee
land vooral de laatste maanden groei
ende is. Op alle eilanden zijn werk
groepen gevormd, die om te beginnen
de organisatie van de propagandada-
gen op zich hebben genomen. Voor
deze bijeenkomsten zijn niet minder
dan 5000 folders verzonden aan per
sonen uit alle lagen der bevolking.
Zowel de commissie van voorberei
ding als het comité van aanbeveling
is zeer breed samengesteld en bestaat
uit mensen uit alle richtingen en groe
pen der Zeeuwse bevolking.
Het ligt in de bedoeling in het najaar
als proef enige cursussen te organi
seren. Gedacht wordt o.m. aan be-
drijfscursussen (de directies van eni
ge grote bedrijven verklaarden zich
reeds bereid leden van hun personeel
deze cursussen te doen bijwonen),
voor de landbouw jeugd, voor onder
wijskringen, terwijl men ook alge
mene cursussen, waar b.v. gesproken
zal worden over regionalisme en pro
vincialisme, wil organiseren. Het ligt
in de bedoeling deze cursussen op zo
danige tijdstippen te houden, dat
daarmede nimmer de Zondag zal zijn
gemoeid.
COMITé VAN AANBEVELING.
Het comité van aanbeveling voor
deze Zeeuwse Volkshogeschool be
staat uit de volgende personen: mr dr
N. Bolkestein, burgemeester van Mid
delburg; L. Dregmans, burgemeester
van Koudekerke en Biggekerke; A. A.
van Eeten, burgemeester van Nieu-
werkerk; P. L. D. J. van Oeveren,
burgemeester van Axel; D. M. Ver
met, burgemeester van Zuidzande; C.
Burger te Wilhelminadorp; A. Ge-
schiere JHzn. te Grijpskerke; ds G.
van Schuppen te Kortgene; notaris
W. L. Blindenbach te St. Maartens
dijk; ir. J. H. Krietemeijer te Vlissin-
gen; P. v. Cruijningen te Zuidzande;
C. O. J. Hendrikse te Zierikzee; E. L.
de Koeyer te Yerseke; mevr. F. Kos-
tense-Kraak te Kruiningen en mevr.
M. v. NieuwenhuijzenVogelaar te
Poortvliet. Ds W. S. H. van Dalen te
Colijnsplaat heeft zich uit het comité
van aanbeveling teruggetrokken.
(Van onze Utrechtse correspondent)
Op de jaarvergadering van het Ned.
Bijbelgenootschap, Donderdag gehouden
in de Doopsgezinde kerk te Amsterdam,
heeft de voorzitter, prof. dr F. W. Gros
heide de gereedgekomen nieuwe verta
ling van het Oude Testament in ont
vangst genomen, uit handen van de
voorzitter van de vertalingscommissie,
prof. dr G. Ch. Aalders.
In zijn toespraak bij deze aanbieding
herinnerde prof. Aalders eerst aan de
genen die kort of lang hebben meege
werkt aan deze vertaling, maar die de
totstandkoming niet hebben gezien:
prof. dr H. Th. Obünk, oud-voorzitter,
dr G. Smit, prof. dr L. H. K. Bleeker,
ds F. Dijkema, prof. dr C. van Gelde
ren, prof. dr Joh. de Groot, dr D. J. v.
Katwijk, dr Th. L. W. van Ravensteyn,
prof. dr A. Noordtzij, prof. J. W. Geels
en prof. dr W. J. Aalders.
Hoe verheugd de vertalingseommissie
ook is over de voltooiing van haar ar
beid, zij weet dat haar werk geenszins
de volmaking heeft bereikt, aldus prof.
Aalders.
Toch heeft de commissie met vreug
de haar werk beëindigd, wetende dal
het Oude Testament thans in beter ver
staanbare taai en meer begrijpelijke
vorm gelezen kan worden.
Voorts beschouwde de vertalingscom
missie de totstandkoming ais een geze
gende vrucht van samenwerking. De
vertaling draagt daar de sporen van!
47)
FEUILLETON
door G. P. BAKKER.
HOOFDSTUK XX.
Reeds een paar dagen was de nieu
we ruiter in het keizerlijke kamp. Mei
enige andere recruten werd hij ge
oefend in het paardrijden en de wa
penhandel. Hij deed zijn best niet te
doen opvallen, dat hij in beide uit
muntte. Voorai de eerste dag was dat
een moeilijke taak geweest.
Hij droeg niet meer de schippers-
kleding, maar een geelleren broek en
buis en hoge gele rijlaarzen, alles hem
vriendelijk afgestaan door de wacht
meester, totdat hij geheel gemonteerd
zou worden.
Hij was ingedeeld bij het vierde
peloton van Montecucouli's kurassiers.
De oude wachtmeester had daarvoor
gezorgd. Er was spoedig vriendschap
ontstaan tussen de ronselaars en hun
slachtoffer.
Zijn korporaal had hem bevolen
het schippersbaardje af te scheren,
maar zijn knevel, haren en wenkbrau
wen bleven zwart gekleurd. Na de
bewerking zei de korporaal:
„Weet je Willem, dat je eigenlijk
een knappe kerel bent?"
Saxon begon te lachen.
„Vrouwen laten me koud", meen
de hij.
Nu lachte de ander een wijs lachje.
„Hoe bevalt het je bij ons?" vroeg
hij.
„Uitstekend", antwoordde de nieu
we ruiter. „Maar weet je wat ik
vreemd vind: ik had gedacht, dat er
veel meer gevochten zou worden. Be
grijp je: troepen die ten strijde trek
ken en zo. Maar alles blijft hier rus
tig en stil. Niets geen leven in de
brouwerij."
„Dat is anders wel het geval", ant
woordde zijn vriend de korporaal.
„Maar onze legers liggen werkloos in
afwachting. Mansfeld in Maagden
burg. Wij hier. Tilly in Hessen. Wy
namen daar een paar grensvestingen,
maar het leger dringt niet verder
door. We wachten op de onderhande
lingen van Tilly en de keurvorst van
Saksen. De Sakser is achterdochtig en
slim. De Zweed bewerkt hem door
Graaf Von Arnhim, vroeger een van
onze generaals, nu de rechterhand
van de Sakser, maar op de hand van
de Zweed. Dat is hoge politiek. Zo
dra die onderhandelingen achter de
rug zijn de Sakser zal zich voor
lopig wel onzijdig houden trekken
we gemeenschappelijk naar het Noor
den om de Zweed aan te vallen. Graaf
Furchtenberg is uit Mantua naar Mei-
ningen onderweg en zal zich met zijn
leger bij ons voegen, dan zal er van
de Zweed niet veel overblijven."
„Pappenheim is toch ook een van
onze grote generaals?"
„Een vuurvreter".
„Waar blijft die dan?"
„Hij trekt uit Thüringen naar het
Noorden, zal wel spoedig in Halle zijn.
Mansfeld in Maagdenburg is bang, dat
de Zweed hem op de nek zal sprin
gen. Als de Zweden Havelberg ne
men, loopt de gehele Beneden Elbe
gevaar. Daarom heeft hij Pappenheim
verzocht dadelijk op te rukken."
„Dus zal er gelukkig spoedig eens
wat gebeuren?"
„Ben je zo ongeduldig? Nu wacht
maar, er zal spoedig genoeg werk aan
de winkel komen".
„Hoe weet je dat alles?" vroeg Sa
xon vol bewondering.
„Van de marketensters. Als de
drank is in de man en je stelt er be
lang is, kan je veel gewaar worden'".
„In Halle daarginds", en hij .wees
naar het zuiden, „zijn alle grote ge
bouwen in gebruik genomen voor
magazijnen en bergplaatsen. Het
klooster is ingericht als hospitaal. Op
het stadhuis vergadert de staf. Solda
ten worden bij burgers ingekwartierd,
maar de stad zal lang niet alle troe
pen kunnen bevatten. Daarom wordt
er een groot kamp ingericht. Het zal
niet lang duren of hier ligt een groot
leger."
Terwijl ze stonden te praten, kwam
de kurassier, die naast Saxon had ge
reden, een jonge, aardige kerel, bij
hen staan.
„De schipper wordt al ongeduldig.
Hij wil buit maken", beweerde de
korporaal.
„Geen wonder", beaamde de schip
per. „Ik heb geen duit in de zak.
Meen je, dat dat prettig is?"
„Dan zal je lief je niet om je geld
nemen," lachte de korporaal.
„Willem," zei Olivier. „Ik zal je een
daalder lenen en weet je wat we gaan
doen? We gaan naar de speelplaats".
„Veel geluk", wenste de korporaal
en vertrok.
Willem en Olivier liepen door de
lange, breede hoofdlaan tussen de
tenten, waarop tal van lange zijpaden
uitkwamen, die geleken op straten van
grauw zeildoek. Op een groot plein
stond de weelderige tent van de be
velhebber te midden van die der
stafofficieren. De keizerlijke stan
daard wapperde van het dak, helle
baardiers hielden de wacht.
(Wordt vervolgd.)
Toch nemen alle medewerkers, van
welke theologische richting zij ook mo
gen zijn, de vertaling ten volle voor hun
verantwoording.
Prof. Aalders, die daarna uitvoerig
sprak over de werkwijze van de verta
lers, zei dat het gezelschap translateurs
elke week één dag bijeen was. De nieuw
vastgestelde tekst werd op de waarde
van het Nederlands herzien door drie
bekwame Neerlandici, de professoren
dr W. A. P. Smit, dr F. Minderaa en dr
G. Kuiper. Wij hebben niet alleen veel
Hebreeuws maar ook veel Nederlands
geleerd, concludeerde prof. Aalders.
Ais voorzitter van het N.B.G. beant
woordde prof. Grosheide de toespraak,
waarbij hij in herinnering bracht hoe
hijzelf in 1939 de nieuwe vertaling van
het Nieuwe Testament had mogen aan
bieden. De Statenvertaling is thans dus
in verbeterde editie geheel gereed. Aan
het eind van de vergadering gaf prof.
Grosheide een uiteenzetting van de be
tekenis dezer nieuwe vertaling.
Bij de behandeling van de huishoude
lijke zaken van het Ned. Bijbelgenoot
schap, welke vóór de aanbiedingsplech
tigheid plaats had, was gesproken over
de wankele financiële positie van het
N.B.G. De nood is waarlijk zeer groot,
aangezien het Bijbelgenootschap ook
door zijn reserves heenraakt.
Zeer welkom was de gift van de 's-
Gravenhaagse Bijbelvereniging, een uit
1816 daterende organisatie, die bij mon
de van haar voorzitter, dr A. J. Bronk-
horst, een bedrag van f1000 aanbood.
Bij de bestuursverkiezing werd de
burgemeester van Amsterdam, mr A. J.
d' Ailly gekozen in de vacature J. C. H.
Heldring.
mogelijke positie te geraken.
Welke vorderingen zijn er nu in de
afgelopen week gemaakt?
DAAR IS allereerst Perzië. Het is
zonneklaar, dat wit hier bezig is het
zichzelf moeilijk te maken; zijn stuk
ken staan elkaar in de weg. Tot dus
verre kon men Perzië als een bond
genoot rekenen van de westelijken.
Engeland hield er een oogje in het
zeil, tevens - ter bescherming van zijn
enorme belangen, die een groot deel
van de Europese behoeften aan olie
dekken. Het Perzischè nationalisme is
hiertegen in opstand gekomen niet
ten onrechte, gezien de verschrikke
lijke armoede, waarin een deel der
Perzische bevolking leefde. Men is er
toe gekomen de olievelden te gaan
nationaliseren ook al niets nieuws,
want Engelands Labourregering heeft
in deze een voorbeeld gegeven. Maar
dat nationalisme raakte een Engels
levensbelang, een westers levensbe
lang en zo is het geharrewar ontstaan:
Engeland rinkelt met de wapens (zon
der echter van plan te zijn die wa
pens voorlopig te gebruiken!), de
Perzen laten zich niet intimideren,
Amerika tracht te sussen. En zwart?
Zwart kijkt met argusogen toe, of dit
niet een punt kan zijn, waarop hij zijn
dodelijke aanval kan richten. Dat ge
vaar schuilt er in de Perzische kwes
tie!
OOK DE Franse verkiezingen zijn te
beschouwen als een zoeken van tac
tisch voordeel. De communisten heb
ben het er niet slecht afgebracht.
Na de R.P.F., de partij van gene
raal de Gaulle, hebben zij het groot
ste aantal zetels veroverd. Maar
juist die partij van de Gaulle is de
grootste tegenstander. Wat de Gaulle
eigenlijk wil is niet precies duidelijk;
niet ten onrechte wordt hij „de sfinx"
genoemd. Maar dat, als de Gaulle de
macht in handen zou hebben, het er
voor de communisten in Frankrijk
slecht zou uitzien, is wel zeker. Of de
Gaulle echter de man is, die past in
het schaakspel, of hij een nuttig offi
cier is in het witte spel, dat is uiter
mate twijfelachtig. Men kan zich daar
om verblijden, dat de tussenpartijen,
de „derde macht", nog altijd in staat
geacht moeten worden te regeren; het
zal moeilijk zijn maar in het belang
van het witte spel moet het gepro
beerd worden.
WE BLIJVEN in Franrijks hoofd
stad, in Parijs. Eindelijk en ten langen
leste heeft men de knoop doorgehakt
en is de conferentie der plaatsvervan
gers uiteengegaan. Hier is in een
hoekje van het schaakbord een pion-
nenstrijd gevoerd en als men de re
sultaten overziet, dan komt men tot
de conclusie dat geen der partijen
enig voordeel heeft behaald. De Rus
sen krijgen geen kans te tornen aan
het Atlantisch Pact of kan de Ameri
kaanse verdedigingsgordel (generaal
Marshall, de Amerikaanse minister
van defensie heef daarentegen 'n ver
sterking van die verdedigingsgordel
aangekondigd) en de westelijken zul
len zich voorlopig nog de enorme
krachtsinspanning moeten gedogen om
Europa opgewassen te maken tegen
de Russische dreiging. De vraag is
trouwens gerechtvaardigd of die in
spanning niet evenwel nodig geweest
zou zijn, want niemand zal toch zo
veel verwachting hebben van een con
ferentie der Grote Vier, dat daardoor
de oorlogsdreiging zou worden weg
genomen.
REST ons de hoek van het schaak
bord die Korea heet. In de loop van
de week zijn de optimistische berich
ten «ver de mogelijkheid van een
grote overwinning der V.N.-troepen
wat verstomd. De Chinezen en Noord-
Koreanen schijnen zich toch weer ta
herstellen van de ontvangen slagen en
vooral de opbouw van hun luchtmacht
baart de verenigde legerleiding zor
gen. Zodat men toch tot bombarde
menten in Mandsjoerije schijnt te wil
len overgaan: de ontslagen generaal
MacArthur blijkt toch school gemaakt
te hebben. Komen misschien ook zijn
andere ideeën over dit Koreaanse
conflict nog eens tot uitvoering? Dan
lijkt de tijd, dat de uiteindelijke mat
aanval gaat beginnen niet ver meer
en dan behoede ons God!
Economische Politierechter Middelburg.
DE TOESTAND OP CERAM.
Het bureau van dr Nikijuluw te
Rotterdam deelt mede:
„Het zich noemende „secretariaat
der alg. vert. R.M.S." meldt uit
Ceram:
R.M.S.-troepen ruimden in de Loe-
hoe-streek bij Piroe (Zuid-West Ce-
ram) ingenestelde Apri-afdelingen op.
Een door de Apri bij Poloe Toedjoe
(Wahai) geforceerde landing werd
door de Zuid-Molukkers afgeslagen,
waarbij de R.I.-troepen met zware ver
liezen aan mensen- en wapenmate
riaal weer de zee in werden gedre
ven. Aanvallen door de April op de
noordkust van Ceram worden door de
R.M.S.-troepen geregeld afgeslagen."
AmsterdamOostende per
Europa-bus.
Donderdag werd de nieuwe lijn
AmsterdamOostende per Europa
bus geopend. De directeur der maat
schappij, de heer E. D. Klinkert, ver
tegenwoordigers van de N. S. van de
vervoersorganisatie op de weg en de
gemeente Amsterdam, maakten de
reis mede.
De route loopt van Amsterdam via
Den Haag (in Scheveningen is tijd
om een kopje koffie te drinken), Rot
terdam, Roosendaal, Middelburg
(waar een lunchpauze is), naar Vlis-
singen voor de overtocht naar Bres-
kens. Van Breskens gaat de reis naar
Knocke, waar weer een korte pauze
is ingelast en vervolgens langs de
Belgische kust naar Oostende. Men
vertrekt 's morgens om 8 uur en in 's
avonds om half zeven in Oostende.
Op 28 Mei 1951 werd A. A. S. ver
oordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf
wegens het smokkelen van biggen met
een pantserwagen. Thans stond de
chauffeur terecht, die met deze auto
heeft gereden. Het was de 31-jaiige G.
J. B. uit Hulst.
Verdachte had
dienst gedaan
als chauffeur
op de pant
serauto, een
oude Duitse
legerauto, die van pantserplaten was
voorzien, en in opdracht van S. de big
gen over de grens gereden. Op de twee
de tocht werd gesommeerd om halt te
houden, tenminste er zwaaide een man
met een rode lamp „doch veiligheids
halve ben ik maar doorgereden", aldus
verd. ,„want er waren ook geen papie
ren bij de auto". Nadat de beestjes ge
lost waren en men op de terugweg was
om de wagen weer weg te brengen naar
het autokerkhof, kreeg men pech en in
St Niklaas moest er een depannage-
wagen aan te pas komen om de wagen
naar een garage te slepen. Plotseling
echter verscheen de Rijkswacht het
waren dezelfde die met een rode lamp
hadden gezwaaid en zij hielden het
zaakje staande. Verd. vluchtte uit de
pantserauto. Ook de mede-verd. de
geleider A. Z. wonende te St Niklaas
zag kans uit de wagen te wippen.
Na enig zoeken vonden de Rijkswach
ters de verd. B. in een café, verscholen
tussen de matrassen.
Voor de Economische Politierechter
bekende verd. B, het hem tenlaste ge
legde volledig. Hij zeide, dat hij tot
deze feiten was gekomen om op die ma
nier iets extra's te verdienen. Thuis
heeft verd. een groot gezin en door
ziekte in zijn gezin had hy financiële
moeilijkheden gekregen.
De Officier van Justitie eiste een
voorwaardelijke straf van 4 maanden
met een proeftijd van 3 jaar en conform
deze eis werd verd. veroordeeld.
De Belg Z. vond het ditmaal beter
zich niet op Hollands gebied te wagen
want hij liet verstek gaan. Hij werd
veroordeeld tot 2 maanden gevangenis
straf O.V.
POLITIERECHTER.
De 53-jarige ploegbaas C. de M, uit
IJzendijke had een geldsbedrag van
plm. f2000, welk geld hij had ontvan
gen van door hem verkochte spoorbiels
ten eigen ba4e aangewend.
Hij werd veroordeeld tot een voor
waardelijke gevangenisstraf van 3 m.
met een proeftijd van 3 jaar.
Bij een 14-jarige knaap (die afzon
derlijk door de Kinderrechter werd be
recht) had de 39-jarige opperman M.
M. A. uit Krabbendijke gezien dat deze
knaap een biljet van f25 in zijn hand
had en hij zeide: „Geef dat briefje maar
aan mij, dan krijg je een postduif met
eigendomsbewijs van mij". De jeugdige
verd. deed dit en kreeg er bovendien
nog 12 spijkers bij. Voorts had de knaap
nog snoep en andere artikelen gekocht
en deze voorwerpen eveneens aan A. af
gegeven. Toen de politie er achter
kwam, had de knaap nog f5,50. Het
geld had hij weggenomen by een com-
missionnair, waar loonzakjes op diens
bureau lagen.
Voor M. M. A. was het bankje van
f 25 een welkome verrassing want hij
had nog 5 cent op zak. Wel vond hij het
vreemd, dat deze jongen zoveel geld bij
zich had, maar toch had hij de kans
aangegrepen om hem de f25 afhandig
te maken, terwijl hij wel kon begrijpen,
dat het geen zuivere koffie was. Ruim
de helft had verd. A. verbrast aan
drank en sigaretten.
Wegens schuldheling veroordeelde de
Politierechter M. M. A. tot 1 maand ge
vangenisstraf.
2 VLIEGEN IN EEN KLAP.
J. A. G., timmerman te Zierikzee had
by het slopen van een dak wat stukjes
lood bij elkaar gezocht en dit verkocht
aan L. H„ echtgenote van de opkoper
L. G. te Zierikzee. Wanneer de man de
baan op is, neemt de vrouw de zaken
waar. G. verzocht deze koop niet in het
register aan te tekenen. De vrouw kon
dus begrijpen en begreep, dat het niet
helemaal in orde was.
By verstek werd de man voor dief
stal van lood veroordeeld tot f 20 boete
of 10 dagen hechtenis en de vrouw werd
wegens heling veroordeeld tot f 30 boe
te of 10 dagen hechtenis.
W. E. Q., echtgenote van G. D. te
Tholen is specialiste in beledingen. Ten
minste er prijken al verschillende ver
oordelingen op haar strafhjstje wegen»
belediging. De laatste dateert van 1950
en toen heeft deze vrouw 1 week gevan
genisstraf voorwaardelyk gekregen. Da
proeftyd hiervan is nog niet verstreken,
maar toch kon ze het schelden niet la
ten en weer schold ze haar dochter uit.
De Politierechter veroordeelde haar
tot een geldboete van f 20 of 10 dagen
hechtenis.
C. P. B., straatmaker te Goes kon het
niet aanzien, dat de politie zijn dronken
broer naar het bureau wilde brengen en
dus hielp hij. Alleen jammer, dat hü de
verkeerde hielp, want had hy de politie
geholpen, dan was hy nu niet veroor
deeld tot f25 of 10 dagen hechtenis.
D. v. S., koopman te Goes, had in
staat van dronkenschap verkerende, de
Goese politie beledigd. Proces-verbaal
werd opgemaakt en de man werd ter
ontnuchtering ingesloten. Toen hy wat
meer by zyn positieven was gekomen,
werd hy verhoord, maar verd. zei: „Ik
ontken, want bekennen kost geld". Het
baat hem echter niet veel, want nu kost
het hem toch geld en wel f 15 of 10
dagen hechtenis.
A. K., huisvrouw van A. v. K. te
Kloetinge had ruzie gekregen met het
zoontje van W. Het ventje had haar be
paald geen nette uitdrukking toege
voegd en als beloning een flinke mep
gekregen. Men mag nu eenmaal geen
eigen rechtertje spelen. Maar juist toen
het manneke een steen naar de vrouw
wilde gooien, greep de moeder van het
ventje in en als beloning kon ze ook
een mep incasseren, f 25 of 10 dagen
hechtenis luidde het vonnis.
De fruitkwekersknecht M. C. L. uit
Krabbendyke wilde wel eens naar Mid
delburg om te gaan vertellen, dat de
politie geen kinderen mocht horen als
hun ouders er niet by zyn. Enkele jon
gens hadden in een boomgaard wat ver
nield en nu wilde de politie een onder
zoek instellen, doch verd. belemmerde
dit. Nu stond'hy dan in Middelburg en
wel voor de Politierechter in hoogst
eigen persoon. Hy hoorde zyn vonnis
f20 of dagen hechtenis,
B. M. uit IJzendyke had een klem ge
zet en als lokaas er een dode mus inge-
hangen. Hy deed dit om des buurmans
poes te vangen. Het is hem nog gelukt
ook, want de poes zat met een poot in
de klem. Deze handeling komt verd. op
f25 te staan of 10 dagen brommen.
Ten nadele van de gemeente Goes had
de loswerkman J. M. te Goes een zin
ken buis van een gemeente-woning ge
haald en verkocht voor f2,10. f15 of
10 dagen dagen is het resultaat.
250 millioen van levensverzeke
ringmaatschappijen voor
woningbouw.
De gezamenlijke Nederlandse maat
schappijen van levensverzekering
zullen in het tydvak van 1 Juni j.l.
1 Juli 1953 door middel van te ver
trekken leningen een bedrag van
f250.000.000 ter beschikking stellen
voor de financiering van de gemeen-
telyke woningbouw. De individuele
maatschappijen zullen in dit lenings
bedrag participeren voor bedragen,
welke volgens een intern overeen te
komen verdelingssleutel zullen wor
den bepaald.
Het licht in de bedoeling de lenin
gen te verstrekken aan de N.V. Bank
voor Ned. Gemeenten onder volledige
garantie van de Staat. Deze bank zal.
de ter leen ontvangen bedragen op
haar beurt uitlenen aan de daarvoor
in aanmerking komende gemeenten,
zulks geheel op de oorspronkelijke
condities.