V STRIJD OM EEN GUNSTIGE STELLING iva 1J DE Zeeuwse Volkshogeschool gaat starten. Haar Udd Onze Prins in het publiek en binnenskamers"* Vooreengezonda Eerste cursussen in het najaar. SPECIAAL ALKALIVRIJ j VOOR Nieuwe vertaling Oud-Testament gereed gekomen* Te Amsterdam overhandigd. KORTE CIOERELDKR0NIEK De chauffeur van een pantsersmokkelauto en een helper veroordeeld. Zaterdag 23 Juni 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 t* Prof. Dr J. Waterink schreef een boek. „God dankbaar, dat wij zulk een Prins hebben". Prof. dr J. Waterink, hoogleraar aan de Vrye Universiteit, heeft een boek ge schreven, dat hy de titel gaf „Onze Prins in het publiek en binnenskamers". In dit boek zijn bijdragen opgenomen van prof. dr J. H. Scholte, die de Prins geruime tijd onderricht gaf in de Nederlandse taal, en van wijlen mr J. Thomassen, die enige jaren particulier secretaris van Prins Bernhard was. Wie dit boek heeft gelezen, zal tot dezelfde conclusie komen als wijlen dr H. Colijn, die in 1937 de opmerking maakte: „Ik kan u aileen zeggen, dat ik God dankbaar ben, dat wij zulk een Prinsi hebben", nadat iemand in een ge sprek naar voren had gebracht, dat men met een glimlach, een hoffelijk ge baar, een welgekozen woord, een humoristische of scherpzinnige opmerking nog niet bewijst een karakter te zjjn. Dit voorval speelde zich af in een tijd, toen Prins Bernhard nog maar kort in ons land was. Wij, veertien jaar later, weten van de Prins heel wat meer dan Colijn kon weten. Onze dankbaarheid is verdubbeld, nadat wij èn de Prins een wereldoorlog hebben meegemaakt. Prof. Waterink heeft er daaiom goed aan gedaan, na zijn boek over „Onze jonge Koningin thuis" thans dit werk te doen verschijnen. Het is zonder opsmuk geschreven en het is het ver haal geworden van een kind, dat op groeide tot een man, die de moeilijk heden en het verdriet des levens niet zijn bespaard gebleven. Het boek begint met een beschou wing over de breuk tussen de vader van Prins Bernhard met de Duitse keizer in 1907. Hier ligt eigenlijk de sleutel voor de ontwikkeling van Prins Bernhard in zijn verhouding tot Duitsland. De zoon ontving een echt christelijke opvoeding. Vooral zijn vader, zo verklaarde Prins Bern hard later met grote dankbaarheid, heeft een blijvend stempel gezet op zijn geestelijk leven. NIETS VAN „DE PRUIS". Prins Bernhard had en heeft niets van „de Pruis". Dat blijkt alleen al uit het feit, dat hij tot op latere leef tijd zijn avondgebed steeds in het En gels uitsprak. Zijn vader heef hem altijd geleerd, dat de wereld zijn ar beidsterrein zou zijn en reeds door zijn vele buitenlandse reizen op jeug dige leeftijd maakte hij zich een brede visie eigen, waarvan hij niet kon denken, dat die hem nog ooit zó van pas zou komen. Voor ziekten en ongevallen, ook reeds toen hij nog kind was, is Prins Bernhard niet gespaard gebleven. Maar altijd behield hij zijn goede hu meur en zijn fijne humor, die hij ook nu nog in zo rijke mate bezit. Aan „dikdoenerij" heeft Je Prins het land. Iemand, die niet „gewoon" doet tegenover hem, kan erop rekenen fijntjes op zijn nummer te worden gezet. Prins Bernhard is zeer begaafd. Prof. Waterink geeft daarvan tal van bewijzen. Als hij niet in zijn nieuwe vaderland zijn levensbestemming had gevonden, zou hij ongetwijfeld als internationaal manager een prachtige carrière hebben gemaakt. SNEL DENKEN EN HANDELEN. Bij dat alles bezit de Prins de gave van snel te kunnen denken en hande len. Een meester is hij in het samen vatten van de mening van anderen en onmiddellijk weet hij de kern van een betoog te vatten. Dat Prins Bernhard verschillende talen uitstekend spreekt, ls algemeen bekend. En dat hij zeer sportief is (jagen, autorijden en vlie gen) niet minder. Prins Bernhard, zo lezen we meer malen in prof. Waterinks boek, heeft een zeer hoge plichtsopvatting. Hij geeft zich voorts volkomen aan hen, die zijn vrienden zijn, al heeft hij daarmede, doordat vele van zijn vroe gere vrienden het Naziregiem steun den, geen al te prettige ervaringen. Bij dat alles is de Prins een goed huisvader. Het gaat daar in het ko ninklijk gezin op Soestdijk toe als precies in elk ander gezin, waar de verhoudingen tussen man en vrouw en kinderen goed zijn. Daarover is eigenlijk niet zo heel veel te vertel len. Zij, die op het paleis het konink lijke gezin dienen, waarderen de Prins allen om zijn eenvoud en zijn harte lijkheid. De Koningin en de Prins be lasten zich zelf met de godsdienstige opvoeding der Prinsessen. VEEL WERK OP ALLERLEI GEBIED. Er zou over de Prins, zoals hij in dit boek tot ons komt, nog veel meer te vertellen zijn. Want ook zijn vele werk op sociaal, economisch en cul tureel terrein en zijn kermis van de maatschappelijke verhoudingen in de ruimste zin des woords, alsmede zijn reizen naar het buitenland als „good- will"-ambassadeur, worden in dit boek belicht. Zomer en Keuning te Wageningen gaf het boek uit, dat, indien het mo gelijk ware, onze Prins nog dichter brengt bij de harten van ons Neder landse volk. De uitvoering van het werk is uit stekend. De schrijver mocht putten uit het persoonlijke foto-archief van de Prins en bovendien staan er enige bijzonder fraaie kleurenfoto's in het werk, voor het maken waarvan het koninklijke gezin verscheidene uren heeft willen poseren. Deense vissers boekten resultaten in India. De vangst van vis in India, die ver leden jaar door Deense vissers werd ter hand genomen, is met veel succes be kroond. Reeds na enige weken ervaring werd een rijke hoeveelheid eerste kwa liteit vis gevangen en het is dan ook de bedoeling van de Indiase regering om meer West-Europes vakmensen aan te trekken en een all-round vissersbe drijf te stichten, teneinde aan de steeds meer dreigende hongersnood een einde te maken. Denen, die mee geweest zijn met „Skarreklit" en „Chr. Schrö-ier", zijn kortgeleden teruggekomen en waren vol lof over de door deze schepen be reikte resultaten. Er zijn voor de visserij nog overal ter wereld ongekende mogelijkheden. De tonijnenvangst in Australië en de rond- visvangst in de Indische Oceaan zijn onuitputtelijke bronnen van volksvoed- sel en volkswelvaart. (Ingez. mededeling, advert.) natuurlijke gelaatsverzorging Hamea crème. 45-90 ct. Bij het graven van een fundering te Yerseke stuitte men op een vliegtuig bom van Duitse afkomst. De oprui mingsdienst heeft de bom opgeruimd. HET IS geen originele gedachte deze wereld met een schaakbord te vergelijken. Bovendien vinden wij het een belediging voor het edele konings spel. Toch heeft, de gebeurtenissen van deze week overziende, de ge dachte aan het schaakspel ons niet los kunnen laten. Wie zitten er achter dat schaak bord? Aan de ene zijde het commu nisme. En aan de andere zijdeja, wat? Het kapitalisme? De burgerlijke democratie? De christelijke cultuur? Het is zo moeilijk te zeggen. Laten we het de westerse beschaving noemen! Deze spelers zijn in een strijd ge wikkeld, maar zij zijn nog niet ver der dan de openingsfase; de werke lijke aanval, de mataanval, die de an der op de knieën zal dwingen, is nog niet begonnen. In die openingsfase nu zoeken beide partijen een zo gun stig mogelijke stelling. Het is duide lijk, dat wit (en vergeef ons, dat wij de westerse beschaving wit noemen en de tegenpartij zwart geven) tot dusverre in het voordeel is. Wit heeft iets achter de hand, zijn voorsprong in atoomwapens, die zwart noodzaakt kalm aan te doen en geen risico's te nemen. Zwart hoopt echter binnen af zienbare tijd dat nadeel teniet gedaan te hebben en manoeuvreert in die tussentijd geduldig om in een zo goed Zoals wy enige tij(l geleden reeds hebben gemeld, zal op Zaterdag 30 Juni a.s. te Middelburg een actie starten, die bedoeld is om meer bekendheid te geven aan het werk en de doelstelling van de In oprichting zijnde Zeeuwse Volkshoge school. In de daarop volgende week zullen ln centrumgemeenten op alle Zeeuwse eilanden propaganda-byeenkomsten worden gehouden. Het thema van alle samen komsten luidt: „Problemen rond de Scheldemonden". Een deskundige Zeeuwse spreker zal eerst de belangrykste algemene Zeeuwse problemen aansnyden, waar na namens de Ver. tot Stichting van Volkshogescholen in Nederland de heer H. G. L. Schouten of dr H. G. W. van der Wielen de taak en de arbeid van de Volks hogeschool concreet op deze vraagstukken zal toepassen. In een persgesprek, dat de commis sie van voorbereiding van de Zeeuw se Volkshogeschool had gearrangeerd, verklaarde de heer C. Lijnzaad, direc teur van de Stichting Zeeland voor Maatschappelijk en Cultureel Werk, die de oprichting van een Zeeuwse Volkshogeschool sterk heeft gestimu leerd, dat de Volkshogeschool persé geen overkoepelende organisatie is of wil zijn en geen brug wil slaan tus sen confessies, politieke of maatschap pelijke overtuigingen. Integendeel, zij wil een ontmoetingspunt zijn tussen de vertegenwoordigers van de verschil lende bevolkingsgroepen. Daarom ne men aan de cursussen en de discussies deel zij, die volwassen zijn en geeste lijk zijn gevormd. GROEIEN, NIET FORCEREN. De Volkshogeschool in Zeeland zal moeten groeien en aangezien men niets wilde forceren heeft het zeer lang geduurd, voordat kon worden begonnen. Bescheiden en met grote tact zal het werk worden aangevat. In het Jeugdcentrum te Domburg is voorlopig onderdak gevonden voor het houden der cursussen en bijeen komsten. Ideaal is dit centrum echter niet, omdat moeilijk de sfeer der Volkshogeschool kan worden verkre gen. Naar een andere oplossing wordt dan ook reeds gezocht. Als leider van het Volkshogeschool- werk in Zeeland zal optreden de heer H. G. L. Schouten te Rotterdam, die ook leider is van de Volkshogeschool „Olaertsduyn" te Rockanje en op dit gebied zijn sporen heeft verdiend. Aangezien het de eerste jaren niet mogelijk zal zijn per jaar twintig volle cursusweken te organiseren, zodat dan sprake zou zijn van een volledige Volkshogeschool, kan in Zeeland nog niet een aparte leider worden aan gesteld. -rrez. mededeVne. advert BELANGSTELLING NEEMT TOE. De heer H. d'Olivat, voorzitter van de commissie van voorbereiding, ver klaarde, dat de belangstelling in Zee land vooral de laatste maanden groei ende is. Op alle eilanden zijn werk groepen gevormd, die om te beginnen de organisatie van de propagandada- gen op zich hebben genomen. Voor deze bijeenkomsten zijn niet minder dan 5000 folders verzonden aan per sonen uit alle lagen der bevolking. Zowel de commissie van voorberei ding als het comité van aanbeveling is zeer breed samengesteld en bestaat uit mensen uit alle richtingen en groe pen der Zeeuwse bevolking. Het ligt in de bedoeling in het najaar als proef enige cursussen te organi seren. Gedacht wordt o.m. aan be- drijfscursussen (de directies van eni ge grote bedrijven verklaarden zich reeds bereid leden van hun personeel deze cursussen te doen bijwonen), voor de landbouw jeugd, voor onder wijskringen, terwijl men ook alge mene cursussen, waar b.v. gesproken zal worden over regionalisme en pro vincialisme, wil organiseren. Het ligt in de bedoeling deze cursussen op zo danige tijdstippen te houden, dat daarmede nimmer de Zondag zal zijn gemoeid. COMITé VAN AANBEVELING. Het comité van aanbeveling voor deze Zeeuwse Volkshogeschool be staat uit de volgende personen: mr dr N. Bolkestein, burgemeester van Mid delburg; L. Dregmans, burgemeester van Koudekerke en Biggekerke; A. A. van Eeten, burgemeester van Nieu- werkerk; P. L. D. J. van Oeveren, burgemeester van Axel; D. M. Ver met, burgemeester van Zuidzande; C. Burger te Wilhelminadorp; A. Ge- schiere JHzn. te Grijpskerke; ds G. van Schuppen te Kortgene; notaris W. L. Blindenbach te St. Maartens dijk; ir. J. H. Krietemeijer te Vlissin- gen; P. v. Cruijningen te Zuidzande; C. O. J. Hendrikse te Zierikzee; E. L. de Koeyer te Yerseke; mevr. F. Kos- tense-Kraak te Kruiningen en mevr. M. v. NieuwenhuijzenVogelaar te Poortvliet. Ds W. S. H. van Dalen te Colijnsplaat heeft zich uit het comité van aanbeveling teruggetrokken. (Van onze Utrechtse correspondent) Op de jaarvergadering van het Ned. Bijbelgenootschap, Donderdag gehouden in de Doopsgezinde kerk te Amsterdam, heeft de voorzitter, prof. dr F. W. Gros heide de gereedgekomen nieuwe verta ling van het Oude Testament in ont vangst genomen, uit handen van de voorzitter van de vertalingscommissie, prof. dr G. Ch. Aalders. In zijn toespraak bij deze aanbieding herinnerde prof. Aalders eerst aan de genen die kort of lang hebben meege werkt aan deze vertaling, maar die de totstandkoming niet hebben gezien: prof. dr H. Th. Obünk, oud-voorzitter, dr G. Smit, prof. dr L. H. K. Bleeker, ds F. Dijkema, prof. dr C. van Gelde ren, prof. dr Joh. de Groot, dr D. J. v. Katwijk, dr Th. L. W. van Ravensteyn, prof. dr A. Noordtzij, prof. J. W. Geels en prof. dr W. J. Aalders. Hoe verheugd de vertalingseommissie ook is over de voltooiing van haar ar beid, zij weet dat haar werk geenszins de volmaking heeft bereikt, aldus prof. Aalders. Toch heeft de commissie met vreug de haar werk beëindigd, wetende dal het Oude Testament thans in beter ver staanbare taai en meer begrijpelijke vorm gelezen kan worden. Voorts beschouwde de vertalingscom missie de totstandkoming ais een geze gende vrucht van samenwerking. De vertaling draagt daar de sporen van! 47) FEUILLETON door G. P. BAKKER. HOOFDSTUK XX. Reeds een paar dagen was de nieu we ruiter in het keizerlijke kamp. Mei enige andere recruten werd hij ge oefend in het paardrijden en de wa penhandel. Hij deed zijn best niet te doen opvallen, dat hij in beide uit muntte. Voorai de eerste dag was dat een moeilijke taak geweest. Hij droeg niet meer de schippers- kleding, maar een geelleren broek en buis en hoge gele rijlaarzen, alles hem vriendelijk afgestaan door de wacht meester, totdat hij geheel gemonteerd zou worden. Hij was ingedeeld bij het vierde peloton van Montecucouli's kurassiers. De oude wachtmeester had daarvoor gezorgd. Er was spoedig vriendschap ontstaan tussen de ronselaars en hun slachtoffer. Zijn korporaal had hem bevolen het schippersbaardje af te scheren, maar zijn knevel, haren en wenkbrau wen bleven zwart gekleurd. Na de bewerking zei de korporaal: „Weet je Willem, dat je eigenlijk een knappe kerel bent?" Saxon begon te lachen. „Vrouwen laten me koud", meen de hij. Nu lachte de ander een wijs lachje. „Hoe bevalt het je bij ons?" vroeg hij. „Uitstekend", antwoordde de nieu we ruiter. „Maar weet je wat ik vreemd vind: ik had gedacht, dat er veel meer gevochten zou worden. Be grijp je: troepen die ten strijde trek ken en zo. Maar alles blijft hier rus tig en stil. Niets geen leven in de brouwerij." „Dat is anders wel het geval", ant woordde zijn vriend de korporaal. „Maar onze legers liggen werkloos in afwachting. Mansfeld in Maagden burg. Wij hier. Tilly in Hessen. Wy namen daar een paar grensvestingen, maar het leger dringt niet verder door. We wachten op de onderhande lingen van Tilly en de keurvorst van Saksen. De Sakser is achterdochtig en slim. De Zweed bewerkt hem door Graaf Von Arnhim, vroeger een van onze generaals, nu de rechterhand van de Sakser, maar op de hand van de Zweed. Dat is hoge politiek. Zo dra die onderhandelingen achter de rug zijn de Sakser zal zich voor lopig wel onzijdig houden trekken we gemeenschappelijk naar het Noor den om de Zweed aan te vallen. Graaf Furchtenberg is uit Mantua naar Mei- ningen onderweg en zal zich met zijn leger bij ons voegen, dan zal er van de Zweed niet veel overblijven." „Pappenheim is toch ook een van onze grote generaals?" „Een vuurvreter". „Waar blijft die dan?" „Hij trekt uit Thüringen naar het Noorden, zal wel spoedig in Halle zijn. Mansfeld in Maagdenburg is bang, dat de Zweed hem op de nek zal sprin gen. Als de Zweden Havelberg ne men, loopt de gehele Beneden Elbe gevaar. Daarom heeft hij Pappenheim verzocht dadelijk op te rukken." „Dus zal er gelukkig spoedig eens wat gebeuren?" „Ben je zo ongeduldig? Nu wacht maar, er zal spoedig genoeg werk aan de winkel komen". „Hoe weet je dat alles?" vroeg Sa xon vol bewondering. „Van de marketensters. Als de drank is in de man en je stelt er be lang is, kan je veel gewaar worden'". „In Halle daarginds", en hij .wees naar het zuiden, „zijn alle grote ge bouwen in gebruik genomen voor magazijnen en bergplaatsen. Het klooster is ingericht als hospitaal. Op het stadhuis vergadert de staf. Solda ten worden bij burgers ingekwartierd, maar de stad zal lang niet alle troe pen kunnen bevatten. Daarom wordt er een groot kamp ingericht. Het zal niet lang duren of hier ligt een groot leger." Terwijl ze stonden te praten, kwam de kurassier, die naast Saxon had ge reden, een jonge, aardige kerel, bij hen staan. „De schipper wordt al ongeduldig. Hij wil buit maken", beweerde de korporaal. „Geen wonder", beaamde de schip per. „Ik heb geen duit in de zak. Meen je, dat dat prettig is?" „Dan zal je lief je niet om je geld nemen," lachte de korporaal. „Willem," zei Olivier. „Ik zal je een daalder lenen en weet je wat we gaan doen? We gaan naar de speelplaats". „Veel geluk", wenste de korporaal en vertrok. Willem en Olivier liepen door de lange, breede hoofdlaan tussen de tenten, waarop tal van lange zijpaden uitkwamen, die geleken op straten van grauw zeildoek. Op een groot plein stond de weelderige tent van de be velhebber te midden van die der stafofficieren. De keizerlijke stan daard wapperde van het dak, helle baardiers hielden de wacht. (Wordt vervolgd.) Toch nemen alle medewerkers, van welke theologische richting zij ook mo gen zijn, de vertaling ten volle voor hun verantwoording. Prof. Aalders, die daarna uitvoerig sprak over de werkwijze van de verta lers, zei dat het gezelschap translateurs elke week één dag bijeen was. De nieuw vastgestelde tekst werd op de waarde van het Nederlands herzien door drie bekwame Neerlandici, de professoren dr W. A. P. Smit, dr F. Minderaa en dr G. Kuiper. Wij hebben niet alleen veel Hebreeuws maar ook veel Nederlands geleerd, concludeerde prof. Aalders. Ais voorzitter van het N.B.G. beant woordde prof. Grosheide de toespraak, waarbij hij in herinnering bracht hoe hijzelf in 1939 de nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament had mogen aan bieden. De Statenvertaling is thans dus in verbeterde editie geheel gereed. Aan het eind van de vergadering gaf prof. Grosheide een uiteenzetting van de be tekenis dezer nieuwe vertaling. Bij de behandeling van de huishoude lijke zaken van het Ned. Bijbelgenoot schap, welke vóór de aanbiedingsplech tigheid plaats had, was gesproken over de wankele financiële positie van het N.B.G. De nood is waarlijk zeer groot, aangezien het Bijbelgenootschap ook door zijn reserves heenraakt. Zeer welkom was de gift van de 's- Gravenhaagse Bijbelvereniging, een uit 1816 daterende organisatie, die bij mon de van haar voorzitter, dr A. J. Bronk- horst, een bedrag van f1000 aanbood. Bij de bestuursverkiezing werd de burgemeester van Amsterdam, mr A. J. d' Ailly gekozen in de vacature J. C. H. Heldring. mogelijke positie te geraken. Welke vorderingen zijn er nu in de afgelopen week gemaakt? DAAR IS allereerst Perzië. Het is zonneklaar, dat wit hier bezig is het zichzelf moeilijk te maken; zijn stuk ken staan elkaar in de weg. Tot dus verre kon men Perzië als een bond genoot rekenen van de westelijken. Engeland hield er een oogje in het zeil, tevens - ter bescherming van zijn enorme belangen, die een groot deel van de Europese behoeften aan olie dekken. Het Perzischè nationalisme is hiertegen in opstand gekomen niet ten onrechte, gezien de verschrikke lijke armoede, waarin een deel der Perzische bevolking leefde. Men is er toe gekomen de olievelden te gaan nationaliseren ook al niets nieuws, want Engelands Labourregering heeft in deze een voorbeeld gegeven. Maar dat nationalisme raakte een Engels levensbelang, een westers levensbe lang en zo is het geharrewar ontstaan: Engeland rinkelt met de wapens (zon der echter van plan te zijn die wa pens voorlopig te gebruiken!), de Perzen laten zich niet intimideren, Amerika tracht te sussen. En zwart? Zwart kijkt met argusogen toe, of dit niet een punt kan zijn, waarop hij zijn dodelijke aanval kan richten. Dat ge vaar schuilt er in de Perzische kwes tie! OOK DE Franse verkiezingen zijn te beschouwen als een zoeken van tac tisch voordeel. De communisten heb ben het er niet slecht afgebracht. Na de R.P.F., de partij van gene raal de Gaulle, hebben zij het groot ste aantal zetels veroverd. Maar juist die partij van de Gaulle is de grootste tegenstander. Wat de Gaulle eigenlijk wil is niet precies duidelijk; niet ten onrechte wordt hij „de sfinx" genoemd. Maar dat, als de Gaulle de macht in handen zou hebben, het er voor de communisten in Frankrijk slecht zou uitzien, is wel zeker. Of de Gaulle echter de man is, die past in het schaakspel, of hij een nuttig offi cier is in het witte spel, dat is uiter mate twijfelachtig. Men kan zich daar om verblijden, dat de tussenpartijen, de „derde macht", nog altijd in staat geacht moeten worden te regeren; het zal moeilijk zijn maar in het belang van het witte spel moet het gepro beerd worden. WE BLIJVEN in Franrijks hoofd stad, in Parijs. Eindelijk en ten langen leste heeft men de knoop doorgehakt en is de conferentie der plaatsvervan gers uiteengegaan. Hier is in een hoekje van het schaakbord een pion- nenstrijd gevoerd en als men de re sultaten overziet, dan komt men tot de conclusie dat geen der partijen enig voordeel heeft behaald. De Rus sen krijgen geen kans te tornen aan het Atlantisch Pact of kan de Ameri kaanse verdedigingsgordel (generaal Marshall, de Amerikaanse minister van defensie heef daarentegen 'n ver sterking van die verdedigingsgordel aangekondigd) en de westelijken zul len zich voorlopig nog de enorme krachtsinspanning moeten gedogen om Europa opgewassen te maken tegen de Russische dreiging. De vraag is trouwens gerechtvaardigd of die in spanning niet evenwel nodig geweest zou zijn, want niemand zal toch zo veel verwachting hebben van een con ferentie der Grote Vier, dat daardoor de oorlogsdreiging zou worden weg genomen. REST ons de hoek van het schaak bord die Korea heet. In de loop van de week zijn de optimistische berich ten «ver de mogelijkheid van een grote overwinning der V.N.-troepen wat verstomd. De Chinezen en Noord- Koreanen schijnen zich toch weer ta herstellen van de ontvangen slagen en vooral de opbouw van hun luchtmacht baart de verenigde legerleiding zor gen. Zodat men toch tot bombarde menten in Mandsjoerije schijnt te wil len overgaan: de ontslagen generaal MacArthur blijkt toch school gemaakt te hebben. Komen misschien ook zijn andere ideeën over dit Koreaanse conflict nog eens tot uitvoering? Dan lijkt de tijd, dat de uiteindelijke mat aanval gaat beginnen niet ver meer en dan behoede ons God! Economische Politierechter Middelburg. DE TOESTAND OP CERAM. Het bureau van dr Nikijuluw te Rotterdam deelt mede: „Het zich noemende „secretariaat der alg. vert. R.M.S." meldt uit Ceram: R.M.S.-troepen ruimden in de Loe- hoe-streek bij Piroe (Zuid-West Ce- ram) ingenestelde Apri-afdelingen op. Een door de Apri bij Poloe Toedjoe (Wahai) geforceerde landing werd door de Zuid-Molukkers afgeslagen, waarbij de R.I.-troepen met zware ver liezen aan mensen- en wapenmate riaal weer de zee in werden gedre ven. Aanvallen door de April op de noordkust van Ceram worden door de R.M.S.-troepen geregeld afgeslagen." AmsterdamOostende per Europa-bus. Donderdag werd de nieuwe lijn AmsterdamOostende per Europa bus geopend. De directeur der maat schappij, de heer E. D. Klinkert, ver tegenwoordigers van de N. S. van de vervoersorganisatie op de weg en de gemeente Amsterdam, maakten de reis mede. De route loopt van Amsterdam via Den Haag (in Scheveningen is tijd om een kopje koffie te drinken), Rot terdam, Roosendaal, Middelburg (waar een lunchpauze is), naar Vlis- singen voor de overtocht naar Bres- kens. Van Breskens gaat de reis naar Knocke, waar weer een korte pauze is ingelast en vervolgens langs de Belgische kust naar Oostende. Men vertrekt 's morgens om 8 uur en in 's avonds om half zeven in Oostende. Op 28 Mei 1951 werd A. A. S. ver oordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf wegens het smokkelen van biggen met een pantserwagen. Thans stond de chauffeur terecht, die met deze auto heeft gereden. Het was de 31-jaiige G. J. B. uit Hulst. Verdachte had dienst gedaan als chauffeur op de pant serauto, een oude Duitse legerauto, die van pantserplaten was voorzien, en in opdracht van S. de big gen over de grens gereden. Op de twee de tocht werd gesommeerd om halt te houden, tenminste er zwaaide een man met een rode lamp „doch veiligheids halve ben ik maar doorgereden", aldus verd. ,„want er waren ook geen papie ren bij de auto". Nadat de beestjes ge lost waren en men op de terugweg was om de wagen weer weg te brengen naar het autokerkhof, kreeg men pech en in St Niklaas moest er een depannage- wagen aan te pas komen om de wagen naar een garage te slepen. Plotseling echter verscheen de Rijkswacht het waren dezelfde die met een rode lamp hadden gezwaaid en zij hielden het zaakje staande. Verd. vluchtte uit de pantserauto. Ook de mede-verd. de geleider A. Z. wonende te St Niklaas zag kans uit de wagen te wippen. Na enig zoeken vonden de Rijkswach ters de verd. B. in een café, verscholen tussen de matrassen. Voor de Economische Politierechter bekende verd. B, het hem tenlaste ge legde volledig. Hij zeide, dat hij tot deze feiten was gekomen om op die ma nier iets extra's te verdienen. Thuis heeft verd. een groot gezin en door ziekte in zijn gezin had hy financiële moeilijkheden gekregen. De Officier van Justitie eiste een voorwaardelijke straf van 4 maanden met een proeftijd van 3 jaar en conform deze eis werd verd. veroordeeld. De Belg Z. vond het ditmaal beter zich niet op Hollands gebied te wagen want hij liet verstek gaan. Hij werd veroordeeld tot 2 maanden gevangenis straf O.V. POLITIERECHTER. De 53-jarige ploegbaas C. de M, uit IJzendijke had een geldsbedrag van plm. f2000, welk geld hij had ontvan gen van door hem verkochte spoorbiels ten eigen ba4e aangewend. Hij werd veroordeeld tot een voor waardelijke gevangenisstraf van 3 m. met een proeftijd van 3 jaar. Bij een 14-jarige knaap (die afzon derlijk door de Kinderrechter werd be recht) had de 39-jarige opperman M. M. A. uit Krabbendijke gezien dat deze knaap een biljet van f25 in zijn hand had en hij zeide: „Geef dat briefje maar aan mij, dan krijg je een postduif met eigendomsbewijs van mij". De jeugdige verd. deed dit en kreeg er bovendien nog 12 spijkers bij. Voorts had de knaap nog snoep en andere artikelen gekocht en deze voorwerpen eveneens aan A. af gegeven. Toen de politie er achter kwam, had de knaap nog f5,50. Het geld had hij weggenomen by een com- missionnair, waar loonzakjes op diens bureau lagen. Voor M. M. A. was het bankje van f 25 een welkome verrassing want hij had nog 5 cent op zak. Wel vond hij het vreemd, dat deze jongen zoveel geld bij zich had, maar toch had hij de kans aangegrepen om hem de f25 afhandig te maken, terwijl hij wel kon begrijpen, dat het geen zuivere koffie was. Ruim de helft had verd. A. verbrast aan drank en sigaretten. Wegens schuldheling veroordeelde de Politierechter M. M. A. tot 1 maand ge vangenisstraf. 2 VLIEGEN IN EEN KLAP. J. A. G., timmerman te Zierikzee had by het slopen van een dak wat stukjes lood bij elkaar gezocht en dit verkocht aan L. H„ echtgenote van de opkoper L. G. te Zierikzee. Wanneer de man de baan op is, neemt de vrouw de zaken waar. G. verzocht deze koop niet in het register aan te tekenen. De vrouw kon dus begrijpen en begreep, dat het niet helemaal in orde was. By verstek werd de man voor dief stal van lood veroordeeld tot f 20 boete of 10 dagen hechtenis en de vrouw werd wegens heling veroordeeld tot f 30 boe te of 10 dagen hechtenis. W. E. Q., echtgenote van G. D. te Tholen is specialiste in beledingen. Ten minste er prijken al verschillende ver oordelingen op haar strafhjstje wegen» belediging. De laatste dateert van 1950 en toen heeft deze vrouw 1 week gevan genisstraf voorwaardelyk gekregen. Da proeftyd hiervan is nog niet verstreken, maar toch kon ze het schelden niet la ten en weer schold ze haar dochter uit. De Politierechter veroordeelde haar tot een geldboete van f 20 of 10 dagen hechtenis. C. P. B., straatmaker te Goes kon het niet aanzien, dat de politie zijn dronken broer naar het bureau wilde brengen en dus hielp hij. Alleen jammer, dat hü de verkeerde hielp, want had hy de politie geholpen, dan was hy nu niet veroor deeld tot f25 of 10 dagen hechtenis. D. v. S., koopman te Goes, had in staat van dronkenschap verkerende, de Goese politie beledigd. Proces-verbaal werd opgemaakt en de man werd ter ontnuchtering ingesloten. Toen hy wat meer by zyn positieven was gekomen, werd hy verhoord, maar verd. zei: „Ik ontken, want bekennen kost geld". Het baat hem echter niet veel, want nu kost het hem toch geld en wel f 15 of 10 dagen hechtenis. A. K., huisvrouw van A. v. K. te Kloetinge had ruzie gekregen met het zoontje van W. Het ventje had haar be paald geen nette uitdrukking toege voegd en als beloning een flinke mep gekregen. Men mag nu eenmaal geen eigen rechtertje spelen. Maar juist toen het manneke een steen naar de vrouw wilde gooien, greep de moeder van het ventje in en als beloning kon ze ook een mep incasseren, f 25 of 10 dagen hechtenis luidde het vonnis. De fruitkwekersknecht M. C. L. uit Krabbendyke wilde wel eens naar Mid delburg om te gaan vertellen, dat de politie geen kinderen mocht horen als hun ouders er niet by zyn. Enkele jon gens hadden in een boomgaard wat ver nield en nu wilde de politie een onder zoek instellen, doch verd. belemmerde dit. Nu stond'hy dan in Middelburg en wel voor de Politierechter in hoogst eigen persoon. Hy hoorde zyn vonnis f20 of dagen hechtenis, B. M. uit IJzendyke had een klem ge zet en als lokaas er een dode mus inge- hangen. Hy deed dit om des buurmans poes te vangen. Het is hem nog gelukt ook, want de poes zat met een poot in de klem. Deze handeling komt verd. op f25 te staan of 10 dagen brommen. Ten nadele van de gemeente Goes had de loswerkman J. M. te Goes een zin ken buis van een gemeente-woning ge haald en verkocht voor f2,10. f15 of 10 dagen dagen is het resultaat. 250 millioen van levensverzeke ringmaatschappijen voor woningbouw. De gezamenlijke Nederlandse maat schappijen van levensverzekering zullen in het tydvak van 1 Juni j.l. 1 Juli 1953 door middel van te ver trekken leningen een bedrag van f250.000.000 ter beschikking stellen voor de financiering van de gemeen- telyke woningbouw. De individuele maatschappijen zullen in dit lenings bedrag participeren voor bedragen, welke volgens een intern overeen te komen verdelingssleutel zullen wor den bepaald. Het licht in de bedoeling de lenin gen te verstrekken aan de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten onder volledige garantie van de Staat. Deze bank zal. de ter leen ontvangen bedragen op haar beurt uitlenen aan de daarvoor in aanmerking komende gemeenten, zulks geheel op de oorspronkelijke condities.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 3