Wm m mac BWL De „Talma" van de Roomsen. Radio en televisie in de V.S. twee grote machten. Honderd jaar geleden deed de meekrap haar intrede in Zeeland* Uooc Held Geruime tijd één der meest verbouwde producten* Zeeuwse Wandelingen -bed is ook voor U ideaal! Volledige handhaving van nieuwe belastingontwerpen noodzakelijk* Ariëns: priester* die zichzelf offerde» De spreker was wat hees. Muziekprogramma's zijn uitstekend verzorgd. Maandag 11 Juni 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 2 Dat Zeeland een provincie Is met veel landbouw er Is ongeveer driemaal zoveel bouwland als weiland blijkt vooral in deze tjjd van het jaar. Geen stukje land is er, waar men niet allerwege de mensen aan het werk ziet. In de vorige eeuw was één van de meest verbouwde producten de meekrap. Op het eind van die eeuw is echter de teelt hiervan te niet gegaan en er zjjn misschien nog maar enkele heel oude mensen, die uit eigen ervaring iets van dit gewas kunnen vertellen. WAT IS MEEKRAP? Deze plant leverde rode kleurstof, een eigenschap, die reeds eeuwen be kend moet zjjn, want de Romeinse ge schiedschrijver Plinius schrijft, dat de Romeinen dit al wisten. Van de lan den der Middellandse Zee is de plant overgebracht naar het Noorden, voor al naar Frankrijk en ook naar enkele streken van Duitsland. In eerstge noemd land bestond o.a. In de eerste helft der 19e eeuw in het departement Vaucluse bij de Rhóne een bloeiende meekrapteelt met wel 50 flinke fa brieken. Spoedig heeft de plant zijn intocht gedaan in ons land en wel voorname- jk in Zeeland, waar de grond bij zonder geschikt is voor de verbouw ervan. Vooral Schouwen had veel meekrapteelt, terwijl beweerd wordt, dat op Tholen de beste arbeiders woonden. Op Walcheren en in West Zeeuwsch-Vlaanderen is de teelt van weinig betekenis geweest, omdat de boeren daar er niets voor voelden. Ook in het kleigebied van het aan grenzende Noordwest-Brabant en op de Zuidhollandse eilanden verbouwde men meekrap. De plant is overblijvend, met licht- Ï[ele bloemen in de bladoksels. In ons and bloeit ze echter zelden en komen er in zeer warme zomers eens bloe men aan, dan wordt het zaad toch niet rijp, wat wel het geval is in Zuid- Europa. De bekende plantkundige Linnaeus noemde de plant Rubia tinctorum, d.w.z. rode verfplant. Uit de grote massa wortels werd rode verfstof be reid. DE BEWERKING VAN HET LAND. Vóór men de eigenlijke werkzaam heden begon, moest ervoor gezorgd worden, dat het land in orde was. Dat wil allereerst zeggen, dat het flink ge mest werd, want de plant eist krach tige voedingsstoffen. Kunstmest ken de men toen nog niet, dus men bracht er stalmest op, ongeveer 25 voer per gemet 40 are). Eén der andere vereisten is goede waterafvoer en daarom werd het land geploegd op bedden van 1V4 meter breed, met diepe voren er tussen. Dit ploegen van goede rechte voren was niet het werk van iedereen en goede ploegers waren dan ook onder hun collega's in de verre omtrek bekend. Ondertussen was het Mei geworden; e bruinzoetelingappelboom begon te loeien en dat was het teken, dat het ijd was om het werk te beginnen. HET KIEMENZETTEN. Daar men hier de meekrap niet Zaait, werden van één- of tweejarige !lanten spruiten geplukt, kiemen ge- oemd, om die in de grond te planten: it werkje heette het kiemenzetten. 'oordat deze scheuten gepoot werden, ompelde men ze gewoonlijk eerst in een ton met modderwater, om bjj ev. droogte het uitdrogen enigszins te Voorkomen. Onder deze kiemen, die van de wor telstok gescheurd werden, waren er wel eens enkele zeldzame, die op bij zonder sierlijke wijze gedraaid waren. De arbeiders gaven die meestal aan de kinderen van hun baas en dan bleef de fooi niet achterwege, want zo'n ROKEN IN HET BUITENLAND I.v.m. de vele vragen over dit onder werp verstrekte de A.N.W.B. ons een overzicht van de hoeveelheden tabaks- artikelen, welke men naar het buiten land kan medenemen: Vrjje uitvoer uit Nederland: 100 sigaretten, plus 25 sigaren, plus 250 gram kerftabak. Bij uitvoer van de ze hoeveelheden kan men teruggave van tabaksaccijns vragen aan de Nederland se douane. Vrije invoer in: België: 200 sigaretten, of 50 sigaren, of 100 clgarlllos, of 250 gram tabak. Frankrijk: 50 sigaren, of 200 sigaret ten, of 400 gram tabak. Duitsland: 50 gram snuiftabak, 50 si garettenvloeitjes; 200 sigaretten of 25 sigaren of 250 gram rooktabak. Groot Brittannië: 225 gram tabak of sigaretten of sigaren. 149. scheut bracht geluk aan (zoiets dus als klavervier). Het volgend versje, dat dan werd opgezegd, herinnert nog hieraan: „Bet jeugdig meekrapgroen, mijn kin- deren gegeven, Is 't heerlijk zinnebeeld van 't lieflijk lenteleven Dat ook, gelijk de kiem, die'door een [goede hand In welbereide grond, omzichtig wordt [geplant, En door de natuur gevoed, steeds welig [stoat te groeien; Mijn kinderen evenzeer in welvaart [mogen bloeien!" Bij dit planten der kiemen, dit kie menzetten, ging de kiemjongen voor op met de kiemmand vol bemodderde spruiten. Hii wierp ze toe aan de twee mannen, die aan weerskanten van het geploegde bed meestal geknield zaten, aan de éne kant op de rechterknie, aan de andere kant op de linkerknie, de knieën beschermd door de kruip- lap. In de hand hadden ze de zetstok of zetspade, een werktuig, dat we 't eerst kunnen vergelijken met de troffel van een metselaar, maar dan wat smaller. Hiermee maakten ze een gat in de grond en staken de kiemen erin, vier op een rij, aan iedere kant dus twee. Zo werd de hele akker volgeplant en moe geworden van het voortkrui pen op dezelfde knie, werd aan het einde van 'tland eens verwisseld: wie op de rechterknie gekropen had, deed het bi) de volgende akker op de lin ker en de linksen deden het rechts, zodat we aan 't eind van 't land de ar beiders telkens even de kniebeschut- tende kruiplap zien verwisselen. Waar dit kiemenzetten nogal in spannend was, vooral als men er per dag een flinke hoeveelheid planten wilde, werd het arbeidsloon verhoogd: van 60 a 80 cent per dag werd het op een gulden gebracht (we zijn in 't mid den der vorige eeuw!). EVEN EEN SPELLETJE. Maar ook hier kan de boog niet al tijd gespannen zijn, of in de taal van een meekraparbeider: de zetspade niet steeds gehanteerd worden. Een ogen blik werd het werk gestaakt, de ver schillende arbeiders kwamen bij elkaar en hielden een wedstrijd in het gooien, wie het verst met de zetspade (waar aan soms ook nog de kruiplap gebon den was) kon werpen. Wie de kleinste afstand wierp, was verliezer en moest tracteren op een ha'if pintje sterke drank. Eén of twee keer per week deed men dit spelletje. L. v. W. (Tnaez. mededeling, advert.) f -1" Lekker warm en volkomen geruisloze vering Minister Lieftinck antwoord Tweede Kamer. Raming van de opbrengsten aanmerkelijk hoger* Minister Lieftinck heeft de Tweede Kamer geantwoord over de nota met de voorstellen tot verhoging van enige belastingen i.v.m. de bijzondere uitgaven voor de defensie, en de wetsontwerpen tot wijziging van de omzetbelasting en tot verhoging van de motorrijtuigenbelasting. Aan deze memorie ls het volgende ontleend In het licht van nieuwe gegevens is het volgens minister Lieftinck verant woord de nadere raming van de inkom stenbelasting 1951 te verhogen van f 820 millioen tot f 920 millioen en de opbrengst der omzetbelasting met f50 millioen tot f 1175 millioen. Bovendien konden ook enige andere belastingra mingen worden verhoogd, nl. de divi dendbelasting tot f55 mill., de accijns op tabak tot f 270 mill, de rechten van zegel tot f 30 mill, de rechten van regi stratie tot f 42 mill, de rechten van suc cessie tot f 80 mill. Van al deze herzieningen komt, na aftrek van het aandeel van het ge meente- en provinciefonds, rond f 150 millioen ten goede aan het Rijk. Dit be tekent, dat het begrotingstekort voor de gehele dienst 1951 van f 785 millioen dient te worden verlaagd tot f 635 mil lioen. Indien men daarnaast rekening (Van onze Utrechtse correspondent.) In de geweldige sociale worsteling, die de tweede helft der 19e eeuw In Nederland te zien gaf, hebben ook „herders en leraars" hun aandeel geleverd. Aanvankelijk onvoldoende. Zo moest Klaas Kater, de voorzitter van het werk liedenverbond Patrimonium, In 1889 vaststellen, dat de steun van predikanten, hoe gewaardeerd overigens, hel verbond weinig van dienst was geweest. Kater kon dat toen nog zeggen. Wei nige jaren later ontving Patrimonium in ds A. S. Talma zijn grootste stuw kracht. Weldra zouden ook dr A. Kuy- per, ds J. C. Sikkel en dr J. Th. de Visser, zij het op breder terrein, de christelijke sociale beweging dienen. Het is merkwaardig, dat de geschie denis van de rooms-katholieke vakbe weging ongeveer dezelfde ontwikkeling te zien geeft. Aanvankelijk was de me dewerking van de geestelijkheid er niet. Tot de weinige geestelijke leidslieden, die wel een open oog voor deze dingen hadden, behoorde doctor Alfons Ariëns, de priester, die in 1886 benoemd werd tot kapelaan te Enschedé. Hij was toen 26 jaar, maar kreeg aanstonds op zijn jonge schouders een last te torsen, die eigenlijk niet te tillen was: hij werd apostel der fabrieksarbeiders. BENIJD BOEK. Wij hebben de laatste weken de le vensgang van Ariëns gevolgd in de bio grafie, welke prof. dr Gerard Brom, hoogleraar aan de r.k. Universiteit te Nijmegen, schreef en die bij Het Spec trum te Utrecht vorstelijk is uitgege ven. Wij moeten onze roomse landgenoten benijden om een boek als dit. Eerst al, omdat prof. Brom het schreef. Wie een beetje thuis is in de geschiedschrijving van kunst en litteratuur, kent deze emi nente publicist Zijn naam staat er borg voor, dat hetgeen hier geboden wordt, aan taal en stijl niets te wensen over laat Maar vooral de wijze, waarop prof. Brom de figuur van Ariëns behandelt en de visie, die hij op hem heeft, trek ken ons. Tijdens het lezen hebben we telkens weer gevraagd: waar blijft in protestantse kring de man, welke soort gelijk werk kan leveren over voorman nen in het christelijk-sociale leven? VRIEND DER ARMEN. Alfons Ariëns was de zoon van een Utrechtse advocaat. Te Rijsenburg be zocht hij het seminarie, waar niemand minder dan de befaamde dr Schaepman zijn leermeester was. Ariëns, die later wel lijnrecht tegenover Schaepman heeft gestaan, bleef zijn leermeester als zijn geestelijke vader beschouwen en trachtte eigenlijk niets anders te doen dan de lessen van Schaepman in prak tijk te brengen. Nadat Ariëns tot priester was gewijd, kreeg hij gelegenheid om in Rome af te studeren. Ariëns gebruikte zijn tijd daar niet om kunstschatten te bewon deren, maar hij zocht contact met het arbeidersvolk e.i leerde hun dialect. In de textielstad vond hü zijn uitge strekt arbeidsveld bij de fabrieksbevol king. Ariëns was niet, gelijk prof. Brom op merkt, een priester die „voor de armen bad en bjj de rijken at". Evenais in Italië poogde hij in Twente de volks taal aan te leren. In die dagen kwam het socialisme op. Brom zegt: „Hetzelfde jaar, waarin Ariëns binnen Enschedé optrad, werd de rooie vaan er door Domela Nieuwen- huis geplant. Juist op tijd kwam de kapelaan een sociale crisis bezweren door de machinestad te vervullen met ziel en met geest. De Godsman werd een volksman, eenvoudig, omdat hij ge- r. .pen was het volk bij God te bren gen. Voordat het wachtwoord van de Paus klonk om naar het volk te gaan, z Ariëns er midden onder." UNITAS. Het wachtwoord van de Paus. Die Paus, Leo XHI, is ook onder protestan ten wel bekend. Vooral door zijn be roemde encycliek „Rerum Novarum" van 1891, waarin hij het arbeidersvraag stuk aan de orde stelde. Ariëns, die t.g.v. Paus Leo's gouden priesterfeest een bedevaart naar Rome ondernam, vroeg de Paus persoonlijk verlof om de arbeiders te verenigen. De Paus gaf zijn toestemming en troostte de jonge kapelaan, dat moeilijkheden, die hij daarbij zou ondervinden, overwonnen zouden worden. Welnu, dat is ook gebeurd. Maar toen had Ariëns zijn leven eigenlijk al ver teerd in de felle strijd, die hij voor de organisatie der R.K. arbeiders onder nemen moest. In 1889 had Ariëns een arbeidersver eniging te Enschedé gesticht. Twee jaar later werd h'j de ziel van de R.K. Tv/entse Fabrieksarbeidersbond, eigen lijk het begin van de vakorganisatie. Deze laatstgenoemde bond, later speci aal bestemd voor katoenarbeiders, ging in 1895 op in Unitas, de federatieve or ganisatie van roomse en prot.-chr. tex tielarbeiders! Een dergelijk samengaan (het is kort geleden bij het jubileum van de nu uitsluitend protestantse Uni tas weer verklaard) heeft zich in de Nederlandse vakbeweging nergens her haald. FEUILLETON door G. P. BAKKER. 86) „Wü?" „Ja, wjj beiden. Wij zijn ds enigen, die de kans hebben. Laten we goede vrienden worden. Trouwe vrienden". 2e ging naar hem toe, legde haar slanke hand zacht op zijn schouder. „Vertrouw my gerust. Ik ben eer lijk. Er zit geen andere man achter. Het is geen hinderlaag. Ik zweer u.." Ze hief haar rechterhand op alsof ze een eed wilde doen, „dat ik nog nooit een man heb bemind, ofschoon het mij niet' aan aanbidders ontbroken heeft. Ik zal geen geheimen voor u hebben. Mijn opvoeding is niet ge weest als die van andere meisjes. Mijn vader was een Italiaans officier van goede adel. Mijn moeder was een Duitse. Haar ouders woonden op deze ridderhofstede. Zij stierf toen ik nog Jong was en voedde mij op. Ik werd groot gebracht in het leger tussen de officieren. Toen werd hij vermoord. Ik bleef alleen over en wilde hem wreken. Ik deed het. Door het onder zoek om zijn moordenaars te vinden, bleek dat ik een goede kracht was om achter geheimen te komen; toch ge bruikte ik nooit lage middelen. Mis schien zal u het slecht vinden." Ze keek hem angstig in de ogen. „Neen", ontsnapte Saxon. „Neen, ik ben de laatste om een oordeel over u te vellen". „De staf betaalde mijn onkosten ruim, ofschoon ik het niet nodig ha-* Men behandelde mij altijd als doen ter van mijn vader, als een adellijke dame. Alle officieren zijn mijn vrien den. Meermalen ben ik ten huwelijk gevraagd en niemand zal het wagen mij niet eerbiedig te behandelen. Maar nu heb ik genoeg van dit leven. Ik kan niet langer. Ik heb een afschuw van dit verwoeste land, waar het altijd oorlog is en niets dan ellende en wan hoop. Ik verlang naar het mooie Italië vol zon, bloemen en liefde. Wij zullen samen gelukkig zijn. En als wij de schatten niet lichten zal niemand ze ooit vinden, dan blijven ze ver borgen als gouderts in de grond'. Saxon begreep. Hij zweeg een ogen blik. Hü dacht aan Marion. Hij voelde, hij zou zijn liefde niet kunnen verra den, niet voor alle schatten ter we reld. Dat was geen verdienste van hem. Geen mens is baas over zün ge voelens, al kan een sterke man de slechte begeerten onderdrukken. Hij zou niet willen ook. Zelfs niet voor deze vrouw. Zij was bekoorlijk en ver leidelijk. Ze meende het eerlijk, daar aan twijfelde hij niet meer. Zij zouden samen de schat misschien kunnen vin den. Zij zou hem op het spoor kunnen brengen. Hij had zijn woord aan de koning van Zweden gegeven. Hij had besloten niet te kieskeurig in midde len te zijn, maar niet zo, niet door een schurkenstreek. Dit alles vloog in een seconde door zijn hoofd. Hü stond op. Ze kwam naar hem toe en sloeg plotseling haar armen om zijn hals. Het bloed steeg hem naar de wangen. Toen drukte ze haar lippen op zijn mond. Met een onwillekeurige beweging wendde hij het hoofd ruw af. Zij deed alsof ze niets merkte, drukte een zoen op zün voorhoofd en zei: „We zullen een glas drinken voor we vertrekken". Ze ging naar de kast. nam twee grote roemers, schonk die vol, bracht even zün glas aan haar lippen, reikte hem dat en met hem klinkend zei ze: „Op het vinden van de schat, lief ste". Saxon's hete droge lippen smachten naar de wün. Het was sterke oude wijn, godendrank. Saxon zakte weer in zün stoel. Een ogenblik wachtte zü- Toen ging ze naar hem toe, ging op zün knieën zitten, keek hem lang, heel lang in de ogen, sloeg de armen om hem heen en sprak fluisterend, maar met nadruk: „Liefste, kom. We gaan de schat zoeken. Noem mij Verona". Toen stond ze op, blies de kaarsen uit. Het werd donker. HOOFDSTUK XVI. Alleen de kleine lantaarn, die nog brandend op de tafel stond, verlichtte nu het vertrek. Venora deed haar mantel om, sloeg de dichte sluier over haar hoofd, greep met de ene hand de lantaarn, met de andere Saxon's pols en zei: „Kom, we gaan. Het is een lange weg." Saxon stond op, volgde haar. Ze lie pen een gang door, kwamen in een verwilderde tuin, die wondervreemd aandeed in het ijle spookachtige maan licht. Over een smal houten bruggetje betraden ze een zandpad, dat door de velden voerde en op een achterweg uitkwam. Boven hen schitterde de hemel vol sterren. Ofschoon de nacht vorderde, was het nog warm. Ze lie pen lang, heel lang door het mulle zand. Verona sprak geen woord. Als twee geesten schenen ze over de weg te zweven. Hü begreep, dat ze om Maagdenburg heen liepen." (Wordt vervolgd.) TE SOCIALISTISCH. Met geweldige üver werkte Ariëns te Enschedé. Wü kunnen er helaas niet meer van verhalen. Hoe hü een coöpe ratieve textielfabriek in Haaksbergen stichtte, hoe huj stakingen hielp keren, hoe hij zich wierp op de drankbestrij ding, hoe hü de vuilste en ondankbaar ste karweitjes opknapte. Men vindt nu voor Ariëns een stand beeld in Enschedé. Kardinaal De Jong eert hem in het voorwoord van prof. Broms boek als één der groten. Maar in Ariëns dagen stond de geestehjkheid zeer gereserveerd tegenover het werk van de priester der arbeiders. Midden onder zün bezigheden te Enschedé be noemde de aartsbisschop hem tot pas toor in het stille Gelderse dorpje Steen- deren. Vinden wü hier niet opnieuw een overeenkomst met Ariëns' vriend Tal ma? Toen de laatste zich na het minis terschap beroepbaar stelde, vond men hem voor Amsterdamte socialis tisch en kwam hü in Bennebroek te recht. „Door de Eeuwen Trouw" contra kol. van Santen. Naar aanleiding van de ontboeze mingen van kolonel van Santen, dat alle ellende voor de Ambonezen zou zün voorkomen, indien zü zich als goede militairen bij de door de Ko ningin verrichte souvereiniteitsover- dracht hadden neergelegd en zich rus tig hadden laten afvoeren naar het door de R.I. bezette gebied van de Zuid-Molukken, zegt de Stichting „Door de Eeuwen Tïouw", o.m., dat alle ellende naar menselijke bereke ning alléén zou zün voorkomen, in dien de Nederlandse regering t d i g, d.i. voor de souvereiniteitsoverdracht, de Ambonese ex-K-N.I.L. militairen had afgevoerd naar de Zuid-Molukken inplaats van hen op Java in kampen onder te brengen. De kwestie loopt helemaal niet over deze souvereiniteitsoverdracht, maar over de vernietiging van de deelsta ten en de miskenning van het zelfbe schikkingsrecht voor de Molukken. houdt met het vermoedelük effect van het gewijzigde systeem van winstvast stelling (nader geraamd op omstreeks f100 millioen), beloopt het totale be- grotingsdefirit f735 millioen. TOEVALLIGE BATEN. Dit tekort kan voor f 530 f 580 mil lioen worden gedekt met behulp van een aantal toevallige baten. Aangezien in het begrotingsjaar 1952 niet dan wel in zeer beperkte mate op soortgelüke extra-baten kan worden gerekend, is volledige handhaving van de onderha vige wetsontwerpen noodzakelük. De slotsom van de minister is, dat de voorgestelde fiscale maatregelen voor het budget van de grote massa der loontrekkenden van zo geringe beteke nis zijn, dat daaruit redelijkerwüs geen verdere aandrang tot loonsverhoging kan voortvloeien. BEZUINIGINGEN Over de bezwaren van sommige Ka merleden, dat tot dusver vrijwel niets van betekenis zou zijn gedaan om het uitgavenpeil te verlagen, dat geen en kele overheidsbemoeiing zou zün afge kapt, dat geen drastische vermindering der personeelsbezetting in uitzicht wordt gesteld en dat de bezuinigingen in menig opzicht slechts verschuivingen zün, zei de minister, dat het moeilük is in concreto van gedachten te wisselen, aangezien is nagelaten te vermelden, wat men precies bedoeld. De resultaten der bezuinigingen weerspiegelen zich zowel in de begrotingsbedragen als in de omvang van het Rükspersoneel. De kosten van prijsbeheersings- en distri butieapparaat, bemoeiingen met de we deropbouw, oogstvoorziening, büzondere rechtspleging, hulpverlening oorlogs slachtoffers, vergoeding militaire vor deringen zün van 1946 tot 1951 van ruim f 960 millioen tot nog geen f 32 millioen teruggelopen. De omvang van het burgerlijk Rijkspersoneel, excl. dat van de militaire departementen, is in hetzelfde tüdvak verminderd van 122.826 tot 78.289 personen. GEDEELTELIJKE TERUGKEER. Helaas maken de toestand van de be talingsbalans en de internationale om standigheden het thans niet mogelijk in de richtingen, die de regering voor ogen stonden, verder te gaan. Integendeel moet rekening gehouden worden met een gedeeltelijke terugkeer op de inge slagen weg. In het bijzonder moet, i.v.m. de schaarste van bepaalde grondstoffen, voor uitgaven als die voor het prijsbe heersings- en distributieapparaat, eer der met een stijgende dan met een da lende tendentie rekening worden ge houden. Indien de Kamer daarop prijs mocht stellen, is de regering niettemin bereid met een Kamer-commissie de verschil lende taken, waarvoor begrotingscredie- ten zün aangevraagd, aan een nadere critische bespreking te onderwerpen. WERKLOOSHEIDSWET. Omtrent de datum van inwerking treden van de Werkloosheidswet is nog geen definitieve beslissing genomen. Bü de raming van de ev. verminderingen op de begroting 1951 is een voorlopige datum van inwerkingtreden van 1 Oc- (Ingez. mededeling, advert.! tober 1951 aangenomen. Hierdoor zul len de kosten, voortvloeiende uit d« Werkloosheidswet, met f52,5 millioen kunnen worden verminderd. Daartegen over zal moeten worden gerekend met de hogere bedragen, welke nodig zullen zijn voor overbruggings-, wachtgeld- en sociale bijstandsregelingen, waarvoor f 36,5 millioen nodig is. Een verhoogde opbrengst van de om zetbelasting moet thans niet worden gezocht in een verhoging van het alge meen percentage, maar in een verho ging van het tarief van de zg. weelde belasting. WEELDE TARIEVEN. Bü nota van wijzigingen stelt de mi nister voor nog enkele goederen in de 30 heffing te betrekken. Die goede ren zün: sigaren- en slgarettenhouderf, alsmede postpapier en correspondentie- kaarten, één en ander voorzover teza men met enveloppen, in dozen, étui'», e.d. Voorts wordt voorgesteld gasfor nuizen, electrische fornuizen, electrisehe wasmachines en electrische centrifuge» voor huishoudelük gebruik, alsmede agenda's, zakboekjes en bloc-notes i* lederen, of met leder overtrokken band of omslag aan het tarief van 15 te onderwerpen. De minister is teruggekomen op zün voorstel, verschillende soorten leder waren van het 15 ln het 30 ta rief te brengen, terwijl voorts de prijs- grens, waarboven klokken en horloge» als weeldegoed moeten worden aange merkt, wordt verhoogd tot f 65 resp. f50. Kristalsoda wordt toegevoegd aan de lijst van geheel vrijgestelde goederen, alsmede petroleum ln de kleinhandel. Laat ik deze brief maar beginnen met te erkennen, dat ik me heb vergist wat mijn voorstelling van de Amerikaanse radio betreft. Vaak heb ik beweerd, dat hier de radio „niks" is en de reclame tussen de mooiste stukken Iets ver schrikkelijks Met de televisie net zo: een geheel commerciële opzet en geen kunst. Het zou voor mü niet moeilijk zijn u precies het tegenovergestelde te be wijzen, als u hier een paar dagen zoudt doorbrengen. Van 's morgens zeven uur tot 's nachts drie uur zou ik op meer dan één station u de mooiste en meest uitgezochte klassieke muziek kunnen laten horen. Met andere woorden: het hangt er helemaal vanaf wat men beluisteren wil. Als ik de programma's van twee stations, b.v. W.Q.X.R., uitgaande van de New York Times, en W.N.Y.C., ge ëxploiteerd door de gemeente New York, u zou voorleggen, zoudt u geen ander bewijs meer nodig hebben. Kos ten of luisterbijdragen zün .er niet. De advertenties tussen de programma's betalen alles. Maar de W.N.Y.C. wil geen advertenties laten horen. Wei de New York Times-zender. Zodoende komt het, dat het programmablad van de New York Times maar 1 dollar kost ln de vüf jaar. En dat van de W.N.Y.C. 1 dollar in het jaar. HET BACK-TO-GOD-HOUR. Nu zullen sommigen vragenl en is er behalve muziek ook iets van het geestelijke leven? Dat is er zeker. De Christelijke Gereformeerde Kerk heeft een zgn. Back-to-God-hour, een uur, waarin de wereld opgeroepen wordt terug te keren tot God. Meer dan vijf millioen mensen luisteren regelmatig naar deze uitzending en het plan is ook televisie in te schakelen om zo de gaven Gods, die de wereld misbruikt, te gebruiken tot Zün eer. Afgezien van hetgeen ik weet uit eigen kerk, heb ik ook gehoord, dat er heel veel luis teraars zün, die regelmatig de radio zetten op een station, dat allerlei we tenschappelijke en theologische kwes ties behandelt. Ik wil maar zeggen: het is niet juist, dat de radio zich hier regelt naar de smaak van Jan Publiek. Velen zeggen dat de radio een opvoedende, culturele taak heeft. De smaak van de massa moet niet bedorven worden door aller lei zinloze muziek, en redevoeringen, maar moet gevormd, geleid vorden ALS DE BOEKDRUKKUNST. In dit verband wil ik ook zeggen, INDRUKKEN UIT AMERIKA dat de televisie een reuzenstap ten hemel en ten hel kan betekenen. Wan neer kinderen kunnen doen met de televisie wat ze willen,, dan I3 het mis. Dan küken ze naar de afschuwe lijke bokspartijen, roof- en moorddra- ma's. Maar ook kan men met de tele visie kunst en natuurfilms bewonde ren. Men kan grote reizen maken en rustig in zyn stoel zitten. Dezer dagen is juist een groot pro ces afgelopen tussen twee maatschap pijen. De Ine zei: kleurentelevisie mag je niet uitzenden, maar de ander: ik doe het toch. En de rechter verklaar de: je mag kleurentelevisie uitzenden. Gevolg is, dat alle gewone televisie apparaten de helft goedkoper zijn ge worden en men voor honderd dollar al een aardig apparaat heeft. Want nu komt het kleurentelevisietoestel op de marktl TELEVISIE EEN GEVAAR. Toch is televisie een gevaar. Het boeit de aandacht zo geweldig, om dat men hoort en ziet op hetzelfde moment en omdat men geheel opgaat in het gebodene. Kinderen verslappen op school, zodra televisie in huis komt. Van spanning kunnen ze soms niet slapen. En de stations weten de span ning erin te krijgen: morgen de rest van het verhaal en dus morgen weer zien en luisteren. HEET Intussen is het hier op mü'n kamer, niet op de zonkant, met de gordijnen dicht en de ventilator draaiend voor Slipgevaar op de Rijksweg bij Wouw. A.N.W.B. vraagt maatregelen. In de Rijksweg Breda-Roosendaal be vindt zich ter weerszijden van Wouw een zeer slipgevaarlijk weggedeelte. De A.N.W.B. heeft de Rijkswaterstaat thans met klem verzocht de nodige maatregelen ter voorkoming van onge vallen te nemen. Gezien het drukke verkeer, dat van deze verbinding ge bruik maakt, acht re Bond beveiliging hier uitermate urgent. Belastingaangifte moet op tijd geschieden. De minister van Financiën heeft de Tweede Kamer voorgesteld te bepa len, dat, Indien de vereiste belasting aangifte niet is gedaan, de belasting plichtige by aangetekende brief kan worden aangemaand om binnen een daarbij te stellen termijn aan deze verplichting te voldoen. Is aan deze aanmaning niet voldaan, dan wordt de op te leggen aanslag verhoogd met 5 pet., doch tenminste met vijf gulden. De Minister van Financiën vraagt ver der in dit verband de bevoegdheid op grond van dwaling of verschoonbaar verzuim, kwijtschelding of verminde ring te verlenen van de verhoging. Rijdt en loopt met overleg, De dood loert op de weg Verbond voor Veilig Verkeer me, 85 graden, 's Nachts denkt nie mand er aan ooit een wollen deken te nemen. Ramen wijd open en vooral zouttabletten slikken. Door het transpireren verliest men veel zout en direct bij aankomst werd ons geadviseerd zouttabletten aan te schaffen. Per honderd kosten die een dollar en per 1000 twee dollar vijftig. Wie met mij corresponderen wil, kan dit doen met vermelding van de naam van dit blad. Mijn adres is: Rev. Dr A. H. Ousoren, 310 Hudson Street, Hoboken, New Jersey, U.S.A. Hoboken. Dr A. H. OUSSOREN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 2