Wm
m mac
BWL
De „Talma" van de Roomsen.
Radio en televisie in de V.S. twee grote machten.
Honderd jaar geleden deed de meekrap
haar intrede in Zeeland*
Uooc Held
Geruime tijd één der meest verbouwde
producten*
Zeeuwse Wandelingen
-bed is ook voor U ideaal!
Volledige handhaving van nieuwe
belastingontwerpen noodzakelijk*
Ariëns: priester* die zichzelf offerde»
De spreker was wat hees.
Muziekprogramma's zijn uitstekend
verzorgd.
Maandag 11 Juni 1951
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 2
Dat Zeeland een provincie Is met veel landbouw er Is ongeveer driemaal
zoveel bouwland als weiland blijkt vooral in deze tjjd van het jaar. Geen
stukje land is er, waar men niet allerwege de mensen aan het werk ziet. In de
vorige eeuw was één van de meest verbouwde producten de meekrap. Op het
eind van die eeuw is echter de teelt hiervan te niet gegaan en er zjjn misschien
nog maar enkele heel oude mensen, die uit eigen ervaring iets van dit gewas
kunnen vertellen.
WAT IS MEEKRAP?
Deze plant leverde rode kleurstof,
een eigenschap, die reeds eeuwen be
kend moet zjjn, want de Romeinse ge
schiedschrijver Plinius schrijft, dat de
Romeinen dit al wisten. Van de lan
den der Middellandse Zee is de plant
overgebracht naar het Noorden, voor
al naar Frankrijk en ook naar enkele
streken van Duitsland. In eerstge
noemd land bestond o.a. In de eerste
helft der 19e eeuw in het departement
Vaucluse bij de Rhóne een bloeiende
meekrapteelt met wel 50 flinke fa
brieken.
Spoedig heeft de plant zijn intocht
gedaan in ons land en wel voorname-
jk in Zeeland, waar de grond bij
zonder geschikt is voor de verbouw
ervan. Vooral Schouwen had veel
meekrapteelt, terwijl beweerd wordt,
dat op Tholen de beste arbeiders
woonden. Op Walcheren en in West
Zeeuwsch-Vlaanderen is de teelt van
weinig betekenis geweest, omdat de
boeren daar er niets voor voelden.
Ook in het kleigebied van het aan
grenzende Noordwest-Brabant en op
de Zuidhollandse eilanden verbouwde
men meekrap.
De plant is overblijvend, met licht-
Ï[ele bloemen in de bladoksels. In ons
and bloeit ze echter zelden en komen
er in zeer warme zomers eens bloe
men aan, dan wordt het zaad toch niet
rijp, wat wel het geval is in Zuid-
Europa.
De bekende plantkundige Linnaeus
noemde de plant Rubia tinctorum,
d.w.z. rode verfplant. Uit de grote
massa wortels werd rode verfstof be
reid.
DE BEWERKING VAN HET LAND.
Vóór men de eigenlijke werkzaam
heden begon, moest ervoor gezorgd
worden, dat het land in orde was. Dat
wil allereerst zeggen, dat het flink ge
mest werd, want de plant eist krach
tige voedingsstoffen. Kunstmest ken
de men toen nog niet, dus men bracht
er stalmest op, ongeveer 25 voer per
gemet 40 are). Eén der andere
vereisten is goede waterafvoer en
daarom werd het land geploegd op
bedden van 1V4 meter breed, met
diepe voren er tussen. Dit ploegen van
goede rechte voren was niet het werk
van iedereen en goede ploegers waren
dan ook onder hun collega's in de
verre omtrek bekend.
Ondertussen was het Mei geworden;
e bruinzoetelingappelboom begon te
loeien en dat was het teken, dat het
ijd was om het werk te beginnen.
HET KIEMENZETTEN.
Daar men hier de meekrap niet
Zaait, werden van één- of tweejarige
!lanten spruiten geplukt, kiemen ge-
oemd, om die in de grond te planten:
it werkje heette het kiemenzetten.
'oordat deze scheuten gepoot werden,
ompelde men ze gewoonlijk eerst in
een ton met modderwater, om bjj ev.
droogte het uitdrogen enigszins te
Voorkomen.
Onder deze kiemen, die van de wor
telstok gescheurd werden, waren er
wel eens enkele zeldzame, die op bij
zonder sierlijke wijze gedraaid waren.
De arbeiders gaven die meestal aan de
kinderen van hun baas en dan bleef
de fooi niet achterwege, want zo'n
ROKEN IN HET BUITENLAND
I.v.m. de vele vragen over dit onder
werp verstrekte de A.N.W.B. ons een
overzicht van de hoeveelheden tabaks-
artikelen, welke men naar het buiten
land kan medenemen:
Vrjje uitvoer uit Nederland:
100 sigaretten, plus 25 sigaren, plus
250 gram kerftabak. Bij uitvoer van de
ze hoeveelheden kan men teruggave van
tabaksaccijns vragen aan de Nederland
se douane.
Vrije invoer in:
België: 200 sigaretten, of 50 sigaren,
of 100 clgarlllos, of 250 gram tabak.
Frankrijk: 50 sigaren, of 200 sigaret
ten, of 400 gram tabak.
Duitsland: 50 gram snuiftabak, 50 si
garettenvloeitjes; 200 sigaretten of 25
sigaren of 250 gram rooktabak.
Groot Brittannië: 225 gram tabak of
sigaretten of sigaren.
149.
scheut bracht geluk aan (zoiets dus
als klavervier). Het volgend versje,
dat dan werd opgezegd, herinnert nog
hieraan:
„Bet jeugdig meekrapgroen, mijn kin-
deren gegeven,
Is 't heerlijk zinnebeeld van 't lieflijk
lenteleven
Dat ook, gelijk de kiem, die'door een
[goede hand
In welbereide grond, omzichtig wordt
[geplant,
En door de natuur gevoed, steeds welig
[stoat te groeien;
Mijn kinderen evenzeer in welvaart
[mogen bloeien!"
Bij dit planten der kiemen, dit kie
menzetten, ging de kiemjongen voor
op met de kiemmand vol bemodderde
spruiten. Hii wierp ze toe aan de twee
mannen, die aan weerskanten van het
geploegde bed meestal geknield zaten,
aan de éne kant op de rechterknie,
aan de andere kant op de linkerknie,
de knieën beschermd door de kruip-
lap.
In de hand hadden ze de zetstok of
zetspade, een werktuig, dat we 't eerst
kunnen vergelijken met de troffel van
een metselaar, maar dan wat smaller.
Hiermee maakten ze een gat in de
grond en staken de kiemen erin, vier
op een rij, aan iedere kant dus twee.
Zo werd de hele akker volgeplant
en moe geworden van het voortkrui
pen op dezelfde knie, werd aan het
einde van 'tland eens verwisseld: wie
op de rechterknie gekropen had, deed
het bi) de volgende akker op de lin
ker en de linksen deden het rechts,
zodat we aan 't eind van 't land de ar
beiders telkens even de kniebeschut-
tende kruiplap zien verwisselen.
Waar dit kiemenzetten nogal in
spannend was, vooral als men er per
dag een flinke hoeveelheid planten
wilde, werd het arbeidsloon verhoogd:
van 60 a 80 cent per dag werd het op
een gulden gebracht (we zijn in 't mid
den der vorige eeuw!).
EVEN EEN SPELLETJE.
Maar ook hier kan de boog niet al
tijd gespannen zijn, of in de taal van
een meekraparbeider: de zetspade niet
steeds gehanteerd worden. Een ogen
blik werd het werk gestaakt, de ver
schillende arbeiders kwamen bij elkaar
en hielden een wedstrijd in het gooien,
wie het verst met de zetspade (waar
aan soms ook nog de kruiplap gebon
den was) kon werpen. Wie de kleinste
afstand wierp, was verliezer en moest
tracteren op een ha'if pintje sterke
drank. Eén of twee keer per week
deed men dit spelletje. L. v. W.
(Tnaez. mededeling, advert.)
f -1"
Lekker warm en volkomen geruisloze vering
Minister Lieftinck antwoord Tweede Kamer.
Raming van de opbrengsten aanmerkelijk hoger*
Minister Lieftinck heeft de Tweede Kamer geantwoord over de nota met
de voorstellen tot verhoging van enige belastingen i.v.m. de bijzondere uitgaven
voor de defensie, en de wetsontwerpen tot wijziging van de omzetbelasting en
tot verhoging van de motorrijtuigenbelasting. Aan deze memorie ls het volgende
ontleend
In het licht van nieuwe gegevens is
het volgens minister Lieftinck verant
woord de nadere raming van de inkom
stenbelasting 1951 te verhogen van
f 820 millioen tot f 920 millioen en de
opbrengst der omzetbelasting met f50
millioen tot f 1175 millioen. Bovendien
konden ook enige andere belastingra
mingen worden verhoogd, nl. de divi
dendbelasting tot f55 mill., de accijns
op tabak tot f 270 mill, de rechten van
zegel tot f 30 mill, de rechten van regi
stratie tot f 42 mill, de rechten van suc
cessie tot f 80 mill.
Van al deze herzieningen komt, na
aftrek van het aandeel van het ge
meente- en provinciefonds, rond f 150
millioen ten goede aan het Rijk. Dit be
tekent, dat het begrotingstekort voor
de gehele dienst 1951 van f 785 millioen
dient te worden verlaagd tot f 635 mil
lioen. Indien men daarnaast rekening
(Van onze Utrechtse correspondent.)
In de geweldige sociale worsteling, die de tweede helft der 19e eeuw In
Nederland te zien gaf, hebben ook „herders en leraars" hun aandeel geleverd.
Aanvankelijk onvoldoende. Zo moest Klaas Kater, de voorzitter van het werk
liedenverbond Patrimonium, In 1889 vaststellen, dat de steun van predikanten,
hoe gewaardeerd overigens, hel verbond weinig van dienst was geweest.
Kater kon dat toen nog zeggen. Wei
nige jaren later ontving Patrimonium
in ds A. S. Talma zijn grootste stuw
kracht. Weldra zouden ook dr A. Kuy-
per, ds J. C. Sikkel en dr J. Th. de
Visser, zij het op breder terrein, de
christelijke sociale beweging dienen.
Het is merkwaardig, dat de geschie
denis van de rooms-katholieke vakbe
weging ongeveer dezelfde ontwikkeling
te zien geeft. Aanvankelijk was de me
dewerking van de geestelijkheid er niet.
Tot de weinige geestelijke leidslieden,
die wel een open oog voor deze dingen
hadden, behoorde doctor Alfons Ariëns,
de priester, die in 1886 benoemd werd
tot kapelaan te Enschedé. Hij was toen
26 jaar, maar kreeg aanstonds op zijn
jonge schouders een last te torsen, die
eigenlijk niet te tillen was: hij werd
apostel der fabrieksarbeiders.
BENIJD BOEK.
Wij hebben de laatste weken de le
vensgang van Ariëns gevolgd in de bio
grafie, welke prof. dr Gerard Brom,
hoogleraar aan de r.k. Universiteit te
Nijmegen, schreef en die bij Het Spec
trum te Utrecht vorstelijk is uitgege
ven.
Wij moeten onze roomse landgenoten
benijden om een boek als dit. Eerst al,
omdat prof. Brom het schreef. Wie een
beetje thuis is in de geschiedschrijving
van kunst en litteratuur, kent deze emi
nente publicist Zijn naam staat er borg
voor, dat hetgeen hier geboden wordt,
aan taal en stijl niets te wensen over
laat
Maar vooral de wijze, waarop prof.
Brom de figuur van Ariëns behandelt
en de visie, die hij op hem heeft, trek
ken ons. Tijdens het lezen hebben we
telkens weer gevraagd: waar blijft in
protestantse kring de man, welke soort
gelijk werk kan leveren over voorman
nen in het christelijk-sociale leven?
VRIEND DER ARMEN.
Alfons Ariëns was de zoon van een
Utrechtse advocaat. Te Rijsenburg be
zocht hij het seminarie, waar niemand
minder dan de befaamde dr Schaepman
zijn leermeester was. Ariëns, die later
wel lijnrecht tegenover Schaepman
heeft gestaan, bleef zijn leermeester als
zijn geestelijke vader beschouwen en
trachtte eigenlijk niets anders te doen
dan de lessen van Schaepman in prak
tijk te brengen.
Nadat Ariëns tot priester was gewijd,
kreeg hij gelegenheid om in Rome af
te studeren. Ariëns gebruikte zijn tijd
daar niet om kunstschatten te bewon
deren, maar hij zocht contact met het
arbeidersvolk e.i leerde hun dialect.
In de textielstad vond hü zijn uitge
strekt arbeidsveld bij de fabrieksbevol
king.
Ariëns was niet, gelijk prof. Brom op
merkt, een priester die „voor de armen
bad en bjj de rijken at". Evenais in
Italië poogde hij in Twente de volks
taal aan te leren.
In die dagen kwam het socialisme op.
Brom zegt: „Hetzelfde jaar, waarin
Ariëns binnen Enschedé optrad, werd
de rooie vaan er door Domela Nieuwen-
huis geplant. Juist op tijd kwam de
kapelaan een sociale crisis bezweren
door de machinestad te vervullen met
ziel en met geest. De Godsman werd
een volksman, eenvoudig, omdat hij ge-
r. .pen was het volk bij God te bren
gen. Voordat het wachtwoord van de
Paus klonk om naar het volk te gaan,
z Ariëns er midden onder."
UNITAS.
Het wachtwoord van de Paus. Die
Paus, Leo XHI, is ook onder protestan
ten wel bekend. Vooral door zijn be
roemde encycliek „Rerum Novarum"
van 1891, waarin hij het arbeidersvraag
stuk aan de orde stelde. Ariëns, die
t.g.v. Paus Leo's gouden priesterfeest
een bedevaart naar Rome ondernam,
vroeg de Paus persoonlijk verlof om de
arbeiders te verenigen. De Paus gaf
zijn toestemming en troostte de jonge
kapelaan, dat moeilijkheden, die hij
daarbij zou ondervinden, overwonnen
zouden worden.
Welnu, dat is ook gebeurd. Maar toen
had Ariëns zijn leven eigenlijk al ver
teerd in de felle strijd, die hij voor de
organisatie der R.K. arbeiders onder
nemen moest.
In 1889 had Ariëns een arbeidersver
eniging te Enschedé gesticht. Twee jaar
later werd h'j de ziel van de R.K.
Tv/entse Fabrieksarbeidersbond, eigen
lijk het begin van de vakorganisatie.
Deze laatstgenoemde bond, later speci
aal bestemd voor katoenarbeiders, ging
in 1895 op in Unitas, de federatieve or
ganisatie van roomse en prot.-chr. tex
tielarbeiders! Een dergelijk samengaan
(het is kort geleden bij het jubileum
van de nu uitsluitend protestantse Uni
tas weer verklaard) heeft zich in de
Nederlandse vakbeweging nergens her
haald.
FEUILLETON
door G. P. BAKKER.
86)
„Wü?"
„Ja, wjj beiden. Wij zijn ds enigen,
die de kans hebben. Laten we goede
vrienden worden. Trouwe vrienden".
2e ging naar hem toe, legde haar
slanke hand zacht op zijn schouder.
„Vertrouw my gerust. Ik ben eer
lijk. Er zit geen andere man achter.
Het is geen hinderlaag. Ik zweer u.."
Ze hief haar rechterhand op alsof ze
een eed wilde doen, „dat ik nog nooit
een man heb bemind, ofschoon het
mij niet' aan aanbidders ontbroken
heeft. Ik zal geen geheimen voor u
hebben. Mijn opvoeding is niet ge
weest als die van andere meisjes. Mijn
vader was een Italiaans officier van
goede adel. Mijn moeder was een
Duitse. Haar ouders woonden op deze
ridderhofstede. Zij stierf toen ik nog
Jong was en voedde mij op. Ik werd
groot gebracht in het leger tussen de
officieren. Toen werd hij vermoord.
Ik bleef alleen over en wilde hem
wreken. Ik deed het. Door het onder
zoek om zijn moordenaars te vinden,
bleek dat ik een goede kracht was om
achter geheimen te komen; toch ge
bruikte ik nooit lage middelen. Mis
schien zal u het slecht vinden." Ze
keek hem angstig in de ogen.
„Neen", ontsnapte Saxon. „Neen, ik
ben de laatste om een oordeel over u
te vellen".
„De staf betaalde mijn onkosten
ruim, ofschoon ik het niet nodig ha-*
Men behandelde mij altijd als doen
ter van mijn vader, als een adellijke
dame. Alle officieren zijn mijn vrien
den. Meermalen ben ik ten huwelijk
gevraagd en niemand zal het wagen
mij niet eerbiedig te behandelen. Maar
nu heb ik genoeg van dit leven. Ik
kan niet langer. Ik heb een afschuw
van dit verwoeste land, waar het altijd
oorlog is en niets dan ellende en wan
hoop. Ik verlang naar het mooie Italië
vol zon, bloemen en liefde. Wij zullen
samen gelukkig zijn. En als wij de
schatten niet lichten zal niemand
ze ooit vinden, dan blijven ze ver
borgen als gouderts in de grond'.
Saxon begreep. Hij zweeg een ogen
blik. Hü dacht aan Marion. Hij voelde,
hij zou zijn liefde niet kunnen verra
den, niet voor alle schatten ter we
reld. Dat was geen verdienste van
hem. Geen mens is baas over zün ge
voelens, al kan een sterke man de
slechte begeerten onderdrukken. Hij
zou niet willen ook. Zelfs niet voor
deze vrouw. Zij was bekoorlijk en ver
leidelijk. Ze meende het eerlijk, daar
aan twijfelde hij niet meer. Zij zouden
samen de schat misschien kunnen vin
den. Zij zou hem op het spoor kunnen
brengen. Hij had zijn woord aan de
koning van Zweden gegeven. Hij had
besloten niet te kieskeurig in midde
len te zijn, maar niet zo, niet door
een schurkenstreek.
Dit alles vloog in een seconde door
zijn hoofd. Hü stond op. Ze kwam
naar hem toe en sloeg plotseling haar
armen om zijn hals. Het bloed steeg
hem naar de wangen. Toen drukte ze
haar lippen op zijn mond. Met een
onwillekeurige beweging wendde hij
het hoofd ruw af. Zij deed alsof ze
niets merkte, drukte een zoen op zün
voorhoofd en zei:
„We zullen een glas drinken voor
we vertrekken". Ze ging naar de kast.
nam twee grote roemers, schonk die
vol, bracht even zün glas aan haar
lippen, reikte hem dat en met hem
klinkend zei ze:
„Op het vinden van de schat, lief
ste".
Saxon's hete droge lippen smachten
naar de wün. Het was sterke oude
wijn, godendrank. Saxon zakte weer
in zün stoel. Een ogenblik wachtte
zü- Toen ging ze naar hem toe, ging
op zün knieën zitten, keek hem lang,
heel lang in de ogen, sloeg de armen
om hem heen en sprak fluisterend,
maar met nadruk:
„Liefste, kom. We gaan de schat
zoeken. Noem mij Verona".
Toen stond ze op, blies de kaarsen
uit. Het werd donker.
HOOFDSTUK XVI.
Alleen de kleine lantaarn, die nog
brandend op de tafel stond, verlichtte
nu het vertrek.
Venora deed haar mantel om, sloeg
de dichte sluier over haar hoofd, greep
met de ene hand de lantaarn, met de
andere Saxon's pols en zei:
„Kom, we gaan. Het is een lange
weg."
Saxon stond op, volgde haar. Ze lie
pen een gang door, kwamen in een
verwilderde tuin, die wondervreemd
aandeed in het ijle spookachtige maan
licht. Over een smal houten bruggetje
betraden ze een zandpad, dat door de
velden voerde en op een achterweg
uitkwam. Boven hen schitterde de
hemel vol sterren. Ofschoon de nacht
vorderde, was het nog warm. Ze lie
pen lang, heel lang door het mulle
zand. Verona sprak geen woord. Als
twee geesten schenen ze over de weg
te zweven. Hü begreep, dat ze om
Maagdenburg heen liepen."
(Wordt vervolgd.)
TE SOCIALISTISCH.
Met geweldige üver werkte Ariëns
te Enschedé. Wü kunnen er helaas niet
meer van verhalen. Hoe hü een coöpe
ratieve textielfabriek in Haaksbergen
stichtte, hoe huj stakingen hielp keren,
hoe hij zich wierp op de drankbestrij
ding, hoe hü de vuilste en ondankbaar
ste karweitjes opknapte.
Men vindt nu voor Ariëns een stand
beeld in Enschedé. Kardinaal De Jong
eert hem in het voorwoord van prof.
Broms boek als één der groten. Maar
in Ariëns dagen stond de geestehjkheid
zeer gereserveerd tegenover het werk
van de priester der arbeiders. Midden
onder zün bezigheden te Enschedé be
noemde de aartsbisschop hem tot pas
toor in het stille Gelderse dorpje Steen-
deren.
Vinden wü hier niet opnieuw een
overeenkomst met Ariëns' vriend Tal
ma? Toen de laatste zich na het minis
terschap beroepbaar stelde, vond men
hem voor Amsterdamte socialis
tisch en kwam hü in Bennebroek te
recht.
„Door de Eeuwen Trouw" contra
kol. van Santen.
Naar aanleiding van de ontboeze
mingen van kolonel van Santen, dat
alle ellende voor de Ambonezen zou
zün voorkomen, indien zü zich als
goede militairen bij de door de Ko
ningin verrichte souvereiniteitsover-
dracht hadden neergelegd en zich rus
tig hadden laten afvoeren naar het
door de R.I. bezette gebied van de
Zuid-Molukken, zegt de Stichting
„Door de Eeuwen Tïouw", o.m., dat
alle ellende naar menselijke bereke
ning alléén zou zün voorkomen, in
dien de Nederlandse regering t d i g,
d.i. voor de souvereiniteitsoverdracht,
de Ambonese ex-K-N.I.L. militairen
had afgevoerd naar de Zuid-Molukken
inplaats van hen op Java in kampen
onder te brengen.
De kwestie loopt helemaal niet over
deze souvereiniteitsoverdracht, maar
over de vernietiging van de deelsta
ten en de miskenning van het zelfbe
schikkingsrecht voor de Molukken.
houdt met het vermoedelük effect van
het gewijzigde systeem van winstvast
stelling (nader geraamd op omstreeks
f100 millioen), beloopt het totale be-
grotingsdefirit f735 millioen.
TOEVALLIGE BATEN.
Dit tekort kan voor f 530 f 580 mil
lioen worden gedekt met behulp van
een aantal toevallige baten. Aangezien
in het begrotingsjaar 1952 niet dan wel
in zeer beperkte mate op soortgelüke
extra-baten kan worden gerekend, is
volledige handhaving van de onderha
vige wetsontwerpen noodzakelük.
De slotsom van de minister is, dat de
voorgestelde fiscale maatregelen voor
het budget van de grote massa der
loontrekkenden van zo geringe beteke
nis zijn, dat daaruit redelijkerwüs geen
verdere aandrang tot loonsverhoging
kan voortvloeien.
BEZUINIGINGEN
Over de bezwaren van sommige Ka
merleden, dat tot dusver vrijwel niets
van betekenis zou zijn gedaan om het
uitgavenpeil te verlagen, dat geen en
kele overheidsbemoeiing zou zün afge
kapt, dat geen drastische vermindering
der personeelsbezetting in uitzicht
wordt gesteld en dat de bezuinigingen
in menig opzicht slechts verschuivingen
zün, zei de minister, dat het moeilük is
in concreto van gedachten te wisselen,
aangezien is nagelaten te vermelden,
wat men precies bedoeld. De resultaten
der bezuinigingen weerspiegelen zich
zowel in de begrotingsbedragen als in
de omvang van het Rükspersoneel. De
kosten van prijsbeheersings- en distri
butieapparaat, bemoeiingen met de we
deropbouw, oogstvoorziening, büzondere
rechtspleging, hulpverlening oorlogs
slachtoffers, vergoeding militaire vor
deringen zün van 1946 tot 1951 van
ruim f 960 millioen tot nog geen f 32
millioen teruggelopen. De omvang van
het burgerlijk Rijkspersoneel, excl. dat
van de militaire departementen, is in
hetzelfde tüdvak verminderd van
122.826 tot 78.289 personen.
GEDEELTELIJKE TERUGKEER.
Helaas maken de toestand van de be
talingsbalans en de internationale om
standigheden het thans niet mogelijk in
de richtingen, die de regering voor ogen
stonden, verder te gaan. Integendeel
moet rekening gehouden worden met
een gedeeltelijke terugkeer op de inge
slagen weg. In het bijzonder moet, i.v.m.
de schaarste van bepaalde grondstoffen,
voor uitgaven als die voor het prijsbe
heersings- en distributieapparaat, eer
der met een stijgende dan met een da
lende tendentie rekening worden ge
houden.
Indien de Kamer daarop prijs mocht
stellen, is de regering niettemin bereid
met een Kamer-commissie de verschil
lende taken, waarvoor begrotingscredie-
ten zün aangevraagd, aan een nadere
critische bespreking te onderwerpen.
WERKLOOSHEIDSWET.
Omtrent de datum van inwerking
treden van de Werkloosheidswet is nog
geen definitieve beslissing genomen. Bü
de raming van de ev. verminderingen
op de begroting 1951 is een voorlopige
datum van inwerkingtreden van 1 Oc-
(Ingez. mededeling, advert.!
tober 1951 aangenomen. Hierdoor zul
len de kosten, voortvloeiende uit d«
Werkloosheidswet, met f52,5 millioen
kunnen worden verminderd. Daartegen
over zal moeten worden gerekend met
de hogere bedragen, welke nodig zullen
zijn voor overbruggings-, wachtgeld- en
sociale bijstandsregelingen, waarvoor
f 36,5 millioen nodig is.
Een verhoogde opbrengst van de om
zetbelasting moet thans niet worden
gezocht in een verhoging van het alge
meen percentage, maar in een verho
ging van het tarief van de zg. weelde
belasting.
WEELDE TARIEVEN.
Bü nota van wijzigingen stelt de mi
nister voor nog enkele goederen in de
30 heffing te betrekken. Die goede
ren zün: sigaren- en slgarettenhouderf,
alsmede postpapier en correspondentie-
kaarten, één en ander voorzover teza
men met enveloppen, in dozen, étui'»,
e.d. Voorts wordt voorgesteld gasfor
nuizen, electrische fornuizen, electrisehe
wasmachines en electrische centrifuge»
voor huishoudelük gebruik, alsmede
agenda's, zakboekjes en bloc-notes i*
lederen, of met leder overtrokken band
of omslag aan het tarief van 15 te
onderwerpen.
De minister is teruggekomen op zün
voorstel, verschillende soorten leder
waren van het 15 ln het 30 ta
rief te brengen, terwijl voorts de prijs-
grens, waarboven klokken en horloge»
als weeldegoed moeten worden aange
merkt, wordt verhoogd tot f 65 resp.
f50.
Kristalsoda wordt toegevoegd aan de
lijst van geheel vrijgestelde goederen,
alsmede petroleum ln de kleinhandel.
Laat ik deze brief maar beginnen met te erkennen, dat ik me heb vergist
wat mijn voorstelling van de Amerikaanse radio betreft. Vaak heb ik beweerd,
dat hier de radio „niks" is en de reclame tussen de mooiste stukken Iets ver
schrikkelijks Met de televisie net zo: een geheel commerciële opzet en geen
kunst.
Het zou voor mü niet moeilijk zijn u precies het tegenovergestelde te be
wijzen, als u hier een paar dagen zoudt doorbrengen. Van 's morgens zeven uur
tot 's nachts drie uur zou ik op meer dan één station u de mooiste en meest
uitgezochte klassieke muziek kunnen laten horen.
Met andere woorden: het hangt er
helemaal vanaf wat men beluisteren
wil. Als ik de programma's van twee
stations, b.v. W.Q.X.R., uitgaande van
de New York Times, en W.N.Y.C., ge
ëxploiteerd door de gemeente New
York, u zou voorleggen, zoudt u geen
ander bewijs meer nodig hebben. Kos
ten of luisterbijdragen zün .er niet. De
advertenties tussen de programma's
betalen alles. Maar de W.N.Y.C. wil
geen advertenties laten horen. Wei de
New York Times-zender. Zodoende
komt het, dat het programmablad van
de New York Times maar 1 dollar
kost ln de vüf jaar. En dat van de
W.N.Y.C. 1 dollar in het jaar.
HET BACK-TO-GOD-HOUR.
Nu zullen sommigen vragenl en is
er behalve muziek ook iets van het
geestelijke leven? Dat is er zeker. De
Christelijke Gereformeerde Kerk heeft
een zgn. Back-to-God-hour, een uur,
waarin de wereld opgeroepen wordt
terug te keren tot God. Meer dan vijf
millioen mensen luisteren regelmatig
naar deze uitzending en het plan is
ook televisie in te schakelen om zo de
gaven Gods, die de wereld misbruikt,
te gebruiken tot Zün eer. Afgezien van
hetgeen ik weet uit eigen kerk, heb
ik ook gehoord, dat er heel veel luis
teraars zün, die regelmatig de radio
zetten op een station, dat allerlei we
tenschappelijke en theologische kwes
ties behandelt.
Ik wil maar zeggen: het is niet juist,
dat de radio zich hier regelt naar de
smaak van Jan Publiek. Velen zeggen
dat de radio een opvoedende, culturele
taak heeft. De smaak van de massa
moet niet bedorven worden door aller
lei zinloze muziek, en redevoeringen,
maar moet gevormd, geleid vorden
ALS DE BOEKDRUKKUNST.
In dit verband wil ik ook zeggen,
INDRUKKEN
UIT
AMERIKA
dat de televisie een reuzenstap ten
hemel en ten hel kan betekenen. Wan
neer kinderen kunnen doen met de
televisie wat ze willen,, dan I3 het
mis. Dan küken ze naar de afschuwe
lijke bokspartijen, roof- en moorddra-
ma's. Maar ook kan men met de tele
visie kunst en natuurfilms bewonde
ren. Men kan grote reizen maken en
rustig in zyn stoel zitten.
Dezer dagen is juist een groot pro
ces afgelopen tussen twee maatschap
pijen. De Ine zei: kleurentelevisie mag
je niet uitzenden, maar de ander: ik
doe het toch. En de rechter verklaar
de: je mag kleurentelevisie uitzenden.
Gevolg is, dat alle gewone televisie
apparaten de helft goedkoper zijn ge
worden en men voor honderd dollar
al een aardig apparaat heeft. Want nu
komt het kleurentelevisietoestel op de
marktl
TELEVISIE EEN GEVAAR.
Toch is televisie een gevaar. Het
boeit de aandacht zo geweldig, om
dat men hoort en ziet op hetzelfde
moment en omdat men geheel opgaat
in het gebodene. Kinderen verslappen
op school, zodra televisie in huis komt.
Van spanning kunnen ze soms niet
slapen. En de stations weten de span
ning erin te krijgen: morgen de rest
van het verhaal en dus morgen weer
zien en luisteren.
HEET
Intussen is het hier op mü'n kamer,
niet op de zonkant, met de gordijnen
dicht en de ventilator draaiend voor
Slipgevaar op de Rijksweg bij
Wouw.
A.N.W.B. vraagt maatregelen.
In de Rijksweg Breda-Roosendaal be
vindt zich ter weerszijden van Wouw
een zeer slipgevaarlijk weggedeelte. De
A.N.W.B. heeft de Rijkswaterstaat
thans met klem verzocht de nodige
maatregelen ter voorkoming van onge
vallen te nemen. Gezien het drukke
verkeer, dat van deze verbinding ge
bruik maakt, acht re Bond beveiliging
hier uitermate urgent.
Belastingaangifte moet op tijd
geschieden.
De minister van Financiën heeft de
Tweede Kamer voorgesteld te bepa
len, dat, Indien de vereiste belasting
aangifte niet is gedaan, de belasting
plichtige by aangetekende brief kan
worden aangemaand om binnen een
daarbij te stellen termijn aan deze
verplichting te voldoen. Is aan deze
aanmaning niet voldaan, dan wordt
de op te leggen aanslag verhoogd met
5 pet., doch tenminste met vijf gulden.
De Minister van Financiën vraagt ver
der in dit verband de bevoegdheid op
grond van dwaling of verschoonbaar
verzuim, kwijtschelding of verminde
ring te verlenen van de verhoging.
Rijdt en loopt met overleg,
De dood loert op de weg
Verbond voor Veilig Verkeer
me, 85 graden, 's Nachts denkt nie
mand er aan ooit een wollen deken
te nemen. Ramen wijd open en vooral
zouttabletten slikken.
Door het transpireren verliest men
veel zout en direct bij aankomst werd
ons geadviseerd zouttabletten aan te
schaffen. Per honderd kosten die een
dollar en per 1000 twee dollar vijftig.
Wie met mij corresponderen wil,
kan dit doen met vermelding van de
naam van dit blad. Mijn adres is: Rev.
Dr A. H. Ousoren, 310 Hudson Street,
Hoboken, New Jersey, U.S.A.
Hoboken. Dr A. H. OUSSOREN.