Van Hansweert naar Wemeldinge rond Walcheren* Haar avontuur Militair vermogen maatstaf voor beleid* 's Nachts over de Wester-Schelde* Propaganda-avond Stichting „Het vierde Prinsenkind" te Zierikzee* PUROL geneest huid- en handwondjes; voorkomt infectie Zeeuwse Chr* Bakkers hielden jaar vergadering te Middelburg* Gereformeerde Bond pessimistisch „Verwend door de kerkorde van 1816". Veere heeft grote plannen voor het zomerseizoen. Zaterdag 21 April 1951 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 Op kruistocht door de Zeeuwse wateren. II. Zoals wy ln het vorige artikel schreven, kwamen wy des avonds met de R.P. 4, na een kruistocht over de Oost er-Schelde via Wemeldinge en het ka naal door Zuid-Beveland,-in Hansweert aan. Vandaar vertrokken wy om on geveer 11 uur met bestemming Vlissingen. Dat betekende dus een nachtelijke tocht over de Wester-Schelde. In Hansweert werd met de Rijks- kracht vooruit en de gevolgen voor jou! politie te water, de Rijkswaterstaat en hei Loodswezen contact opgenomen over dienstzaken. Hierdoor en door an dere oorzaken werd het ongeveer 11 uur voordat de R.P. 4 zee kon kiezen. Varen bij donker heeft een speciale bekoring. Vooral over een drukbevaren route als de Wester-Schelde. Overal om ons heen het donkere water, met daar op de lichten van schepen, van steden en dorpen op de wal en daarbij de wis selende stralenbundels van vuurtorens in de verte. Dat alles schiep een sfeer van intieme afgeslotenheid in de stuur- stelling. Van daaruit blikten geoefende ogen in het duister van de nacht, die als een zwart kleed over water en land lag uitgestrekt Af en toe zwaaide het zoeklicht voor op' de R.P. 4 over het water om te zien, of zich in de omgeving ook ongewenste dingen voordeden. In de verte flitsten de vuurtoren lichten van Westkapelle, Westenschou- wen en Goeree. Hoedekenskerke, Ter- neuzen en ook Vlissingen waren zicht baar als een verzameling lichtjes. Bors- sele was kenbaar aan het wisselende groen-wit-rode licht op de wal. Af en toe passeerde een zeeschip, kenbaar aan de vijf lichten. Op de rede voor Vlis singen was een aantal schepen voor an ker gegaan en ook deze waren verlicht. In Vlissingen zocht de R.P. 4 .een plaatsje in de buitenhaven. Juist, toen was vastgelegd, klonk motorgeronk; een rivierventersvaartuig bleek naast de R.P. 4 te willen meren. Natuurlijk was daar niets op tegen. Integendeel, met grote gastvrijheid werd de stuurman binnengeroepen. Hij bleek dubbel in overtreding te zijn en werd gehonoreerd met een dubbele „bon"; hij mocht n.l. met zijn vaartuig niet varen tussen één uur na zonsondergang en voor één uur voor zonsopgang, terwijl hij bovendien een vergunning miste. Sneu voor hem, dat hij zo in het hol van de leeuw te recht kwam. DE NOORDZEE OP. Woensdagmorgen ging de R.P. 4 by prachtig voorjaarsweer de Noordzee op. Een vriendelijk zonnetje bescheen de golven, die nog wat roerig waren van de wind van de vorige dag. De schepen, die toen voor een groot gedeelte voor de kant waren gebleven, hadden nu al vroeg ruimer water opgezocht. Overal aan de einder waren rookpluimen en zeilen zichtbaar. Door de kijker was de Noor, die Dinsdags voor Zeebrugge was vastgeraakt, duidelijk te zien. Voor Walcheren langs ging 't naar 't Noorden, De vissers, die druk bezig waren, groet ten opgewekt. Scherp werd naar alle kanten, zowel naar zee- als naar land zijde uitgekeken naar ongerechtigheden. Niet, dat men die zo direct uit de verte herkent, maar wel kan men zien, of iets ongerijmd is of niet. Zo werd b.v. eens een bepaald soort schip ontdekt in één der zeegaten, dat daar logisch gespro ken niet hoorde. Klaarblijkelijk lag het op beter weer te wachten. Men nam eens een kijkje aan boord en toen bleek dat het geheel voor veevervoer was in gericht; er was een gehele kudde koeien aan boord, bestemd voor frauduleuze uitvoer. Vanzelfsprekend ging deze ex port niet door. Voor de Walcherse kust schommelde de boot nog behoorlijk overdwars. Onwillekeurig kwamen de verhalen dan los van toen het nog veel harder waaide en men het nog veel zwaarder had te verduren. Dat was b.v. die winter enkele jaren geleden, toen men het toezicht had op de haringvis serij, een eind voor de kust op de Noordzee. Het was wenselijk gebleken, dat daar politietoezicht bij was; anders gold het recht van de sterkste. Een ty perend voorval wat dit betreft was het volgende. De visser van een grote Bel gische boot had een gedeelte van de netten met de buit van een nacht vis sen van een Urker binnengehaald, af gesneden en zich toegeëigend. De Urker, die over een stalen boot beschikte, ter wijl de Belg een houten had, had al gauw door, waar zijn eigendom was ge bleven. Hij besloot het niet te nemen en omdat vriendelijke verzoeken geen resultaat opleverden, zette hij zijn sta len voorsteven tegen de houten huid van de Belg en stelde toen het ultima tum: Hier mijn vis of anders met volle Dat riskeerde de Belg niet: de vis er. het net gingen over! Om orde en regel op zaken te stellen deed de politieboot zolang de haringvloot voor de Zeeuwse kust viste dienst in de nabijheid. Bo vendien bracht de R.P. 4 zo nodig spoed- boodschappen over naar de vissers, die niet over radio beschikten. De politie stond via de mobilofoon steeds in con tact met de vaste waL DE OOSTER-SCHELDE WEER OP. De Walcherse duinen, evenals die van Noord-Beveland, waren inmiddels weer uit het gezicht verdwenen en we voe ren de Roompot weer in. Met het ge wapende en ongewapende oog wordt het water en de oever afgezocht. Niets echter leende zich voor een bijzonder onderzoek. Ook de wal wordt scherp afgespeurd, want alles wat zich op of bij het water afspeelt Interesseert de R.P. te water. Vaak is een onderzoek van de politie te water voor een groot gedeelte re cherchewerk. Zo kwam het b.v. eens voor, dat in Wemeldinge van een han delaar aan de waterkant een flinke hoe veelheid materialen werd gestolen. Men ging eens na, wie zoal de dader zou kunnen zijn en al spoedig rees verden king tegen een schippersknecht, die in de bewuste nacht voorbij was gekomen. In Holland slaagde men erin hem op een schip aan te houden en de politie mannen, die zich direct op de motor daarheen hadden begeven, vonden op het schip wat spullen, die nieuw voed sel aan hun verdenking gaven. De knecht werd voor alle zekerheid mee genomen en in Wemeldinge in een cel gehuisvest. Later, toen de scheepsla ding werd gelost, kwam van onder een cementlading de hele voorraad gestolen goederen te voorschijn. Op een andere keer werd in de ha ven van het Zljpe een vissersboot ont dekt op een tijdstip, dat die er niet kon zijn. Dat wekte verdenking. Tegen het vallen van de avond namen een paar politiemannen vanaf de wal nog eens onopvallend een kijkje. Wat zij toen zagen was zeer bezwarend voor de vis ser. Hij nam n.l. juist een hoeveelheid kolen over van een daar gemeerd schip. Met de politieboot, die natuurlijk in de buurt was, werd de overtreder aange houden. Hij bleek een flinke lading ge stolen kolen aan boord te hebben. Van zelfsprekend had dit muisje een lelijk staartje, en voor de visser, die als heler optrad en voor de schipper van de boot, die de kolen stal van zijn rederij. Hier mee werd een einde gemaakt aan een spelletje, dat de visser reeds verschei dene jaren had gespeeld en dat hem vooral in de oorlog grof geld had opge bracht. In de Ooster-Schelde bleek dat een schip zich btiiten de vaargeul had ge waagd. Als gevolg daarvan zat het op het hoogste puntje van een zandplaat te wachten op vloed. In de vaargeul was het verder een drukte van belang. De schippers moes ten blijkbaar een verloren dag inhalen. Onderwijl was de dag weer voor het grootste gedeelte voorbij en vielen we de sluizen van Wemeldinge binnen. Dat betekende het einde van een prettige tweedaagse tocht, die zeer verhelderend werkte wat betreft het werk van de Rijkspolitie te water. In een slotartikel zuKen we nog wat vertellen van de tocht, met de R.P. 4 op onderzoek naar een verdwenen gas- boei. (i.'K.er. mededeling, advert Onder auspiciën van de afdeling Schouwen en Duiveland van de Ned. Bond van Plattelandsvrouwen is in het Ned. Herv. verenigingsgebouw een pro- paganda-byeenkomst gehouden voor de Stichting „Het Vierde Prinsenkind". Vele vrouwenverenigingen en -organi saties waren uitgenodigd. Mevr. L. Le- gemate-Lemson opende de bijeenkomst met een woord van welkom speciaal tot de heren F. Hofstra, secretaris der Stichting en W. Vogels, ambtenaar bij het departement van Economische Za ken, beide uit Dordrecht die deze avond het woord hebben gevoerd. Door de heer C. O. J. Hendrikse werd nog een propagandistisch woord gespro ken voor de op te richten „Zeeuwse Volkshogeschool" waarvoor op 9 Juni a.s. te Zierikzee een vergadering zal worden gehouden. Spr. deelde nog mede dat de eigenaresse van het slot „Haam stede" welwillend haar slot voor dit doel ter beschikking heeft gesteld, over welk aanbod nog moet worden beslist. Hierna kwam de heer Hofstra aan het woord die op duidelijke wijze het doel der Stichting uiteenzette, n.l. de hulpverlening van de overheid aan oor logsweduwen en wezen en andere slachtoffers, welke hoofdzakelijk wel van materiële aard is, maar ook morele steun, om deze mensen en kinderen enige levensvreugde te bieden. De Stichting krijgt veel steun, ook van de Bond van Ned. Plattelandsvrou- vlotte samenwerking plaats met de overheid. In 1948 werd begonnen met een kamp voor invalide kinderen, waar van de heer Vogels aardige bijzonder heden vertelde, o.a. dat het kamptotem, de pop Nora, in 1950 door het Zierikzee- se deelneemstertje Matthy van de Wek ken mocht worden meegenomen. In de pauze werd thee met gebak ten bate van de Stichting verkocht en enkele andere artikelen verkocht. In enige films werd een duidelijk beeld gegeven van de kampen. De heer Hofstra dankte de Bond van Platte landsvrouwen voor de medewerking, waarna mevr. Legemate de bijeenkomst sloot met een opwekkend woord voor de Stichting in welks bestuur o.a. het lid van Ged. Staten, de heer A. Schout, zitting heeft, en wiens giro no. 477800 is. Ocsterexport loopt af. De verzending van oesters naar En geland is beter dan midden in het sei zoen. Zo gingen Dinsdag j.l. nog 7000 stuks weg. Er zijn weinig oesters meer en de aanvoer is ook zeer gering. Naar België gaan geregeld nog wat oesters, zodat men wel kan rekenen op een goed half millioen in April. Waren er meer oesters, dan gingen er meer weg. De voorraden in de put ten en op de percelen zijn geruimd, wen en de U.V.V. Hierdoor heeft er een een enkele uitgezonderd. (Ingez. mededeling, advert.) FEUILLETON door G. P. BAKKER. 73) HOOFDSTUK XXV. Reeds de volgende dag reed Saxon met zijn ruiters naar Ziesar en Zerbst. Hij was de strijd met het kei zerlijke leger begonnen. Melchior en een twintigtal ruiters, onder wie wachtmeester Jörgen, voegden zich bij hem. Hij werd de adjudant van de overste en Wol! werd uit de Oude Herberg gehaald om zijn plaats als regimentshond te lernemen. Nu begon een leven van vechten en avonturen op de landwegen en in de wouden. Saxon liet de werftrommels slaan en velen meldden zich aan. Zijn regiment werd een keurcorps. Allen waren stoutmoedige ruiters, die voor niets terugdeinsden. Overal vie len zij de keizerlijke troepen aan en zij troffen een goede tijd. Bijna alle boerderijen in het sticht waren ver brand en verwoest. Van alle zijden moesten Tilly en Von Pappenheim proviand laten aanvoeren. Onder de veroverde veste werden nog steeds kostbaarheden, goud en zilver opge graven, waarmee het voedsel betaaid werd. Saxon's ruiters maakten veel buit. Zij lichtte de convooien op en veroverden paarden, vee en graan. On der Wallenstein had de overste veel .eleerd. Hij was een geslepen graan- mdelaar. Inkoopprijzen had hij met te betalen, dat liet hij de opkopers van zijn vijanden doen. En Saxon zelf? Hij vocht om te doden, te doden de pijn in zijn hart, te vergeten het beeld van Marion, dat hem steeds voor ogen zweefde, de lie felijke gestalte, die hem dag en nacht vervolgde, de tedere zachte blik, die hem deed ineenkrimpen van verlangen. Zijn daden -werden steeds koener, zijn buit en rijkdommen groter. Hij was altijd een der dappersten geweest, maar nu grensde zijn onverschrok kenheid aan het ongelofelijke. Zijn roem ging wijd uit over de Duitse lan den en de wonderbaarlijkste daden werden van hem en de zijnen ver haald. Hij werd vereerd als een held en een redder. Van alle zijden kwamen vrijwilli- gers bij hopen aanstromen op het ge roffel van zijn werftrommels. Oua- gedienden en jonge kerels. Want al hadden de weifelende keurvorsten nog geen besluit genomen, aan welke zijde zij zich zouden scharen, tal van moedige, ondernemende mannen, diep getroffen door het lot der oude protestantse veste en bevreesd voir de uitroeiing van htm geloof, grepen naar de wapens. En het waren wan hopige tijden. De boeren hadden nieis te zaaien, de handwerklieden niets te vervaardigen, de kooplieden niets ie verhandelen. In geen drie eeuwen was het zo slecht geweest en elke veran dering kon slechts verbetering bren gen. Ellendiger zou de toestand nooit kunnen worden in deze streken. Velen, die door eigen schuld of die van anderen naar de zelfkant van het leven waren afgegleden, boeren en burgers, werden soldaat, zochten brood en vergetelheid. Maar Saxon nam alleen de aller- besten en weldra was het een grote eer onder hem te mogen dienen. Als Saxon 's avonds in zijn kwar tier teruggekeerd was en met zijn of ficieren de gebeurtenissen der laatste dagen besprak of de mogelijkheid voor een nieuwe onderneming over legde, kyvam voor een korte tijd zijn oude vrolijkheid terug. Dan ging de jongste vaandrig ijverig rond om de roemers te vullen, dan glansden de ogen, dan doorleefden zij opnieuw de dikwijls al te stoutmoedige avontu ren. „Het geluk is bijna altijd onze krijgs- kameraad", beweerde Von Holm. „Veroorloof mij, overste, drie malen af te kloppen", en hij sloeg drie keer met de knop van zijn zwaard op de tafel om de boze geesten de gelegen heid te ontnemen misbruik te maken van zijn onvoorzichtige verklaring. „Schijnbaar toevallige omstandighe den wijzen ons dikwijls de juiste weg Toen we gisteren de grote transport hebben buit gemaakt en naar het kamp terugreden, meer gelijkende op veehouders dan op Saxon's ruiters, pa ee.de ik de plaats, waar 's mor gens in het bos een boer stond te graven. Hij had ons de inlichtingen verschaft, die ons de Pappenheimers deed ontmoeten. Ik sprong van het paard. Geen enkele reden was er te bespeuren, waarom die vriend daar 's morgens stond te graven.' „Zo gaat het altijd", antwoordde een der andere Zweedse officieren. „Als ik 'n boer, 'n koopman of een zwerver tegenkom, denk ik reeds: Zeker een vriend, die mij de een of andere waardevolle aanwijzing kan geven en bijna altijd komt het uit." (Wordt vervolgd.) De gehele week heeft nog v.eeigalmd van reacties op het ontslag van de gro te MacArthur. Zelfs zijn tegenstanders bleken wel zo onder de indruk van zijn enorme verdiensten, dat zij hem volop de lof gaven, die hem als militair inder daad toekomt. Als militair en ook trou wens als bestuurder van bezet Japan. Wel zelden zal het zijn voorgekomen, dat een „bezetter" met zoveel betoon van dankbaarheid uitgeleide werd ge daan als Douglas MacArthur door de 500.000 Japanners, die van zijn vertrek getuige waren. Intussen was het stellig niet alleen bewondering voor de grote figuur, die het motief was van tal van waarderen de uitspraken voor zijn persoon en poli tiek. De republikeinse partij, die na het aftreden van Hoover in 1932 de presi dentszetel niet meer heeft weten te bezetten, ziet in de populaire Mac Arthur een prachtig instrument om in 1952 eindelijk weer eens aan de macht te geraken. En zo kon men dan ook beleven, dat vooraan staande republikeinse leiders het door de generaal voorgestane buitenlandse beleid steunden met argumenten, die kant noch wal wal raakten, maar onge twijfeld een diepe indruk maakten op het goedgelovige Amerikaanse publiek. MacArthurs terugkeer in zijn vader land werd temidden van deze politieke beroering een ongeëvenaarde zegetocht, die hij bekroonde met een grootse toe spraak tot de volksvertegenwoordiging te Washington, die ondanks het feit, dat zij weinig nieuws bevatte, de toe hoorders sterk aangreep. Tegen het kernpunt van het betoog van zijn tegenstanders: dat Amerika momenteel nog niet in staat is een we reldoorlog op twee fronten te voeren, wist de generaal inmiddels niets anders in te brengen dan dat hij zich geen groter defaitisme kon indenken. Geen sterk argument, vooral niet wanneer men weet, dat MacArthur op het einde van 1941 een soortgelijk optimisme ten toon spreidde t.a.v. Amerika's vermogen om de Japanners van het begin af aan tegen te houden. Een optimisme, dat toen wel volkomen is beschaamd. Veel opzien baarde MacArthurs be wering, dat de stafchefs het met zijn opvattingen (blokkade van China, uit voering van luchtverkenningen boven dat land en gebruik van de troepen van Tsjang Kai Sjek) geheel eens waren. Temeer, omdat de voorzitter van de commissie van stafchefs, de beroemde generaal Omar Bradley, MacArthurs visie juist dezer dagen fel had bestre den en de volkomen gezonde stelling had verkondigd, dat de buitenlandse politiek gebaseerd behoorde te zijn op het mili tair vermogen. De tegenstelling tussen Truman c.s. en de ontslagen generaal houdt intussen niet in, dat de Amerikaanse regering nu geheel dezelfde gedragslijn zou wil len volgen als Groot-Brittannië en vele andere leden van de Verenigde Naties. Zij zou dat niet kunnen: daarvoor is de oppositie in eigen land te sterk. Maar ook zelf gaf zij duidelijk blijk daarvoor niets te voelen: Geen beloning van de aggressors, sprak Truman nog deze week. Dat wil zeggen: geen afstand van Formosa, geen deelneming van rood-China aan de vredesbesprekingen met Japan en evenmin een lidmaatschap van dit land van de Verenigde Naties. Het ziet er naar uit, dat Truman en de zijnen vastbesloten zijn een politiek te voeren, die zowel krachtig is (anders dan de Britse) weloverwogen (anders dan die door MacArthur bepleit). Terwijl de grootste Westerse mogend heid verscheurd werd door een intern conflict over de wijze van oorlogvoering in Oost-Azië kwam steeds meer de drei ging naar voren van het ontstaan van een nieuw front in Zuid-Azië, in het Perzische oliegebied. .De stakingen uit gebroken na het besluit tot nationali satie van de Anglo-Iraanse petroleum- maatschappij breidden zich uit, 's we relds grootste raffinaderij te Abadan aan de Perzische Golf moest gesloten worden, ongeregeldheden braken uit, die ook aan enkele Engelsen het leven KORTE ClOERELDKR0HiEK kostten, de staat van beleg over het ge bied werd afgekondigd en de Britse re gering zond enkele oorlogsschepen. In tussen spoorde Amerika Engeland aan tot het aanvaarden van een compromis (juist omgekeerd dus dan In het Verre Oosten), waarby althans de leveranties van petroleum aan het Westen zouden worden gehandhaafd. Ook de Perzische regering schy'nt wel tot een schikking geneigd, maar haar positie tegenover het binnenlandse communisme is niet al te sterk. Het blijft dan ook een span nende vraag, welke afloop dit conflict zal hebben. Het beste nieuws kwam deze week nog uit Europa, waar het plan-Schu- man, nadat het de vorige maand was geparafeerd, thans na oplossing van de „politieke" punten ervan, door de mi nisters van Buitenlandse Zaken der zes deelnemende landen, Frankrijk, Italië, West-Duitsland, België, Nederland en Luxemburg, werd ondertekend. Over de samenstelling der gezagsorganen van de Europese gemeenschap voor kolen en staal is men liet nu dus ook eens ge worden. De Hoge Autoriteit zal 9 leden tellen, een aantal dat opzetteiyk ver schilt van dat der deelnemende landen om duidehjk te laten uitkomen, dat men hier met een boven-nationaal orgaan te doen heeft, dat zijn orders niet ont vangt van de diverse regeringen. Deze zün nog wel direct vertegenwoordigd in de speciale raad van ministers. Dei de orgaan is de parlementaire assemblée, waarin Frankrijk, West-Duitsland en Italië elk door 18, Nederland en België elk door 10 en Luxemburg door 4 leden vertegenwoordigd zün. Met deze ondertekening is op éfti na de laatste stap ter verwezenlijking van het plan gezet. Thans moet nog de rati ficatie volgen in de verschillende parle menten. Vooral in West-Duitsland, waar de sociaal-democraten in felle oppositie zijn tegen het plan, zal dit nog wel wat voeten in aarde hebben. (Ingez. mededeling, advert. I MET WAARDEBON VOOR GOAl VOETBALFOTO Verhoging van broodprijs al lang te niet gedaan* Donderdagmiddag werd in het Chr. Militair Tehuis te Middelburg de jaar vergadering gehouden van het Gewest Zeeland van de Bond van Chr. Bakkers patroons. In zyn openingswoord zei de voor zitter, de heer C. Douw te Oudelande, dat het jaar 1950 tot dankbaarheid stemde, ondanks de vele moeilükheden. De heer F. Ovaa te Vlissingen, secre taris, bracht het jaarverslag. Hg moest constateren dat de kortelings verhoogde broodprys geen verbetering van de be- dryfsuitkomsten ten gevolge heeft ge had. De meerdere inkomsten door deze verhoging zün n.l. al weer teniet gedaan door de verhoging der lonen en prijzen. Het financiële jaaroverzicht van de penningmeester, de heer B. v. d. Ende te Middelburg, sloot met een batig saldo van f 155,57. Besloten werd een bedrag van f 50 ter beschikking te stellen van het Bondsbestuur ter delging van het tekort. By de bestuursverkiezing werd de voorzitter, de heer Douw, herkozen. Door de afdeling Schouwen en Duive land zal een bestuurslid worden aange wezen. Tenslotte werd besloten in de tweede helfé van Juni een reis te ma ken naar de Gist- en Spiritusfabriek te (Van onze Utrechtse correspondent) „wy staan op 1 Mei onder een kerkorde, die door ons onaanvaardbaar wordt geacht. Dit betekent: een bron van conflicten. Voor de positie van de Gereformeerde Bond is dit van groot belang in de toekomst. Het zal ons moeten dryven tot bezinning". Deze woorden sprak prof. dr 3. Severyn voorzitter van de Gereformeerde Bond tot verdediging en verbreiding van de waarheid in de Ned. Herv. Kerk, in de te Utrecht gehouden jaarvergadering van deze organisatie. „Ik wil geen conclusies trekken uit sommige uitingen van voorstanders dei- kerkorde", ging prof. Severyn voort; „die uitingen schynen alleen maar te wijzen op conformeren of vertrekken!" „Wy roepen onze mensen op tot kal me bezinning en tot gemeenschappelyk overleg. Wy delen niet de mening van hen, die vinden, dat er niet zoveel zal veranderen, aangezien er al zoveel ver anderd is. De Gereformeerde Bond had principiële bezwaren tegen de kerkorde en gaf daarom aan de synode te kennen, dat hy deze orde onaanvaardbaar acht te", Deze bezwaren zyn niet weggenomen, integendeel, ze zyn op enkele punten vermeerderd. Ziende op de ontwikke ling der dingen, is er geen reden om aan te nemen, dat de positie van de Ge reformeerde Bond een veelbelovende kan zyn. „Wy zyn verwend door de kerkorde van 1816, die ruimte gaf voor vrijheid", zei prof. Severyn. „Er is alle reden tot pessimisme. Het karakter van de Ned. Herv. Kerk wordt door de nieuwe kerk orde grondig veranderd. Als de heer* sende geest (samengaan van nieuwe koers, confessionelen en vrijzinnigen) in de Kerk blyft zegevieren, dan zal deze verandering zich steeds sterker open baren". „Ons blyft slechts over", concludeer de prof. Severyn, „het geloof. God geve ons getrouwheid om staande te blyven temidden der tegenheden". WERK VOORTZETTEN. Aangezien het heden 45 jaar geleden is, dat de Gereformeerde Bond werd op gericht, waagde prof. Severyn zich aan een terugblik. De voormannen van 1906 hebben het herstel van de Gereformeerde Kerk voor ogen gehad. Zy stelden zich met de op richting van de Bond voor ogen om bin nen de Herv. Kerk te bereiken wat an deren in 1886 buiten de Herv. Kerk hadden gezocht. Uit vrees voor doleantie legden de voormannen van 1906 vast, dat zy de verbreiding en verdediging van de waat- heid in de Ned. Herv. wilden. Sinds 1906 is er har/d gewerkt om deze bedoeling te verwezenlyken. Prof. Severyn gaf een opsomming, waarin hy eerst het studiefonds ten behoeve van theologische studenten noemde. Het getal der gemeenten, waar de Ge reformeerde prediking wordt gehoord, is toegenomen. Het aantal predikants plaatsen onderging vermeerdering. Ge meenten, die de Gereformeerde predi king niet hadden, aldus prof. Severyn, roepen nu onze hulp in om deze predi king te verkrijgen. Wy hebben echter geen predikanten en candidaten genoeg om in eigen, vacatures te voorzien. Ons werk is nog niet af, verklaarde de hoogleraar. Met waardering maakte hy melding van de activiteit van de vol- yverige secretaris, ds "J. J. Timmer te Nieuvverkerk aan de IJssel. Door zyn arbeid bereikte het orgaan „De Waar heidsvriend" een hoger abonnementen tal dan het ooit had. Het aantal plaat- selyke afdelingen werd uitgebreid. In de Bond openbaarde zich veel meer eensgezindheid en gemeenschap dan wel eens het geval was. Al mogen we niet ontkennen, dat enige predikanten de band met ons hebben verbroken. Ds H. Bout te Amersfoort refereerde na de rede van prof. Severyn over de zin van belydenis en belyden. Veel aan wezigen wisselden met ds Bout van ge dachten over dit onderwerp. Delft. Een deel der kosten van dezs reis komt voor rekening van het Ge west, omdat men i.v.m. het 12li-jarig bestaan van het Gewest geen feest avond kan organiseren. REDE DE HEER ZUIDHOF. De Bondssecretaris, de heer Zuidhof, hield vervolgens een rede, waarin hy de hedendaagse problemen der bakkers en van de middenstand In het algemeen besprak. Ook de heer Zuidhof begon met te zeggen, dat de verhoging der broodprijzen voor de bakkers nog geen reden was tot juichen. Het enige feit, waarom hy wilde juichen, was, dat de stelling van de minister, die de winst op het volksbrood uitschakelde met de mededeling, dat men het maar uit de byproducten moest halen, is doorbroken. De Bondssecretaris was van mening, dat het loon van de werknemers in de voedingsmiddelenbranche nog steeds aan de lage kant is, terwyl. ook de so ciale voorwaarden nog niet zyn zoals by andere bedrijven. Nogmaals wyzend op de broodprysverhoging met één cent, zei de heer Zuidhof, dat die cent al lang weer weg is, omdat het loon met Yi cent de brandstoffen met cent en de gist eveneens met 14 cent per brood geste gen is. De broodpryzen zyn in de sfeer van de politieke beïnvloeding terecht gekomen. De heer Zuidhof herinnerde eraan, hoe de minister nu heeft gekozen voor een scherpe controle op de uit voering der pryzenmargebeschikking. Hy noemde deze schikking een onding en zei, dat 38 procent der middenstan ders een winst maakt van f 2500 of minder, terwyl 40 procent een winst heeft van f 2500 tot f 5000. Hierby moet echter bedacht worden, dat d» werknemer daarvan nog ev. sociale ver zekering moet betalen en alle verder» risico's op zich neemt. De Bondssecretaris bepleitte een in krimping van het assortiment, ivaarn» hy meedeelde, dat men na langdurig overleg de beslissing heeft moeten ne men de leden te adviseren een vacantie- toeslag aan het personeel uit te beta len. De kinderbijslag voor kleine zelf standigen noemde de heer Zuidhof „ge maskerde" armenzorg. Hy kantte zich tegen verdere overheidsbemoeiing en waarschuwde ervoor, dat de P.v.d.A. doelbewust dryft naar socialisatie. Na beantwoording van diverse vragen sloot de heer Zuidhof de vergadering met dankgebed. Donderdag a.s. om 2 uur zal de ge meenteraad van Wissekerke vergaderen, op de agenda staat o.a. een voorstel tot het verlenen van een bydrage aan de gemeentebode in de kosten van aan schaf van een bromfiets. Als nu de vreemdelingen maar komen willen* Veere mag dan een dode stad worden genoemd, ln de zomermaanden als tal van vreemdelingen door het oude stad je dwalen, is het aan het Veerse gat allerminst dood. Veere moet het in de zomermaanden van de vreemdelingen hebben. Dat heeft men goed gezien. Er staan daarom voor het a.s. zomersei zoen een aantal attracties op het pro gramma, die meer nog dan andere ja ren vele vreemdelingen zullen trekken. Om te beginnen is er op 30 Juni a.s. een muziekfestival, waaraan een aan tal muziekcorpsen uit de omtrek zal aan deelnemen. Een ander geluid, dat men gaarne in Veere hoort en dat een aantrekkingskracht van dp eerste orde is gebleken, is het carillon. Op Zater dagavond, als de stadsbeiaardier, de heer Jan Kwist concerten geeft, is de belangstelling steeds groot. Natuurlyk zullen de carillonconcerten ook deze zo mer weer worden gegeven. ZEILWEDSTRIJD. Een ongedachte attractie wordt de grote zeilwedstrijd, die op 28 Juli zal worden gehouden ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Kon. Roei en Zeilvereniging „De Maas" te Rotter dam, waarvan de finish in Veere zal zyn. De vereniging heeft een depen dance in de Campveerse Toren. Tal van belangstellenden zullen deze dag onge- twyfeld naar Veere trekken om het strijd toch altyd weer oplevert, te aan schouwen. OPENLUCHTSPEL. De Veerse Ringrijdersvereniging is voornemens om eveneens op 28 Juli een ringrydery te houden, terwyl er verder plannen bestaan om eindelyk het open luchtspel doorgang te doen vinden. Of dit openluchtspel zal kunnen worden opgevoerd hangt echter geheel af van de financiële regelingen, die getroffen moeten worden. Tenslotte zal, zoals reeds eerder werd bekend gemaakt, op 30 Juni, de dag van het muziekfestival, de grote ringrijdery worden gehouden, waarby de kam pioenstitel van Walcheren op het spel staat. Reis van Prins Bemhard loopt ten einde. Na zijn bezoek van een week aan Chili is Prins Bernhard Donderdag over de Andes gevlogen op weg naar Bariloche in het Argentijnse meren - district, waar hy Donderdagavond zou aankomen. Na een kort verblijf aldaar zal de Prins een bezoek brengen aan Babia Blanca en aan de kolonie van Neder landse landbouwers te Tres Arroyos. Naar men verwacht zal de Prins op 26 April per vliegtuig uit 3uenos boeiende schouwspel, dat een zeilwed- Aires naar Nederland vertrekken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1951 | | pagina 3