FILO FOP
Bif ons thuis
Zeldzame Plant
Om
Spreken de stenen?
en de
hatotilLMad
(fb&m, motten en vteectnu,L&en.
Vrijdag 19 Januari 1951
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 4
je vacantie gehad. Het beste ver
der. Wlm van de P, te Middel-
borg. Jammer hé, dat het tochtje
naar S. nu niet kon doorgaan?
Dan maar hopen op de Paasva-
cantie. Wanneer ben je jarig?
Ben je nu weer beter? Ik hoop
van wel. Ineke M. te Klevergkerke
Ja, al onze nichtjes en neefjes
hadden veel te schrijven deze
keer. Maar het was ook vacantie,
waarin je veel ty'd had. Alle brie
ven bij elkaar zijn haast een boek
geworden. Krijg jij er ook zoveel?
Maatje K. te Bruinisse. Ik geloof,
dat jij de eerste uit Bruinisse
bent, die ik in onze familiekring
krijg. Dat is leuk, nu kun je me
van alles eens vertellen van jul
lie plaats. Leuntje van der M. te
Wlssenkerke. Je bent ook harte
lijk welkom in onze raadselfamilie
hoor. Vertel maar eens wat van
je zelf. Ga je graag naar school
en in welke klas zit je? Wlm J.
te Middelburg. Jij hoort wel onder
de jongste inzenders van de wed
strijd, kranig hoor. Job F. te Le-
wedorp. Ja zeker ben je welkom
bij ons. Het is aardig als je van
de andere nichtjes en neven er
«tl wat van kent. Dat hoort ook zo
in de familie, hé? Ik heb ook
heerlijke dagen gehad in de kerst-
vacantie net als jij. Fijn, dat je
het kerstnummer van ons Week
end zo mooi vond. Bofte jij even
met zo'n fijne glijbaan vlak voor
de deur. Nee ik heb in huis niet
zo'n grote kring, als jij. Jij bent
dan wol gelukkig. Wees er steeds
maar blij mee. Hoe was Jan's
verjaardag? .Sneeuwklokje te
WolfaiirUdijk. Wat een mooi rap
port heb jij. Alleen als het zo
mooi is, moet je steeds dubbel je
best doen om het zo mooi te hou
den, hé? Hoe staat het met het
schortje? Je bent een geluksvogel
om zo'n leuke bruiloft mee te
maken. Zeemeeuw te Axel. Har
telijk dank voor die mooie kaart.
Het was zo gezellig zoveel pracht-
kaarlen te ontvangen. Ik bewaar
ze allemaal. Lauw van de V. tc
Aagtckorke. Wel jongen, wat kun
jc beter doen dan je vader hel
pen? Wat zal vader blij zijn ge
weest dat jij het nu deed, nu hij
alleen was. En heeft het zusje
nu ook moeder geholpen? Dat zou
mooi zijn. Dlcntje K. te Wolfaarts-
dijk. Ik heb nog een nichtje in
onze familie, die heet precies als
jij. Is dat ook echte familie van
je? Als jc zoveel broertjes en
zusjes hebt, wel dan kun je wel
een boek vol schrijven, zou ik zo
denken. Hoe oud is de oudste en
hoeveel jaar is de jongste? P. J.
te Anna Jaoobnpoldor. Het is best
dat je met ons meedoet. Je kunt
gezellig brieven schrijven. Waar
om kies je geen schuilnaam? Doe
je zieke zus maar de groeten van
mij. Fijn dat er nu toch verbete
ring komt. Ik kan me zo goed
begrijpen, hoe blij jullie daar al-
126. „Hm.... wat zeg je daar jongmens?" vroeg Dr Spriet.
„Vallen we naar beneden? O, ik zie het al! Juist! Ginds houdt
de rivier op of liever gezegd, zij gaat daar over in een water
val.... Als wij zo blijven drijven, denk ik inderdaad dat we
zullen vallen
„Laten we toch iets doen, Dr Spriet", schreeuwde Filo, „er
moet toch iets gebeuren!...."
„Juist, jongmens", zei Dr Spriet, „dat is ferme taal!"
Tegelijk pakte hij zijn touw, maakte er een lus in en wierp
die bliksemsnel om een dun, taai boompje, dat op de oever stond,
terwijl Filo het andere eind van het touw vastbond aan de tak,
waarop zij zich bevonden. De stroom werd langzamerhand ster
ker en onze vrienden werden hoe langer hoe sneller naar de
waterval gezogen.
Nu braken angstige ogenblikken aan! Met en flinke vaart ging
de tak op de waterval af. Filo kneep zijn ogen dichtZou
het touw lang genoeg zijn?Hij voelde een schok en toen
hij zijn ogen weer open deed, zag hij dat de tak stil lag
op het uiterste randje van de watervalen dat het touw
helemaal gespannen stond.... Als dat maar goed afliep
Redacteur: H. M. Slabbekoorn, Oostsingel 60a, Goes.
Uit de competitie.
Wit E. A. Schuitema, D.I.D.,
Goes.
Zwart: C. van Liere, Kapelle.
1. 34—30 20—25. 2. 32—28
,.X.. 3. X30 19—24. 4 .X -*
X 5. X28 17—21. 6. 44—39
21—26. 7. 50—44 ..X.. 8. ,.x32
11—17. 9. 46—41 17—21. 10. 41—
lemaal mee bent. Chris V. te
Middelburg. Behalve de oplossin
gen, schreef je me niet veel
nieuws. Doe je dat een andere
keer? Daar reken ik op, hoor!
Jannie de V. tc Coljjnsplaat. Je
inzending voor de tekenwedstrijd
is onbeschadigd aangekomen.
Maar je had alles ook zo netjes
verpakt.
37 10—14. 11. 40—34 14—19. 12.
44—40 4—10. 13. 37—31 21—26.
14. 31—27 6—11. 15. 42—37 1—6.
16. 47—42 11—17. 17. 34—30 17
—22. 18 ..X.. ..X.. 19. 49—44
7—12. 20. 33—28 10—14. 21. 39
—33 5—10. 22. 44—39 19—23. 23.
X X23. 24. 30—25 2—7.
25. 35—30 9—14. 26. 40—35
7—11. 27. 33—28 26—21. 28.
X - X. 29. 27—22 X
30. .X --X.. 31. 43—39
..X.. 32. ..X.. ..X-. 33.
2218
Met de zet 3328 biedt Wit
een schijf winst aan, maar er
schuilde een addertje onder het
gras!!
De Gebrs Mantel zijn zeer
bekende figuren in de dam-
wereld, in 't bijzonder in Over-
ijsel. Hun vereniging geeft
steeds een clubblad „Wij Dam
mers" uit van de Hengelose
Damclub „Twente's Eerste", wat
ook dit seizoen wederom een
zeer goede kans heeft het club
kampioenschap Hoofdklasse te
winnen. Hierbij een partij tus
sen A. Mantel en L. Gorel
(Almelo), gespeeld 5 Jan. 1951.
1. 34—30 20—42. 2. 30—25
1823. Wij prefereren 1923
en daarna 1420 10x14, om
schijf 5 spoedig in het spel te
kunnen brengen. Zwart liet zich
nu tot de 10e zet opsluiten aan
zijn linkervleugel.
3. 32—28 23X32. 4. 37x28
12—18. 5. 40—34 7—12. 6. 41—37
1—7. 7. 34—30 18—23. 8 46—41
23x32. 9. 37x28 13—18; de juis
te zet om direct uit de opslui
ting te komen. 10. 4237 1923.
11. 28x19 24x13. 12. 37—32 17—
21. 13. 31—26 14—19. 14. 26x17
12x21. 15. 33—28 7—12.' 16.
39—33 21—26. 17. 44—39 10—14.
18. 50—44 11—17; beter is o.i.
510 en daarna 1923 13x24
1423. Zolang Zwart niet 510
speelt, kan hij het centrum niet
bezetten (1823) door 3024
van Wit.
19. 41—37 17—21. 20. 44—40
2—7. 21. 30—24 19x30. 22. 26X
34 7—11. 23. 47—42 14—19. 24.
2823 ontneemt Zwart voor
lopig de kans het centrum te
bezetten19x28. 25. 32X
23 18x29. 26. 34x23 9—14. 27.
3631 sluit voorlopig Zwart's
rechtervleugel op en belet 13.
18 (door 2319 en 3732). Bij
het juiste tegenspel van Zwart
echter enigszins gevaarlijk
1218 (1217 is beter, dwingt
Wit tot 33—28, want na 3832
volgt 1722 van Zwart met
doorbraak op Wits linkervleu
gel. Na 3328 van Wit kan
Zwart dan vervolgen met 1722
11X22). 28. 23X12 8x17. 29.
49—44 17—22. 30. 33—28 de
grote afruil 3127, 4237
brengt Wit wel winst van schijf
24, echter Zwart verkrijgt dan
doorbraak met zijn schijven 26
en 1622x33. 31. 39x28
1318. 32. 3732 gedw. maar
tevens sterk26x37. 33.
42x31 5—10. 34. 44—39 4—9. 35.
3933 913. Zwart dreigt met
2127 zich los te werken. 36.
31—27 14—19. 37. 48—42. 3—9.
38. 4339, om na Zwart 2126
(Wit 42—37) 18—22 te beletten
door 3731 en 3934 dam
11—17. 39. 42—37 10—14. 40. 35
—30 18—22. 41. 27x18 13x22.
42. 40—34 9—13. 43. 34—29 21
—26. 44. 45—40 17—21. 45. 28
X17. 11x22. 46. 32—27 6—11.
47. 40—35 12—18. 48. 30—24
19x30. 49. 35X24 11—17. 50.
3328 1621 (ook de andere
zetten brengen verlies b.v. a.
Zw. 14—20 (38—32) 17—21 (33
—28); b. Zw. 14—19 (38—32)
19x30 (29—24) 30x19 (28—22).
51. 27x16 18—22. 52. 28—23
22—27. 53. 39—33 14—20. 54.
38—32 27x38. 55. 33X42 20—25.
56. 2319 deze en volgende zet
1914 beletten tevens streks
15—20 en 25—30 door 29—24
13—18. 57. 19—14 18—"2.
58. 149. Zw. geeft op. A. M.
Ter oplossing.
Ed. Plaschaert, Clinge t
„De Problemist".
<F
jlBjl
II IN Ill
uitlij I' mm |l IJlIj imil(|l' tu«(
nsnn
■:t
Liüü
bie plaetjes en praetjes
Het is bekend, dat de moderne
jeugd heel wat vrijer in de om
gang met de ouders is dan de
jeugd van vroeger. Trouwens,
vroeger was letterlijk alles veel
beter, daarom praten we ook van
„die goeie ouwe tijd", niet waar?
Maar zo bont als dat meisje het
tegen haar vader maakte, als ik
onlangs las, zo zal het toch nog
wel in de meeste gezinnen niet zijn
dunkt me. Er was n.l. een me
ningsverschil tussen vader en
dochter over een verloving. Nu
kan dat meer gebeuren, maar in
dit geval waren de meningen
scherp tegenover elkander ge
stold. De vader meende n.l. dat
die jongen als as. schoonzoon een
onmogelijkheid was, omdat hij
hem oen grote dwaas achtte. Nu,
dat was de dochter niet met va
derlief eens. En toen de twist
eens zo hoog liep, dat de vader
zijn dochter toevoegde: „Je lijkt
wel niet wijs om met een ideoot
te willen trouwen!", antwoordde
de dochter: „Ik zou niet weten,
waarom niet. Moeder heeft het
ook gedaan en het is tot nog toe
altijd tamelijk goed gegaan
Ik kan me begrijpen, dat de
dochter ditmaal het laatste woord
had, zo iets moet iedere vader
wel een ogenblik verstomd doen
staan.
Zo kunnen er misverstanden
bestaan vóór het huwelijk, maar
niet minder ook tijdens het huwe
lijk. Dat ondervond die vriend, die
de gelukkige vader van een on
langs geboren baby feliciteerde
met de jongste spruit. En omdat
hij niet goed wist wat hij er bij
zou voegen, (dat gaat zo met''der
gelijke gelegenheden), zei hij
maar: „De baby is nogal verzot
op z'n vader is het niet?" waarop
de gelukkige vader ten antwoord
gaf: „Dat zou ik denken! Over
dag, als ik weg ben, slaapt hij als
een marmot en 's nachts ligt hij
me heel de nacht wakker te hou
den om toch maar van m'n tegen
woordigheid te kunnen genie
tenwaarop de vriend „hm"
zei.
Misverstanden doen veel kwaad
in de wereld en kunnen tot gekke
dingen leiden. Dat ondervond ook
die journalist, een ijverige jonge
man, die in een klein achteraf
dorpje een honderdjarige, die nog
helder bij zijn hoofd was, kwam
interviewen. Hij stelde hem na
tuurlijk ook de gebruikelijke
vraag: „Zeg ouwe baas, wat is nu
eigenlijk volgens u de oorzaak,
dat u zo oud hebt mogen wor
den?" Een zeer fatsoenlijke en
naar normale berekening verstan
dige vraag, niet waar? Maar de
oude baas dacht er anders over.
Die gaf n.l. ten antwoord: „Benne
julder noe van de krante en weet
je dat niet eens? Da komp ne-
tuurlijk omdat ik zo lang geleje
gebore binwaarop ook de
journalist „hmzei en schier
van verbazing zijn potlood uit de
hand liet vallen. Toch lag het ge
geven antwoord zeer voor de
hand.
Ja, het komt er dikwijls maar
op aan het juiste antwoord gereed
te hebben bij wat gevraagd wordt.
Dat ondervond ook een beroemde
advocaat, overigens een man van
de wereld, die er niet om gaf
kwade zaakjes voor zijn rekening
te nemen, als er maar wat aan te
verdienen viel. Deze ontmoette
eens in 'n groot gezelschap van ge
leerden een eveneens beroemd
predikant. En om deze er eens
tussen te nemen, stelde de advo
caat de dominé de vraag: „Als de
geestelijkheid en de duivel eens
een proces met elkander hadden,
wie zou het dan winnen?"
Er was spanning onder de aan
wezigen welk antwoord hierop zou
worden gegeven door de dominé.
Maar deze behoefde zich niet lang
te bedenken. Hij zei: „Ongetwij
feld de duivel, want die heeft im
mers de meeste advocaten op zijn
zijde
En ook deze beroemde advocaat
kon toen niet veel anders dan
„hm;; hmzeggen.
Niet voor één gat gevangen.
behorende bjj het
ZEEUWSCH DAGBLAD
van Vrijdag 19 Jan. '51, No. 1762
Uitgave van
Oosterbaan Le Cointre N.V.
Ooes
eei/u/scH
u/ee/rem
UIT DE SCHUIFT
Voor enige jaren maakte in
West-Europa (en ook in ons
land), een zeker boek, onder de
titel: „De stenen spreken", gro
te opgang.
Het was een turf van een
boek, prachtig uitgevoerd en
hoog geprijsd, maar het ging er
in als koek bij de massa, want
het was een zeer bijzonder boek.
Het voorspelde n.l. de toe
komst.
Eindelijk waren de geheimen
aan de beroemde pyramide van
Cheops dan ontfutseld en men
had de berekeningen .ontdekt,
waarin verleden, heden en toe
komst van het wereldgebeuren
waren vast gelegd.
Het zat alles zeer vernuftig
in elkander, schepping, zonde
val, zondvloed, afscheiding van
het volk Israël, geboorte van de
Heiland, oorlogen en tenslotte
onze tijd waren er in symboli
sche getallen vastgelegd. Ook
de laatste wereldoorlog werd
er in ontdekt en wie wil weten
hoe het verder zal gaan, kon er
uit aflezen, dat we nog tot 1952
of '53 te wachten hebben, als
wanneer de grote wereldvrede
en de volkeren-welvaart ko
men zullen.
Er is zelfs een nieuwe secte
uit deze ontdekkingen opgeko
men, die beweert, dat het volk
Israël voortleeft in het Engelse
en Amerikaanse volk en dat de
koning van Engeland 'n recht
streekse afstammeling is van
koning David. Engeland en
Amerika zullen dan ook hun
roeping volbrengen om de we
reld tot zegen te zijn en de al
gehele, wereld-welvaart voor
te bereiden. Geen wonder dat
die secte in Amerika aanhang
kreeg!
Maar nu de teleurstelling.
Daar lezen we in Elseviers
Weekblad, dat al die berekenin
gen van die pyramide niet an
ders dan onzin en falsificaties
zijn. Een beroemd Egyptoloog
Jean Philippe Lauer, heeft te Pa
rijs een boek uitgegeven, onder
de titel: „Le probléme des py-
ramides d' Egypte", een boek
dat een zeer nauwkeurige en
zakelijke weerlegging bevat van
al de doctrines van de aanhan
gers van het geheimschrift der
Cheops-pyramide. Voor hem
behoren de zogenaamde gehei
men der pyramide, met alle
verdere mystiekerigheden van
Egypte, in éénzelfde „bag of
tries" thuis, waarin ook Tout-
anch Amon's „vloek" uit is ge
komen en het nonsensverhaal
over de „zaadjes ujt Pharao-
nische graven, die, nu geplant,
weer zouden kunnen ontkie
men". Voor hem komt de kwes
tie hierop neer, dat een door
het materialisme beheerst en
geknecht, gefurstreerd Europa
zijn behoefte aan mysterie com
penseert door de mysterieuze
wereld van het oude Egypte ge
heimen en wijsheden toe te
dichten, welke ze nimmer heeft
bezeten.
En daar staat dan het Europa
en kan de woorden uit Goethe's
Faust op zich toepassen: „Da
steh 'ich nun, ich armer Thor!
Und bin so klug als wie zuvor
Daar sta ik nu, arme
dwaas en ben net zo wijs als te
voren.
Intussen slaat deze Egyptoloog
de spijker wel precies op de
kop.
Europa heeft zich dood ge
dronken aan het materialisme
der vorige eeuw, waarin het
God en Zijn dienst heeft afge
zworen. Revolutie en ongeloof,
vooral Revolutie van de geest,
een opzij schuiven van de Bijbel
als het volstrekte, onfeilbare
Woord van God, en het meende
te kunnen leven bij de weten
schap van wat „stof en kracht"
opleverden. Intussen heeft de
materie het al lang weer in de
steek gelaten en de geest eist
zijn rechten terug, nu het naakte
Europa door twee verschrikke
lijke wereldoorlogen heen, aan
het verstand gebracht werd, dat
er nog iets anders bestaat dan
„stof en kracht". Maar de helle
vaart bracht het niet terug tot
de Bijbel. Liever ging het op
zoek naar de mystieke dwaas
heden. Alle zekerheden zijn los
gewoeld en meer nog dan stof
felijk heeft de laatste wereld
oorlog een gëestelijke ravage
aangericht en een algemene pa
nische angst heeft zich van de
Westerse mens meester gemaakt,
nu het met de gruwelijke feiten
is geconfronteerd en het gezien
heeft tot welke vreselijke ver
nietiging de moderne techniek
in staat is. Men heeft de „stof
en de kracht" als een moderne
godheid aangebeden, nu heeft
men de consequentie te aan
vaarden en slaaf te zijn van die
„stof en kracht". Wie de ware
God de rug toekeert en zich aan
afgoden overgeeft, begeeft zich
in gruwelijke slavernij. De his
torie aller eeuwen en aller vol
ken kan dit leren.
En nu leeft Europa in de
apocalyptische verschrikking
van wat elke dag gebeuren kan
en er zijn geen geestelijke zeker
heden meer en daarom hebben
de horoscooptrekkers en waar
zeggers goede dagén. En men
klamde zich vast aan het my
sterieuze boek: „De stenen spre
ken", dat gaf immers troost. Het
kon nog een paar jaar duren,
vertelde de oude Egyptische
wijsheid en dan was de ellende
geleden.
Voor ons, die door Gods ge
nade, nog bij het Woord van
God leven willen en vast hou
den aan de gereformeerde be
lijdenis, dat alle Schrift door
God is ingegeven en dus onfeil
baar is, heeft de naakte armoe
van de moderne mens niets
nieuws, ook niet in zijn ontstel
lende angst en nerveusiteit, in
zijn dodelijke angst voor de toe
komst en zijn zoeken naar rust
De waereld wordt toch niet
veul wiesder. Daar lees ik in de
krante asdat ze in Oost-Duits-
land, het zogenaamde kommu-
nistisch deel, op de kleuterschole
al beginne om de kinders leuze
te laten leren as: Pieck is de
grootste man van Duitsland" en
„We beminnen de vredesgedach-
te van Stalin".
Ik herinner me nog goed, dat
de Duutsers onder Hitier het
zelfde deje met die kleuters.
Toen moste ze ook soortgelieke
zinnen uut der hoofd leren op
zeggen. En noe Hitier het volk
in het verdarf heit gestort noe
beginne hetzelfde liedje van
„Te dien dage zal de mens zijn zilveren afgoden en
zijn gouden afgoden, welke zij zich gemaakt hadden,
om zich. daarvoor neder te buigen, wegwerpen voor de
mollen en de vledermuizen." Jes. 2 20.
Hoever is het bondsvolk Is
raël, de Kerk van het Oude
Testament, afgeweken van
den HEERE! De grens tussen
Kerk en wereld is vrijwel uit
gewist. Heidendom en afgode
rij heeft ook de erve des Ver-
bonds vervuld (2 69). On
willekeurig moeten we hier
denken aan onze eige tijd'. De
wereld is ook heden vol van
afgoderij en valse religie. En
de grote massa van wat zich
Christendom noemt verlaat de
HEERE en buigt zich voor de
„goden van de tijd".
Maar de HEERE, de enige
en waarachtige God, zegt hier
door Jesaja, dat Hij eenmaal
komen zal ten gerichte over
al deze gruwelen. Hij zal Zijn
toorn uitgieten over alle af
godendienaars in de wereld,
maar ook over die, welke het
teken des Verbonds dragen.
En dan zullen ze de ijdelheid
zien van hun goddeloze cari-
catuur-religie. Dan zullen ze
hun afgoden, zelfs al waren
ze van zilver of goud, werpen
voor de mollen en de vleer
muizen-
Goden, mollen en vleermui
zen! Welk een combinatie!
Een passende combinatie, zegt
het Woord des HEEREN hier.
Alle verlating van de HEE
RE, alle afgoderij, alle valse
religie, wekt de toorn van de
levende God en laat een metis
tenslotte achter in radeloos
heid en duisternis!
Goden, mollen en vleermui
zen! Deze combinatie roept
het oordeel des Heeren uit
over de z.g.n. Christelijke vol
ken, die vol afgoderij zijn.
God zal daarover ten gerichte
komen. Wie weet, hoe spoe
dig!
Goden, mollen en vleermui
zen! Dit Woord des Heeren
vol oordeel, gaat echter van
daag nog gepaard met een
oproep tot bekering. Het leidt
ons naar het éérste gebod
van de decaloog: Gtj zult
geen andere goden voor Mijn
aangezicht hebben! En naar
Kinderkens, bewaart uzélven
het laatste vers van 1 Joh.:
van de afgoden! Amen!
Terneuzen. J. TEN HOVE
en troost bjj waarzeggerij en
mystiekerige afgoderij. De Bijbel
verbiedt zeer scherp, dat men
ooit iets over de toekomst zou
willen weten, buiten wat Gods
Woord er zelf over zegt. De
Bijbel spreekt daarom een scherp
oordeel uit over allen, die hun
steun en troost bij waarzeggerij
zoeken. Wanneer de mens van
God afvalt en onder het oordeel
der verharding komt te liggen,
zoekt hij zijn angst te verliezen
bjj waarzeggerij. Een typerend
voorbeeld hiervan is Saul, die
eerst de waarzegsters opruimde,
maar in de nacht voor zijn dood
bij de toveres in Endor troost
zocht. Jarenlang had hij de
ware Profetie veracht, nu zoekt
hij bij de valse profetie steun
en het eind is zelfmoord.
Gaat Europa hierin zijn beeld
vinden?
Het begint er veel op te ge
lijken.
Het wil wel alles, alleen maar
niet buigen voor het Woord van
God. Deze Woordverlating moet
onherroepelijk eindigen in de
wanhoop van de zelfmoord.
Want „stenen spreken" niet,
tenzij valse profetie, maar het
Woord van God houdt stand tot
in eeuwigheid en brengt zegen
óf vloek.
V*/
'b
voren af an met Stalin. En op
de geweune schole gaat het al
krek eender. Wanneer er een
jongen het in 't hoofd haalt om
wat kwaeds te zeggen van Sta
lin of een van de aere kommu-
nistische kopstikken dan wordt
niet die jongen onder handen
genomen maar de ouwers en de
meesters op schole. Want die
kriegen er dan de schuld van.
De ouwers motte op het matje
kommen en dan worre die ge
ducht onder hande genomen en
de jonges weten dan, dat as ze
niet meedoen an het kommunis-
me derluu ouwers gevaar lopen
gearresteerd te worden. Dat is
een mooie boel.
Ik zie er helegaer geen ver
schil in met wat we onder dat
Hitlerregiem hebben meege
maakt. Ook toen wierpe ze der
eige op de schooljeugd. Ik ken
me goed herinnere, asdat ze toen
met een jeugdblad kwamme,
van de zogenaamde jeugdstorm
en ze wouwe onze schoolhoofden
dwingen om dat ding voor de
schoolklas gereed te leggen. As
ik het wel heb, hebben toen alle
christelijke scholen in Zeeland
daarvoor hartelijk bedankt.
Maar we kennen der wel van
op an, dat as we weer is bezet
wiere, noe dan deur Rusland,
dan gong het weer krek dezelfde
kant op. Ik ken er geen haartje
verschil in zien, ik weet niet
hoe julder daar over dinken.
En zo leven we dan maar in
een gekke waereld.
Maar deur dat alles kennen
we wel lere een beetje dankbaar
te worden voor wat we nog heb
ben over gehouwen an het chris
telijke gezinsleven in Nederland.
We hebben hier veul waar over
we ons eige hebbe te schamen,
we kommen genogt te kort, ook
in de opvoeding van onze kin
ders. Ieleke ouwer ken hier ge
rust z'n hand in eigen boezem
steken. Maar wat hebben we
toch nog een zegen, dat we de
zeggenschap hebben over onze
kinders, en dat we ze nog, zon
der gevaar voor onze eigen leven
kennen opvoeden, zoas we be
loofd hebben bij de doop van
ons kind.
Staan we daar wel bie stil?
We zien an Europa hoe gauw
dat alles ken veranderen en we
hebben het ook in óns eigen
land gezien onder de duutse be
zetting. Ik ken me nog herin
neren uut dat jeugdstormblad,
dat ze op onze christelijke schole
an de kinders wouwe geven, dat
er een artikel in stong van Max
Blokzijl, die de jeugd geweun
weg opporde om as de ouwers
ze tegen stongen om lid te wor
den van de N.S.B.-jeugdstorm,
toch der eigen gang te gaan,
want zo schreef-tie: julder motte
dinken om je kammeraden, die
aan het Oostfront vechten. Dat
bloed komt ook voor julder re
kening en dat mot je meer
waard wezen as het domme ge
bod van julder ouwers. Zo gong
het er een paar jaar geleje bie
ons naar toe. En dan wouwe ze
je nog verplichten om dat sme
rige blad op de christelijke
schole ter lezing an de kinders
voor te leggen.
Jaet, we vergeten gauw, soms
wel is te gauw en dan is zo'n
kranten berichie weer is nodig
om je geheugen op te frissen.
En dan kennen we de Here
wel op onze knieje danken, dat
we er zo genadig afgekommen
binne. Want het had ook aeres
kenne weze en dan hadde we er
dik onder gezeten net as noe
die ouwers in Oost-Duutsland.
Want laten we maar niet dinke
asdat al die ouwers het met dat
kommunisme eens binne. Me-
schien nog de helft of een drie
kwart niet eens, maar wat ken
nen ze der an doen? Het mes
staat op derlui kele.
En dan vraag ik me wel is
af: beseffe we as ouwers we-
zende wel de riekdom die we
nog hebben in ons landje om
vrie uut met onze kinders te
kennen spreken en ze te wiezen
op de gevaren die er dreigen
voor het geestelijke leven?
As ik zo is hoor van die
ruzies in een hoop gezinnen, tus
sen ouwers en tussen ouwers en
kinders en hoe weinig der in
de praktiek trecht komt van
een christelijke opvoeding, dan
dink ik wel is: dwinge we God
niet om ons in de toestand van
Rusland en Oostduutsland te
bringen om ons an het verstand
te bringen, dat we het eigelijk
allegaar verknoeid hebben. We
leven er al te vaak maar op los,
asof ons niks gebeuren ken.
Maar dat deje ze in Kanaan ook,
en toen kwam de wegvoering
naar Babel en toen was 't afge
lopen. God ken 't soms lang an
zien, maar as 'tend er is, is het
deurgaans verschrikkelijk arg
ook. Dat leert ons de Biebel en
de geschiedenis zou ik zo zeggen.
Dinke julder er soms aeres
over?
Je FLIP BRAMSE.
De listigheid houdt het nooit
lang uit tegenover de oprecht
heid.
Met de
meet, zal
worden.
maat waarmede gij
u weder gemeten
De beste paarden vindt men
op stal.
Het gaat er niet om dat wij
lang, doch dat wij lang genoeg
leven.