VREDE bij de gratie van de ATOOMBOM KOREA: generale repetitie? INDONESIË in 1950 eenheidsstaat. DE WERELD IN 1950. DE GANGBARE VISIE EN HAAR BETREKKELIJKHEID. Ondanks verzet van vele zijden» ZafrrtU# 30 December 1950 PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD STALIN. Met spanning heeft men ook dit jaar weer allerwege de internationale gebeurtenissen gevolgd. Het jongste verleden heeft ons overtuigend genoeg geleerd, dat een oorlog in onze tegenwoordige tijd. wanneer hij eenmaal is uitgebroken, overal om zich heen grijpt en bijna geen land ongemoeid laat. Wij hebben bovendien pijnlijk ondervonden, dat zo'n oorlog geen zaak meer is van soldaten alleen, maar iedere burger kan treffen, in zijn veiligheid, in zijn bezit, in zijn gezin, in zijn leven zelfs. Vandaar de intense belangstelling, waarmee veel meer mensen dan vroeger de ontwikkelingen in de wereld volgen en proberen wijzer te worden uit de talloze beschouwingen, die aan deze ontwikkelingen worden gewijd. In al die beschouwingen wordt het gehele beeld beheerst door de tegenstelling tussen de twee machtige kolossen: Rusland en Amerika. Daarbij blijkt de sympathie van schrijvers en lezers bijna steeds te liggen aan de zijde van het laatste land, dat afgeschilderd wordt als de verdediger van vrijheid en democratie tegenover het communistische dwangsysteem. In deze tekening zit veel waars en als wij enig inzicht willen verwerven in de ongeordende massa gebeurtenissen, die zich dagelijks afspelen, kunnen wij haar zelfs niet missen. In Ame rika en de andere Westelijke landen oefent, zoal niet het Christelijk geloof, dan toch de Christelijke zedewet nog een grote invloed uit. En zodoende mogen deze landen er inderdaad aanspraak op maken, de be schermers te zijn van een sa menleving, waarin de mens al thans nog de gelegenheid heeft naar Gods wet te leven, geheel anders dan onder het zonder meer goddeloze communisme. Met dat al mogen wij er niet blind voor zijn, dat ook in de Westelijke landen de mens en zijn verlangens en niet God en Zijn Wet het cer.trum zijn, waar om de samenleving zich be weegt. Vandaar, dat ook in deze landen soms plotseling de vrij heid voor de dwang moet wij ken, zoals de gebeurtenissen van deze zomer in België wel aan getoond hebben. Daarbij komt, dat in de meeste beschrijvingen der wereldgebeur tenissen het zicht op hun werke lijke betekenis geheel ontbreekt. Dat God de geschiedenis maakt en Zjjn Koninkrijk daarin tot ontwik keling brengt: daarvoor heeft men geen oog. Vandaar dan ook, dat men de gebeurtenissen zelf voor het enig belangrijke houdt en niet begrijpt, dat al deze ont wikkelingen alleen dienen voor het rijpen van het te velde staan de gewas, waarvan God straks de oogst zal binnenhalen. Bij alle begrijpelijke bezorgd heid voor het noodweer, dat ons, die al mede als halmen op het open veld van de wereldakker staan, misschien treffen kan, zullen wij dan ook als Christenen goed doen nooit te vergeten, dat het uiteindelijk om de oogst gaat en niet om het vaak smartelijke groeiproces, dat zich in onze dagen voitrekt. Deze dingen meenden wij voorop te moeten stellen, alvo rens van de voornaamste inter nationale gebeurtenissen in het afgelopen jaar ook ons overzicht te geven, waarvan wij maar al te zeer beseffen, dat het slechts een menselijke visie is en niet de lijnen aan kan geven, waar langs, naar eens blijken zal, God ook in dit jaar de ontwik keling van Zijn Koninkrijk heeft doen voortgaan. JjOG GEEN ALGEMENE OORLOG IN 1950. Wie enige lijn wil bespeuren in de chaos van gebeurtenissen op internationaal gebied, zal wij zeiden het reeds ook als Christen niet anders kunnen doen dan uitgaan van de alles beheersende tegenstelling tussen de Westelijke, democratische we reld onder leiding van de Ver enigde Staten van Amerika en het communistische blok, dat aangevoerd, of beter: voortge dreven wordt door Sovjet-Rus land. Uitte die tegenstelling zich in de voorafgaande jaren nog slechts in een steeds toenemen de spanning, zonder dat het tot wapengeweld kwam, 1950 zag die spanning tot gedeeltelijke ontlading komen in een open conflict. Een conflict, dat inmid dels nog tot een neventoneel br perkt werd en waarin ook o strijdende partijen zich nog mii of meer vermomden. Een bin nenlandse Koreaanse aangele genheid, waarin later Chinese vrijwilligers hulp verleenden, heette het aan de communisti sche kant. En de Amerikanen trokken op onder de vlag van de Verenigde Naties. Deze maskerade zoals men althans zeker de communistische voorstelling van zaken noemen mag had toch nog een andere betekenis dan een propagandis tische poging om zich schoon te praten. Er blijkt namelijk dui delijk uit, dat men aan Sovjet zijde thans nog niet de tijd ge komen achtte voor een algemene oorlog en daarom voor zichzeli een achterdeurtje open hield om zo nodig zonder prestige-verlies te kunnen retireren. Tevens zat daarbij stellig de bedoeling voor om door deze voorwendsels Amerika een excuus te ver schaffen om niet in te grijpen, een mogelijkheid, waarvan dit land het overigens versmaad heeft gebruik te maken. Waarom schuwde de Sow jet-Unie dit jaar nog een algemene oorlog Het antwoord op deze vraag mo gen wjj zeker in de door Churchill gege ven verklaring vinden, dat Rusland nog steeds een zo danige achterstand heeft In de vervaardiging van atoombommen, dat het van te voren weet een thans reeds uitbrekende oorlog onherroepelijk te moeten verlie zen. Deze overweging vormde om gekeerd de aanleiding voor som migen in het Westelijke kamp, wier gedachten de Amerikaanse minister van Marine, Mathews, vertolkte, om een zogenaamde „preventieve" oorlog te begin nen. Mathews' uitlatingen wer den overigens door president Truman en minister Acheson onmiddellijk gewraakt. Dit was begrijpelijk: Amerika's po litiek is er nog steeds op ge richt door het opbouwen van eén indrukwek kende militaire macht oorlog juist te voor komen, door de Sowjets reeds van te voren af te schrikken. TRUMAN. Daarbij komt, dat het uitbre ken van een wereldoorlog in dit stadium voor de Verenigde Sta ten al evenmin aantrekkelijk is als voor Rusland: wel heeft Amerika de meerderheid op het gebied van atoomwapens, maar in landstrijdkrachten is het ver re de mindere, zodat de Sovjet- Unie zonder twijfel in staat zou zijn in een minimum van tijd geheel het West-Europese indu strie-gebied te bezetten, wat haar oorlogspotentieel ongemeen zou versterken en Amerika zou noodzaken opnieuw vele men- sc ïlevens kostende invasie-opera ties uit te voeren. Zodoende behield de wereld in 1950 nog een, zij het wel zeer betrekkelijke, „vrede" bij de gratie van de atoombom. WISSELVALLIG KRIJGSVERLOOP. Maar het eerste treffen vond dan toch ook dit jaar plaats, over schaduwde alle er aan vooraf gaande ontwikkelingen en over heerste alle latere. Het wisselvallige verloop van deze eerste krachtproef werd al lerwege met spanning gevolgd. Het was 25 Juni, toen de Noord- Koreanen bij hun Zuiderburen binnenvielen. Nog diezelfde dag besloot de Veiligheidsraad tot verzet tegen deze aggressie, daar toe bij machte door de nog steeds niet afdoende verklaarde afwezigheid van Rusland, dat zodoende zijn vetorecht niet kon uitoefenen. Twee dagen later gaf president Truman de Ameri kaanse zee- en luchtmacht op dracht de Zuid-Koreaanse troe pen dekking te verschaffen en op 1 Juli kwamen de eerste Amerikaanse landstrijdkrachten op het strijdtoneel aan. Maar begrijpelijkerwijze viel door de ze geïmproviseerde tegenweer de reeds lang voorbereide com munistische aanval niet in een handomdraai te stuiten en de troepen van generaal Mac Ar thur, inmiddels tot opperbevel hebber der Verenigde Naties voor dit operatiegebied benoemd, moesten zich al spoedig terug trekken op een nauwe verdedi gingslinie rondom de aanvoer- haven Poesan. Maar daarmede leek dan ook het dieptepunt be reikt. Mac Arthur bouwde z'n strijd krachten op en bereidde zijn te genstoot voor. 15 September land den zijn troepen MAC ARTHUR^ Intsïon sneden op 26 September de communistische aanvoerlinies af door de her overing van de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel. Daarmee was de mislukking van de Noord- Koreaanse „bevrijdingsoorlog" bezegeld en de vraag was nu al leen nog maar, of men de vij and ook in eigen land zou gaan bestrijden. Zodra deze vraag be vestigend beantwoord was, werd de geallieerde opmars voortge zet en Noord-Korea in snel tem po, zij het onder toenemende tegenstand, bijna geheel ver overd, totdat Mac Arthur op 24 November zijn laatste grote of fensief kon inzetten, als resul taat waarvan hij zijn troepen „met Kerstmis thuis" beloofde. Maar dat was dan ook het laatste goede nieuws, dat de vrije wereld tot aan het einde van het jaar uit Korea zou ho ren. Al spoedig bleek immers dat in die dagen een tweede keerpunt was bereikt door een grootscheeps ingrijpen van Chi nese strijdkrachten. Geheel on verwacht kwam dit niet. Reeds op 2 November waren de eerste Chinese „vrijwilligers" in Korea waargenomen en op de zesde had Mac Arthur zelf officieel hun aanwezigheid geconstateerd. Doch eerst aan het einde der maand werd het ernst, zelfs zo, dat de Amerikaanse opperbevel hebber van een geheel nieuwe oorlog sprak. Dat bleek maar al te juist: in minder dan geen tijd moesten de verbonden troepen geheel Noord-Korea ontruimen, waarin zij gedeeltelijk slechts ten koste van zeer grote verlie zen slaagden. Wederom werd de vraag, of de 38ste breedtegraad gepasseerd zou worden, maar nu door de andere partij en in omgekeerde richting, een brandende kwestie in de wereldpolitiek. Een kwestie, die aan het einde van dit jaar zijn oplossing nog niet had ge vonden. MARSHALL. ATTLEE. MALIK. stuurt hij Mao over de grens? AZIË OF EUROPA? Een neventoneel noemden wij Oost-Azië, waar het tot dan toe ondergronds gebleven grote we reldconflict dit jaar aan de opper vlakte tot uitbarsting kwam. Maar is Oost-Azië, en trouwens Azië in het algemeen, inderdaad in deze eeuw nog een nevento neel? Of verdient het eigenlijk De Engelse schrijver George Bernard Shaw overleed op Si-jarige leeftijd. meer aandacht zelfs dan Europa? Deze voor ons Europeanen, die zelf op leven en dood met het lot van ons eigen werelddeel verbonden zijn, uiteraard onwe zenlijke vragen, vormden in de Verenigde Staten het voorwerp van een heftige meningsstrijd tussen de leidende staatslieden van de Democratische partij en vele Republikeinse leiders. Van daar de halfslachtige politiek, die de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Acheson, al eerder gedwongen was ten op zichte van China te volgen: doel treffende steun aan Tsjang Kai Sjek wenste hij mede op ad vies van de China-kenner Marshall, tij dens de bur geroorlog in dat land niet te bieden, daar hij de Verenig de Staten niet in een Azia tisch avontuur wilde verwikkelen. Doch ander zijds kon hij evenmin over gaan tot erkenning van com munistisch China, toen het nationalistische bewind een maal naar Formosa verdreven was. Dit in tegenstelling met vele Europese staten, die het maar wijzer achtten zich bij het nu eenmaal voldongen feit neer te leggen. Dit mocht zwak schij nen, maar leverde toch moge lijkheden tot een realistischer politiek dan de Amerikaanse, zoals bij de pogingen om in Ko rea tot een compromis met de Chinezen te komen wel geble ken is. Maar hoe ook gehinderd in hun beleid t.a.v. Azië, waar zij onder druk van de Republikei nen, aan wier zijde Mac Arthur min of meer stond, een krachti ger politiek moesten voeren, (o.a. gekenmerkt door het on voorwaardelijk vasthouden aan Formosa) dan met de voor dit continent beschikbare Ameri kaanse machtsmiddelen overeen kwam: aan de hoofdlijn van hun beleid: Eerst Europa dan Azië, konden president Truman en minister Acheson toch, gelukkig voor ons bijkans weerloze we relddeel, stevig vasthouden. Dit bleek nog in December uit de voor Europa positie ve resultaten van het op het gebied van de Aziatische poli tiek van vrjj ernstig ver schil van In zicht blijk ge vende overleg tussen Truman en do Britse minister-president Attlee. ATLANTISCHE DEFENSIE VERSTERKT. De uitslag van de besprekin gen tussen de beide Angelsak sische leiders te Washington was trouwens niet de eerste stap in de richting van een verster king van de West-Europese de fensie. Reeds vroeg in het jaar was daarover herhaaldelijk ge sproken en zelfs waren in het kader van het Atlantisch Pact op een militaire conferentie te 's-Gravenhage In April plannen van practische betekenis be raamd. Maar de schok van Ko rea was toch nodig, voordat er resultaten van belang geboekt konden worden. Zelfs toen ging het overigens nog niet vlot. Nog in September en October stuitte de door de Verenigde Staten nodig geachte herbewapening van West-Duitsland af op ster ke Franse tegenstand. Eerst in de laatste maand van het jaar kon men over de Inschakeling der Duitsers tot overeen stemming ko men en kon ook de in Euro pa zeer geziene generaal Eisen hower tot op perbevelhebber EISENHOWER. van de te scheppen Atlantische strijdmacht worden benoemd. De vraag zal nu echter nog beantwoord moeten worden, of ook de West-Duitsers zelf bereid zijn hun aandeel in West-Euro pa's defensie op zich te nemen. Bondskanselier Adenauer, die daar zelf, zij het op vrij zware voorwaarden, wel voor voelt, zal hierover nog het nodige te stellen krijgen met de socialisti sche oppositie. Gereed is West- Europa dan ook nog lang niet om de Russen zo nodig met suc ces te kunnen weerstaan. FEDERALE GEDACHTE WON LANGZAAM VELD Een zelfde bescheiden vooruit gang boekte West-Europa op het gebied van de staatkundige en economische samenwerking. De Raad van Europa, die ook op het gebied van de defensie met lofwaardige aanbevelingen kwam vorderde langzaam op de weg naar een federale structuur voor het Westen van ons werelddeel. West-Duitsland werd reeds weer bijna op voet van gelijkheid in de kring opgenomen en zijn ver houding tot Frankrijk verbeter de aanzienlijk. Hiertoe droeg ze ker in hoge mate de beleidvolle politiek van de Franse minister van buitenlandse zaken, Schu- inan, bij, die in Mei het belang rijke initiatief nam tot het naar hem genoemde plan, dat beoogt de kolen- en staalindustrie van West-Europa onder gemeen- schappelijk beheer te brengen. Hiermee hoopte hij zowel eco nomische vooruitgang te berei ken, als het wantrouwen tussen zijn land en de Duitsers te ver minderen. Waar immers de mo derne oorlogvoering niets kan beginnen zonder zware industrie is de mogelijkheid tot een oor log tussen deze twee landen bij een gezamenlijke exploitatie van de steenkool- en staalindustrie eigenlijk weggenomen. Te betreuren viel, dat Enge land, onder leiding van een so cialistische regering, die bij de in Februari gehouden verkiezin gen maar nauwelijks in het za del gebleven was, aan dit plan geen loyale medewerking ver leende, al valt het te begrijpen, dat dit land ook met zijn rela ties met de overzeese delen van zijn gemenebest te rekenen heeft. Dat het echter ten enen male weigerde zich te onder schikken aan een „Hoge Autori teit", als in het plan-Schuman voorzien voor de genoemde in dustrieën, werd door de andere West-Europese landen vrij algemeen betreurd. Met de erkenning van zulk een boven nationaal orgaan staat of valt immers de federatie-gedachte, waarvan men buiten Groot- Brittannië zoveel heil verwacht. Intussen heeft men de moed nog niet opgegeven, dat Engeland toch te eniger tijd aan de tot standkoming van zulk een fede ratie zal willen medewerken. TWEE LESSEN. Zo verliep dan in grote trekken Koning Leopold keerde in Juli weer <u Belgie terug. De aan komst op het vliegveld Evere bij Brussel. het jaar 1950, waarin de Weste lijke wereld begon te ontwaken tot het besef van de noodzake lijkheid van een grote krachts inspanning, daarin voorgegaan door de Verenigde Staten van Amerika, die in de laatste maand zelfs met een grootscheepse mo bilisatie van hun industriële en militaire macht begonnen in het raam van de door Truman uitge roepen „nationale noodtoestand". Anderzijds ontdekte diezelfde Westelijke wereld ook, dat de communistische aggressie zich niet door het eerste liet beste ver weer een definitief halt liet toe roepen. Het zal er nu maar om gaan, of het Westen wakker blijft en zich werkelijk tot een uiterste inspanning opmaakt om „de vrede door kracht te bewaren". Zonder Gods leiding en zegen zal dit nim mer gaan. Moge vooral dit besef in 1951 allerwege levendig wor den. Op 27 December 1949 werd Indonesië bjj de souvereiniteitsover- dracht een zelfstandige staat. Het jaar 1950 was dus voor dit land het eerste jaar als zelfstandige natie. Nederland heeft nog vele banden met het vroegere Nedcrlands-Oost-Indië en het is dan ook geen wonder, dat men hier de ontwikkeling in de jonge staat met belangstelling bleef gadeslaan. Belangstelling, die vaak overging in ongerustheid bij de loop die de dingen in de archipel namen. Van een rustige ontwikkeling was geen sprake; de regering van Indo nesië bleek nog niet bjj machte om all krachten, die de nationalis tische beweging zelf in de voorgaande jaren had opgeroepen, meester te worden en te blijven. Vele berichten toonden aan dat de onveiligheid groot was. Een andere bron van onrust was het streven der republikeinse regeerders uit Djokjakarta naar een eenheidsstaat. Westerling, Sultan Hamid H, Abdoel Aziz en vele anderen, die hiertegen gekant waren, vonden bij een deel van het Nederlandse volk sympathie. Antipathie daarentegen wekte de wijze, waarop de voorstanders van het eenheidsstreven hun ideaal trachtten te verwezenlijken. Vooral de strijd in de Zuid-Molukken beroerde vele Nederlanders in hoge mate. Westerling begon op 23 Janu ari zijn actie in de omstreken van Bandoeng. Aanvankelijk leek het er op, of Westerlings invloed zo groot was, dat zijn beweging een gevaar zou worden voor het een heidsstreven der Indonesiërs. Niet heel lang duurde het echter, of „de Turk" moest vluchten. Op 26 Februari werd hij te Singapore gearresteerd. Vanzelfsprekend vroeg de Indonesische regering zijn uitlevering. Die uitlevering werd echter afgewezen en zodoen de kon Westerling, nadat hij zijn gevangenisstraf wegens het zon der vergunning binnenkomen van de kolonie en het mishandelen van een Maleise medegevangene had uitgezeten, in vrijheid ver trekken. België ontving hem gast vrij. Door de V.N.,die hij aanbood om op Korea te gaan vechten, werden zijn diensten niet aan vaard. De federale beweging uitgeschakeld. Op 5 April braken in Makassar relletjes uit. Opstandige troepen, meest K.N.LL.-eenheden, die in R.I.S. verband waren overgegaan, bezetten onder leiding van kapi tein Abdoel Aziz de stad. Nadat de kapitein een poos lang leiding had gegeven aan zijn mannen in de strijd tegen de regering der R.I.S.ging hij voor „besprekin gen" naar Djakarta, waar hij prompt werd gearresteerd. Op 5 April had de R.I.S.-regering ook laten arresteren Sultan Hamid II van Pontianak, minister zonder portefeuille ln de regering der R.I.S. Hij werd ervan beschuldigd Westerling en diens opstandige beweging te hebben gesteund. Volgens berichten uit Indonesi sche bron zou de sultan dit ook hebben bekend. Of dit inderdaad waar is blijkt onzeker. Wel is het een feit, dat Hamid voorzitter van de B.F.O. (Bureel federaal Overleg) geweest was en al3 zo danig sterk afkerig stond tegen over het unitaristische streven der Djokjanezen. De beslissing in de strijd tussen de voorstanders van een eenheids staat en van een meer federalis tische staatsvorm viel uit in het voordeel van de eersten. Steeds meer federale gebieden werden ingeschakeld in de republiek Djokja. Tijdens besprekingen tus sen vertegenwoordigers van de R.I.S. (Republiek Indonesia Seri- kat) en de republiek Indonesia (Djogja) kwam men op 19 Mei tot het besluit, dat een eenheids staat zou worden gevojmd, zoals op 17 Augustus 1945 bij de onaf-1 hankelijkheidsverklaring was ge proclameerd. Op 12 Juli keurde het kabinet de voorlopige grond wet van de nieuwe eenheidsstaat goed. Op 15 Augustus kondigde president Soekarno in het parle ment officieel de tot stand ko ming van de eenheidsstaat af. De Republiek Indonesia Serlkat, die volgens de besluiten der Ronde Tafelconferentie was geschapen, was daarmee te niet gedaan. Ambon en Nieuw-Gulnea. Veel beroering ln Nederland wekten de gevechten ln de Zuid- Molukken. De strijd der Ambon- nezen voor hun zelfbeschikkings recht had de sympathie van dui zenden Nederlanders. Op 24 April werd de Republiek der Zuld-Mo- lukken te Ambon uitgeroepen. Vanzelfsprekend wekte deze actie reacties op bij de Indonesische regering. Met alle middelen, waar over zij beschikte, trachtte deze de opstand te onderdrukken. Dat dit grote offers kostte, zowel bij de aanvallende, als de verdedi gende partij, spreekt wel vanzelf. Tijdens de gevechten en door bombardementen werd een groor gedeelte van de stad Ambon, als ook van de rest van de Zuid-Mo lukken verwoest. De wijze waarop de Apri-troepen (het officiële In donesische leger) de strijd tegen het Ambonnese volk, dat door de eeuwen heen trouw aan Neder land was geweest, voerde, deed vele Nederlanders besluiten dit volk in nood te helpen. Hoewel de hoofdstad van Ambon thans in Indonesische handen is, is de strjjd nog steeds niet ten einde. De guerilla tegen de Indonesische troepen duurt nog altijd voort en kan nog lange tijd worden voort gezet. Ook bemiddeling van derden kn geen vreedzame oplossing be werken. Noch een beroep van minister-president Drees op de Indonesische premier Natslr, noch een beroep van de U.N.C.I. op de Indonesische regering, leidde tot positieve resultaten. De verhouding van de republiek Indonesia tot Nederland in het afgelopen jaar kan niet bepaald hartelijk worden geoemd. Te vaak werd de sfeer vertroebeld door de hierboven geschetste gebeur tenissen. Bovendien uitte zich vaak een antipathie der Indone sische leiders jegens de Nederlan ders ln beschuldigingen aan het adres van de laatsten ln verband met voorkomende ongeregeldhe den. Dat de Indonesische regering niet bij machte bleek de veilig heid van de Nederlandse levens en eigendommen in Indonesië te garanderen, bleek eveneens een hinderpaal op de weg naar goede verhoudingen. Vele Nederlanders keerden ln het afgelopen jaar uit Indonesië terug, omdat men daar hun diensten niet langer op prjjs stelde, of omdat zij hun veiligheid daar niet meer voldoende gewaar borgd achtten. In Nederland aan gekomen vormde de huisvesting van deze mensen en hun opname In de Nederlandse maatschappij een probleem op zichzelf. Van 25 Maart tot 1 Aprli werd in Djakarta de eerste Nederlands- Indonesische Unieconferentie ge houden. Op verschillende punten werd daar overeenstemming be reikt; andere bleven echter een probleem. Een van deze laatste was vooral de kwestie Nieuw- Guinea. Ter R.T.C. was overeen gekomen, dat binnen een jaar een overeenkomst moest worden be reikt over de toekomst van het Westelijke gedeelte van 't eiland. Indonesië wil, koste wat het kost, c;e souvereiniteit over dit gebied verwerven, terwijl Nederland van zijn kant niet van zins is aan de ze eis te voldoen. Eind November werd in Den Haag de tweede Unieconferentie belegd. In aansluiting daarop werd begin December een speciale conferentie over Nieuw Guinea gehouden. Tot een oplossing van het probleem kwam men tot dus verre nog niet en het ziet er nog niet naar uit, dat deze spoedig zal worden gevonden. Nederland heeft de laatste jaren millioenen guldens aan Indonesië ten koste gelegd en ei sneuvelden tot Juni 1950 in totaal 2497 Nederlandse soldaten. Aan het eind van 1950 vraagt men zich onwillekeurig af: Waar toe dit alles? Na zijn vertrek uit Indonesië en zijn arrestatie te Singapore vertrok Westerling naar België, dat hem gastvrij ontving en waar hij thans nog vertoeft.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1950 | | pagina 3