VREDE bij de gratie van de ATOOMBOM
KOREA: generale repetitie?
INDONESIË in 1950 eenheidsstaat.
DE WERELD IN 1950.
DE GANGBARE VISIE EN HAAR
BETREKKELIJKHEID.
Ondanks verzet van vele zijden»
ZafrrtU# 30 December 1950
PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD
STALIN.
Met spanning heeft men ook dit jaar weer allerwege de
internationale gebeurtenissen gevolgd. Het jongste verleden
heeft ons overtuigend genoeg geleerd, dat een oorlog in onze
tegenwoordige tijd. wanneer hij eenmaal is uitgebroken,
overal om zich heen grijpt en bijna geen land ongemoeid laat.
Wij hebben bovendien pijnlijk ondervonden, dat zo'n oorlog
geen zaak meer is van soldaten alleen, maar iedere burger
kan treffen, in zijn veiligheid, in zijn bezit, in zijn gezin, in
zijn leven zelfs. Vandaar de intense belangstelling, waarmee
veel meer mensen dan vroeger de ontwikkelingen in de
wereld volgen en proberen wijzer te worden uit de talloze
beschouwingen, die aan deze ontwikkelingen worden gewijd.
In al die beschouwingen wordt het gehele beeld beheerst
door de tegenstelling tussen de twee machtige kolossen:
Rusland en Amerika. Daarbij blijkt de sympathie van
schrijvers en lezers bijna steeds te liggen aan de zijde van
het laatste land, dat afgeschilderd wordt als de verdediger
van vrijheid en democratie tegenover het communistische
dwangsysteem.
In deze tekening zit veel waars
en als wij enig inzicht willen
verwerven in de ongeordende
massa gebeurtenissen, die zich
dagelijks afspelen, kunnen wij
haar zelfs niet missen. In Ame
rika en de andere Westelijke
landen oefent, zoal niet het
Christelijk geloof, dan toch de
Christelijke zedewet nog een
grote invloed uit. En zodoende
mogen deze landen er inderdaad
aanspraak op maken, de be
schermers te zijn van een sa
menleving, waarin de mens al
thans nog de gelegenheid heeft
naar Gods wet te leven, geheel
anders dan onder het zonder
meer goddeloze communisme.
Met dat al mogen wij er niet
blind voor zijn, dat ook in de
Westelijke landen de mens en
zijn verlangens en niet God en
Zijn Wet het cer.trum zijn, waar
om de samenleving zich be
weegt. Vandaar, dat ook in deze
landen soms plotseling de vrij
heid voor de dwang moet wij
ken, zoals de gebeurtenissen van
deze zomer in België wel aan
getoond hebben.
Daarbij komt, dat in de meeste
beschrijvingen der wereldgebeur
tenissen het zicht op hun werke
lijke betekenis geheel ontbreekt.
Dat God de geschiedenis maakt en
Zjjn Koninkrijk daarin tot ontwik
keling brengt: daarvoor heeft
men geen oog. Vandaar dan ook,
dat men de gebeurtenissen zelf
voor het enig belangrijke houdt
en niet begrijpt, dat al deze ont
wikkelingen alleen dienen voor
het rijpen van het te velde staan
de gewas, waarvan God straks de
oogst zal binnenhalen.
Bij alle begrijpelijke bezorgd
heid voor het noodweer, dat ons,
die al mede als halmen op het
open veld van de wereldakker
staan, misschien treffen kan,
zullen wij dan ook als Christenen
goed doen nooit te vergeten, dat
het uiteindelijk om de oogst gaat
en niet om het vaak smartelijke
groeiproces, dat zich in onze
dagen voitrekt.
Deze dingen meenden wij
voorop te moeten stellen, alvo
rens van de voornaamste inter
nationale gebeurtenissen in het
afgelopen jaar ook ons overzicht
te geven, waarvan wij maar al
te zeer beseffen, dat het slechts
een menselijke visie is en niet
de lijnen aan kan geven, waar
langs, naar eens blijken zal,
God ook in dit jaar de ontwik
keling van Zijn Koninkrijk heeft
doen voortgaan.
JjOG GEEN ALGEMENE
OORLOG IN 1950.
Wie enige lijn wil bespeuren
in de chaos van gebeurtenissen
op internationaal gebied, zal
wij zeiden het reeds ook als
Christen niet anders kunnen
doen dan uitgaan van de alles
beheersende tegenstelling tussen
de Westelijke, democratische we
reld onder leiding van de Ver
enigde Staten van Amerika en
het communistische blok, dat
aangevoerd, of beter: voortge
dreven wordt door Sovjet-Rus
land. Uitte die tegenstelling zich
in de voorafgaande jaren nog
slechts in een steeds toenemen
de spanning, zonder dat het tot
wapengeweld kwam, 1950 zag
die spanning tot gedeeltelijke
ontlading komen in een open
conflict. Een conflict, dat inmid
dels nog tot een neventoneel br
perkt werd en waarin ook o
strijdende partijen zich nog mii
of meer vermomden. Een bin
nenlandse Koreaanse aangele
genheid, waarin later Chinese
vrijwilligers hulp verleenden,
heette het aan de communisti
sche kant. En de Amerikanen
trokken op onder de vlag van
de Verenigde Naties.
Deze maskerade zoals men
althans zeker de communistische
voorstelling van zaken noemen
mag had toch nog een andere
betekenis dan een propagandis
tische poging om zich schoon te
praten. Er blijkt namelijk dui
delijk uit, dat men aan Sovjet
zijde thans nog niet de tijd ge
komen achtte voor een algemene
oorlog en daarom voor zichzeli
een achterdeurtje open hield om
zo nodig zonder prestige-verlies
te kunnen retireren. Tevens zat
daarbij stellig de bedoeling voor
om door deze voorwendsels
Amerika een excuus te ver
schaffen om niet in te grijpen,
een mogelijkheid, waarvan dit
land het overigens versmaad
heeft gebruik te maken.
Waarom
schuwde de
Sow jet-Unie
dit jaar nog
een algemene
oorlog Het
antwoord op
deze vraag mo
gen wjj zeker
in de door
Churchill gege
ven verklaring
vinden, dat
Rusland nog
steeds een zo
danige achterstand heeft In de
vervaardiging van atoombommen,
dat het van te voren weet een
thans reeds uitbrekende oorlog
onherroepelijk te moeten verlie
zen.
Deze overweging vormde om
gekeerd de aanleiding voor som
migen in het Westelijke kamp,
wier gedachten de Amerikaanse
minister van Marine, Mathews,
vertolkte, om een zogenaamde
„preventieve" oorlog te begin
nen. Mathews' uitlatingen wer
den overigens door president
Truman en minister Acheson
onmiddellijk gewraakt. Dit was
begrijpelijk:
Amerika's po
litiek is er nog
steeds op ge
richt door het
opbouwen van
eén indrukwek
kende militaire
macht oorlog
juist te voor
komen, door
de Sowjets
reeds van te
voren af te
schrikken.
TRUMAN.
Daarbij komt, dat het uitbre
ken van een wereldoorlog in dit
stadium voor de Verenigde Sta
ten al evenmin aantrekkelijk is
als voor Rusland: wel heeft
Amerika de meerderheid op het
gebied van atoomwapens, maar
in landstrijdkrachten is het ver
re de mindere, zodat de Sovjet-
Unie zonder twijfel in staat zou
zijn in een minimum van tijd
geheel het West-Europese indu
strie-gebied te bezetten, wat
haar oorlogspotentieel ongemeen
zou versterken en Amerika zou
noodzaken opnieuw vele men-
sc ïlevens kostende invasie-opera
ties uit te voeren.
Zodoende behield de wereld
in 1950 nog een, zij het wel zeer
betrekkelijke, „vrede" bij de
gratie van de atoombom.
WISSELVALLIG
KRIJGSVERLOOP.
Maar het eerste treffen vond
dan toch ook dit jaar plaats, over
schaduwde alle er aan vooraf
gaande ontwikkelingen en over
heerste alle latere.
Het wisselvallige verloop van
deze eerste krachtproef werd al
lerwege met spanning gevolgd.
Het was 25 Juni, toen de Noord-
Koreanen bij hun Zuiderburen
binnenvielen. Nog diezelfde dag
besloot de Veiligheidsraad tot
verzet tegen deze aggressie, daar
toe bij machte door de nog
steeds niet afdoende verklaarde
afwezigheid van Rusland, dat
zodoende zijn vetorecht niet kon
uitoefenen. Twee dagen later gaf
president Truman de Ameri
kaanse zee- en luchtmacht op
dracht de Zuid-Koreaanse troe
pen dekking te verschaffen en
op 1 Juli kwamen de eerste
Amerikaanse landstrijdkrachten
op het strijdtoneel aan. Maar
begrijpelijkerwijze viel door de
ze geïmproviseerde tegenweer
de reeds lang voorbereide com
munistische aanval niet in een
handomdraai te stuiten en de
troepen van generaal Mac Ar
thur, inmiddels tot opperbevel
hebber der Verenigde Naties
voor dit operatiegebied benoemd,
moesten zich al spoedig terug
trekken op een nauwe verdedi
gingslinie rondom de aanvoer-
haven Poesan.
Maar daarmede
leek dan ook het
dieptepunt be
reikt. Mac Arthur
bouwde z'n strijd
krachten op en
bereidde zijn te
genstoot voor. 15
September land
den zijn troepen
MAC ARTHUR^ Intsïon
sneden op 26
September de communistische
aanvoerlinies af door de her
overing van de Zuid-Koreaanse
hoofdstad Seoel. Daarmee was
de mislukking van de Noord-
Koreaanse „bevrijdingsoorlog"
bezegeld en de vraag was nu al
leen nog maar, of men de vij
and ook in eigen land zou gaan
bestrijden. Zodra deze vraag be
vestigend beantwoord was, werd
de geallieerde opmars voortge
zet en Noord-Korea in snel tem
po, zij het onder toenemende
tegenstand, bijna geheel ver
overd, totdat Mac Arthur op 24
November zijn laatste grote of
fensief kon inzetten, als resul
taat waarvan hij zijn troepen
„met Kerstmis thuis" beloofde.
Maar dat was dan ook het
laatste goede nieuws, dat de
vrije wereld tot aan het einde
van het jaar uit Korea zou ho
ren. Al spoedig bleek immers
dat in die dagen een tweede
keerpunt was bereikt door een
grootscheeps ingrijpen van Chi
nese strijdkrachten. Geheel on
verwacht kwam dit niet. Reeds
op 2 November waren de eerste
Chinese „vrijwilligers" in Korea
waargenomen en op de zesde
had Mac Arthur zelf officieel
hun aanwezigheid geconstateerd.
Doch eerst aan het einde der
maand werd het ernst, zelfs zo,
dat de Amerikaanse opperbevel
hebber van een geheel nieuwe
oorlog sprak. Dat bleek maar al
te juist: in minder dan geen tijd
moesten de verbonden troepen
geheel Noord-Korea ontruimen,
waarin zij gedeeltelijk slechts
ten koste van zeer grote verlie
zen slaagden.
Wederom werd de vraag, of de
38ste breedtegraad gepasseerd
zou worden, maar nu door de
andere partij en in omgekeerde
richting, een brandende kwestie
in de wereldpolitiek. Een kwestie,
die aan het einde van dit jaar
zijn oplossing nog niet had ge
vonden.
MARSHALL.
ATTLEE.
MALIK.
stuurt hij Mao over de
grens?
AZIË OF EUROPA?
Een neventoneel noemden wij
Oost-Azië, waar het tot dan toe
ondergronds gebleven grote we
reldconflict dit jaar aan de opper
vlakte tot uitbarsting kwam.
Maar is Oost-Azië, en trouwens
Azië in het algemeen, inderdaad
in deze eeuw nog een nevento
neel? Of verdient het eigenlijk
De Engelse schrijver George Bernard Shaw overleed op
Si-jarige leeftijd.
meer aandacht zelfs dan Europa?
Deze voor ons Europeanen, die
zelf op leven en dood met het
lot van ons eigen werelddeel
verbonden zijn, uiteraard onwe
zenlijke vragen, vormden in de
Verenigde Staten het voorwerp
van een heftige meningsstrijd
tussen de leidende staatslieden
van de Democratische partij en
vele Republikeinse leiders. Van
daar de halfslachtige politiek,
die de Amerikaanse minister van
buitenlandse zaken, Acheson, al
eerder gedwongen was ten op
zichte van China te volgen: doel
treffende steun
aan Tsjang Kai
Sjek wenste hij
mede op ad
vies van de
China-kenner
Marshall, tij
dens de bur
geroorlog in
dat land niet
te bieden, daar
hij de Verenig
de Staten niet
in een Azia
tisch avontuur
wilde verwikkelen. Doch ander
zijds kon hij evenmin over
gaan tot erkenning van com
munistisch China, toen het
nationalistische bewind een
maal naar Formosa verdreven
was. Dit in tegenstelling met
vele Europese staten, die het
maar wijzer achtten zich bij het
nu eenmaal voldongen feit neer
te leggen. Dit mocht zwak schij
nen, maar leverde toch moge
lijkheden tot een realistischer
politiek dan de Amerikaanse,
zoals bij de pogingen om in Ko
rea tot een compromis met de
Chinezen te komen wel geble
ken is.
Maar hoe ook gehinderd in
hun beleid t.a.v. Azië, waar zij
onder druk van de Republikei
nen, aan wier zijde Mac Arthur
min of meer stond, een krachti
ger politiek moesten voeren,
(o.a. gekenmerkt door het on
voorwaardelijk vasthouden aan
Formosa) dan met de voor dit
continent beschikbare Ameri
kaanse machtsmiddelen overeen
kwam: aan de hoofdlijn van hun
beleid: Eerst Europa dan Azië,
konden president Truman en
minister Acheson toch, gelukkig
voor ons bijkans weerloze we
relddeel, stevig vasthouden.
Dit bleek nog
in December
uit de voor
Europa positie
ve resultaten
van het op het
gebied van de
Aziatische poli
tiek van vrjj
ernstig ver
schil van In
zicht blijk ge
vende overleg
tussen Truman
en do Britse
minister-president Attlee.
ATLANTISCHE DEFENSIE
VERSTERKT.
De uitslag van de besprekin
gen tussen de beide Angelsak
sische leiders te Washington
was trouwens niet de eerste stap
in de richting van een verster
king van de West-Europese de
fensie. Reeds vroeg in het jaar
was daarover herhaaldelijk ge
sproken en zelfs waren in het
kader van het Atlantisch Pact
op een militaire conferentie te
's-Gravenhage In April plannen
van practische betekenis be
raamd. Maar de schok van Ko
rea was toch nodig, voordat er
resultaten van belang geboekt
konden worden. Zelfs toen ging
het overigens nog niet vlot. Nog
in September en October stuitte
de door de Verenigde Staten
nodig geachte herbewapening
van West-Duitsland af op ster
ke Franse tegenstand.
Eerst in de
laatste maand
van het jaar
kon men over
de Inschakeling
der Duitsers
tot overeen
stemming ko
men en kon
ook de in Euro
pa zeer geziene
generaal Eisen
hower tot op
perbevelhebber EISENHOWER.
van de te
scheppen Atlantische strijdmacht
worden benoemd.
De vraag zal nu echter nog
beantwoord moeten worden, of
ook de West-Duitsers zelf bereid
zijn hun aandeel in West-Euro
pa's defensie op zich te nemen.
Bondskanselier Adenauer, die
daar zelf, zij het op vrij zware
voorwaarden, wel voor voelt,
zal hierover nog het nodige te
stellen krijgen met de socialisti
sche oppositie. Gereed is West-
Europa dan ook nog lang niet
om de Russen zo nodig met suc
ces te kunnen weerstaan.
FEDERALE GEDACHTE
WON LANGZAAM VELD
Een zelfde bescheiden vooruit
gang boekte West-Europa op het
gebied van de staatkundige en
economische samenwerking. De
Raad van Europa, die ook op
het gebied van de defensie met
lofwaardige aanbevelingen kwam
vorderde langzaam op de weg
naar een federale structuur voor
het Westen van ons werelddeel.
West-Duitsland werd reeds weer
bijna op voet van gelijkheid in
de kring opgenomen en zijn ver
houding tot Frankrijk verbeter
de aanzienlijk. Hiertoe droeg ze
ker in hoge mate de beleidvolle
politiek van de Franse minister
van buitenlandse zaken, Schu-
inan, bij, die in Mei het belang
rijke initiatief nam tot het naar
hem genoemde plan, dat beoogt
de kolen- en staalindustrie van
West-Europa onder gemeen-
schappelijk beheer te brengen.
Hiermee hoopte hij zowel eco
nomische vooruitgang te berei
ken, als het wantrouwen tussen
zijn land en de Duitsers te ver
minderen. Waar immers de mo
derne oorlogvoering niets kan
beginnen zonder zware industrie
is de mogelijkheid tot een oor
log tussen deze twee landen bij
een gezamenlijke exploitatie van
de steenkool- en staalindustrie
eigenlijk weggenomen.
Te betreuren viel, dat Enge
land, onder leiding van een so
cialistische regering, die bij de
in Februari gehouden verkiezin
gen maar nauwelijks in het za
del gebleven was, aan dit plan
geen loyale medewerking ver
leende, al valt het te begrijpen,
dat dit land ook met zijn rela
ties met de overzeese delen van
zijn gemenebest te rekenen
heeft. Dat het echter ten enen
male weigerde zich te onder
schikken aan een „Hoge Autori
teit", als in het plan-Schuman
voorzien voor de genoemde in
dustrieën, werd door de andere
West-Europese landen vrij
algemeen betreurd. Met de
erkenning van zulk een boven
nationaal orgaan staat of valt
immers de federatie-gedachte,
waarvan men buiten Groot-
Brittannië zoveel heil verwacht.
Intussen heeft men de moed nog
niet opgegeven, dat Engeland
toch te eniger tijd aan de tot
standkoming van zulk een fede
ratie zal willen medewerken.
TWEE LESSEN.
Zo verliep dan in grote trekken
Koning Leopold keerde in Juli weer <u Belgie terug. De aan
komst op het vliegveld Evere bij Brussel.
het jaar 1950, waarin de Weste
lijke wereld begon te ontwaken
tot het besef van de noodzake
lijkheid van een grote krachts
inspanning, daarin voorgegaan
door de Verenigde Staten van
Amerika, die in de laatste maand
zelfs met een grootscheepse mo
bilisatie van hun industriële en
militaire macht begonnen in het
raam van de door Truman uitge
roepen „nationale noodtoestand".
Anderzijds ontdekte diezelfde
Westelijke wereld ook, dat de
communistische aggressie zich
niet door het eerste liet beste ver
weer een definitief halt liet toe
roepen. Het zal er nu maar om
gaan, of het Westen wakker blijft
en zich werkelijk tot een uiterste
inspanning opmaakt om „de vrede
door kracht te bewaren". Zonder
Gods leiding en zegen zal dit nim
mer gaan. Moge vooral dit besef
in 1951 allerwege levendig wor
den.
Op 27 December 1949 werd Indonesië bjj de souvereiniteitsover-
dracht een zelfstandige staat. Het jaar 1950 was dus voor dit land
het eerste jaar als zelfstandige natie. Nederland heeft nog vele
banden met het vroegere Nedcrlands-Oost-Indië en het is dan ook
geen wonder, dat men hier de ontwikkeling in de jonge staat met
belangstelling bleef gadeslaan. Belangstelling, die vaak overging in
ongerustheid bij de loop die de dingen in de archipel namen. Van
een rustige ontwikkeling was geen sprake; de regering van Indo
nesië bleek nog niet bjj machte om all krachten, die de nationalis
tische beweging zelf in de voorgaande jaren had opgeroepen,
meester te worden en te blijven. Vele berichten toonden aan dat
de onveiligheid groot was.
Een andere bron van onrust was het streven der republikeinse
regeerders uit Djokjakarta naar een eenheidsstaat. Westerling,
Sultan Hamid H, Abdoel Aziz en vele anderen, die hiertegen gekant
waren, vonden bij een deel van het Nederlandse volk sympathie.
Antipathie daarentegen wekte de wijze, waarop de voorstanders
van het eenheidsstreven hun ideaal trachtten te verwezenlijken.
Vooral de strijd in de Zuid-Molukken beroerde vele Nederlanders
in hoge mate.
Westerling begon op 23 Janu
ari zijn actie in de omstreken van
Bandoeng. Aanvankelijk leek het
er op, of Westerlings invloed zo
groot was, dat zijn beweging een
gevaar zou worden voor het een
heidsstreven der Indonesiërs. Niet
heel lang duurde het echter, of
„de Turk" moest vluchten. Op 26
Februari werd hij te Singapore
gearresteerd. Vanzelfsprekend
vroeg de Indonesische regering
zijn uitlevering. Die uitlevering
werd echter afgewezen en zodoen
de kon Westerling, nadat hij zijn
gevangenisstraf wegens het zon
der vergunning binnenkomen van
de kolonie en het mishandelen
van een Maleise medegevangene
had uitgezeten, in vrijheid ver
trekken. België ontving hem gast
vrij. Door de V.N.,die hij aanbood
om op Korea te gaan vechten,
werden zijn diensten niet aan
vaard.
De federale beweging
uitgeschakeld.
Op 5 April braken in Makassar
relletjes uit. Opstandige troepen,
meest K.N.LL.-eenheden, die in
R.I.S. verband waren overgegaan,
bezetten onder leiding van kapi
tein Abdoel Aziz de stad. Nadat
de kapitein een poos lang leiding
had gegeven aan zijn mannen in
de strijd tegen de regering der
R.I.S.ging hij voor „besprekin
gen" naar Djakarta, waar hij
prompt werd gearresteerd. Op 5
April had de R.I.S.-regering ook
laten arresteren Sultan Hamid II
van Pontianak, minister zonder
portefeuille ln de regering der
R.I.S. Hij werd ervan beschuldigd
Westerling en diens opstandige
beweging te hebben gesteund.
Volgens berichten uit Indonesi
sche bron zou de sultan dit ook
hebben bekend. Of dit inderdaad
waar is blijkt onzeker. Wel is het
een feit, dat Hamid voorzitter
van de B.F.O. (Bureel federaal
Overleg) geweest was en al3 zo
danig sterk afkerig stond tegen
over het unitaristische streven
der Djokjanezen.
De beslissing in de strijd tussen
de voorstanders van een eenheids
staat en van een meer federalis
tische staatsvorm viel uit in het
voordeel van de eersten. Steeds
meer federale gebieden werden
ingeschakeld in de republiek
Djokja. Tijdens besprekingen tus
sen vertegenwoordigers van de
R.I.S. (Republiek Indonesia Seri-
kat) en de republiek Indonesia
(Djogja) kwam men op 19 Mei
tot het besluit, dat een eenheids
staat zou worden gevojmd, zoals
op 17 Augustus 1945 bij de onaf-1
hankelijkheidsverklaring was ge
proclameerd. Op 12 Juli keurde
het kabinet de voorlopige grond
wet van de nieuwe eenheidsstaat
goed. Op 15 Augustus kondigde
president Soekarno in het parle
ment officieel de tot stand ko
ming van de eenheidsstaat af. De
Republiek Indonesia Serlkat, die
volgens de besluiten der Ronde
Tafelconferentie was geschapen,
was daarmee te niet gedaan.
Ambon en Nieuw-Gulnea.
Veel beroering ln Nederland
wekten de gevechten ln de Zuid-
Molukken. De strijd der Ambon-
nezen voor hun zelfbeschikkings
recht had de sympathie van dui
zenden Nederlanders. Op 24 April
werd de Republiek der Zuld-Mo-
lukken te Ambon uitgeroepen.
Vanzelfsprekend wekte deze actie
reacties op bij de Indonesische
regering. Met alle middelen, waar
over zij beschikte, trachtte deze
de opstand te onderdrukken. Dat
dit grote offers kostte, zowel bij
de aanvallende, als de verdedi
gende partij, spreekt wel vanzelf.
Tijdens de gevechten en door
bombardementen werd een groor
gedeelte van de stad Ambon, als
ook van de rest van de Zuid-Mo
lukken verwoest. De wijze waarop
de Apri-troepen (het officiële In
donesische leger) de strijd tegen
het Ambonnese volk, dat door de
eeuwen heen trouw aan Neder
land was geweest, voerde, deed
vele Nederlanders besluiten dit
volk in nood te helpen. Hoewel
de hoofdstad van Ambon thans
in Indonesische handen is, is de
strjjd nog steeds niet ten einde.
De guerilla tegen de Indonesische
troepen duurt nog altijd voort en
kan nog lange tijd worden voort
gezet.
Ook bemiddeling van derden
kn geen vreedzame oplossing be
werken. Noch een beroep van
minister-president Drees op de
Indonesische premier Natslr, noch
een beroep van de U.N.C.I. op de
Indonesische regering, leidde tot
positieve resultaten.
De verhouding van de republiek
Indonesia tot Nederland in het
afgelopen jaar kan niet bepaald
hartelijk worden geoemd. Te vaak
werd de sfeer vertroebeld door
de hierboven geschetste gebeur
tenissen. Bovendien uitte zich
vaak een antipathie der Indone
sische leiders jegens de Nederlan
ders ln beschuldigingen aan het
adres van de laatsten ln verband
met voorkomende ongeregeldhe
den.
Dat de Indonesische regering
niet bij machte bleek de veilig
heid van de Nederlandse levens
en eigendommen in Indonesië te
garanderen, bleek eveneens een
hinderpaal op de weg naar goede
verhoudingen. Vele Nederlanders
keerden ln het afgelopen jaar uit
Indonesië terug, omdat men daar
hun diensten niet langer op prjjs
stelde, of omdat zij hun veiligheid
daar niet meer voldoende gewaar
borgd achtten. In Nederland aan
gekomen vormde de huisvesting
van deze mensen en hun opname
In de Nederlandse maatschappij
een probleem op zichzelf.
Van 25 Maart tot 1 Aprli werd
in Djakarta de eerste Nederlands-
Indonesische Unieconferentie ge
houden. Op verschillende punten
werd daar overeenstemming be
reikt; andere bleven echter een
probleem. Een van deze laatste
was vooral de kwestie Nieuw-
Guinea. Ter R.T.C. was overeen
gekomen, dat binnen een jaar een
overeenkomst moest worden be
reikt over de toekomst van het
Westelijke gedeelte van 't eiland.
Indonesië wil, koste wat het kost,
c;e souvereiniteit over dit gebied
verwerven, terwijl Nederland van
zijn kant niet van zins is aan de
ze eis te voldoen.
Eind November werd in Den
Haag de tweede Unieconferentie
belegd. In aansluiting daarop
werd begin December een speciale
conferentie over Nieuw Guinea
gehouden. Tot een oplossing van
het probleem kwam men tot dus
verre nog niet en het ziet er nog
niet naar uit, dat deze spoedig
zal worden gevonden.
Nederland heeft de laatste
jaren millioenen guldens aan
Indonesië ten koste gelegd en
ei sneuvelden tot Juni 1950 in
totaal 2497 Nederlandse soldaten.
Aan het eind van 1950 vraagt
men zich onwillekeurig af: Waar
toe dit alles?
Na zijn vertrek uit Indonesië en zijn arrestatie te Singapore
vertrok Westerling naar België, dat hem gastvrij ontving en waar
hij thans nog vertoeft.