FIJNE KERSTKRANS LUTEIJN [Tl FiillEMOVlI Kerstgeschenken „BOHEMIA" Goud, Zilver, Uurwerken, Verlovingsringen C. H A R I N C K V.h. P. W. BLIEK Fa VLEUGEL, GOES -\ H. HOLLESTELLE i K i j, y> I J favoriet, ook in de kleine klasse! rf jflauL Brilmonturen Briletui's Leesglazen Loupen Verrekijkers Buiten thermometers Min-max thermometers Barometers Fotoalbums w.o. handgeschilderd Camera's van I 1 3,50 tot f 450,00 en diverse fotobenodigdheden Lange Kerkstraat 9 GOES Neem eerst een kijkj bij OOSTDIJK rffprmrê JiSMU& Uei Ke,?iül$teAJt de, madelne dicJhteA Donderdag 21 December 1950 'T ZEEUWSCH WEEKEND Pagina 14 Donderdag 21 December 1950 'T ZEEUWSCH WEEKEND Pagina 3 CHOCOLATERIE XLOKSTRAAT 1 Tel. 2014 Voor een werkelijk zorgt GOES Bekijkt U eens onze etalages BANKETBAKKERIJ L. KERKSTR. 4 8 Tel. 3015 zoekt en winkelt prettig door de in .Kerstsfeer" omgetoverde Lange Kerkstraat Centraal Kleding Magazijn MAGDALENASTRAAT 7, GOES Ook uw feestvreugde wordt vergroot door het dragen van goede, smaakvolle kleding Bezichtigt daarom onze Collecties en U zult verbaasd staan Dames- en Backfish-japonnen en -mantels Heren- en Jongenscostuums en -jassen Wegens vergevorderd seizoen speciale voordelige aanbieding in Jassen en Mantels Daar zit ras in U merkt dat ats U achter het stuur zit Een pittige viercylinder, waar U flink mee kunt opschieten* Watervlug en zeldzaam handig in het stadsverkeer, maar ook vlot en onvermoeibaar op de lange afstand. Oerzuinig en zo economisch van bouw en indeling, dat U er een volwaardige auto aan hebt - Overtuig U door een proefrit van zijn bijzondere kwaliteiten. Maak een afspraak met de dichtstbijzijnde Ford Dealer, hij zal U graag demon streren, welke voordelen deze taaie raswagen biedt M. de Dreu Co's Automobielhandel en Garage Onderneming N.V. Nieuwstraa» 21-23, lel. 2267 Zierikzee G. C. Anker, Havenplein A 325 tel. 22 N.V. NEDERLANDSCHE FORD AUTOMOBIEL FABRIEK - AMSTERDAM Tijdens uw wandeling door de in Kerststemming gebrachte Lange Kerkstraat is een bezoek aan onze zaak de moeite waard! U vindt daar een grote sortering: «n Unslott* g«»H <U Ford Sorvle* do volledlgo doorslag bij uw kouxo van do maast oconomlscho wagon. Goes il|||iii""""i||||||ii"""'i||jj||ii'"^ Voor Dameshorloge 1 of HerenhorlogeJ LANGE VORSTSTRAAT 55 - GOES 1 Het adres waar ook Uw reparatie prima verzorgd wordt i J ItilllllllllllliHillllllllllliniillllllllllliiiiillllllllllliiiiiilllllllllliiiiiilllllllllliiiiii tlllllllllliiiiiitllllllllliiiillllIllllllliiiilllllIllllliiiiilllllllllllinH V Cn Merk H.D.Z. Monogram, Steenringen, Armbanden, Hangers, Colliers, Broches, Manchetknopen, Theelepeltjes, vj, enz. Gero-Zilmeta Lange Vorststraat 86 GOES Telefoon 2118 /i ERSTKRANSEN ERSTTAARXEN ERSTSTAVEN ERSTCAKE ERSTBROOD ERSTGEBAKJES ERSTKLOKKEN ERSTKRANSJES (chocolade) ERSTKRANSJES (suikerwerk) WORSTBROODJES, SAUCIJSEBROODJES, REGOUT- BROODJES en CROQÜETTEN. •s-HEER HENDRIKSKINDERENSTRAAT 33 - Telef. 3065 Voor „Zeeuwsch Dagblad" geeft het laatste nieuws in de betere genre Lange Vorststraat 58 GOES Telefoon 2569 Geen feit in de wereldgeschie denis is zó vaak en zó gevarieerd bezongen als 't grote gebeuren in Bethlehem van vóór tweeduizend jaren. Het oudste ons bekende kerstlied gaat terug tot de kin derlijk-verrukte stamelingen van anonieme dichters uit de Middel eeuwen (merkwaardig genoeg veelal vrouwen) en via de lyriek van de Renaissance-tijd, de ratio nalistische poëzie van de „Ver lichten" en de bombastische rhe- toriek van de 19e eeuw komen we dan terecht bij de dichterlijke vi sie op het Kerstgebeuren van een vorige en van onze generatie. Zo dingen weer te geven? Er wordt dan nog wat eigen fantasie door heen geweven en zo is er een lange, lange reeks kerstliederen ontstaan, die echter het eigenlijke kerstf e i t negeren, er aan voor bijgaan of het hoogstens als een symbool zien. Ik denk hierbij b.v. aan het „Kerstlied" van onze grote Bou- tens, waarin hij zegt: „En hemels lichte Wonder gaat aan ons ledig hart voorhij". In deze ene regel omschrijft hij wat het Kerstge beuren voor velen nog slechts is wél een „Wonder van de hemel" doch dat voorbij gaat aan een IMMANUËL. Dit blijft de troost van Bethlehem: de wereld heeft haar Heer gevonden, want boven Moskou zingt een stem; er vliegt een engel boven Londen. En deze wetenschap geeft moed: omdat de Heiland is geboren valt 't duister nimmermeer voorgoed en niets is ooit geheel verloren. Hoe menig man reist uit zijn land om vrucht'loos naar de vree te zoeken. Rust niet de sleutel in zijn hand?: gij vindt het kindeke in doeken. WisjinskiBevin en Bidault, God komt U met zijn veto tegen: gij vindt het kindeke op stro, aan Hem is alle macht gegeven. Toen Jezus' hart begon te slaan in dit erbarmelijke leven, nam het heelal de maatslag a an, die door Zijn bloed werd aangegeven. Gaat deze wereld eens te loor om wat wij, mèt de hel, verzonnen, God blijft de demon één slag voor, Immanuël heeft overwonnen. Uit: „Ontmoeting" December 1947. D. v. d. STOEP. voelt men bij het lezen der kerst liederen de adem van eeuwen langs zich heen gaan, maar helaas is deze lang niet altijd verkoe lend, verfrissend of opwekkend. Vooral niet bij de moderne kerst gedichten. Er zou over „het kerstlied door de eeuwen heen" een hele ver handeling te schrijven zijn, doch ik wil mij in dit artikeltje beper ken tot een korte beschouwing over het kerstvers van onze tijd genoten. Dat wil zeggen: over de poëzie die na 1880 over Christus' geboorte is geschreven. En dan valt het direct op, hoe arm, dood arm een groot deel van deze po ëzie is. O zeker, literair bezien is er niets op aan te merken. Onze moderne dichters hebben sublie me kerstverzen en kerstrijmen geschapen, technisch knap en voortreffelijk, zoetvloeiend van taal en verrassend van visie soms. Maar Eén ontbreekt er in: Chris tus als de Verlosser, de Zalig maker. En hoeveel waarde heeft een kerstvers zonder Hem? Ach, 't is wel te begrijpen. Die wondere geschiedenis uit Lucas 2 heeft voor de gevoelige dichter ziel zoveel aantrekkelijks 't is alles zo romantisch en zo aan doenlijk die armelijke geboorte in een koude stal met als enige topschouwers de os en de ezel, de „engeltjes" die uit de hemel ko men, de opgetogen herders, de zoekende Wijzenwie zou er niet door geroerd worden, om dat tafereeltje in dichterlijke bewoor- DE ENGELEN ZINGEN! Wij zijn van heinde'en ver gekomen. De tijd is boos en ons hart is ziek. Een engel heeft met zijn witte wiek ons even zingende aangeraakt en 't oud verlangen weer losgemaakt. Waar is het Kind van onze dromen? Dit is de nacht van Gods erbarmen. De engelen vouwen de vleugels dicht. Wij zijn verblind door het sterrenlicht. Gods liefde vindt ons dit heilig uur. Maria wiegt in een wrakke schuur de Heiland in haar tengere armen. Wij zijn gehavend en verlopen. Geen herder is er als wij zo ruig. Maar schichtig knielen wij bij 't gejuich van duizend' engelen. Kyriëlijs Dit is de drempel van 't paradijs en God doet ons de deuren open. I I JO KALMIJN—SPIERENBURG. Liever geef ik u in dit nummer enkele positieve kerstgedichten allen van onze jongere Protes tants-Christelijke kunstenaars. Zij hebben het verstaan wat de diepste betekenis is van het Kerstfeest: Jezus Christus in de wereld gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Zij weten het, dat Golgotha begint bij Bethlehem en dat de genen, die rond de stal slechts De wereldde dichter v. d. Stoep zingt er van in dat sterke lied, dat hij „Immanuël" noemde. Immanuël God met ons! God óók met de wereld, die in Chris tus haar Heer gevonden heeft „Want boven Moskou zingt een stem; er vliegt een engel boven Londen". Wat hebben tegenover Hem de wereldgroten nog voor macht? Dit Kind, aan wie alle macht in hemel èn op aarde is hart dat leeg blijft, dat de grote betekenis ervan niet vermag te doorschouwen. Zo ook Boutens' tijdgenoot J. H. Leopold. Hij schreef enkele prachtige kerstgedichten, die in deze dagen graag geciteerd wor den maar het blijven devote plaatjes, 't Is alles erg mooi en erg lief en erg aandoenlijk, in pure en zuivere taal gezegd, doch aan een mooie omschrijving of be schrijving van wat daar in de stal gebeurt, heeft men geen houvast. Het zégt ons immers niets, dat er rond het hoofdje van het „lief Jezuskindekijn een zuivere licht schijn" zweeft? Zo zou ik nog wel wat door kunnen gaan. Ik zou u nog tien tallen z.g. kerstgedichten kunnen noemen, die niets anders zijn dan een aardig prentje, een zoetelijk gemediteer bij het geweldig ge beuren van de eerste kerstnacht óf een bittere machteloze schreeuw om Licht, zonder de volstrekte capitulatie voor Hem die als een hulpeloos en toch al machtig kind de hemelen door brak. Het blijft alles aan de bui tenkant, het hart ontbreekt er in: de Redder van een verloren, ver doemde wereld, van een om zijn zonden schreiend mensenkind. Laat ik u er niet verder mee ver moeien. Weet alleen, dat zelfs de aan het Christendom totaal ont wortelde dichters, óók de Neder landse, htm kerstlied schreven. Als was het een verplichte boete, een niet te weerstane drang tot inkeer en bezinning DE HERDERS EN HET KIND. Wij hebben de slapende schapen gelaten Bij 't vuur, dat vlamt in de nacht. Enkel een lam, dat ontwaakte en ging blaten, Hebben wij medegebracht. O zoete Kind, dat in Bethlehem kwam, Wij zijn slechts herders „Zie Ik ben he(j Lam." Blinkende zijn ons de englen verschenen, 't Duister kromp weg voor hun licht, Maar toen hun zingende vluchten verdwenen, Viel zwart de nacht om ons dicht. O stralend Kind, dat ons lokte van ver, Wij staan in 't donker „Zte Ik ben de Ster". Aan uwe deur staan wij stil en wij schromen: Arm zijn tuij toie waagt het zo Zonder geschenk tot een Koning te komen1 „Koos Ik niet kribbe en stro?" O Koningskind, dat uw rijkdom vergat, Wij derven alles „Zie Ik ben een Vlam!" Achter ons wachten de eindeloze stoeten, Al, wie ter wereld veracht, Arm en vertrapt zijn, en hongeren moeten, Staan bij Uw stal in de nacht. Ach heilig Kind, dat in Bethlehem kwam, Koud is de wereld „Zie ok ben een Vlam!" Uit: „Het Korenland", Dec. 1936. ELISABETH VERMEER. vagelijk kunnen dromen, vergeefs naar een nieuw Jeruzalem zoe ken. Voor hen is dat Kind een tastbare Realiteit, het vleesge worden Woord van God, dat al- den kan redden de wereld èn het eigen leven. KERSTFEEST. De oude stal was kil van vocht En angstig in lantarenschijn Maria, na de lange tocht, Was bleek van moeheid en van pijn. Zij rustte op het harde stro En droeg een glimlach, wonderbaar En merkte Jozefs liefde noo Onhandig zorgend over haar. Maar aan de hemel ging een ster En dreven zangen op de wind, Want langzaam kwamen van heel ver Drie wijze mannen om een Kind. Zo, in de armoe onzer ziel, Zijt gij geboren onverwacht, En 't licht, dat rond Uw hoofdjen viel, Staat als een ster in onze nacht. Uit: „Feesten van 'tjaar". W. A. P. SMIT. regels heeft samengeperst. In heel dit vers is alle franje, alle mooidoenerij volkomen zoek, het is direct, recht-op-dc-man-af. Het klinkt als een klaroenstoot: „Im manuël hééft overwonnen!" Koos van Joorne schreef een kerstgedicht van wat langer adem, maa: niet minder rechtuit, niet minder gelovig ook. Hij hoort door de engelenzang heen de kruisklacht al doorklinken en weet, dat dit Kind door allen ook door hemzelf verrader, zal worden, dat Hij op Golgotha aller schuld moet dragen. Maar achter Golgothr ziet de dichter het ge- oper.ae graf al en daarom kan hij verrukt zijn zang in de don kere kerstnacht besluiten met dat stralende getuigenis: „Gij redt in déze nacht Uw volk en Uw rijks gebied". „De Herders en het Kind" van Elisabeth Vermeer (het pseudo niem, waarachter zich één onzer bekende romanschrijfsters ver bergt) c.. „De Engelen zingen!" van Jo Kalmijn-Spierenburg heb ben eigenlijk dezelfde ondertoon de aarzeling, de schroom om tot het heilig Kind te naderen. Bij Elisabeth Vermeer word het een tweespraak, maar op allo bezwa ren om tot Hem te komen, geeft dat Kind het antwoord. Niemand hoeft bang te zijn, niemand hoeft bezwaren te hebben, want voor de herders is Hij het Lam; voor hen die in 't donker dolen de Ster; voor d" armen, die niets nebben dan hun gehavend hart, orengt Hij een Schat; Hij is de Vlam die de koude wereld verwarmt, die vuur op aarde bracht. Jo Kalmijn-Spierenburg weet zich eveneens dit Godsgeschenk zo onwaardig: „Wij z jn gehavend en verlopen, geen herder is er als wij zo ruig". Maar toch durft zij te knielen en haar „Kyriëlijs" Heer, erbarm U onzer te sta melen. Omdat zij weet, dat God in dit Kind het, door Adams èn door eig' zonde gesloten Para dijs weer geopend heeft. Het gedichtje van W. A. P. Smit tenslotte doet in de aanvang denken aan de devote plaatjes, waarover ik het straks had. Maar aan het eind getuigt de dichter dat voor hem Christus niet twee duizend jaar geleden in de stal geboren werd, maar nu, „in de armoe van zijn ziel". En nóg staat voor hem dat Licht van die nacht als een ster in de duisternis van zijn hart; ondoofbaar, omdat het door God zelf ontstoken werd. Zo zijn er in onze gespleten, verwarde wereld nog zangers die hun zuiver en gelovig kerstlied kunnen en durven zingen. Men sen, die weten dat Kerstfeest niet een aandoenlijk historisch gebeu ren is, maar verschrikking èn te gelijk genade. En daarom, door Gods gunst, mogen getuigen dat Christus' leed en vernedering hun èn onze behoudenis is. gegeven, is Gods veto, de hoogste uitspraak van de hoogste Rech ter: „Ik wil niet dat deze wereld, deze mensheid verloren zal gaan". Zelden las ik een krachtige con creter geloofsgetuigenis, dan wat de dichter hier in de vier slot- Weest altijd vlug en bereid an deren te helpen en gij zult waar schijnlijk zelf geen hulp nodig hebben. Als men zegt, dat men het geld minacht, bedoelt men natuurlijk het geld van anderen. j Op de hoogten is het eenzaam- Wij hebben een verbazingwek kend vermogen om door kleine gebreken grote deugden te ver geten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1950 | | pagina 7