Dr J. Th. de Visser, een rusteloos werker.
YL/m
Voedsel' en hrandstofschaarste kent men
niet meer.
ADAAISON
Industriële artikelen moeten aan
trekkelijk zjjn.
Toch een winstpunt in de Kalverstraat
Net ontbrekende woord
Beminnelijk mens voor iedereen.
De edele huid-
Belangwekkende historie beschreven.
Finse regering krijgt
vertrouwen.
„Kleingoed".
West-Duitsers zijn politiek goed georiënteerd.
Maandag 28 Augustus 1950
PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD
Pagina 2
PROTESTANTSE BEDEVAARTEN (XIU).
In deze tijd van specialisatie zijn figuren, die kwaliteiten op
velerlei terrein hebben, uitzonderingen. Vroeger schenen zjj vaker
voor te komen. Op de bedevaarten mochten we er al een paar
ontmoeten: Groen van Prinsterer, Kuyper, De Savornln Lobman,
Bronsveld. Ditmaal treffen we weer zo iemand aan, n.L dr J. Th.
de Visser, die uitblonk als theoloog, kanselredenaar, politicus,
onderwijsman, journalist en voorman ener arbeidersorganisatie.
Om de figuur van Johan Theodoor de Visser (18571932) nader
te leren kennen, maakte Ik een bedevaart naar diens eerste ge
meente, Leusden b(j Amersfoort. Het zal ln December a.s. 70 jaar
geleden zijn, dat de jonge candidaat De Visser bevestigd werd
als predikant bij de Hervormde gemeente in dit heerlijke dorp.
Hoewel na De Visser slechts
vijf predikanten de pastorie al
daar bewoond hebben, is de her
innering aan zijn optreden te
Leusden geheel vervaagd. Mefl
kan de vraag stellen of dit dorp
dan wei de juiste plek is om over
dr De Visser na te denken. Im
mers, deze man was een echte
itedeling. Hij kende de. grote
plaatsen goed, daar hij te utrecht
lijn jeugd doorbracht, te Rotter
dam en Amsterdam stond en te
's Gravenhage als staatsman
woonde. Bovendien bracht zijn
ambtelijke loopbaan hem van
Leusden nog naar de fabrieks-
itad Almelo.
De Visser, die ons land in vele
kwaliteiten diende, behield niet
tegenstaande zijn veelzijdige be
moeienissen en zijn rusteloze
werkzaamheden die hem uit
muntend deden passen in de ste
delijke samenleving altijd iets
/an de dorpspredikant. Want al
itapelden de bezigheden zich voor
aem op, er moet toch grote kalm
te van hem zijn uitgegaan. Hij
leefde niet gejaagd. Hij nam over-
ll de tijd voor. Hoe het dan kwam
dat hij zo oneindig veel werk kon
verzetten 7 De Visser had de gave
om de vraagstukken vlug te door-
ilen en vlot af te handelen.
Bevriend met allen.
Ik zei al, dat Leusden een heer
lijk dorp is. Het valt in twee
stukken uiteen. Oud-Leusden ligt
al bijna op het grondgebied van
Amersfoort. Daar staat een toren
Uit 1300 eenzaam op een kerkhof.
Het bedehuis, in 1828 afgebroken,
werd verplaatst naar Nieuw-
Leusden, dat enkele kilometers
verderop ontstond.
Daar heeft De Visser dus ge
woond. Wil men weten, wie des
tijds zijn gemeenteleden waren,
dan loont het de moeite, om een
kijkje op het kerkhof rond de ou
de toren te nemen. Op de zerken
leest men de namen van verschil
lende adellijke geslachten, vooral
van De Beaufort. Deze voorname
mensen woonden destijds op de
buitenplaatsen, die we nog heden-
tendage bij Leusden aantreffen.
Verder vermelden de grafstenen
de namen van eenvoudige dorpe
lingen.
In dit milieu van edellieden en
boerenmensen verrichtte De Vis
ser zijn eerste dienstwerk als
predikant in de vaderlandse kerk.
De Visser bleef bevriend met al
len.
Slechts 3la jaar stond de pre
dikant in zijn eerste gemeente.
De Visser was al vroeg een
Uitblinker. Dit manifesteert zich
niet alleen in het feit, dat hij
oum laude promoveerde tot doc
tor in de theologie (op het proef
schrift „De daemonologie van het
Oude Testament), maar ook daar-
ln, dat de hoogbegaafde prof. dr
J. H. Gunning Jr urenlang naar
de redeneringen van deze student
kon luisteren!
Breder arbeidsveld.
In Leusden heeft De Visser zijn
studiën voortgezet. De theologie
bleef 20 jaar zijn grote belang
stelling houden. Nadien vond hij
een breder arbeidsveld. Zijn re
denaarstalent had hem via Al
melo op de kansels van Rotter
dam en Amsterdam gebracht. In
die plaatsen kwam hij in aanra
king met de arbeiderswereld, met
het onderwijs en met de politiek.
Zijn prettige omgang met de men
sen maakte, dat hij overal snel
kon Ingroeien.
In meer dan één opzicht was
De Visser een typisch kerkelijke
figuur. Niet alleen hield hij het
gemoedelijke van de dorpspredi
kant, ook toen hij minister was,
maar vooral klemde hij zich
voortdurend vast aan de Her
vormde kerk. Hij had die kerk
zeer lief en toen de doleantie in
allerlei organisaties scheiding te
weegbracht, was De Visser de
man oi op nieuwe beleving van
het Hervormd kerkelijk bewust
zijn aan te dringen.
Met dr A. W. Bronsveld sticht
te hij Christelijk Volksonderwijs,
een schoolorganisatie, die gericht
Is op de Hervormde kerk. In de
uit „Patrimonium" ontstane Chr.
Werkmansbond, trachtte hij de
Hervormde arbeiders te vereni
gen. De uitbouw van deze Bond
tot de mannenorganisatie „In
dienst der Kerk" (1947), zou hem
stellig genoegen hebben gedaan,
indien hij dat had mogen beleven.
In de arbeiderswereld voelde hij
zich thuis. Naar zijn eigen wens
droegen leden van de Werkmans
bond bij zijn begrafenis zijn baar.
Vooral in de dagen der spoor
wegstaking van 1903 maakte De
Visser zich verdienstelijk en werd
zijn pastorie te Amsterdam een
centrum van christelijk-sociale
actie.
Toch wordt wel gezegd, dat De
Visser niet in de eerste plaats
een leider was. In zoverre stond
hij ten achter bij De Savornln
Lohman en Kuyper. Maar met
zijn krachtige persoonlijkheid
wist hij nochtans veel te bereiken.
Opvolger van Talma.
Als minister verwierf dr de
Visser vooral bekendheid doordat
tijdens zijn beheer van de porte
feuille van Onderwijs de nieuwe
onderwijswet (1920) tot stand
kwam. Hiermede werd de gelijk
schakeling van neutrale en chris
telijk onderwijs een feit. Minder
bekend zijn de verdiensten van De
Visser voor de universiteiten.
Er is over een figuur als De
Visser veel meer te zeggen. Hier
zij enkel nog gememoreerd, dat
hij enige jaren als hoofdredacteur
van De Nederlander fungeerde,
het blad van de partij die hij in
1908 had helpen oprichten, de
Christelijk Historische Unie. Over
zijn werkzaamheid in de C.H.U.
die hij als voorzitter diende, be
hoef ik hier niet te schrijven.
Minder bekend is De Visser's
optreden als veldprediker in alge
mene dienst. In deze functie volg
de hij ds A. S. Talma op. Dat was
in 1916. Dat De Visser met volle
belangstelling dit werk deed is
later gebleken. Ons leger kende
alleen een veldpredikerschap in
tijd van oorlog of mobilisatie. De
activiteit van De Visser heeft er
toe geleid, dat ook in de vredes
organisatie van onze weermacht
het instituut van reserve-veldpre
diker gehandhaafd bleef. Zodat
de geestelijke verzorging, nu on
afscheidelijk aan het leger ver
bonden, nog herinnert aan de
staatsman èn veldprediker De
Visser.
De populariteit van De Visser
was mede verkregen door zijn ta
lent om allerlei mensen, die hij
eenmaal had ontmoet, direct te
herkennen. Wanneer hij als minis
ter op straat een oud-leerling te
genkwam, sprak hjj deze aan. Zijn
pastorale bewogenheid verliet
hem nooit. Toen hij als lid der
Tweede Kamer eens een bezoek
aan Almelo bracht, begaf hij zich
ook naar het huis van een oud-
catechlsante van wie hij had ge
hoord dat zij ziek was, en sprak
hij een woord van vertroosting.
Zo bleef ook Leusden een plaats
in zijn hart houden. En wanneer
we nu op de zerken bij de oude
toren de namen lezen van men
sen, die De Visser als herder en
leraar hebben gehad, dan is het
een aangename gedachte te we
ten, dat hij onder deze adellijken
en eenvoudigen voorbereid werd
op de omvangrijke taak die hem
in z(jn verdere leven wachtte.
(Van onze Utrechtse
correspondent.)
Op 12 September hoopt de
Koninklijke Nederlandse Jaar
beurs een exportdag te beleg
gen, die speciaal gewijd is aan
de industriële vormgeving. Op
die dag zullen de heren Ralph
Straus van de export division
der E.C.A. te Parijs, Henry
Dreyfuss, industrial designer in
Amerika en Eric Stoetzner, di
recteur der foreign business pro
motion van de New-York Times
spreken.
Dit deelde mr J. Milius, direc
teur van de Jaarbeurs mede op
een persconferentie, welke aan
de industriële vormgeving was
gewijd. Dit probleem vraagt aan
alle zijden de aandacht en daar
om meende de Jaarbeurs goed
te doen om vooraf een deskun
dige over deze materie aan het
woord te laten.
Deze deskundige, de heer K.
Sanders, directeur van de Stich
ting Industriële Vormgeving,
maakte eerst duidelijk wat er
met dit begrip wordt bedoeld.
Industriële vormgeving, zei hij,
duidt het streven aan om ln het
machinaal vervaardigde pro
duct inzonderheid het massa
product de hoogst mogelijke
kwaliteit te bereiken. Niet al
leen wat betreft het materiaal
maar ook de ci nstructie, de ge
makkelijke hanteerbaarheid en,
zeker niet in de laatste plaats,
de aantrekkelijkheid.
Industriële vormgeving staat
hier te lande nog in de kinder
schoenen. Heel anders is het in
Amerika, vygar men deze zaak
reeds prachtig heeft georgani
seerd. Want het spreekt vanzelf,
dat met de vormgeving niet het
belang van één industrie of één
bedrijf betrokken is. Het gaat om
een nationaal belang.
In oude tijdei. lag hier geen
probleem. De handwerksman
van weleer was tegelijkertijd
ontwerper, fabrikant en verko
per. Al wat hij afleverde droeg
zijn stempel. Maar sedert de
machine haar intrede deed, ver
loren de artikelen hun persoon
lijk karakter. Hier stond tegen
over, dat de artikelen in steeds
groter kring werden betrokken,
aangezien de machine voor een
lagere prijs zorgde, terwijl de
artikelen voorts in voldoende
mate konden worden aange
maakt.
Evenwel is de smaak van het
publiek er door het massapro
duct niet op vooruitgaan. Men
was blij als men zich een ge
bruiksvoorwerp tegen redelijke
prijs kon aanschaffen. Op de
vorm werd minder gelet.
Nieuwe eisen.
In het machinale proces, aldus
de heer Sanders, zijn wij thans
toe aan het stadium der rijpheid.
Het is niet meer voldoende, dat
een bepaald artikel geleverd
kan worden. Meer en meer
vraagt het publiek producten, die
aan technische, culturele en eco
nomische eisen voldoen.
Nu gaat het er om, dat eon
eenheid wordt geschapen, gelijk
als het was in de tijd der hand
werkslieden. Totnogtoe ontwerpt,
fabriceert en verkoopt men de
artikelen afzonderlijk. Deze drie
functies moeten weer als een
eenheid worden gezien.
Men dient dus artikelen te
ontwerpen, die het oog van het
publiek weten te boeien. Maar
aan de aesthetische eisen moet
toch niet teveel aandacht wor
den geschonken, daar de fabri
cage anders te duur komt. Voor
de verkoop behoort men weer
volledig ingelicht te zijn over de
verlangens van het publiek en
de mogelijkheden voor nieuwe
artikelen. Het behoeft geen be
toog, dat de vraagstukken zich
hier vermenigvuldigen. Hoe moet
men tot een eenheid geraken?
De heren uit Amerika zullen de
Nederlandse industrie wellicht
enkele nuttige tips kunnen ge
ven. Vast staat echter, dat imi
tatie van de industriële vorm
geving zoals deze in de Ver
enigde Staten geschiedt, voor
ons land geen zin heeft. Wij
moeten een eigen weg zoeken en
alleen bij het zoeken naar die
weg kan Amerika ons voorlich
ten.
Voor woonschepen is
vergunning vereist.
Het ministerie van Wederop
bouw en Volkshuisvesting vestigt
er de aandacht op, dat ingevolge
de wet .op woonschepen en woon
wagens voor het gebruik van een
woonschip een schriftelijke ver
gunning is vereist, af te geven
door of namens de commissaris
der Koningin in de desbetreffen
de provincie.
Andere vergunningen zijn niet
vereist.
De regeling, waarbij goedkeu
ringen werden afgegeven door be
middeling van de vakgroep klein-
scheepsbouw, is vervallen.
(Ingez. mededeling, advert.)
genezer voor het gehele gezin:
RUR0L De huid blijft er gezond, zui
ver, zacht, mooi en rimpelvrij door.
MEEB VROUWEN IN
AMERIKAANSE LEGER.
De snelheid van de aanwerving
voor het vrouwelijk hulpcorps van
het Amerikaanse leger (W.A.C.),
zal worden opgevoerd tot 105 re-
cruten per week i.p.v. 100 per
maand is te Washington ver
klaard.
KRACHTSVERHOUDING OOST.en WEST DUITSLAND
1 cEMOTOftistE
GEMOTORISEERDE
DIVISIE
|^ERlKAANSj
(Van onze
Utrechtse correspondent.)
De tiering van het vjjfde eeuw
feest der Kalverstraat heeft de
gezamenlijke winkeliers in deze
hoofdstedelijke straat een verliep,
punt ln hun boeken bezorgd. Zo
als men weet leverde de exploita
tie van Damstad een tekort van
vier ton op. Gelukkig, dat er bij
al deze narigheid toch ook een
winstpunt te noteren valt in de
Kalverstraat.
Er is namelijk een oud-Amster
dammer op het denkbeeld geko
men om de belangwekkende his
torie van de „Koekinderstraat"
op schrift te stellen. Deze heer
zijn naam is D. Kouwenaar
meende dat hij dit aan de Kalver
straat verplicht was. Hij werd
namelijk in die straat geboren.
Zo ligt dan nu voor ons „Tus
sen Dam en Muntplein", het aan
trekkelijke hoekje van Neder
lands bekendste straat (uitg.
Nijgh en Van Dltmar), dat het
iedereen mogelijk maakt om zich
eens te verdiepen in het verleden
van deze door tallozen betreden
winkelstraat.
De heer Kouwenaar begint met
de mededeling, dat de Kalver
straat reeds voorkomt ln een
schepenbrief van 1393. Ze is dus
heel wat ouder dan men ln de
gauwigheid vermoedde en haar
juiste leeftijd zal wel altijd onbe
kend blijven. Meer zekerheid heeft
men over haar naam: deze moet
stellig afgeleid worden van de om
standigheid, dat de handel in
kalveren wegens gebrek aan
ruimte op de Dam, ln het begin
van deze straat werd gehouden
Wij kunnen ons onmogelijk in
denken, dat de nu alttjd dichtbe
volkte straat eenmaal markttere
teln was en dat op dezelfde plek,
waar nu dames haar begerige
blikken in de étalages werpen,
eenmaal koebeesten met hun on
nozele snuiten stonden af te wach
ten of een koper lust in hen had.
Werden zij verkocht, dan bofte
de man voor wiens huis zij hun
standplaats hadden, want in dat
geval was de bewoner gerechtigd
„een oirtgen van een stuver" als
staangeld te vragen.
Hoewel de veemarkt al sedert
de 17e eeuw uit de Kalverstraat
verdwenen is, betekende dat
geenszins het einde van landelijke
tafereeltjes. De heer Kouwenaar
herinnert er aan, dat er ln zijn
jeugd op gezette tijden een kudde
ezelinnen door de straat trok, die
doodleuk midden ln de Kalver
straat gemolken werd. De verse
ezelinnenmelk vond daar wel af
trek.
VEELVOUDIG CENTRUM.
De Kalverstraat ls niet alleen
het trefpunt van winkelende en
handeldrijvende mensen. Zij mag
wel e^n veelvoudig centrum wor-
(Ingez. mededeling, advert.)
per rol
De grootste en de bestel
feuilleton.
door
O F WALTON
76) _o_
Zij verlieten beiden de secre
taris en Kenneth volgde zijn ge
leider naar de bovenverdieping
van het kasteel. Tot dusver had
hij geen gevolgen van de brand
gezien, maar toen ze een lange
gang afliepen, die naar de wes
telijke vleugel van het gebouw
Voerde, kwamen ze op de kamer
waar het onheil was begonnen.
Alles was zwart van rook en
vochtig van het water; de meu
belen waren óf beschadigd óf
geheel vernietigd en een af
schuwelijke brandlucht vulde
het vertrek.
Vandaar gingen zij naar de
andere vertrekken, waarin het
vuur zijn verwoestingen had
aangericht en telkens bij 't bin
nentreden overhandigde de heer
Montague Jones hem een lijst
van de waardevolle artikelen,
die de kamer vóór de brand be
vatte. Deze kamers waren totaal
uitgebrand; de vlammen had
den niets gespaard; de vernie
ling was volkomen.
Daarna leidde hem de agent
naar de schilderijen-galerij, een
lange en brede gang met ven
sters aan de ene zijde, die uit
zicht gaven over de grote vijver
vóór het kasteel en waardoor het
licht viel op de schone kunst
werken, die de andere muur
versierden.
Het vuur had evenwel alleen
het c ind van deze gang bereikt.;
sommige der schilderstukken
waren geheel onbeschadigd, ter
wijl andere alleen verkleurd wa
ren door de rook. Aan het einde
der galerij, waar de brand had
gewoed, waren onderscheiden
grote doeken geheel verteerd,
trwijl andere hopeloos bescha
digd bleken.
„Dit zijn alle portretten", zei
de heer Montague Jones, „en
ieder daarvan is van onschat
bare waarde voor de graaf; het
waren familieportretten, die niet
kunnen worden vervangen. Al
leen dit ene, een portret van de
graaf zelf, toen hij nog een jonge
man was, is gelukkig gered."
Wat schokte Kenneth zo diep,
toen hij op dit portret staarde?
Wat greep hem zozeer aan, dat
hij niets meer hoorde van het
geen de agent over het bedrag
van het verlies sprak?
Het schilderij stelde een man
voor van zijn eigen leeftijd;
maar het haar was zijn haar,
de ogen waren zijn ogen, de
houding van het hoofd was de
zijne; de neus, de lippen, de kin
waren de getrouwe afbeelding
in de spiegel had waargenomen.
Kortom, het had zijn eigen por
tret kunnen zijn, de vorige dag
geschilderd.
Wat betekende dit alles? Was
dat nu een samenloop van om
standigheden? Was het de echo
op de woorden, die hij juist een
jaar geleden in die brief had
gelezen; „Let er op, Ken, je lijkt
op, je vader als twee druppels
water?"
Zou de heer Montague Jones
de treffende gelijkenis ook be
merkt hebben? Neen, hij was
bijziende en bemerkte niets. Zijn
papieren, die hij meedroeg, na
men hem geheel in beslag, en
evenzeer de aantekeningen, die
hij maakte in het belang van de
graaf. Hij zag niets, hij merkte
niets. Dan leidde hij Kenneth
naar een ander portret, dat zeer
beschadigd, in slecht licht, tus
sen twee vensters hing. Kenneth
keek er naar maar zijn geest
was afwezig. Hij sprak er over,
maar als in een droom.
Toen ze op hun terugweg weer
voorbij dat andere schilderij
kwamen, bleef Kenneth stilstaan
en er naar kijken. De gelijkenis
trof hem blijkbaar nog meer dan
de eerste keer.
„U behoeft dat ene niet zo bij
zonder op te nemen, mijnheer,
dat is in 't geheel niet bescha
digd", meende de agent.
Zij verlieten de schilderijen
van 't geen hij die morgen nog galerij en gingen langs de brede
trappen naar beneden. Kenneth
had geen reden meer om langer
te blijven. .Hij bezat de gegevens
die hij nodig had om verslag
uit te brengen en was ln staat
een volledig overzicht te geven
van de aangerichte schade.
Waarom zou hij dus langer tal
men?
De agent geleidde hem naar
de voordeur, toen de ijverige
secretaris uit zijn kamer naar
buiten kwam.
„Mijnheer Jones", zeide hij,
„de graaf wenst nog even de
heer Portescue te spreken."
Knneth was in 't geheel niet
een zenuwachtig man en ook
was hij niet overweldigd door
de grootsheid van het kasteel,
waarin hij zich bevond. Steeds
had hij in de eerste kringen
keerd en was aHijd zichzelf ge
bleven, in welk gezelschap hij
zich ook bewoog. De tegenwoor
digheid van een graaf maakte
hem evenmin verlegen als die
van zijn huisknecht. Maar als
ooit iemand had geaarzeld een
drempel te overschrijden, alsof
hij de werkelijkheid aan de an
dere zijde niet in het gelaat durf
de zien, dan was het Kenneth
Fortescue nu.
Maar de heer Montague Jones
ging voor en hij hoorde zich
aandienen.
„Mijnheer Fortescue van de
verzekeringsmaatschappij is hier,
mylord." (Wordt vervolgd.)
den genoemd. De voortdurende
aanwezigheid van kooplustig pu-
Dllek heeft als natuurlijk gevolg
gehad, dat het aantal koffiehui
zen van oude tijden af zeer groot
was. Nog bestaan er een paar van
eeuwen her.
Daarnaast ontstonden sociëtei
ten en andere plaatsen waar men
amusement zocht ln de Kalver
straat. Dat het een en ander de
straat vanzelf tot een centrum
van verkeer maakt, ligt voor de
hand. Reeds in 1860 moest de ge
meenteraad het eenrichtingsver
keer invoeren. In 1882 werd, ge
durende het grootste gedeelte van
de dag, alle rijvrkeeer verboden.
Er zijn nog meer specifieke bij
zonderheden met betrekking tot
de Kalverstraat. Een daarvan is
het weeshuis. Wie kent niet de
dichtregels van Vondel boven de
poort van het weeshuis in de Kal
verstraat:
WQ 'groeien vast. In tal en last,
Ons tweede Vaders klaeghen,
Ay, ga niet voort. Door deze poort
Of help een luttel draeghen.
De kinderen, die in het burger
weeshuis waren opgenomen, droe
gen de kleren „van het huis",
d.w.z. costuums, die halfrood en
halfzwart waren. Rood en zwart
zijn de kleuren van het Amster
damse wapen.
Vooral de meisjes moeten er in
die klederdracht keurig hebben
uitgezien. Van die haifrode en
halfzwarte jurken moet ook het
„doorgezaagde weesmeisje'' af
komstig zijn. De merkwaardige
kleding, die volgens de heer
Kouwenaar nooit tot bespot
ting leidde en waarvan het dra
gen ook niet als een vernedering
werd gevoeld, is pas In onze tijd
afgeschaft. Het kleurig schouw
spel van de ln groepsverband door
de Kalverstraat trekkende wees
kinderen, wordt sedert niet meer
gezien.
ENIG IN EUROPA.
In de Middeleeuwen was de
Kalverstraat ook een centrum
van kloosters en tot in deze eeuw
waren er verscheidene kerkge
bouwen ln de straat. De klooster
gebouwen z(jn op enkele restan
ten na verdwenen. Van de kerken
bleef er tot heden één over, te
weten het kerkgebouw „De Pa
pegaal", de rooms-katholieke Al-
ledagkerk van Amsterdam.
De beroemde Nleuwezijdskapel
oudtijds een bedevaartskerk, ls in
1908 na verwoede strijd tussen
rooms en protestants gesloopt.
Al de hiervoor genoemde ge
bouwen, instellingen, winkels en
huizen, hebben aan de Kalver
straat een eigen cachet gegeven.
Toch maakte niet alleen de be
drijvigheid de straat tot een ge
zochte passage. De straat zelf
heeft iets, dat haar aantrekkelijk
maakt. Dit zit voor een deel wel
ln de gebogen rooilijn. En verder
misschien in het dubbele aange
zicht van de straat. Wie zijn ogen
afwendt van de étalages en naar
boven kijkt, wordt verrast door
de, reeks oude gevels, die hij bo
ven de moderne uitstalkasten ont
waart.
Graag sluiten wjj ons aan bij
hetgeen de architect J. E. van
der Pek ln 1912 schreef: ,Een
zo mooie hoofdstraat in de kern
ener oude stad komt zeer zelden
voor, ja, ik durf haast zeggen,
de schoonheid van de Kalver
straat ls enig ln Europa".
Het vjjf maanden oude Finse
coalitiekabinet van Urho Kek
konen heeft Vrydag een motie
van vertrouwen gekregen in
zijn beleid ten aanzien van de
lonen en prijzen. De motie
werd aangenomen met 101 te
gen 85 stemmen. By een voor
gegane geheime stemming was
de verhouding 99 tegen 78.
De regering had Donderdag
een loon- en prysstop aange
kondigd in antwoord op een
ultimatum van het sociaal
democratisch vakverbond, dat
de regering voor de keus stel
de een loonsverhoging of een
staking.
Onze speciale verslaggever
had by zyn vertrek over de
prijspolitiek nog een interview
met Kekkonen.
SPAAKSE
STOUTIGHEDEN.
De R.K. Maasbode komt nog
eens terug op de ku>estie Spaoie,
de Belgische socialist, die bij da
behandeling van de konings
kwestie de terreur van de straat
koos boven de weg van de de
mocratie.
Hij heeft zich daarbij aldvs
dit blad gedragen als een ge
vaarlijk demagoog, die er niet
tegenop zag door zijn revolutio
nair optreden het land in een
burgeroorlog te storten. Hieruit
volgt, dat hij als voorzitter vai
de Raadgevende Vergadering
van de Raad van Europa niet
acceptabel was. Van zulk een
voorzitter mag toch worden ge-
eist, dat hij bnder alle omstan
digheden de heerschappij van
het recht zal hooghouden.
Volkomen mee eens.
Alleen is hiermee naar 'trr.ij
voorkomt, de kous niet af.
De voormannen van de P. v.
d. A. in ons land hebben zich
met Spaak volkomen solidair
verklaard en de revolutie in be
paalde omstandigheden, verde
digd.
Dit zijn mannen aan wie de
zelfde eisen gesteld kunnen
worden als aan Spaak.
Toch hebben, voorzover mij
bekend, de R.-K. geen bezwaar
om hun coalitie met deze, de re
volutie verdedigende kopstuk
ken, voort te zetten.
Dat klopt m.i. niet.
Wat in Straatsburg geldt is
ook voor ons land van kracht-
Wat in Spaak wordt veroor
deeld, kan bij zijn collega's hier
niet worden getolereerd.
Of wel?
Maar dan begrijp ik van de
roomse bezwaren geen spaak.
IMPRESSIES OP TOCHT DOOR WEST-DUITSLAND (II.)
Behalve koffie van 15 gulden per pond, schaarse suiker door de
recente hamster-periode en karig gerantsoeneerde benzine van 50
et per liter kent men nu ln West-Duitsland geen voedsel- en brand-
stofnood meer. De winkels liggen vol en zelfs luxe-artikelen z(jn
weer volop te krijgen. In de textielzaken prijken Nederlandse
stoffen. De Duitser zelf kan zich weinig luxe permitteren, doch
de vreemdeling ziet er zich keurig en niet duur behandeld.
Ontstellend ls de ambitie waar
mede men de opbouw overal ter
hand heeft genomen. Men werkt
van 's morgens vroeg tot 's
avonds laat. Tegen overwerk ziet
men niet op.
In elke stad bouwt men. Hier
graaft men de oude fundamenten
uit, waardoor nog steeds lijken
uit destijds ingestorte kelders te
voorschijn komen. Ginds restau
reert men. By nieuwbouw vraagt
ook de Duitser zich af, waar het
geld daarvoor vandaan komt.
Want dat het van de 2 pf op-
bouw-belasting-zegel, die bij elke
postzegel moet worden bijgeplakt
niet komen kan, begrijpt men zelf
ook.
Vele bedrijven hebben de zaak
hervat in de onderbouw van het
pand, dat weggebombardeerd
of uitgebrand op de voltooiing
wacht. Buitenlandse firma's zijn
blijkbaar minder gehandicapt we
gens bezit van deviezen.
Zwaar gedupeerd zijn de vele
weduwen, die zich door hun le
vensverzekeringen een leven zon
der zware zorgen hadden voorge
steld. Hoe anders liep alles echter
na de geldzuivering, waardoor al
le verzekeringen practisch waar
deloos werden.
De Duitser blijkt opvallend goed
politiek georiënteerd te zijn. Hij
weet ons te vertellen, hoe Neder
land zijn Indië-polltlek heeft ge
voerd en had moeten voeren
hij begrijpt en beheerst de Belgi
sche Koningskwestie beter dan
velen van ons dat doen, en, zeer
mogelijk met enig leedvermaak,
volgt hy de afbraak van het Brit
se Imperium.
Een Duitse fruithandelaar kwam
ongevraagd naar onze wagen toe
en zei: „Jullie hebben het ons In
de oorlog wel eens erg lastig ge
maakt, maar dit moet ik zeggen,
als jullie een kist fruit van 25 kg
importeren, zit er ruim 25 kg in".
En laconiek: „Dat vult dan vaak
het tekort aan van de kisten uit
Italië".
Het verlangen naar meer vry-
heid op politiek, economisch en
militair gebied uit zich vooral ln
het streven naar een eigen leger,
al of niet onder leiding en con
trole van de gealllëerden. Men
wenst geen Duitse troepen om
zich naar alle zyden te bescher
men en te zyner tyd een zoveel
ste poging te wagen ter vergro
ting van het Lebensraum.
Maar wél ziet men al te dut-
deiyk ln, dat bij een eventuele
Russische agressie de bezetting
van Duitsland een kwestie van
een paar dagen ls. „En", zo ver
telde ons een oorlogsweduwe, „et*a
goed leger zou mijn zoon een
prima opleiding geven. Hij zou
er misschien een vak Ieren. Hij
verdient dan zijn boterham en hü
leert zich in alles behelpen".
bezettingstroepen
Niet gewenst en niet gehaat.
Daarmede is de mening over de
bezettende macht in het kort ge
schetst. Men ondervindt weinig
last van de aanwezigheid van de
troepen, welks belang men ove
rigens ook niet begrijpt.
Engelsen, Fransen en Belgen
gaan onopvallend en ongestoord
hun weg. zy ïyden niet het leven
van de oprukkende legers, zy krij
gen geen dure rantsoenen en wo
nen niet ln de meest luxueuze
villa's.
Anders zijn de Amerikanen. Zij
hebben zich gehele wyken laten
'aanleggen, met flats, winkels, bi
oscoop, restaurants, wandel- en
kinderparken, garages en par
keerplaatsen. Het was in een der-
geiyke Amerikaanse w(jk, dat wy
een foto namen van enkele neger
jongetjes, die kort na de bevrij
ding geboren zyn. Toen wy afge
knipt hadden, bedankte ons een
Duitse moeder, die inmiddels
achter ons was komen staan.
Langs de Ryn en tegen dè bos-
ryke hellingen van de zy-rlvler-
tjes vindt men Amerikaanse va-
cantie-kampen met golf-terrei-
nen, tennisbanen, cricket-velden
en zwembaden.
HET RIJNLAND VOOR
ONS EN HEN.
De schoonheid van de Rpn ls
bekend. Zware verwoestingen ln
de grote plaatsen als Malnz, Bin-
gen, Koblenz, Bonn vermochten
niet een einde te maken aan het
vrolijke vacantle-leven, dat niet
alleen buitenlanders, maar ook
de Duitsers zelf reeds zeer lange
tyd daar doorbrengen.
De kleine plaatsjes langs de
Rijn zijn gezellig. Smalle, steil
hellende straatjes, aardig versier
de pleintjes, romantisch verlichte
terrasjes en alom zorgen-verdry-
vende muziek.
Naast de ontelbare Amerika
nen vindt men er Belgen, Fran
sen, Nederlanders, Zwitsers en
Denen, Reeds van verre herkent
men de vreemdeling: een grote
luxe wagen, vaak met vlaggetje
en antenne. In opvallende tegen
stelling daarmee ziet men de
Duitser zelf ln de kleine zuinige
Volkswagen," Opel, DKW, Skoda
en de luxere Mercedes Benz.
Vooral gedurende de weekends
ls het gehele Rijnland één vacan-
tle-oord, vol vreugde, dans en
zang.
Dan zijn alle tafeltjes ln restau
rants en wijnhuizen bezet, dan
laat men zich een goed glas wijn
inschenken, dan vergeet men de
zorgen van gisteren en denkt men
niet aan morgen, dan ls men vro
lijk onder een dansje, omdat men
nu eenmaal niet vroiyk kan zyn
onder het harde werken tussen
een grauw verleden en een onze
kere, donkere toekomst.