Dr J. Th. de Visser, een rusteloos werker. YL/m Voedsel' en hrandstofschaarste kent men niet meer. ADAAISON Industriële artikelen moeten aan trekkelijk zjjn. Toch een winstpunt in de Kalverstraat Net ontbrekende woord Beminnelijk mens voor iedereen. De edele huid- Belangwekkende historie beschreven. Finse regering krijgt vertrouwen. „Kleingoed". West-Duitsers zijn politiek goed georiënteerd. Maandag 28 Augustus 1950 PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD Pagina 2 PROTESTANTSE BEDEVAARTEN (XIU). In deze tijd van specialisatie zijn figuren, die kwaliteiten op velerlei terrein hebben, uitzonderingen. Vroeger schenen zjj vaker voor te komen. Op de bedevaarten mochten we er al een paar ontmoeten: Groen van Prinsterer, Kuyper, De Savornln Lobman, Bronsveld. Ditmaal treffen we weer zo iemand aan, n.L dr J. Th. de Visser, die uitblonk als theoloog, kanselredenaar, politicus, onderwijsman, journalist en voorman ener arbeidersorganisatie. Om de figuur van Johan Theodoor de Visser (18571932) nader te leren kennen, maakte Ik een bedevaart naar diens eerste ge meente, Leusden b(j Amersfoort. Het zal ln December a.s. 70 jaar geleden zijn, dat de jonge candidaat De Visser bevestigd werd als predikant bij de Hervormde gemeente in dit heerlijke dorp. Hoewel na De Visser slechts vijf predikanten de pastorie al daar bewoond hebben, is de her innering aan zijn optreden te Leusden geheel vervaagd. Mefl kan de vraag stellen of dit dorp dan wei de juiste plek is om over dr De Visser na te denken. Im mers, deze man was een echte itedeling. Hij kende de. grote plaatsen goed, daar hij te utrecht lijn jeugd doorbracht, te Rotter dam en Amsterdam stond en te 's Gravenhage als staatsman woonde. Bovendien bracht zijn ambtelijke loopbaan hem van Leusden nog naar de fabrieks- itad Almelo. De Visser, die ons land in vele kwaliteiten diende, behield niet tegenstaande zijn veelzijdige be moeienissen en zijn rusteloze werkzaamheden die hem uit muntend deden passen in de ste delijke samenleving altijd iets /an de dorpspredikant. Want al itapelden de bezigheden zich voor aem op, er moet toch grote kalm te van hem zijn uitgegaan. Hij leefde niet gejaagd. Hij nam over- ll de tijd voor. Hoe het dan kwam dat hij zo oneindig veel werk kon verzetten 7 De Visser had de gave om de vraagstukken vlug te door- ilen en vlot af te handelen. Bevriend met allen. Ik zei al, dat Leusden een heer lijk dorp is. Het valt in twee stukken uiteen. Oud-Leusden ligt al bijna op het grondgebied van Amersfoort. Daar staat een toren Uit 1300 eenzaam op een kerkhof. Het bedehuis, in 1828 afgebroken, werd verplaatst naar Nieuw- Leusden, dat enkele kilometers verderop ontstond. Daar heeft De Visser dus ge woond. Wil men weten, wie des tijds zijn gemeenteleden waren, dan loont het de moeite, om een kijkje op het kerkhof rond de ou de toren te nemen. Op de zerken leest men de namen van verschil lende adellijke geslachten, vooral van De Beaufort. Deze voorname mensen woonden destijds op de buitenplaatsen, die we nog heden- tendage bij Leusden aantreffen. Verder vermelden de grafstenen de namen van eenvoudige dorpe lingen. In dit milieu van edellieden en boerenmensen verrichtte De Vis ser zijn eerste dienstwerk als predikant in de vaderlandse kerk. De Visser bleef bevriend met al len. Slechts 3la jaar stond de pre dikant in zijn eerste gemeente. De Visser was al vroeg een Uitblinker. Dit manifesteert zich niet alleen in het feit, dat hij oum laude promoveerde tot doc tor in de theologie (op het proef schrift „De daemonologie van het Oude Testament), maar ook daar- ln, dat de hoogbegaafde prof. dr J. H. Gunning Jr urenlang naar de redeneringen van deze student kon luisteren! Breder arbeidsveld. In Leusden heeft De Visser zijn studiën voortgezet. De theologie bleef 20 jaar zijn grote belang stelling houden. Nadien vond hij een breder arbeidsveld. Zijn re denaarstalent had hem via Al melo op de kansels van Rotter dam en Amsterdam gebracht. In die plaatsen kwam hij in aanra king met de arbeiderswereld, met het onderwijs en met de politiek. Zijn prettige omgang met de men sen maakte, dat hij overal snel kon Ingroeien. In meer dan één opzicht was De Visser een typisch kerkelijke figuur. Niet alleen hield hij het gemoedelijke van de dorpspredi kant, ook toen hij minister was, maar vooral klemde hij zich voortdurend vast aan de Her vormde kerk. Hij had die kerk zeer lief en toen de doleantie in allerlei organisaties scheiding te weegbracht, was De Visser de man oi op nieuwe beleving van het Hervormd kerkelijk bewust zijn aan te dringen. Met dr A. W. Bronsveld sticht te hij Christelijk Volksonderwijs, een schoolorganisatie, die gericht Is op de Hervormde kerk. In de uit „Patrimonium" ontstane Chr. Werkmansbond, trachtte hij de Hervormde arbeiders te vereni gen. De uitbouw van deze Bond tot de mannenorganisatie „In dienst der Kerk" (1947), zou hem stellig genoegen hebben gedaan, indien hij dat had mogen beleven. In de arbeiderswereld voelde hij zich thuis. Naar zijn eigen wens droegen leden van de Werkmans bond bij zijn begrafenis zijn baar. Vooral in de dagen der spoor wegstaking van 1903 maakte De Visser zich verdienstelijk en werd zijn pastorie te Amsterdam een centrum van christelijk-sociale actie. Toch wordt wel gezegd, dat De Visser niet in de eerste plaats een leider was. In zoverre stond hij ten achter bij De Savornln Lohman en Kuyper. Maar met zijn krachtige persoonlijkheid wist hij nochtans veel te bereiken. Opvolger van Talma. Als minister verwierf dr de Visser vooral bekendheid doordat tijdens zijn beheer van de porte feuille van Onderwijs de nieuwe onderwijswet (1920) tot stand kwam. Hiermede werd de gelijk schakeling van neutrale en chris telijk onderwijs een feit. Minder bekend zijn de verdiensten van De Visser voor de universiteiten. Er is over een figuur als De Visser veel meer te zeggen. Hier zij enkel nog gememoreerd, dat hij enige jaren als hoofdredacteur van De Nederlander fungeerde, het blad van de partij die hij in 1908 had helpen oprichten, de Christelijk Historische Unie. Over zijn werkzaamheid in de C.H.U. die hij als voorzitter diende, be hoef ik hier niet te schrijven. Minder bekend is De Visser's optreden als veldprediker in alge mene dienst. In deze functie volg de hij ds A. S. Talma op. Dat was in 1916. Dat De Visser met volle belangstelling dit werk deed is later gebleken. Ons leger kende alleen een veldpredikerschap in tijd van oorlog of mobilisatie. De activiteit van De Visser heeft er toe geleid, dat ook in de vredes organisatie van onze weermacht het instituut van reserve-veldpre diker gehandhaafd bleef. Zodat de geestelijke verzorging, nu on afscheidelijk aan het leger ver bonden, nog herinnert aan de staatsman èn veldprediker De Visser. De populariteit van De Visser was mede verkregen door zijn ta lent om allerlei mensen, die hij eenmaal had ontmoet, direct te herkennen. Wanneer hij als minis ter op straat een oud-leerling te genkwam, sprak hjj deze aan. Zijn pastorale bewogenheid verliet hem nooit. Toen hij als lid der Tweede Kamer eens een bezoek aan Almelo bracht, begaf hij zich ook naar het huis van een oud- catechlsante van wie hij had ge hoord dat zij ziek was, en sprak hij een woord van vertroosting. Zo bleef ook Leusden een plaats in zijn hart houden. En wanneer we nu op de zerken bij de oude toren de namen lezen van men sen, die De Visser als herder en leraar hebben gehad, dan is het een aangename gedachte te we ten, dat hij onder deze adellijken en eenvoudigen voorbereid werd op de omvangrijke taak die hem in z(jn verdere leven wachtte. (Van onze Utrechtse correspondent.) Op 12 September hoopt de Koninklijke Nederlandse Jaar beurs een exportdag te beleg gen, die speciaal gewijd is aan de industriële vormgeving. Op die dag zullen de heren Ralph Straus van de export division der E.C.A. te Parijs, Henry Dreyfuss, industrial designer in Amerika en Eric Stoetzner, di recteur der foreign business pro motion van de New-York Times spreken. Dit deelde mr J. Milius, direc teur van de Jaarbeurs mede op een persconferentie, welke aan de industriële vormgeving was gewijd. Dit probleem vraagt aan alle zijden de aandacht en daar om meende de Jaarbeurs goed te doen om vooraf een deskun dige over deze materie aan het woord te laten. Deze deskundige, de heer K. Sanders, directeur van de Stich ting Industriële Vormgeving, maakte eerst duidelijk wat er met dit begrip wordt bedoeld. Industriële vormgeving, zei hij, duidt het streven aan om ln het machinaal vervaardigde pro duct inzonderheid het massa product de hoogst mogelijke kwaliteit te bereiken. Niet al leen wat betreft het materiaal maar ook de ci nstructie, de ge makkelijke hanteerbaarheid en, zeker niet in de laatste plaats, de aantrekkelijkheid. Industriële vormgeving staat hier te lande nog in de kinder schoenen. Heel anders is het in Amerika, vygar men deze zaak reeds prachtig heeft georgani seerd. Want het spreekt vanzelf, dat met de vormgeving niet het belang van één industrie of één bedrijf betrokken is. Het gaat om een nationaal belang. In oude tijdei. lag hier geen probleem. De handwerksman van weleer was tegelijkertijd ontwerper, fabrikant en verko per. Al wat hij afleverde droeg zijn stempel. Maar sedert de machine haar intrede deed, ver loren de artikelen hun persoon lijk karakter. Hier stond tegen over, dat de artikelen in steeds groter kring werden betrokken, aangezien de machine voor een lagere prijs zorgde, terwijl de artikelen voorts in voldoende mate konden worden aange maakt. Evenwel is de smaak van het publiek er door het massapro duct niet op vooruitgaan. Men was blij als men zich een ge bruiksvoorwerp tegen redelijke prijs kon aanschaffen. Op de vorm werd minder gelet. Nieuwe eisen. In het machinale proces, aldus de heer Sanders, zijn wij thans toe aan het stadium der rijpheid. Het is niet meer voldoende, dat een bepaald artikel geleverd kan worden. Meer en meer vraagt het publiek producten, die aan technische, culturele en eco nomische eisen voldoen. Nu gaat het er om, dat eon eenheid wordt geschapen, gelijk als het was in de tijd der hand werkslieden. Totnogtoe ontwerpt, fabriceert en verkoopt men de artikelen afzonderlijk. Deze drie functies moeten weer als een eenheid worden gezien. Men dient dus artikelen te ontwerpen, die het oog van het publiek weten te boeien. Maar aan de aesthetische eisen moet toch niet teveel aandacht wor den geschonken, daar de fabri cage anders te duur komt. Voor de verkoop behoort men weer volledig ingelicht te zijn over de verlangens van het publiek en de mogelijkheden voor nieuwe artikelen. Het behoeft geen be toog, dat de vraagstukken zich hier vermenigvuldigen. Hoe moet men tot een eenheid geraken? De heren uit Amerika zullen de Nederlandse industrie wellicht enkele nuttige tips kunnen ge ven. Vast staat echter, dat imi tatie van de industriële vorm geving zoals deze in de Ver enigde Staten geschiedt, voor ons land geen zin heeft. Wij moeten een eigen weg zoeken en alleen bij het zoeken naar die weg kan Amerika ons voorlich ten. Voor woonschepen is vergunning vereist. Het ministerie van Wederop bouw en Volkshuisvesting vestigt er de aandacht op, dat ingevolge de wet .op woonschepen en woon wagens voor het gebruik van een woonschip een schriftelijke ver gunning is vereist, af te geven door of namens de commissaris der Koningin in de desbetreffen de provincie. Andere vergunningen zijn niet vereist. De regeling, waarbij goedkeu ringen werden afgegeven door be middeling van de vakgroep klein- scheepsbouw, is vervallen. (Ingez. mededeling, advert.) genezer voor het gehele gezin: RUR0L De huid blijft er gezond, zui ver, zacht, mooi en rimpelvrij door. MEEB VROUWEN IN AMERIKAANSE LEGER. De snelheid van de aanwerving voor het vrouwelijk hulpcorps van het Amerikaanse leger (W.A.C.), zal worden opgevoerd tot 105 re- cruten per week i.p.v. 100 per maand is te Washington ver klaard. KRACHTSVERHOUDING OOST.en WEST DUITSLAND 1 cEMOTOftistE GEMOTORISEERDE DIVISIE |^ERlKAANSj (Van onze Utrechtse correspondent.) De tiering van het vjjfde eeuw feest der Kalverstraat heeft de gezamenlijke winkeliers in deze hoofdstedelijke straat een verliep, punt ln hun boeken bezorgd. Zo als men weet leverde de exploita tie van Damstad een tekort van vier ton op. Gelukkig, dat er bij al deze narigheid toch ook een winstpunt te noteren valt in de Kalverstraat. Er is namelijk een oud-Amster dammer op het denkbeeld geko men om de belangwekkende his torie van de „Koekinderstraat" op schrift te stellen. Deze heer zijn naam is D. Kouwenaar meende dat hij dit aan de Kalver straat verplicht was. Hij werd namelijk in die straat geboren. Zo ligt dan nu voor ons „Tus sen Dam en Muntplein", het aan trekkelijke hoekje van Neder lands bekendste straat (uitg. Nijgh en Van Dltmar), dat het iedereen mogelijk maakt om zich eens te verdiepen in het verleden van deze door tallozen betreden winkelstraat. De heer Kouwenaar begint met de mededeling, dat de Kalver straat reeds voorkomt ln een schepenbrief van 1393. Ze is dus heel wat ouder dan men ln de gauwigheid vermoedde en haar juiste leeftijd zal wel altijd onbe kend blijven. Meer zekerheid heeft men over haar naam: deze moet stellig afgeleid worden van de om standigheid, dat de handel in kalveren wegens gebrek aan ruimte op de Dam, ln het begin van deze straat werd gehouden Wij kunnen ons onmogelijk in denken, dat de nu alttjd dichtbe volkte straat eenmaal markttere teln was en dat op dezelfde plek, waar nu dames haar begerige blikken in de étalages werpen, eenmaal koebeesten met hun on nozele snuiten stonden af te wach ten of een koper lust in hen had. Werden zij verkocht, dan bofte de man voor wiens huis zij hun standplaats hadden, want in dat geval was de bewoner gerechtigd „een oirtgen van een stuver" als staangeld te vragen. Hoewel de veemarkt al sedert de 17e eeuw uit de Kalverstraat verdwenen is, betekende dat geenszins het einde van landelijke tafereeltjes. De heer Kouwenaar herinnert er aan, dat er ln zijn jeugd op gezette tijden een kudde ezelinnen door de straat trok, die doodleuk midden ln de Kalver straat gemolken werd. De verse ezelinnenmelk vond daar wel af trek. VEELVOUDIG CENTRUM. De Kalverstraat ls niet alleen het trefpunt van winkelende en handeldrijvende mensen. Zij mag wel e^n veelvoudig centrum wor- (Ingez. mededeling, advert.) per rol De grootste en de bestel feuilleton. door O F WALTON 76) _o_ Zij verlieten beiden de secre taris en Kenneth volgde zijn ge leider naar de bovenverdieping van het kasteel. Tot dusver had hij geen gevolgen van de brand gezien, maar toen ze een lange gang afliepen, die naar de wes telijke vleugel van het gebouw Voerde, kwamen ze op de kamer waar het onheil was begonnen. Alles was zwart van rook en vochtig van het water; de meu belen waren óf beschadigd óf geheel vernietigd en een af schuwelijke brandlucht vulde het vertrek. Vandaar gingen zij naar de andere vertrekken, waarin het vuur zijn verwoestingen had aangericht en telkens bij 't bin nentreden overhandigde de heer Montague Jones hem een lijst van de waardevolle artikelen, die de kamer vóór de brand be vatte. Deze kamers waren totaal uitgebrand; de vlammen had den niets gespaard; de vernie ling was volkomen. Daarna leidde hem de agent naar de schilderijen-galerij, een lange en brede gang met ven sters aan de ene zijde, die uit zicht gaven over de grote vijver vóór het kasteel en waardoor het licht viel op de schone kunst werken, die de andere muur versierden. Het vuur had evenwel alleen het c ind van deze gang bereikt.; sommige der schilderstukken waren geheel onbeschadigd, ter wijl andere alleen verkleurd wa ren door de rook. Aan het einde der galerij, waar de brand had gewoed, waren onderscheiden grote doeken geheel verteerd, trwijl andere hopeloos bescha digd bleken. „Dit zijn alle portretten", zei de heer Montague Jones, „en ieder daarvan is van onschat bare waarde voor de graaf; het waren familieportretten, die niet kunnen worden vervangen. Al leen dit ene, een portret van de graaf zelf, toen hij nog een jonge man was, is gelukkig gered." Wat schokte Kenneth zo diep, toen hij op dit portret staarde? Wat greep hem zozeer aan, dat hij niets meer hoorde van het geen de agent over het bedrag van het verlies sprak? Het schilderij stelde een man voor van zijn eigen leeftijd; maar het haar was zijn haar, de ogen waren zijn ogen, de houding van het hoofd was de zijne; de neus, de lippen, de kin waren de getrouwe afbeelding in de spiegel had waargenomen. Kortom, het had zijn eigen por tret kunnen zijn, de vorige dag geschilderd. Wat betekende dit alles? Was dat nu een samenloop van om standigheden? Was het de echo op de woorden, die hij juist een jaar geleden in die brief had gelezen; „Let er op, Ken, je lijkt op, je vader als twee druppels water?" Zou de heer Montague Jones de treffende gelijkenis ook be merkt hebben? Neen, hij was bijziende en bemerkte niets. Zijn papieren, die hij meedroeg, na men hem geheel in beslag, en evenzeer de aantekeningen, die hij maakte in het belang van de graaf. Hij zag niets, hij merkte niets. Dan leidde hij Kenneth naar een ander portret, dat zeer beschadigd, in slecht licht, tus sen twee vensters hing. Kenneth keek er naar maar zijn geest was afwezig. Hij sprak er over, maar als in een droom. Toen ze op hun terugweg weer voorbij dat andere schilderij kwamen, bleef Kenneth stilstaan en er naar kijken. De gelijkenis trof hem blijkbaar nog meer dan de eerste keer. „U behoeft dat ene niet zo bij zonder op te nemen, mijnheer, dat is in 't geheel niet bescha digd", meende de agent. Zij verlieten de schilderijen van 't geen hij die morgen nog galerij en gingen langs de brede trappen naar beneden. Kenneth had geen reden meer om langer te blijven. .Hij bezat de gegevens die hij nodig had om verslag uit te brengen en was ln staat een volledig overzicht te geven van de aangerichte schade. Waarom zou hij dus langer tal men? De agent geleidde hem naar de voordeur, toen de ijverige secretaris uit zijn kamer naar buiten kwam. „Mijnheer Jones", zeide hij, „de graaf wenst nog even de heer Portescue te spreken." Knneth was in 't geheel niet een zenuwachtig man en ook was hij niet overweldigd door de grootsheid van het kasteel, waarin hij zich bevond. Steeds had hij in de eerste kringen keerd en was aHijd zichzelf ge bleven, in welk gezelschap hij zich ook bewoog. De tegenwoor digheid van een graaf maakte hem evenmin verlegen als die van zijn huisknecht. Maar als ooit iemand had geaarzeld een drempel te overschrijden, alsof hij de werkelijkheid aan de an dere zijde niet in het gelaat durf de zien, dan was het Kenneth Fortescue nu. Maar de heer Montague Jones ging voor en hij hoorde zich aandienen. „Mijnheer Fortescue van de verzekeringsmaatschappij is hier, mylord." (Wordt vervolgd.) den genoemd. De voortdurende aanwezigheid van kooplustig pu- Dllek heeft als natuurlijk gevolg gehad, dat het aantal koffiehui zen van oude tijden af zeer groot was. Nog bestaan er een paar van eeuwen her. Daarnaast ontstonden sociëtei ten en andere plaatsen waar men amusement zocht ln de Kalver straat. Dat het een en ander de straat vanzelf tot een centrum van verkeer maakt, ligt voor de hand. Reeds in 1860 moest de ge meenteraad het eenrichtingsver keer invoeren. In 1882 werd, ge durende het grootste gedeelte van de dag, alle rijvrkeeer verboden. Er zijn nog meer specifieke bij zonderheden met betrekking tot de Kalverstraat. Een daarvan is het weeshuis. Wie kent niet de dichtregels van Vondel boven de poort van het weeshuis in de Kal verstraat: WQ 'groeien vast. In tal en last, Ons tweede Vaders klaeghen, Ay, ga niet voort. Door deze poort Of help een luttel draeghen. De kinderen, die in het burger weeshuis waren opgenomen, droe gen de kleren „van het huis", d.w.z. costuums, die halfrood en halfzwart waren. Rood en zwart zijn de kleuren van het Amster damse wapen. Vooral de meisjes moeten er in die klederdracht keurig hebben uitgezien. Van die haifrode en halfzwarte jurken moet ook het „doorgezaagde weesmeisje'' af komstig zijn. De merkwaardige kleding, die volgens de heer Kouwenaar nooit tot bespot ting leidde en waarvan het dra gen ook niet als een vernedering werd gevoeld, is pas In onze tijd afgeschaft. Het kleurig schouw spel van de ln groepsverband door de Kalverstraat trekkende wees kinderen, wordt sedert niet meer gezien. ENIG IN EUROPA. In de Middeleeuwen was de Kalverstraat ook een centrum van kloosters en tot in deze eeuw waren er verscheidene kerkge bouwen ln de straat. De klooster gebouwen z(jn op enkele restan ten na verdwenen. Van de kerken bleef er tot heden één over, te weten het kerkgebouw „De Pa pegaal", de rooms-katholieke Al- ledagkerk van Amsterdam. De beroemde Nleuwezijdskapel oudtijds een bedevaartskerk, ls in 1908 na verwoede strijd tussen rooms en protestants gesloopt. Al de hiervoor genoemde ge bouwen, instellingen, winkels en huizen, hebben aan de Kalver straat een eigen cachet gegeven. Toch maakte niet alleen de be drijvigheid de straat tot een ge zochte passage. De straat zelf heeft iets, dat haar aantrekkelijk maakt. Dit zit voor een deel wel ln de gebogen rooilijn. En verder misschien in het dubbele aange zicht van de straat. Wie zijn ogen afwendt van de étalages en naar boven kijkt, wordt verrast door de, reeks oude gevels, die hij bo ven de moderne uitstalkasten ont waart. Graag sluiten wjj ons aan bij hetgeen de architect J. E. van der Pek ln 1912 schreef: ,Een zo mooie hoofdstraat in de kern ener oude stad komt zeer zelden voor, ja, ik durf haast zeggen, de schoonheid van de Kalver straat ls enig ln Europa". Het vjjf maanden oude Finse coalitiekabinet van Urho Kek konen heeft Vrydag een motie van vertrouwen gekregen in zijn beleid ten aanzien van de lonen en prijzen. De motie werd aangenomen met 101 te gen 85 stemmen. By een voor gegane geheime stemming was de verhouding 99 tegen 78. De regering had Donderdag een loon- en prysstop aange kondigd in antwoord op een ultimatum van het sociaal democratisch vakverbond, dat de regering voor de keus stel de een loonsverhoging of een staking. Onze speciale verslaggever had by zyn vertrek over de prijspolitiek nog een interview met Kekkonen. SPAAKSE STOUTIGHEDEN. De R.K. Maasbode komt nog eens terug op de ku>estie Spaoie, de Belgische socialist, die bij da behandeling van de konings kwestie de terreur van de straat koos boven de weg van de de mocratie. Hij heeft zich daarbij aldvs dit blad gedragen als een ge vaarlijk demagoog, die er niet tegenop zag door zijn revolutio nair optreden het land in een burgeroorlog te storten. Hieruit volgt, dat hij als voorzitter vai de Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa niet acceptabel was. Van zulk een voorzitter mag toch worden ge- eist, dat hij bnder alle omstan digheden de heerschappij van het recht zal hooghouden. Volkomen mee eens. Alleen is hiermee naar 'trr.ij voorkomt, de kous niet af. De voormannen van de P. v. d. A. in ons land hebben zich met Spaak volkomen solidair verklaard en de revolutie in be paalde omstandigheden, verde digd. Dit zijn mannen aan wie de zelfde eisen gesteld kunnen worden als aan Spaak. Toch hebben, voorzover mij bekend, de R.-K. geen bezwaar om hun coalitie met deze, de re volutie verdedigende kopstuk ken, voort te zetten. Dat klopt m.i. niet. Wat in Straatsburg geldt is ook voor ons land van kracht- Wat in Spaak wordt veroor deeld, kan bij zijn collega's hier niet worden getolereerd. Of wel? Maar dan begrijp ik van de roomse bezwaren geen spaak. IMPRESSIES OP TOCHT DOOR WEST-DUITSLAND (II.) Behalve koffie van 15 gulden per pond, schaarse suiker door de recente hamster-periode en karig gerantsoeneerde benzine van 50 et per liter kent men nu ln West-Duitsland geen voedsel- en brand- stofnood meer. De winkels liggen vol en zelfs luxe-artikelen z(jn weer volop te krijgen. In de textielzaken prijken Nederlandse stoffen. De Duitser zelf kan zich weinig luxe permitteren, doch de vreemdeling ziet er zich keurig en niet duur behandeld. Ontstellend ls de ambitie waar mede men de opbouw overal ter hand heeft genomen. Men werkt van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Tegen overwerk ziet men niet op. In elke stad bouwt men. Hier graaft men de oude fundamenten uit, waardoor nog steeds lijken uit destijds ingestorte kelders te voorschijn komen. Ginds restau reert men. By nieuwbouw vraagt ook de Duitser zich af, waar het geld daarvoor vandaan komt. Want dat het van de 2 pf op- bouw-belasting-zegel, die bij elke postzegel moet worden bijgeplakt niet komen kan, begrijpt men zelf ook. Vele bedrijven hebben de zaak hervat in de onderbouw van het pand, dat weggebombardeerd of uitgebrand op de voltooiing wacht. Buitenlandse firma's zijn blijkbaar minder gehandicapt we gens bezit van deviezen. Zwaar gedupeerd zijn de vele weduwen, die zich door hun le vensverzekeringen een leven zon der zware zorgen hadden voorge steld. Hoe anders liep alles echter na de geldzuivering, waardoor al le verzekeringen practisch waar deloos werden. De Duitser blijkt opvallend goed politiek georiënteerd te zijn. Hij weet ons te vertellen, hoe Neder land zijn Indië-polltlek heeft ge voerd en had moeten voeren hij begrijpt en beheerst de Belgi sche Koningskwestie beter dan velen van ons dat doen, en, zeer mogelijk met enig leedvermaak, volgt hy de afbraak van het Brit se Imperium. Een Duitse fruithandelaar kwam ongevraagd naar onze wagen toe en zei: „Jullie hebben het ons In de oorlog wel eens erg lastig ge maakt, maar dit moet ik zeggen, als jullie een kist fruit van 25 kg importeren, zit er ruim 25 kg in". En laconiek: „Dat vult dan vaak het tekort aan van de kisten uit Italië". Het verlangen naar meer vry- heid op politiek, economisch en militair gebied uit zich vooral ln het streven naar een eigen leger, al of niet onder leiding en con trole van de gealllëerden. Men wenst geen Duitse troepen om zich naar alle zyden te bescher men en te zyner tyd een zoveel ste poging te wagen ter vergro ting van het Lebensraum. Maar wél ziet men al te dut- deiyk ln, dat bij een eventuele Russische agressie de bezetting van Duitsland een kwestie van een paar dagen ls. „En", zo ver telde ons een oorlogsweduwe, „et*a goed leger zou mijn zoon een prima opleiding geven. Hij zou er misschien een vak Ieren. Hij verdient dan zijn boterham en hü leert zich in alles behelpen". bezettingstroepen Niet gewenst en niet gehaat. Daarmede is de mening over de bezettende macht in het kort ge schetst. Men ondervindt weinig last van de aanwezigheid van de troepen, welks belang men ove rigens ook niet begrijpt. Engelsen, Fransen en Belgen gaan onopvallend en ongestoord hun weg. zy ïyden niet het leven van de oprukkende legers, zy krij gen geen dure rantsoenen en wo nen niet ln de meest luxueuze villa's. Anders zijn de Amerikanen. Zij hebben zich gehele wyken laten 'aanleggen, met flats, winkels, bi oscoop, restaurants, wandel- en kinderparken, garages en par keerplaatsen. Het was in een der- geiyke Amerikaanse w(jk, dat wy een foto namen van enkele neger jongetjes, die kort na de bevrij ding geboren zyn. Toen wy afge knipt hadden, bedankte ons een Duitse moeder, die inmiddels achter ons was komen staan. Langs de Ryn en tegen dè bos- ryke hellingen van de zy-rlvler- tjes vindt men Amerikaanse va- cantie-kampen met golf-terrei- nen, tennisbanen, cricket-velden en zwembaden. HET RIJNLAND VOOR ONS EN HEN. De schoonheid van de Rpn ls bekend. Zware verwoestingen ln de grote plaatsen als Malnz, Bin- gen, Koblenz, Bonn vermochten niet een einde te maken aan het vrolijke vacantle-leven, dat niet alleen buitenlanders, maar ook de Duitsers zelf reeds zeer lange tyd daar doorbrengen. De kleine plaatsjes langs de Rijn zijn gezellig. Smalle, steil hellende straatjes, aardig versier de pleintjes, romantisch verlichte terrasjes en alom zorgen-verdry- vende muziek. Naast de ontelbare Amerika nen vindt men er Belgen, Fran sen, Nederlanders, Zwitsers en Denen, Reeds van verre herkent men de vreemdeling: een grote luxe wagen, vaak met vlaggetje en antenne. In opvallende tegen stelling daarmee ziet men de Duitser zelf ln de kleine zuinige Volkswagen," Opel, DKW, Skoda en de luxere Mercedes Benz. Vooral gedurende de weekends ls het gehele Rijnland één vacan- tle-oord, vol vreugde, dans en zang. Dan zijn alle tafeltjes ln restau rants en wijnhuizen bezet, dan laat men zich een goed glas wijn inschenken, dan vergeet men de zorgen van gisteren en denkt men niet aan morgen, dan ls men vro lijk onder een dansje, omdat men nu eenmaal niet vroiyk kan zyn onder het harde werken tussen een grauw verleden en een onze kere, donkere toekomst.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1950 | | pagina 2