Goesenaars waren de Patriotten niet welgezind. De beer J. Schouten eredoctor. De Landbouw en de Benelux. „Rillandia" musiceerde 60 jaar. Het ontbrekende woord ADArtSON 50 buizen werden geplunderd, de schade beliep 3 ton. Zeeuwse Wandelingen Wie is Jan Schouten? Parlementaire studieconferentie te Brussel. Op 22 Juli wordt een muziekfeest gehouden. Wraak van een ekster. KORTE BERICHTEN Besef van eigenwaarde. Maandag 17 Juli 1950 PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD Pagina 2 De regering van onze laatste stadhouder Willem V is niet de mooiste geweest in onze geschiedenis. Met het buitenland be moeiden we ons zo weinig mogelijk om het gevaar van in oorlog te komen te vermijden, oorlog kwam ons allerminst gelegen in die tijd. We hadden trouwens meer dan genoeg aan de onrust en de twisten in ons land zelf. En we hadden een stadhouder, die niet tegen de moeilijkheden op kon, allesbehalve een krachtfiguur, misschien wel de slapste Oranjevorst die we als stadhouder ge had hebben. TWEE PARTIJEN. iuui waren er in ons land nog veel mensen, die de Prins trouw bleven. Jammer, dat hij zijn vrienden niet wist te bezielen door een flinke daad. Ze werden Prinsgezinden of Orangisten ge noemd, ook wel Oranjeklanten, maar dat was meer een schimp naam. Zijn vijanden waren allereerst da regenten, de machtige regeer ders in de steden, die door af spraken alle mooie baantjes in de familie hielden. Zelfbewuste heren, die geen inmenging duld den in hun onafhankelijk be staan, ook geen bemoeizucht door de stadhouder. Van deze aristocratische regentenkliek was een groot deel anti-Oranje, in sommige steden hadden ze zelfs de meerderheid evenals in de Staten van Holland, echter niet in de Staten van Zeeland. Heel andere tegenstanders van de Oranjes waren de democra ten, gewone mensen uit het volk, die ook wel eens wat invloed wilden hebben op het bestuur van hun stad, maar door de op permachtige regenten overal buitengehouden werden. Vanuit Frankrijk kregen ze les in de politiek van de volkssouvereini- teit, die in dit land is uitgelopen op een grote revolutie en ten slotte ons land meesleepte in zijn ondergang. Deze beide geheel verschillen de volksgroepen tooiden zich met de mooie naam van Patriotten vaderlanders) en ze dachten zich een vaderland zonder stad houder. Vandaar hun haat tegen Willem V en zijn vrienden. PLAGERIJEN DER PATRIOTTEN. Ook in Goes bestonden deze twee partijen, maar de meerder heid van de vroedschap was Prinsgezind. Waar de Patriotten de meerderheid hadden, tiranni seerden ze de bevolking van de stad door het verbond van oranje dragen en oranjeliederen zingen, door te verbieden goudsbloemen in de tuin te zaaien of oranje- worteltjes in de groentewagen op 't zicht te leggen en meer der gelijke dingen. Maar hoewel ze in Goes in de minderheid waren, traden ze ook daar brutaal en uitdagend op. Zoals in andere plaatsen hadden ze ook hier hun sociëteit, waai- ze politiek werden geschoold in de nieuwe orde, waar de anti- oranjegezinde circulaires en pamfletten werden uitgebroed, waar ze bespraken de toekom stige toestand van Ter Goes, als zij aan de macht zouden zijn ge komen. Ook oefenden ze zich geregeld in het gebruik der wapenen, je kon nooit weten hoe dat nodig kon zijn. Een gemeenteraadslid partijgenoot stond hen daarvoor zelfs een weide af vlak buiten de poort gelegen. En dat ondanks het verbod om exercitie-oefenin gen te houden. Toen ze boven dien nog de oranjekwasten van hun vaandel verwijderden en weigerden de voorgeschreven oranjesjerpen te dragen, ging het stadsbestuur zich met de zaak bemoeien en werd er een eind gemaakt aan de wapenoefenin gen. CXXIL PLUNDERTOCHT DER PRINSGEZINDEN. Het begon eigenlijk met een schipper Joost van St. Annaland, die met zijn schip in de kade lag en als teken van zijn patriotti sche beginselen een vrijheids vlaggetje in de top van zijn mast voerde. Vol verachting zag het verzamelde volk het en ook de burgemeester hoorde ervan en op diens verzoek was de schip per zo verstandig het naar be neden te halen. Maar daarvoor werd hy door zijn partijgenoten zo uitgekafferd, dat hij het een paar dagen later weer aanbracht. Maar nu werd het door het woe dende volk omlaag gehaald en vertrapt, zijn scheepswant werd vernield en ons schippertje moest vluchten om zijns levens wil. Een misleidend krantenbericht en een preek van een Patriotti sche dominé (die zo graag de toepasselijke" psalm 109 liet zingen) maakten het Prinsgezin de bloed aan het koken en daar begon het lieve leven in Goes. Men had een ledenlijst van de Goese Patriotten te pakken ge kregen en met die lijst ging men op stap. De voornaamsten van hen werden met een bezoek „ver eerd", maar je mag bewaard blijven voor zulk soort eer. Dat ging meestal zo: Men liet de klapper op de deur vallen, maarde bewoner was wel zo verstandig niet open te doen. Dan gooide men de ruiten in en klom door het raam naar binnen of rammelde de deur zo als dat eens in Den Briel met de poort gebeurd was. Was men eenmaal binnen dan werd alles kort en klein geslagen en op straat of in de kade gegooid, waar stoelen, boeken, spiegels, schilderijen, vazen, bedden heel of half vernield door elkaar la gen. Dan ging men op zoek naar de bewoner-Patriot. Kon men hem vinden, dan moest hij op de stoep van zijn geruïneerde wo ning temidden van wat eens zijn inboedel was „oranje boven" of „Leve de Prins" roepen, wat hij meestal deed om nog erger din gen te voorkomen, maar waar van hij geen zier meende. Op deze manier zijn er in Goes ruim 50 huizen behandeld, waarvan de schade begroot werd op 3 ton. Niet alleen hier, maar ook in andere plaatsen gebeurde hetzelf de (Middelburg, Zierikzee), ook buiten Zeeland. Wie er meer van weten wil, leze het boek van A. M. Wessels „Zeeland in de Patriottentijd", waaraan ook en kele bijzonderheden voor dit artikel zijn ontleend. L. v. W. Ook Den Haag heeft „een spook". Ook Den Haag heeft „een spook". Dit althans volgens de beweringen van de schareslijper P. B., die in een woonwagen kamp nabij Loosduinen woont. Eergisterennacht deed hij, ten einde raad, bij het dichtstbij zijnde politiebureau aangifte, dat reeds gedurende twee weken achtereen, een in het zwart ge kleed „spook" door het woon wagenkamp ronddoolt. Het komt niet om middernacht zoals het een goed spook past, doch rond uur. Ondanks dit late uur ge draagt het zich, aldus B., zoals ieder spook: „spookachtie". De volgende nacht hebben verschillende agenten van poli tie de wacht betrokken in het woonwagenkamp. Het spook liet echter verstek gaan. (Ineez. mededeling, advert.) Scholen voor middelbaar voorbereidend M.O. Voorschotten op het subsidie. Door minister Rutten is een wetsontwerp aanhangig gemaakt dat in hoofdzaak bedoelt het verlenen van voorschotten op het subsidie ten behoeve van ge subsidieerde gemeentelijke- en bijzondere scholen voor voorbe reidend hoger en middelbaar onderwijs. In de memorie van toelichting wordt er op gewezen, dat de schoolbesturen thans geen aan spraak op een voorschot op liet subsidie hebben. Wel worden uit 's Rijks kas voorschotten ver strekt, doch deze hebben het ka rakter van geldleningen waar voor rente wordt bedongen. Tevens wordt voorgesteld het stichten van middelbare scho len voor meisjes door het Rijk mogelijk te maken. Het ligt in het voornemen vooralsnog slechts aan 13 Rijks hogere bur gerscholen een afdeling voor meisjes te verbinden. I.v.m. de benoeming van de heer J. Schouten tot ere-doctor door de Vrije Universiteit, schrijft de R.K. „Maasbode" „Ik herinner mij nog goed. hoe een veertig jaar geleden op een goede dag in Rotterdam de vraag op aller lippen leefde „wie is Jan Schouten7" Dat was in de tijd van de verkiezingen voor de gemeenteraad, die de stad weken te voren in 'n ongekende staat van beroering brachten. Heiningen, muren en schuttin gen werden beplakt met harts tochtelijk gestelde verkiezings manifesten, bruggen en straten werden bekalkt met de namen der elkaar beconcurrerende Candida- ten. Optochten met reclamewa gens en muziek trokken door de stad en met scheepsroepers als klaroenen werden de namen aan geprezen van de favorieten, die men 't liefst op het groene kussen der colleges zou willen zien plaats nemen. Elke avond in alle stadsgedeel ten van Rotterdam rumoerige vergaderingen met sprekers en debatvoerders. Op een keer werd bekend gemaakt, dat op een be paalde avond, dat Spiekman het grote woord zou spreken in het Algemeen Verkooplokaal, een ze kere antirevolutionair, met name Schouten tegen Spiekman in de bat zou komen. Spiekman, die zelf Rotterdams redacteur was van „Het Volk", stelde in het sociaaldemocratisch hoofdorgaan de enigszins kleine rende vraag: „Wie is Schouten?" Van Schouten had in Rotter dam nog nooit iemand gehoord. Men fluisterde dat Schouten een antirevolutionair propagandistje was uit het nabijgelegen Maas sluis. Natuurlijk nog een jong en dartel veulen. Wat wilde deze kleine David tegenover de gerou tineerde Goliath Spiekman? Deze onbekende Schouten kwam die avond tegen Spiekman in debat, en 't werd een daveren de triumf. Schouten heeft toen zeker niet bedoeld een verkiezingsspeech voor zich zelf uit te spreken, maar de kiezers hadden hun man ontdekt. Binnen een goed jaar werd Schouten zelf lid van de gemeenteraad, lid van de Provin ciale Staten, ook lid van de Twee de Kamer, en wethouder van de gemeente Rotterdam. Jaren lang hebben wij het voor recht gehad Jan Schouten in de Rotterdamse gemeenteraad te mogen volgen en hij is een van de meest respectabele figuren ge worden, door alle partijen gezien en geëerd. Schouten werd al spoedig na zijn intrede in de raad onuitge sproken de leider van zijn fractie. Schouten, die de politiek niet als een baan, een functie, een ere- rol, maar vóór alles als een roe ping, een apostolaat vervulde. Schouten op en top een recht schapen mens. De eerlijkheid van zijn politieke overtuiging en chris telijke levensopvatting straalde hem de wakkere ogen uit. Ook 'n politieke tegenstander als Spiek man was hem oprecht genegen. Ook hij voelde en wist te waar deren, dat elk woord door Schou ten gesproken, door de zuiverste bedoeling werd gedragen. En dat was wat Schouten's natuurlijke welsprekenheid zo boeiend maakt, De eenvoudige bescheiden Schouten, is vanuit de Rotterdam se raad, ook als lid van de Prov Staten, en als lid van de Tweede Kamer uitgegroeid tot een van de meest eminente en vooraan staande figuren uit ons politieke leven, een, die in de jaren van de vijandelijke bezetting ook blij moedig en offervaardig 't zwaar ste gelag heeft betaald als con sequentie van zijn markante en toonaangevende persoonlijkheid. Bij de bevrijding uit het concen tratiekamp teruggekomen werd Schouten spontaan gekozen tot leider van de Anti-Revolution- naire Partij. Na dr Abraham Kuyper, na dr Hendrik Colijnnu dr Jan Schouten. Kabinetsformateurs in Suriname geven opdracht terug. De heren J. Drielsma en mr dr J. A. E. Buiskool hebben de opdracht om in Suriname een Kabinet te formeren, aan de gouverneur teruggegeven. De voorzitter van de demissionaire regeringsraad, mr dr J. C. de Miranda, die heden naar Ne derland zou vertrekken, heeft van deze reis afgezien. In het ochtendblad „Réveille" van Vrijdagmorgen wordt be zwaar gemaakt tegen een minis ter-presidentschap van mr Buis kool, omdat hij Nederlander is en men op het ogenblik naast een Nederlandse gouverneur geen Nederlander wenst op de stoel van de minister-president. Voorstanders van behoud band Nederland-Nieuw Guinea mogen meespreken. De heer J. Mallo, waarn. voor zitter van de Centrale Irianse Politieke Vertegenwoordiging, heeft medegedeeld, dat het lid van de C.I.P.V., de heer N. Jou we, die thans in Nederland ver toeft, als adviseur van de Neder landse delegatie in de gemengde commissie voor Nieuw Guinea, is geïnstrueerd bij de Nederlandse regering te bewerkstelligen, dat de heren Ariks, Defares en Kasie- no (die er voorstanders van zijn, dat Nieuw Guinea bij Nederland blijft) naar Nederland komen. De vorst van Oeroendi op bezoek in België. Sedert enkele dagen vertoeft de vorst van het Belgische voog- dijgebied Oeroendi, Mwamboetsa, op uitnodiging van de regering in België. De neger-vorst is ver gezeld van vier van zijn stam hoofden. Het gezelschap werd o.m. ontvangen door Koningin Elisabeth en door de Prins-regent. Oeroendi is evenals het aangren zende Roeanda een gebied, dat onder het toezicht van de trust- schapsraad van de Ver. Naties staat en waarvan het beheer is opgedragen aan België. In Oe roendi verblijven slechts 1635 blanken. De missie en de zending zijn er zeer actief geweest en bijna de helft der bevolking is gekerstend. De moeilijkheden, die de Bel gische en Luxemburgse land bouw vreest bij een volledige verwezenlijking der Benelux, zuilen op zeer scherpe wjjze in het licht worden gesteld tijdens de driedaagse studieconferentie der Belgisch-Nederland Luxem burgse interparlementaire unie, welke Zaterdag te Brussel werd geopend. Het Belgische standpunt. De Belgische afgevaardigde Edg. Maes zal tijdens de bijeen komst een rapport uitbrengen over de zienswijze van de Bel gische land- en tuinbouw. In dit rapport wordt erop gewezen, dat men aan Belgische zijde onwrik baar op het standpunt blijft staan, dat een volledig behoud van het landbouwprotocol van Mei 1947 dient te worden gega randeerd. Dit protocol regelt het ruilverkeer ift landbouwproduc ten tussen de drie landen en laat de partners de vrijheid om na overleg door prijsregelingen en invoerbeperkingen de eigen land bouw te beschermen tegen over matig geachte invoer uit unie- landen. Volgens de heer Maes is het hoog tijd in dit opzicht „elkaar openhartig de waarheid te zeg gen". België kan volgens hem niet dulden, dat zijn boerenstand door een volledige blootstelling aan de Nederlandse concurrentie tot noodstand worden gebracht. „In deze omstandigheden is het onzinnig en onverantwoordelijk van de Belgische land- en tuin bouw te eisen zich aan te passen aan de integrale economische unie" zo merkt de Belgische af gevaardigde in zijn rapport op. Eerst zouden alle partners binnen de voorunie even grote en loyale stappen moeten doen in de rich ting van gelijkschakeling der productie-voorraden en der land bouwpolitiek. De heer Maes is van mening, dat de loyale samenwerking van Nederlandse kant verbetering behoeft en hij verwijst in dit ver band naar het verminderde ver bruik van boter in Nederland, naar de marktorganisatie en „bij zonder bedriegeljjke middelen aan de grens". Hij verwijst voorts naar het feit, dat de Bel gische nijverheid op sommige exportmarken (Denemarken, Italië en Frankrijk) grote moei lijkheden zou ondervinden juist door de voorkeurbehandeling van de agrarische export uit Neder land. Het Luxemburgse standpunt. In minder krasse bewoordin gen worden soortgelijke bezwa ren geuit in het voor de inter parlementaire unie uitgebrachte rapport van de Luxemburgse af gevaardigde, de heer N. Margue. Luxemburg moet er volgens hem op staan zijn eigen landbouw een levenskans te garanderen, al ware het alleen reeds omdat het zonder voortbestaan van zijn boerenstand zijn zelfstandig volksbestaan zou dreigen te ver liezen. Margue acht het landbouw vraagstuk in Benelux niet onop losbaar, mits het onpartijdig en zonder dwangdenkbeelden wordt aangepakt. Hij erkent dat de thans geldende overeenkomsten door betere kunnen worden ver vangen. Het Nederlandse standpunt. Van Nederlandse zijde wordt het vraagstuk belicht door dr F. Droesen. Hij erkent de Belgische moeilijkheden, doch meent dat naar een oplossing moet worden gestreefd. Dr Droesen kan aan het welslagen van de economi sche unie niet geloven, wanneer de landbouw daarin voor iange tijd een uitzonderingspositie in zou nemen. Het feit dat Bene lux bij een volledige unie een aanzienlijk overschot aan land bouwproducten zal hebben is volgens Droesen, niet bezwaar lijk zolang lonende export mo gelijk is. Dat vergaande aanpassing der agrarische productiekosten in beide landen nodig is wordt door dr Droesen volledig erkend aan gezien het verschil momenteel nog 30 procent bedraagt vooral de prijsverschillen tengevolge van uiteenlopende technische en organisatorische ontwikkeling zullen slechts geleidelijk kunnen worden genivelleerd. Dr Droesen meent evenwel dat binnen een periode van bijvoor beeld vijf jaren een voldoende nivellering zal kunnen zij be reikt. Dr Droesen merkt op, dat dit zou neerkomen op een voorlopige handhaving van het landbouw protocol van Mei 1947, doch hij wenst de omvang daarvan de be perken. Dr Droesen heeft voorts tegen over de in België heersende af keer voor alle vormen van diri gisme op landbouwgebied be toogd dat de thans in Nederland gevolgde landbouwpolitiek in grote lijnen voor dit land de beste is. Hij heeft de mening ge uit, dat deze politiek ook in Be nelux de beste zou zijn, aange zien zij wordt opgelegd door de noodzaak van export. De muziekvereniging „Rillandia" bestond op 15 Mei j.l. 60 jaar. Zoals alle verenigingen, die hun 60-jarig bestaan, vieren, kan Ril landia terugzien op een ryk ver leden. Rjjk zowel aan hoogtepun ten, als ook aan tegenslagen, die echter steeds weer werden over wonnen, waarna men dan altijd weer met vernieuwde moed voort ging. „Rillandia" werd opgericht op 15 Mei 1890. De eerste voorzit ter was de heer Iz. Minnaard, die de vereniging financieel op gang bracht. Hij was haar „geldschie ter'. Als eerste directeur trad op de heer Roda, onderwijzer te Ril land. De volgende directeuren waren G. v. d. Griek, Jz., Joost Lobbezoo en Jac. Hensen, destijds gewone boeren-arbeiders te Ril land. In de periode 19061908 bestond naast „Rillandia" nog 'n Chr. Fanfaregezelschap. Dit ge zelschap werd echter in 1908 op- Een doctor, die met ere „sum ma cum laude" promoveerde aan de Hogeschool van het leven! FEUILLETON. door O. F. WALTON. 39) Wat zou hij nu doen? Had hij de dienst vaarwel gezegd? Zou hij gelukkig zijn in de nieuwe omgeving? Zy dacht aan zijn woorden tot haar moeder ge richt: Ik zal mijzelf geen enkele weelde veroorloven, voordat al les is betaald! Wat zou dat een hard leven beduiden, als hij zyn woord hield, en daaraan twijfel de zij geen ogenblik. Zij wist, dat hij een man van zijn woord was. Telkens en telkens weer keerden haar levendige gedach ten tot hem terug, en in haar ge beden voor haar geliefden ward zijn naam ingesloten. 'tWas toch geen verkeerde daad voer hem te bidden? Op een dag, toen de lente reeds haar intocht had gedaan en zelfs Daisy Bank er iets min der troosteloos uitzag, vonl Marjorie een vriend. By een van de scheefgezakte huisjes zag zij een man naar buiten komen met een rozeboompje in zijn armen en tegelijk bemerkte zij 'n hele rü rozestammen in potten, die in de zonneschijn gekoesterd werden, beschut door de vee- vallen muur. De blaadjes waren juist te voorschijn gekomen en 't deed haar goed te zien, hoe de man zorgvuldig de aarde bij de stammetjes losmaakte en de planten water gaf uit een kan, die bij de deur had gestaan. Nu had Marjorie in Daisy Bank toch iets gevonden waar haar oog in welgevallen op kon rusten. Zij liep naar de grijsaard toe en be keek zijn rozen. Hij toonde ze haar met rechtmatige trots en noemde haar de naam en de soort van elk. „Wilt u mijn tuin eens zien, juffrouw?" vroeg hij. Zy volgde hem door de keu ken, die zeer zindelijk was, of schoon verveloos, en hij bracht haar naar de achterzijde van zijn huis. Daar toonde hy haar zijn grasveld, een strookje van drie meter lang en twee meter breed; dat besproeide hy dagelijks om het vrij te houden van de aan slag uit de rokerige lucht en hy hield het kort, door het te knip pen met een gewone schaar. Hij was er ontzaglijk trots op, even als op een rijtje weerharde plan ten, die een strijd om het be staan voerden langs de achter muur van het huis. De oude man straalde van ge noegen, toen Marjorie zich bukte om ze van nabij te bekij ken. Dat nietig kleine tuintje was de vreugde van zijn leven. Hy vond het even mooi als Marjorie de tuin van haar ouderlijk huis. ,,'t Is een wonder, dat hier nog iets wil groeien", zeide zy. „Ja, 't is een ondankbare grond, maar de plantingen des Heeren kunnen er soms toch welig tieren." „Ja", zei Marjorie, maar ze begreep niet dadelijk wat hij De- doelde. „Ik denk aan Daniël in Baby- Ion, en Obadja, die in Izebels tijd leefde en er waren ook hei ligen in de hofhouding van kei zer Nero. Zij leefden allen in slechte grond, maar zij waren „plantingen des Heeren, een werk Zijner handen, opdat Hij verheerlijkt worde." Toen bemerkte Marjorie, dat ze 'n vriend had gevonden en zij dankte er God voor. De oude Enoch zou door menigeen wor den aangezien voor een onwe tend man, maar hij bleek zyn Bijbel te kennen en te leven bij het Woord Gods. Dat was zijn dagelijkse studie en de Heilige Geest verlichtte hem. Zeer dik wijls, als de donkerheid en de somberheid haar overvielen, nep Marjorie bij hem aan en altyd kwam zij bemoedigd en ver troost weer terug. 't Was op dezelfde dag, waarop zy voor 't eerst, met de oude Enoch kennis maakte, dat haar, op de terugweg naar Colwyn House, een grote verrassing wachtte. Springend over de plas sen, die de lentezon niet had kun nen opdrogen, zag zij een welbe kende gestalte haar tegemoet komen en haar hart sprong op van vreugde. Die man was een stukje van haar tehuis, plotseling overgebracht temidden van de nare eenzaamheid van Daisy Bank. Het was Louis Vernerl „O, Louis, wat ben :k blij je te zien!" riep ze. ,,'t Is zo heerlijk weer iemand van thuis te ont moeten!" „Ik dacht wel, dat je blij zou zijn mij te zien, Marjorie. Ik ben op weg naar huis en ik dacht zo, misschien kon ik hun iets vertel len over jou". „En je hebt een omweg ge maakt om mij te bezoeken? Wat hartelijk van je, Louis!" ,,'t Is geen hartelijkheid, Mar jorie. Ik wilde jou zo graag zien. Ja ziet er liever uit dan ooit!" „Praat nu niet zo'n onzin, Louis", zeida zij, „vertel ma eens iets van jezelf. Ben je goed voor uit gekomen?" „Och, ik denk van wel. We hebben een vrolijke tijd achter de rug. Allerlei dingen zijn er ge beurd". „En wat ben je nu van plan te worden V' geheven. Vanaf die tijd kwam de muzikale leiding in handen van de heer Goovaerts, stafmuzikant te Bergen op Zoom. Deze dirigent bleef tot aan het uitbreken van de eerste wereldoorlog in 1914 de leiding behouden. In de oorlogs jaren 19141919 lagen de repe tities geheel stil. In 't voorjaar van 1919 werd weer begonnen. Een nieuw bestuur werd geko zen, waarvan de heer A. A. Mol voorzitter werd, die dit werk tot heden nog verricht, dus nu reeds ruim 30 jaar. Tot directeur werd benoemd de heer P. Krijnsen te Waarde. Onder diens leiding kwam het gezelschap steeds ho ger op de muzikale trap. In 1925 werd het 35-jarig bestaan van „Rillandia" herdacht, bij welke gelegenheid door de burgerij een nieuw vaandel werd aangeboden. Het hoogtepunt van de muzikale prestaties lag in het midden der dertiger jaren, toen „Rillandia" in de afdeling uitmuntendheid van de Zeeuwse Bond uitkwam, Het uitbreken van de tweede wereldoorlog bracht opnieuw vele moeilijkheden. Vanaf 1943 lagen de repetities weer stil. De bevrijding bracht „Rillan dia" zware verliezen toe. Zelfs persoonlijke. Niet minder dan muzikanten verloren het leven. Een aantal instrumenten, als mede de gehele muziek-biblio- theek ging verloren. De muziek tent werd ernstig beschadigd. Tijdens het bevrijdingsfeest in 1945 trad „Rillandia" voor het eerst weer op, doch enkel in de mars. Ais directeur werd be noemd de heer J. J. Rijnberg, die deze functie tot op heden nog vervult. Door financiële steun der bur gerij en van het „Prins Bernhard" fonds kon de vereniging finan cieel weer op gang komen. Muzi kaal ging het minder goed. Het bleef sukkelen, waartoe een om zetting in harmonie niet weinig bijdroeg. Thans weer terugge keerd tot fanfare en versterkt met een aantal leden van het vroegere „Vroolijk Voorwaarts' uit Bath, gaat het gezelschap na het jongste succes op het concours van de Zeeuwse Bond te Yerseke met moed een nieuwe toekomst tegemoet. Op 22 Juli a.s. hoopt „Rillan dia" haar 60-jarig bestaan te her denken, door het houden van een muziekfeest. Voor deze gelegen heid ls een commissie uit de bur gerij benoemd, die o.a. een col lecte heeft gehouden in de ge meente, ter bêstrijdlng der kos ten. Deze U zeer goed geslaagd. Moge het a.s. muziekfeest even eens zo zijn. Zuid-Molukken willen deel nemen aan conferentie over Nieuw-Guinea. Naar aanleiding van de uitnodi ging van Indonesische zijde tot het houden van een conferentie inzake Nieuw-Guinea, aanvangen de op 1 Augustus, heeft de ver tegenwoordiger van de „Repu bliek Zuid-Molukken" in een brief aan de minister-president, dr W. Drees, herinnerd aan de door hem gevraagde conferentie om trent de erkenning van de repu- bliek-Zuid-Molukken, eveneens beginnend op uiterlijk 1 Augus tus. Dr Nikijuluw betoogt, dat 't voor de hand zou liggen beide con ferenties te doen samenvallen, omdat de Zuid-Molukken ethno- logisch, geografisch en militair- strategisch een geheel met Nieuw- Guinea zijn, zodat de voor het Nederlandse rijksdeel te voeren politiek betreffende de rechtstoe stand en de economie, met name de militaire verdediging, voor zijn land van levensbetekenis zijn. Hy is echter bereid, indien de con ferentie inzake Nieuw-Guinea niet op 1 Augustus zou kunnen aan vangen, de door hem gestelde ter mijn te verlengen. In zijn schrijven zegt Dr Niki juluw verder, dat zijn regering bereid is als voorwaarde voor de erkenning van de republiek-Zuid- Molukken een vrije en geheime volksstemming onder onpartijdig toezicht te aanvaarden. vim HAMSTEREN. Er toordt -weer gehamsterd. En naar 't schijnt niet zo zui nig. Er is weer onrust in de wereld en onrust in de harten van vele mensen. Er zijn er, die VREZEN dat nieuwe oorlogen zullen uitbre ken én. er zijn anderen die er nu niet bepaald op HOPEN, maar die hier toch weer een kans zien om aan hun geldzucht te voldoen. Vandaar, dat ze nu gaan ham steren. De een uit vrees dat hij tekort zal komen, de ander, om zo mogelijk zijn medeburgers te plunderen. Te Haarlem is deswege een 62-jarig man opgepakt er is nog altijd een Hamsterwet! die honderden kilo's levensmid delen had ingeslagen en in een garage verstopt. Dit geval staat niet op zich zelf. Overal zijn de hamsteraars in actie. Ook in Zeeland. Zo hoorde ik van een vrouw, die maar even twee dozijn lakens tegelijk wilds inslaan. Ik heb niet de illusie, dat aan mijn woord veel aandacht zal worden geschonken. Vooral ook, omdat bij de echte hamsteraars doofheid een familiekwaal schijnt te zijn. Toch zou ik willen waarschu wen om aan dit van kleingeloof aan de ene, en gewetenloosheid aan de andere kant getuigende kwaad niet mee te doen. Het is in strijd met de wet. Het getuigt van weinig sociaal gevoel. Het is een goddeloos werk, dat het bidden om het dagelijks brood onmogelijk maakt. Een auto met werklieden is bij Santarem 80 kilometer ten Noorden van Lissabon, tegen een paal gereden. 12 Personen wer den gedood, 34 gewond. De invoer en de uitvoer even als de interzonale handel in post zegels van alle aard is door de Oostduitse regering verboden. De Westduitse Bondsdag heeft na scherp debat een sociaal democratische motie aangeno men, waarin de regering verzocht wordt de huidige subsidiëring van de bloem te handhaven ten einde een verhoging van de broodprijs te voorkomen. De Utah-Indianen van Colora do Utah, voor het merendeel ar me boeren, hebben een proces tegen de regering der V.S. ge wonnen waardoor hun een be drag van 31.700.000 dollar is toe gekend voor land, dat hun voor ouders i3 ontnomen. Dit betekent ongeveer 10.000 dollar voor iedere Utah. Het Congres moet de uitbetaling van het bedrag echter eerst goedkeuren. De 83-jarige generaal Evange line Booth, voormalig hoofd en dochter van de stichter van het Leger des Heils, ligt in haar wo ning te New York op sterven. Een boer in Zuid-Zweden heeft de radio-omroep schrifte lijk verzocht om halvering van zijn luisterbijdrage, omdat hy aan één oor doof is. De Amerikaanse militaire mis sie, die thans een reis maakt door verschillende landen in Zuid-Oost Azië, wordt eind deze maand in Indonesië verwacht. De regering van de R.I.S. zal de missie, gezien haar neutraliteits politiek, niet officieel ontvangen, doch slechts informele en vrij blijvende contacten met haar op nemen. In Amerika heeft een scherpe stijging van de groothandelsprij- zen plaats tengevolge van de crisis in Korea. Het bureau voor de arbeid heeft medegedeeld, dat de prijzen in de week per 11 Juli gemiddeld zyn gestegen met 1.8 procent. De prijzen voor voe dingsmiddelen stegen met 4.1 en de prijzen voor vlees met 7.5 procent. Voor rubber trad een Èrysstyging in met 17 en voor atoenen stof met 14.8 Mr G. Vixeboxse waarschuwt in de „C.H. Nederlander" tegen voortdurend lamenteren en roe pen om grote mannen, doch vraagt meer vertrouwen op Go.d die onze arbeid wil zegenen, zo als ook blijkt uit de opbloei die wij ondanks fouten en missla gen toch nog mogen aanschou wen in Nederland. Hoe komt het, vraag ik dan nog eens, dat wij zo onvoldoen de besef van eigenwaarde heb ben, dat wij ons zo herhaaldelijk laten intimideren door het bui tenland, voor zover dat sterker in macht et» materiële rijkdom is dan wij. Dat komt eensdeels omdat wj voortdurend kankeren over het geen nog aan onze eigen natio nale samenleving ontbreekt en geen oog hebben voor de grota zegeningen die ons zijn geschon ken en waaraan nog dagelijks wordt toegevoegd, anderdeels omdat wij in onze omgang met andere naties slechts letten op hun sterkere macht en hun gro tere materiële rijkdom en daar voor het hoofd buigen en ons niet realiseren hoe wij in menig opzicht hun meerdere zijn. Wij zyn maar steeds bezig als norm voor ons volksbestaan da materiële macht en de stoffe lijke rijkdom aan te nemen, ra ken zodoende onze dankbaar heid voor het vele dat ons in eigen volk geschonken wordt, kwijt en hebben geen oog voor de mogelijkheden die God in de zich steeds duidelijker manifes terende ontwikkeling van het nationale naar het internationale vlak, aan een levenskrachtig volk als het onze biedt. Laten wy ophouden met te denken, dat andere volken het beter hebben dan wij, niet, om in zelfgenoegzaamheid te ver zanden, maar om in juist besef van ons kunnen en van onze eigenwaarde met toewijding en vertrouwen de plaats in te ne men, die God ons in deze wor dende wereld heeft toebedacht. Te Den Haag is opgericht da Stichting Moveo (meer ontspan ning voor ernstige oorlogsgewon den). Deze stichting wil in Ne derland komen tot een nationale organisatie, welke zich ten doel stelt de ernstige militaire oor logsgewonden, die daartoe uit eigen kracht en middelen niet in staat zijn, meerdere malen per jaar binnen -en buitenlandse autotochten aan te bieden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1950 | | pagina 2