Goesenaars waren de Patriotten niet
welgezind.
De beer J. Schouten eredoctor.
De Landbouw en de Benelux.
„Rillandia" musiceerde 60 jaar.
Het ontbrekende woord
ADArtSON
50 buizen werden geplunderd, de schade
beliep 3 ton.
Zeeuwse Wandelingen
Wie is Jan Schouten?
Parlementaire studieconferentie te Brussel.
Op 22 Juli wordt een muziekfeest gehouden.
Wraak van een ekster.
KORTE BERICHTEN
Besef van eigenwaarde.
Maandag 17 Juli 1950
PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD
Pagina 2
De regering van onze laatste stadhouder Willem V is niet de
mooiste geweest in onze geschiedenis. Met het buitenland be
moeiden we ons zo weinig mogelijk om het gevaar van in oorlog
te komen te vermijden, oorlog kwam ons allerminst gelegen in
die tijd. We hadden trouwens meer dan genoeg aan de onrust en
de twisten in ons land zelf. En we hadden een stadhouder, die
niet tegen de moeilijkheden op kon, allesbehalve een krachtfiguur,
misschien wel de slapste Oranjevorst die we als stadhouder ge
had hebben.
TWEE PARTIJEN.
iuui waren er in ons land nog
veel mensen, die de Prins trouw
bleven. Jammer, dat hij zijn
vrienden niet wist te bezielen
door een flinke daad. Ze werden
Prinsgezinden of Orangisten ge
noemd, ook wel Oranjeklanten,
maar dat was meer een schimp
naam.
Zijn vijanden waren allereerst
da regenten, de machtige regeer
ders in de steden, die door af
spraken alle mooie baantjes in
de familie hielden. Zelfbewuste
heren, die geen inmenging duld
den in hun onafhankelijk be
staan, ook geen bemoeizucht
door de stadhouder. Van deze
aristocratische regentenkliek was
een groot deel anti-Oranje, in
sommige steden hadden ze zelfs
de meerderheid evenals in de
Staten van Holland, echter niet
in de Staten van Zeeland.
Heel andere tegenstanders van
de Oranjes waren de democra
ten, gewone mensen uit het volk,
die ook wel eens wat invloed
wilden hebben op het bestuur
van hun stad, maar door de op
permachtige regenten overal
buitengehouden werden. Vanuit
Frankrijk kregen ze les in de
politiek van de volkssouvereini-
teit, die in dit land is uitgelopen
op een grote revolutie en ten
slotte ons land meesleepte in zijn
ondergang.
Deze beide geheel verschillen
de volksgroepen tooiden zich met
de mooie naam van Patriotten
vaderlanders) en ze dachten
zich een vaderland zonder stad
houder. Vandaar hun haat tegen
Willem V en zijn vrienden.
PLAGERIJEN DER
PATRIOTTEN.
Ook in Goes bestonden deze
twee partijen, maar de meerder
heid van de vroedschap was
Prinsgezind. Waar de Patriotten
de meerderheid hadden, tiranni
seerden ze de bevolking van de
stad door het verbond van oranje
dragen en oranjeliederen zingen,
door te verbieden goudsbloemen
in de tuin te zaaien of oranje-
worteltjes in de groentewagen
op 't zicht te leggen en meer der
gelijke dingen.
Maar hoewel ze in Goes in de
minderheid waren, traden ze ook
daar brutaal en uitdagend op.
Zoals in andere plaatsen hadden
ze ook hier hun sociëteit, waai- ze
politiek werden geschoold in de
nieuwe orde, waar de anti-
oranjegezinde circulaires en
pamfletten werden uitgebroed,
waar ze bespraken de toekom
stige toestand van Ter Goes, als
zij aan de macht zouden zijn ge
komen.
Ook oefenden ze zich geregeld
in het gebruik der wapenen, je
kon nooit weten hoe dat nodig
kon zijn. Een gemeenteraadslid
partijgenoot stond hen daarvoor
zelfs een weide af vlak buiten de
poort gelegen. En dat ondanks
het verbod om exercitie-oefenin
gen te houden. Toen ze boven
dien nog de oranjekwasten van
hun vaandel verwijderden en
weigerden de voorgeschreven
oranjesjerpen te dragen, ging het
stadsbestuur zich met de zaak
bemoeien en werd er een eind
gemaakt aan de wapenoefenin
gen.
CXXIL
PLUNDERTOCHT DER
PRINSGEZINDEN.
Het begon eigenlijk met een
schipper Joost van St. Annaland,
die met zijn schip in de kade lag
en als teken van zijn patriotti
sche beginselen een vrijheids
vlaggetje in de top van zijn mast
voerde. Vol verachting zag het
verzamelde volk het en ook de
burgemeester hoorde ervan en
op diens verzoek was de schip
per zo verstandig het naar be
neden te halen. Maar daarvoor
werd hy door zijn partijgenoten
zo uitgekafferd, dat hij het een
paar dagen later weer aanbracht.
Maar nu werd het door het woe
dende volk omlaag gehaald en
vertrapt, zijn scheepswant werd
vernield en ons schippertje moest
vluchten om zijns levens wil.
Een misleidend krantenbericht
en een preek van een Patriotti
sche dominé (die zo graag de
toepasselijke" psalm 109 liet
zingen) maakten het Prinsgezin
de bloed aan het koken en daar
begon het lieve leven in Goes.
Men had een ledenlijst van de
Goese Patriotten te pakken ge
kregen en met die lijst ging men
op stap. De voornaamsten van
hen werden met een bezoek „ver
eerd", maar je mag bewaard
blijven voor zulk soort eer. Dat
ging meestal zo: Men liet de
klapper op de deur vallen,
maarde bewoner was
wel zo verstandig niet open te
doen. Dan gooide men de ruiten
in en klom door het raam naar
binnen of rammelde de deur zo
als dat eens in Den Briel met de
poort gebeurd was. Was men
eenmaal binnen dan werd alles
kort en klein geslagen en op
straat of in de kade gegooid,
waar stoelen, boeken, spiegels,
schilderijen, vazen, bedden heel
of half vernield door elkaar la
gen. Dan ging men op zoek naar
de bewoner-Patriot. Kon men
hem vinden, dan moest hij op de
stoep van zijn geruïneerde wo
ning temidden van wat eens zijn
inboedel was „oranje boven" of
„Leve de Prins" roepen, wat hij
meestal deed om nog erger din
gen te voorkomen, maar waar
van hij geen zier meende. Op
deze manier zijn er in Goes ruim
50 huizen behandeld, waarvan de
schade begroot werd op 3 ton.
Niet alleen hier, maar ook in
andere plaatsen gebeurde hetzelf
de (Middelburg, Zierikzee), ook
buiten Zeeland. Wie er meer van
weten wil, leze het boek van A.
M. Wessels „Zeeland in de
Patriottentijd", waaraan ook en
kele bijzonderheden voor dit
artikel zijn ontleend.
L. v. W.
Ook Den Haag heeft „een
spook".
Ook Den Haag heeft „een
spook". Dit althans volgens de
beweringen van de schareslijper
P. B., die in een woonwagen
kamp nabij Loosduinen woont.
Eergisterennacht deed hij, ten
einde raad, bij het dichtstbij
zijnde politiebureau aangifte, dat
reeds gedurende twee weken
achtereen, een in het zwart ge
kleed „spook" door het woon
wagenkamp ronddoolt. Het komt
niet om middernacht zoals het
een goed spook past, doch rond
uur. Ondanks dit late uur ge
draagt het zich, aldus B., zoals
ieder spook: „spookachtie".
De volgende nacht hebben
verschillende agenten van poli
tie de wacht betrokken in het
woonwagenkamp. Het spook liet
echter verstek gaan.
(Ineez. mededeling, advert.)
Scholen voor middelbaar
voorbereidend M.O.
Voorschotten op het subsidie.
Door minister Rutten is een
wetsontwerp aanhangig gemaakt
dat in hoofdzaak bedoelt het
verlenen van voorschotten op
het subsidie ten behoeve van ge
subsidieerde gemeentelijke- en
bijzondere scholen voor voorbe
reidend hoger en middelbaar
onderwijs.
In de memorie van toelichting
wordt er op gewezen, dat de
schoolbesturen thans geen aan
spraak op een voorschot op liet
subsidie hebben. Wel worden uit
's Rijks kas voorschotten ver
strekt, doch deze hebben het ka
rakter van geldleningen waar
voor rente wordt bedongen.
Tevens wordt voorgesteld het
stichten van middelbare scho
len voor meisjes door het Rijk
mogelijk te maken. Het ligt in
het voornemen vooralsnog
slechts aan 13 Rijks hogere bur
gerscholen een afdeling voor
meisjes te verbinden.
I.v.m. de benoeming van de
heer J. Schouten tot ere-doctor
door de Vrije Universiteit, schrijft
de R.K. „Maasbode"
„Ik herinner mij nog goed. hoe
een veertig jaar geleden op een
goede dag in Rotterdam de vraag
op aller lippen leefde „wie is
Jan Schouten7" Dat was in de
tijd van de verkiezingen voor de
gemeenteraad, die de stad weken
te voren in 'n ongekende staat
van beroering brachten.
Heiningen, muren en schuttin
gen werden beplakt met harts
tochtelijk gestelde verkiezings
manifesten, bruggen en straten
werden bekalkt met de namen der
elkaar beconcurrerende Candida-
ten. Optochten met reclamewa
gens en muziek trokken door de
stad en met scheepsroepers als
klaroenen werden de namen aan
geprezen van de favorieten, die
men 't liefst op het groene kussen
der colleges zou willen zien plaats
nemen.
Elke avond in alle stadsgedeel
ten van Rotterdam rumoerige
vergaderingen met sprekers en
debatvoerders. Op een keer werd
bekend gemaakt, dat op een be
paalde avond, dat Spiekman het
grote woord zou spreken in het
Algemeen Verkooplokaal, een ze
kere antirevolutionair, met name
Schouten tegen Spiekman in de
bat zou komen.
Spiekman, die zelf Rotterdams
redacteur was van „Het Volk",
stelde in het sociaaldemocratisch
hoofdorgaan de enigszins kleine
rende vraag: „Wie is Schouten?"
Van Schouten had in Rotter
dam nog nooit iemand gehoord.
Men fluisterde dat Schouten een
antirevolutionair propagandistje
was uit het nabijgelegen Maas
sluis. Natuurlijk nog een jong en
dartel veulen. Wat wilde deze
kleine David tegenover de gerou
tineerde Goliath Spiekman?
Deze onbekende Schouten
kwam die avond tegen Spiekman
in debat, en 't werd een daveren
de triumf.
Schouten heeft toen zeker niet
bedoeld een verkiezingsspeech
voor zich zelf uit te spreken,
maar de kiezers hadden hun man
ontdekt. Binnen een goed jaar
werd Schouten zelf lid van de
gemeenteraad, lid van de Provin
ciale Staten, ook lid van de Twee
de Kamer, en wethouder van de
gemeente Rotterdam.
Jaren lang hebben wij het voor
recht gehad Jan Schouten in de
Rotterdamse gemeenteraad te
mogen volgen en hij is een van
de meest respectabele figuren ge
worden, door alle partijen gezien
en geëerd.
Schouten werd al spoedig na
zijn intrede in de raad onuitge
sproken de leider van zijn fractie.
Schouten, die de politiek niet
als een baan, een functie, een ere-
rol, maar vóór alles als een roe
ping, een apostolaat vervulde.
Schouten op en top een recht
schapen mens. De eerlijkheid van
zijn politieke overtuiging en chris
telijke levensopvatting straalde
hem de wakkere ogen uit. Ook 'n
politieke tegenstander als Spiek
man was hem oprecht genegen.
Ook hij voelde en wist te waar
deren, dat elk woord door Schou
ten gesproken, door de zuiverste
bedoeling werd gedragen. En dat
was wat Schouten's natuurlijke
welsprekenheid zo boeiend maakt,
De eenvoudige bescheiden
Schouten, is vanuit de Rotterdam
se raad, ook als lid van de Prov
Staten, en als lid van de Tweede
Kamer uitgegroeid tot een van
de meest eminente en vooraan
staande figuren uit ons politieke
leven, een, die in de jaren van de
vijandelijke bezetting ook blij
moedig en offervaardig 't zwaar
ste gelag heeft betaald als con
sequentie van zijn markante en
toonaangevende persoonlijkheid.
Bij de bevrijding uit het concen
tratiekamp teruggekomen werd
Schouten spontaan gekozen tot
leider van de Anti-Revolution-
naire Partij.
Na dr Abraham Kuyper, na dr
Hendrik Colijnnu dr Jan
Schouten.
Kabinetsformateurs in
Suriname geven opdracht
terug.
De heren J. Drielsma en mr
dr J. A. E. Buiskool hebben de
opdracht om in Suriname een
Kabinet te formeren, aan de
gouverneur teruggegeven. De
voorzitter van de demissionaire
regeringsraad, mr dr J. C. de
Miranda, die heden naar Ne
derland zou vertrekken, heeft
van deze reis afgezien.
In het ochtendblad „Réveille"
van Vrijdagmorgen wordt be
zwaar gemaakt tegen een minis
ter-presidentschap van mr Buis
kool, omdat hij Nederlander is
en men op het ogenblik naast
een Nederlandse gouverneur
geen Nederlander wenst op de
stoel van de minister-president.
Voorstanders van behoud
band Nederland-Nieuw
Guinea mogen meespreken.
De heer J. Mallo, waarn. voor
zitter van de Centrale Irianse
Politieke Vertegenwoordiging,
heeft medegedeeld, dat het lid
van de C.I.P.V., de heer N. Jou
we, die thans in Nederland ver
toeft, als adviseur van de Neder
landse delegatie in de gemengde
commissie voor Nieuw Guinea, is
geïnstrueerd bij de Nederlandse
regering te bewerkstelligen, dat
de heren Ariks, Defares en Kasie-
no (die er voorstanders van zijn,
dat Nieuw Guinea bij Nederland
blijft) naar Nederland komen.
De vorst van Oeroendi op
bezoek in België.
Sedert enkele dagen vertoeft
de vorst van het Belgische voog-
dijgebied Oeroendi, Mwamboetsa,
op uitnodiging van de regering
in België. De neger-vorst is ver
gezeld van vier van zijn stam
hoofden. Het gezelschap werd
o.m. ontvangen door Koningin
Elisabeth en door de Prins-regent.
Oeroendi is evenals het aangren
zende Roeanda een gebied, dat
onder het toezicht van de trust-
schapsraad van de Ver. Naties
staat en waarvan het beheer is
opgedragen aan België. In Oe
roendi verblijven slechts 1635
blanken. De missie en de zending
zijn er zeer actief geweest en
bijna de helft der bevolking is
gekerstend.
De moeilijkheden, die de Bel
gische en Luxemburgse land
bouw vreest bij een volledige
verwezenlijking der Benelux,
zuilen op zeer scherpe wjjze in
het licht worden gesteld tijdens
de driedaagse studieconferentie
der Belgisch-Nederland Luxem
burgse interparlementaire unie,
welke Zaterdag te Brussel
werd geopend.
Het Belgische standpunt.
De Belgische afgevaardigde
Edg. Maes zal tijdens de bijeen
komst een rapport uitbrengen
over de zienswijze van de Bel
gische land- en tuinbouw. In dit
rapport wordt erop gewezen, dat
men aan Belgische zijde onwrik
baar op het standpunt blijft
staan, dat een volledig behoud
van het landbouwprotocol van
Mei 1947 dient te worden gega
randeerd. Dit protocol regelt het
ruilverkeer ift landbouwproduc
ten tussen de drie landen en laat
de partners de vrijheid om na
overleg door prijsregelingen en
invoerbeperkingen de eigen land
bouw te beschermen tegen over
matig geachte invoer uit unie-
landen.
Volgens de heer Maes is het
hoog tijd in dit opzicht „elkaar
openhartig de waarheid te zeg
gen". België kan volgens hem
niet dulden, dat zijn boerenstand
door een volledige blootstelling
aan de Nederlandse concurrentie
tot noodstand worden gebracht.
„In deze omstandigheden is het
onzinnig en onverantwoordelijk
van de Belgische land- en tuin
bouw te eisen zich aan te passen
aan de integrale economische
unie" zo merkt de Belgische af
gevaardigde in zijn rapport op.
Eerst zouden alle partners binnen
de voorunie even grote en loyale
stappen moeten doen in de rich
ting van gelijkschakeling der
productie-voorraden en der land
bouwpolitiek.
De heer Maes is van mening,
dat de loyale samenwerking van
Nederlandse kant verbetering
behoeft en hij verwijst in dit ver
band naar het verminderde ver
bruik van boter in Nederland,
naar de marktorganisatie en „bij
zonder bedriegeljjke middelen
aan de grens". Hij verwijst
voorts naar het feit, dat de Bel
gische nijverheid op sommige
exportmarken (Denemarken,
Italië en Frankrijk) grote moei
lijkheden zou ondervinden juist
door de voorkeurbehandeling van
de agrarische export uit Neder
land.
Het Luxemburgse standpunt.
In minder krasse bewoordin
gen worden soortgelijke bezwa
ren geuit in het voor de inter
parlementaire unie uitgebrachte
rapport van de Luxemburgse af
gevaardigde, de heer N. Margue.
Luxemburg moet er volgens
hem op staan zijn eigen landbouw
een levenskans te garanderen, al
ware het alleen reeds omdat het
zonder voortbestaan van zijn
boerenstand zijn zelfstandig
volksbestaan zou dreigen te ver
liezen.
Margue acht het landbouw
vraagstuk in Benelux niet onop
losbaar, mits het onpartijdig en
zonder dwangdenkbeelden wordt
aangepakt. Hij erkent dat de
thans geldende overeenkomsten
door betere kunnen worden ver
vangen.
Het Nederlandse standpunt.
Van Nederlandse zijde wordt
het vraagstuk belicht door dr F.
Droesen. Hij erkent de Belgische
moeilijkheden, doch meent dat
naar een oplossing moet worden
gestreefd. Dr Droesen kan aan
het welslagen van de economi
sche unie niet geloven, wanneer
de landbouw daarin voor iange
tijd een uitzonderingspositie in
zou nemen. Het feit dat Bene
lux bij een volledige unie een
aanzienlijk overschot aan land
bouwproducten zal hebben is
volgens Droesen, niet bezwaar
lijk zolang lonende export mo
gelijk is.
Dat vergaande aanpassing der
agrarische productiekosten in
beide landen nodig is wordt door
dr Droesen volledig erkend aan
gezien het verschil momenteel
nog 30 procent bedraagt vooral
de prijsverschillen tengevolge
van uiteenlopende technische en
organisatorische ontwikkeling
zullen slechts geleidelijk kunnen
worden genivelleerd.
Dr Droesen meent evenwel dat
binnen een periode van bijvoor
beeld vijf jaren een voldoende
nivellering zal kunnen zij be
reikt.
Dr Droesen merkt op, dat dit
zou neerkomen op een voorlopige
handhaving van het landbouw
protocol van Mei 1947, doch hij
wenst de omvang daarvan de be
perken.
Dr Droesen heeft voorts tegen
over de in België heersende af
keer voor alle vormen van diri
gisme op landbouwgebied be
toogd dat de thans in Nederland
gevolgde landbouwpolitiek in
grote lijnen voor dit land de
beste is. Hij heeft de mening ge
uit, dat deze politiek ook in Be
nelux de beste zou zijn, aange
zien zij wordt opgelegd door de
noodzaak van export.
De muziekvereniging „Rillandia"
bestond op 15 Mei j.l. 60 jaar.
Zoals alle verenigingen, die hun
60-jarig bestaan, vieren, kan Ril
landia terugzien op een ryk ver
leden. Rjjk zowel aan hoogtepun
ten, als ook aan tegenslagen, die
echter steeds weer werden over
wonnen, waarna men dan altijd
weer met vernieuwde moed voort
ging.
„Rillandia" werd opgericht op
15 Mei 1890. De eerste voorzit
ter was de heer Iz. Minnaard, die
de vereniging financieel op gang
bracht. Hij was haar „geldschie
ter'. Als eerste directeur trad op
de heer Roda, onderwijzer te Ril
land. De volgende directeuren
waren G. v. d. Griek, Jz., Joost
Lobbezoo en Jac. Hensen, destijds
gewone boeren-arbeiders te Ril
land. In de periode 19061908
bestond naast „Rillandia" nog 'n
Chr. Fanfaregezelschap. Dit ge
zelschap werd echter in 1908 op-
Een doctor, die met ere „sum
ma cum laude" promoveerde aan
de Hogeschool van het leven!
FEUILLETON.
door
O. F. WALTON.
39)
Wat zou hij nu doen? Had hij
de dienst vaarwel gezegd? Zou
hij gelukkig zijn in de nieuwe
omgeving? Zy dacht aan zijn
woorden tot haar moeder ge
richt: Ik zal mijzelf geen enkele
weelde veroorloven, voordat al
les is betaald! Wat zou dat een
hard leven beduiden, als hij zyn
woord hield, en daaraan twijfel
de zij geen ogenblik. Zij wist,
dat hij een man van zijn woord
was. Telkens en telkens weer
keerden haar levendige gedach
ten tot hem terug, en in haar ge
beden voor haar geliefden ward
zijn naam ingesloten. 'tWas
toch geen verkeerde daad voer
hem te bidden?
Op een dag, toen de lente
reeds haar intocht had gedaan
en zelfs Daisy Bank er iets min
der troosteloos uitzag, vonl
Marjorie een vriend. By een van
de scheefgezakte huisjes zag zij
een man naar buiten komen met
een rozeboompje in zijn armen
en tegelijk bemerkte zij 'n hele
rü rozestammen in potten, die
in de zonneschijn gekoesterd
werden, beschut door de vee-
vallen muur. De blaadjes waren
juist te voorschijn gekomen en
't deed haar goed te zien, hoe
de man zorgvuldig de aarde bij
de stammetjes losmaakte en de
planten water gaf uit een kan,
die bij de deur had gestaan. Nu
had Marjorie in Daisy Bank toch
iets gevonden waar haar oog in
welgevallen op kon rusten. Zij
liep naar de grijsaard toe en be
keek zijn rozen. Hij toonde ze
haar met rechtmatige trots en
noemde haar de naam en de
soort van elk.
„Wilt u mijn tuin eens zien,
juffrouw?" vroeg hij.
Zy volgde hem door de keu
ken, die zeer zindelijk was, of
schoon verveloos, en hij bracht
haar naar de achterzijde van zijn
huis. Daar toonde hy haar zijn
grasveld, een strookje van drie
meter lang en twee meter breed;
dat besproeide hy dagelijks om
het vrij te houden van de aan
slag uit de rokerige lucht en hy
hield het kort, door het te knip
pen met een gewone schaar. Hij
was er ontzaglijk trots op, even
als op een rijtje weerharde plan
ten, die een strijd om het be
staan voerden langs de achter
muur van het huis.
De oude man straalde van ge
noegen, toen Marjorie zich
bukte om ze van nabij te bekij
ken. Dat nietig kleine tuintje
was de vreugde van zijn leven.
Hy vond het even mooi als
Marjorie de tuin van haar
ouderlijk huis.
,,'t Is een wonder, dat hier
nog iets wil groeien", zeide zy.
„Ja, 't is een ondankbare
grond, maar de plantingen des
Heeren kunnen er soms toch
welig tieren."
„Ja", zei Marjorie, maar ze
begreep niet dadelijk wat hij De-
doelde.
„Ik denk aan Daniël in Baby-
Ion, en Obadja, die in Izebels
tijd leefde en er waren ook hei
ligen in de hofhouding van kei
zer Nero. Zij leefden allen in
slechte grond, maar zij waren
„plantingen des Heeren, een
werk Zijner handen, opdat Hij
verheerlijkt worde."
Toen bemerkte Marjorie, dat
ze 'n vriend had gevonden en
zij dankte er God voor. De oude
Enoch zou door menigeen wor
den aangezien voor een onwe
tend man, maar hij bleek zyn
Bijbel te kennen en te leven bij
het Woord Gods. Dat was zijn
dagelijkse studie en de Heilige
Geest verlichtte hem. Zeer dik
wijls, als de donkerheid en de
somberheid haar overvielen, nep
Marjorie bij hem aan en altyd
kwam zij bemoedigd en ver
troost weer terug.
't Was op dezelfde dag, waarop
zy voor 't eerst, met de oude
Enoch kennis maakte, dat haar,
op de terugweg naar Colwyn
House, een grote verrassing
wachtte. Springend over de plas
sen, die de lentezon niet had kun
nen opdrogen, zag zij een welbe
kende gestalte haar tegemoet
komen en haar hart sprong op
van vreugde. Die man was een
stukje van haar tehuis, plotseling
overgebracht temidden van de
nare eenzaamheid van Daisy
Bank.
Het was Louis Vernerl
„O, Louis, wat ben :k blij je te
zien!" riep ze. ,,'t Is zo heerlijk
weer iemand van thuis te ont
moeten!"
„Ik dacht wel, dat je blij zou
zijn mij te zien, Marjorie. Ik ben
op weg naar huis en ik dacht zo,
misschien kon ik hun iets vertel
len over jou".
„En je hebt een omweg ge
maakt om mij te bezoeken? Wat
hartelijk van je, Louis!"
,,'t Is geen hartelijkheid, Mar
jorie. Ik wilde jou zo graag zien.
Ja ziet er liever uit dan ooit!"
„Praat nu niet zo'n onzin,
Louis", zeida zij, „vertel ma eens
iets van jezelf. Ben je goed voor
uit gekomen?"
„Och, ik denk van wel. We
hebben een vrolijke tijd achter de
rug. Allerlei dingen zijn er ge
beurd".
„En wat ben je nu van plan te
worden V'
geheven. Vanaf die tijd kwam de
muzikale leiding in handen van
de heer Goovaerts, stafmuzikant
te Bergen op Zoom. Deze dirigent
bleef tot aan het uitbreken van
de eerste wereldoorlog in 1914 de
leiding behouden. In de oorlogs
jaren 19141919 lagen de repe
tities geheel stil. In 't voorjaar
van 1919 werd weer begonnen.
Een nieuw bestuur werd geko
zen, waarvan de heer A. A. Mol
voorzitter werd, die dit werk tot
heden nog verricht, dus nu reeds
ruim 30 jaar. Tot directeur werd
benoemd de heer P. Krijnsen te
Waarde. Onder diens leiding
kwam het gezelschap steeds ho
ger op de muzikale trap. In 1925
werd het 35-jarig bestaan van
„Rillandia" herdacht, bij welke
gelegenheid door de burgerij een
nieuw vaandel werd aangeboden.
Het hoogtepunt van de muzikale
prestaties lag in het midden der
dertiger jaren, toen „Rillandia"
in de afdeling uitmuntendheid
van de Zeeuwse Bond uitkwam,
Het uitbreken van de tweede
wereldoorlog bracht opnieuw vele
moeilijkheden. Vanaf 1943 lagen
de repetities weer stil.
De bevrijding bracht „Rillan
dia" zware verliezen toe. Zelfs
persoonlijke. Niet minder dan
muzikanten verloren het leven.
Een aantal instrumenten, als
mede de gehele muziek-biblio-
theek ging verloren. De muziek
tent werd ernstig beschadigd.
Tijdens het bevrijdingsfeest in
1945 trad „Rillandia" voor het
eerst weer op, doch enkel in de
mars. Ais directeur werd be
noemd de heer J. J. Rijnberg, die
deze functie tot op heden nog
vervult.
Door financiële steun der bur
gerij en van het „Prins Bernhard"
fonds kon de vereniging finan
cieel weer op gang komen. Muzi
kaal ging het minder goed. Het
bleef sukkelen, waartoe een om
zetting in harmonie niet weinig
bijdroeg. Thans weer terugge
keerd tot fanfare en versterkt
met een aantal leden van het
vroegere „Vroolijk Voorwaarts'
uit Bath, gaat het gezelschap na
het jongste succes op het concours
van de Zeeuwse Bond te Yerseke
met moed een nieuwe toekomst
tegemoet.
Op 22 Juli a.s. hoopt „Rillan
dia" haar 60-jarig bestaan te her
denken, door het houden van een
muziekfeest. Voor deze gelegen
heid ls een commissie uit de bur
gerij benoemd, die o.a. een col
lecte heeft gehouden in de ge
meente, ter bêstrijdlng der kos
ten. Deze U zeer goed geslaagd.
Moge het a.s. muziekfeest even
eens zo zijn.
Zuid-Molukken willen deel
nemen aan conferentie over
Nieuw-Guinea.
Naar aanleiding van de uitnodi
ging van Indonesische zijde tot
het houden van een conferentie
inzake Nieuw-Guinea, aanvangen
de op 1 Augustus, heeft de ver
tegenwoordiger van de „Repu
bliek Zuid-Molukken" in een brief
aan de minister-president, dr W.
Drees, herinnerd aan de door
hem gevraagde conferentie om
trent de erkenning van de repu-
bliek-Zuid-Molukken, eveneens
beginnend op uiterlijk 1 Augus
tus. Dr Nikijuluw betoogt, dat 't
voor de hand zou liggen beide con
ferenties te doen samenvallen,
omdat de Zuid-Molukken ethno-
logisch, geografisch en militair-
strategisch een geheel met Nieuw-
Guinea zijn, zodat de voor het
Nederlandse rijksdeel te voeren
politiek betreffende de rechtstoe
stand en de economie, met name
de militaire verdediging, voor zijn
land van levensbetekenis zijn. Hy
is echter bereid, indien de con
ferentie inzake Nieuw-Guinea niet
op 1 Augustus zou kunnen aan
vangen, de door hem gestelde ter
mijn te verlengen.
In zijn schrijven zegt Dr Niki
juluw verder, dat zijn regering
bereid is als voorwaarde voor de
erkenning van de republiek-Zuid-
Molukken een vrije en geheime
volksstemming onder onpartijdig
toezicht te aanvaarden.
vim
HAMSTEREN.
Er toordt -weer gehamsterd.
En naar 't schijnt niet zo zui
nig.
Er is weer onrust in de wereld
en onrust in de harten van vele
mensen.
Er zijn er, die VREZEN dat
nieuwe oorlogen zullen uitbre
ken én. er zijn anderen die er
nu niet bepaald op HOPEN,
maar die hier toch weer een
kans zien om aan hun geldzucht
te voldoen.
Vandaar, dat ze nu gaan ham
steren. De een uit vrees dat hij
tekort zal komen, de ander, om
zo mogelijk zijn medeburgers te
plunderen.
Te Haarlem is deswege een
62-jarig man opgepakt er is
nog altijd een Hamsterwet!
die honderden kilo's levensmid
delen had ingeslagen en in een
garage verstopt.
Dit geval staat niet op zich
zelf.
Overal zijn de hamsteraars in
actie. Ook in Zeeland. Zo hoorde
ik van een vrouw, die maar even
twee dozijn lakens tegelijk wilds
inslaan.
Ik heb niet de illusie, dat aan
mijn woord veel aandacht zal
worden geschonken. Vooral ook,
omdat bij de echte hamsteraars
doofheid een familiekwaal schijnt
te zijn.
Toch zou ik willen waarschu
wen om aan dit van kleingeloof
aan de ene, en gewetenloosheid
aan de andere kant getuigende
kwaad niet mee te doen.
Het is in strijd met de wet.
Het getuigt van weinig sociaal
gevoel. Het is een goddeloos
werk, dat het bidden om het
dagelijks brood onmogelijk
maakt.
Een auto met werklieden is bij
Santarem 80 kilometer ten
Noorden van Lissabon, tegen een
paal gereden. 12 Personen wer
den gedood, 34 gewond.
De invoer en de uitvoer even
als de interzonale handel in post
zegels van alle aard is door de
Oostduitse regering verboden.
De Westduitse Bondsdag heeft
na scherp debat een sociaal
democratische motie aangeno
men, waarin de regering verzocht
wordt de huidige subsidiëring
van de bloem te handhaven ten
einde een verhoging van de
broodprijs te voorkomen.
De Utah-Indianen van Colora
do Utah, voor het merendeel ar
me boeren, hebben een proces
tegen de regering der V.S. ge
wonnen waardoor hun een be
drag van 31.700.000 dollar is toe
gekend voor land, dat hun voor
ouders i3 ontnomen. Dit betekent
ongeveer 10.000 dollar voor
iedere Utah. Het Congres moet
de uitbetaling van het bedrag
echter eerst goedkeuren.
De 83-jarige generaal Evange
line Booth, voormalig hoofd en
dochter van de stichter van het
Leger des Heils, ligt in haar wo
ning te New York op sterven.
Een boer in Zuid-Zweden
heeft de radio-omroep schrifte
lijk verzocht om halvering van
zijn luisterbijdrage, omdat hy
aan één oor doof is.
De Amerikaanse militaire mis
sie, die thans een reis maakt
door verschillende landen in
Zuid-Oost Azië, wordt eind deze
maand in Indonesië verwacht.
De regering van de R.I.S. zal de
missie, gezien haar neutraliteits
politiek, niet officieel ontvangen,
doch slechts informele en vrij
blijvende contacten met haar op
nemen.
In Amerika heeft een scherpe
stijging van de groothandelsprij-
zen plaats tengevolge van de
crisis in Korea. Het bureau voor
de arbeid heeft medegedeeld, dat
de prijzen in de week per 11 Juli
gemiddeld zyn gestegen met 1.8
procent. De prijzen voor voe
dingsmiddelen stegen met 4.1
en de prijzen voor vlees met 7.5
procent. Voor rubber trad een
Èrysstyging in met 17 en voor
atoenen stof met 14.8
Mr G. Vixeboxse waarschuwt
in de „C.H. Nederlander" tegen
voortdurend lamenteren en roe
pen om grote mannen, doch
vraagt meer vertrouwen op Go.d
die onze arbeid wil zegenen, zo
als ook blijkt uit de opbloei die
wij ondanks fouten en missla
gen toch nog mogen aanschou
wen in Nederland.
Hoe komt het, vraag ik dan
nog eens, dat wij zo onvoldoen
de besef van eigenwaarde heb
ben, dat wij ons zo herhaaldelijk
laten intimideren door het bui
tenland, voor zover dat sterker
in macht et» materiële rijkdom
is dan wij.
Dat komt eensdeels omdat wj
voortdurend kankeren over het
geen nog aan onze eigen natio
nale samenleving ontbreekt en
geen oog hebben voor de grota
zegeningen die ons zijn geschon
ken en waaraan nog dagelijks
wordt toegevoegd, anderdeels
omdat wij in onze omgang met
andere naties slechts letten op
hun sterkere macht en hun gro
tere materiële rijkdom en daar
voor het hoofd buigen en ons
niet realiseren hoe wij in menig
opzicht hun meerdere zijn.
Wij zyn maar steeds bezig als
norm voor ons volksbestaan da
materiële macht en de stoffe
lijke rijkdom aan te nemen, ra
ken zodoende onze dankbaar
heid voor het vele dat ons in
eigen volk geschonken wordt,
kwijt en hebben geen oog voor
de mogelijkheden die God in de
zich steeds duidelijker manifes
terende ontwikkeling van het
nationale naar het internationale
vlak, aan een levenskrachtig
volk als het onze biedt.
Laten wy ophouden met te
denken, dat andere volken het
beter hebben dan wij, niet, om
in zelfgenoegzaamheid te ver
zanden, maar om in juist besef
van ons kunnen en van onze
eigenwaarde met toewijding en
vertrouwen de plaats in te ne
men, die God ons in deze wor
dende wereld heeft toebedacht.
Te Den Haag is opgericht da
Stichting Moveo (meer ontspan
ning voor ernstige oorlogsgewon
den). Deze stichting wil in Ne
derland komen tot een nationale
organisatie, welke zich ten doel
stelt de ernstige militaire oor
logsgewonden, die daartoe uit
eigen kracht en middelen niet in
staat zijn, meerdere malen per
jaar binnen -en buitenlandse
autotochten aan te bieden.