Zeeland na vijf bevrijdingsjaren Veel werd hersteld, maar talloze pro blemen vragen om een oplossing. Amandeltjespudding „HetMelkmeisje" Gewijzigde loongrenzen veer de sociaie verzekering. Herdenken, vreugde en droefheid. OP 16 MEI Honderd Franse parachutisten zullen bjj Kapeile landen. De bocht in de wegl Allien de echte KARMMUKlitP is van hetKlA VERBLAD Haarlem', „Maar een boer." Meifeest m\ de Protestantse Belgen. Donderdag 4 Mei 1950 PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD Pagina 3 By het schryven van een artikel over vyf bevrijdingsjaren in Zeeland te streven naar volledigheid opgave. Waar te beginnen en waar te eindigen Met cyfers werken zou enig nut hebben, maar die zijn telkenjare, in liet overzicht van oudejaar, in meer dan voldoende mate neergeschreven. Daarom slechts wat grepen uit de gebeurtenissen van vijf jaren. Gedachten, vluch tig als de tyd zelf. Niet heel Zeeland viert in deze dagen de bevrijding van het Duit se juk. De zon van vrijheid ging voor het grootste deel van onze eilandenprovincie al in Novem ber 1944 op. Niet alzo voor Schouwen en Duiveland, Dat duurde nog enkele maanden, tot het tijdstip der bevrijding van ons hele vaderland. Moeten wij nog memoreren de spanning, waar mede dat ogenblik in Noord-Zee land werd verbeid? Wie de na men leest op het monument te Renesse en dan een wandeling door de duinen maakt, tal, indien hij weet, wat vrijheid voor een mens betekent, beseffen, dat het lied der zee en de melodie der ruisende bomen anders klinkt dan vijf jaar geleden. Nu herdenkt de Zeeuwse bevol king haar doden. In vele gezinnen zal de blijdschap van dit eerste lustrum der bevrijding wojden overstemd door droefheid. De tijd, die vele wonden heelt, kan het verlies niet doen vergeten. Mogen alien troost putten uit de weten schap, dat de God van hemel en aarde een, nu wellicht nog onbe grijpelijk, plan met hen had. En met hen, die hun leven gaven voor de bevrijding van druk en tyrannie. TWEE DELEN. Het is opmerkelijk, dat wij, na de bevrijding, ons leven in twee perioden zijn gaan indelen. Dat blijkt weer in ieder ge.-prek. De bezettingstijd heeft het leven in tweeën gedeeld. De vooroorlogse betrekkelijke rust werd verstoord en het lijkt wel, of het na-oorlog- se leven in een veel sneller tempo zich afspeelt dan ooit voorheen het geval was. Geldt dit in het algemeen, voor de Zeeuwen geldt het bijkans in nog meerdere mate. Want de oorlogsbrand heeft veel in onze provincie vernietigd. Er zijn daar door vraagstukken naar voren gekomen, waarvan wij vóór 1940 niet hadden gedroomd. Proble men, die urgent zijn en die wij niet in enkele maanden kunnen oplossen. Maar die, terwille van onze toekomst, opgelost zullen moeten worden. WATER EN PUIN. Al meer dan éénmaal is de toe stand geschetst, die onmiddellijk na de oorlog in Zeeland bestond. Water op Walcheren, op Schou- men-Duiveland en Tholen. Dui zenden huizen vernietigd en nog meer zwaar gehavend. Bruggen vernield en sluizen kapot. Wegen opgebroken of levensgevaarlijk voor gebruik. Waarlijk, we ston den voor één enorme chaos. Het lijkt nog maar zo kort geleden en wie vijf jaar geleden zou heb ben geprofeteerd, dat nu dit Zeeuwse land zich weer zó zou hebben opgericht, zdu weinig ge loof gevonden hebben Het materiële herstel is lang zaam op gang gekomen en er zijn, vooral in die eerste tijd, toen de meest noodzakelijke materialen ontbraken, prestaties geleverd, die niemand voor mogelijk had gehouden. Wie op dit ogenblik een tocht door Zeeland maakt, ontdekt nog op veie plaatsen de onherstelbare of bijkans niet te hersteilen gevolgen van oorlog en bezetting. Maar hij ziet ook hon derden nieuwe gebouwen, met rode daken tegen een blauwe lucht en rustige mensen, die hun evenwicht weer goeddeels gevon den hebben. In steden en in dor pen is vijf jaar gewerkt en al was er heel dikwijls niet die medewer king van hogerhand, die mocht worden verwacht, reden tot dank baarheid is er ongetwijfeld. NAMEN EEN BEGRIP. De M.G.-periode ligt weer ver achter ons. De P.R.A. (men kent de betekenis van deze afkortin gen toch nog wel?) bestaat al lang niet meer en liet Bijzonder Ge rechtshof deed tot voor kort nog herinneren aan de schimmen uit de bezettingstijd, die toén echter geen schimmen waren. Het pro ces van de terugkeer der politieke delinquenten in het maatschappe lijke ieven van Zeeland is, mogen wij wel zeggen, geruisloos verlo pen. Men moet daarbij feiten als deze, dat Zeeuwen, die hun land hebben verraden, thans weer soms in kastelen van huizen wo nen, gebouwd van geld, verdiend aan de bezetters en hun satellie ten, maar niet al te zwaar tillen.. Er is een probleem, dat niet tot oplossing kon worden gebracht in ons na-oorlogse Nederland (één van de vele) en dat is de zuive ring en de berechting. HERSTEL EN WEDEROPBOUW Over herstel en wederopbouw spraken wij reeds in het alge meen. Enkele détails? Duizenden huizen zijn definitief hersteld in de zwaarst getroffen delen: Wal cheren, Zeeuwsch-Vlaanderen en ook op Schouwen. Honderden nieuwe huizen verrezen. De eigen lijke herbouw liep lange tijd niet vlot. Het wordt nu beter, maar we zijn nu ook vijf jaar na 1945! Voor stads- en dorpskernen, die verdwenen, zijn speciale maatre gelen getroffen en gehoopt mag worden, dat na twee jaren deze gemeenten een nieuwe, mooiere kern zullen bezitten. De Walcherse dijken zijn dicht, de grond wordt weer goed. Al is de zoutschade nog niet overwon nen. Maar reeds is er op Walche ren geoogst. Herverkaveling was na de oorlogsramp een eis, waar aan niet te ontkomen viel. Dit millioenenwerk gaat gestadig voort en de resultaten zullen, naar wij hopen, over een aantal jaren merkbaar worden. Tenge volge daarvan vertrokken reeds boeren naar de Noord-Oost Pol der. Zij hebben het daar naar hun zin en de animo van collega's op Walcheren wordt steeds groter. DE OORLOGSSCHADE. Natuurlijk moeten wij ook iets schrijven over de vergoeding der oorlogsschade. Als de getroffenen er wijs uit kunnen, weten zij nu, waarop zij recht hebben. Dat heeft lang geduurd. Eerst dit jaar was de nieuwe wet in kannen en kruiken. Volledige vergoeding wordt in de meeste gevallen niet gegeven, ondanks de vertogen, die dit op grond van tal van steek houdende argumenten bepleitten. HET VERKEER. Moeten wij nog schrijven over de verbeteringen op het gebied van het verkeer in onze provin cie? Wie de provinciale vloot vijf jaar geleden kende en haar ook nu kent, zal onder de indruk ko men van enorme veranderingen ten goede. Machtige veerboten oefenen thans drukke diensten uit op de Zeeuwse stromen. Groot is de critiek geweest op de Stoom bootdiensten in de afgelopen ja ren. Vaak was zij onbillijk, omdat deze dienst voor bijna onoplos bare problemen stond. De tarie ven voor de diensten over de Wes- ter-Schelde, afgeschaft op een ogenblik, dat de regering dacht, dat zij koeien met gouden hoorns op stal had staan, keren thans, nu zij gaat beseffen, dat wij straatarm zijn en grotendeels van „de krijg" moeten leven, weer te rug. Het isolement van Zeeland voor een groot deel opgelost door de zeer snelle Dieselverbindingen met overig Nederland. De roep om vliegvelden is niet zo sterk meer als vóór enkele jaren. Terecht, want is het verantwoord, op dit ogenblik millioenen uit te geven voor vliegvelden, terwijl men in anderhalf uur in Rotterdam is? „HET TERREIN VAN DE GEEST". Vijf jaar Zeeland in vogelvlucht. Dat kan slechts de buitenkant raken. Een analyse van het Zeeuwse leven, hoe de bevolking leeft en werkt, is niet te geven, zeker niet in het bestek van een overzichtsartikel. Maar toch wil len wij nog enkele dingen zeg gen, die wat meer op het „terrein van de geest" liggen. Zeeland vertoont een staal kaart van godsdienstige opvat tingen en van kerkgroepen. Dat was voorheen zo, het is nu niet anders. Evenmin als elders heeft de oorlog middelijkerwijze hier de massa, als wfj daarvan in Zeeland de het Ge Op 16 Mei zullen honderd Franse parachutisten in de nabijheid van het kerkhof van Kapeile landen. Dit feit houdt verband met de onthulling van het gedenkteken, dat op dit kerkhof werd opgericht voor de Franse soldaten, die van 1940 tot 1945 op Nederlandse bodem vielen. De onthulling van genoemd gedenkteken is op 14.30 uur bepaald. H. M. Koningin Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard zullen bij deze plechtigheid worden vertegenwoordigd door de chef van het militaire huis van Hare Majesteit, vice- admiraal N. A. Rost van Tonningen. De Nederlandse regering zal worden vertegenwoordigd door de minister van oorlog, mr W. F. Schokking en hoge militaire autoriteiten. Van Franse zijde zullen aan de plechtigheid deelnemen: de minister van oudstrijders, de heer Jacquinot en de Franse ambassadeur, de heer J. P. Garnier. De militaire vertegenwoordiging geschiedt behalve door de bovengenoemde parachutisten door een detachement van de militaire muziek uit Rijssel en door een delegatie van 4 officieren, die in Nederland hebben gestreden en welke delegatie onder leiding staat van kolonel de Bol- lardiere. ilngez. mededeling, advert.) nóg meer amandelen, nog lekkerder. mog^n spreken, tot bekering ge bracht en de werfkracht der ker ken is niet zoals wij dat gaarne zouden zien. Ook hier in Zeeland is er levensvervlakking te consta teren. Wij schijnen tè snel te le ven, om veql te denken aan hoge re dingen. De geestelijke weder opbouw van Zeeland vervult met zorg. Dat is helaas een sombere oonclusie, die wij na vijf jaar van bevrijding moeten trekken. Gelukkig bloeit het verenigings leven weer als nooit tevoren. Geen dorp zo klein of er wordt verga derd. Gemeenschapszin is er, maar die is helaas vaak beperkt tot eigen groep en dorp. En om weer een ander onder werp te nemen: wat men provin ciaal besef pleegt te noemen wel toegenomen in de laatste vijf jaar. Maar een organisatie, zoals Brabant die kent, zich bezig hou dend met het specifieke van de provincie, lijkt in Zeeland ondenk baar. NIEUWE INSTELLINGEN. Er kwamen na de bevrijding di verse nieuwe instellingen hun in trede doen. De Zeeuwse Volks Universiteit voldeed niet aan de verwachtingen, al bracht zij vaak schone zaken van kunst in meest uitgebreide zin van woord naar onze provincie, bleken is echter, dat het culturele leven (voor wie het nog niet we ten mocht) in zó'n nauw verband staat met de religieuze opvattin gen, dat op dit terrein nooit spra ke kan zijn van een eensgezind optrekken aller Zeeuwen. De Stichting Zeeland voor Maatschappelijk en Cultureel Werk heeft zich al ingeburgerd in Zeeland. Aan haar werk ging vooraf, boewei het terrein voor een groot deel ook weer anders was, de Stichting Herstel Zeeland 1945, die zeer loffelijk werk deed bij de leniging van veler nood in de eerste jaren na 1945. Het blijkt wel, dat op sociaal-medisch terrein nog veel in Zeeland te doen is en dat de Stichting Zee land, het Opbouworgaan, voorlo pig nog niet zal zijn uitgestu deerd. INDUSTRIALISATIE. Het Economisch Technologisch Instituut bemoeit zich weer met andere facetten van het Zeeuwse leven. Het is veel meer een studie orgaan, waarvan goede resultaten voor de toekomst van Zeeland zijn te verwachten. Als we aan het ETI. denken, denken we ook aan de industrialisatie. Vele schone woorden zijn daarover gesproken en geschreven. Zij houdt nauw verband met de morele inslag van een bevolking. Hoe deze zaak zich zal ontwikkelen is niet te voor spellen. Het zal echter onont koombare noodzaak zijn. Zeeland is agrarisch en moet dat blijven, Maar voor hen, die door mechani satie en' andere oorzaken in de landbouw geen bestaan meer kunnen vinden, zal de industrie uitkomst moeten brengen. Hier raken we een punt van levensbe lang voor onze provincie, dat in de afgelopen bevrijdingsjaren steeds duidelijker aan het licht is getreden. Wat zullen we nog meer over de verstreken jaren zeggen? Vele kolommen zouden nög zijn te vul len, maar wij moeten eindigen, Kunnen wij dat beter doen dan met het aloude Zeeuwse devies, dat nog geen versleten pasmunt is, maar realiteit was, is en zijn zal: Luctor et Emergo? De Zeeu wen zullen blijvend worstelen om hun toekomst en die van hun kinderen en zij zullen, als zij de hemel in het oog houden, met Gods hulp, zeker ook steeds ont- zwemmen! T. De „Nachtwacht" weer thuis Met ingang van Zondagmiddag 30 April is Rembrandt's Nacht wacht in het Rijksmuseum weer op zijn oude plaats in de Nacht wachtzaal, die geheel gerestau reerd is. O.m. is de versleten wandbekleding vervangen door een passende stoffering en is een wijziging gebracht in de keuze en opstelling der overige schilderijen in deze zaal. De drie aansluiten de kabinetten met zijlicht, in de z.g. Nachtwachtuitbouw, zijn ge moderniseerd en geschikt gemaakt voor de kleine schilderijen van Vermeer, Pieter de Hooch en Ter- borch. Deze kabinetten hebben de intimiteit van kamers gekregen, waardoor de schilderijen beter tot hun recht komen dan in de hoge zalen met bovenlicht. I l'LUJLLLETON door ITO VAN THEEL. 71) Zo is de avond vol afwisse ling. Ze muciseren, ze zingen. Ally leest een mooi gedicljt voor, Koos vertelt nog een paar grap pige voorvalletjes uit de wijk en het is al met al zo gezellig, dat de tijd omvliegt. Tegen twaalven wordt me vrouw Elshout onrustig. Ze loopt wat heen en weer, maar dan gaat ze naar de boekenplank en haalt de Bijbel er af. Met een verhoogd blosje en verlegen lachje bladert ze er even in en legt hem dan opengeslagen voor haar man neer. „Toe, wil je dit lezen?" zegt ze zacht. Even glijdt er een trekje van aarzeling over zijn gelaat. Maar met een resoluut gebaar haalt hij het Boek naar zich toe en leest de negentigste psalm. Daarna is het een paar secon den doodstil in de kamer. Ieder is bezig met eigen gedachten. Dan, nog onverwacht, slaat de Friese staartklok twaalf kalme slagen. Meteen knallen er buiten van alle kanten voetzoekers en ze venklappers en daverende schoten worden gelost. Har heeft z'n arm om Ally heen geslagen en kust haar har- telijk. Zijn vader weifelt even, dan stapt hij naar z'n vrouw en geeft haar een zoen. Even is dit een pijnlijk mo ment voor Koos. Zij het vijf de rad. Maar het is ook maar een seconde, dan gaat ze lachend en vrolijk en met 'n kwinkslag het rijtje langs om geluk te wensen. Dan verlangen allen naar rust. Met een hartelijk „wel te rus ten" gaan ze uit elkaar. Nieuwjaarsmorgen! Ally is al vroeg wekker. Ze trekt het overgordijn open. De ramen zijn dik bevroren. Met vlugge zuchtgeluidjes stuwt ze haar warme adem er tegen aan. Al gauw komt er een stukje ruit bloot. Dan slaakt ze een kreet van verrassing: rijm aan de bomen! Als de zon er nu straks nog bij komt dan is het bos net een sprookje. Rillend kruipt ze weer tot aan haar neus onder de wol. 't Is pas half acht. Ze kan nog wel een half uurtje liggen te genie ten. 't Is te hopen, dat de weg niet glad is straks. Ze heeft er haar zinnen op gezet, om, als ze na de kerk naar Waalstad gaan, op de stille gedeelten zelf te chaufferen. Gistermiddag heeft Har het wagentje als startklaar gemaakt Ze stelt zich veel van deze dag voor. Eerst de autotocht, zelf rij den, gezellig thuis eten. 's Mid dags naar Else, en als alles vol gens de plannen verloopt, dan met Els naar Meedorp nieuw- jaarwensen. „En dan om een uur of tien weer naar Amersfoort, dan zijn we goed twdalf uur thuis", heeft Har berekend. Ze hebben dus wel een volle dag voor de boeg! Het is nog stil op straat als Har en Ally naar de kerk gaan. De mensen slapen uit en zet ten het nieuwe jaar niet zo goed in, als ze het oude geëindigd zijn. In de kerk is het maar matig warm en zo vol en gezellig het gisteravond was, zo leeg en kil doet het nu aan. Dominé moet z'n krachten in spannen om de mensen te pak ken. Ze zijn moe en lusteloos van het late opzitten. Ally heeft ook moeite om, als het iets warmer wordt, haar ge dachten te blijven concentreren op de preek. Har zit met zijn hand onder z'n hoofd. Slaapt of luistert hij? Veel verwachting heeft z'n meisje er niet van. Op haar ge zicht is een bezorgd trekje. Van morgen zag ze direct al, dat het weer eens mis was met Har. Ge melijk en geprikkeld. Net of er plots een boze geest is, die hem bespringt en vasthoudt en die hij moet gehoorzamen. En ze weet uit ondervinding hoe moeilijk zulke dagen dan worden. „En nu wat verwacht ik, o Heere! mijn hoop, die is op U. Ally schrikt. De jonge man in z'n zwarte toga zegt het zo kinderlijk een voudig en vol vertrouwen. Hij legt deze tekst z'n gemeente np de lippen. En hij wijst haar er op, dat ze dan pas met moed de toekomst tegen kan gaan, als ze van zichzelf niets verwacht. Ally schaamt zich diep. Ze mag wel eerst eens naar zichzelf kijken, inplaats van naar Har, denkt ze bitter. Waar heeft ze de bravoure vandaan gehaald, ooit maar één moment te den ken, dat zij hem zou kunnen helpen? Uit de kerk lopen Ally en Har vlug naar huis. Ze willen zo gauw mogelijk weg zien te ko men. Zwijgend loopt hij naast haar met een verveelde trek om zijn mond. Hij doet geen moeite een gesprek gaande te houden. Thuis wil hij niet eens even z'n overjas uittrekken om koffie 1e drinken. Half zittend, half staand, drinkt hij z'n 'topje leeg. „Maak jij je onderhand klaar, dan haal ik de wagen." „Wat verlangt ie om met je weg te komen", plaagt Koos. Ally lacht mat. (Wordt vervolgd.) Kerk en Zending Terugkeer. Ds H. Dijkstra, pred. bij de Geref. Kerk (Art. 31 K.O.) te Zuidlaren heeft zich aan de ge meenschap dier kerken onttrok ken en is naar de Geref. Kerken teruggekeerd. Na een gehouden samenspre- king met de Kerkeraad der Geref. Kerk ter plaatse zijn te Groningen 37 leden en 28 doop leden der Geref. Kerk (Art. 31 K.O.) naar de Geref. Kerk teruggekeerd. Prot. Kerk in Indonesië verliest subsidie. Naar „De Vrije Pers" te Soe- rabaja verneemt, hebben de Protestantse kerken in Indonesië bericht ontvangen van de RIS, dat zij voortaan geen overheids subsidie meer zullen ontvangen. Ds J. C. E. Pik te Soerabaja achtte het nog niet geheel dui delijk of de intrekking van 1 April of van 1 Mei is geschied. Ds Pik noemde het een harde slag, doch aan de andere kant krijgt men de gezonde toestand, dat de kerk nu zich zelf zal moeten bedruipen. Hij noemde die toestand volkomen normaal en als de offervaardigheid van de leden groot genoeg is, zal het ook geen moeilijkheden op leveren. Iets anders .is, dat de intrekking op een ongunstig ogen blik komt, waarop alles duurder wordt. In Soerabaja bedraagt het tekort der gemeente, wat het Nederlandse deel betreft f 60.000 tegen een inkomen van f 85.000. Voor Oost-Java zal het er wel op neerkomen, dat het gehele terrein verzorgd zal moeten worden door de drie predikan ten in Soerabaja en de predikant in Malang, terwijl vroeger ver schillende plaatsen nog een eigen predikant hadden. Ds Vis ser te Djember zal namelijk ver moedelijk repatriëren. Over de gevolgen voor de Ambonnese, Menadonese en Ti morese kerk vernam het blad van ds Hildring, dat ondanks het grote getal lidmaten de slag zeer zwaar is. Hervatting Duitse zending. De Raad van Evangelische ker ken in Duitsland heeft aange kondigd, dat op 11 Mei het eerste contingent na-oorlogse Duitse zendelingen in Hamburg scheep zal gaan naar Zuidwest- Afrika. Er zijn er nog velen in opleiding in Duitsland, die bok voor de zending in Zuidwest- Afrika bestemd zijn. Prof. dr S. U. Zuidema, De kerkeraad der Geref. Kerk van Delft besloot als zendende kerk, op voorstel van de com missie ad hoe aan de classis s Gravenhage een met redenen omkleed verzoek te richten aan (Ingez. mededeling advert.) prof. dr S. U. Zuidema tot de in 1952 te houden generale sy node, voorlopig bij wijze van uitzondering en als voorrecht aan dr S. U. Zuidema de naam van dienaar des Woords te schenken en deze zaak ter defi nitieve afdoening aan de sy node van 1952 voor te leggen. Verband van Geref. Evangelisatiecommissies. De jaarlijkse conferentie van het verband zai in de Pinkster- week a.s. opnieuw op „Woud- schoten" te Zeist gehouden wor den. Als referenten zullen op treden prof. dr J. H. Bavinck van Baarn, met het onderwerp: „De absoluutheid van het Chris tendom"; Ds H. Veldkamp van Middelburg, onderwérp: „De prediking van het gericht"; mej. G. Ingwersen van Amsterdam, onderwerp: „De evangelisatie vertelling". Deelnemers kunnen zich tot uiterlijk 16 Mei a.s. mel den bij dr P. G. Kunst te Am sterdam. (ngez. mededeling, advert.) Ingaande 2 M e i 1950 zijn de bracht, d.w.z. ais het laatste be- gewijzigde loongrenzen voor de drag bereikt is bestaat die plicht diverse verzekeringswetten van kracht geworden. Volgens de wet was dit wenselijk wegens de plaats gevonden hebbende ver dere stijging van de lonen. Hier onder volgen de wijzigingen per wet. De Invaliditeitswet. De loongrens om in de verze kering te worden opgenomen is 3000 gebleven. De plakplicht voor de werkgever is thans in plaats van f3750 op f4500 ge- Op de boeren en de boeren stand wordt door vele stads mensen min of meer uit de hoogte neergezien. Het is maar een boer" heet het dan. Nu hebben de boeren zelf hieraan enige schuld. Wanneer in een vergadering iemand uit de boerenstand het woord vraagt, gebeurt het niet zelden, dat hij begint met zich te verontschul digen omdat hij „maar een boer" is. Door deze dwaasheid van de boeren wordt de dwaasheid van de stadsmensen in de hand ge werkt. Maar een boer"? De zaak is echter, dat het boerenbedrijf, land- en tuinbouw en veeteelt, voor het volksleven van niet te schatten betekenis zijn. Wat de boer betekent, hebben we in de laatste oorlogswinter gezien, toen de producten van land- en tuinbouw voor de massa onbereikbaar waren. Het blijkt ook uit de cijfers omtrent de Nederlandse uit voer in 1949. De uitvoer beliep in totaal een bedrag van 3.8 milliard gulden. Hiervan komt ruim 1.3 milliard gulden, of méér dan een derde voor rekening van de land- en tuinbouw. Dit constateert het bestuur van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven in het zoeven verschenen jaar verslag 1949. Terecht merkt het bestuur dan ook op, dat de land en tuinbouw in 1949 een mooie beurt maakten bij de krachts inspanning tot verhoging van de voortbrenging en vermindering van het betalingsbelanstekort. „Maar een boer". Doch zelfs de koning wordt van- het veld gediend. niet meer. Deze wijziging wordt geacht in werking te zijn ge treden op 1 Jan. 1950. De Ongevallenwet 1921. De krachtens deze wet toege kende schadeloosstellingen wor den vanaf 22 Mei 1950 berekend naar een maximum dagloon van f 12 (voorheen f 10). De premie voor de werkgever wordt vanaf 2 Mei tot datzelfde bedrag be rekend. Getroffenen, die een voorlopige of blijvende rente- ontvangen en die voor een op leiding in aanmerking komen voor beroepsomvorming kunnen thans aanspraak maken op een toelage tot een bedrag van f 6 per dag, voorheen f5 per dag. De Land- èn Tuinbouw- ongevallenwet 1922. Hiervoor gelden dezelfde be palingen als voor de Ongeval lenwet 1921. De Kinderbijslagwet. Oök hier is het dagloon dat voor de premieberekening in aanmerking kan komen op f 12 gebracht. Dit geldt natuurlijk evenals bij de andere wetten in die gevallen als dit ook wordt verdiend of uitbetaald. De Ziektewet. Ook hier is de loongrens van f3750 'sjaars met ingang van 2 Mei op f4500 gebracht. In te genstelling evenwel met de In validiteitswet valt iensand die dit bedrag per jaar verdient er net nog onder. Ook de premie- berekening geschiedt in den ver volge tot maximum f 12 per dag. In die gevallen kan de werkge ver dan ook de bekende 1 pet. afhouding tot dat bedrag toe passen. Voorts zijn voor deze wet een aantal overgangsbepalingen vast gesteld. Dit was nodig omdat bij deze wet de voorafgaande werk- of werkloosheidsperiode van grote invloed kan zijn op al of niet toekenning van ziekengeld. In de overgangsbepalingen is nu vastgelegd, dat een op of kort na 2 Mei optredende ziekte of werkloosheid geen nadelen voor de betrokkenen kan opleveren. Dit geldt ook voor de zwanger schapsuitkeringen en het kraam geld. Verder is ook voorzien in de gevallen van verzekerden die op 31 December 1949 nog onder de Bjjbeldag te Antwerpen. De Protestanten in België heb ben hun Meifeest gevierd, met een Bybeldag te Antwerpen, waarvoor grote belangstelling be stond en die ook door tal van Ne derlanders, w.o. tal van predikan ten, werd bijgewoond. Het was tevens een demonstra tie aan de eenheid in Christus rondom Zijn Woord. Leden van de Prot. (Ned. Herv.) gemeenten, de Geref. Kerken, Belgische Chr. Zendingskerk, Methodistische Kerk, vergadering van Darbisten en Leger des Heils waren broe derlijk bijeen. In de morgenvergadering spra ken de aalmoezenier voor de ge vangenissen J. du Meunier en ka pitein Brökling van het Leger des Heils over hun sociale werk. In het gebouw van de Zendingskerk werd tegelijkertijd een jeugdsa- menkomst gehouden. Ds C. B. Bavinck uit Brussel sprak er over de christelijke levensstijl. De dis cussie werd aan de koffiemaaltijd voortgezet in onderling gesprek. De Christuskerk was 's mid dags meer dan vol. Dr H. v. d. Loos, Hervormd predikant in Haarlem-Schoten, sprak over „Bijbelmensen aan het werk". Hij vertelde, hoe de Bijbelschrijvers en -vertalers hun werk verricht ten. „Moge de nieuwe vertaling van het N.B.G. er toe meewerken dat wij dichter tot God worden gebracht, want dat is het grote doel van alle werk rondom de Bij bel. God roept ons elke dag op nieuw om te werken met de Bij bel, opdat zo alle tong zal belij den, dat Christus de Heer is". „De Bijbel God aan het woord" was de titel van de toe spraak van ds B. W. Ganzevoort, uit Antwerpen. „Niet de mens, niet de kerk of de wetenschap heeft het laatste woord, maar Hij, Die ook het eerste woord heeft gesproken". De avond was bestemd voor een grote evangeiisatiesamenkomst. De Lutherse hoogleraar prof. dr W. J. Kooiman uit Amsterdam sprak over „Ik geloof in het eeuwige ieven" en dr O. Van- steenberghe, de directeur van de Belgische Evangelische Zending, over „Ieder die dit gelooft, heeft het eeuwige leven". Het was, zo verklaarde ds Hartdorff, de Benelux in gods dienstig opzicht. De Lux(emburg), ontbrak, maar het was er bene (goed), omdat het Lux van Jezus Christus scheen. wet vielen en na die datum de toen geldende loongrens van f 3750 overschreden, doch de thans geldende loongrens niet te boven gingen. In deze gevallen wordt geacht, dat de wet op 1 Januari 1950 in werking is ge treden. Tenslotte is ook rekening ge houden met de mogelijkheid', dat vrijwillig gesloten verzeke ringscontracten hetzelfde terrein zouden bestrijken. Wat daarom trent is bepaald moge blijken uit de wettekst die hier volgt: „Overeenkomsten, met een ver zekeringsinstelling gesloten vóór de dag, waarop deze wet in wer king treedt, en al dan niet uit sluitend betreffende het risico van geldelijke gevolgen van ziekte, geneeskundige hulp of verpleging van een of meer per sonen, die uitsluitend tengevolge van de wijziging van artikel 1. onder c, der Ziektewet op de dag der inwerkingtreding van deze wijziging ingevolge die wet ver zekerd worden, vervallen met ingang van vorenbedoelde dag, voor zover het betreft risico van ziekte, geneeskundige hulp of verpleging, met alle rechtsge volgen, gegrond op feiten, welke na het ogenblik van het ver vallen plaats grepen. Artikel 146, derde lid, der Ziektewet is van overeenkomstige toepassing". Voor zover er bij onze lezers vragen hieromtrent mochten rij zen kunnen deze aan ons bureau worden toegezonden. N

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1950 | | pagina 3