Zeeland na vijf bevrijdingsjaren
Veel werd hersteld, maar talloze pro
blemen vragen om een oplossing.
Amandeltjespudding
„HetMelkmeisje"
Gewijzigde loongrenzen veer de sociaie
verzekering.
Herdenken, vreugde en droefheid.
OP 16 MEI
Honderd Franse parachutisten zullen bjj
Kapeile landen.
De bocht in de wegl
Allien de echte KARMMUKlitP
is van hetKlA VERBLAD Haarlem',
„Maar een boer."
Meifeest m\ de Protestantse
Belgen.
Donderdag 4 Mei 1950
PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD
Pagina 3
By het schryven van een artikel over vyf bevrijdingsjaren in Zeeland te streven naar volledigheid
opgave. Waar te beginnen en waar te eindigen Met cyfers werken zou enig
nut hebben, maar die zijn telkenjare, in liet overzicht van oudejaar, in meer dan voldoende mate
neergeschreven. Daarom slechts wat grepen uit de gebeurtenissen van vijf jaren. Gedachten, vluch
tig als de tyd zelf.
Niet heel Zeeland viert in deze
dagen de bevrijding van het Duit
se juk. De zon van vrijheid ging
voor het grootste deel van onze
eilandenprovincie al in Novem
ber 1944 op. Niet alzo voor
Schouwen en Duiveland, Dat
duurde nog enkele maanden, tot
het tijdstip der bevrijding van ons
hele vaderland. Moeten wij nog
memoreren de spanning, waar
mede dat ogenblik in Noord-Zee
land werd verbeid? Wie de na
men leest op het monument te
Renesse en dan een wandeling
door de duinen maakt, tal, indien
hij weet, wat vrijheid voor een
mens betekent, beseffen, dat het
lied der zee en de melodie der
ruisende bomen anders klinkt dan
vijf jaar geleden.
Nu herdenkt de Zeeuwse bevol
king haar doden. In vele gezinnen
zal de blijdschap van dit eerste
lustrum der bevrijding wojden
overstemd door droefheid. De tijd,
die vele wonden heelt, kan het
verlies niet doen vergeten. Mogen
alien troost putten uit de weten
schap, dat de God van hemel en
aarde een, nu wellicht nog onbe
grijpelijk, plan met hen had. En
met hen, die hun leven gaven
voor de bevrijding van druk en
tyrannie.
TWEE DELEN.
Het is opmerkelijk, dat wij, na
de bevrijding, ons leven in twee
perioden zijn gaan indelen. Dat
blijkt weer in ieder ge.-prek. De
bezettingstijd heeft het leven in
tweeën gedeeld. De vooroorlogse
betrekkelijke rust werd verstoord
en het lijkt wel, of het na-oorlog-
se leven in een veel sneller tempo
zich afspeelt dan ooit voorheen
het geval was.
Geldt dit in het algemeen, voor
de Zeeuwen geldt het bijkans
in nog meerdere mate. Want de
oorlogsbrand heeft veel in onze
provincie vernietigd. Er zijn daar
door vraagstukken naar voren
gekomen, waarvan wij vóór 1940
niet hadden gedroomd. Proble
men, die urgent zijn en die wij
niet in enkele maanden kunnen
oplossen. Maar die, terwille van
onze toekomst, opgelost zullen
moeten worden.
WATER EN PUIN.
Al meer dan éénmaal is de toe
stand geschetst, die onmiddellijk
na de oorlog in Zeeland bestond.
Water op Walcheren, op Schou-
men-Duiveland en Tholen. Dui
zenden huizen vernietigd en nog
meer zwaar gehavend. Bruggen
vernield en sluizen kapot. Wegen
opgebroken of levensgevaarlijk
voor gebruik. Waarlijk, we ston
den voor één enorme chaos. Het
lijkt nog maar zo kort geleden
en wie vijf jaar geleden zou heb
ben geprofeteerd, dat nu dit
Zeeuwse land zich weer zó zou
hebben opgericht, zdu weinig ge
loof gevonden hebben
Het materiële herstel is lang
zaam op gang gekomen en er zijn,
vooral in die eerste tijd, toen de
meest noodzakelijke materialen
ontbraken, prestaties geleverd,
die niemand voor mogelijk had
gehouden. Wie op dit ogenblik
een tocht door Zeeland maakt,
ontdekt nog op veie plaatsen de
onherstelbare of bijkans niet te
hersteilen gevolgen van oorlog en
bezetting. Maar hij ziet ook hon
derden nieuwe gebouwen, met
rode daken tegen een blauwe
lucht en rustige mensen, die hun
evenwicht weer goeddeels gevon
den hebben. In steden en in dor
pen is vijf jaar gewerkt en al was
er heel dikwijls niet die medewer
king van hogerhand, die mocht
worden verwacht, reden tot dank
baarheid is er ongetwijfeld.
NAMEN EEN BEGRIP.
De M.G.-periode ligt weer ver
achter ons. De P.R.A. (men kent
de betekenis van deze afkortin
gen toch nog wel?) bestaat al lang
niet meer en liet Bijzonder Ge
rechtshof deed tot voor kort nog
herinneren aan de schimmen uit
de bezettingstijd, die toén echter
geen schimmen waren. Het pro
ces van de terugkeer der politieke
delinquenten in het maatschappe
lijke ieven van Zeeland is, mogen
wij wel zeggen, geruisloos verlo
pen. Men moet daarbij feiten als
deze, dat Zeeuwen, die hun land
hebben verraden, thans weer
soms in kastelen van huizen wo
nen, gebouwd van geld, verdiend
aan de bezetters en hun satellie
ten, maar niet al te zwaar tillen..
Er is een probleem, dat niet tot
oplossing kon worden gebracht
in ons na-oorlogse Nederland (één
van de vele) en dat is de zuive
ring en de berechting.
HERSTEL EN WEDEROPBOUW
Over herstel en wederopbouw
spraken wij reeds in het alge
meen. Enkele détails? Duizenden
huizen zijn definitief hersteld in
de zwaarst getroffen delen: Wal
cheren, Zeeuwsch-Vlaanderen en
ook op Schouwen. Honderden
nieuwe huizen verrezen. De eigen
lijke herbouw liep lange tijd niet
vlot. Het wordt nu beter, maar
we zijn nu ook vijf jaar na 1945!
Voor stads- en dorpskernen, die
verdwenen, zijn speciale maatre
gelen getroffen en gehoopt mag
worden, dat na twee jaren deze
gemeenten een nieuwe, mooiere
kern zullen bezitten.
De Walcherse dijken zijn dicht,
de grond wordt weer goed. Al is
de zoutschade nog niet overwon
nen. Maar reeds is er op Walche
ren geoogst. Herverkaveling was
na de oorlogsramp een eis, waar
aan niet te ontkomen viel. Dit
millioenenwerk gaat gestadig
voort en de resultaten zullen,
naar wij hopen, over een aantal
jaren merkbaar worden. Tenge
volge daarvan vertrokken reeds
boeren naar de Noord-Oost Pol
der. Zij hebben het daar naar hun
zin en de animo van collega's op
Walcheren wordt steeds groter.
DE OORLOGSSCHADE.
Natuurlijk moeten wij ook iets
schrijven over de vergoeding der
oorlogsschade. Als de getroffenen
er wijs uit kunnen, weten zij nu,
waarop zij recht hebben. Dat
heeft lang geduurd. Eerst dit jaar
was de nieuwe wet in kannen en
kruiken. Volledige vergoeding
wordt in de meeste gevallen niet
gegeven, ondanks de vertogen, die
dit op grond van tal van steek
houdende argumenten bepleitten.
HET VERKEER.
Moeten wij nog schrijven over
de verbeteringen op het gebied
van het verkeer in onze provin
cie? Wie de provinciale vloot vijf
jaar geleden kende en haar ook
nu kent, zal onder de indruk ko
men van enorme veranderingen
ten goede. Machtige veerboten
oefenen thans drukke diensten
uit op de Zeeuwse stromen. Groot
is de critiek geweest op de Stoom
bootdiensten in de afgelopen ja
ren. Vaak was zij onbillijk, omdat
deze dienst voor bijna onoplos
bare problemen stond. De tarie
ven voor de diensten over de Wes-
ter-Schelde, afgeschaft op een
ogenblik, dat de regering dacht,
dat zij koeien met gouden hoorns
op stal had staan, keren thans,
nu zij gaat beseffen, dat wij
straatarm zijn en grotendeels van
„de krijg" moeten leven, weer te
rug.
Het isolement van Zeeland
voor een groot deel opgelost door
de zeer snelle Dieselverbindingen
met overig Nederland. De roep om
vliegvelden is niet zo sterk meer
als vóór enkele jaren. Terecht,
want is het verantwoord, op dit
ogenblik millioenen uit te geven
voor vliegvelden, terwijl men in
anderhalf uur in Rotterdam is?
„HET TERREIN VAN DE
GEEST".
Vijf jaar Zeeland in vogelvlucht.
Dat kan slechts de buitenkant
raken. Een analyse van het
Zeeuwse leven, hoe de bevolking
leeft en werkt, is niet te geven,
zeker niet in het bestek van een
overzichtsartikel. Maar toch wil
len wij nog enkele dingen zeg
gen, die wat meer op het „terrein
van de geest" liggen.
Zeeland vertoont een staal
kaart van godsdienstige opvat
tingen en van kerkgroepen. Dat
was voorheen zo, het is nu niet
anders. Evenmin als elders heeft
de oorlog middelijkerwijze hier de
massa, als wfj daarvan in Zeeland
de
het
Ge
Op 16 Mei zullen honderd Franse parachutisten in de
nabijheid van het kerkhof van Kapeile landen. Dit feit
houdt verband met de onthulling van het gedenkteken, dat
op dit kerkhof werd opgericht voor de Franse soldaten,
die van 1940 tot 1945 op Nederlandse bodem vielen.
De onthulling van genoemd gedenkteken is op 14.30 uur
bepaald.
H. M. Koningin Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard
zullen bij deze plechtigheid worden vertegenwoordigd door
de chef van het militaire huis van Hare Majesteit, vice-
admiraal N. A. Rost van Tonningen.
De Nederlandse regering zal worden vertegenwoordigd
door de minister van oorlog, mr W. F. Schokking en hoge
militaire autoriteiten.
Van Franse zijde zullen aan de plechtigheid deelnemen:
de minister van oudstrijders, de heer Jacquinot en de
Franse ambassadeur, de heer J. P. Garnier.
De militaire vertegenwoordiging geschiedt behalve door
de bovengenoemde parachutisten door een detachement
van de militaire muziek uit Rijssel en door een delegatie
van 4 officieren, die in Nederland hebben gestreden en
welke delegatie onder leiding staat van kolonel de Bol-
lardiere.
ilngez. mededeling, advert.)
nóg meer amandelen,
nog lekkerder.
mog^n spreken, tot bekering ge
bracht en de werfkracht der ker
ken is niet zoals wij dat gaarne
zouden zien. Ook hier in Zeeland
is er levensvervlakking te consta
teren. Wij schijnen tè snel te le
ven, om veql te denken aan hoge
re dingen. De geestelijke weder
opbouw van Zeeland vervult met
zorg. Dat is helaas een sombere
oonclusie, die wij na vijf jaar van
bevrijding moeten trekken.
Gelukkig bloeit het verenigings
leven weer als nooit tevoren. Geen
dorp zo klein of er wordt verga
derd. Gemeenschapszin is er,
maar die is helaas vaak beperkt
tot eigen groep en dorp.
En om weer een ander onder
werp te nemen: wat men provin
ciaal besef pleegt te noemen
wel toegenomen in de laatste vijf
jaar. Maar een organisatie, zoals
Brabant die kent, zich bezig hou
dend met het specifieke van de
provincie, lijkt in Zeeland ondenk
baar.
NIEUWE INSTELLINGEN.
Er kwamen na de bevrijding di
verse nieuwe instellingen hun in
trede doen. De Zeeuwse Volks
Universiteit voldeed niet aan de
verwachtingen, al bracht zij vaak
schone zaken van kunst in
meest uitgebreide zin van
woord naar onze provincie,
bleken is echter, dat het culturele
leven (voor wie het nog niet we
ten mocht) in zó'n nauw verband
staat met de religieuze opvattin
gen, dat op dit terrein nooit spra
ke kan zijn van een eensgezind
optrekken aller Zeeuwen.
De Stichting Zeeland voor
Maatschappelijk en Cultureel
Werk heeft zich al ingeburgerd in
Zeeland. Aan haar werk ging
vooraf, boewei het terrein voor
een groot deel ook weer anders
was, de Stichting Herstel Zeeland
1945, die zeer loffelijk werk deed
bij de leniging van veler nood in
de eerste jaren na 1945. Het
blijkt wel, dat op sociaal-medisch
terrein nog veel in Zeeland te
doen is en dat de Stichting Zee
land, het Opbouworgaan, voorlo
pig nog niet zal zijn uitgestu
deerd.
INDUSTRIALISATIE.
Het Economisch Technologisch
Instituut bemoeit zich weer met
andere facetten van het Zeeuwse
leven. Het is veel meer een studie
orgaan, waarvan goede resultaten
voor de toekomst van Zeeland zijn
te verwachten. Als we aan het
ETI. denken, denken we ook aan
de industrialisatie. Vele schone
woorden zijn daarover gesproken
en geschreven. Zij houdt nauw
verband met de morele inslag van
een bevolking. Hoe deze zaak zich
zal ontwikkelen is niet te voor
spellen. Het zal echter onont
koombare noodzaak zijn. Zeeland
is agrarisch en moet dat blijven,
Maar voor hen, die door mechani
satie en' andere oorzaken in de
landbouw geen bestaan meer
kunnen vinden, zal de industrie
uitkomst moeten brengen. Hier
raken we een punt van levensbe
lang voor onze provincie, dat in
de afgelopen bevrijdingsjaren
steeds duidelijker aan het licht is
getreden.
Wat zullen we nog meer over
de verstreken jaren zeggen? Vele
kolommen zouden nög zijn te vul
len, maar wij moeten eindigen,
Kunnen wij dat beter doen dan
met het aloude Zeeuwse devies,
dat nog geen versleten pasmunt
is, maar realiteit was, is en zijn
zal: Luctor et Emergo? De Zeeu
wen zullen blijvend worstelen om
hun toekomst en die van hun
kinderen en zij zullen, als zij de
hemel in het oog houden, met
Gods hulp, zeker ook steeds ont-
zwemmen! T.
De „Nachtwacht" weer thuis
Met ingang van Zondagmiddag
30 April is Rembrandt's Nacht
wacht in het Rijksmuseum weer
op zijn oude plaats in de Nacht
wachtzaal, die geheel gerestau
reerd is. O.m. is de versleten
wandbekleding vervangen door
een passende stoffering en is een
wijziging gebracht in de keuze en
opstelling der overige schilderijen
in deze zaal. De drie aansluiten
de kabinetten met zijlicht, in de
z.g. Nachtwachtuitbouw, zijn ge
moderniseerd en geschikt gemaakt
voor de kleine schilderijen van
Vermeer, Pieter de Hooch en Ter-
borch. Deze kabinetten hebben de
intimiteit van kamers gekregen,
waardoor de schilderijen beter tot
hun recht komen dan in de hoge
zalen met bovenlicht.
I l'LUJLLLETON
door
ITO VAN THEEL.
71)
Zo is de avond vol afwisse
ling. Ze muciseren, ze zingen.
Ally leest een mooi gedicljt voor,
Koos vertelt nog een paar grap
pige voorvalletjes uit de wijk en
het is al met al zo gezellig, dat
de tijd omvliegt.
Tegen twaalven wordt me
vrouw Elshout onrustig. Ze loopt
wat heen en weer, maar dan
gaat ze naar de boekenplank en
haalt de Bijbel er af. Met een
verhoogd blosje en verlegen
lachje bladert ze er even in en
legt hem dan opengeslagen voor
haar man neer. „Toe, wil je dit
lezen?" zegt ze zacht.
Even glijdt er een trekje van
aarzeling over zijn gelaat.
Maar met een resoluut gebaar
haalt hij het Boek naar zich toe
en leest de negentigste psalm.
Daarna is het een paar secon
den doodstil in de kamer. Ieder
is bezig met eigen gedachten.
Dan, nog onverwacht, slaat de
Friese staartklok twaalf kalme
slagen.
Meteen knallen er buiten van
alle kanten voetzoekers en ze
venklappers en daverende schoten
worden gelost.
Har heeft z'n arm om Ally
heen geslagen en kust haar har-
telijk.
Zijn vader weifelt even, dan
stapt hij naar z'n vrouw en geeft
haar een zoen.
Even is dit een pijnlijk mo
ment voor Koos. Zij het vijf
de rad. Maar het is ook maar
een seconde, dan gaat ze lachend
en vrolijk en met 'n kwinkslag
het rijtje langs om geluk te
wensen.
Dan verlangen allen naar rust.
Met een hartelijk „wel te rus
ten" gaan ze uit elkaar.
Nieuwjaarsmorgen!
Ally is al vroeg wekker.
Ze trekt het overgordijn open.
De ramen zijn dik bevroren.
Met vlugge zuchtgeluidjes
stuwt ze haar warme adem er
tegen aan. Al gauw komt er
een stukje ruit bloot.
Dan slaakt ze een kreet van
verrassing: rijm aan de bomen!
Als de zon er nu straks nog bij
komt dan is het bos net een
sprookje.
Rillend kruipt ze weer tot
aan haar neus onder de wol. 't Is
pas half acht. Ze kan nog wel
een half uurtje liggen te genie
ten. 't Is te hopen, dat de weg
niet glad is straks. Ze heeft er
haar zinnen op gezet, om, als ze
na de kerk naar Waalstad gaan,
op de stille gedeelten zelf te
chaufferen. Gistermiddag heeft
Har het wagentje als startklaar
gemaakt
Ze stelt zich veel van deze dag
voor. Eerst de autotocht, zelf rij
den, gezellig thuis eten. 's Mid
dags naar Else, en als alles vol
gens de plannen verloopt, dan
met Els naar Meedorp nieuw-
jaarwensen.
„En dan om een uur of tien
weer naar Amersfoort, dan zijn
we goed twdalf uur thuis", heeft
Har berekend.
Ze hebben dus wel een volle
dag voor de boeg!
Het is nog stil op straat als
Har en Ally naar de kerk gaan.
De mensen slapen uit en zet
ten het nieuwe jaar niet zo goed
in, als ze het oude geëindigd
zijn.
In de kerk is het maar matig
warm en zo vol en gezellig het
gisteravond was, zo leeg en kil
doet het nu aan.
Dominé moet z'n krachten in
spannen om de mensen te pak
ken.
Ze zijn moe en lusteloos van
het late opzitten.
Ally heeft ook moeite om, als
het iets warmer wordt, haar ge
dachten te blijven concentreren
op de preek.
Har zit met zijn hand onder
z'n hoofd. Slaapt of luistert hij?
Veel verwachting heeft z'n
meisje er niet van. Op haar ge
zicht is een bezorgd trekje. Van
morgen zag ze direct al, dat het
weer eens mis was met Har. Ge
melijk en geprikkeld. Net of er
plots een boze geest is, die hem
bespringt en vasthoudt en die hij
moet gehoorzamen. En ze weet
uit ondervinding hoe moeilijk
zulke dagen dan worden.
„En nu wat verwacht ik, o
Heere! mijn hoop, die is op U.
Ally schrikt.
De jonge man in z'n zwarte
toga zegt het zo kinderlijk een
voudig en vol vertrouwen. Hij
legt deze tekst z'n gemeente np
de lippen. En hij wijst haar er
op, dat ze dan pas met moed de
toekomst tegen kan gaan, als ze
van zichzelf niets verwacht.
Ally schaamt zich diep.
Ze mag wel eerst eens naar
zichzelf kijken, inplaats van naar
Har, denkt ze bitter. Waar heeft
ze de bravoure vandaan gehaald,
ooit maar één moment te den
ken, dat zij hem zou kunnen
helpen?
Uit de kerk lopen Ally en Har
vlug naar huis. Ze willen zo
gauw mogelijk weg zien te ko
men. Zwijgend loopt hij naast
haar met een verveelde trek om
zijn mond. Hij doet geen moeite
een gesprek gaande te houden.
Thuis wil hij niet eens even z'n
overjas uittrekken om koffie 1e
drinken. Half zittend, half
staand, drinkt hij z'n 'topje leeg.
„Maak jij je onderhand klaar,
dan haal ik de wagen."
„Wat verlangt ie om met je
weg te komen", plaagt Koos.
Ally lacht mat.
(Wordt vervolgd.)
Kerk en Zending
Terugkeer.
Ds H. Dijkstra, pred. bij de
Geref. Kerk (Art. 31 K.O.) te
Zuidlaren heeft zich aan de ge
meenschap dier kerken onttrok
ken en is naar de Geref. Kerken
teruggekeerd.
Na een gehouden samenspre-
king met de Kerkeraad der
Geref. Kerk ter plaatse zijn te
Groningen 37 leden en 28 doop
leden der Geref. Kerk (Art.
31 K.O.) naar de Geref. Kerk
teruggekeerd.
Prot. Kerk in Indonesië verliest
subsidie.
Naar „De Vrije Pers" te Soe-
rabaja verneemt, hebben de
Protestantse kerken in Indonesië
bericht ontvangen van de RIS,
dat zij voortaan geen overheids
subsidie meer zullen ontvangen.
Ds J. C. E. Pik te Soerabaja
achtte het nog niet geheel dui
delijk of de intrekking van 1
April of van 1 Mei is geschied.
Ds Pik noemde het een harde
slag, doch aan de andere kant
krijgt men de gezonde toestand,
dat de kerk nu zich zelf zal
moeten bedruipen. Hij noemde
die toestand volkomen normaal
en als de offervaardigheid van
de leden groot genoeg is, zal
het ook geen moeilijkheden op
leveren. Iets anders .is, dat de
intrekking op een ongunstig ogen
blik komt, waarop alles duurder
wordt. In Soerabaja bedraagt
het tekort der gemeente, wat
het Nederlandse deel betreft
f 60.000 tegen een inkomen van
f 85.000.
Voor Oost-Java zal het er wel
op neerkomen, dat het gehele
terrein verzorgd zal moeten
worden door de drie predikan
ten in Soerabaja en de predikant
in Malang, terwijl vroeger ver
schillende plaatsen nog een
eigen predikant hadden. Ds Vis
ser te Djember zal namelijk ver
moedelijk repatriëren.
Over de gevolgen voor de
Ambonnese, Menadonese en Ti
morese kerk vernam het blad
van ds Hildring, dat ondanks
het grote getal lidmaten de slag
zeer zwaar is.
Hervatting Duitse zending.
De Raad van Evangelische ker
ken in Duitsland heeft aange
kondigd, dat op 11 Mei het
eerste contingent na-oorlogse
Duitse zendelingen in Hamburg
scheep zal gaan naar Zuidwest-
Afrika. Er zijn er nog velen in
opleiding in Duitsland, die bok
voor de zending in Zuidwest-
Afrika bestemd zijn.
Prof. dr S. U. Zuidema,
De kerkeraad der Geref. Kerk
van Delft besloot als zendende
kerk, op voorstel van de com
missie ad hoe aan de classis
s Gravenhage een met redenen
omkleed verzoek te richten aan
(Ingez. mededeling advert.)
prof. dr S. U. Zuidema tot de
in 1952 te houden generale sy
node, voorlopig bij wijze van
uitzondering en als voorrecht
aan dr S. U. Zuidema de naam
van dienaar des Woords te
schenken en deze zaak ter defi
nitieve afdoening aan de sy
node van 1952 voor te leggen.
Verband van Geref.
Evangelisatiecommissies.
De jaarlijkse conferentie van
het verband zai in de Pinkster-
week a.s. opnieuw op „Woud-
schoten" te Zeist gehouden wor
den. Als referenten zullen op
treden prof. dr J. H. Bavinck
van Baarn, met het onderwerp:
„De absoluutheid van het Chris
tendom"; Ds H. Veldkamp van
Middelburg, onderwérp: „De
prediking van het gericht"; mej.
G. Ingwersen van Amsterdam,
onderwerp: „De evangelisatie
vertelling". Deelnemers kunnen
zich tot uiterlijk 16 Mei a.s. mel
den bij dr P. G. Kunst te Am
sterdam.
(ngez. mededeling, advert.)
Ingaande 2 M e i 1950 zijn de bracht, d.w.z. ais het laatste be-
gewijzigde loongrenzen voor de drag bereikt is bestaat die plicht
diverse verzekeringswetten van
kracht geworden. Volgens de
wet was dit wenselijk wegens de
plaats gevonden hebbende ver
dere stijging van de lonen. Hier
onder volgen de wijzigingen per
wet.
De Invaliditeitswet.
De loongrens om in de verze
kering te worden opgenomen is
3000 gebleven. De plakplicht
voor de werkgever is thans in
plaats van f3750 op f4500 ge-
Op de boeren en de boeren
stand wordt door vele stads
mensen min of meer uit de
hoogte neergezien.
Het is maar een boer" heet
het dan.
Nu hebben de boeren zelf
hieraan enige schuld. Wanneer
in een vergadering iemand uit
de boerenstand het woord vraagt,
gebeurt het niet zelden, dat hij
begint met zich te verontschul
digen omdat hij „maar een
boer" is.
Door deze dwaasheid van de
boeren wordt de dwaasheid van
de stadsmensen in de hand ge
werkt.
Maar een boer"? De zaak is
echter, dat het boerenbedrijf,
land- en tuinbouw en veeteelt,
voor het volksleven van niet te
schatten betekenis zijn.
Wat de boer betekent, hebben
we in de laatste oorlogswinter
gezien, toen de producten van
land- en tuinbouw voor de
massa onbereikbaar waren.
Het blijkt ook uit de cijfers
omtrent de Nederlandse uit
voer in 1949.
De uitvoer beliep in totaal een
bedrag van 3.8 milliard gulden.
Hiervan komt ruim 1.3 milliard
gulden, of méér dan een derde
voor rekening van de land- en
tuinbouw.
Dit constateert het bestuur
van de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven in
het zoeven verschenen jaar
verslag 1949. Terecht merkt het
bestuur dan ook op, dat de land
en tuinbouw in 1949 een mooie
beurt maakten bij de krachts
inspanning tot verhoging van de
voortbrenging en vermindering
van het betalingsbelanstekort.
„Maar een boer".
Doch zelfs de koning wordt
van- het veld gediend.
niet meer. Deze wijziging wordt
geacht in werking te zijn ge
treden op 1 Jan. 1950.
De Ongevallenwet 1921.
De krachtens deze wet toege
kende schadeloosstellingen wor
den vanaf 22 Mei 1950 berekend
naar een maximum dagloon van
f 12 (voorheen f 10). De premie
voor de werkgever wordt vanaf
2 Mei tot datzelfde bedrag be
rekend. Getroffenen, die een
voorlopige of blijvende rente-
ontvangen en die voor een op
leiding in aanmerking komen
voor beroepsomvorming kunnen
thans aanspraak maken op een
toelage tot een bedrag van f 6
per dag, voorheen f5 per dag.
De Land- èn Tuinbouw-
ongevallenwet 1922.
Hiervoor gelden dezelfde be
palingen als voor de Ongeval
lenwet 1921.
De Kinderbijslagwet.
Oök hier is het dagloon dat
voor de premieberekening in
aanmerking kan komen op f 12
gebracht. Dit geldt natuurlijk
evenals bij de andere wetten in
die gevallen als dit ook wordt
verdiend of uitbetaald.
De Ziektewet.
Ook hier is de loongrens van
f3750 'sjaars met ingang van 2
Mei op f4500 gebracht. In te
genstelling evenwel met de In
validiteitswet valt iensand die
dit bedrag per jaar verdient er
net nog onder. Ook de premie-
berekening geschiedt in den ver
volge tot maximum f 12 per dag.
In die gevallen kan de werkge
ver dan ook de bekende 1 pet.
afhouding tot dat bedrag toe
passen.
Voorts zijn voor deze wet een
aantal overgangsbepalingen vast
gesteld. Dit was nodig omdat bij
deze wet de voorafgaande werk-
of werkloosheidsperiode van
grote invloed kan zijn op al of
niet toekenning van ziekengeld.
In de overgangsbepalingen is
nu vastgelegd, dat een op of kort
na 2 Mei optredende ziekte of
werkloosheid geen nadelen voor
de betrokkenen kan opleveren.
Dit geldt ook voor de zwanger
schapsuitkeringen en het kraam
geld.
Verder is ook voorzien in de
gevallen van verzekerden die op
31 December 1949 nog onder de
Bjjbeldag te Antwerpen.
De Protestanten in België heb
ben hun Meifeest gevierd, met
een Bybeldag te Antwerpen,
waarvoor grote belangstelling be
stond en die ook door tal van Ne
derlanders, w.o. tal van predikan
ten, werd bijgewoond.
Het was tevens een demonstra
tie aan de eenheid in Christus
rondom Zijn Woord. Leden van de
Prot. (Ned. Herv.) gemeenten, de
Geref. Kerken, Belgische Chr.
Zendingskerk, Methodistische
Kerk, vergadering van Darbisten
en Leger des Heils waren broe
derlijk bijeen.
In de morgenvergadering spra
ken de aalmoezenier voor de ge
vangenissen J. du Meunier en ka
pitein Brökling van het Leger des
Heils over hun sociale werk. In
het gebouw van de Zendingskerk
werd tegelijkertijd een jeugdsa-
menkomst gehouden. Ds C. B.
Bavinck uit Brussel sprak er over
de christelijke levensstijl. De dis
cussie werd aan de koffiemaaltijd
voortgezet in onderling gesprek.
De Christuskerk was 's mid
dags meer dan vol. Dr H. v. d.
Loos, Hervormd predikant in
Haarlem-Schoten, sprak over
„Bijbelmensen aan het werk". Hij
vertelde, hoe de Bijbelschrijvers
en -vertalers hun werk verricht
ten. „Moge de nieuwe vertaling
van het N.B.G. er toe meewerken
dat wij dichter tot God worden
gebracht, want dat is het grote
doel van alle werk rondom de Bij
bel. God roept ons elke dag op
nieuw om te werken met de Bij
bel, opdat zo alle tong zal belij
den, dat Christus de Heer is".
„De Bijbel God aan het
woord" was de titel van de toe
spraak van ds B. W. Ganzevoort,
uit Antwerpen. „Niet de mens,
niet de kerk of de wetenschap
heeft het laatste woord, maar Hij,
Die ook het eerste woord heeft
gesproken".
De avond was bestemd voor een
grote evangeiisatiesamenkomst.
De Lutherse hoogleraar prof. dr
W. J. Kooiman uit Amsterdam
sprak over „Ik geloof in het
eeuwige ieven" en dr O. Van-
steenberghe, de directeur van de
Belgische Evangelische Zending,
over „Ieder die dit gelooft, heeft
het eeuwige leven".
Het was, zo verklaarde ds
Hartdorff, de Benelux in gods
dienstig opzicht. De Lux(emburg),
ontbrak, maar het was er bene
(goed), omdat het Lux van Jezus
Christus scheen.
wet vielen en na die datum de
toen geldende loongrens van
f 3750 overschreden, doch de
thans geldende loongrens niet te
boven gingen. In deze gevallen
wordt geacht, dat de wet op 1
Januari 1950 in werking is ge
treden.
Tenslotte is ook rekening ge
houden met de mogelijkheid',
dat vrijwillig gesloten verzeke
ringscontracten hetzelfde terrein
zouden bestrijken. Wat daarom
trent is bepaald moge blijken uit
de wettekst die hier volgt:
„Overeenkomsten, met een ver
zekeringsinstelling gesloten vóór
de dag, waarop deze wet in wer
king treedt, en al dan niet uit
sluitend betreffende het risico
van geldelijke gevolgen van
ziekte, geneeskundige hulp of
verpleging van een of meer per
sonen, die uitsluitend tengevolge
van de wijziging van artikel 1.
onder c, der Ziektewet op de dag
der inwerkingtreding van deze
wijziging ingevolge die wet ver
zekerd worden, vervallen met
ingang van vorenbedoelde dag,
voor zover het betreft risico van
ziekte, geneeskundige hulp of
verpleging, met alle rechtsge
volgen, gegrond op feiten, welke
na het ogenblik van het ver
vallen plaats grepen. Artikel
146, derde lid, der Ziektewet is
van overeenkomstige toepassing".
Voor zover er bij onze lezers
vragen hieromtrent mochten rij
zen kunnen deze aan ons bureau
worden toegezonden.
N