Orthodoxe Joden houden op de. Sabbath rijdende auto's aan. Ook B. en W. van Koudekerke achten plan van Ged. Staten onaanvaardbaar. Amsterdam telde in 1920 tweemaal zoveel Joden als heel Palestina. E De bocht in de weg 1 De Raad van Yerseke sprak lang over de aanleg van een sportterrein. Vermindering emigratie naar Canada. „Nationaal Tehuis." Ylissingen heeft geen behoefte aan grond der gemeente. dis de kat weg is... Dinsdag 7 Februari 1950 PROTESTANTS CHRISTELIJK DAGBLAD Pagina 2 DE JONGE STAAT ISRAEL. (VII.) Het probleem Israël heelt verschillende kanten. Ditmaal iets over de politieke kant Ik wees reeds op de Zionistische bewe ging, op het aannemen van een eigen nationale taal, op de ontwikkeling der Joodse nederzettingen en de Histradoet (vak vereniging), om daarmee in zeer korte trekken van menselijke zijde te verklaren de economische, socLle en politieke ontwik keling, die de Joden in Palestina in de laatst verlopen decan- niin hebben doorgemaakt. Een ontwikkeling, die de bewonde ring afdwingt van ieder, die met objectiviteit dit land en dit volk beziet. onlusten uitgebroken. Zij gingen meestal gepaard met het verlies van veel mensenlevens en de vernieling van Joodse nederzet tingen. De opstandige Arabieren verzetten zich niet alleen tegen de Joden, maar ook tegen de Engelse mandaatsregering, om dat deze voortdurend Joodse immigranten in het land liet bin nenkomen. In 1932 waren het er 14.000. In 1933 niet minder dan 40.000. De meesten kwamen toen uit Duitsland, waar in 1933 Hit- Ier aan de macht was gekomen. Daardoor veranderde ook het karakter der immigranten. De eerste wereldoorlog (1914 1918) heeft niet alleen in Euro- 5a, maar ook in het „Nabije osten" grote veranderingen te- Weeg gebracht. Het Turkse ge zag, dat -eeuwenlang Palestina op Turkse wijze had bestuurd, werd door de verovering van Jeruzalem door Lord Allenby Op 9 November 1917 weggevaagd en is niet hersteld. Juist een week tevoren, op 2 November 1917, had de Engelse minister Balfour aan Lord Rothschild in een brief de verklaring afge legd, dat de Engelse regering piet welwillendheid da oprich ting van een „nationaal tehuis" Voor het Joodse volk in Palestina zou aanzien en dat zij krachtig Zou medewerken om het berei ken van dit doel te beoordelen, onder voorwaarde, dat niets zou orden gedaan, dat de burger- _ke en religieuss rechten van de bestaande niet-Joodse ge meenschappen in Palestina of de iechten en de politieke status er Joden in enig ander land Zou kunnen schaden. Deze Bal- lourverklaring, die dus niet Zprak van een „Joodse Staat", maar slechts van een eigen „na tionaal tehuis", heeft grote in vloed gehad op het verdere ver loop van zaken. By de vredes onderhandelingen, die na 1918 (de capitulatie van Duitsland) te Parijs plaati hadden, waren de Palestijnse Joden o.a. ver tegenwoordigd door de tegen woordig hoogbejaarde President van Israël, dr C. Weizmann. (Het la merkwaardig dat vele voor aanstaande regeringspersonen in deze jonge Staat, de leeftijd van 80, soms van 70 jaar zijn gepas seerd; zou in dit „oude volk" de bijbelse wijsheid nog opgeld doen, dat in de langheid der dagen het verstand is? Job 12:12.) ENGELS MANDAAT. In 1920 besloot de Opperste Raad van de vredesconferentie the big four Wilson, Lloyd George, Clémenceau en Orlando te San Remo om de Balfour- verklaring op te nemen in het vredesverdrag met Turkije. In 1922 werd definitief het mandaat óver Palestina (waartoe ook Transjordanië behoorde) door de Volkenbond aan Engeland opgedragen. Men moet daarbij wel in het oog houden, dat er aan het eind van de eerste wereldoorlog nog altijd meer dan twee maal zo veel Joden in Amsterdam woonden dan in heel Palestina. Maar de Alijoth gin gen voortdurend door. In 1922 was de Joodse bevolking geste gen tot 84000 zielen. Tegenover de Arabieren vormden zij een kleine hoewel zeker niet on beduidende minderheid. Het niet onverklaarbare feit deed zich voor, dat, waar de Joden door hun energie en door zicht het land weer deden her leven, de in de buurt wonende Arabieren daarvan profyt trok ken en snel in aantal toenamen. ARABIEREN PROFITEREN. Intussen spreekt het haast wel vanzelf, dat de Arabieren de toename van de Joodse bevol king met zekere wearzin aan zagen. Wel wisten sommigen hunner van de productiviteit, die de Joden ten toon spreidden, te profiteren en ook zelf in hun wijze van bodem-exploitatie enige verbeteringen aan te brengen, maar verreweg de meesten zagen blijkbaar het nut der betere methoden niet in of waren eenvoudig door onkunde of armoede niet in staat ze toe te passen. Ze begrepen maar al te goed, dat, als het zo door ging, de Joden hen in korte tijd geheel overvleugelen zouden. Dit gaf herhaaldelijk aanleiding tot openlijk verzet. Van 1920 tot 1939 zijn er telkens Arabische FANATIEK. Da streng-orthodoxe Joden herkent men aan hun side-curis (krullen over de oren), hun baarden en lange kleding. Som migen van deze orthodoxe Joden zyn zeer fanatiek en ontzien zich byv. niet om op Sabbath een rijdende auto aan te hou den en een Jood, die rookt, zijn sigaar of sigaret uit de mond te slaan. De voornaamste motie ven, die de niet-orthodoxe Joden naar Palestina, „het oude vader land", dreven en nog drijven, waren en zyn enerzijds angst voor vervolging en anderzijds het verlangen om in een land te wonen, waarin het Jood-zijn niet een stempel van zekere minderwaardigheid op hen drukt. Een Joods echtpaar, dat met ons de reis naar Israël maakte, was verre van orthodox, maar verklaarde ronduit, dat het voor al de laatstgenoemde reden was, die hen had doen besluiten naar Palestina te gaan, naar een kib boets, waarin een van hun zonen reeds vier jaren woonde. De Engelse mandaatsregering is voor de Joden in de aanvang zeker niet ongunstig geweest. Voor de vervulling van zijn taak maakte de „Hoge Commis saris" gebruik van een semi- officiëel Joods lichaam: The Jewish Ageney. In Jeruzalem ontstonden nieuwe goed ge bouwde woonwijken, Tel-Aviv werd een stad van betekenis. Haifa's haven werd verbeterd en de stad vergroot. Op het platte land werd de ene nederzetting na de andere gesticht. De Emek (de vlakte van Jisreël), voorheen onbewoonbaar door malaria, werd een centrum van landbouw- cultuur. De industrie leefde op en ontwikkelde zich. Mr J. A. de Wilde. Radiogroeten naar West-Indi?. Radio Nederland Wereldomroep stelt iedere week een aantal per sonen in de gelegenheid voor de microfoon ln Hilversum een groet uit te spreken, gericht tot Ne derlanders in de West of aan grenzende gebieden. Zij, die hiervan gebruik weneen te maken, worden verzocht zich schriftelijk te melden bij: Radio Nederland Wereldomroep, Afd. Groetendienst, Postbus 137, Hil versum. Aan het zenden van deze groeten zijn geen kosten verbon den. Voor militairen in de West geldt deze regeling niet, daar hun familieleden gebruik kunnen ma ken van de faciliteiten van het Radioprogramma voor de Neder landse Strijdkrachten. Nieuwe spinazie. De eerste spinazie is eri Vrij dag werd ze op de Naaldwijkse veiling aangevoerd. De partij bracht f 1.70—f 1.80 per kilo op. Ook de sterkers verscheen voor het eerst dit seizoen op dezelfde veiling. Zij bracbt 40—47 cent per kilo op. Westontwerp controle op banken. Van bevoegde zijde is in Den Haag medegedeeld, dat waar schijnlijk nog gedurende deze zit ting van de Tweede Kamer een wetsontwerp voor het toezicht op het bank- en credietwezen zal worden Ingediend. Dit vraagstuk is reeds geruime tijd in studie; het betreffende wetsontwerp bevindt zich in een vergevorderd stadium van voor bereiding. „Het ls niet dan met leedwezen, dat geconstateerd moet wor den, dat de uitbreiding van de gemeente Vlissingen oorzaak is van plannen, die niets minder beogen dan een totale omverwer ping van de bestaande gemeentelijke Indeling. Wjj zyn echter niet zo simpel om te menen, dat by het leveren van het overtui gend bewys, dat de gemeente Vlissingen voor haar gemeentelijke ontwikkeling geenszins behoefte heeft aan territoir der gemeente Koudekerke, daarmede tevens is aangetoond, dat elke grond voor een herindeling van het overige gemeentelijk gebied op Walche ren is komen te ontbreken." Aldus B. en W. van Koudekerke in hun advies aan de raad. Omdat de gemeentegrens voor velen zo uitermate belangrijk is, dringen gevoelsargumenten met kracht naar voren en deze drei gen de objectiviteit zo niet teloor te doen gaan dan toch te ver troebelen. Ged. Staten hebben voorts hun „eis" nauwelijks geïndividuali seerd, immers geven zij voor het „waarom" slechts de wens om, naast betere vormgeving, krach tiger gemeenschappen te vormen, wijl toch de kleinere en de klein ste gemeenten haar taak tegen over de ingezetenen niet langer naar behoren kunnen vervullen; wordt niet gezegd waarom b.v. Zoutelande ten dele met Bigge- kerke en Koudekerke tot één ge meente versmolten moet worden. Onder deze omstandigheden kan de gemeente-gedaagde nauwelijks haar verdediging voeren. WELKE EISEN T By de beantwoording van de vraag, welke eisen zijn te stellen aan een gemeente, opdat haar in gezetenen dat erlangen, waarop zij redelijkerwijs aanspraak mo gen maken, komen B. en W. tot de conclusie, dat hier geen wis kundige formule de onfeilbare oplossing aan de hand kan doen, hetgeen zij aantonen met gege vens uit het rapport der Provin ciale Commissie ter bestudering van de gemeentlijke indeling van Noord-Holland. De burgemeester van een grote gemeente kan soms niet in de schaduw staan van die in een kleine gemeente, de kennis en de werkkracht van een eenling ambtenaar doen de veelal niet al te ingewikkelde kwesties soms in sneltreinvaart uitstekend afhan delen, waardoor een toestand ontstaat, die wel zeer gunstig afsteekt tegen de noodgedwongen meer bureaucratische werkwijze van afdeling zoveel in de grote zus tergemeente. De situaties moeten °P Wal cheren zo klemmend liggen, dat hier slechts van een „wij kunnen niet anders" sprake kan zyn, het algemeen belang moet dwingend voorschrijven dat het heilig huis je van het gemeentelijk territoir, zij het met pijn ln het hart, in geslagen moet worden. GEEN NOODZAAK. Uiteraard liggen de situaties ln de ene gemeente iets gunstiger, dan in een andere, doch van een toestand waarbij de belangen der ingezetenen door de beperkte be stuurskracht der gemeente regel matig in het gedrang komen, is, voorzover B. en W. weten, geen sprake. Ged. Staten weten zeer goed, dat er op Walcheren bij de be- stuurderen een vruchtbare ge- geneigdheid tot samenwerking bestaat, hetgeen met voorbeelden wordt aangetoond. Weet men van de dwaze uit-de- tyd-zjjnde klasse-indeling voor de Het zijn niet alle koks, die lange messen dragen, noch goede rijders, die prima schaatsen hebben. Maar met het „Zeeuwsch Dagblad" op uw tafel, krijgt ge spijze uit de goéde keuken, en wordt ge een stevig rijder op 's levens gladde banen! flngpz. mededeling, advert.) met garantie-certificaat» toepassing van het bezoldigings besluit enz. afstand te doen, dan zal men een positieve bijdrage le veren voor de vervulling van de wens: de belangen der ingezete nen zo goed mogelijk te behar tigen. In theorie kan men wel stellen, dat de afstand tussen bestuurder en bestuurde zo klein kan zijn, doch wie zal, de aard van de Walchenaar kennende, in ernst durven beweren dat de practijk de theorie dekt? GEEN BEZWAAR TEGEN HUIDIGE TOESTAND. B. en W. menen met dit alles aangetoond te hebben, dat in be ginsel tegen handhaving van de status quo geen bezwaar bestaat, voorop gesteld, dat de gemeente besturen zoveel financiële arm slag hebben, dat datgene gegeven kan worden wat de samenleving eist. Dit is een conditie sine qua non, die geldt zowel voor de kleinste als voor de grootste ge meente. „Het klinkt misschien in zeke re oren verwaand wanneer we uitroepen: geef ons de middelen en ge zult ook in de kleine ge meenten de meest vooruitstreven de gedachten, aangepast aan de plaatselijke verhoudingen, tot werkelijkheid zien gebracht; we hopen slechts de kans te krijgen dit waar te maken", aldus B. en W. Ondanks zekere nivellering blijft de Walchenaar hechten aan zijn eigen gemeente, stelt hij op het behoud van eigen apparaat de hoogste prijs, voelt hy het als 'n capitis deminutio wanneer „vreemden" gaan bepalen hoe het moet, wijl immers de autonomie- gedachte onder de Walcherse be volking zo sterk leeft. Het beste bestuur krijgt na samenvoeging van niet geheel op elkaar afge stemde, veelal ongelijkwaardige delen, te kampen met rancuneuze gevoelens, Ingegeven door een licht veronderstelde achteruitzet ting. Omdat samenwerking op basis van vrijwilligheid mogelijk is, daarom is deze veruit te prefe reren boven een gedwongen sa mengaan. Een daarmede mogelijk behaalde winst tengevolge van efficiënter werken een winst, die financieel gezien zeker uit eindelijk geen bate betekent om dat een groter administratief ap paraat, zoals de ervaring bewijst, naar evenredigheid meer kosten meebrengt valt naar de me ning van B. en W. in het niet by de bezwaren, die de bevolking zo zeer aanvoelt. En gaat het tenslotte niet om de bevolking? VLISSINGEN GEEN BE HOEFTE AAN GROND VAN KOUDEKERKE. „De grenswijziging tussen Vlis singen en Koudekerke zal, als we goed lezen, straks als een vol dongen feit zijn te aanvaarden. Het is al weer tien maanden geleden dat Nederland werd verrijkt met een grondgebied aan de Oostelijke grenswaarvan Elten als de grootste plaats geldt. Velen zullen zich afvragen hoe het met deze nieuwe Nederlanders staat. Willen zij nog steeds Deutsch bleiben", of zijn zij al enigszins aan hun Ne derlanderschap gewend? Deze foto's geven hierop een antwoord. Jeugd went snel aan nieuwe situaties. Ook de Eltense jeugd. Zij verblijft in haar vrije tijd veelvuldig bij de marechaussee. En het is vooral wacht meester Dubbeldam (links) die de kinderen met zijn verhalen aan het schateren maakt. (Foto onder.) Voor de ouderen is de overgang moeilijker. Zo zien wij nog steeds op de marechausseepost staan: politie brigade, polizei- amt. (Foto boven.) r™™ FEUILLETON door ITO VAN TH IEL. I 1) door TO VAN TH IEL. HOOFDSTUK I. Het vriest dat het kraakt. Tussen de brede rivier de Waal en een file van weggedo ken dorpjes slingert zich in ein deloze bochten de lange, lange dyk. 't Is schemerdonker. Het heldere vries-zonnetje, dat de hele dag heeft gesche nen, is net ondergegaan. Boven het water een diep-blauwe avondhemel. Alleen in het Wes ten is nog een lange uitgerekte atreep groen-blauw, lila, oud- rose. Er staat een flinke wind. Het tengere figuurtje op de fiets, dat moederziel alleen op de hoge dyk rydt, moet by Iedere cirkelgang van haar oe nen met kracht de trappers neerduwen. Ze komt maar lang zaam vooruit. Maar daar be kommert ze zich niet om. De zuivere vrieslucht heeft haar wangen een mooi rood blosje me met bont omrande capuchon- ne kijken een paar stralende donkerbruine ogen geïnteres seerd om zich heen. Er is zoveel moois te zien buiten! Het water in de rivier klotst. Hele slierten drijfijs vormen zich al. De wielen in de uiter waarden zijn helemaal bevro ren, maar de brakke slootjes langs de dijk houden de strijd met de vorst nog vol. Aan de slootkanten even boven het wa- terniveau hangen stroken rafe lig Ijs, prachtig van vorm en iedere rietpluim heeft haar eigen kanten pijpenbroekje. Hier en daar staat een rijtje wilgen. Sommigen zijn zo krom, dat de lange kale kruintakken in het water gebogen hangen. Vanuit een holle stam klinkt de roep van een boomkever: wetsj-wetsj- etsj! Nu hier, dan daar duikt een dorpstorentje op aan de over kant van de rivier in het land van Maas en Waal. Ally van Regteren is bijna thuis. In de verte ziet ze de wal al liggen, waar ook haar huis staat. De pont legt iuist aan. De veer baas gooit met een brede zwaai de zware ijzeren kettingen om uit. Mensen en voertuigen haas ten zich om er af te komen. Nog een bocht maakt de dijk, dan splitst hij zich in tweeën. Links in een brede weg naar de stad, rechts een smalle, die, on derbroken door verkeerswegen en coupures de rivier verder in zijn loop volgt. Ally neemt de kortste weg. Met een vaartje vliegt ze het smalle steile pad af naar be neden, passeert flink bellend ie veerweg en da- peest ze uit alle macht om aan de overkant weer de „hucht" op te komen. Hé, daar word je warm van! Nu rechtsom naar de wal- muur. Ze gaat voorbij een brok stuk van de oude molen dat tot zomerhuisje is ingericht en de lege rotonde, waar een jaar of tien geleden de kanonnen ston den, die bij ijsgang werden af geschoten. Een zwenking nog! Ze is er. Met de ene arm nog in haar jas en onderhand de banden van haar capuchonne loswur mende, stormt ze de huiskamer binnen. Moeder zit onder het licht van een schemerlampje te hand werken. Verder is de kamer donker. „Hallo Mams! Heb ik even fyn gepimpeld bij onze Jaan! gegeven. En van onder de war- de meerpaal, legt de loopplank Eén advocaatje en een rood met er dol van in suiker, 'k Ben mijn hoofd." „Dat merk ik", lacht moeder. Meteen glijden haar ogen veelbetekenend ln de richting van twee clubruggen, die bij de haard staan. Ally volgt die blik. Een paar lachende koppen gluren vanuit de diepe stoelen geamuseerd naar haar. „Och hedenl Bezoek." Ze bloost tot achter haar krul len. Trekt zenuwachtig aan de keelbanden, die helemaal in de knoop raken. Meteen veert een lange ge stalte de hoogte in. Een jonge man komt lachend op haar af en steekt haar de hand toe. Va der stelt hem voor: „Meneer Kolff, ingenieur bij de Rijkswa terstaat." Met een vuurrode kleur stot tert Ally maar iets en als ze hoort dat de bezoeker aanstal ten maakt om weg te gaan, ziet ze de kans schoon naar de gang te glippen, haar jas op te han gen en de krullen wat bij te werken. Als ze even later bin nenkomt neemt meneer Kolff meteen afscheid. Een seconde kijkt Ally ln een paar verstan- "ge grijs-bruine ogen, die haar langstellend opnemen. (Wordt vervolgd.) Vrijdagavond vergaderde de gemeenteraad. Afwezig met kennisgeving de heer Jan Prins. Eventuele verplaatsingskosten voor heren onderwijzers zullen in den vervolge worden ver goed. Aan G.S. zal verzocht worden om de salarissen van de wet' houders der gemeente in een hogere klasse te plaatsen. Aan de lagere landbouwschool te Kruiningen zal subsidie ver- lend worden, n.l. een vaste jaar lijkse bijdraai van f60.plus een bepaald bedrag per leerling. Besloten werd tot voorberei ding van het uitbreidingsplan. Tot leden van de commissie tot wering van schoolverzuim werden benoemd de heren D. Meeuse en J. Oom. Het besluit van 27 Juni 1935 betreffende he t verkeer werd in die zin gewijzigd, dat in de ZanddwarsstraatStokvisstraat niet geparkeerd en op een ge deelte van de Molenpolderdijk niet gereden, noch geparkeerd mag worden. De heer Koster had wel be zwaren tegen de sluiting van een gedeelte Molenpolderdijk. De heer van Boven en de voorz. waren van mening, dat een richtingsverkeer daar gewenst is, het kan daar niet anders. Dhr Koster stemde tegen. Besloten werd aan de bijz. lagere scholen en Ulo over 1950 een voorschot op de vergoeding te geven. Daarna kwam aan de orde de aankoop van grond voor aanleg van een terrein voor lichame lijke oefeningen. Ten einde aan de bezwaren van enige kleine landbouwers tegemoet te komen, stelden B. en W. voor om het z.g. sportterrein voorlopig aan te leggen in het verlengde van de Marijkestraat. De kosten zul- We verstaan dit niet", zo schrij ven B. en W. De afgelopen jaren hebben duidelijk doen zien, dat de des tijds geponeerde stelling, dat Vlissingen nog voor een lange tijd genoeg heeft aan eigen territoir, juist is. De Staatscourant van 23 Januari j.l. onthulde, dat de Mi nister van Verkeer en Waterstaat de aanwijzing van het luchtvaart terrein Vlissingen heeft ingetrok ken en de rondom dit terrein ge legde bouwverboden heeft opge heven. Men bezie die ruimte ook na aftrek van recreatiegebied en industrieterrein en lette verder op de ruimte bij de Nolledijk, dan ligt de conclusie voor de hand: van noodzaak is hier geen sprake. B. en W. achten de besturen van Biggekerke en Zoutelande zeer wel in staat om eigen boon tjes te doppen, van noodzaak van samenvoeging van deze 3 onder ling uiteenlopende gemeenten blijkt niets en zij stellen daarom voor Ged. Staten te berichten, dat het plan niet aanvaardbaar is. Ned. Chr. Vrouwenbond. De bondsdag van de Ned. Chr. Vrouwenbond is naar wij verne men een maand uitgesteld en zal nu op 7 en 8 Juni in het Jaar beursgebouw te Utrecht worden gehouden. Het ijs op het IJsselmeer heeft de strijd verloren. Gistermorgen omstreeks acht uur ls het eerste beurtdienstschip, komende uit Nfjkerk en op weg naar Amster dam, de Oranje-Sluizen gepas seerd. len in totaal f 26.000.be dragen. De heer Buteyn (S.G.P.) ont wikkelde enige bezwaren tegen een sportterrein. Hij keurde het af, dat voor dit doel le kl. tuin grond zal worden gebruikt. Bovendien had hij principiële bezwaren, omdat het z.i. niet op de weg van de gemeente ligt de sport te bevorderen. De apos tel Paulus leert: Al wat gij doet, doet dat tot Gods eer en wat is sport? Werkt dat daartoe mede? En waarom moet de openbare kas dat alles finan cieren? Verder achtte hij het een bezwaar, dat ook tegenstan ders moeten medebetalen aan een sportterrein, waar zjj prin cipieel tegen zijn. De heer Koster (S.G.P.) onder schreef ten volle de bezwaren van zijn collega. De heer van Boven, respecte rende de principiële bezwaren van de heren Buteyn en Koster, juichte het voorstel van B. en W. toe. Z.i. is het een prachtig doel: lichamelijke ontwikkeling en op voeding van de jeugd. Finan- ciëel is het z.i. ten volle verant woord. De heer J. C. Sinke kon zich met veel bezwaren van de heer Buteyn verenigen, maar merkte op, dat nu concessies zijn ge daan inzake het Zondagsgebruik van het sportterrein, we daar voor dankbaar kunnen zijn. Z.i. kan ook door de sport de ere Gods worden bevorderd. Spr. wees op Zoutelande, waar de burgemeester (ook lid van de S.G.P.) het sportterrein opende. Burgemeester Willemsen be streed op meerdere punten de heer Buteyn. Hij wees er op, dat alle scholen van dit sportterrein gebruik zullen kunnen maken. De tijden zyn veranderd en wij met hen. Aan al deze dingen kunnen we ons niet meer ont trekken. Dhr Buteyn ontkende dat aan rechts concessies zyn gedaan. Hjj zou een verordening willen om Zondags nergens in onze gemeente wedstrijden toe te staan. De heer Sinke had daar tegen geen bezwaar, maar ten eerste staat dit niet op de agen da en ten tweede zou dat nooit de goedkeuring van G.S. of de Koninklijke bewilliging verwer ven. Het voorstel werd daarna met 8 tegen 2 st. aangenomen. Tegen de heren Buteyn en Koster. De heer Koppe stelde voor, nu dadelijk te besluiten, om het gebruik van het sportveld des Zondags te verbieden. De heer Dominicus zou daar ook Hemel vaartsdag, voor 11 uur 's mor gens, kerktijd, bij willen nemen. Het voorstelKoppe werd aan genomen met 7 tegen 3 st., t.w. de heren van Boven, Sandee en Pekaar. Bij de rondvraag informeerde de heer van Boven naar een nadere regeling der ligplaats in de Haven en naar de beschoei ing van de Haven. B. en W. zul len hieraan aandacht schenken. De voorzitter achtte het voor een goede gang van zaken ge wenst een havencommissie te benoemen, die B. en W. van advies kan dienen. In een vol gende vergadering komt dit nader aan de orde. Nadat by de rondvraag nog verschillende punten als de 5 toeslag gem. personeel, aanslui ting achteraf liggende boerderij en aan het electrisch net; meer dere subsidie voor de bewaar scholen en het aanstellen van een vaste straatmaker ter spra ke waren gebracht, werd de ver gadering gesloten. wm SCHIPPER. De heer J. Schipper, een man in wijde kring bekend en ge- eerd, om zijn arbeid op sociaal gebied, is wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd heengegaan als tweede- voorzitter van het Chr. Nat. Vakverbond. Schipper is een van de typi sche figuren, die in de Chr. vak beweging als gevolg van hun noeste arbeid en hun ongewone capaciteiten naar voren zijn ge komen. Hij is één van de mannen, die voor een groot deel zelf hun weg hebben moeten zoeken. In zijn jongere jaren heeft hij met vaste hand leiding gegeven aan de Christelijke Typografische Bond, in een tijd toen er aan de practische en theoretische voor lichting nog zeer veel ontbrak. Hij was een schipper aan wie de boot van de vakbeweging met gerustheid kon worden toe vertrouwd. Omdat hij het vaarwater kende en onder alle omstandig heden, ook als er sociale stor men opstaken, de goede koers wist te houden. En hij kon dat doen, omdat hij een betrouwbaar compas had: het Woord van God. Zulke schippers hebben w$ ook voor de toekomst, en niet alleen op het sociale terrein nodig. Mannen, die het vaarwater kennen en die varen op het ene goede compas. Financiële tegemoetkoming bepleit. De laatste maanden heeft 't vraagstuk van de Immigratie ln Canadese regerlngs- en ander® belanghebbende kringen ln het middelpunt van de belangstelling gestaan. De regering heeft do kwestie belangryk genoeg geacht om een nieuw speciaal federaal departement van immigratie en burgerschap ln het leven te roe pen. Men is op het ogenblik enigs zins bezorgd over een verminde ring van de immigratie in Cana da. Het vorig jaar bedroeg het aantal immigranten in totaal iets meer dan 90.000 tegenover 125.000 per jaar enkele jaren geleden. De pens heeft niet nagelaten te wyzen op de noodzaak de immi gratie uit Nederland en andere landen aan te moedigen. De „Montreal Gazette" bij voorbeeld heeft opgemerkt, dat de voor toe lating in aanmerking komende immigranten (voornamelijk boe ren) uit Nederland zich nog voor grotere restricties geplaatst zien, doordat de Canadese regering de toewijzing aan immigranten tot 100 dollar heeft beperkt. Desondanks, aldus het blad, zjjn ongeveer 20.000 Nederlanders sinds de oorlog naar Canada ver trokken, waar zij een succesryke en welkome aanvulling van de bevolking werden. Het vorig jaar werd de bewe ging van nieuwe Nederlandse ko lonisten behoorlijk gehandhaafd tussen 7.000 en 7.500 per jaar. Het blad ziet echter aanwijzin gen, dat dit jaar het aantal zal dalen tot circa 6.000, aanzienlijk beneden het beoogde aantal van 10.000. De voornaamste belemmering voor de immigratie van Neder landse en andere kolonisten zou van financiële aard zijn. Het blad spreekt daarom de hoop uit, dat de federale of provinciale rege ringen of beide maatregelen kun nen uitwerken, waarbij voor schotten zouden kunnen worden verstrekt aan zelfstandige toe komstige immigranten om zich in Canada te vestigen, op onder pand van hun geblokkeerde be zittingen e.d. Nieuwe begroting van oorlog te verwachten. Op grond van noodzakelijke overwegingen heeft de minister van Oorlog ln overleg met zyn ambtgenoot van Financiën op dracht gegeven om met de groot ste spoed een geheel herziene be groting 1950 voor te bereiden. Het ls te verwachten, dat deze behoudens wel zeer onvoor ziene omstandigheden ln d® loop van de maand Februari 1950 gereed zal komen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1950 | | pagina 2