vezspiigeen watei Op 1 Augustus 1299 werd Wolfert van Borssele te Delft vermoord. Liever veertig kilometer over de Veluwe dan vijf kilo meter over een smalspoor. Goederentrein ontspoord en gedeelte lijk verbrand. Hjj was de eigenlijke heerser in Holland en Zeeland. EDNA EARL Zeenwse Wandelingen De tweede dag is de zwaarste dag. Het Nederlands Beheers instituut. Vervaaritik gekraak wekte SS£'wt,End*,S,S inwoners uit hun slaap. I ter plaatse. Arts reilde vier mensen uil Noordiiollandskanaal. De ramp van de „Franeker". i Brieven van een! Emigrant FEUILLETON Ónze- Uve+tsstandaacd. Schele hoofdpijn x."AKKERTJE Politiek bij de pannekoek. Zaterdag 30 Juli 1949 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 (Door A. Nijman, Marine-correspondent.) 't Is nog donker als we de volgende morgen ontwaken. En in 't donker pak je je spullen In, kauw je haastig wat droge kakie's die je weg spoelt met 'n mok kampongwater. Rugzak om, helm op, strootje in je mond en daar ga je weer. „De 2e dag is altijd de zw aarste", zeggen de jongens die 't weten kunnen. En ze hebben vallen, de bergen rondom zijn nog gelijk, 't Terrein wordt er trouwens ook niet gemakkelijker op. 't Is heuvelland en 't smalle paadje loopt midden door de kampongs. Met andere woorden: blubber, 't Wordt klimmen, dalen en bagge ren. Da's allemaal nog wel te doen. Maar dan komt een gedeelte, dat compagnie „Y" zich nog lang zal heugen. Dat stuk „deceau- ville-spoor". 't Is ook op deze avond, dat vloot- predikant Stoppelaar, die de hele tocht heeft meegelopen, een avondsluiting houdt. Alles komt er bij zitten: Pro testanten en Katholieken en zij die „nergens-an-doen". Dominee spreekt over de plaats van de godsdienst in het militaire leven en het durven uitkomen voor je geloof. De schemering is al ge- Een spoorbaan door 't djatibos, waarover 't hout wordt vervoerd.' „Aha" denken we de eerste 10 meter, „harde grond onder de voe ten. Da's zo". Maar na 50 meter hebben we er al schoon genoeg van en na 100 meter voelen we, dat we gek beginnen te worden. Tureluurs van 't overwippen van biels op biels, die soms slechts een onderlinge tussenruimte hebben van nauwelijks 20 cm., duizelig van de grond die je onder je door ziet schuiven. Maar we moeten, 't kan niet andérs, want aan beide zijden van de ra.ls staat het water twee voet hoog. Na 3 kilometer wordt de trip even onderbroken, 't Is te gek. Maar de rust duurt niet lang. Verder moeten we, als maar verder. En weer dezelfde lijdensweg. Bielsen, steeds maar bielsen. Eén struikelt er. Met een klap slaat-ie voorover. Maar ge lukkig geen brokken. Mopperend krabbelt-ie overeind en huppelt verder. Nee, je kunt beter 40 kilo meter over de Veluwe lopen dan 5 kilometer hier over zo'n smal spoor. Maar aan alles komt een eind. Er staat een grote kampong rechts van de weg. En hoopjes klapperbomen er omheen. 't Moet voor de heer des huizes anders wel een vreemd gezicht zijn geweest, al die mariniers, die als een blok z'n woning komen binnenvallen, op stoelen, baleh- baleh's, op de vloer,' niet meer in staat om „pap" te zeggen. Er wordt koffie gezet en men draagt klappers aan; langzaam komen we weer bij. Ruim l',2 uur rusten we uit, voor we aan de laatste paar kilo meters beginnen, die ons nog van het bivak scheiden. Daar ontmoeten we ook onze compagnie „W". Willem, die ge lijk met ons uit Padangan was vertrokken, maar die 'n andere weg had genomen. Maar wij moe ten verder. Wij willen bivak zoe ken, klamboe spannen,, rust heb ben. 't Is nog een taai endje dat laatste, maar eindelijk dan toch belanden we in een kampong, waar we de nacht zullen door brengen. De 2e en zwaarste dag zit er op. Verder. De derde dag doen we 't rustig aan. We vertrekken vroeg en leg gen nauwelijks 10 kilometer af. Om 11 uur liggen we alweer in bivak. Enhier kunnen trucks komen, wat tevens wil zeggen: Een vette hap vanmiddag. Baboe's worden opgescharreld om de was te doen. Er zijn Chi nezen, waar je nasi kan schaften en de eieren kosten 15 cent. Kort- Jaarverslag 1948 verschenen. Het Nederlandse Beheersinsti tuut is gedurende het afgelopen jaar gekomen tot een sterk gera tionaliseerde formatie van zijn apparaat. Op verschillende be langrijke gebieden is de liquidatie van het vermogensbeheer reeds tot stand gebracht, aldus het zo juist verschenen verslag van de werkzaamheden van genoemd Instituut in 1948. Het aantal onder beheer staan de vermogens daalde in de ver slagperiode belangrijk. Het be heer over 35.211 vermogens in eigen beheer en over 3612 ver mogens in vreemd beheer werd opgeheven. Bovendien werden 2444 vermogens vreemd beheer overgenomen in eigen beheer. De omstandigheid dat aan het Nederlandse Beheersinstituut de bevoegdheid werd verleend, ver mogens beneden f 5000.zelf standig op te heffen, is van grote invloed geweest op het versnelde tempo der opheffingen. Ook de liquidatie van het vijan delijk vermogen vorderde gestadig per ultimo 1948 waren door de bureaux van vertegenwoordigin gen 1153 vermogens volledig geli quideerd. Bovendien waren per genoemde datum nog 332 bedrij ven tot een bedrag van plus minas f 35.000.000 verkocht. ONZE VIJFDAAGSE II en slot om we nemen het ervan deze dag. Wij komen bij en hebben rust. Dan, de 4e dag komen we in de djatibossen. Bergachtig terrein. Maar waar bos is, is ook schaduw, j hoorlijk maar flauw te onderscheiden. Honderden kikkers in de sawah's hebben hun eentonig nachtlied in gezet. Zacht ruist de wind door 't bamboe-doerie. En dan klinkt plotseling een couplet van ons volkslied. Zwaar bassen de stem men van jonge Hollanders door de Indische avondstilte: „Mijn schild ende betrouwen, zijt Gij, o God, Mijn Heer De laatste 6 kilometer. 't Heeft geregend, de afgelopen nacht. Zware bonken klei onder je schoenen, gladde bodem, blub- I berwegenEn dat is nog niet alles. Er moeten nog even een paar „heuveltjes" genomen wor den, zo van 60 graden; een kwar tier om 10 meter te stijgen, 3 se conden om alles weer ongedaan te maken. Tja, 't kost nog een be- druppeltje zweet, die En dat scheelt veel. Achttien kilo- j laatste 6 kilometer, meter tippelen we vandaag en we Maar we zijn net paarden, die lopen ze met plezier, ondanks 't de stal ruiken. Op de grote weg zware terrein, ondanks het ruwe gekomen zetten we er nog even de pad over die rotsbodem. Eigenlijk spurt in en post Mantroe weet voor we het zelf weten, hebben niet wat ze ziet, als compagnie we de afstand afgelegd.-Klamboe's „IJsco" daar model komt aanmar- worden weer gespannen en gretig cheren, onder het zingen van: happen we weer in de kaakjes. „Zie ginds komt de stoomboot". Het blussen van de brand nam Gisterochtend te 3.50 uur is, in geruime tijd in beslag. In de bran- cle omgeving van het station Ede- dende wagons, die van Tsjechische Y\ ageningen, een goederentrein en Hongaarse origine waren, be- van zestig wagons, getrokken j vond zich een lading lompen en door een electrische locomotief,1 oud papier, op de lijn UtrechtArnhem ont spoord en in brand gevlogen. De omwonenden werden opgeschrikt door een vervaarlijk gekraak en een aanhoudend gerommel, dat deed denken aan een losbarstend onweer. Zal de E.C.A. de verstrekking van de aankoopmachtigingen moeten staken? Functionarissen van de E.C.A. verklaarden gisteren, dat de ver strekking van aankoopmachtigin gen waarschijnlijk Zondag a.s. na middernacht zal moeten worden gestaakt, tenzij de Senaat de E.C.A.-begroting voor 1949/50 goedkeurt, of het Congres het verlenen van een nieuw overbrug gingsvoorschot toestaat. Op het ogenblik schijnt het twij felachtig, of de Senaat, die het begrotingsontwerp tot herover weging aan de begrotingscommis sie heeft teruggezonden, dit ont werp tijdig genoeg zal terugont vangen om nog voor Zondag een beslissing te kunen nemen. Stoffelijke overschotten van Amerikaanse journalisten te New York aangekomen. Donderdagochtend vroeg heeft een op het vliegveld van Idlewild geland speciaal K.L.M.-vliegtuig de urnen aangebracht, waarin zich de as bevindt van de gecre meerde stoffelijke overschotten van tien bü de ramp van de „Franeker" te Bombay omgeko men Amerikaanse journalisten. Nadat het vliegtuig met zijn droeve last tot stilstand was ge komen, werden eerst verscheidene grote bloemstukken uitgeladen. Vervolgens werd de omfloerste kist, waarin zich de tien urnen bevonden, eerbiedig uit het toestel gedragen. De kist werd overge dragen aan de vertegenwoordigers van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, dat voor doorzending van de urnen aan de familieleden der overledenen zal zorg dragen. Weet U dat met de toeslag van de „VERGEET-HEN-NIET"- POSTZEGELS getracht wordt leed te verzachten? Hier en in Indonesië. Koop daarom NU „VERGEET- HEN-NIET"-POSTZEGELS voor al Uw post. ,1 In de late avond van Woensdag »rote verkeLsweg te WagStagen'is een uit 'l Zand afkomstiSe luxe was de 24stfwagL van dSe goefe" aut0 aa" de ?yksWeS AUtmaar- 6 Den Helder tegen een langs de weg geparekerde personenwagen rentrein waarvan aangenomen wordt, dat een der assen is ge broken uit de rails gelopen, gereden en vervolgens in het ter ,i„plaatse zeer diepe Noordhollands- kanaal verdwenen. Even tevoren trLn in en over^r schoof waren hier een ™t°rrüder terwijl een vijftal wagons in brand geraakte. De locomotief was intussen, met de eerste 23 wagons, nog een zes tigtal meters doorgereden en gevolge van het springen van een band tegen de grond gesmakt, waarbij medische hulp noodzake lijk bleek. Dr Verheul uit 't Zand, kwam vervolgens tot stilstand, w£J?f omdat de stroom weeviel i verzorSen. beSaf zlch met de land" Het mag als een gSeluk worden ^Mefzeer veTmo^ slaag" wagens waLfn zkh zestig ton tende" da °"d^ wa*r benzine bevond, werd verbroken. De ravage op de lijn is groot. Het bovennet is gedeeltelijk ver nield en het treinverkeer onder vond vertraging in beide richtin gen. Men hoopt spoedig het ver keer over enkel spoor te kunnen hervatten. De dienst van tractie uit Arn- verdwenen auto, de bestuurder Doenens uit 't Zand en drie vrou welijke familieleden, op de wal te brengen, waar zij werden over genomen door de chauffeur van een ziekenwagen uit Schagen, die voor het motorongeval was ge waarschuwd. (Ingez. mededeling, advert.) Door de verrekijker VI. Door langdurige droogte watervoorraden^, beperkt! DE DIRECTIES DER WATERLEIDINGBEDRIJVEN OP WALCHEREN NIEUW ZEELAND. Er zijn hier geen paarden op de boerderij. Wel een tractor om op het land te werken. Met de vrachtwagen brengen we de melk naar de kaasfabriek, niet zo heel ver hier vandaan, en dan is er ook nog een luxe auto. We hebben twee dagen ge maaid bij een zwager van de baas, hier een paar mijl vandaan. Eén dag bruine klaver en één dag erwten. De klaver was goed, maar de erwten waren het niet. Ze waren niet slecht, maar ston den te dun. De andere Hollander werkt hier in de buurt. Samen zijn we naar het stadje geweest op een marktdag. In de winkels vroeg iedereen of wij Hollanders wa ren. Het had in de krant gestaan. Ze weten goed, dat Abel Tasman dit land naar het oude Zeeland noemde, toen hij het ontdekte. Op de markt kostten de biggen vijftien tot twintig gulden, en de lopers waren zowat vijf en ze ventig gulden. Grote varkens hebben ze, geloof ik, hier niet. Ik zag er tenminste niet één. Alles is voor export. De baas laat me maar zo'n beetje doen en draagt mij zelden wat op. Waarschijnlijk wil hij me even tijd geven om me in te werken. Van de week heb ik een nieuw mesje in het maaimachinemcs gezet en het hele mes geslepen op een electrisch voortbewogen j steen. Ook zette ik een nieuwe plank in de vrachtwagen. Wat bij ons de smid en de timmer man doen, doe je hier zoo'n beetje zélf. „Aanpassen" weet je nog? Soms krab je je wel eens achter je oor, maar „Luctor et Emergo" heb ik eens ergens zien staan. Gisteren moest ik kool planten in de tuin. Ik vroeg, hoe ver ze van elkaar moesten. „Doe het maar op zijn Hol lands", zei de baas, „dan groeien ze misschien beter dan bij ons." Over die tuin zelf vertel ik je een andere keer wat. Naar het Amerikaans door BESSY KIVING 91) o— Zij trok haar hand uit zijn arm, toen zij bij de oranjerie waren en zei haastig met een verlegen blik op Edna: „Ik ben bang, dat ik je on verantwoordelijk lang heb la ten wachten, maar meneer Mur ray had zoveel mooie dingen om mij te laten zien dat ik hele maal vergat, dat wij je hier al leen hadden achtergelaten." „Ik geloof, dat je moeder zal denken, dat ik met je ben weg gelopen. En daar ik een af spraak heb, moet ik je nu groe ten en je hier in de hoede van meneer Murray achterlaten, of nu dadelijk met je naar het huis teruggaan." Edna's stem was vast en kalm en toen zij het Franse blad te ruggaf aan Norman, zag zij hem vol in het gelaat. „Heb je het al gelezen", vroeg hij, haar met een van zijn scher pe onderzoekende blikken aan ziende. „Neen, ik heb het niet eens opengevouwen, daar ik mij niet interesseer voor de Europese politiek. Gertrude, wil je mee gaan of hier blijven?" I „Meneer Murray stak zijn hand uit en nam die van Ger trude in de zijne. „Vaarwel tot morgen. En ver-, geet uw belofte niet." Hij wendde zich om en ging in de richting van de stallen. Zwijgend liep Edna op het- huis toe tot plotseling Gertru-j de's zachte vingers de hare om-| sloten. „Edna, ik hoop, dat je niet boos op mij bent. Geloof je wer kelijk, dat het verkeerd van mij is om met meneer Murray te praten en zoveel van hem te houden?" „Gertrude, je moet zelf oor delen over de al of niet behoor-! lykheid van je gedrag. Ik zal! mij niet aanmatigen je te ra-i den; maar het feit, dat je niet' bereid bent je eigen moeder te vertellen, wat je doet, moest je waarschuwen goed toe te zien op je hart. Als een meisje bang is haar moeder te vertrouwen, zou ik denken, dat er wel oor zaak voor ongerustheid is." Zij waren tot aan het huis gekomen en mevrouw Powell kwam hen tegemoet. „Waar zijn jullie beiden toch zolang geweest? Ik heb een half uur op je gewacht. Edna, kom ons eens opzoeken. Het is erg saai in de pastorie en jouw be zoeken worden zeer op prijs ge steld. Ze vrolijken ons op. Kom, Gertrude". Toen Gertrude haar vriendin kuste, fluisterde zij: „Wees niet boos op mij, lieve. Ik zal denken aan wat je gezegd hebt en nog vanavond met mama er over spreken." Edna zag moeder en dochter i de lange oprijlaan afgaan en daarop ging zij vlug naar bo-[ ven, zette haar hoed op en liep snel het park door in een tegen overgestelde richting. Ongeveer anderhalve mijl van Le Bocage, op een kronkelend' en weinig begaan pad, dat leid-1 de naar een zaagmolen, stond een klein houten huisje met slechts twee kamers. Het voor-] tuintje was verwaarloosd en voli onkruid en het hekje hing! scheef in zijn roestige hengsels.] Edna liep de vervallen stoep op en zonder stil te staan om te kloppen, ging zij een van de ka rig gemeubileerde kamers bin nen. Op een krib in een hoek lag een man op leeftijd, in het laat ste stadium van tuberculose en aan zijn zijde, druk bezig te breien, zat een kind van onge- veer tien jaar oud, welks lief, bleek gelaat die roerende uit drukking van geduld en lijd zaamheid droeg, zo eigen aan blinden. Hulda Reed had nooit het licht gezien, maar een won derlijke verandering kwam op haar gelaat, toen zij Edna's lichte voetstap en haar zachte, heldere stem hoorde. „Hulda, hoe gaat het met je vader vandaag?" „Niet zo goed als gisteren, maar hij slaapt nu en zal wel wat beter zijn, als hij wakker wordt." „Is de dokter hier geweest vandaag?" „Nee, hij is hier sedert Zater dag niet geweest." Edna stond een ogenblik te kijken naar de zware, moeilijke ademhaling van de slaper en haar hand op Huida's hoofd leg gende, fluisterde zij: „Wil je graag, dat ik je van avond wat voorlees Het is laat, maar ik zal nog wel de tijd hebben voor een paar verzen? Hij wordt er niet wakker van." Het kind stond op, spreidde haar handen uit en tastte 'de weg door de kamer naar een klein tafeltje, waarvan zij een oude Bijbel nam. De twee meis jes gingen samen bij het raam op het Westen zitten en Edna vroeg: „Is er een bizonder hoofdstuk, dat je graag zou willen horen?" „Lees als 't u blieft van de blinde Bartimeüs, die aan de weg zat" op Jezus te wachten." Edna zocht dat gedeelte op en las het op gedempte toon voor. In vurige belangstelling zonk Hulda neer op haar knieën, liet haar magere han den rusten op Edna's schoot en hief haar lief gelaat met zijn grote, lege, droevige bruine ogen naar haar op. (Wordt vervolgd.) VOOR DE ZONDAG Want ook Christus heeft zichzelven niet behaagd. Rom. 15 3a. Verschillend wordt er ge sproken over onze Christen plichten in deze tijd, maar eenstemmigheid moet er zijn over het beginsel van ons christelijk leven. Voor hen die zich bewust naar Jezus Chris tus noemen, is er voor hun christenstand in deze wereld maar één standaard. Zij weten, dat hun leven gestandaardi seerd moet worden om ande ren van de waarde van het Chr. beginsel te kunnen over tuigen. Het definitieve beginsel is en blijjt de Christus, Die was, Die is en Die komen zal. Wee de Christen, die bij het spreken over zijn plichten dit beginsel vergeet of verwaarloost. Het indrukwekkende en het be vrijdende van Christus' optre den op aarde lag voor Zijn tijdgenoten hierin, dat Hij Zichzelven niet heeft behaagd, niet zijn eigen welzijn heeft gezocht" (vert. Brouwer). Je zus Christus is voor de wereld, voor Zijn gemeente, voor de gelovige geworden, wat Hij ge worden is, door niet zichzelf te zoeken. Onze samenleving en helaas vaak pok ons kerkelijk leven, wordt telkens weer bedreigd, bevlekt en geschonden, door dat mensen liefdeloos zichzelf behagen en in het zien en ver vullen van hun plichten alleen met eigen gevoel rekenen. In Christus leven was niet het gevoel de beslissende factor, maar de wil des Vaders tot heil pan anderen. De Evange liebladen berichtten ons hoe Hij anderen hielp en daarin de Vader wilde eren. Zo leidde Zijn weg naar Gethsemané en Golgotha, maar Zijn schijnbare nederlaag werd de grootste overwinning. Wij moeten ons leven weer gaan richten naar deze stan daard, dan zullen genezende krachten gaan werken in onze zieke samenlevingDan kun nen wij niet meer tevreden zijn met een minimum-Chris tendom. Lezer, hebt gij op menig terrein deze standaard losge laten? Heeft de grote Calvijn niet gezegd, dat de hoofdsom van het christelijk leven de verloochening van onszelf is? Wie zich noemt naar Calvijn, houde zich daaraan! Wie zich noemt naar Jezus Christus, wijke daarvan nooit af! Ge- doopten, gelovigen! Wij zijn des Heeren. Wij zj niet van onszelf en moeten daarom ons zelf en het onze kunnen ver geten om onze vreugde te vin den in Hem en de Zijnen. Pro beert uw oude leven van zelf zucht niet kunstmatig bij te werken en te fatsoeneren. Breekt daarmee radicaal en ziet op uw enige standaard: Jezus Christus de Gekruisigde en Verrezene. Anderen zullen zich aan u oriënteren, zodra gij u geed hebt georiënteerd. Niet zichzelven behagen, dan werken ook nu nog de verzoe nende, bevrijdende en herstel-. lende krachten tot eer van Hem, Wiens eigendom gij zijt. Goes. J. KARELSE. De invlieger van de Havïlland Cy., kapitein John Cunningham, heeft een proefvlucht gemaakt met het eerste Engelse ver keersvliegtuig met straalaandrijving, de De Havilland Cornet (D.H. 106). Het vliegtuig, dat in het geheim werd gebouwd, heeft naar achter lopende vleugels en bereikt een snelheid van 800 km. per uur. Het biedt accomodatie aan 36 passagiers. Ver wacht wordt, dat er in 1952 met zestien van deze toestellen zal worden gevolgen op de landen van het Britse Gemenebest. De D.H. 106 op het vliegveld Hatfield te zamen met het dwergtoestel D.H. 108, dat een snelheid kan ontwikkelen, die groter is dan het geluid. (Ingez. mededeling, advert.) Ergens in de eenzame streek ten Noorden van Oldenzaal is een uitspanning, die bekend is om de lekkere pannekoeken, die er wor den opgediend. Dezer dagen, zo vertelt het Alg. Handelsblad, kreeg deze ultspeo ning bezoek van een vriendelijke, gebrilde heer, die verklaarde, dat hij eens van de specialiteit van de zaak wilde genieten. Een geani meerd gesprek ontstond, waarbij de eigenaar vertelde, dat één ding hem in de politiek slecht aan stond, nl. de maatregelen van minister Lleftlnck. En hij liet zich over deze bewindsman in niet al te vleiende woo «den uit. De gebrilde heer bleef vriende lijk, hij roemde de spekpanne- koeken en zelde toen hij vertrok: „Als u eens in moeilijkheden mocht komen, kunt u wel bij m(j terecht. Ik ben minister Lleftlnck zelf!" De zangver. „Nieuw Leven" te Stavenlsse maakte haar jaarlijks uitstapje naar Leuven, Brussel en Antwerpen en de knapenver. „Samuël" trok naar Wester- Schouwen. Maandag 1 Augustus a.s. zal het juist 650 jaar geleden zijn, dat Wolfert van Borssele, heer van Veere, te Delft door een volks- menigte werd vermoord. Het geslacht van Borssele was één der voornaamste adellijke ge slachten uit Zeeland en tevens één van de oudste. Volgens de legende had een zekere Luitpold (of Lip- pold) de Zeeuwse eilanden en j schorren zó goed tegen de Noor- j mannen verdedigd, dat hij door Lodewijk de Vrome (838) werd beloond met de schenking van| enige goederen, o.a. Borssele en het hele eiland Zuid-Beveland „met de weiden, wildernissen en wateren daarin gelegen". Deze man zou dan de stamvader zijn van het geslacht van Borssele. Heren van Veere. Vele eeuwen later vinden we verschillende takken van deze fa milie, zoals Borssele van Veere, van Brigdamme, van Kortgene, van Maartensdijk. De Heren van Borssele van (der) Vere waren ongetwijfeld de meest bekende en machtigste edellieden gedurende enkele honderden jaren. Zij resi deerden op hun prachtig kasteel Sandenburg, even ten Westen van Veere gelegen; door mijnsHeren- poorte voerde een met hoge en statige eiken beschaduwde weg erheen. Er is niets meer van over; een stuk land met nogal stenen er in heette in de volksmond altijd „het kasteel", het was de plaats waar eens het oude kasteel stond. Toen in 1944 de dijk bij Veere stuk ge bombardeerd werd en Walcheren onder water liep, zijn hier enkele diepe kreken ontstaan, waarvan er een juist zijn weg nam door dit stuk land en de fundamenten van Sandenburg bloot woelde; enkele steenbrokken van dit bouwwerk uit het verleden zijn nu een armzalige herinnering van wat eens én der mooiste kastelen van ons land was De Wolfert, over wie'wij thans schrijven, was één der edelen uit dit geslacht. Volgens sommige ge schiedschrijvers was hij de eerste Heer van Veere, anderen noemen zijn vader de eerste Heer. Door hem of zijn vader is het kasteel gebouwd. Beatrix van Holland, de gemalin van Floris V, die deze schenking bekrachtigt. En al is nu een on- versterfelijk leen practisch bijna hetzelfde als vrij eigendom, deze handelwijze wekt Wolferts toorn op en met nog een dertigtal an dere Zeeuwse edelen zweert hij trouw aan de graaf van Vlaande ren, Hollands oude erfvijand. Deze doet een inval in Zeeland, maar de tocht verloopt slecht voor hen. En omdat Floris V de Zeeuwse edelen niet best missen kan, ver- LXXXVII. Geen vriend van Floris V. Hij leefde in de tijd van Floris V, de bekende graaf, die door de edelen vermoord werd. Deze Flo ris heeft veel gedaan voor de wel- vaart van het land en de bloei der steden, maar aan sommige edelen ontnam hij hun bezittingen, waar na zij deze weer in leen konden terugkrijgen. Dat was één der grieven van zijn moordenaars, maar ook Wolfert van Borssele werd op dezelfde manier behan deld. We lezen dat hij en zijn vrouw Sybille (Sibilië) hun goe- deren te Veere en Zanddijk in on- versterfelijk leen ontvangen van' zoent hij zich met Wolfert en ver geeft hem zijn ontrouw. Of deze verzoening van de kant van Wol fert oprecht gemeend was, is de vraag, want er wordt wel be weerd, dat deze ook de hand had in de moord, die in 1296 aan het leven van Floris V een eind maakte. Heerser over de jonge graaf Jan. Nu zal diens zoontje Jan I re geren, een zwak en ziekelijk jon getje van nog nauwelijks 12 jaar oud. Hij is op 't ogenblik in En geland bij zijn verloofde, Elisabeth de dochter van de Engelse koning. Dat verloven en trouwen ging toen bij de vorsten tenminste een beetje anders dan tegen woordig. Zo was vanaf Jans ge boorte al beslist, dat hij met Eli sabeth zou trouwen, wat ook in 129? is gebeurd, Jan I was toen pas 12 jaar geworden! En nu wordt het de dag voor Wolfert van Borssele, de eer zuchtige edeleman uit Veere. Hij zal er wel voor zorgen, dat hij dit zwakke graafje onder zijn macnt krijgt, en dit is hem wonderwel gelukt. Graaf Jan van Avennes (Hene gouwen), de neef van de nieuwe graaf Jan 1, biedt aan, zijn nog minderjarige neef te heipen, hij wil er desnoods wel voor in Hol-1 land blijven. Maar zo'n dwars- kijker kan Wolfert niet gebruiken eri hij geeft hem zo'n onvriende lijk antwoord, dat de Henegouw se graaf naar zijn eigen land freict, Upgeruimd staat netjes, zal Woltert gedacht hebben. Daarom verbant hjj de edellieden Dirk van Brederode en Jan van Renesse, heer van Moermont, uit vrees, dat ze te veel invloed op de jonge I graai zullen krijgen. En om de glorie van zijn eigen geslacht te verhogen trouwt hij na de dood van Sybille met Catha- rina van Teylingen, de schone we duwe van Heer Albert van Voor- ne, terwijl zijn dochter trouwt met een jonkheer van Voorne en de familie van Voorne is een voornaam geslacht! Edellieden, die hem een sta-in- de-weg waren, werden dus opge ruimd, de kleine graaf, een kind nog, was na zijn terugkomst uit Engeland volkomen aan Wolfert overgeleverd en vertoefde ook meestal te Veere. En dan behaal de hij nog een paar overwinningen op de oproerige West-Friezen en op de bisschop van Utrecht. Wol fert van Borssele was eigenlijk de heerser in Holland en Zeeland, al was de onbetekenende Jan I het in naam. Einde van zijn macht. 't Zijn sterke benen, die de weelde van macht en heerschappij kunnen dragen. Echter niet sterk genoeg voor heer Wolfert van Borssele. Hij kreeg ook de steden, door Floris V in vele opzichten bevoordeeld, tegen zich en dat is zijn ondergang geworden. Het be gon in Dordrecht, waar de eens gegeven privilegiën werden ge schonden, waar zijn handlanger baljuw Aloud de burgers in hun rechten te kort 'deed, waar men ook uit handelsoverwegingen niet Zeeuwsgezind was. Na een vergeefs beleg vertrekt hij naar Den Haag, waar graaf Jan zich op dat ogenblik bevindt. Hij voelt zich daar echter niet veilig en wil naar Veere terug. Bang dat iemand anders invloed zal krijgen op de graaf, voert hij hem mee en vlucht uit Den Haag; om een ach tervolging te doen mislukken laat hij alle bruggen achter zich af breken. Zo bereikt hij Vlaardin- gen en gaat op een schip om van daar naar Zeeland te zeilen. Te genwind houdt hem echter tegen en het verzamelde volk, dat van de vlucht en de gravenroof ge hoord heeft, bemant andere sche pen ,ze halen hem in en brengen hem naar Vlaardingen terug. De graaf wordt naar Den Haag te ruggebracht, maar Wolfert wordt op liet Stenenhuis te Delft gevan gengezet. Het tierende volk eist zijn uitlevering, ook enkele edelen zijn van de partij, onder de kreet: „Levert de verrader uit, anders steken we de gevangenis in brand". En als hieraan tenslotte wordt voldaan, grijpen bloed gierige handen hem beet en en kele ogenblikken later ligt er „een onherkenbaar bloedig menselijk overblijfsel" op de straat. Zijn om genade smekende vrouw kan de ruwe dood niet verhinderen. Van zijn eerste vrouw had hij 5 zoons en 2 dochters, zijn oudste zoon Wolfert II volgt hem op als Heer van Veere. Drie maanden later sterft de altijd sukkelende graaf Jan I kin derloos en nu komt diens neef Jan van Henegouwen opnieuw naar Holland om hier als Jan II te regeren. Eieren aanzienlijk goedkoper? Op de algemene ledenverga dering van de Vereniging van boerderijen en pluimveefokbe- drijven, die te Apeldoorn is ge houden, heeft de inspecteur van Landbouw, ir J. C. Tukker, ge zegd te verwachten, dat de eier- prijs binnen veertien dagen aanzienlijk zal dalen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1949 | | pagina 3