Uit mijn klas.
De rekening die
niet klopte
O
BLOEMEN IN HUIS.
|:i
■■iiliillll..
't Schaapje zoekt de herder.
Vrijdag Juli 1949
"T ZEEUWSCH WE^® IV LZ
Pagina 2
door do richting welke de re
dactie persoonlijk is toegedaan.
Het is een onjuiste voorstelling
wanneer men zegt: een dagblad
kan neutraal zijn. Neutraliteit is
een onding. Niemand en niets
is neutraal. Ook wie welbewust
neutraal wil zijn, heeft daardoor
reeds positiiy gekozen. Ieder
dagblad gaat dan ook van be
paalde principes uit. Zelfs een
advertentieblad, dat niet anders
dan advertenties zou geven heeft
principieel te kiezen. Want ook
daar blijft er een persoonlijke
verantwoordelijkheid voor de
inhoud. Een advertentieblad
uitgever, die naast advertenties
van religieuze verenigingen, 'ook
advertenties van bioscopen, die
bovendien nog op Zondag open
zijn, rustig in één blad afdrukt,
kan juist door die houding zeg
gen willen: zie je wel hoe neu
traal ik ben! Maar juist door die
houding openbaart hy een geest
van welbewust positie-kiezen
tegen de eis van Gods wet: gij
zult uw naasten liefhebben als
uzelve. Zijn „neutraliteit" wordt
beheerst door de Kains vraag:
ben ik mijn broeders hoeder?,
een geestesgesteldheid, die in
Gods Woord scherp veroordeeld
wordt. Wie onder Israël door zijn
zorgeloosheid of achteloosheid
iemands dood veroorzaakte, werd
zelf met de doodstraf bedreigd.
En waar de Here het zo nauw
nam met de lichamelijke zorg
voor de naaste, zou Hij het dan
met nauw nemen met de geeste
lijke zorg voor onze naaste? Hij
zal streng toezien, of door onze
onverschilligheid, of zogenaam
de „neutraliteits-idee" we niet
een der „kleinen ergeren", d.w.z.
aanleiding worden van diens val
in zonde. Wanneer dat door
ónze drukinkt, óns papier en door
ónze pers plaats heeft, kunnen
we in het gericht ons zelve niet
dekken door de opmerking: ik
was niet verantwoordelijk voor
de advertenties, want ge hebt ze
de wereld ingestuurd en ge zijt
er voor betaald geworden. Deze
dingen luisteren zéér nauw. En
dat geldt over de gehele linie
van de pers. En behalve dat we
verantwoordelijk gesteld wordén
als uitgevers en redactie naar
de negatieve zijde, zodat we
onze naasten geen geestelijk
kwaad mogen berokkenen of
hem in zonde doen vallen, zijn
we evenzeer aansprakelijk naar
de positieve zijde: we hebben
het voordeel des naasten te be
vorderen en te betrachten. Dat
geldt zéker voor het geestelijke
wapen, dat de pers is. Reeds de
begeerte .ïaar neutraliteit is
zonde. Er moet bij ons de har
telijke begeerte zijn om ook
door middel van ue pers God
te dienen, inderdaad onze lezers
te laten zien, hoé GOD de
wereld regeert, d.w.z. alle ge
beurlijkheden in raadskamers
van wereldraad, volksvertegen
woordiging, van provincie en
gemeente, onder liet zoeklicht
van Gods Woord te plaatsen.
De Bijbel leert ons, dat heel
het wereldgebeuren wordt be
heerst door de titanische wor
steling tussen Geest cn bdest,
welk beeld symbolisch getoond
wordt in Openbaringen 12. Van
uit dit standpunt hebben wij de
wereld en haar historie te bezien
en te beschrijven. En dat dient
ook de redactie van het dagblad
te doen, wanneer zij prijs stelt
op de naam van „Christen", dat
is gezalfde.
Deze dingen luisteren erg
nauw en zij mogen in onze tijd
wel eens opnieuw gezegd wor
den, want het lijkt soms wel
also! men het niet meer weet
of er aan twijfelt.
En wanneer nog de mogelijk
heid bestaat, dat deze christe
lijke pers bij ons in het gezin
gebracht wordt, hebben we daar
voor dankbaar te zijn. Want dat
is een unicum op de «gehele
wereld. Er is geen land, in de
-hele wereld niet, waar de mo
gelijkheid van een"' eigen chris
telijke pers nog bestaat. In
Nederland kan het nog, nü nog
tenminste. En dat is van grote
waardij, speciaal als we opgroei
ende kinderen hebben, wier
ontvankelijk hart zo heel licht
de bij de natuur en het mense
lijk vlees aansluitende voorspie
geling van wereldlijke genoe
gens, in zich opneemt.
We hebben geschreven over
de waardering van het boek en
we hebben in één adem er bij
genomen de waardering van de
pers, die we in huis toelaten.
Ais ouders hebben we hier een
dure roeping.
Mogen we deze verstaan, want
van de vervulling er van hangt
meer af dan de meesten wel
vermoeden.
ZateAdag
Je hebt als huisvrouw zo je
bepaalde kijk op de dagen dei-
week.
De Zondag is natuurlijk fa
voriet, bij de meesten wei, ver
moed ik. Bij mij in ieder geval.
Van de jeugd af al. We leefden
altijd naar de Zondag toe, die
dag was het centrum in ons
leven. Er werd met het werk,
met de zorg voor het eten, ja
met alles op gerekend, dat de
Zondag een feestdag en een rust
dag beide was. Die dagert waren
zo, dat ik vanzelfsprekend
trachtte dat zelfde in eigen ge
zin voort te zetten.
Maar na de Zondag komt de
Maandag
Niet bepaald de meest geliefde
dag in ons huisvrouwenleven.
We zwijgen er maar in liefde
over.
En dan de andere dagen. De
één houdt eens een kalme dag
op Dinsdag, een ander schikt
het zo op Woensdag. Daarover
denken we meestal verschillend.
Doch de Vrijdag staat bij ons
meestal in een kwade reuk. Dié
dag is dan ook dikwijls „zwaar
beiast". Doch daarnade Za
terdag!
Daar wordt óók vaak kwaad
van gesproken, maar ik houd
van de Zaterdag. Er zit altijd
iets avontuurlijks in. Je begint
je dag met je huishoudelijk
program, maar toch weet je
nooit wat je te gebeuren staat.
Eerst is je werk al anders dan
op de overige dagen. Het is ge
lukkig, dat mannen geen „vrou-
wenhockje" lezen, anders kregen
we niet veel vleiends te horen,
dat komt omdat ze onze „vak-
taai" niet begrijpen, want als je
zegt, dat je op Zaterdagmorgen
eigenlijk geen „werk" hebt, cn
tóch, dat je het razend druk
hebt, dan klinkt dit voor on-
ingewijden als acadabra. Maar
enfin, ons kent ons en wy be
grijpen het best. Het échte werk
deden we Donderdags en Vrij
dags, maar Zaterdagmorgen
draaf je het hele huis nog eens
door met de stofdoek en de stof
zuiger zoemt overal eventjes en
daar tussendoor gaat het ge
regeld op een sukkeldrafje naar
de bel die 's Zaterdagsmorgens
soms een „carillon-uitvoering"
geeft. Dan heb je, dat spreekt,
de zorg voor het Zondagse eten.
Dat is natuurlijk vóór de Zon
dag zóveel mogelijk in kannen
en kruiken. Zondag moét hot een
feestmaal zijn en toch weinig
werk geven, dus Zaterdagse
voorzorgen.
Maar toch al deze dingen
geven het avontuur niet aan de
Zaterdag. Wij Nederlanders kij
ken altijd naar het weer, maar
des Zaterdags dubbel.. Je weet
hier immers nooit wat voor weer
we hebben zullen, cn de radio
voorspellingen moet je ook al
met een korreltje zout nemen.
Het weer nu bepaalt mee je
avontuur met de Zaterdag. Een
stralend zonnetje, mensen! dan
kan elke bel je voor een ver
rassing zetten. Een goede be
kende komt dan eens even
binnenwippen. Je weet dat al
uit ervaring. Maar daar de Za
terdag zijn diep ernstige ver
plichtingen heeft voor de komen
de Zondag, kun je niet stiekum
de hand lichten met je werk.
Dus des Zaterdagsmorgens neem
je geen risico, je bent matineuzer
dan anders, want het werk moet
klaar. Doch zo'n stralend zonne
tje kan je zelf of de andere
gezinsleden ook op een „pracni-
idee" brengen. Als we eens....
En wat je des morgens niet
gedacht hebt, de middag vind
je.... ja, waar dan ook, genie
tend van zomer, zon cn zee, of
van goede vrienden, die je zelf
op het dak bent komen vallen.
De zon schijnt echter niet alle
Zaterdagen, al zegt een oud
rijmpje: „Geen Zaterdag zo
kwaad of de zon schijnt vroeg
of laat". Neen er zijn Zaterdagen
met loodgrijze luchten en vin
nige windvlagen. Dan weet je
dat je het thuis moet zoeken.
Wie vindt dat nu erg?
Op Zaterdagmiddag is je werk
klaar, endaar heb je weer
zo'n huishoudelijke vakterm, we
hebben nog werk genoeg, dat
je gezellig en rustig kunt doen,
zodat de Zaterdagse sfeer, die
wijst naar de Zondag, dat dié
sfeer niet wordt verstoord.
Sn dan de Zaterdagavond! We
gunnen ons een uurtje vacantie
met een boek, soms één uurtje
maar, en we hebben het idee
van een hele vacantiedag.
Dat zijn de „kansen" van de
Zaterdag. Ik houd er van. Het
avontuur blijft toch altijd lok
ken ook al ben je een door
gewinterde huisvrouw geworden.
Het gevai Van Dijk
Ik heb „het geval Van Dijk"
(ge weet nog wei, de man cue
zes weken te voïen al iets over
het rapport van Willem wiide
weten) eens een weekje laten
overwinteren. Die twee diep te
leurgestelde gezichten zaten me
te dwars, dan dat ik er zo direct
over kon schrijven. Nu zal ik
het alles vertellen, misschien
lucht het me op. Natuurlijk ben
ik des avonds naar de Van Dij
ken toegegaan. Breero zegt: ,,'t
Kan verkeren", dat ondervond
ik die avond ook. Ik zal maar
openhartig bekennen, dat ik niet
bepaald stralend gehumeurd
w.as. Deze bekentenis is waar
schijnlijk een tegenvaller, want
van cent „schooljuf" ver
wacht men nu eenmaal, dat de
thermometer van het humeur
permanent op zonnig staat. Nu
dan, u weet het dus: ik was
wat men noemt „kregelig". Ik
moest er op uit, en had geen
tijd, want het werk was niet zo
gevlot. Willempje leren! 't Kan
verkeren, ook met Willem, maar
ik zie er weinig heil in. Dwaze
mensen, foeterde ik voor me
zelf. Gelukkig was ik juist voor
de woning van de Van Dijken,
zo bleef mijn ontstemming bin
nen de perken.
Huize Van Dijk is van buiten
en van binnen, precies zo als er
twaalf in een dozijn gaan: van
die heel kleine middenstands
huisjes. Wims moeder heette me
zo trouwhartig en hartelijk wel
kom en bedankte me zo oprecht
voor de moeite, die ik nam, dat
ikneen, ik doe geen ver
dere bekentenissen meer, maar
ik zat ai in het gemakkelijkste
stoeltje, met een pas gezet kopje
thee voor me, met een koekje
er bij. Vader Van Dijk stak ge
lijk van wal. Ik zag zijn hele
leven aan mij voorbij gaan. Hij
Ghs Uact v&ckacd.
Het verbaasde ieder, die hen
leende uitermate, dat De Kik en
zijn vrouw onder dc deelnemers
van het kleine vacantiereisje
naar Valkenburg, aanwezig wa
ren. De Kik, die naar ieder ver
telde, minstens drie 'ton rijk
was, maar nooit één cent voor
persoonlijke genóegens' of ont
spanning had over gehad, wiens
leven tot heden bestaan had uit
bijeen schrapen en centjes tel
len, die nog nooit een dubbeltje
had uitgegeven om een speldje
van het Roode Kruis te kopen
die door iedereen voorbij ge
lopen werd, wanneer er met een
lijst langs dc deur gegaan werd
voor een tochtje van de Ouden
van Dagen, of voor het invali
den-wagentje dat Dirk Mossel
man nodig had. nadat hij van
een styger gevallen was cn zyn
ruggegraat gebroken had.
De Kik en zijn vrouw onder
iet reisgezelschap, dat met een
■ouring-car een tochtje van drie
lagen zou maken naar Valken-
ourg. Welke macht was in staat
geweest nu zijn hermetisch ge
sloten beurs open te breken?
Optimisten zagen in dit wolk-
ie als eens mans hand het
schuchtere begin van een ver-
aetering des levens en waren
reeds hoopvol gestemd voor de
koekomst, terwijl Jan Geuchies
rich in stilte al voornam, om de
eerstvolgende keer, wanneer hij
weer met een lijst oVer de
Knollendijk zou baggeren, dc
grote hoeve van De Kik zeker
niet over te slaan.
We hadden mooi weer op onze
tocht. De bus zat wel een beetje
erg vol, maar de stemming zat
er in en dan kun je wat warmte
en nauw zitten verdragen.
Volgens het program zouden
wc in één keer de tocht naar
Valkenburg doen, daar twee
dagen vertoeven en dan weer
terug naar huis en, als wc het
program bekeken was het inder
daad bewonderenswaardig wat
we allemaal voor onze 20 gul
dentjes te zien en te genieten
kregen.
Twintig gulden, dat wil zeg
gen, dat De Kik voor hem en
zijn vrouw veertig gulden had
moeten uitleggen. Ik vroeg me
af hoeveel slapeloze 'nachten
het hem gekost moest hebben,
voor en aleer hij zijn besluit
definitief genomen had.
Ze zaten voor in de bus, vlak
achter de chauffeur, zij naast
het raampje en hij aan de bin
nenzijde naast het pad en je
kon zien, dat ze zichtbaar ge
noten er lag een permanente
glimlach als gekristalliseerd op
hun verweerd gelaat en ze had
den het druk met het elkander
wijzen op wat zij, bezienswaardig
vonden. Blijkbaar vonden ze
geen reden om te kniezen over
het kapitale bedrag, dat hun dit
genoegenwel kostte. Het leek
allemaal op eeri bekering van de
zonde tot de deugd....
De andere deelnemers stootten
elkander wel eens steelsgewijze
aan, wezen met blikken van
verstandhouding en een veel
zeggende hoofdknik op het echt
paar, dat bewijs gaf, tot ieders
verbazing, nog in staat te wezen
óók van iets anders te kunnen
genieten dan van centjes-tellen
en couponnetjes knippen.
De reis langs de mooie Bra
bantse vennen was inderdaad
een genot. Zon overgoten straal
de het landschap en de diaman
ten flikkering van het zilver-
vloeiend zonlicht over de pein
zende plassen met als passende
achtergrónd de dromende den
nenbossen in hun tere blauwe
waden, deemoed-zwaar in dc
verzonken schoonheid van dit
donkere land, waren symboliek
voor dit volk van heide en zand,
dat, naast het klater geluk van
kinderlijke pret, de stugge hard
heid en somberheid kende om
een wankel armoe-bestaan.
Een paar keer stopte onze bus
om een glaasje ranja ie drinken
en gebruik te maken van het
meegenomen lunch-pakket, want
de afspraak was: we gaan om
te genieten van liet natuur
schoon en niet om overdadig te
schranzen in dure hotels, één
van de overwegende argumen
ten, ongetwijfeld, waardoor het
echtpaar De Kik zich had laten
verleiden tot hun roekeloze uit
gave van veertig gulden.
Oók De Kik betaalde de
glaasjes ranja voor zijn vrouw
en zichzelf en er kon, naar ik
observeerde zelfs een fooitje af
voor de kellner, denkelijk het
eerste fooitje, dat hij zijn leven
lang had uitgelegd.
In de namiddag golfden we
Limburg binnen, het diepgekor-
ven land, met z'n glooiende val
leien, vol afwisseling van bos
en hei en akkerbouw, z'n om
hoog spitsende kerktorentjes en
lage daken als ordeloos, gelijk de
figuurtjes uit een bouwdoos,
neergezaaid tussen de rijk ge
varieerde tinten van het don
kerste olijfgroen der statige cy-
pressen tot het, met papaver?
roodgespikkelde-zon-doortinte
smaragdgroen van 'het levens-
blij-wuivende graan.
Tot we het Geuldal ingleden
en ieder, die voor 't 'eerst dit on-
nederlandse landschap zag, stil
verbaasd rondkeek.
En ook De Kik en zijn vrouw
schudden het hoofd over zóveel
ongekende schoonheid. Zijn éne
been rustte dwars in het smalle
gangpad en al maar door wreef
zijn skelet-vormige hand over
zijn knie, blijkbaar 'een gebaar,
dat uiting gaf aan zijn tevreden
stemming.
We maakten nog een korte
avondwandeling door het pen-
sionaehtige dorp, met z'n serres,
bergstokken en would-be-touris-
ten, die uitdagend, soms lande
rig en verveeld, maar altijd
béte en blasé hun schilferige,
zonverbrande gezichten een uit
drukking van „wat-kom-ik-hier-
doen?" poogden te geven.
Ik sliep heerlijk die nacht in
het bordpapieren-schotjes-hotel
letje, waar het toeval het echt
paar De Kik een kamertje naast
het mijne had aangewezen. Ik
hoorde hen nog laat mompelen,
haar hoog stemmetje steeds vra
gend ge-intoneerd en da'arop
zijn brommerige basstem een
beetje knorrend antwoord ge
vend. Waar ze het over hadden
hoorde ik niet, en het interes
seerde mij ook geen sylabe,
waarom ik hen liet knorren en
zelf diep de slaap vatte.
Dc stemming aan het ontbijt
was in ons gezelschap perfect,
die volgende morgen. We waren
allen vol verwachting wat ons
de dag, die in badend zonnegoud
was open gebloed, zou bieden.
Alleen bij het echtpaar De Kik
was de ware stemming zoek. De
brede glimlach, die de vorige
dag om hun mond en ogen gc-
stolten had gelegen, was verdwe
nen en diepe zorgenrimpels trok
ken groeven bij de neuswortel
van De Kik, terwijl zijn vrouw
hem telkens verscholen cn zor
gelijk aankeek, met het ingehou
den gebaar van troostend haar
hand over de zijne te willen
strijken, een gebaar, dat slechts
werd ingehouden vanwege het
talrijke getuigen-publiek, dat
moeite deed niet te zien wat
ieder blijkbaar njaar al te goed
zag: de bewolkfè lucht op het
voorhoofd van De Kik.
Het echtpaar at niet veel en
direct na het be-eindigen van
het ontbijt haalde De Kik een
oud frommelig notitieboekje uit
zijn binnenzak, peuterde een
stompje potlood uit een van zijn
vestzakken en bevochtigde dit
tussen zyn verdorde lippen.
Daarop ging hij aan het reke
nen, hoofdschuddend, mompe
lend en zuchtend. Hij was zó
verdiept in zijn arithmetische
kunstbewerkingen, dat hij het
sein tot vertrek niet eens op
merkte en zijn vrouw hem moest
aanstoten, om hem opmerkzaam
te maken op het feit, dat het
program van de dag een aan
vang had genomen. Daarop stop
te hij met tegenzin het boekje
in zijn zak, borg het potlood
stompje in zijn vest en op een,
voor ons onverstaanbare vraag
van zijn wederhelft schudde hy
Vrijdag 8 Juli 1949
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 3
had zich „opgewerkt". Hy was
nu bediende op een kantoor. Zo
graag had hij dominee willen
worden, doch dat was totaal on
mogelijk geweest. Maar zijn
jongen, dié zou de kansen krij
gen, welke hy gemist had.
„We willen er wel zuinig voor
aan doen, is 't niet, moeder?"
Willempjes moeder zei maar
één woord: „natuurlijk". Maar
daarin lag een wereld van over
tuiging.
„Kijk juffrouw, de meisjes,
(die waren nog jonger dan Wil
lem) „die mogen ook wel wat
worden, maar Willem....."
Daar zat ik nu, ik pijnigde
mijn hersens af, maar kon geen
zweem van hoop geven. Willem
was middelmatig, sloom, met
een zacht karakter.
Daar zaten die twee mensen
voor me, in gespannen verwach
ting en ik moest wat zeggen.
Van Dijk drong nog eens aan.
„Ja, juffrouw, het is misschien
nog wel wat vroeg, maar als
hij kan leren, dan beginnen we
nu al met sparen. Elke cent die
we missen kunnen zullen we er
voor wegleggen".
Ja, 't staat er goed.
Niet als in het Bijbelverhaal,
de herder, die het schaapje zoekt.
Nee, 't is hier, 't schaapje zoekt
de herder!
Hoe?
Luistert U maar!
In het register van de Burger
lijke Stand cn het Doopboek ener
Zeeuwse Kerk, stond ze inge
schreven als Jasperiena van
't Hof. Dat stond ook op 't bandje,
dal om „De Vriend van Oud en
Jong" zat en die elke Vrijdag
trouw door de post bezorgd werd.
Maar zó kende het dorp haar
niet!
In de volksmond heette ze
Priene en had er niets anders op
't bandje gestaan, dan zou de
postbode het toch op het bestem
de adres bezorgd hebben.
De publieke opinie placht er een
minder goed getuigenis over haar
te geven.
Haar levensvreugde werd onder
mijnd door twee boze machten.
wrevelig het hoofd.
Er klopte blijkbaar iets niet.
We tourden door de mooie
omgeving van het Geuldal, be
zochten grotten, wandelden door
het dierenpark, stoeiden als
jonge kinderen, zongen vader
landse liederen, kiekten elkan
der tegen schilderachtige achter
gronden, kochten glimmende
prentbriefkaarten, snoepten ijs
jes, die langs onze vingers dro
pen cn gedroegen ons als lam
metjes in de wei.
Met uitzondering van het echt
paar De Kik.
We waren hen in onze dartele
zelfzucht helemaal vergeten, tot
dat ik ze op een ogenblik be
trapte, in hun zelfverkozen iso
lement: beiden, tegen een hel
ling gezeten, plat in het gras, hij
met zijn rode zakdoek het be
zwete gelaat vegend en zij met
de handpalmen plat op de grond
in gepeins verzonken naar de
horizont starend, beiden gebukt
onder een ondoorgrondelijk leed.
Ik ging er op af. Deze mensen
behoorden tot onze kring en we
hadden de plicht hen er in te
houden.
„Wel, De Kik, amuseer je je
nogal?" vroeg ik, een beetje
schijnheilig, want ik zag drom
mels goed, dat ze zich helemaal
niet amuseerden. Maar, hoe moet
je anders zo'n gesprek begin
nen?
Maar ook De Kik deed een
beetje onwaarachtig, want hij
antwoordde: „Dat gaat nog al,
het is hier wel wat bizonders,
niet?"
Daar stond ik met m'n goeie
gedrag. Hoe nu verder?
„Misschien een beetje moe,
van het ongewone?" vroeg ik.
Nog zweeg ik en zocht de da
gen langs. Neen, ik wist niets
van Willempje te vertellen. Alles
was zo hopeloos gewoon en mid
delmatig. Wat moest ik hier te
leurstellen en verwachtingen
vernietigen. Voor me steeds die
twee trouwhartige, wachtende
gezichten. Ik wilde wel vluch
ten. Toen heb ik heel voorzich
tig, maar ook heel positief ge
zegd, wat ik dacht van Willem,
zoals ik het nu zag. Het moest
om Willem een jarenlange mar
teling te besparen en óók om te
voorkomen, dat een nodeloos
offer werd gebracht door die
twee mensjes. Wat is dat moei
lijk een anders fdeaal te breken!
In de stille avond ben ik naar
huis gegaan. Vervlogen was
mijn wrevel en spot. Er was al
leen' maar verdriet.
Op school heb ik dagenlang
Willempje geobserveerd, met
gespannen aandacht. Wat zou ik
graag bekend hebben, dat ik me
vergist had. Hel kan nog ver
anderen, dat blijft altijd moge
lijk, doch ik geef weinig kans.
Zó is het geen plezier om
gelijk te krijgenR. T.
En dat waren haar welbespraakt
heid en slordigheid.
Het eerste was zij zich welbe
wust.
Bij een „spraakwaterval" zou
ze, wat radheid betrof, beslist de
eerste prijs kunnen verwerven,
mits zij zich bij het onderwerp
hield, maar dat was niet zeker.
„Nooit geen moordkuil van je
hart maken" was haar devies.
En wat haar slordigheid betrof,
waarop ze meermalen „in vriend
schap" werd gewezen „als je
praat, kan je niet gelijk de boel
schoon houden". Ze wou 't wel we
ten, dat ze niet zo „siekeneurig"
was op alles. Wat tot gevolg had,
dat de buren oordeelden:
„Als Priene op haar manier
schoonmaakt, laat ze alles in hoe
ken en kanten zitten en ze maakt
met haar voeten vuil, wat ze met
haar handen heeft schoonge
maakt".
Vandaar dat ze nooit op veel
bezoek mocht bogen.
„Dat gaat nog al, je mot reke
nen, het is iets bizonders, niet?"
was het wederwoord.
Ik keek hem een beetje achter
dochtig aan. Hield hij me voor
de gek, of hoe zat het? Daarop
wendde ik me tot zijn vrouw.
Misschien was zij openhartiger.
En ik zou ze recht op de man
af vragen wat ik wilde weten.
„Mij dunkt, vrouw De Kik,
jullie hadden het gister beter
naar de zin dan vandaag. Er kan
bij jullie geen lachje meer af.
Toch geen zorgen? Geld verlo
ren of zo iets? Zeg het maar,
dan zullen we je zien te hel
pen?"
Ze keek vragend naar haar
man, ais wilde ze zijn toestem
ming hebben voor de biecht.
Hij trok z'n hoekige schouders
een beetje op en zweeg. Waar
op ze vertelde: „Ja, we zitten
een beetje te tobben, want zie
je, de rekening klopt niet hele
maal".
„Welke rekening?" vroeg ik
verbaasd. Ze hadden een ge
zicht alsof De Kik bericht ont
vangen had, dat zijn Bank niet
meer uitbetaalde, of dat een
van zijn debiteuren op de fles
gegaan was.
„Nou de rekening van giste
ren niet, zie je", ging ze op een
lijzige toon verder.
„De rekening van gisteren?"
herhaalde ik.
„Ja, m'n man heit de geweun-
te om altoos alle uitgave op te
schrieve en dan te zieje, of het
klopt met wat ie in z'n zak ge-
stoke heit. En nou kloppc de
eiefers van gistere niet hele
maal cn dat bonne we niet ge-
weun."
Ik was opgelucht, een gróót
„Ben ik hier terecht bij juf
frouw van 't Hof?"
„O, daar hebben we warempel
onze nieuwe dominó! Kom binnen,
kom binnen!"
Een minuut later zat deze in de
kamer.
Hij keek eens rond. 't Zag er
onfris uit. Het hout verveloos, 't
behang vol vlekken en overal ge
scheurd.
„De ruiten worden ook niet elke
week gezeemd", concludeerde hij.
„Hier zal ik niet veel komen".
Maar hy wachtte zich er voor,
dit uit te spreken.
Eerst het terrein verkennen!
„En dominé wil zeker wol wat
gebruiken? 'k Zal eens een lek
ker bakje thee zetten. U moet
maar geen juffrouw tegen me spe
len hoor! Zog maar gerust Priene,
dat heb ik het liefst".
„U bent niet getrouwd, hé? Dat
heb ik van m'n ouderling ge
hoord".
Dat klopt, dominé, oen man is
me niet opgelegd, ik ben maar 'n
staande vrouw alleen. Muar die
hebben net zo goed behoefte aan
dominé's bezoek als getrouwden".
„Natuurlijk", haastte dc dominé
zich te antwoorden. „Als 't ware
nog meer".
„Mooi dominé, dat je er zó over
denkt. Ik hoor iiel al, wc zitten
samen op één stoel en dal is ge
makkelijk praten".
„Ieder heeft zijn eigen leven.
De één dit, de ander dat. U hebt
nu bijvoorbeeld geen zorgen om
kindoren op te voeden".
„Nee, dat niet. Dominé heeft
twee kinderen, hè? Nou, dat is
niet veel. En nooit meer gehad
Enfin, toch genoeg, om te weten
wat er in de wereld te koop is".
Haar gewoonte was, om, over
zichzelf uitgepraat zijnde, over
anderen te beginnen.
En na een kwartier wist, de her
der meer van zijn kudde, dan in de
twee maanden, dat hy op het dorp
woonde.
H»
„Nou buurvrouw, nou zal je
nooit raden, wie vanmiddag bij me
op „versiete" geweest is."
„Hoe kan ik dat nou weten, ais
ik in m'n keuken aan het wassen
ben? Misschien wel één van je
broers of zusters".
„Een broer of een zuster van
me", zei Priene met 'n beetje min
achting in haar stem. „Ben je mal
meid, denk je, dat ik daarvoor
m'n mooie theepot uit de spinde
zou halen. Nou dacht ik, dat je
wijzer was".
verlies kon er dus niet te be
treuren zijn.
„Maar üat kan in elk geval
dan toch geen gróót bedrag
wezen?" vroeg ik.
Toen kwam Dé Kik zelf in
actie.
„Dat doet er niks toe, of hel
veul of weinig is, de rekening
mot kioppe, zeg ik altoos, dat
is een principe van me. As ik
dat niet had biegehouwe had ik
niet ltennc weze wat ik noc ben."
„Maar laat je vacantie-rcisje
daar nu toch niet door bederve"
moedigde ik ze aan.
„Er valt niks te bederve, de
rekening mot kioppe", zei hij
grimmig en koppig.
„Dan maar zoeken, net zolang
tot je het lek gevonden hebt",
zei ik en keerde hen de rug
toe.
De dag ging snei voorbij en
ook de volgende. Het waren
twee mooie dagen geweest. Al
maar zon uit een stralend blau
we .hemelkoepel, en met een ge
zelschap, waar de goede stem
ming er in zat. Op het echtpaar
De Kik na. Ze sukkelden wat
mee, .hielden zich wat afzijdig.
Soms zat hij met zijn notitie
boekje en potloodstompje voor
zich en krabbelde zich in de wei
nige haren, die hem nog rest
ten. Ook de volgende avond was
er veel gestommel en geknor in
het slaaphokje naast het mijne.
Het had allemaal niets gehol
pen, de rekening klopte niet en
scheen ook nimmer meer te wil
len kloppen.
Bijna het gehele gezelschap
had zich, ieder op zijn beurt,
even met het in zorgen gedom
pelde echtpaar bemoeid. Ook de
leider van ons gezelschap deed
„Nou misschien «vol de burge
meester", giste buurvrouw, die
het veilig vond maar van bovenaf
te beginnen. Dan kon zo altijd nog
dalen
„Mis meld, maar je bent er bij
na! 'k Heb do nieuwe dominé op
„versiete" gehad en hij heeft daar
zo gemoedereerd in jouw stoel ge
zeten, alsof hij er alle dagen in
zal".
,,'t Zul je overkomen, Priene".
„Nou, eerst was ik een beet je
van m'n „alteratieven" af, maar
daar was ik gauw overheen, hoor.
Hij is een hole poos gebleven en
zal nog wel eens terugkomen".
„En wat denk je van de dominé,
Priene? Jij kan er nu over oor
delen".
„Nee, wat denk jij ervan?"
poogde Priene te ontwijken.
„Nou, als ik m'n hart uitspre
ken moet, geloof ik, dat we hel
nogal gepakt hebben".
,,'k Hoop liet'k hoop het! Maar
op dc stoel is hij mij een beetje te
geleerd".
„Och meid, wat geeft dat nou,
dat je niet alles mee naar huis
kan nemen. Je moet maar denken,
op de Sabbath mag je geen last
de poort uitdragen. Dat staat dui
delijk in de Schrift. Daarom laat
ik wat me van de preek niet be
valt en ik niet begrijp, stilletjes
in dc Kerk!"
Een half jaar later is buur
vrouw weer op visite.
„En Priene, zo informeert ze:
Is dominé na die ene keer nog wel
eens op „versiete" geweest?"
„Voor zover ik weet niet" be
leed ze gul, „Hij kan natuurlijk
wel aan de deur geweest zijn, dat
ik niet (huis was. De. man zal
niet veel tijd hcjjben".
„Dat moet je niet zeggen,
Priene. Hij komt: hier toch dik
wijls genoeg langs".
„Kijk eens hier, buurvrouw, je
weet mijn deur staal voor ieder
een open! Die er niet in wil ko
men, blijft maar buiten. „Graag
of niet" zei ze geprikkeld.
,,'k Vind het toch maar raar
Priene" hield ze aan. „Bij van
Dammc en bij Blok loopt ie de
deur plat en dat zijn toch ook
geen kerkcraads-leden. Dat noem
ik onderscheid maken! Je moet
hem eens aanspreken, wat eraan
scheelt".
„Dat kan je begrijpen! Ik zal
hem nog achteraan lopen ook",
en terwijl ze op haar hoofd wees:
„Dan zou je wel denken, dat ik
hot hier mankeerde
zijn plicht om De Kik en lijn
vrouw van hun veertig gulden
tjes toch nog wal te laten ge
nieten. Niets hielp. De rekening
van de eerste dag klopte niet.
Er was geld zoek, dat niet ver
antwoord kon worden. Dat was
in zijn leven nog niet gebeurd.
Op de weg terug zaten ze op
hun oude plokje, vlak achter de
man, die het stuur hield. Maar
hun gezichten waren één wolk
van kommer en zorg. Weer rustic
zijn éne been in het gangpad,
maar zijn knokelige vingers stre
kken nu niet welgemoed en ver
genoegd de magere knie; zijn
hakige vingers waren kramp
achtig geklemd om zijn knie
schijf.... Dc rekening klopte
niet.
Rustig zoemde de bus door de
Limburgse dreven en langs de
Brabantse straatweg huistoe. De
gezichten in de bus waren rood-
gebrand en het éne 'lied na het
andere jubelde door de open
raampjes. De stemming was nog
altijd goed, ondanks het echt
paar Dc Kik,
Toen kwamen we aan onze
laatste stopplaats, waar we nog
iets drinken zouden enwie
wilde, gebruik kon maken van
een zekere gelegenheid, waar
nooit vacantie van te nemen is.
Het echtpaar De Kik besloot
maar in de bus te blijven. Ze
zaten daar goed en al wat je
buiten de bus slapte, kostte je
maar weer geld. Maar toen her
innerde vrouw De Kik zich, dat de
tocht nog enkele uren duren zou
en die gelegenheid, zie je....
„Nou, as 'tniet anders ken, ga
je ook maar", meesmuilde De
Kik. Zijn vrouw; klom voorzich
tig dc wagen uit en zocht dc
Hoewel zo liet niet wilde erken
nen. zat liet haar toch hoog, dat
dominé haar huis voorbij liep.
Ze voelde, daiir zat wat lussen.
Inwendig wond zij zicli op, al
hield ze zicli tegenover buurvrouw
goed.
Ze peinsdeze peinsde
Daar schoot haar een gedachte
te binnen.
Ja. dat zou ze doen!
Als dót niet hielpnou ja,
dan was alles verloren!
Dan kon dominé geen aanspraak
meer maken op de naam.herder...!
Dominé kwam voorbij.
Priene zag het.
Ze wist, dat deze straks, op
z'n terugweg, weer moest pas
seren.
Haar kans was gekomen.
Ze schoof het raam op, zette er
een sloel voor en betrok de wacht,
Na een half uur zag ze dc her
der aankomen.
Spoedig was hij ter hoogte van
Prienc's woning.
Deze legde haar hoofd op het
vensterkozijn en 't klonk:
„Blè! Blö! Blè!"
't Schuapgeluid trof dominé's
oor.
Hij stond stil en keelt naur de
kant vanwaar liet geluid klonk.
En zag Priene
„Blè, Blè" klonk het doordrin
gend, „dominé, hier woont
Blè, Blèook een schaapje
Blèvan je kudde
Een minuut later zul dc herder
weer „gemoedereerd" in Priene's
stoel.
Zelf krabbelde ze vlug haar
mooie theepot uit de spinde
't Schaapje had de horder ge
vonden.... A. M. W.
DE FUCHSIA.
Hij kan toch zo lustig zijn. Zo
bloeit hij en zo liggen alle bloe
men er af. Hoe komt dat? Bij
voorbeeld door verplaatsen, de
plant omkeren, sterke tempera
tuurswisseling. Ja, daar moet U
even moe uitkijken. Maar ais U
dat doet, Wordt Uw moeite ruim
schoots beloond, want ze kunnen
geweldig rijk bloeien. Tegenwoor
dig zijn er heel mooie soorten van,
vooral in de violette tinten. We
beginnen met stekkeri. Dat doet
U van een oude plant, die in het
toiletgclegcnheid, waar ze een
poosje schuil ging.
Het gezelschap had reeds weer
plaat.- genomen in de bus en
eindelijk kwam ook vrouw De
Kik weer te voorschijn. Maar zij
was een ander mens. Stralend,
armen zwaaiend en juichend
draafde ze met dwaze dans
pasjes op de bus en op haar man
toe.
„Ik heb het gevonden!"
schreeuwde ze al van verre. „Ik
heb het gevonden, de rekening
klopt.
Stom verbaasd luisterden we
allen wat dc oplossing wezen
zou.
Hijgend pufte ze naast haar
man neer. Zelfs de man aan het
stuur vergat te starten, zó be
nieuwd was hij, waar de fout
nu gezeten had.
„Ik heb, toen we hier op de
heenreis kwumme, ook geweest en
toen heb ik vijf ccnle voor de plé
motte geve, die hebbe wc vergete
op tc schrijve", hijgde ze.
„Zo, dan klopt hot zakie dus,"
zei haar man verlucht en begon
zijn knie tc wrijven.
De chauffeur startte. In de
bus zaten we stomvcrslagen el
kander aan te gapen. En toen
daverde plots een lachsalvo door
de wagen cn begonnen we het
echtpaar Dc Kik van alle kan
ten te feliciteren.
Maar Jan Geuchies, die naast
mij zat, schudde bedenkelijk het
hoofd en mompelde me in het
oor: „Ik zal ze toch maar weer
voorbij gaan as ik weer is met
dc licste rond mot in 'tdurp...."
lïiïï!
V'J
mwi
MMÏÏt
■:i
nnn
WW:
irnnni
ILUüi
np
irtniitli
lemn
iimijliimi'Pifijjmi
Ülrili!
IINii
teL
ïïïïïlï
Zl
mm
W]
mm
mn