De Nederlandse soldaat in Indonesië ver-
tegenwoordiger van zijn volk.
Wij hebben vele dingen gemeen.
Er is iets veranderd in West-Dnitsland
In Nederland moeten belangrijke be
slissingen genomen worden.
Tornado woedde
over Arkansas.
IN KALIOERANG LEIDDE MEN EEN
GOED LEVENTJE.
Uitslaande brand in Amsterdam.
Indonesië moet export
ontwikkelen.
MrJ.A. de Wilde 70 jaar
n„ u f j Het vertrek van <le Minister-President Dr W. Drees.
Sommigen zijn „veroosterd".
Nog altijd veel zorgen, maar er gloort een flauw licht.
£te cUw-om man de ïïlaniak
Woninginrichting prooi der vlammen.
Woensdag 5 Januari 1949
ZEEUWSCH DAGBLAD
AANKNOPINGSPUNTEN TUSSEN OOS.Y EN WEST. u.i up,
Pagina 2
Een Engelse dichter verklaarde al lang geleden, dat Oost en
West vreemde werelden vormden, die elkaar slechts zouden kunnen
verstaan wanneer ze gelijkwaardig tegenover elkander stonden.
In het licht van deze uitspraak is het bezoek gezien dat een Ne
derlands militair aan een Indonesische familie aflegt.
ders en Indonesiërs onder hun
verscheiden uiterlijk, in de grond
gemeen hebben. We merkten
kleine trekjes, die ook de Neder
landse burger, zü het op andere
wijze en op ander terrein, ken
merken. Er werd gecoquetteerd
met hoge relaties, de olichargie
en het -standverschil als iets van
zelfsprekends aanvaard, ondanks
de onmiskenbaar republikeinse
sympathieën was men erg trots
op een familielid, die een Neder
landse ridderorde voor 25-jarige
trouwe dienst in een hoge functie
had ontvangen, er werd gretig ge
praat en onderhoudend, maar
lichtvaardig, critiek op rassen en
mensen geleverd. Men was geestig
en charmant De vorstelijke hou
ding en gebaren, die wij Neder
landers ten enenmale missen ging
gepaard aan een nonchalance
voor het interieur, waarin een
Europese huisvrouw geen bezoek
zou durven ontvangen.
Adat.
We vroegen verduidelijking van
een legende, die wij gedeeltelijk
hadden gehoord. Even was het
stil in de kamer, de bewoners ke
ken elkaar verrast aan. We ble
ken een teer en moeilijk punt te
hebben aangeraakt De familie
was van oude adel en wij schenen
onbewust het kernverhaal van
hun adat te hebben aangeduid.
„Dit is iets wat jullie, Westerlin-
Het contact van onze militai
ren met de bevolking is vrij ge
ring. Er is slechts ran een sa
menkomen sprake bij geestelijke
of zakelijke aangelegenheden.
Uitgezonderd die enkele solda
ten, zoals er in elke compagnie
een of meer zijn, die geheel in
het leven van een kampong op
gaan, niets liever doen, dan in
een donker kamertje bij een
olielampje een vuurtje onder het
theeblik opstoken, wat praten,
roken en kijken.
De jongens hebben naam ge
maakt in een kampong, ze worden
beschouwd als de bewoners. Zo
leven tientallen oud-gedienden
van het K.N.I.L., ze zijn gelukkig
en worden geëerd in hun omge
ving. Zo zijn er ook van de K.L.
die „veroosterd" zijn.
Sommigen heeft de fatalisti
sche berusting, die de doorsnee
Westerling vreemd is, te pakken
gekregen. Zij hebben gevonden
wat de Oosterling dreigt te ver
liezen.
De moeder is universeel.
Het was voor ons een sensatie
voor het eerst minder oppervlak
kig kennis te maken met Westers
opgevoede Indonesiërs.
„Komt U binnen en gaat U zit
ten", was de ontvangst. „Steekt
U op. Wilt U koffie?" Dat was
om acht uur het begin van het
gesprek dat tot half twaalf voort
duurde. „Oost en West zullen el
kaar nimmer verstaan, tenzij zij
elkaar op gelijk niveau ontmoe
ten," is de klassiek geworden
Waarheid over het verkeer der
werelden. En er lagen veel aan
knopingspunten op het terrein
van ons bezoek. Aanknopingspun
ten, die de moeilijkheden in de
verhouding overtroffen.
Eerst ontdekten wij de Indo
nesische moeder in onze gast
vrouw. Zy is universeel by elk
volk.
„Ik ontvang jullie graag. Want
naar je leeftijd gerekend, kon je
myn zonen zijn en ik weet dus
wat een Nederlandse moeder
moet voelen." We zijn min of
meer erkentelijk belast met on-
derwijsbelangstelling. Ook daar
lag een aanknopingspunt. Reeds
lang voor de oorlog, haar dochter
en schoonzoon waren haar daar
in gevolgd, was de gastvrouw
Werkzaam geweest in het moeiza
me verheffen van 't ongeletterde
volk tot een geschoolde en zelf
bewuste gemeenschap.
Een streven, dat de bekroning
heeft gevonden in de koninklijke
rede van 1942 en zyn teleurstel
ling, aan beide kanten, in de ge
beurtenissen van de laatste jaren.
Belangstelling voor
Nederland en Nederlands.
Wij vertelden over werk, stu
die en leven in Nederland, over
de nieuwe literatuur.
„Wij zijn zo achter geraakt
met wat er in Nederland de laat
ste jaren is verschenen. Onze
eigen bibliotheek is door de
Jappen verwoest. Ons Neder
lands is verwaarloosd.
We werden aan tafel genodigd
om mee te eten. We aarzelden
beleefd. „Kijk eens, dat moet je
nog leren! Het is voor ons Indo
nesiërs een belediging als je wei
gert mee te eten."
Na de maaltijd waren we nau-
welyks van tafel opgestaan of er
werd cocosgebak voorgezet, ge
volgd door gebakken pisang en
alle mogelyke koekjes.
Camera Obscura.
Ruim drie uur hebben we zitten
praten. Over Nederland, Indone
sië, de wereld. Over gewoonten
van land en volk. Er was veel dat
we gemeen hadden, dat Nederlan-
gen, nooit zullen aanvoelen of be
grijpen. Je moet me dan ook be
loven het niet verder te vertellen,
wat ik je nu ga zeggen."
Pas na afloop van het verhaal
beseften we hoe duur onze haastig
gegeven belofte was geweest. Deze
eeuwenoude verhalencyclus houdt
verband met ook door Nederlan
ders geconstateerde onverklaar-
,bare verschynselen, die zich nu
ook nog voordoen. Maar wat wij
j in de Griekse, Germaanse en Kal-
tische literatuur beschouwen, dat
leeft hier in deze familie en in
een groot deel van de bevolking
ais bindende realiteit. Ondanks de
j Islam, ondanks de Westerse op-
I voeding.
De soldaat, vertegenwoor-
diger van Nederland.
De Nederlandse soldaat, niet
belast met bestaande vooroorde
len is in de ontmoeting van de
twee verre volken de vertegen
woordiger van het Nederlandse
volk. De goede en slechte eigen
schappen van ons volk /.ijn in hem
vertegenwoordigd, het is de eer
lijkste deputatie, die momenteel
mogelijk is. Moge in deze ontmoe
ting een basis worden gelegd voor
de samenwerking, waarheen beide
volken zich ontwikkelen.
De hoop, dat deze ondergrond
door persoonlijke kennismaking
zo hecht wordt, dat de politieke
geschillen er by in het niet zinken,
is niet door feiten gewettigd, er
naar te streven verdient aanbe
veling.
,Het is jammer," zei men by
ons afscheid," dat jullie zo weinig
contact krijgen met ons volk.
j Maar er is nog te veel, dat
scheidt".
(Van een onzer medewerkers)
Nog altijd ligt de doem van de oorlog over West-Duitsland. En
toch is het er anders dan drie jaren geleden. Anders zelf dan een
half jaar terug. Nóg liggen de steden in puin, nóg grijnzen overal
de grauwe ruines van huizen en kerken, maar toch er wordt
weer gewerkt en er glydt weer een glimlach over de vermoeide
gezichten van hen die het lachen verleerd hebben. O zeker, er zijn
nog zorgen genoeg spreek maar met de eerste de beste Duitser
die u ontmoet en li ij zal een hele waslijst van narigheden opsom
men, maar er gloort toch weer een flauw schimmetje licht aan
zijn horizon, die tot voor kort nog potdicht zat. Er zit weer een
pietsie perspectief in zijn leven.
Een zwerftocht door het land
aan de andere kant van onze oost
grens is overigens nog steeds niet
opwekkend. Vooral in dit sombe
re wintertij deprimeert hier alles
en de Nederlander is bljj toe als
hij de eigen grond weer onder de
voeten heeft. Dan is het, of hij in
een volslagen ander land komt,
waar ondanks alle nood die
ook hier nog heerst en alle wen
sen die er nog zijn het leven
toch goed is.
GEEN GRIMMIGE
HAKKEN KLAPPERS.
Het eerste wat opvalt als de
grenspaal omhoog gaat, is de ver
anderde mentaliteit van de dou
ane. Op drie verschillende plaat
sen controleerden de Duitsers on
ze papieren en even zo vaak mis
ten zy het militante, het snauwe
rige van vroeger (ook van vóór
1933!). Deze douaniers waar
van sommigen, waarschyniijk uit
textielgebrek, nog niet geünifor
meerd zijn blijken weer beleefd
zonder kruiperig te zijn, menselyk
en hebbelijk. Het hakkenklappen
schynen zy verleerd te zijn! En
hetzelfde verschijnsel doet zich
voor by de politiemannen in hun
sombere zwarte kledij, waarin zy
maar weinig meer gemeen heb
ben met de krijgshaftige gehelm
de Schupo's van voorheen. Zy val
len nu nauwelijks op in het stads
beeld en dat zal voor de Duitser,
met zyn ingeboren liefde voor
fraaie uniformen, wel een hard
gelag zijn!
Overigens ziet men uniformen
(of fragmenten ervan!) nog ge
noeg dragen, maardoor bur
gers. Oude groene tunieken, ver
sleten soldatenbroeken of vuile
„Wehrmacht"-overjassen zyn
kennelijk nog een kostbaar bezit
voor de Duitser. En vraag niet
hoeveel mannen en jongens nog
de typische, eens by ons zo gehate
soldatenpet-met-klep dragen!
Toch moet men niet menen, dat
de Duitsers in lompen gekleed
gaan. Integendeel, het trof ons
dat onze oosterburen en vooral
de vrouwen en meisjes er, wat
hun uiterlijk betreft, vrij behoor-
(lyk uitzien, al mist men de „chic"
luit betere tijden.
I
GOEDGEVULDE ETALAGES.
De etalages voor zover er
dan nog winkels in de steden zyn
te vinden! blijken weer behoor
lijk gevuld en hieruit vooral
spreekt de tegenstelling met een
half jaar geleden. Want vóór de
geldsanering van medio 1948 was
er practisch niets te koop, dan
alleen zwart of „van onder de
toonbank". Nu is dat radicaal
veranderd en kan men weer vrij
wel van alles kopen. Zelfs de win
kels met min of meer luxe arti
kelen hebben genoeg aan te bie
den en toch wordt er, ondanks
de grote behoefte aan vrijwel al
le dingen, weinig gekocht. Alles
is namelijk schreeuwend duur en
de mensen hebben geen geld.
Het oude is waardeloos geworden
en van het nieuwe krijgt men
door hard werken toch slechts
weinig. Een arbeider die 40 tot 50
mark per week verdient en b.v.
een paar nieuwe schoenen nodig
heeft, moet daar 25 a 35 mark
voor neertellen. En de rest is na
venant. „Echte" koffie - waar
iedere Duitser zo dol op is is
practisch onbetaalbaar (en daar
om een zeer gewild smokkel- en
Vlak voor zijn
vertrek, dat, zoals
bekend, uitgesteld
moest worden we
gens slechte weers
gesteldheid heeft
minister Drees in
het restaurant op
Schiphol voor pers,
radio en film een
verklaring afgelegd.
De minister-presi
dent te midden van
de andere leden van
het kabinet en auto
riteiten op Schiphol.
DR DREES BLIJFT NIET LANG WEG.
Op Zaterdag 8 Januari zullen
toy de vleeswaren- en conserven-
fabrieken van Anton Hunink te
Deventer, niet minder dan 45 em
ploye's, in verschillende functies
daar werkzaam, hun zilveren
dienstjubileum vieren.
Gisterochtend om
Drees naar Batavia
Voordien heeft hij op Schiphol
een verklaring afgelegd, waarin
hy zeide niet alleen naar Indone
sië te gaan. Mr Blom van het mi
nisterie van buitenlandse zaken
die belangrijke functies in Indone-,
sië heeft vervuld, en mr de Pont
van het ministerie van overzeese
gebiedsdelen zullen ook aan de
besprekingen deelnemen.
,Het ligt niet in mijn bedoeling
lang weg te blijven, omdat be
langrijke beslissingen in Neder
land genomen zuilen moeten wor
den, zodat ik zal trachten zo
spoedig mogelijk terug te komen,"
aldus dr Drees.
De minister-president - zeide,
dat het eerste doel van de reis is
in Batavia de gehele situatie on
der de huidige moeilijke omstan
digheden te bespreken. „In cri-
tieke ogenblikken tijdens de ont
wikkelingen in Indonesië hebben
we altyd getracht door persoon
lijk contact een goed begrip tus
sen Den Haag én Batavia te be
vorderen. Er gingen ministers
naar Batavia of de gouverneur-
generaal, De Hoge Vertegen
woordiger van de Kroon kwam
hierheen. Op dit ogenblik zou het
veel moeilijker zyn voor de Hoge
Vertegenwoordiger van de Kroon
om Indonesië te verlaten dan voor
mij Den Haag te verlaten."
Dr Drees zeide, dat naar zijn
8.28 is dr mening de belangrijkste doelen,
vertrokken, die voor ogen moeten worden ge
houden, zijn ten eerste de vorming
van een volledige Indonesische
interimregering, die waarlijk re
presentatief is voor heel Indone
sië en ten tweede de voorberei
ding voor de zo spoedig mogelyke
vorming van de Verenigde Staten
van Indonesië, waaraan we onze
souvereiniteit kunnen overdragen.
Hiertoe zullen vrye verkiezingen
moeten worden gehouden, welke
voor verschillende punten beslis
send zullen zyn".
.zwart" artikel). Brood, aardap
pelen en groenten zijn, evenals de
meeste levensmiddelen vrij of
dermate gerantsoeneerd, dat er
van hongerlijden geen sprake
meer is. Maar alleen: het inko
men van de gemiddelde Duitser
laat geen ruime inkopen toe en
door de schrikbarend hoge prijzen,
ook van de levensmiddelen, laat
de voedseltoestand dan ook nog
veel te wensen over.
Aanzienlijk sterker dan by ons
is en blijft het een passen en me
ten voor de huisvrouw: by een
prijsstijging die het drie- tot vijf
voudige van vroeger bedraagt,
zijn de lonen maar minimaal ge
stegen.
De meeste zorg baart de vet
en vleespositie. Want met een
half pond vet of boter per maand
is Schraalhans keukenmeester,
terwijl de aangewezen vleesbon
nen voor een zeer miniem rant
soentje maar al te dikwijls niet
gehonoreerd kunnen worden, een-
enkele „Metzgerei" hebben we
voudig omdat er niet is. In geen
dan ook worst of vlees in de eta
lage gezien
De geldsanering heeft menigeen
van zyn spaarduitjes beroofd.
Maar over 't algemeen is men
toch dankbaar voor deze hoog
nodige geldzuivering, die de alles
verlammende zwarthandel goed
deels vernietigd heeft. Wie eten
wil, moet nu weer werken en dat
is een goed ding. Overal is de be
drijvigheid dan ook op te merken.
Drie jaren lang zijn de West-
Duitsers murw en apathisch ge
weest nu zien zy weer perspec
tief. En dat is voor een energiek
volk als het Duitse voldoende om
de handen uit de mouwen te
steken.
Rapport der 19 Marshall-
landen.
Aan de rapporten der afzonder
lijke landen is betreffende Indo
nesië nog het volgende ontleend:
Indonesië moet zyn export tot
ontwikkeling brengen alvorens
het een belangrijke verdiener van
dollars kan worden. De verwachte
loop der bevolking aldaar vereist
een programma van herstel en
ontwikkeling der basisindustrieën
vooral op landbouw- en mjjnbouw-
gebied, teneinde de eenvoudige
levensstandaard der bevolking te
handhaven. Het tekort van 137
millioen dollar met de dollarlan-
den buiten 't westelijk halfrond
voor 19491950 zal, volgens ver
wachting, in 19521953 vervangen
worden door een overschot van
27 millioen dollar, als gevolg van
een stijging van de export van 36
millioen tot 151 millioen dollar.
Branden bedreigen de stad.
Minstens 40 personen kwamen
om het leven en 400 werden ge
wond tengevolge van een tornado,
die een deel van het stadje War
ren, ongeveer 150 km ten Zuiden
van Little Rock in Arkansas,
gisteravond heeft geteisterd.
Reddingsploegen zijn nog bezig
met het zoeken naar andere
slachtoffers. Warren telt 7.500
inwoners.
De burgemeester van Warren
verklaarde, dat de schade min
stens een millioen dollar bedraagt.
Er zijn branden uitgebroken, die
een ernstige bedreiging vormen,
daar de watervoorziening is af
gesneden.
Een ooggetuige verklaarde, dat
de tornado 30 of 40 huizen heeft
verwoest. De electriciteitsvoor-
ziening en de telefoonverbindin
gen zijn afgesneden. Dokters en
verpleegsters werkten bij het
licht van toortsen. Er zijn gewon
den vervoerd naar naburige plaat
sen.
Regen en hagel hebben enige
der branden helpen blussen.
Het noordelijke gedeelte van
Louisiana is door een orkaan ge
teisterd. Te Haynesville zijn twee
personen om het leven gekbmen
en 4 gewond. Voorts is te Eldora
do (Arkansas) 1 persoon gedood.
GEWAARSCHUWD.
De communisten hebben grote
plannen.
Volgens een bericht in een der
kranten, heeft Paul de Groot in
i een openbare vergadering van
de C.P.N. te Amsterdam gespro
ken over de Indische kwestie.
In dit jaar, zo zou hij hebben
gezegd, moeten unj een einde
maken aan de z.g. arbeidsvrede.
Het leger van de arbeid moet
worden aangevoerd in de sta
kingen voor lonen en brood; de
POLITIEKE staking is een uit
nemend machtsmiddel.
Een dubbele oorlogsverklaring
dus.
De eerste bedoelt het econo
mische leven in de war te stu
ren en zo ons volksbestaan te
bedreigen.
De tweede betekent een dolk
stoot in de rug van onze man
nen in Indië. Landverraad in
optima forma.
Een gewaarschuwd man geldt
voor twee zegt het spreekwoord.
Ik hoop dat dit ook van onze
regering zal gelden.
In dat geval zal zeker aan der
gelijke opruiing onmiddellijk
een einde worden gemaakt'.
Mr J. A. de Wilde, lid van de
Eerste Kamer voor de A.-R.
partij, hoopt op 7 Januari as.
zijn 70ste verjaardag te vieren.
FEUILLETON
16
F. HORACE ROSE
„Dat, Faos, is een fabel uit de
Griekse mythologie. Echter nog
maar een halve eeuw geleden,
toen de mensen inderdaad de
lucht veroverd hadden, vertelde
men al werkelijk, hoeveel het nu
beter zou worden in de eeuw van
het luchtverkeer. Afstanden zou
den niet meer bestaan, ruimte
weggevaagd, tijd verbannen, en
de hele wereld zou men in één uur
kunnen omspannen, waardoor
naties buren zouden worden, bu
ren vrienden en vrienden zouden
worden de bedrijvers van goede
zaken en de brengers van vrede
aan de mensheid".
„Dat was de droom en kijk nu
naar de werkelijkheid! De mense
lijke macht om te vliegen heeft
de halve wereld in puin gelegd.
Millioenen, ouden en jongen, hul
pelozen en onschuldigen zijn af
geslacht tussen de puinhopen van
hun eigen huizen, omdat de droom
van de maniak om macht waar
is geworden. Geen enkel voordeel.
Als gevolg van de luchtvaart kan
bij benadering goed maken de
verschrikkingen van dood en ver
nietiging, die zij op de mensheid
heeft doen neer regenen. Nu heb
ben de maniakken die van macht
dromen de atoomenergie ontdekt.
Welk 'n wonder!... Welk 'n succes
Welk 'n macht zal zy de mens
geven! En haar eerste wonder en
succes zyn geweest, dat grote
steden met geweld in het niet
moesten verdwijnen en dat dui-
duizenden en duizenden mensen
werden afgeslacht." „Spoedig",
en Treso lachte minachtend, „zul
len de maniakken teleurgesteld
zijn over dergelijke „kleine"
verwoestingen. De wetenschap
staat nooit stil, zeggen
'zij. Zy zullen hun ontdekkingen
in een nieuw stadium brengen en
dan zuilen zij er mee beginnen
de hele wereld, waarin wij allen
l leven in dood en verschrikking te
•doen exploderen",
j Zy had deze vreemde uitspraaak
.met een gloed en overtuiging uit-
gesproken dat ze, zelfs als ik het
j niet eens was geweest met wat zy
gezegd had, elk argument en elke
tegenspraak het zwijgen oplegde.
„Als die dag komt", zei ik.
„Die dag kan al wel zeer nabij
zijn", onderbrak zij mij, „werke
lijk, als alles wat deze mannen
ons vertellen, waar is, zullen wij
beiden deze dag spoedig beleven".
„Als jij en ik samengaan, dan
zal dat voor mij voldoende zijn",
antwoordde ze.
Het was een heel eenvoudig ge
zegde en toch vervulde ze mij ge
heel. Ik zou stellig meer gezegd
hebben als we niet voetstappen
hadden gehoord.
„Daar komt Sennia aan. Ze wil
mij iets zeggen, maar ga niet
weg", zei Treso.
Hoofdstuk VIH.
EEN SCHRANDERE
GEDACHTE.
Het was niet alleen Sennia, die
op ons af kwam. Enrigo was bij
haar. Ze keken allebei nadenkend
en bezorgd.
„Jullie zit er over in dat je
Spanje gaat verlaten", zei Treso
die met deze zin bewees dat ze
hun bezorgde gezichten wel be
greep.
„Ja, senhorita, maar we hebben
er nog eens over gepraat en nu
een beslissing genomen".
„We zijn niet van plan naar
Afrika te gaan",zei Sennia, de
hand van de man pakkend.
„Dat dacht ik al wel", zei
Treso. „Hebben jullie al tegen
mijn vader gezegd, dat je niet
meegaat?"
„Nee, senhorita, we willen
graag dat U hem dat vertelt."
„Ik zou wel mee willen",
bracht Enrigo naar voren. „Maar
Sennia is bang en wil beslist
niet en ik laat haar niet alleen."
„Jullie bent zeker van plan
om te trouwen?"
„Ja, senhorita", en Enrigo
grinnikte dom .„Als Sennia mee
naar Afrika wilde gaan, dan
konden we daar wel trouwen of
wachten tot we terug zouden
j Komen. Maar nu zij niet mee wil
gaan, ga ik werk zoeken in een
garage in Madrid, waar ze mon-
I teurs goed betalen." Hij ging
verder met zijn huiselijke plan
nen precies uit te leggen, zoals
bedienden in Spanje zo graag
aan hun meesters doen. „Sennia
gaat dienen bij de een of andere
rijke familie. Sinds de burger
oorlog is er zo'n groot tekort dat
ze bijna een kapitaal uitgeven
om goede hulp te krijgen. Als
wij samen genoeg gespaard heb
ben gaan we trouwen en dan zal
ik mijn oom Carlos overhalen
om mij een aandeel voor de helft
van zijn veehouderij in Castilie
te verkopen." I
Uit de liefdevolle, kameraad
schappelijk blik die zij elkaar
toewierpen bleek hoe deze twee
het volkomen eens waren over
hun plannen en hun toekomst.
Maar op het gezicht van Sennia
zag ik weer die trek van vrees,
die mij ook al gedurende ons
korte gesprek in mijn kamer was
opgevallen.
„Ik wil Spanje niet verlaten",
„maar ik durf ze niet te zeg
gen dat ik niet naar Afrika wil
gaan."
„Waarom durf je dat niet?"
vroeg Treso.
„Omdat ik ze heb horen spre
ken."
Sennia keek behoedzaam om
zich heen en wierp een onvrien
delijke blik op mij. Kennelijk
wilde ze dat alleen Treso haar
volgende, vertrouwelijke woor
den zou horen.
„Je kunt gerust spreken waar
de senhor bij is", zei Treso, „wat
ik hoor, mag hij ook horen."
Voor de tweede keer doortril
de mij een eigenaardig gevoel
van geluk. Op dat ogenblik had
ik Treso nog met geen enkel
woord gesproken waaruit zij
mijn gevoelens ten opzichte van
haar zou kunnen afleiden. Van
af het eerste ogenblik dat ik
haar in de kamerdeur had zien
staan, wist ik dat ik haar lief
had met heel mijn wezen. Maar
had zij mij ook volkomen lief?
Dat scheen mij onmogelijk, on
gelofelijk toe. Over welke eigen
schappen zou ik nu beschikken
om een vrouwenhart in één
ogenblik in vlam te zetten. En
toch, tweemaal nu in enkele
ogenblikken tijds, had ze my la
ten blijken, dat ook zij een zeker
gevoel van sympathie en begrip
tussen ons erkende.
(Wordt vervolgd.)
COMMISSIE VAN GOEDE DRANKEN.
BAGAGE: 5 TON
GOEDEREN.
Het Semarangse blad „De Lo
comotief" geeft het volgende re
laas van het overbrengen van de
leden der Commissie voor Goede
Diensten en hun gezelschap door
Nederlandse militairen van Kali-
oerang naar Djogja.
„In totaal moesten twintig
mannen en vrouwen, onder wie
zich ook Douwes Dekker met zijn
vrouw en kind bevond, naar Djog
ja wordeh overgebracht. De dames
en heren bleken niet zo erg ge-
deze verhuizing te zijn gesteld,
want dit betekende, dat zij hun
prettig paradijs, hun bungalows,
tennisbanen, zwembad, moesten
verlaten en dat er een eind geko
men was aan hun gezellige lun
ches, cocktailparties en geregelde
dansavondjes. De ontstemming
was dan ook vrij algemeen.
Slechts de Belgische gedelegeer
de, de heer Herremans, ontving de
Nederlandse militairen vriendelijk
en beleefd.
De Australiër Critchley even
wel had nog al wat noten op zijn
zang. Toen hij openlijk onbeleefd
werd tegenover een Nederlands
officier maakte deze hem er op
attent, dat men Nederlandse of
ficieren op een andere toon diende
aan te spreken. O.a. richtte
Critchley zich aanvankelijk slechts
via zijn secretaresse tot de met
het transport belaste officier.
Tijdens het ontruimen van de
huizen der diverse delegaties,
kwamen onze militairen steeds
weer voor de pijnlijke situatie te
staan, dat het ene lid nog meer
bagage wilde meevoeren dan het
andere. Ten slotte bleek de baga
ge uit 5 ton aan goederen te be
staan, voor het grootste gedeelte
bestaande uit Bols, whisky, Hei-
nekens-bier (brewed in Holland),
sport-utensiliën enz. Verder wer
den meegevoerd drie papegaaien
en twee honden".
In het berghotel.
,De Locomotief" hoorde nog de
bijzonderheden over het hotel Ka-
lioerang:
„De manager heeft het één en
ander medegedeeld over de levens
wy'ze en de dagindeling van deze
commissie, die naar zij beweerde,
steeds ingespannen naar een
vreedzame oplossing zocht van de
geschillen tussen de republiek en
Nederland. Deze manager, die
tussen haakjes een zwager bleek
te zijn van Hatta, vertelde het
volgende:
De diverse delegaties hadden
elk een prachtig huis in de heu
vels tot haar beschikking, 's Mor
gens stonden de heren en de da
mes niet al te vroeg op en na het
ontbijt bleef men altijd nog een
gehele tijd onder het genot van
een kopje koffie gezellig over
koetjes en kalfjes praten. Enfin,
om een uur of halfelf ging men
dak en de vloer geheel uit glas
bestaat. Per dag confereerde, al
thans verbleef men, ongeveer een
half uurtje in dit huisje. Om een
uur of elf ging men elke dag een
stevige borrel in het hotel drin
ken en na het eten werd een mid
dagdutje gedaan. Na dit dutje
ging men tennissen of andere
sport beoefenen, 's Avonds was er
altijd feest met veel drank en
dansen. Aan lekker eten en drank
(behalve de reeds hierboven ge
noemde dranken beschikten de
„diplomaten" nog over de nodige
kisten met diverse soorten wijn),
had het gezelschap nog nooit te
kort gehad.
De maandrekeningen van de
heren waren dan ook alle even
hoog: tienduizenden guldens wa
ren hiermede gemoeid. De inrich
ting van de huizen was luxueus.
De tuinen voor de bungalows en
de plantsoenen in Kalioerang wa
ren (zijn) keurig verzorgd en
prachtige personenwagens en
jeeps stonden de heren en dames
ter beschikking om een auto
tochtje over de zich door het
bergland slingerende asfaltwegen
te maken".
De heer de Wilde, op 7 Ja
nuari 1879 te Goes geboren, waar
hij van 1905 tot 1908 als adv.-
proc. werkzaam was, is in het
staatkundige leven een bekende
en zeer geziene figuur.
In 1918 werd hij gekozen tot
lid van de Tweede Kamer in
welk college hij zitting had tot
1933, toen hij benoemd werd tot
minister van Binnenl. Zaken in
het tweede Kabinet Colijn. Van
1937 tot 1939 was hij minister
van Financiën.
Gedurende de bezetting was
hij langen tijd geïnterneerd.
Na de oorlog werd hij op
nieuw gekozen tot lid van de
Tweede Kamer. Bij de verkiezin
gen in 1948 stelde hij zich niet
opnieuw beschikbaar, waarna
hij naar de Eerste Kamer werd
afgevaardigd. Bovendien washy
van 1919 tot 1937 wethouder van
's-Gravenhage.
Mr de Wilde was steeds een
gloedvol verdediger van de
A.R. beginselen. Van het C. C.
der A.R. partij is hij tweede
voorzitter. Hij is ridder in de
orde van de Nederl. Leeuw en
groot-officier in de orde van
Oranje Nassau.
H. H. Spoelstra.
De heer H. H. Spoelstra te Den
Haag, secretaris van de NederL
Bond van Chr. Fabrieks- en
Transportarbeiders gaat wegens
het bereiken van de pensioenge
rechtigde leeftijd de organisatie
verlaten.
Met hem verlaat een bekwaam
i alom bekend vakverenigings-
leider van een van de grootste bij
het C.N.V. aangesloten organisa
ties de actieve dienst.
Verbond van Prot. Chr. Werk
gevers in Nederland.
Vanwege bovenstaande organi
satie zal van 2426 Januari as.
in hotel Dreijeroord te Oosterbeek
een conferentie gehouden worden.
Als sprekers zullen optreden prof.
dr W. F. de Gaay Fortman, hoog
leraar aan de V.U., met het on
derwerp: „Plaats en waardering
van de factor arbeid in de onder
neming" en ds G. Toornvliet, Ger.
predikant te Leiden, onderwerp:
„Levensnood en levensroeping".
Gistermorgen heeft in Amster
dam een grote uitslaande brand
gewoed in het pand van de N.V.
Woninginrichting „Huis en
Haard" in de Vijzelstraat, recht
tegenover het gebouw van de Ne
derlandse Handelmaatschappij.
Omstreeks negen uur begon de
brand in de kapokbergplaats, een
onderdeel van de stoffeerderij op
de tweede verdieping.
Snel greep het vuur om zich
heen in de hier opgeslagen voor
raden, bekledingsstof, gordijnen
c.d. Na een kwartier sloegen de
vlammen door de zolder heen
boven het dak uit. Weldra wa
ren de dakbinten een vuurgloed.
De brandweer was voor deze
eerste brand in het nieuwe jaar
in de hoofdstad met groot ma
teriaal uitgerukt en de talloze
brandweerwagens versperden
een gedeelte van de Vijzelstraat,
zodat het tramverkeer moest
worden omgeleid. Van alle zij
den werd het vuur bestreden
met 12 slangen.
Omstreeks tien uur had men
het vuur onder de knie en werd
begonnen het brandende hout
werk te slopen. Het personeel
van „Huis en Haard" had intus
sen de meubelen en andere ar
tikelen uit de winkel gesleept
en in de grote tuin aan de ach
terzijde in veiligheid gebracht.
Terwijl een ware stortvloed van
bluswater neerplensde werd
vervolgens de inventaris van de
toonkamers op de eerste etage
dieping zijn volkomen uitge
brand en de eerste etage en de
winkel kregen ernstige water
schade. De brandweerlieden
hadden nog al met pech te kam
pen: tot vijf maal toe sprong een
slang.
De burgemeester van de hoofd
stad, wiens woning vlak om de
hoek van de Vijzelstraat op de
gracht is gelegen, vertoefde ge-
ruimen tijd met wethouder mr
A. de Roos bij dc brand.
dan naar het conferentiehuis, een zoveel mogelijk in veiligheid ge-
idyllisch huisje, dat behalve het bracht. Zolder en tweede ver-
Komt er een melange van
margarine en roomboter?
Ja, zeggen de fabrikanten.
Neen, zegt de regering.
In handelskringen verwacht
men, dat boter en vetten spoedig
van de bon gaan.
Om te beginnen zou deze maand
reeds een aanvang worden ge
maakt met het verwerken van 15
procent roomboter door de mar
garine, tengevolge waarvan de
margarine (als melange) duurder
zou worden.
Te bevoegder plaatse ontkende
men deze berichten. De vooruit
zichten voor de boterexport zijn
momenteel zeer gunstig. Juist
vandaag kwam er een bericht af,
dat België 1500 ton Nederlandse
boter zal afnemen.
Vrjjdag 7 Januari a.s. bestaat
het centraal bureau voor statis
tiek 50 jaar.