Honderd elf Griekse guerrilla's wachten
op hun vonnis.
Nieuwe Schoenen bon.
Zeeuwsch Dagblad
TWEEDE BLAD
Zaterdag 13 Maart 1948
„Ik ben geen communist", verklaren allen
WPHIII SHAVE
De „verworpenen"
Herverkaveling van Walcheren
officieel begonnen.
Penicilline beter dan een
driedubbel vleesrantsoen»
(Van onze speciale verslaggever.)
De concertzaalvan Radio Salonika is zelden zo vol.
Er is feeen lege stoel. Het balkon is overbelast. Er staan zelfs
mensen langs de rapren. Een massaproces ln aan de gang. Een deel
van de sombere zaal is met kippengaas afgeschoten. In die ruimte
zitten de beschuldigden: honderd elf mannen en vrouwen, die aan
de beschieting van Salonika hebben deelgenomen. De verdedigers
hebben hun plaats op de r(jen er voor. De rest van de zaal is
gevuld met nieuwsgierig publiek.
haar ogen. Een vriendelijke boe
rendeern. Een ander heeft lange,
zwarte vlechten. Zeventien jaar ls
ze pas. Naast haar zit een oude,
grijze man met diepe groeven ln-
zijn verweerde gezicht.
Een meewarig stel mensen. Het
is moeilijk misdadigers ln hen te
zien. Ik kan me niet voorstellen,
dat zij hun medemensen zouden
kunnen vermoorden, huizen zou
den kunnen platbranden, vee en-
voedsel zouden kunnen stelen en
een heel volk ln bittere ellende
zouden kunnen dompelen. En toch
doen ze het. Dat kunnen de veer
tigduizend vluchtelingen ln Salo-
nlkl getuigen.
Niet allemaal.
Het ls een feit, dat niet al deze
mensen echte guerilla's zijn. Bij
overvallen op dorpen worden
steeds mannen en vrouwen meege
voerd en later gedwongen mee te
doen. Dat verklaren ze trouwens
allemaal als ze ln handen van de
regeringstroepen vallen. Er is
nooit een communist bij. Maar in
dit proces is al wel gebleken, dat
er onder deze onschuldig uitzien
de boeren leidende communisten
schuilen met> jarenlange opleiding
ln speciale scholen ln Joegoslavië.
Ook onder de meisjes.
Hun laatste opdracht was de
aanval op Salonlki. Onder .be
scherming van de nacht zijn ze
met enige honderden uit de bergen
gekomen. Kleine, onopvallende
groepjes. Op acht kilometer af
stand van Salonlki hebben ze zich
Geen aureool van
vrijheidshelden.
Op 't toneel staat een collectie
oorlogstuig. Machinegeweren,
automatische pistolen, mortieren,
handgranaten en als plecè de mi
lieu een met stukken ijzerdraad
bijeengebonden kanon. In die om
lijsting zetelt het militaire ge
rechtshof. Negen ernstige man
nen. De president is een kleine,
emotionele kolonel met strenge
ogen.
Er wordt een nieuwe getuige
opgeroepen.
„Samoullldls Mavridls
De militaire politie leidt een
boerenman binnen. Onwennig
staat hij voor dé groene tafel. De
president neemt hem de eed af.
De zaal rijst. De man herhaalt
met de hand op de bijbel de woor
den van de president. Dan begint
de ondervraging.
De getuige legt bezwarende ver
klaringen af jegens een van de be
schuldigden. Hij heeft samen met
hem ln hetzelfde huls gewoond.
Op zekere dag heeft hij ontdekt,
dat er een geweer ln huls was.
Diezelfde nacht heeft zijn huis
genoot het dorp verlaten.
Dé verdediger (ln winterjas en
kleurige shawl) interrumpeert. De
getuige laat zich niet van de wijs
brengen. Zijn antwoorden zijn
scherp en soms sarcastisch. Het
publiek begint nu en dan te la
chen. De president zwaait dan
verstoord met een koperen tafel
bel.
Het aantal radio
luisteraars.
Het aantal aangegeven radio
toestellen in Nederland bedroeg
op 1 Maart 981184 tegen 959646
Het is een jonge man met ver
ward haar. Van 'n papiertje leest j a
hij de namen van zijn vijanden 1 Februarl
voor. Een voor een staan de man-;
nen van hun stoelen op. De jour- °p
nalisten aan enkele wankele tafel- "f"*" t°Ln loZn 7
tjes schrijven ingespannen. Ken fstrlbutlenet tegen 492046 op 1
verdediger bladert ln zijn stuk- Januan*
ken. Een van de rechters geeuwt.
„Wat weet u van deze man?"
vraagt de president.
Een streep zonlicht valt door
een zijraam op de hoofden van een
rij beschuldigden. Het ls een stra-
lende dag. De hemel ls strak
blauw en het ls al zoel. Straatru
moer dringt flauw van bulten
door.
En ln deze kille, donkere zaal
met z'n klemmende atmosfeer
vechten honderd-elf mensen voor
hun leven. Stil en zonder enjge
reactie luisterenze naar de ver-
klaringen. De oude boer, die zo
veel natuurlijker met een pijp in
de mond voor de deur van zijn
boerderij over het weer zou kun
nen praten. Het blonde meisje, dat
iy^t een borstel en water de blin
kende melkbussen zou moeten
schrobben. De achterlijke mannen
met hun afwezige blikken.
Ineens begint er een baby te'
hullen. Het publiek glimlacht. De
president belt om stilte. Een be-
waker verschuift zijn geweer. Het
kanon steekt als een stille getuige
de zaal ln. Een stroom van woor
den knaagt aan het leven van een
mens.
En in de straten: van Salonikl
venten kooplui met papieren mut
sen, toeters en serpentines omdat
het weer carnaval is
ALFRED VAN SPRANG. (Ingez. Med.)
Het toppunt van
gemak!
Ga óók genieten van het voortleef en
gemak der moderne scheetmethode
met de „PHILlSHAVE". het Philips
electrischdroogscheerapparaat Vraag
Uw handelaar een demonstratie.
PHILIPS
STAALBAARD
Oofc UW baard vliegt eraf!
N.V. PHILIPS' VERKOOP-MAATSCHAPPIJ
VOOR NEDERLAND-EINDHOVEN
XXXI.
Het Sloe. (III.)
Ltd ueel van de 128 Guerilla's in de beklaagdenbank tijdens
het grote proces in' de concertzaal van radio-Salonika.
Meewarige mensen.
„Wanneer heeft u de beschul
digde voor het laatst gezien?",
vraagt het hof.
De getuige hoeft niet lang te
denken.
„Dat was toen ons dorp door de
Andartes overvallen is en ze mijn
vrouw voor mijn ogen hebben ver
moord en het huls in brand gesto
ken hebben. Daar was hij bij en..."
Onder het spreken van die
woorden dwalen mijn blikken naar
de mensen achter het kippengaas.
Daar zitten ze: honderd elf man
nen en vrouwen. De meesten zyn
jong. Boerenzoons en boerendoch
ters. De mannen zijn kaalgescho
ren. Veel te wijde kleren slobberen
om hun hoekige lichamen. Lompe,
zware kerels van het land zijn het.
Velen hebben een Mongools uiter
lijk. Het aureool van vrijheidshel
den ls verre van hen. Er straalt
niet het minst sprankje idealisme
uit hun doffe ogen. Verscheidenen
maken een uitgesproken achter
lijke indruk.
De meisjes zien er menselijker
uit. Een ls blond en heeft blozende
wangen. Er ligt Iets zachts in
Feuilleton.
door H. KING-MANS.
36) o—
Met een stom gebaar, Aan
wanhoop ten prooi, neemt Geb-
hard afscheid van Jochem. Hij
heeft niets meer te zeggen. Gis
ter hebben zij elkaar beloofd,
aat, mocht een van hen nog eens
in Silezië komen, die de groeten
zal overbrengen en van hun we
dervaren tot nu toe vertellen.
En „voor de rest
Jochem voelt dan de hand van
de Moor, ,die Gebhard heeft ge
kocht over zijn ledematen strij
ken. Maar even later wendt de
man zich af. Cornelisz. verwaar
digt hy nauwelijks met een blik.
Aan oud vlees heeft hij blijkbaar
niets.
Van alle kanten worden de
Hollanders weggevoerd. De ver
koop gaat, als men eenmaal be
zig is, vlot. Als enkele uren ver
lopen zijn, altijd staan Jochem en
de Vlaardinger in de brandende
zon, versmachtend van dorst,-
zijn er overal brede gapingen in
de ryen. En dan is minstens ne
gen tiende van het aantal ver
kocht.
De markt verloopt. Met onge
veer achttien lotgenoten worden
Jochem en Cornelisz. terugge
voerd naar het pakhuis, dat zij
die morgen verlaten hebben.
Voor hen zijn geen kopers ge
vonden.
„Wat zal er nu met ons ge
beuren?" vraagt Jochem.
verzameld. Daar ls het kanon ook
ln stelling gebracht. Een van de
eerste projectielen viel vlak voor
het Mediterranean Palace Hotel
v/aar de leden van de Balkan-
Commissie der UNO rustig lagen
te slapen. Er volgden er nog meer
dan honderd voordat de verraste
regeringstroepen de situatie mees
ter waren.
Honderd-acht-en-twintig gueril
la's gaven zich over. Er staan er
nu honderd-elf terecht. De ande
ren liggen nog in het ziekenhuis.
De getuige is klaar. Het publiek
in de zaal levert onder elkaar
commentaar. Er zijn veel vrou
wen. Op het balcon zit een klein
meisje met een grote,, rode lutfel-
hoed. De mensen genieten als van
een spannende sensatiefi'rr Toch
heerst er geen sfeer van haat. De
beschuldigden worden met opval
lend veel zachtheid behandeld. Er
ls geen gesnauw en gem geduw.
De bewakers met Tommy-guns to
nen zich uiterst lankmoedig. De
verhoren zijn beneerst en eerlyk.
De stille strijd.
„Volgende getuige
De meeste Zeeuwen zullen
wel eens op de Sloedam geweest
zijn, al was het alleen maar
toen ze er met de trein over
heen- reden. Als u dan naar het
zuiden kijkt, ziet u daar een
groene vlakte, het gedeelte, dat
het eerst zal ingepolderd wor
den. Het is geen gewoon gras,
dat er groeit, het is z.g. spar-
tma-gras, met opzet daar ge
plant om de aanslibbing te be
vorderen. En met succes, beter
dan aan de noordkant van de
dam, waar dit gras niet tierde.
Deze groene schorrenvlakte
stroomt bij hoog water niet
meer onder, het water vult al
leen de kreken er tussen. Op de
noogste gedeelten kunt u 's zo
mers dan ook vaak een schaap
herder met zijn kudde zien, het
wollig vee zoekend naar voed-
el. En hier bouwen de meeu
wen, tureluurs, scholeksters en
«ndere moerasvogels hun nest en
iet'of slechts zelden gestoord
kunnen ze hun legsel groot
orengen. Dat zal nu de nieuwe
polder worden, waar binnenkort
de ploeg door het land zal snij
den en de nieuwe, boer zijn
eerste oogst zal binnenhalen.
Het noord-Sloe ziet er heel
anders uit. Bij eb een grote slik-
vlakte met hier en daar wat
groens er tussendoor. En tussen
dat groen bewegen zich men
sen, Arnemuidse vrouwen, die
in het voorjaar en het begin van
de zomer hier hun lamsoren
en zeekraal verzamelen. Heel
vroeg in de morgen, soms nog
in het donker, verlaten ze hun
oude stadje om hiei de voormid
dag te werken, hard te werken
aan het verzamelen van deze
moerasgroente, met haar oudste
- kleren aan. Ze moeien haast ma
ken, want als de vloed opkomt,
loopt haar „moestuin" onder.
Bemodderd en bespat verlaten
ze tegen de middag haar ar
beidsterrein met als resultaat
een paar manden vol zilte lek
kernij.
Is het vloed, dan staat het
westelijk gedeelte onder water
en krabbelen de golfjes tegen de
spoordam. Maar boven het wa
ter verheft zich uitdagend een
eilandje, dat altijd droog blijft,
het z.g. Plaatje, volledig de
Oranjeplaat geheten.
In 1819 was het nog een schor.
Een ondernemende Middelbur-
De Vlaardinger haalt de schou
ders op.
„Ze zullen ons v/el kwyt ra
ken", zegt hij dan. „Hier of op
een andere markt".
In elk geval veriopen er en
kele dagen. Zij worden op de
zelfde wijze behandeld, als
sinds de laatste tijd. Hun voe
ding laat niets te" wensen over
en ze genieten, behoudens scherp
toezicht, een zekere mate van
vrijheid in het pakhuis. Jochem
is evenwel niet pp dreef. Een
lange dag staan in de felle zon
heeft hem geen goed gedaan. Hij
heeft zonnebrand. Een ondrage
lijke jeuk plaagt hem. Dat werkt
niet best op zijn humeur, dat
toch al te wensen overlaat. Hij
is wel bevriend met Cornelisz.,
doch hij mist Gebhard, met wie
hij nu zo geruime tijd op en
neer is gegaan. Hij kan het vloe
ken ook niet laten en trekt zich
mets aan van de vermaningen
van de Hollander, die gewend is,
handen te vouwen des morgens
en des avonds en ook bij het
eten.
Het is Jochem een onverklaar
baar raadsel, dat hij nog niet
verkocht is. Als hij het overge
bleven gezelschap aanschouwt,
begrijpt hij, dat de lust tot ko
pen niet overgroot was. De
meesten van hen zijn de veertig
jaar gepasseerd. Ze kunnen niet
meer zo .hard werken. Maar
waarom heeft die Moor hém dan
riet genomen, tegelijk met Geb
hard? Wie weet, waar hij nu te
recht komt.
De lui, die hem gevangen ge
nomen hebben, vinaen blijkbaar
ger, Dirk Dronkers, ook bekend
door zijn pogingen om een
Zeeuwse spoorweg te krijgen,
kocht de steeds aangroeiende
schor en het volgend jaar (1847)
werd het noordelijk gedeelte in
gepolderd. Het kreeg de naam
Sebastiaan de Langepolder, naar
een zeeheld uit Veere. Een
maand na de bekende 6e April
1572, toen Vlissingen de zijde
van de Prins koos, schudde ook
Veere het Spaanse juk af. Maar
de hoofdstad bleef nog 2 jaar
i zelfs in Spaanse handen, wel-
j dra belegerd door de Geuzen.
Toen een Spaanse vloot de stad
van levensmiddelen kwam voor
zien, ging Sebastiaan de Lange
j er met 7 schepen op uit om dit
te beletten. Zijn schip werd door
4 grotere Spaanse aangevallen
en geënterd.
„Maar 't volk van alle vier de
[schepen
Wordt eindelijk te groot in
[kracht.
De Lange, bloedende en benepen,
j In 't klein gedeelte van zijn
[macht
Ziet nergens kans, te zege-
[pralen.."
dan door de lont in het kruit te
steken en gis een voorloper van
V an Speyk met vriqjjd en vijand
te vergaan.
Het zuidoostelijk deel van de
Oranjeplaat wordt 10 jaar later
ingedijkt en krijgt de naam Ca-
landpoider. Een dam naar de
Piet 'op Zuid-Beveland zorgde
l voor contact.
j De inpoldering van het Plaatje
is een mislukking gebleken,
i Vooral in het begin' bleek het
niet zoo vruchtbaar te zijn als
men verwacht had en duizen
den guldens heeft men uitgege
ven om de dijken te onderhou
den en bij beschadiging te her
stellen. Tenslotte zijn de boerde
rijen verkocht en afgebroken en
na 1906 werd het kleinste
eilandje van Zeeland aan de gol
ven prijsgegeven.
Nog ligt het overblijfsel er
van hoog en droog, en is zelfs
met wat durf en ploeteren door
de modderige kreken te berei
ken, natuurlijk alleen bij eb. Het
is een vogelreservaat, een ver
zamelplaats van honderden een
den en andere watervogels, een
broedplaats van meeuwen.
L. v. W.
Landbouwers krijgen zo spoedig mogelijk
hun nieuwe gronden,
Walcheren is een nieuwe periode van zyn geschiedenis ingetre
den. Dit is volstrekt niet te sterk uitgedrukt, want de herver
kaveling, waarmede, nadat de Herverkavelingseommissie was ge
ïnstalleerd, een officieel begin kon worden gemaakt, luidt onge
twijfeld een ander tijdperk van zijn bestaan in.
Zoals met alle ingrijpende dingen in het leven is het ook hier:
er heerst nog een sfeer van afwachten, hoe het precies worden
zal, al zijn de grote lijnen reeds uitgestippeld.
Veel concrete zaken zijn in dit eigendom zeer ta waarderen me-
stadium over de herverkaveling dewerking.
niet mede te delen; bovendien j Klachten,
hebben wij in een serie artike-Er zijn nogal eens klachten
len het vorige jaar al het een Van landbouwers over het door
en ander verteld over de Her- personeel van het Bureau Ruil-
geen emplooi in Tunis of., om
geving voor hen, die onverkocht
bleven. Er verlopen nog enkele
dagen. En dan wordt hen mee
gedeeld, dat zij zich gereed heb
ben te maken. Er is geen markt,
dat staat vast. Zodat Cornelisz.
j de opmerking maakt en het ver-
I moeden uitspreekt, dat zij naar
1 elders zullen worden gevoerd.
En dat vermoeden is juist.
1 Een klein schip in de haven
neemt hen op en iets later va-
ren izij de Middellandse zee op,
in Oostelijke richting. Hun be-
handeling is nu weer, alsop de
roversschepen, die „De Arend"
I overvielen. In ongemakkelijke
t houding liggen zij tegen de
scheepswand, aan elkaar en.aan
i ringen gekluisterd. De tocht
j duurt ettelijke dagen. Cornelisz.
1 vraagt zich vol verbazing af,
waar ze nu terecht zullen komen
Soms denkt hij 'aan de Levant,
maar voorzover hem bekend, zijn
daar geen slavenmarkten. Wor
den zij dan misschien naar
Egypte gevoerd?
Het gaat er inderdaad op lij
ken, als zij naar het Zuidoosten
stevenen. Eenmaal komt aan
de tocht een eind. Jochem heeft
hem al eens gepolst. Dan kan
Cornelisz'.hem met zekerheid
zeggen, dat zij havenen in
Cairo.
Is daar een slavenmarkt? Ja,
dat staat efest. Hij weet er 'van.
De slaven worden er evenwel
niet rechtstreeks gekocht door
slavenhouders. Er zijn tussen
personen, meest Joden, die de
gekochte waar naar elders voe
len en daar weer verkopen. De
opbrengst voor de Tunische pi
raten is daardoor minder. Van
daar, dat zij eerst trachten, in
Tunis en omgeving te verkopen.
Er zijn meer haaien op de
kust, naar de volgende morgen
blijkt. De markt is overvoerd.
De twintig Hollanders van „De
Arend" vormen slechts een klein
contingent van het aantal, dat
aan de palen gebonden is.
De tentoonstelling,, de aanprij
zing, de verkoop is precies als
in Tunis. Met dit verschil, dat
oe handel hier levendiger is,
omdat de kopers, vrijwel allen
Joden, levendiger van aard zijn.
Ze zijn geroutineerde handela
ren, dat 's duidelijk. Ze laten
de verkopers eenvoudig praten
en kiezen de waar, die zij kunnen
gebruiken.
De opvarenden van „De Arend"
worden gevoerd naar een be
paalde hoek, waar reeds ver
schillende blanken een plaats
hebben gevonden. Jochem hoort
zijn moedertaal. Er zijn dus meer
Duitsers onder. Hij ziet jongere
en oudere mensen, blijkbaar alle
zeevaarders.
(Wordt vervolgd.)
verkavelingswet en de getroffen
voorbereidingen voor de herver
kaveling.
Hoe lang duurt het?
Algemeen is men bertieuwd,
hoe lang het zal duren, voordat
op het herboren Walcheren de
boer weer zonder zorgen voor de
toekomst van zijn grond zal
kunnen zaaien en oogsten. Dat is
moeilijk te zeggen. Wèl kan wor
den medegedeeld, dat het eerste
streven van de H.C.V. 'en het
uitvoerende orgaan erop gericht
is, de landbouwers zo spoedig
mogelijk in het bezit van hun
nieuwe grond te stellen en als
alles volgens de planen verloopt,
kan dit over drie jaar het geval
zijn. Het volledige wegen- en af
wateringsstelsel kan over acht of
negen jaar gereed zijn en zeker
pas over vijftien jaar zal nauw
keurig gezegd kunnen worden,
hoeveel de herverkaveling in
totaal zal hebben gekost.
Op dit ogenblik wordt er al
hard gewerkt aan de uitvoering
der plannen. Normaal werken
1200 D.U.W.-arbeiders op het
eiland, die thans hoofdzakelijk
bezig zijn aan de verbetering of
de aanleg van landwegen.
vijf delen.
Het eiland is voor ae herver
kaveling in vijf parten verdeeld,
die alle een afgerond geheel vor
men. Deze delen fijn: de Zuid
watering; de streek van Middel
burg tot Grijpskerke naar café
Westdorp en tot Gapinge; een
streek rond Vrouwenpolder en
Oostkapelle tot Domburg; het ge
deelte Domburg-Westkapelle-
Zoutelande-Meliskerke-Grijps-
kerke en tenslotte de streek ten
Zuiden daarvan tot Middelburg
en Koudekèrke.
De ca. 15 a 16.000 ha. grond
van Walcheren zijn thans geheel
geschat. Bekend is dus, hoeveel
ieder in de herverkaveling heeft
ingebracht. De schatting ge
schiedde naar de toestand der
gronden voor de inundatie.
Hoeveel grond gaat verloren?
Het is niet bekend, hoeveel
grond de uitbreidingsplannen
der steden en dorpeneisen. Bij
een normale ruilverkaveling
kan de hoeveelheid voor - land
en tuinbouw verloren gaande
grond geschat worden op 4 a 5
°/o. Wel is het op Walcheren een
lelijke tegenvaller, dat door de
aanleg van het vliegveld in de
Zuidwatering tussen de 60 en
100 ha. prima cultuurgrond ver
loren gaat.
Vanaf de datum der inwer
kingtreding der Herverkave-
lingswet tot het tijdstip van de
definitieve toedeling der gron
den mag geen grond worden
overgedragen of een recht wor
den gewijzigd zonder toestem
ming der H.C.V. Hierdoor is dus
de mogelijkheid uitgesloten, dat
door bepaalde personen misbruik
wordt gemaakt van de omstan
digheden, waarin Walqheren
verkeert, _door het kopen van
gronden straks een grote portie
zich te zien toegedeeld.
Het is alleen te betreuren, dat
liiervoor niet een vroegere datum
is genomen, want in de periode,
dat moest worden gewacht op de
totstandkoming dezer wet, heeft
dit soort lieden reeds kans ge
zien zijn slag te slaan. Gelukkig
kan de H.V.C. dit straks voor
een gedeelte ongedaan maken
door deze mensen bij de toede
ling „op de achterste rij" te zet
ten.
Contact met de betrokkenen.
Nog op een ander belangrijk
punt willen wij wijzen, n.l. het
contact met de betrokkenen. In
alle dorpeji bestaan plaatselijke
adviescommissies - van Land-
bouwherstel. Bijna overal func-
tionneren deze goed en worden
zij door het Bureau Ruilverka
veling bij het werk ingeschakeld.
Waar dit contact niet voldoende
is, zal de Stichting voor de Land
bouw, b.v. door een andere sa
menstelling, dit trachten te ver
beteren. Deze commissies verle
nen o.m. bij de verificatie van
de gegevens omtrent pacht en
verkaveling ongevraagd betre
den van hun gronden. Het is in
de praktijk niet gemakelijk, van
tevoren precies aan te geven,
wanneer op een bepaald perceel
met werkzaamheden begonnen
wordt. In haar laatste vergade
ring heeft de H.V.C. echter be
sloten in het vervolg zoveel mo
gelijk aan te betrokkenen ken
nis te geven, dat op korte
termijn op hun gronden werk
zaamheden zullen worden ver
richt. Aan de gemeentebesturen
wórdt bovendien een uitgebrei-*
der plan gezonden van hetgeen
in het kader van de herverkave
ling in de betrokken gemeente
Ik kan óók anders.
Het Parool" (P. v. d. A.) heeft
zich aanvankelijk scherp uitge
laten over wat het noemde de
„afgrijselijke werkelijkheid" in
Tsjecho-Slowakije.
„Liever dood dan slaaf" was
de dappere conclusie waartoe
dit blad kwam.
Hier sta ik
Maar.ik kan ook anders.
Want een paar dagen later
werd op de voorpagina van het
zelfde blad de Tsjechische mi
nister Fierlinger bij de lezers ge
ïntroduceerd.
Dit heerschap werd het vorig
jaarwegens communistische
drijverij afgezet als leider van
de soc.-dem. part;j, die hij ver
kocht heeft en verraden. Hij is
de oorzaak, dat ae leden van
deze partij de eerste slaven van
de communistische dictatuur
werden.
Welnu, deze Fierlinger wordt
nu door „Het Parool" aan de
lezers voorgesteld als een be
minnelijk en joviaal man. Hij
krijgt gelegenheid te vertellen,
dat wat in zijn land gebeurde
geen revolutie is, maar con
tinuatie. Aan de demo
cratie wordt helemaal geen af
moet gebeuren. Degenen, die het breuk gedaan, want de uollcs-
aangaat, kunnen zich dan ten
gemeentehuize op de> hoogte
stellen van wat er met hun gron
den zal geschieden.
De H.V.C. zelf vergadert één
maal per maand. Bijzondere
toil komt immers tot uiting in
de massademonstraties.
En tenslotte wordt nog deze
wens doorgegeven: Oordeel niet
te hard over ons]
Ziedaar het verweer van een
problemen worden echter in der organen van de P. v. d. A.
speciale vergaderingen aan de „Liever dood dan slaaf."
orde gesteld. Maar. ik kan ook anders.
Zwaar zieke koningstijger werd er door genezen.
De grote Bengaalse koningstijger „Roland" in Burgers' dieren
park te Arnhem was ziek, zwaar ziek. Het dier werd mager en
zelfs een dubbel vleesrantsoen gaf geen baat. Naar de kwaal kon
men slechts gissen, zodat, in overleg .met Dr Majoewski, de park
dierenarts, werd besloten tot het toedienen van bepaalde genees
middelen, alles evenwel zonder resultaat.
Het vleesrantsoen werd verdrie
voudigd en de dosis geneesmidde
len verdubbeld, alles tevergeefs.De
vermagering nam met de dag toe
en zienderogen namen de krachten
van het dier of. Nog erger werd
detoestand, toen „Roland" zijn
geneesmiddel en zelfs ook zijn
vlees begon te weigeren. Drie da
gen gingen voorbij. Als een ge
raamte lag daar de reus, de vroe
ger zo uiterst gevaarlijke woeste
ling. Geen menselijke hulp scheen
meer mogelijk, zijn einde was na
bij. Tenminste dat dacht men.
Tot plotseling „penicilline" ter
sprake kwam. Onmiddellijk werd,
als laatste redmiddel, besloten tot
Inspuiting over te gaan, wat zon
der veel moeite slaagde.
Reeds na de eerste inspuiting
kwam de eetlust terug en na drie
dagen smaakte men het genoegen
een als het ware herboren dier,
zy het dan ook ontzettend ver
magerd, in de hem vertrouwde
kooi los te kifhnen laten.
Na een voorzichtig begin* met
mondjesmaat en de lekkerste hap
jes verorbert hij thans, om weer
op krachten te komen, een dub
bel vleesrantsoen met nog groter
eetlust en felheid dan vroeger.
Het was de eerste toepassing
van „penicilline" op grote roof
dieren, hier te lande en met suc
ces.
Koningsbergen onder
Sovjet-bestuur.
75.000 mensen omgekomen
door honger.
Op een massa-bijeenkomst van
katholieke arbeiders te Reckling
hausen, heeft kardinaal Frings,
aartsbisschop van Keulen, ver
klaard, dat volgens betrouwbare
Inlichtingen en bij de bezetting
van Koningsbergen nog 100.000
Duitsers ln die stad waren. Hier
van zijn 75.000 de hongerdood ge
storven.
Er zijn, volgens de kardinaal,
dingen geschied slechts te verge
lijken met wat zich bij de ver
woesting van Jeruzalem afspeel
de. „De wereldpers zwijgt over de
gebeurtenissen te Koningsbergen.
Daarom nemen wij deze gelegen
heid te baat, aldus kardiaal
Frings, om het wereldgeweten
wakker te roepen".
o
De Sowjet-regering heeft Italië
verzocht het slagschip Guilio Ce-
sare (23.622 ton), dat volgens het
vredesverdrag aan de Sowjet-
Unie ls toegewezen, zo spoedig
mogelijk na verrichte reparaties,
naar Odessa te jenden. In Itali
aanse marinekringen verklaart
men, dat het slagschip momenteel
te Tarente ligt en er nog veel
aan gedaan moet worden.
(Ingez. Med.)
Hervatting regeling voor
verjaardagsbonnen.
Het C.D.K. deelt mede, dat in
het tydvak van 14 Maart t.m. 8
Mei a.s. een schoenenbon naar
keuze zal worden verstrekt aan
hen wier stam kaartnummer ein
digt op het cijfer 7, voorzover de
bon 612 zich nog aan het inleg
vel bevindt.
De tweede distributiestamkaart
moet worden overgelegd evenals
het inlegvel, waarvan bon 612
zal worden verwijderd.
Tevens zal in genoemd tijdvak
de uitreiking van schoenenbon
nen aan kinderen volgens de z.g.
„verjaardagsregeling" worden
hervat. Kinderen geboren in de
maanden Januari, Februari en
Maart van een der jaren 1932
t.m. 1946, alsmede de kinderen,
welke in de maanden Maart,
April of Mei 1947 geboren zijn,
komen in eerder genoemd tyd
vak in aanmerking voor een
schoenenbon van soort en maat
als overeenkomt met de leeftijd
en het geslacht van het kind. Bij
de uitreiking volgens deze kin
derregeling zal de bon 606 van
het inlegveid jvorden verwijderd.
De Boekenweek.
Couperus maakt in een van
zijn „Korte Arabesken" de op
merking: „De moderne mens is
alleen liefdadig, als hem voor
'zijn gift een schouwspel of ver
strooiing wordt aangeboden".
Hy legt hier heel terloops de
vinger op een wel zeer wonde
plek in het maatschappelijk le
ven van onze twintigste eeuw,
waarover we het nu echter niet
zullen hebben, omdat de gedach
te die Couperus neerschreef bij
ons een andere gewekt heeft:
„Het lijkt wel of de moderne
mens alleen maar tot lezen kan
worden aangezet, als hem een
geschenk in het vooruitzicht
wordt gesteld". Deze Overweging
bracht ons er toe, voor een en
kele keer het becritiseren van
een bepaald boek achterwege te
laten en op het lectuurprobleem
in te gaan.
Men begrype ons niet ver
keerd. Deze gedachte is geens
zins ingegeven door enig anti
boekenweek gevoel, noch door
de mening dat het geven van
premies op zichzelf verkeerd
zou zijn. Het doet ons alleen
maar leed, dat de oppervlakkig
heid van de doorsnee mens zo
pijnlyk aan het licht komt. In-
plaats van zijn- eigen culturele
ontwikkeling vooraan te zetten,
inplaats de gelegenheid, die de
boekenweek hem biqdt, niet
beide handen aan te grijpen en
te profiteren van de uitgebreide
keus aan lectuur, legt hij zijn
hand op zijn beurs en denkt:
„Boeken?!"
De commissie die de Boeken
week organiseert, weet het en
zij wil er alles op zetten, om ook,
ja vooral de doorsnee mens, met
zijn hand op zijn portemonnaie,
te dwingen de boekwinkel bin
nen te stappen, juist nu, ja
vooral nu, met de Boekenweek.
Vandaar de premie, die de ban
den van de beurs moet losmaken
bij hen, die geld of oppervlakkig
vermaak boven het leven van
een goed boek stellen.
Tientallen mensen zijn dit jaar
voor het eerst wellicht, de boek
handel binnengestapt, met een
beter doel voor ogen dan het
kopen van een premiebriefkaart.
Honderden mensen hebben voor
de traditionele ene keer in 't
jaar f 3.90 voor een boek neer
geteld.
Prachtig!
We spraken er met een boek
handelaar over, een man, die in
boeken doet, omdat boeken zijn
liefde hebben. Hij straalde, niet
in de eerste plaats omdat hij zo
veel maal 3.90 had ontvangen,
maar omdat er zoveel mensen
belang hadden gesteld in boeken,
omdat hij hen had mogen helpen
bij het uitzoeken van een boek,
omdat hij bij hun inkoop
„Oeroeg", de premie van dit
jaar, had mogen voegen.
„En wat verwacht U nu?"
vroegen we, na zijn enthousiast
relaas. Hij keek even stil voor
zich uit en zei toen voorzichtig:
„Wel, misschien bekeren enkele
heidenen zich".
We zuchtten, toen keken we
elkaar aan en lachten een beet
je: „Ach ja, je kunt niet weten",
en toen voelden we het dubbel
goed, hier helpt geen academisch
a priori, hier is het Don Qui-
chotte-achtig, te willen, dat de
materialistische mens van de
twintigste eeuw, uit zuivere cul
turele overwegingen, tot het le
zen van boeken, laat staan van
'goede boeken zou komen. We
i geven het toe, schoorvoetend: we
weten het wel, zonder de pre
mie zou er waarschijnlijk geen
enkele portemonnaie-maniak de
boekwinkel zijn binnengestapt
en het bezoek tijdens de boeken
week zou ten hoogste iets bóven
het normale zijn gestegen. Daar
om, alles wel beschouwd, zijn
we blij om alles wat er gedaan
werd, om alles wat er gedaan
zal worden; blij omdat de men
sen, ook al kochten ze misschien
een prul voor hun 3*.90, toch
een goed boek als premie, ja
juist als premie, hebben meege
kregen. Want Oeroeg is een
werkje, dat stijlkwaliteiten bezit
en een manier om de dingen te
zeggen, die zeker een hart, dat
er ontvankelijk voor is, zal pak
ken en dan.... wie weet, heb
ben we er toch nog een paar
Boekenvrienden bijgekregen.