Literaire JjevuiL Heilige Land. Waar ligt de Schokkerwaard Rusland ging accoord met bezetting van Nederland en België. "üeeuwsch Dagblad TWEEDE BLAD Zaterdag 24 Januari 1948 GROEIENDE CHAOS Bioscoopbelasting 35 tot 50 pet. Ds van Lodensteyn over Indië CjZWO-ïlYltH, strijd Commissie van goede of van kwade diensten Reputatie Veiligheidsraad te grabbel gegooid. Soekarno verwacht steun van Tokio. IN HET Joden en Arabieren verhuizen naar veiliger streken. In sommige streken van het heilige land is iedere stap gevaar lijk. Achter iedere muur, achter ieder venster, achter iedere struik kunnen Joden of Arabieren verborgen zitten, die loeren op wraak. Ook de weinige buitenlanders, die in Palestina vertoeven, kunnen eigenlijk slechts onder bewaking door sommige streken reizen. De wet van het bloed, de wet van de wraak is afgekondigd en wordt in volle hevigheid uitgevoerd. Een ieder zal grote bewondering moeten hebben voor het handjevol Britse militairen, dat steeds weer opnieuw met gevaar voor eigen leven, poogt de kemphanen te scheiden. Nu eens staan zij aan de kant der Joden, dan weer moeten zij Arabieren helpen, die door de Joden worden overvallen. De laatste maanden van het Britse mandaat wegen zwaar en eisen bloed. men weigert te lossen. De haven Iedere stap is gevaarlijk Het officiële verliescijfer loopt thans tegen de duizend, doch men neemt aan, dat het wezenlijke aantal Joodse en Arabische slachtoffers in werkelijkheid minstens het dubbele is. Zelfs de begrafenis der slachtoffers is le vensgevaarlijk. De Joodse be graafplaats ligt ver buiten Jeru salem en de weg er heen biedt grote mogelijkheden voor de Arabische scherpschutters. Keer op keer vormen de Arabieren langs deze weg kleine overval- patrouilles, die zodra een begra fenisstoet in zicht komt, tot actie overgaan. Zelfs geen rust voor de doden. De Joden richten thans een nieuwe begraafplaats in op de westelijke helling van de Olijf berg, waarheen de route minder gevaarlijk is. Palestine biedt een treurige aanblik. Het economische leven ligt vrijwel stil. Er wordt nage noeg niet meer gewerkt. De brie venbestellers weigeren te wer ken. Een ieder, Jood of Arabier, die op straat moet werken, ver keert rondom Jeruzalem, Jaffa en Tel Aviv in doorlopend levens gevaar en legt er het bijltje bij neer. Eén actie veroorzaakt tien tallen anderen. En deze tientallen anderen veroorzaken wederom honderden grotere of kleinere moord- en plunderpartijen. Vele neringdoenden zijn thans bezig hun voorraden en bezittingen naar meer beveiligde oorden over te brengen. De winkels zijn ge sloten, de deuren afgegrendeld en gestut, de etalages dichtgetim merd. Autobussen rijden niet of zeer ongeregeld. En overal kraait de rode haan. Voor millioenen guldens gaat er in de vlammen op. Tot op heden groepeerde de strijd zich in en tussen Jeruza lem, Jaffa en Tel Aviv. De laat- van Haifa ligt vol met schepen. Beide bevolkingsgroepen hebben dringend behoefte aan de levens middelen, welke er in liggen op geslagen. Omvangrijke verhuizingen. De ernst van de toestand wordt wellicht het duidelijkst ge tekend door de enorme verhuizin gen. Joden, die in gebieden wo nen met een overwegend Arabi sche meerderheid, trekken weg naar Joodse centra. Transport middelen zijn schaars en de hon derden verhuizingen, die men da gelijks kan meemaken, geven dan ook een schril en somber beeld. Treurige tafereeltjes spelen zich af. En aan de Arabische zijde ge beurt hetzelfde. Het risico van de verhuizing is overigens zeer groot. Daarom vertrekt men in con- vooi. Niettemin worden ook de convooien grif aangevallen, de slachtoffers gedood en hun have tot goede buit verklaard. De woe dende orkaan, die hier is losge broken, sleept alles mee. Er wordt geleden in Palestina, geleden door beide partijen. Wat hier gebeurt, is een felle klacht tegen de onmacht der grote mo gendheden. Toch verlangen zowel Joden als Arabieren naar orde en rust. In beide kampen betwijfelt men echter of de rust binnen af zienbare tijd zal komen. De wild ste geruchten doen de ronde. Sensationele verhalen gaan van mond tot mond en geven weer moed. Sterke legertjes zwaar be wapende Arabieren dringen in steeds grotere getale het land binnen om hun broeders te hel pen. Dat schept geestdrift en hoop in het Arabische kamp en weer wordt er geschoten. De stemming van de Palestijnse Arabieren is evenwel in mineur. Al weet men de Arabische Liga achter zich, toonaangevende krin gen onderschatten de economische en straks wellicht de militaire macht der Verenigde Naties niet. Men vecht, men strijdt met een fanatieke haat en een fatalisti sche overtuiging. In het Joodse kamp. In het Joodse kamp is de stem ming evenwel anders. Objectieve beoordelaars menen te kunnen constateren, dat de Joodse bevol king vooral de laatste maanden een meer agressievere houding heeft aangenomen als het beste defensieve wapen. Men is zich bewust van eigen kracht. Daar toe is reden. Want niet minder dan 100.000 zwaar bewapende en goed geoefende vrijwilligers van eigen bloede staan gereed en zijn dag en nacht in touw. Men weet, dat de Ver. Naties achter het verdelingsplan staan en rekent daarom op hulp van buiten. Of ze komen zal? Inmiddels wordt het mooiste deel van het heilige land te vuur en te zwaard door beide partijen verwoest. In iedere groep rouwt men om zijn doden, iedere groep begint de gevolgen te voelen van de nationale verarming, van het stilvallen van het economische leven enin iedere groep ge looft men steeds meer dat het nog jaren zal duren voor de ge moederen weer tot rust zullen zijn gekomen. Geen Britse solda ten, geen militaire macht van de Ver. Naties kan het proces bespoedigen. Wanter is haat gezaaid Bevordering Nederlandse films. Naar gemeld wordt, heeft het departement van Binnen landse Zaken aan de gemeen ten een circulaire doen uitgaan, die zegt, dat de verhoging van de vermakelijkheidsbelasting tot 50 procent redelijk geacht moet worden. De minister acht het echter goed, dat van voor stellingen, waarin Nederlandse journaals en/of Nederlandse films tot een lengte van mini maal 500 meter (in elke voor stelling) vertoond worden, niet meer dan 35 procent belasting wordt geheven. Deze maatregel bevestigt, dat van overheidswege het grote belang van Nederlandse docu mentaire films en Nederlandse nieuws-journaals ten volle be seft wordt. Hij betekent een daadwerkelijke steun aan de Nederlandse filmindustrie, zon der echter de exploitanten, die beslist slechts buitenlandse J films en nieuwsreportages wen sen te draaien, de vrijheid daar toe te ontnemen. Definitieve naam voor de N. O. Polder. Er wordt daar wat groots verricht. Er zullen weinigen zijn die weten waar Nagele te vinden is of Rutten of Espel. Geen wonder. En toch staan ze op alle kaarten vande Schokkerwaard, die men al evenmin weet te vinden. De Schokkerwaard, aldus een speciale correspondent van „Gr. Arnhem", is de nieuwe en definitieve naam van de Noord-Oost polder. Knappe koppen van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Ge nootschap hebben nu eindelijk uitgemaakt, dat de aanvankelijk voorgestelde en reeds hier en daar in gebruik genomen naam Urkerland niet de ware is. Schokkerwaard moet dit nieuwe land heten. Binnenkort zal men het officieel vernemen. Een vreemde gast. Het Tweede Kamerlid Maenen heeft minister Gielen gevraagd, waarom toestemming werd ver leend aan Dr Kurt Ackerman uit Gronau om Nederland te be zoeken, terwijl hij lid is van het Bentheimse comité, dat op onbe schaamde wijze Nederlandse plaatsen Pruisisch noemt en ver langt, dat wij in België en Lux emburg gebiedsuitbreiding zoe ken. Belangrijke gegevens gepubliceerd. Het Amerikaanse Departement van Buitenlandse Zaken heeft thans gegevens gepubliceerd, afkomstig uit de archieven van het voormalige Duitse Departement van Buitenlandse Zaken, over de betrekkingen tussen Duitsland en de Sow jet-Unie in de periode van 1939 tot de Duitse invasie in Rusland in 1941. op steenkool- en olieconcessies op Noord-Sachalin. Betekenis van West- Duitsland voor ons land. In zijn getuigenis over het plan- ste dagen breidt de terreur zich Marshall heeft de republikeinse uit tot iedere streek, waar Ara bieren en Joden samen wonen. Plaatselijk doen zich ernstige voedseltekorten voor. Weliswaar is de aanvoer van overzee even groot als voor de troebelen, doch Bij het lezen van „De Hande lingen" trof het ons, dat Ds Zandt bij het debat over het Indische vraagstuk, om te bewijzen dat van Christelijke zijde reeds eeuwen ge leden bezwaren tegen de koloniale politiek werden aangevoerd, een beroep kon doen op Ds van Lo- densteijn. Deze predikant aldus Ds Zandt heeft niet geschroomd en dat vroeg waarlijk heel veel moed, omdat de magistraatspersonen toen zo machtig waren op de kansel in de Domkerk te Utrecht de Hoge Overheid des lands hun dure verplichting, ook ten aanzien van Indië onomwonden, en zonder aanzien des persoons voor te hou den. Onder meer zeggende, dat de Indische volken niet door ons als knechten dienden behandeld te worden, maar als een gelijkwaar dig volk, en dat er maar niet uit- Indië gehaald moest worden maar dat het de dure plicht der Over heid was daar het Evangelie te brengen. Had men zich aan de woorden van Ds van Lodensterjn gehouden en daarnaar zich ge dragen gewis, wij zouden niet in zulk een jammervolle toestand ge komen zijn als waarin wij ons thans bevinden. Nederland zou alsdan niet gezonken zijn van de hoogte waarop het eenmaal ge staan heeft het te zien zinken is smartelijk en pijnlijk voor elk een die zijn land liefheeft en ook Indië, dat zolang met ons ver bonden is geweest en dat wij het allerbeste toewensen, zou daarbij zeer wel gevaren zijn. Feuilleton. door H. Louren-e. 100) o— Het ronkende geluid wordt al zwaarder. De ruiten in de ra men rinkelen. Het wordt hem angstig te moede. Wat moet hij beginnen, als die lui in de vliegtuigen het in lrun hoofd krijgen, om hier bommen te gaan strooien? Hij ligt machteloos neer. Niemand zal hem kunnen helpen! 't Is alsof z'n geheugen op eens haarfijn oogescherpt wordt. Hij herinnert zich ue laatste ogenblikken, voor hij bij de bat terij het bewustzijn verloor. Het staat hem alles helder voor de geest. Hij weet de angst, die hem overviel, z'n hulpeloosheid, cmdat hij zich niet meer bewe gen kon Z'n wegzakken in het duister, dat hij vreesde stervende te zijn Z'n bidden En hij leeft!! Er ruist iets door z'n ziel, een brok, een fragment van' een oud lied. Wie zong dat? Het geeft niet! 'tls hem op dit ogenblik een lied uit de Hemel. „Jezus, mijn Heiland, groot is Uw liefde. '1is °f hij de stem hoort, mee zingt! z'n ziel zlnSt deskundige op het gebied van buitenlandse zaken, John Foster Dulles, voor de Amerikaanse se naatscommissie veor buitenlandse betrekkingen verklaard, dat het plan-Marshall een stap voor waarts naar de vrede betekent. Dulles noemde Engeland één van de belemmeringen voor de eenwording van de 16 landen van het plan-Marshall. Het Ver enigd Koninkrijk kon het er nog niet over eens worden, of het zich zou inzetten voor de conti nentale eenheid of voor de een heid met het rijk overzee. Dulles herinnerde aan Churchill's aan bod tijdens de oorlog voor een gemeenschappelijk Brits-Frans burgerschap, toen Engeland voor stander was van continentale eenheid. Thans verkeerde het in het onzekere hierover, ofschoon beseft werd dat er tóch een be slissing genomen moest worden. Voort zeide Dulles, dat het plan-Marshall niet kan slagen, tenzij het herstel van West-Duits- land krachtig ter hand genomen wordt. Dit was ook de voor waarde voor het economisch her stel van Nederland, België en Frankrijk. Nederland b.v. kon nog niet uitmaken, welke omvang het herstel van de havens zou moeten aannemen, indien het niet eerst op de hoogte was van de politiek t.a.v. Duitsland. „Indien de productie van staal door Frankrijk moet geschieden, zou Nederland zijn plannen voor de havens Rotterdam en Amster dam wel kunnen laten varen", aldus Dulles. Zijns inziens zou het Ameri kaanse ministerie van buitenland se zaken en niet de Amerikaanse bevelheber in Duitsland verant woordelijk moeten zijn voor de diplomatieke betrekkingen met de aan Duitsland grenzende lan den. tot redding van zon daars. Van mij ook, ja, van mij.... Maar die stem? Ach, hoe kon hij die stem vergeten. Ans! 't Is haar lievelingslied. Hoe vaak hoorde hij het haar zingen, vroeger al, heel vroe ger. 't Zingt in hem mee, nu ten volle. Dank, Here Je zus. God heeft niet gewild, dat hij daar bij de stukken onvoorbe reid stierf. Hij leeft nog, hij mag het we ten, Christus stierf ook voor hem. Hij heeft het niet verdiend. 't Is enkel Genade. Er wellen nog meer liederen op in z'n binnenste, liederen, die tante Francien zong, vroé- ger, toen hij nog als kind bij haar thuis was. Liederen, die haar geloof vertolken, liede- ren, gezongen de eeuwen door, door mensen in vreugd, door mensen in smart. Door mensen in stervensnood. Nu dringt de volle betekenis der woorden van de dokter pas tot hem door. „We zullen zien, of we je vandaag of morgen helpen kun nen We zullen zien.... En als het niet kan? t ls niet zeker, dat hulp mo gelijk is Dat hij toch sterven moet Dan zal hij.... zich.... bui gen Maar als het kanNog even.... tot hij het zeggen kan Deze gegevens hebben betrek king op een conferentie van Hitier en Molotof over de verdeling van de wereld in Russische, Duitse en Japanse invloedssferen, alsmede een verdeling van het Britse Im perium. Er was reeds een ontwerp-over- eenkomst opgesteld, waarin werd verklaard, dat de territoriale as piraties van de Sow jet-Unie ten Zuiden van dit rijk in de richting van de Indische Oceaan lagen. Deze overeenkomst is wel nooit getekend, maar later heeft Molo tof nog geëist, dat ook het gebied ten Zuiden van Batoem en Bakoe als centrum van Russische aspi raties zou worden erkend. Onder de documenten bevindt zich »ook een memorandum van een onderhoud van Hitler met de Japanse minister van Buitenland se Zaken Matsuoka van 27 Maart 1941, volgens het\yelk Hitler als S^'n overtuiging uitsprak, dat En geland de oorlog reeds verloren had, maar dat men alleen nog maar de geheime dienst daarvan moest overtuigen. In een ander memorandum werd er van Duitse zijde tegen gewaar schuwd, dat een oorlog met Rus land Engeland opnieuw morele kracht zou geven en dat een Duit se opmars zelfs tot Moskou en verder geen vrede zou brengen, doch Duitslands economische na delen zou bezorgen. In November 1940 trachtte Hit- Ier tijdens een bespreking met Molotof een coalitie tot stand te brengen tussen Duitsland, Rus land, Italië en Japan, daar deze landen alle voordeel willen hebben van het bankroet van het Britse Ryk. Duitsland wilde alleen zijn vroe gere gebieden in Centraal-Afrika terug hebben. Hitiers aspiraties concentreerden zich voornamelijk op Noord- en N.-Oost-Afrika. De Turkse betrekkingen met de geallieerden wilde men verbreken en met Turkije een overeenkomst aangaan. Molotof ging daarmede accoord op voorwaarde, dat de Duitse troepen direct uit Finland zouden worden teruggetrokken. Japan moest afzien van zijn aanspraken tegen Ans.... Dan, ja dan..,,, als het moet Het bloed begint te jagen. Z'n slapen kloppen. De knelling in z'n voorhoofd wordt knel- lender Aay sluit de ogen voor het helle licht. Dan verdwijnt de zaal, het scherm, alles wat hij zo zien kan, uit z'n gezichtsveld. Hij slaapt. Nog wat onrustig. Maar hij slaapt! Als de verpleegster na enige tijd om de hoek van het scherm kijkt, constateert zij het met voldoening. Zo is er kans op genezing voor hem. HOOFDSTUK 29. Naar zijn berekening moet het nu Zondag zijn. De verpleegster verzekerde Aay deze morgen, dat het Woensdag is. 't Zal wel zo zijn. Maar dan liggen er tussen die vreselijke Vrijdagmorgen en het ogenblik, dat hij werkelijk ge heel bij kennis kwam, drie da gen, waarvan hij niets afweet. Het scherm staat nog steeds om zijn bed, maar hij hoort af en toe stemmen. Daaruit leidt hij af, dat er minstens nog acht anderen op de zaal liggen, ge wonden, als hij zelf. Liggen ze elk afzonderlijk achter een scherm? Als dat niet zo is, hebben de anderen niet veel lust tot pra ten, want de meeste tijd is het stil. De dokter is zo juist geweest. Aay weet alleen, wat de man De overeenkomst is nimmer ge tekend en nauwelijks een maand later gaf Hitier zijn stafchefs aan wijzingen omtrent de „operatie Barbarossa". In de volgende we ken gaf de Sowjet-Unie herhaal delijk uitdrukking aan haar be zorgdheid over Duitse troepenbe wegingen in Bulgarije en Roeme nië. Uit de gepubliceerde gegevens blijkt voorts duidelyk, dat Rusland volkomen accoord ging met de Duitse offensieven in Scandinavië en de lage landen. Molotof deelde zelfs mede, dat de Sowjet-regering ten volle be greep, dat Duitsland gedwongen was maatregelen te nemen en dat de Engelsen zeker veel te ver wa ren gegaan. Tot besluit zei Molo tof: „Wij wensen Duitsland een volledig succes bij zijn defensieve maatregelen!" Op 18 Juni 1940 meldde de Duitse ambassadeur in Moskou aan zijn regering, dat Molotof hem bij zich had ontboden, om hem namens de Sow jetregering hartelijk geluk te wensen met het schitterend succes der Duitse strijdkrachten. Iu het tijdstip van bovenvermel de publicatie zien waarnemers te Washington een feit van grote diplomatieke betekenis, daar één en ander tot dusver geheim is ge houden, omdat het stotend voor de Sowjet-Unie zou kunnen zijn. Om nu op die dorpen terug te komen, ik zou het u voorlopig sterk afraden die leis te maken. Er zijn in deze 47.600 hectares metende droogmakerij 7 dorpen geprojecteerd (maar het zullen er vermoedelijk tien worden), waarvan er een, n.l. Emmel- oord, inmiddels werkelijk is verrezen, al wonen er nog lang geen 10.000 mensen; Marknesse, het tweede dorp, dat tussen Em- meloord en Vollenhove ligt, heeft ook „gestalte" gekregen, maar het ziet er wel heel an ders uit dan de stedebouwkun- dige plannenmakers bedoeld hadden. De directie van de N.O.P. heeft n.l. noodgedwongen haar stand punt ten aanzien van de bewo ning van dit nieuwe gebied los gelaten en tijdelijk maar wie weet voor hoelang' woonwa gens, woonschepen en aan par ticuliere vindingrijkheid ont sproten bouwsels toegelaten. Die zijn nu voornamelijk te Mark nesse geconcentreerd. Een ro mantische aanblik, die ook hier weer doet denken aan Ameri- ka's Middle-West, zoals wij dat kennen van de film. Alleen wordt er niet zoveel gescho ten Maar goed ook, zegt een Emmeloorder boer in het kof fiehuis aan het Harmen Visser plein, het centrum van de Schokkerwaardse hoofdstad, met wie ik over die dingen zit te praten. Ik zei het maar voor de aardigheid. Schieten is geen aardig heid. Ik moet er niet meer aan denken Wat bedoelt u? Ik bedoel die razzia van het najaar van 1944. U weet dat het hier vol onderduikers Nieuwe politieke partij? Een aantal voormalige leden van de Chr. Hist. Unie hebben na de bevrijding de Christelijke Volkspartij gesticht. Bij de ver kiezingen slaagden zij er niet in ergens zetels te veroveren. De voorzitter van deze partij heelt besprekingen gevoerd met de in partijverband gebleven leden van de Christelijke Democratische Unie. Naar wij vernemen is overeen stemming over een gezamenlijk programma bereikt. Binnenkort zal te Amsterdam een oprich tingsvergadering worden gehou den. van de wetenschap tegen hem gezegd heeft. Van de gesprek ken met de anderen heeft hij niets kunnen verstaan, 't Hin dert niet. Aay weet nu, dat zijn toe stand niet hopeloos is. Straks zal hij geholpen wor den. Hij schrikt wel wat voor dat ogenblik terug. Maar de dokter heeft verze kerd, dat het hem veel verlich ting geven zal. Dat is het voor naamste. De minste beweging veroor zaakt nu een ondraaglijke pijn. En dan de gedurige kwelling, die het bevochtigen van zijn lippen geeft. Wat zou hij wel niet willen geven voor een slok water! Een deur gaat open. Voetstap pen komen nader. Het scherm wordt naar één kant geschoven en bij z'n bed staan drie verpleegsters. Aan het voeteinde van het ledikant siaat een brancard. Aay ziet even rond. Om het bed naast hem staat een kamerscherm. Tegenover zich ziet hij een paar ledikan ten staan. Hij heeft geen tijd voor verdere observatie. Het volgende ogenblik wordt hij op genomen en op de brancard ge legd. De lust tot rondkijken is hem tegelijk benomen. Het overbrengen van het bed op de brancard, hoe voorzichtig ook gedaan, veroorzaakt een on draaglijke pijn. Een laken wordt over hem heen gelegd, dan wordt hij van de zaal gereden. (Wordt vervolgd.) Een schande voor het Kabinet. Naar aanleiding van wat de laatste dagen in Indië gebeurde schrijft „Trouw", na er op ge wezen te hebben, dat de C. v G D. de reputatie van de Vei ligheidsraad heeft te grabbel ge gooid: „Dit minderwaardig geknoei heet nu internationale interven tie. Een regering, die haar zelf respect nog niet geheel verlo ren heeft, neemt dit niet. In de overeenkomst, op de „Renville" gesloten, wordt aan de Commissie van Drie ook voor de toekomst bij de politieke on derhandelingen tussen Neder land en de Republiek een rol toebedeeld. Dat is in het licht van de nu aan de dag getreden feiten wel geheel onaanvaardbaar gewor den. Wij kunnen de belangen van Nederland en Indië bij een zo onbekwame en zo laten we zeggen onsportieve commissie niet veilig achten. En wij moeten ons nu ook ra dicaal distanciëren van de Re publiek. Zij heeft haar ware aard weer eens duidelijk ge demonstreerd. Eens te meer is haar genie pige onbetrouwbaarheid geble ken. De belangrijkste twee punten ir de hele Indische kwestie zijn de onbetrouwbaarheid en het bestaan zelf van de Republiek en de noodzakelijkheid dat Ne derland zijn verantwoordelijk heid in Indië zelf volledig voor zijn rekening neemt. Wij moeten de Indische kwes tie nu oplossen zonder de Com missie van Drie en zonder de Republiek Djokja. Van beide geldt thans: weg er me e." H. A. Lunshof zegt in ,.De Nederlander": „Wij hebben het naakte, het aangeklede en het werkelijke Linggadjati gekend. Thans zijn er ettelijke lezingen over de nieuwe overeenkomst. De rege ring kan niet eens vertellen, of hetgeen zij denkt overeengeko men te zijn, ook werkelijk over eengekomen is. Dit betekent, dat de personen uit het kabinet, welke deze niet overeengeko men overeenkomst sloten, inca pabel zijn tot enige daad van staatkunde. Zij hadden beter thuis kunnen blijven. Dan ware deze schande hun tenminste be spaard gebleven. En ons ook. Want het is tenslotte onze re gering, die internationaal ge sproken op dit ogenblik het fi guur slaat van een handelsrei ziger, die, thuiskomende, zijn orderboekje ergens heeft laten liggen. In deze vernedering van Beel c.s. verheugln we ons niet. Wij zat. De Duitsers wisten dat ook wel, maar ze lieten het maar zo, omdat het blijkbaar in hun kraam te pas kwam. Maar op een kwade dag® kwamen ze hier met een grote gewapende bende drijfjacht houden. Er zijn er ik weet niet hoeveel weggevoerd. En is daarbij geschoten? En of! Slachtoffers gevallen? Eén dode. Dat was Harmen Visser, naar wie d:t plein is ge noemd. Een jonge arbeider, die dacht, dat bij nog wel vluchten kon. Maar hoe vind je dekking hier in de vlakte? Nu kent iedereen zijn naam hier, maar hij had beter een onbekende arbeider kunnen blijven.... Harmen-Visserplein, eindsta tion van de autobuslijnen, die Emmeloord verbinden met Kam pen, Meppel, Lemmer en Wol- vega en over enige maanden met Urk. Een ruim plein met hoge zwartgeteerde roodgedekte houten gebouwen, prille boompjes en ouderwetse tele- loonpalen met draden naar alle kanten. De meeste straten, waar aan de 230 woningen staan, die Emmeloord thans telt, komen erop uit. Vriendelijke straten met frisse gordijntjes en rode bloemen achter de ramen, een oord van verkwikking in de woestenij. Van de 1700 boerderijen, die e" komen moeten, zijn er nu. 50 gereed! Ondertussen zijn er 100 verpacht, maar de pachters boerenzoons, die als pionier in de polder hébben gewerkt moeten voor het merendeel ge noegen nemen met een arbei derswoning en wat Belgische le- gerbarakken als schuren. De eigenlijke boerderijen komen later wel eens. Later Hoe lang zullen zij moeten wachten? Zij weten het niet, niemand kan het zeggen. Maar zij hebben het er voor over, deze vum Reuzel in de zeep. Reuzel in de zeep, dat is toch wel het nieuwste! Toch niet zegt de Voorlich tingsdienst van Economische Za ken. Voor de vervaardiging van zeep is nu eenmaal vet nodig en of dat nu reuzel is of een ander soort vet maakt weinig verschil. Een zeepfabrikant echter ver klaarde, dat men vóór de oorlog ook wel reuzel voor dit doel ge bruikte, maar dat hij het in deze tijd van schaarste ten hemel schreiend vindt. En een andere fabrikant zei, dat hy het onverantwoordelijk acht, dat voor de zeepfabricage reuzel beschikbaar wordt gesteld. Maar dit zijn natuurlijk mensen die hun tijd niet verstaan, en die geen oog hebben voor de zege ningen van de geleide eco nomie. De ene dienst is de andere waard. Soekarno is nog niet vergeten de goede diensten die hij gedu rende de oorlog aan de Jappen heeft bewezen. Hoe hij toen ijverig heeft mee gewerkt om de Jappen de over winning te bezorgen en de Ja panse overheersing van de Indi sche bevolking te bevestigen. Om gekeerd verwacht hij nu ook dat de Japanners bereid zullen zijn de vroegere groot-collaborateur een handje te helpen. Onze Haagse correspondent meldt daaromtrent: In de Japanse hoofdstad is het eerste nummer verschenen van het maandblad „Indonesië", dat gedeeltelijk in het Japans en ge deeltelijk in het Maleis verschijnt. Op de voorpagina zien we het stralend gezicht van Soekarno. In het eerste artikel wordt de aandacht gevestigd op de vriend schap tussen Indonesië en Japan (Ozo) en het economische belang dat beide landen hebben. Indo nesië wil agrarische producten uitvoeren in ruil voor machines. Het blad constateert voorts dat het een genoegen is voor het In donesische volk om vriendschap pelijke betrekkingen te hebben geheide Schokkerwaarder met Japan, dat beschikt over boeren! Zij trotseren de onvol maaktheid, de onherbergzaam heid en de verlatenheid van dit iand om er iets groots te ver richten op de bodem van wat eens een stuk Zuiderzee was. Maar daaraan herinnert niets meer dan dat ene bordje boven de ramen aan een geve! te Em- meioofd, waarop s-.aat hoe hoog er vroeger de zee stond. technische kennis en vaardigheid. (Ja, dat hebben de Indonesiërs wel ondervonden. Red.) Voorts wordt er nog een uit eenzetting gegeven van het ver drag van Linggadjati. Voor het geval u het nog niet wist: de re publiek is een souvereine staat en regeert over geheel Indonesië erkend door de regering van Den Haag. „Een Bosje van Dit" door Ina van den Bengel. Uitgeverij „Elsevier" Amsterdam. De oorlog en zijn veelvuldige specten is voor veel talenten, grote zowel als kleine, bron van inspiratie geweest bij het schep pen van heel wat werk, dat na '40 is verschenen. Het blijft na tuurlijk een open vraag, of het niet beter ware geweest, dat de meeste van die novellen, dicht bundels en romans ongeschre ven waren gebleven; alleen wil len wij wel vaststellen, dat er in deze, aan het oorlogsgebeuren ontstane productie heel wat ge vonden wordt dat minderwaar dig is. Men versta ons niet verkeerd. Het gaat er niet om, of het boek, dat de nood der tijden onder woorden tracht te brengen, lie ver niet geschreven werd; het gaat er om, of de schrijver van ;o'n boek, het waarlijk moést scheppen. En als we de z.g. oor logsliteratuur dan onder de loupe nemen, geloven we, dat menig schrijver uit sensatie- of andere lust geschreven heeft, eerder dan uit innerlijke nood zaak. Wij vragen toch van een boek, dat het in de eerste plaats geschreven is, omdat de auteur niet na kon laten, datgene te zeggen, wat hij ons meedeelt. Wij eisen eerlijkheid van de schrijver. Wil hij zijn werk daarenboven als „Kunst" aan bieden, dan mogen wij tevgns van hem verlangen, dat hij zijn schepping in een schone vorm giet. Dit gezegd zijnde, willen we ons een ogenblik met het boek van Ina van den Bengel bezig houden, dat zij heel suggestief: „Een Bosje van Dit" heeft ge noemd. De uitgeverij Elsevier vermeldt, dat de schrijfster, die een tijdlang hospitante in een tloemenzaak is geweest en die, tijdens de bezetting, 33 maan den heeft ondergedoken geze ten, haar boek over mensen en bloemen in die onderduikers- periode heeft geschreven. U ziet het, het zou heel mak kelijk zijn geweest, deze 33 maanden te benutten om iets over het verzet, iiet onderdui ken of iets dergelijks te schrij ven. Ina van den Bengel heeft dit niet gedaan. Waarom niet? Wel heel eenvoudig, omdat zij in de eerste plaats moest zeggen. wat er diep in haar hart leefde, achten dit een zo grote schande en dat waren herinneringen aan en een blijk van zulke schaam-1 betere dagen. Die herinneringen teloze onbenulligheid, dat het hebben zich gekristaliseerd rond ens met verder lust, over deze een bepaald moment, haar werk Excellenties deze morgen één woord te schrijven." nog Het s.s. „Volendam", met ruim 1100 militairen aan boord, wordt morgenochtend vroeg te Rotter dam verwacht. De ontscheping zal Direct en zakelijk, zeer objec- om 10.00 uur een aanvang nemen. t:ef is het geschreven, terwijl de als verkoopster in een bloemen zaak. Het verkwikkende van dit boekje is, dat het geen spoor van de banale actualiteit bevat. Het brengt ons alleen in con tact met mensen en bloemen. milde humor, die overal door straalt, de levensechtheid van deze schetsjes prachtig accen tueert. Ina van den Bengel be grijpt de mensenin hun klein heid, in hun verborgenheid, in hun mens-zijn; en haar lach is er een van iemand die de men sen aanvaardt, zoals ze zijn, ook al had ze hen misschien graag wel eens anders gezien. Maar, niet altijd handhaaft de humor zich. Een enkele maal proeft men de wrangheid van het cynisme, dat weliswaar slechts zelden voorkomt, maar dat ons om twee redenen minder kan bekoren. Ten eerste, omdat het afbreuk doet aan de levensaan vaarding, waarvan het boekje spreekt. Ten tweede omdat we de indruk krijgen, dat Ina van den Bengel het niet kan laten, wereldwijs te oen, het is alsof zij ons duidelijk wil laten mer ken, dat zij de mensen „door heeft", zoals b.v. in de twee laatste schetsjes var. het stukje „Drie Vrouwen". Gelukkig blijft dit echter uit zondering, zoals de lezer mer ken zal, die zich in dit werkje zal verdiepen; en dat zal hij wel moeten doen, als hij er ten minste kennis mee wil maken. Immers, gezien het feit, dat het boek uit een reeks aparte schets jes bestaat, die slechts door een heel losse draad, n.l. de gang der seizoenen, min of meer met elkaar verbonden zijn, is het heel moeilijk de inhoud van het geheel weer te geven. Maar, ook al is er geen verhaal om na te vertellen, toch zijn er fijne trek jes, die ons bijblijven, zoals het meesterlijke eerste stukje, waarin wij de mens zien zoals hij is door.... de bloemen die bij koopt. „Wat een man, die zo een prachtplant koopt voor zijn vrouw. Wat een vrouw, die haar komt ruilen." En dan is daar die heerlijk warm-aandoende schets „Len te", waarin eerst een jongetje voor Moeders verjaardag, en dan een vader met zijn dochter „voor Oma" bloemen komen kopen. Iïet is levensoptimisme van de beste, van de zuiverste soort. In het weergeven van de vreugde om het goede, het mooie van het leven, is het boekje het gaafst. Een schrijf ster, die van nature een rijk- ontwikkeld gevoel voor humor bezit, hoeft niet cynisch te doen. Deze levensvreugde, dit begrijpen van de mens, en het snelle, bewegel.jke, echt mo derne proza, waarin deze blijd schap en dit begrip ons worden geboden, maken het lezen van „Een Bosje van Dit" over waard. A. C.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1948 | | pagina 5