Literaire JjevuiL
Heilige Land.
Waar ligt de Schokkerwaard
Rusland ging accoord met bezetting
van Nederland en België.
"üeeuwsch Dagblad
TWEEDE BLAD
Zaterdag 24 Januari 1948
GROEIENDE CHAOS
Bioscoopbelasting
35 tot 50 pet.
Ds van Lodensteyn over Indië
CjZWO-ïlYltH, strijd
Commissie van goede
of van kwade diensten
Reputatie Veiligheidsraad
te grabbel gegooid.
Soekarno verwacht
steun van Tokio.
IN HET
Joden en Arabieren verhuizen naar veiliger streken.
In sommige streken van het heilige land is iedere stap gevaar
lijk. Achter iedere muur, achter ieder venster, achter iedere struik
kunnen Joden of Arabieren verborgen zitten, die loeren op wraak.
Ook de weinige buitenlanders, die in Palestina vertoeven, kunnen
eigenlijk slechts onder bewaking door sommige streken reizen.
De wet van het bloed, de wet van de wraak is afgekondigd en
wordt in volle hevigheid uitgevoerd.
Een ieder zal grote bewondering moeten hebben voor het
handjevol Britse militairen, dat steeds weer opnieuw met gevaar
voor eigen leven, poogt de kemphanen te scheiden. Nu eens staan
zij aan de kant der Joden, dan weer moeten zij Arabieren helpen,
die door de Joden worden overvallen. De laatste maanden van
het Britse mandaat wegen zwaar en eisen bloed.
men weigert te lossen. De haven
Iedere stap is gevaarlijk
Het officiële verliescijfer loopt
thans tegen de duizend, doch men
neemt aan, dat het wezenlijke
aantal Joodse en Arabische
slachtoffers in werkelijkheid
minstens het dubbele is. Zelfs de
begrafenis der slachtoffers is le
vensgevaarlijk. De Joodse be
graafplaats ligt ver buiten Jeru
salem en de weg er heen biedt
grote mogelijkheden voor de
Arabische scherpschutters. Keer
op keer vormen de Arabieren
langs deze weg kleine overval-
patrouilles, die zodra een begra
fenisstoet in zicht komt, tot actie
overgaan. Zelfs geen rust voor
de doden. De Joden richten thans
een nieuwe begraafplaats in op
de westelijke helling van de Olijf
berg, waarheen de route minder
gevaarlijk is.
Palestine biedt een treurige
aanblik. Het economische leven
ligt vrijwel stil. Er wordt nage
noeg niet meer gewerkt. De brie
venbestellers weigeren te wer
ken. Een ieder, Jood of Arabier,
die op straat moet werken, ver
keert rondom Jeruzalem, Jaffa
en Tel Aviv in doorlopend levens
gevaar en legt er het bijltje bij
neer. Eén actie veroorzaakt tien
tallen anderen. En deze tientallen
anderen veroorzaken wederom
honderden grotere of kleinere
moord- en plunderpartijen. Vele
neringdoenden zijn thans bezig
hun voorraden en bezittingen
naar meer beveiligde oorden over
te brengen. De winkels zijn ge
sloten, de deuren afgegrendeld en
gestut, de etalages dichtgetim
merd. Autobussen rijden niet of
zeer ongeregeld. En overal kraait
de rode haan. Voor millioenen
guldens gaat er in de vlammen
op.
Tot op heden groepeerde de
strijd zich in en tussen Jeruza
lem, Jaffa en Tel Aviv. De laat-
van Haifa ligt vol met schepen.
Beide bevolkingsgroepen hebben
dringend behoefte aan de levens
middelen, welke er in liggen op
geslagen.
Omvangrijke verhuizingen.
De ernst van de toestand
wordt wellicht het duidelijkst ge
tekend door de enorme verhuizin
gen. Joden, die in gebieden wo
nen met een overwegend Arabi
sche meerderheid, trekken weg
naar Joodse centra. Transport
middelen zijn schaars en de hon
derden verhuizingen, die men da
gelijks kan meemaken, geven dan
ook een schril en somber beeld.
Treurige tafereeltjes spelen zich
af. En aan de Arabische zijde ge
beurt hetzelfde. Het risico van de
verhuizing is overigens zeer groot.
Daarom vertrekt men in con-
vooi. Niettemin worden ook de
convooien grif aangevallen, de
slachtoffers gedood en hun have
tot goede buit verklaard. De woe
dende orkaan, die hier is losge
broken, sleept alles mee.
Er wordt geleden in Palestina,
geleden door beide partijen. Wat
hier gebeurt, is een felle klacht
tegen de onmacht der grote mo
gendheden. Toch verlangen zowel
Joden als Arabieren naar orde
en rust.
In beide kampen betwijfelt
men echter of de rust binnen af
zienbare tijd zal komen. De wild
ste geruchten doen de ronde.
Sensationele verhalen gaan van
mond tot mond en geven weer
moed. Sterke legertjes zwaar be
wapende Arabieren dringen in
steeds grotere getale het land
binnen om hun broeders te hel
pen. Dat schept geestdrift en
hoop in het Arabische kamp en
weer wordt er geschoten. De
stemming van de Palestijnse
Arabieren is evenwel in mineur.
Al weet men de Arabische Liga
achter zich, toonaangevende krin
gen onderschatten de economische
en straks wellicht de militaire
macht der Verenigde Naties niet.
Men vecht, men strijdt met een
fanatieke haat en een fatalisti
sche overtuiging.
In het Joodse kamp.
In het Joodse kamp is de stem
ming evenwel anders. Objectieve
beoordelaars menen te kunnen
constateren, dat de Joodse bevol
king vooral de laatste maanden
een meer agressievere houding
heeft aangenomen als het beste
defensieve wapen. Men is zich
bewust van eigen kracht. Daar
toe is reden. Want niet minder
dan 100.000 zwaar bewapende en
goed geoefende vrijwilligers van
eigen bloede staan gereed en zijn
dag en nacht in touw. Men weet,
dat de Ver. Naties achter het
verdelingsplan staan en rekent
daarom op hulp van buiten. Of
ze komen zal?
Inmiddels wordt het mooiste
deel van het heilige land te vuur
en te zwaard door beide partijen
verwoest. In iedere groep rouwt
men om zijn doden, iedere groep
begint de gevolgen te voelen van
de nationale verarming, van het
stilvallen van het economische
leven enin iedere groep ge
looft men steeds meer dat het
nog jaren zal duren voor de ge
moederen weer tot rust zullen
zijn gekomen. Geen Britse solda
ten, geen militaire macht van
de Ver. Naties kan het proces
bespoedigen. Wanter is haat
gezaaid
Bevordering Nederlandse films.
Naar gemeld wordt, heeft
het departement van Binnen
landse Zaken aan de gemeen
ten een circulaire doen uitgaan,
die zegt, dat de verhoging van
de vermakelijkheidsbelasting
tot 50 procent redelijk geacht
moet worden. De minister acht
het echter goed, dat van voor
stellingen, waarin Nederlandse
journaals en/of Nederlandse
films tot een lengte van mini
maal 500 meter (in elke voor
stelling) vertoond worden, niet
meer dan 35 procent belasting
wordt geheven.
Deze maatregel bevestigt, dat
van overheidswege het grote
belang van Nederlandse docu
mentaire films en Nederlandse
nieuws-journaals ten volle be
seft wordt. Hij betekent een
daadwerkelijke steun aan de
Nederlandse filmindustrie, zon
der echter de exploitanten, die
beslist slechts buitenlandse
J films en nieuwsreportages wen
sen te draaien, de vrijheid daar
toe te ontnemen.
Definitieve naam voor de N. O. Polder.
Er wordt daar wat groots verricht.
Er zullen weinigen zijn die weten waar Nagele te vinden is
of Rutten of Espel. Geen wonder. En toch staan ze op alle
kaarten vande Schokkerwaard, die men al evenmin weet
te vinden.
De Schokkerwaard, aldus een speciale correspondent van „Gr.
Arnhem", is de nieuwe en definitieve naam van de Noord-Oost
polder. Knappe koppen van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Ge
nootschap hebben nu eindelijk uitgemaakt, dat de aanvankelijk
voorgestelde en reeds hier en daar in gebruik genomen naam
Urkerland niet de ware is. Schokkerwaard moet dit nieuwe land
heten. Binnenkort zal men het officieel vernemen.
Een vreemde gast.
Het Tweede Kamerlid Maenen
heeft minister Gielen gevraagd,
waarom toestemming werd ver
leend aan Dr Kurt Ackerman
uit Gronau om Nederland te be
zoeken, terwijl hij lid is van het
Bentheimse comité, dat op onbe
schaamde wijze Nederlandse
plaatsen Pruisisch noemt en ver
langt, dat wij in België en Lux
emburg gebiedsuitbreiding zoe
ken.
Belangrijke gegevens gepubliceerd.
Het Amerikaanse Departement van Buitenlandse Zaken heeft
thans gegevens gepubliceerd, afkomstig uit de archieven van het
voormalige Duitse Departement van Buitenlandse Zaken, over de
betrekkingen tussen Duitsland en de Sow jet-Unie in de periode
van 1939 tot de Duitse invasie in Rusland in 1941.
op steenkool- en olieconcessies op
Noord-Sachalin.
Betekenis van West-
Duitsland
voor ons land.
In zijn getuigenis over het plan-
ste dagen breidt de terreur zich Marshall heeft de republikeinse
uit tot iedere streek, waar Ara
bieren en Joden samen wonen.
Plaatselijk doen zich ernstige
voedseltekorten voor. Weliswaar
is de aanvoer van overzee even
groot als voor de troebelen, doch
Bij het lezen van „De Hande
lingen" trof het ons, dat Ds Zandt
bij het debat over het Indische
vraagstuk, om te bewijzen dat van
Christelijke zijde reeds eeuwen ge
leden bezwaren tegen de koloniale
politiek werden aangevoerd, een
beroep kon doen op Ds van Lo-
densteijn.
Deze predikant aldus Ds Zandt
heeft niet geschroomd en
dat vroeg waarlijk heel veel moed,
omdat de magistraatspersonen
toen zo machtig waren op de
kansel in de Domkerk te Utrecht
de Hoge Overheid des lands hun
dure verplichting, ook ten aanzien
van Indië onomwonden, en zonder
aanzien des persoons voor te hou
den. Onder meer zeggende, dat de
Indische volken niet door ons als
knechten dienden behandeld te
worden, maar als een gelijkwaar
dig volk, en dat er maar niet uit-
Indië gehaald moest worden maar
dat het de dure plicht der Over
heid was daar het Evangelie te
brengen. Had men zich aan de
woorden van Ds van Lodensterjn
gehouden en daarnaar zich ge
dragen gewis, wij zouden niet in
zulk een jammervolle toestand ge
komen zijn als waarin wij ons
thans bevinden. Nederland zou
alsdan niet gezonken zijn van de
hoogte waarop het eenmaal ge
staan heeft het te zien zinken
is smartelijk en pijnlijk voor elk
een die zijn land liefheeft en
ook Indië, dat zolang met ons ver
bonden is geweest en dat wij het
allerbeste toewensen, zou daarbij
zeer wel gevaren zijn.
Feuilleton.
door H. Louren-e.
100) o—
Het ronkende geluid wordt al
zwaarder. De ruiten in de ra
men rinkelen.
Het wordt hem angstig te
moede.
Wat moet hij beginnen, als
die lui in de vliegtuigen het in
lrun hoofd krijgen, om hier
bommen te gaan strooien? Hij
ligt machteloos neer. Niemand
zal hem kunnen helpen!
't Is alsof z'n geheugen op
eens haarfijn oogescherpt
wordt.
Hij herinnert zich ue laatste
ogenblikken, voor hij bij de bat
terij het bewustzijn verloor. Het
staat hem alles helder voor de
geest. Hij weet de angst, die
hem overviel, z'n hulpeloosheid,
cmdat hij zich niet meer bewe
gen kon Z'n wegzakken in het
duister, dat hij vreesde stervende
te zijn
Z'n bidden
En hij leeft!!
Er ruist iets door z'n ziel, een
brok, een fragment van' een
oud lied.
Wie zong dat?
Het geeft niet!
'tls hem op dit ogenblik een
lied uit de Hemel.
„Jezus, mijn Heiland, groot is
Uw liefde.
'1is °f hij de stem hoort,
mee zingt! z'n ziel zlnSt
deskundige op het gebied van
buitenlandse zaken, John Foster
Dulles, voor de Amerikaanse se
naatscommissie veor buitenlandse
betrekkingen verklaard, dat het
plan-Marshall een stap voor
waarts naar de vrede betekent.
Dulles noemde Engeland één
van de belemmeringen voor de
eenwording van de 16 landen
van het plan-Marshall. Het Ver
enigd Koninkrijk kon het er nog
niet over eens worden, of het
zich zou inzetten voor de conti
nentale eenheid of voor de een
heid met het rijk overzee. Dulles
herinnerde aan Churchill's aan
bod tijdens de oorlog voor een
gemeenschappelijk Brits-Frans
burgerschap, toen Engeland voor
stander was van continentale
eenheid. Thans verkeerde het in
het onzekere hierover, ofschoon
beseft werd dat er tóch een be
slissing genomen moest worden.
Voort zeide Dulles, dat het
plan-Marshall niet kan slagen,
tenzij het herstel van West-Duits-
land krachtig ter hand genomen
wordt. Dit was ook de voor
waarde voor het economisch her
stel van Nederland, België en
Frankrijk. Nederland b.v. kon
nog niet uitmaken, welke omvang
het herstel van de havens zou
moeten aannemen, indien het niet
eerst op de hoogte was van de
politiek t.a.v. Duitsland.
„Indien de productie van staal
door Frankrijk moet geschieden,
zou Nederland zijn plannen voor
de havens Rotterdam en Amster
dam wel kunnen laten varen",
aldus Dulles.
Zijns inziens zou het Ameri
kaanse ministerie van buitenland
se zaken en niet de Amerikaanse
bevelheber in Duitsland verant
woordelijk moeten zijn voor de
diplomatieke betrekkingen met
de aan Duitsland grenzende lan
den.
tot redding van zon
daars.
Van mij ook, ja, van mij....
Maar die stem?
Ach, hoe kon hij die stem
vergeten.
Ans!
't Is haar lievelingslied.
Hoe vaak hoorde hij het haar
zingen, vroeger al, heel vroe
ger.
't Zingt in hem mee, nu ten
volle. Dank, Here Je
zus.
God heeft niet gewild, dat hij
daar bij de stukken onvoorbe
reid stierf.
Hij leeft nog, hij mag het we
ten, Christus stierf ook voor
hem.
Hij heeft het niet verdiend.
't Is enkel Genade.
Er wellen nog meer liederen
op in z'n binnenste, liederen,
die tante Francien zong, vroé-
ger, toen hij nog als kind bij
haar thuis was. Liederen, die
haar geloof vertolken, liede-
ren, gezongen de eeuwen door,
door mensen in vreugd, door
mensen in smart. Door mensen
in stervensnood.
Nu dringt de volle betekenis
der woorden van de dokter pas
tot hem door.
„We zullen zien, of we je
vandaag of morgen helpen kun
nen
We zullen zien....
En als het niet kan?
t ls niet zeker, dat hulp mo
gelijk is
Dat hij toch sterven moet
Dan zal hij.... zich.... bui
gen
Maar als het kanNog
even.... tot hij het zeggen kan
Deze gegevens hebben betrek
king op een conferentie van Hitier
en Molotof over de verdeling van
de wereld in Russische, Duitse en
Japanse invloedssferen, alsmede
een verdeling van het Britse Im
perium.
Er was reeds een ontwerp-over-
eenkomst opgesteld, waarin werd
verklaard, dat de territoriale as
piraties van de Sow jet-Unie ten
Zuiden van dit rijk in de richting
van de Indische Oceaan lagen.
Deze overeenkomst is wel nooit
getekend, maar later heeft Molo
tof nog geëist, dat ook het gebied
ten Zuiden van Batoem en Bakoe
als centrum van Russische aspi
raties zou worden erkend.
Onder de documenten bevindt
zich »ook een memorandum van
een onderhoud van Hitler met de
Japanse minister van Buitenland
se Zaken Matsuoka van 27 Maart
1941, volgens het\yelk Hitler als
S^'n overtuiging uitsprak, dat En
geland de oorlog reeds verloren
had, maar dat men alleen nog
maar de geheime dienst daarvan
moest overtuigen.
In een ander memorandum werd
er van Duitse zijde tegen gewaar
schuwd, dat een oorlog met Rus
land Engeland opnieuw morele
kracht zou geven en dat een Duit
se opmars zelfs tot Moskou en
verder geen vrede zou brengen,
doch Duitslands economische na
delen zou bezorgen.
In November 1940 trachtte Hit-
Ier tijdens een bespreking met
Molotof een coalitie tot stand te
brengen tussen Duitsland, Rus
land, Italië en Japan, daar deze
landen alle voordeel willen hebben
van het bankroet van het Britse
Ryk.
Duitsland wilde alleen zijn vroe
gere gebieden in Centraal-Afrika
terug hebben. Hitiers aspiraties
concentreerden zich voornamelijk
op Noord- en N.-Oost-Afrika.
De Turkse betrekkingen met de
geallieerden wilde men verbreken
en met Turkije een overeenkomst
aangaan.
Molotof ging daarmede accoord
op voorwaarde, dat de Duitse
troepen direct uit Finland zouden
worden teruggetrokken. Japan
moest afzien van zijn aanspraken
tegen Ans.... Dan, ja dan..,,,
als het moet
Het bloed begint te jagen.
Z'n slapen kloppen. De knelling
in z'n voorhoofd wordt knel-
lender
Aay sluit de ogen voor het
helle licht.
Dan verdwijnt de zaal, het
scherm, alles wat hij zo zien
kan, uit z'n gezichtsveld.
Hij slaapt.
Nog wat onrustig.
Maar hij slaapt!
Als de verpleegster na enige
tijd om de hoek van het scherm
kijkt, constateert zij het met
voldoening.
Zo is er kans op genezing
voor hem.
HOOFDSTUK 29.
Naar zijn berekening moet
het nu Zondag zijn.
De verpleegster verzekerde
Aay deze morgen, dat het
Woensdag is.
't Zal wel zo zijn.
Maar dan liggen er tussen die
vreselijke Vrijdagmorgen en het
ogenblik, dat hij werkelijk ge
heel bij kennis kwam, drie da
gen, waarvan hij niets afweet.
Het scherm staat nog steeds
om zijn bed, maar hij hoort af
en toe stemmen. Daaruit leidt
hij af, dat er minstens nog acht
anderen op de zaal liggen, ge
wonden, als hij zelf.
Liggen ze elk afzonderlijk
achter een scherm?
Als dat niet zo is, hebben de
anderen niet veel lust tot pra
ten, want de meeste tijd is het
stil.
De dokter is zo juist geweest.
Aay weet alleen, wat de man
De overeenkomst is nimmer ge
tekend en nauwelijks een maand
later gaf Hitier zijn stafchefs aan
wijzingen omtrent de „operatie
Barbarossa". In de volgende we
ken gaf de Sowjet-Unie herhaal
delijk uitdrukking aan haar be
zorgdheid over Duitse troepenbe
wegingen in Bulgarije en Roeme
nië.
Uit de gepubliceerde gegevens
blijkt voorts duidelyk, dat Rusland
volkomen accoord ging met de
Duitse offensieven in Scandinavië
en de lage landen.
Molotof deelde zelfs mede, dat
de Sowjet-regering ten volle be
greep, dat Duitsland gedwongen
was maatregelen te nemen en dat
de Engelsen zeker veel te ver wa
ren gegaan. Tot besluit zei Molo
tof: „Wij wensen Duitsland een
volledig succes bij zijn defensieve
maatregelen!"
Op 18 Juni 1940 meldde de
Duitse ambassadeur in Moskou
aan zijn regering, dat Molotof
hem bij zich had ontboden, om
hem namens de Sow jetregering
hartelijk geluk te wensen met het
schitterend succes der Duitse
strijdkrachten.
Iu het tijdstip van bovenvermel
de publicatie zien waarnemers te
Washington een feit van grote
diplomatieke betekenis, daar één
en ander tot dusver geheim is ge
houden, omdat het stotend voor
de Sowjet-Unie zou kunnen zijn.
Om nu op die dorpen terug te
komen, ik zou het u voorlopig
sterk afraden die leis te maken.
Er zijn in deze 47.600 hectares
metende droogmakerij 7 dorpen
geprojecteerd (maar het zullen
er vermoedelijk tien worden),
waarvan er een, n.l. Emmel-
oord, inmiddels werkelijk is
verrezen, al wonen er nog lang
geen 10.000 mensen; Marknesse,
het tweede dorp, dat tussen Em-
meloord en Vollenhove ligt,
heeft ook „gestalte" gekregen,
maar het ziet er wel heel an
ders uit dan de stedebouwkun-
dige plannenmakers bedoeld
hadden.
De directie van de N.O.P. heeft
n.l. noodgedwongen haar stand
punt ten aanzien van de bewo
ning van dit nieuwe gebied los
gelaten en tijdelijk maar wie
weet voor hoelang' woonwa
gens, woonschepen en aan par
ticuliere vindingrijkheid ont
sproten bouwsels toegelaten. Die
zijn nu voornamelijk te Mark
nesse geconcentreerd. Een ro
mantische aanblik, die ook hier
weer doet denken aan Ameri-
ka's Middle-West, zoals wij dat
kennen van de film. Alleen
wordt er niet zoveel gescho
ten
Maar goed ook, zegt een
Emmeloorder boer in het kof
fiehuis aan het Harmen Visser
plein, het centrum van de
Schokkerwaardse hoofdstad, met
wie ik over die dingen zit te
praten.
Ik zei het maar voor de
aardigheid.
Schieten is geen aardig
heid. Ik moet er niet meer aan
denken
Wat bedoelt u?
Ik bedoel die razzia van
het najaar van 1944. U weet
dat het hier vol onderduikers
Nieuwe politieke partij?
Een aantal voormalige leden
van de Chr. Hist. Unie hebben
na de bevrijding de Christelijke
Volkspartij gesticht. Bij de ver
kiezingen slaagden zij er niet in
ergens zetels te veroveren. De
voorzitter van deze partij heelt
besprekingen gevoerd met de in
partijverband gebleven leden van
de Christelijke Democratische
Unie.
Naar wij vernemen is overeen
stemming over een gezamenlijk
programma bereikt. Binnenkort
zal te Amsterdam een oprich
tingsvergadering worden gehou
den.
van de wetenschap tegen hem
gezegd heeft. Van de gesprek
ken met de anderen heeft hij
niets kunnen verstaan, 't Hin
dert niet.
Aay weet nu, dat zijn toe
stand niet hopeloos is.
Straks zal hij geholpen wor
den.
Hij schrikt wel wat voor dat
ogenblik terug.
Maar de dokter heeft verze
kerd, dat het hem veel verlich
ting geven zal. Dat is het voor
naamste.
De minste beweging veroor
zaakt nu een ondraaglijke pijn.
En dan de gedurige kwelling,
die het bevochtigen van zijn
lippen geeft. Wat zou hij wel
niet willen geven voor een slok
water!
Een deur gaat open. Voetstap
pen komen nader.
Het scherm wordt naar één
kant geschoven en bij z'n bed
staan drie verpleegsters. Aan
het voeteinde van het ledikant
siaat een brancard.
Aay ziet even rond.
Om het bed naast hem staat
een kamerscherm. Tegenover
zich ziet hij een paar ledikan
ten staan. Hij heeft geen tijd
voor verdere observatie. Het
volgende ogenblik wordt hij op
genomen en op de brancard ge
legd. De lust tot rondkijken is
hem tegelijk benomen.
Het overbrengen van het bed
op de brancard, hoe voorzichtig
ook gedaan, veroorzaakt een on
draaglijke pijn.
Een laken wordt over hem
heen gelegd, dan wordt hij van
de zaal gereden.
(Wordt vervolgd.)
Een schande voor het
Kabinet.
Naar aanleiding van wat de
laatste dagen in Indië gebeurde
schrijft „Trouw", na er op ge
wezen te hebben, dat de C. v
G D. de reputatie van de Vei
ligheidsraad heeft te grabbel ge
gooid:
„Dit minderwaardig geknoei
heet nu internationale interven
tie. Een regering, die haar zelf
respect nog niet geheel verlo
ren heeft, neemt dit niet.
In de overeenkomst, op de
„Renville" gesloten, wordt aan
de Commissie van Drie ook voor
de toekomst bij de politieke on
derhandelingen tussen Neder
land en de Republiek een rol
toebedeeld.
Dat is in het licht van de nu
aan de dag getreden feiten wel
geheel onaanvaardbaar gewor
den.
Wij kunnen de belangen van
Nederland en Indië bij een zo
onbekwame en zo laten we
zeggen onsportieve commissie
niet veilig achten.
En wij moeten ons nu ook ra
dicaal distanciëren van de Re
publiek. Zij heeft haar ware
aard weer eens duidelijk ge
demonstreerd.
Eens te meer is haar genie
pige onbetrouwbaarheid geble
ken.
De belangrijkste twee punten
ir de hele Indische kwestie zijn
de onbetrouwbaarheid en het
bestaan zelf van de Republiek
en de noodzakelijkheid dat Ne
derland zijn verantwoordelijk
heid in Indië zelf volledig voor
zijn rekening neemt.
Wij moeten de Indische kwes
tie nu oplossen zonder de Com
missie van Drie en zonder de
Republiek Djokja.
Van beide geldt thans: weg
er me e."
H. A. Lunshof zegt in
,.De Nederlander":
„Wij hebben het naakte, het
aangeklede en het werkelijke
Linggadjati gekend. Thans zijn
er ettelijke lezingen over de
nieuwe overeenkomst. De rege
ring kan niet eens vertellen, of
hetgeen zij denkt overeengeko
men te zijn, ook werkelijk over
eengekomen is. Dit betekent, dat
de personen uit het kabinet,
welke deze niet overeengeko
men overeenkomst sloten, inca
pabel zijn tot enige daad van
staatkunde. Zij hadden beter
thuis kunnen blijven. Dan ware
deze schande hun tenminste be
spaard gebleven. En ons ook.
Want het is tenslotte onze re
gering, die internationaal ge
sproken op dit ogenblik het fi
guur slaat van een handelsrei
ziger, die, thuiskomende, zijn
orderboekje ergens heeft laten
liggen.
In deze vernedering van Beel
c.s. verheugln we ons niet. Wij
zat. De Duitsers wisten dat ook
wel, maar ze lieten het maar zo,
omdat het blijkbaar in hun
kraam te pas kwam. Maar op
een kwade dag® kwamen ze hier
met een grote gewapende bende
drijfjacht houden. Er zijn er ik
weet niet hoeveel weggevoerd.
En is daarbij geschoten?
En of!
Slachtoffers gevallen?
Eén dode. Dat was Harmen
Visser, naar wie d:t plein is ge
noemd. Een jonge arbeider, die
dacht, dat bij nog wel vluchten
kon. Maar hoe vind je dekking
hier in de vlakte? Nu kent
iedereen zijn naam hier, maar
hij had beter een onbekende
arbeider kunnen blijven....
Harmen-Visserplein, eindsta
tion van de autobuslijnen, die
Emmeloord verbinden met Kam
pen, Meppel, Lemmer en Wol-
vega en over enige maanden
met Urk. Een ruim plein met
hoge zwartgeteerde roodgedekte
houten gebouwen, prille
boompjes en ouderwetse tele-
loonpalen met draden naar alle
kanten. De meeste straten, waar
aan de 230 woningen staan, die
Emmeloord thans telt, komen
erop uit. Vriendelijke straten
met frisse gordijntjes en rode
bloemen achter de ramen, een
oord van verkwikking in de
woestenij.
Van de 1700 boerderijen, die
e" komen moeten, zijn er nu.
50 gereed! Ondertussen zijn er
100 verpacht, maar de pachters
boerenzoons, die als pionier
in de polder hébben gewerkt
moeten voor het merendeel ge
noegen nemen met een arbei
derswoning en wat Belgische le-
gerbarakken als schuren. De
eigenlijke boerderijen komen
later wel eens.
Later
Hoe lang zullen zij moeten
wachten? Zij weten het niet,
niemand kan het zeggen. Maar
zij hebben het er voor over,
deze
vum
Reuzel in de zeep.
Reuzel in de zeep, dat is toch
wel het nieuwste!
Toch niet zegt de Voorlich
tingsdienst van Economische Za
ken. Voor de vervaardiging van
zeep is nu eenmaal vet nodig en
of dat nu reuzel is of een ander
soort vet maakt weinig verschil.
Een zeepfabrikant echter ver
klaarde, dat men vóór de oorlog
ook wel reuzel voor dit doel ge
bruikte, maar dat hij het in deze
tijd van schaarste ten hemel
schreiend vindt.
En een andere fabrikant zei,
dat hy het onverantwoordelijk
acht, dat voor de zeepfabricage
reuzel beschikbaar wordt gesteld.
Maar dit zijn natuurlijk mensen
die hun tijd niet verstaan, en die
geen oog hebben voor de zege
ningen van de geleide eco
nomie.
De ene dienst is de
andere waard.
Soekarno is nog niet vergeten
de goede diensten die hij gedu
rende de oorlog aan de Jappen
heeft bewezen.
Hoe hij toen ijverig heeft mee
gewerkt om de Jappen de over
winning te bezorgen en de Ja
panse overheersing van de Indi
sche bevolking te bevestigen. Om
gekeerd verwacht hij nu ook dat
de Japanners bereid zullen zijn
de vroegere groot-collaborateur
een handje te helpen.
Onze Haagse correspondent
meldt daaromtrent:
In de Japanse hoofdstad is het
eerste nummer verschenen van
het maandblad „Indonesië", dat
gedeeltelijk in het Japans en ge
deeltelijk in het Maleis verschijnt.
Op de voorpagina zien we het
stralend gezicht van Soekarno.
In het eerste artikel wordt de
aandacht gevestigd op de vriend
schap tussen Indonesië en Japan
(Ozo) en het economische belang
dat beide landen hebben. Indo
nesië wil agrarische producten
uitvoeren in ruil voor machines.
Het blad constateert voorts dat
het een genoegen is voor het In
donesische volk om vriendschap
pelijke betrekkingen te hebben
geheide Schokkerwaarder met Japan, dat beschikt over
boeren! Zij trotseren de onvol
maaktheid, de onherbergzaam
heid en de verlatenheid van dit
iand om er iets groots te ver
richten op de bodem van wat
eens een stuk Zuiderzee was.
Maar daaraan herinnert niets
meer dan dat ene bordje boven
de ramen aan een geve! te Em-
meioofd, waarop s-.aat hoe hoog
er vroeger de zee stond.
technische kennis en vaardigheid.
(Ja, dat hebben de Indonesiërs
wel ondervonden. Red.)
Voorts wordt er nog een uit
eenzetting gegeven van het ver
drag van Linggadjati. Voor het
geval u het nog niet wist: de re
publiek is een souvereine staat
en regeert over geheel Indonesië
erkend door de regering van Den
Haag.
„Een Bosje van Dit" door Ina van den
Bengel. Uitgeverij „Elsevier" Amsterdam.
De oorlog en zijn veelvuldige
specten is voor veel talenten,
grote zowel als kleine, bron van
inspiratie geweest bij het schep
pen van heel wat werk, dat na
'40 is verschenen. Het blijft na
tuurlijk een open vraag, of het
niet beter ware geweest, dat de
meeste van die novellen, dicht
bundels en romans ongeschre
ven waren gebleven; alleen wil
len wij wel vaststellen, dat er in
deze, aan het oorlogsgebeuren
ontstane productie heel wat ge
vonden wordt dat minderwaar
dig is.
Men versta ons niet verkeerd.
Het gaat er niet om, of het boek,
dat de nood der tijden onder
woorden tracht te brengen, lie
ver niet geschreven werd; het
gaat er om, of de schrijver van
;o'n boek, het waarlijk moést
scheppen. En als we de z.g. oor
logsliteratuur dan onder de
loupe nemen, geloven we, dat
menig schrijver uit sensatie- of
andere lust geschreven heeft,
eerder dan uit innerlijke nood
zaak. Wij vragen toch van een
boek, dat het in de eerste plaats
geschreven is, omdat de auteur
niet na kon laten, datgene te
zeggen, wat hij ons meedeelt.
Wij eisen eerlijkheid van de
schrijver. Wil hij zijn werk
daarenboven als „Kunst" aan
bieden, dan mogen wij tevgns
van hem verlangen, dat hij zijn
schepping in een schone vorm
giet.
Dit gezegd zijnde, willen we
ons een ogenblik met het boek
van Ina van den Bengel bezig
houden, dat zij heel suggestief:
„Een Bosje van Dit" heeft ge
noemd. De uitgeverij Elsevier
vermeldt, dat de schrijfster, die
een tijdlang hospitante in een
tloemenzaak is geweest en die,
tijdens de bezetting, 33 maan
den heeft ondergedoken geze
ten, haar boek over mensen en
bloemen in die onderduikers-
periode heeft geschreven.
U ziet het, het zou heel mak
kelijk zijn geweest, deze 33
maanden te benutten om iets
over het verzet, iiet onderdui
ken of iets dergelijks te schrij
ven. Ina van den Bengel heeft
dit niet gedaan. Waarom niet?
Wel heel eenvoudig, omdat zij
in de eerste plaats moest zeggen.
wat er diep in haar hart leefde,
achten dit een zo grote schande en dat waren herinneringen aan
en een blijk van zulke schaam-1 betere dagen. Die herinneringen
teloze onbenulligheid, dat het hebben zich gekristaliseerd rond
ens met verder lust, over deze een bepaald moment, haar werk
Excellenties deze morgen
één woord te schrijven."
nog
Het s.s. „Volendam", met ruim
1100 militairen aan boord, wordt
morgenochtend vroeg te Rotter
dam verwacht. De ontscheping zal Direct en zakelijk, zeer objec-
om 10.00 uur een aanvang nemen. t:ef is het geschreven, terwijl de
als verkoopster in een bloemen
zaak.
Het verkwikkende van dit
boekje is, dat het geen spoor
van de banale actualiteit bevat.
Het brengt ons alleen in con
tact met mensen en bloemen.
milde humor, die overal door
straalt, de levensechtheid van
deze schetsjes prachtig accen
tueert. Ina van den Bengel be
grijpt de mensenin hun klein
heid, in hun verborgenheid, in
hun mens-zijn; en haar lach is
er een van iemand die de men
sen aanvaardt, zoals ze zijn, ook
al had ze hen misschien graag
wel eens anders gezien. Maar,
niet altijd handhaaft de humor
zich. Een enkele maal proeft
men de wrangheid van het
cynisme, dat weliswaar slechts
zelden voorkomt, maar dat ons
om twee redenen minder kan
bekoren. Ten eerste, omdat het
afbreuk doet aan de levensaan
vaarding, waarvan het boekje
spreekt. Ten tweede omdat we
de indruk krijgen, dat Ina van
den Bengel het niet kan laten,
wereldwijs te oen, het is alsof
zij ons duidelijk wil laten mer
ken, dat zij de mensen „door
heeft", zoals b.v. in de twee
laatste schetsjes var. het stukje
„Drie Vrouwen".
Gelukkig blijft dit echter uit
zondering, zoals de lezer mer
ken zal, die zich in dit werkje
zal verdiepen; en dat zal hij
wel moeten doen, als hij er ten
minste kennis mee wil maken.
Immers, gezien het feit, dat het
boek uit een reeks aparte schets
jes bestaat, die slechts door een
heel losse draad, n.l. de gang
der seizoenen, min of meer met
elkaar verbonden zijn, is het
heel moeilijk de inhoud van het
geheel weer te geven. Maar, ook
al is er geen verhaal om na te
vertellen, toch zijn er fijne trek
jes, die ons bijblijven, zoals het
meesterlijke eerste stukje,
waarin wij de mens zien zoals
hij is door.... de bloemen die
bij koopt.
„Wat een man, die zo een
prachtplant koopt voor zijn
vrouw.
Wat een vrouw, die haar komt
ruilen."
En dan is daar die heerlijk
warm-aandoende schets „Len
te", waarin eerst een jongetje
voor Moeders verjaardag, en dan
een vader met zijn dochter „voor
Oma" bloemen komen kopen.
Iïet is levensoptimisme van de
beste, van de zuiverste soort.
In het weergeven van de
vreugde om het goede, het
mooie van het leven, is het
boekje het gaafst. Een schrijf
ster, die van nature een rijk-
ontwikkeld gevoel voor humor
bezit, hoeft niet cynisch te
doen. Deze levensvreugde,
dit begrijpen van de mens, en
het snelle, bewegel.jke, echt mo
derne proza, waarin deze blijd
schap en dit begrip ons worden
geboden, maken het lezen van
„Een Bosje van Dit" over
waard. A. C.