in de iang van de dnivel. De „Grote Beer" liep binnen. U/e>u coHce^ttcaiieka^v Rumoer over een mimstersbenoeming. Meer dan twee millioen personen in 1947 over de Zeeuwse stromen vervoerd. fewöHMti s-tcifd Krijgsverrichtingen der Kon. Landmacht. {wwwid dcol Tujji cjfans Cultuurtechnische Dienst. Belasting op vermaak. Wat een Nederlander in Hitler-land ondervond Te boek gesteld door J. W. Ooms IX, Eindelijk stopte de vrachtauto, waarin Akkerman en drie-en- ve... lig andere gevangenen werden vervoerd. De achterdeur van de vrachtwagen werd door de bewakers geopend en allen moesten uit de auto komen. Nu zagen ze, waar ze gebracht waren: bij een spoorwegstation. Nadat de gevangenen allen uit de auto waren gestapt en op bevel met vieren naast elkaar waren gaan staan, bemerkten de bewakers, dat de drie ljjken nog in de wagen lagen. De SS-ers riepen met een bulderstem, of er Polen bjj de groep gevangenen waren. Niemand deed zjjn mond open of kwam naar voren. Waren er dan Bussen bjj? Een man met een donkere baard en met kinderlijk schuchtere ogen kwam aarzelend naar voren. De bewakers moesten echter nog een persoon hebben. Waren er soms nog meer Bussen aanwezig? De gevangenen bleven roerloos staan. Zo, er waren dus geen Bussen meer? Waren er dan Hol landers bij? Akkerman was de enige. On willig trad hij uit de groep. Hij kreeg opdracht om samen met de Rus de lijken uit de auto te dragen en in een vervallen loods terzijde van het stationsempla cement te brengen. Akkerman bleef echter staan, roerloos. Toen kwam één der be wakers met opgeheven vuist op hem af. Akkerman toonde zijn polsen: hij was geboeid en dus niet in staat om de opdracht uit te voeren. De bewaker vloekte en maakte toen nijdig de boeien los. Daarop gingen Akkerman en de Rus weer in de auto om de lijken weg te dragen. Op dit ogen blik viel er een schot. Akkerman keerde zich snel om en zag nog juist, hoe de Belg, zijn celgenoot tijdens de nacht, onzeker in de lucht greep met zijn handen en toen voorover viel. Hij was dode lijk getroffen. Hoewel hij geboeid was, had hjj een ontvluchtings poging gewaagd; de hunkering naar de vrijheid en de angst voor wat er met hem zou gaan gebeu ren, hadden hem er toe gebracht, om het te proberen, doch hij be taalde deze poging met zijn leven. TREINBEIS NAAB DE VERSCHRIKKING De gevangenen werden in een goederenwagen gestopt. Akker man werd niet opnieuw geboeid en ogenblikkelijk kreeg hij ont vluchtingsgedachten. Weliswaar bleven er Duitse soldaten bij de ingang van de wagen op wacht staan, maar misschien zou onder weg een mogelijkheid tot ont vluchten zich voordoen. Akker man was natuurlijk niet de eni ge, die aan ontvluchten dacht. In al de hoofden van die inter nationale groep gevangenen wa ren gedachten aan een vlucht. Ontvluchten... Helaas, er kwam geen enkele kans. Op zeker ogen blik werden de deuren van de goederenwagen afgegrendeld en de trein zette zich in beweging en hiermede was de laatste kier van het venster, dat uitzicht gaf op de vrijheid, gesloten. Als bees ten, als volkomen overbodig, ja, hinderlijk materiaal, werden de gevangenen weggevoerd. Het was een treinreis naar de verschrik king. Gedurende de reis kreeg een Tsjech een aanval van krank zinnigheid. Hjj sloeg, schopte en brulde en stootte telkens een naam uit, waarin een oneindig liefelijke klank lag besloten. Het was Akkerman duidelijk, dat het de naam van een vrouw moest zijn Met grote moeite wist men de Tsjech te overmeesteren. Later werd hij kalmer, zó kalm zelfs, dat men er zich over verwonder de. Tenslotte was het een Frans man, die ontdekte, dat de man koud begon te wordenToen was het -leven reeds uit het lichaam gevaren. De treinreis eindigde waar de gevangenen het hadden ver wacht: in een concentratiekamp. Met knotsen werden de gevange nen uit de goederenwagens naar het kamp gedreven. Zij gingen de weg, die al zo velen vóór hen waren gegaan; en ook na hen zouden nog velen als vee het kamp worden Ingedreven, waar de verschrikking, de vernietiging wachtte in de vreselijkste vorm. Hier regeerde het toegeschroei- de geweten en in feite was het dus de gewetenloosheid, die hier opperheerschappij bezat. Voor be wakers was dit oord een paradijs des duivels. Hier kon men de dierlijke wreedheid spuien op weerloze gevangenen. De mense lijkheid was bij het kampcomman do volkomen verdwenen. Of was het misschien een super-menselijk heid, die zich hier openbaarde? De zonde van heerschappij en doodslag vierde hier de gruwe lijkste triomphen. Het resultaat van het nationaal-socialisme werd hier openbaar. Concentratie kampen, marteling, vernietiging, levensnormen, die in haar kraam te pas komen. De goddelijke wet der naastenliefde is een woord, dat niet kan voorkomen in een woordenboek van een dictatoriaal geregeerd land. In de plaats daar van komt: macht over de naaste. Duitsland heeft ons de verschrik kelijke juistheid er van aan getoond. Rusland toont het nog al is men daar geraffineerder in het verbergen van het kwaad. De Christen echter zal niet te ver afstand nemen van kapo's, schar- fuhrers en dergelijke lieden, om dat hjj weet, dat de mens geneigd is tot alle kwaad. Hij erkent het als een genade, als hij mag wor den behoed voor grote uitbreken de zonden, zoals onze vaderen dit kernachtig hebben uitgedrukt. En wij hebben er mede schuld aan, dat er kapo's konden zijn en beulen. Het nationaal-socialisme het communisme en elk ander goddeloos-isme zijn onze aankla gers. Wij hebben als Christenen onze roeping verwaarloosd en daarmede een kans laten voor bijgaan. Ons geloof is geen zou tend zout geweest, wij hebben ons in slaap gesust. De macht van satan is door ons onderschat; wij hebben gemeend, dat de gru welen, die hebben plaats gevon den in de donkere middeleeuwen, niet meer konden plaats grijpen. Wij hebben gesteund op cultuur en beschaving en er de ogen voor gesloten, dat de mens zondaar is en geneigd tot het kwade. Cul tuur en beschaving waren de krukken waar wij ons op voortbe wogen. Die krukken zijn gebroken en nu zal de wereld tot het besef moeten komen, dat alleen bij God nog steun te vinden is. De ver vlakking, die zich op alle terrei nen des levens openbaart, geeft ernstige reden tot nadenken. De verpaupering, de ondergang zet zich voort en geen enkel plan, geen menselijk vernuft, geen tech niek, kan deze neergang tegen houden. Tot de Wet en tot de Getuigenis, ziehier de enige re medie voor deze doodzieke we reld. Het is het code-woord, dat redding betekent. Het verschrik kelijke evenwel is, dat zelfs de christenen er liever geen gebruik van maken op werkdagen. De Pinkstergeest is niet levendig in ons. De tongen van vuur zijn ver dwenen en wij stellen ons tevre den met vonkende luciferknoppen. Jakob Akkerman zegt na een geruime tijd van stilte: Pas toen ik ten tweede male in een concentratiekamp' kwam, besefte ik, principieel verkeerd te hebben gehandeld door niet van het begin af aan door onder te duiken mij aan de arbeidsinzet te hebben ont trokken. Eerst had ik me laten bepraten door mijn vrouw, ten slotte durfde ik zelf de risico van het onderduiken niet te aanvaar den en hierin ben ik slap geweest, dat moet ik nu eerlijk erkennen. Ik heb in Duitsland gesaboteerd, maar tenslotte heb lk er ook ge werkt. Dit is mijn fout. Ik knik, Persoonlijk heb ik mij nooit kunnen verzoenen met het feit, dat Nederlanders, hoewel door brieven en aanzeggingen ge dwongen, zich naar Duitsland He ten voeren om daar te werken. En af zal elk geval tenslotte af zonderlijk moeten worden bezien in het raam van de persoonlijke omstandigheden, toch blijft de vraag, of velen niet te spoedig de weg van de minste weerstand hebben gekozen. Al moet hier dan ook weer onmiddellijk aan wor den toegevoegd, dat de vijand met die arbeidsinzet zeer geraffineerd te werk ging. Aanvankelijk kon van een massaal verzet van de Nederlanders geen sprake zijn, daar de Duitser niet overging tot een massale wegvoering van ar beidskrachten uit Nederland. Aanvankelijk ging het bij stukjes en beetjes, hoogstens een trein te gelijk. In zekere zin bleef de ar beider dus alleen staan. Pas toen in Januari '45 een massa-wegvoe ring dreigde, kwam er ook een massaal verzet. Zo is Jakob Ak kerman feitelijk een slachtoffer geworden van de Duitse strategie op dit gebied. Maar In nog veel ernstiger ma te is hij slachtoffer van de nazi- kliek geworden. Want in het con centratiekamp, waar hij een num mer werd, begonnen de verschrik kingen eerst in alle omvang: hon ger, marteling, sadisme kreeg hij te ervaren. (Wordt vervolgd.) Grote ontstemming bij de P. v. d. A. „De Volkskrant" wist te melden dat voor de portefeuille van Eco nomische Zaken is aangezocht het Eerste Kamerlid prof. dr J. R. M. van den Brink, hoogleraar in de economische wetenschappen aan de Nijmeegse Universiteit. Dit bericht bleek juist te zijn, maar de heer v. d. Brink heeft nog geen beslissing genomen. Bij de P. v. d. A. is hierdoor grote ontstemming gewekt. De leidende figuren staan op hun achterste benen. Begrijpelijk. De heer Huysmans stond in de rode hoek al slecht aangeschreven omdat hij een ver klaard tegenstander is en voor het particuliere initiatief ruim baan wil maken. Met een zucht van verlichting zag men deze man heengaan. Maar nu is prof. v. d. Brink aangezocht van wie het heet dat hij in de K.V.P. zo mogelijk nog „rechter" staat dan de heer Huys mans. Waarbij dan nog komt, dat hij in de Eerste Kamer herhaal delijk blijk gaf, dat hij op prin- cipieel-economische gronden van de politiek van minister Lieftinck niets moet hebben. Geen wonder dat men in de P. v. d. A. slecht te spreken is. „Het Vrije Volk" heeft al de opmerking gemaakt, dat de mi nisterraad-hier eerst nog eens zal moeten spreken. Met zevenhonderd vrolijke jongens. (Van onze speciale verslaggever.) Wederom smaakte Amsterdam het genoegen een groep militairen te mogen ontvangen, die hun diensttijd in Indië hebben volbracht. Met de „Grote Beer" kwamen ze naar huis, de jongens welke nu ongeveer twee jaar geleden als de eerstelingen van het Neder landse leger naar Indië vertrokken. Maar het vaderland begroette niet alleen deze vrijwilligers doch tevens een aantal zieke mili tairen. Wij waren tegenwoordig bij de ontscheping van de „Grote Beer" en telden onder de scheepbevolking van ruim zevenhonderd man 150 zieken. Zo op het eerste oog lijkt dit verre van prettig. Een hospitaal schip doet immers aan een zie kenhuis denken en dat is niet direct een plaats waar men voor zijn plezier vertoeft! De werke lijkheid was gelukkig zonniger. Het waren 700 vrolijke jongens, die van 23 December tot en met 15 Januari tot de passagiers van 'de „Grote Beer" behoorden. Want één heerlijke gedachte koesterden zowel de zieken als de gezonden: We gaan naar huis! Deze gedachte was voor de zie ken op zichzelf al een medicijn. Denkt U zich in: amper drie da gen op weg naar het vaderland hadden op de „Grote Beer" reeds omvangrijke verhuizingen plaats. Telkens konden tientallen jon gens de hospitaalafdeling ver laten, teneinde verder „bij de troep" de reis mede te maken. Dat wil niet zeggen dat deze jon gens genezen waren. Maar zij konden althans zichzelf verzor gen. Het aantal zieken slonk ge durende de zeereis van 381 tot 150 en van deze 150 mochten er 'ci linia recta huiswaarts; de overigen werden in hospitalen of ziekenhuizen opgenomen. On der de 84 gelukkigen bevinden zich diverse patiënten, die, na een kort verblijf thuis, opnieuw ender behandeling komen. Doch eerst even naar huis, omdat de spanning niet nodeloos worde vergroot. Operatie bij snelle vaart. De reis met de „Grote Beer" was daarom zo prettig, omdat men geen werkelijk ernstige zie ken aan boord had. Het stoorde dus helemaal niet dat de Kon. Militaire Kapel feestmuziek liet horen tijdens de momenten waarop de liggende patiënten in een overdekte brancard per kraan van boord werden gehe sen. Deze methode paste men voor het eerst toe om te voorko men, dat de zieken bij het aan wal brengen heen en weer ge schud worden, hetgeen anders onvermijdelijk het geval is. Op zee deed men de aange naamste ervaringen met de zie ken op. Zij hadden in Indië alle maal in hospitalen vertoeft, waar hun herstel zeer langzaam of in het geheel niet vorderde. De zee lucht bekwam de jongens zo goed, dat hun eetlust sterk toe nam. De militairen, die door het missen van een lichaamsdeel in het gebruiken van andere li chaamsdelen werden geoefend, slaagden daarin wonderwel. Er waren er, die aan boord vlot leerden schrijven met hun lin kerhand of zelfs wel met hun tenen! Hoewel de „Grote Beer" over een volledige hospitaal-aceomo- datie beschikte en zo nodig de grootste operaties verricht kon den worden, behoefde men slechts eenmaal de operatieka mer te ontsluiten. Dat was op Oudejaarsdag. Een der aanwezi gen wilde blijkbaar het nieuwe jaar niet ingaan met zijn blin de darm, weshalve men deze darm verwijderde. Dat dit in volle zee geschiedde is niets bij zonders maar wel, dat het schip zijn vaart niet behoefde te ver minderen. De „Grote Beer" be schikt n.l. over een stoomtur bine en trilt daardoor niet. Een operatie op een trillend schip is uiteraard onbestaanbaar; voor zo'n gelegenheid werden de sche pen stilgelegd. 'Maar in dit geval voer het schip met een vaart van achttien knopen door. Gauw naar huis! Dr A. D. W. Tilanus, die be last was met de medische ver zorging aan boord, deelde ons mede, dat ongeveer het derde deel der aanwezige zieken tot de oorlogsgewonden gerekend moet worden. De eerste hospi taalschepen vervoerden meer pa tiënten van de psychiater. Deze oorlogsgewonden worden zoveel mogelijk overgebracht naar het militair herstellingsoord te Doorn. Nadat de ontscheping was be gonnen werden de jongens snel in de gelegenheid gesteld naar huis te gaan En juichend erden de mannen het land in. Hun taak als vrijwilliger was volbracht. Met blijdschap gingen ze een nieuwe toekomst tegemoet. Professor Piccard gaat weer experimenteren. Professor August Piccard, de bekende Belgische geleerde en stratospheeronderzoeker, zal naar Italië gaan om deel te nemen aan onderzoekingen, die door een Italiaans geleerde, prof. Pietro Vassena, diep onder water zullen worden gehouden. Prof. Vassena, heeft een duik boot laten bouwen, die in ge wone omstandigheden op een diepte van 1100 voet vaart, maar maximum tot 2500 voet kan komen. De onderzeeër, de „CCC 3", ligt gereed om in het Comomeer onder te duiken. De boot is 8 meter lang en de ma chines en wetenschappelijke in strumenten nemen zoveel ruimte in beslag, dat er slechts voor twee mannen zitplaatsen zijn. Boven water zorgt een petro- leummotor van 40-50 paarde- kracht voor de voortbeweging en onder water een electrisehe machine van 20 paardekracht. De boot kan gemakkelijk 20 uur onder water blijven. De „CCC 3" is de derde duik boot van dit type, die prof. Vas sena liet bouwen. De Duitschers namen de eerste en de Fascis ten de tweede weg. Dit jaar 2500 gezinnen naar Canada. Ongeveer 2500 Nederlandse ge zinnen, tezamen 10.000 boeren, boerinnen en hun kinderen ver trekken dit jaar naar Canada. De afvaart van het eerste schip is bepaald op 12 Maart aanstaande. Dit wordt de „Kota Inten", nog steeds Ingericht ais troepentrans portschip met verbeterde acco modate. In totaal worden twaalf reizen door dit schip en de „Tabinta", elk met 700 tot 800 passagiers aan boord, gemaakt. Daarbij komt dan waarschijnlijk een reis met de ,,Volendam", die ruim dui zend passagiers kan meenemen. Van Canada zou de „Volendam" dan 1500 mennonieten naar Zuid- Amerika brengen en van Buenos Aires af 500 Tsjechen mee terug nemen naar Europa. De 10.000 Nederlanders, die dit jaar zullen emigreren, worden zo wel van Nederlandse als Canadese zijde beschouwd als voorlopers van een nog veel grotere stroom. In sommige kringen verwacht men zelfs in 1949 het dubbele aan tal. Cijfermateriaal is over het algemeen „droog", maar wanneer men kennis neemt van de vervoerscijfers der Provinciale Stoom bootdiensten in 1947 en die vergelijkt met voorafgaande jaren, dan blijkt er leven in te zitten. In vergelijking met 1939 b.v. is het vervoer verdrievoudigd en in 1947 werden meer dan 600.000 personen meer vervoerd dan in het voorafgaande jaar. Hieronder volgen de cijfers van 1939, 1946 en 1947, zowel van de passagiers als van de auto's. Aantal vervoerde passagiers. 1939 1946 1947 Vlissingen-Breskens 362.832 748.326 922.574 Terneuzen-Hoedekenskerke 96.099 38.699 160.332 Kruiningen-Perkpolder 116.651 566.748 827.882 Zierikzee-Katsche Veer 50.484 108.513 117.856 Kortgene-Wolphaartsdijk 138.130 203.885 233.442 Veere-Kamperland 24.045 52.567 62.776 Totaal 788.241 1.718.738 2.324.862 Aantal vervoerde auto's. Vlissingen-Breskens Terneuzen-Hoedekenskerke Kruiningen-Perkpolder Zierikzee-Katsche Veer Kortgene-Wolphaartsdijk Totaal 47.992 6.250 19.331 6.111 22.555 38.394 69.741 4.343 18.216 79.426 141.634 9.101 28.877 102.239 130.694 259.038 Feuilleton. door H-. Lourense. 95. Niet te gauw terug naar huis. Dan loopt het in de gaten! Gejaagd fietst Ans de Kerk- weg af. Ze is zeker een drie kwartier v/eg gebleven. Zou Aay nog wachten bij het kruispunt? Als hij weggegaan is, kan ze het hem niet kwalijk nemen. Aan het eind van de Kerkweg ziet ze niemand. Doorrijden maar? Ze stapt toch even af. Dan komt Aay uit de scha duw van de kerkmuren te voor schijn, met de fiets aan de hand. Hij zal wel wat ontstemd zijn over haar lang uitblijven. „Wat jij maar even noemt, zeg!" „Ik kan het niet helpen. Als je bij Rodenburg binnen bent, la ten ze je gewoon riet gaan." „Je had me toch wel kunnen zeggen, dat je daarheen moest?" Klinkt er achterdocht in die woorden? „Och jalaten we maar op stappen." Ze rijden naast elkaar. Aay zoekt naar woorden. Nu moet hij zijn kans benut- Hoewel op de lijn Terneuzen-Hoedekenskerke het s.s. „Konings plaat" dienst doet is vervoer van auto's hier nog niet mogelijk doordat de aanlegplaatsen te Terneuzen en te Hoedekenskerke daarvoor nog niet geschikt zijn. Bij bovenstaande cijfers moet in aanmerking worden genomen, dat in het begin van het jaar alle diensten (behalve Kruiningen- Perkpolder) wegens ijsgang enkele weken hebben stilgelegen Er wordt nog al eens geklaagd over de bootdiensten, al zijn de klachten de laatste maanden heel wat minder dan daarvoor. Toch is, bij de beschouwing van deze millioenencijfers, een woord van lof voor personeel en directie zeker op zijn plaats, temeer als men bedenkt dat in 1939 met prima-materiaal werd gevaren en thans alle mogelijke moeite moet worden gedaan met het overgebleven of herstelde materiaal een enorm veel groter aantal passagiers en auto's te vervoeren. 10—19 Mei 1940. DE STRIJD IN ZEELAND. Bij A. W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij te Leiden, verscheen een voor de K011. Nederï. Ver. „Ons Leger" uitgegeven „Beknopt overzicht van de krijgsverrichtingen der Koninklijke Landmacht 1019 Mei 1940". In opdracht van de Minister van Oorlog sa mengesteld bij de sectie Krijgsgeschiedenis van de Generale Staf. (Ingez. me-., ten. Het moet! Bij het slippaadje naar de Groensweg stapt hij af. Als ze! zo blijven rijden, zijn ze met een kwartier thuis. Ans is niet bedacht op zo'n on onverwachte handeling, en stapt wat verder af. „Heb je mankement?" „Niet direct." Ze komt terug. „Wat dan?" ,,'k Wil enkel maar eens een praatje met je maken. Als we zo blijven rijden, hoor ik je stem in 't geheel niet." Ans let op! ,,'k Denk dat je die anders dikwijls genoeg gehoord hebt". „Misschien wel, maar vanavond in elk geval niet". Hij leunt tegen zijn fiets. Zij staat tegenover hem. „Je hebt zeker nog een uur voor je weg móet. Je kunt er thuis dus ook nog van genieten" „Dan genieten anderen mee, en dat wil ik niet. Ik wil maar alléén horen". 't Is goed, dat er geen maan is, nu kan hij het hoog-rood niet zien, dat bij deze woorden haar gelaat kleurt. „Je bent een egoïst". Z'n woorden niet ernstig ne men, blijven schertsen, Ans! „Best, deze avond wil ik dan. een egoïst zijn". „Maar ik houd niet van egoïs ten," spot ze. Ze wil niet op z'n woorden in gaan, want dan valt de beslis sing. En die beslissing zal ver wijdering brengen, verwijdering voor goed. Neen, dat niet deze avond nog niet „Maar ik houd van je Ans, daarom wil ik met je praten, nu er. hier". 't Is of ze plotseling alle moed ontzinkt. Ze leunt op het zadel van haar fiets; haar adem jaagt. Ze wil het bonzen van haar hart doen bedaren. Aay wacht. Hoe? zal ze het opvatten? Lachend op haar fiets stappen en wegrijden? Niets van dat al, ze blijft zwij gend staan. Aay raapt al zijn vrijmoedig heid bij elkaar. „Daarover wil ik praten Ans. Mag ik"? Ze wil antwoord geven, zeg gen, dat hij nog wachten moet, maar haar stem weigert dienst. „Ach, je begrijpt me wel, Ans Moet ik het zeggen"? Er komt geen antwoord, maar zij staat zo dicht bij hem, dat hij haar jagende ademhaling kan horen. „Als je het dan horen wil, ik kan niet zonder je, Ans! Dan heeft het leven geen waarde. AVil je, durf je het met me wagen, een leven lang?" Waarom spreekt ze niet? Zelfs een weigering is beter, dan dit zwijgend staan. Een vage onrust benauwt hem plotseling. „Of kom ik te laat, ben je niet vrij meer?" Opeens krijgt ze haar stem weer. „Neen, dat is hel niet. Ik ben aan niemand gebonden". „Wat dan? Is het, omdat ik je niets bieden kan? Ik wil er voor werken, als het moet dag en nacht". „Ach nee, jongen, daar denk ik niet aanKen jij in je leven niets hogers?" Haar stem is diep en donker. Ze fluistert haast. Het verontrust hem, het geeft hem toch ook moed. Iets hogers, ja, hij kent het wel, maar bezit het niet. „Jij bent het hoogste in mijn leven Ans. Eerlijk! En voor het verdere, ik zoek nog, ik weet het nog niet". Waar heeft ze op gehoopt? Ze kon het weten! Maar toch, is dit nu de grote teleurstelling? Aay wacht op haar antwoord. Wat moet ze zeggen? „Je bent lang in het gezin van neef Siem geweest, Aay. Je moet het gezien hebben, hoe die samen hun leven ingesteld heb ben. Ze leven dicht bij God, Aay ik ben dikwijls jaloers op hen geweest. Zo bedoel ik het. Zo „Getrouw aan het fiere devies op haar vaandel en standaarden aldus de minister van Oorlog in een inleidend v/oord nam de Kon. Landmacht 10 Mei 1940 de strijd op met een aanvaller oppermachtig in schier elk op zicht en vooral door de volle dige beheersing van het lucht ruim. Onvoldoende toegerust kon haar weerstand slechts kort zijn. Zij verloor alles behalve de eer, en daardoor legde zij de grondslag voor het verzet tegen de overweldiger binnen en buiten onze grenzen en voor de herrijzenis van het vrije Ne derland". Uit deze woorden blijkt reeds van hoe grote betekenis geweest is, wat door de landmacht in de Meidagen van 1940 onder uiterst moeilijke omstandigheden is ge presteerd. Het verzet tegen de over machtige vijand was kort maar krachtig. Zó krachtig dat de Duitse plannen volkomen in de war werden gestuurd. Onze aijgsmacht heeft alles verloren, behalve haar eer. Maar toch eeft haar optreden rijke vruch- 3n gedragen. Voor Nederland ui de eerste plaats maar voorts ook voor de gehele oorlogsvoe ring. Wij hebben allen die bange Meidagen mee doorleefd. Wij weten van de heldhaftige tegen stand die bij de Grebbeberg ge boden werd, van de strijd om de vesting Holland en om Rot terdam, van de krijgsverrich tingen in Zeeland, van het ver- radeiijk optreden van de Duitse troepen en het misbruik maken van Nederlandse unifor men of het bedriegelijk naboot sen daarvan. Maar van de bijzonderheden is ons weinig oekend. En we hebben helemaal geen overzicht over het geheel. Welnu van dit alles spreekt dit boek. Het geeft een ook voor de leek begrijpelijk relaas van de verschillende gevechtshandelingen waarbij de gebeurtenissen in hun onderling verband zijn beschouwd. De samenstellers hebben zich veel moeite getroost om van het gebeurde een duidelijk beeld te geven. Bij het ingestelde onder zoek is gebleken,' dat aan de over vallen in het Oosten des lands personen van Nederlandse natio naliteit die in Duitsland een mili taire opleiding hadden ontvangen, daadwerkelijk hebben deelgeno men. Maar van verraad gepleegd door officieren, onderofficieren en soldaten van het Nederlandse le ger zijn geen feitelijke gegevens bekend geworden. Uit de aard der zaak interes seert ons in het bijzonder wat zich Ministers gevraagd. De minister-president Dr Beel slaat voor de moeilijkheid dat hij drie of vier nieuwe ministers zal moeten zoeken. En al gaat het misschien gemakkelijker een minister te krijgen dan b.v. een hulp in de huishouding, toch zal het heel wat hoofdbrekens kos ten in deze vacatures te voor zien. Vooreerst al omdat dit Kabi net zo ongeveer op zijn laatste benen loopt en weinigen een be hoorlijke positie zullen willen prijsgeven voor een wankele ministerszetei. Maar ook omdat hier met al lerlei gevoeligheden gerekend moet worden. Van de zijde van de P. v. d. A. worden al zekere eisen gesteld. De nieuwe marineman zal min der conservatief moeten zijn dan zijn voorganger. De opvolger van minister Huysmans zal meer moeten voelen voor staatssocia lisme. En wat Wederopbouw be treft, moet een man gezocht worden die Neher waardig ver vangt. Een man van gelijke in zichten. Is dit niet iets voor prof. Schermerhorn Evenals de heer Neher wordt hij geacht verstand te hebben van Indische zaken en verder kan als aanbeveling gel den, dat hij over een rijke fan tasie beschikt, zodat hij het ge brek aan daden kan maskeren door fantasieën. wil ik, dat ook mijn leven zijn zal". (Wordt vervolgd), in die dagen in onze provincie af speelde: de strijd bij de Bathstel- ling op 14 Mei, de bezetting van de Zanddijkstelling, de strijd op Zuid-Beveland en Walcheren, het bombardement van Middelburg enz. Hieruit blijkt dat de Nederland se troepen in Zeeland niet de te genstand hebben geboden die ver wacht mocht worden. Eerlijk wordt erkend, dat op vele plaatsen zowel commandan ten als ondergeschikten zich van de hen opgelegde taak zeer slecht hebben gekweten en dat veel wat gebeurd Is, ernstig valt te laken. Hierbij wordt echter niet uit het oog verloren, dat de troepen van het Commando Zeeland onder sterk demoraliserende invloeden de strijd tegen de overmachtige vijand hebben moeten aanbinden. In dit verband wordt gewezen op het verschijnen van gedemorali seerde troepen uit Brabant, het vertrek van de Kon. Familie en de regering, het bericht van de capi tulatie van de vesting Holland en de totaal onvoldoende steun tegen vijandelijke vliegtuigen. Maar tevens blijkt hieruit, dat het gerucht dat In 1940 de ronde deed, als zqu de Commandant Zeeland, toen het ernst begon te worden, naar Z.-Vlaanderen zijn gevlucht, niet juist is. Door de Nederlandse regering 11 Londen was hem meegedeeld dat hij in ieder geval moest v oorkomen, dat de Duitsers hem gevangen namen. Hoewel het in zijn bedoeling lag, indien Walcheren moest worden prijsgegeven, met de terugtrekkende troepen mee te gaan, plaatste deze pertinente order hem toch in een moeilijk parket Na deze aangelegenheid o.m. te hebben besproken met de Franse Schout bij Nacht Platon, die hem toevoegde dat een order een order is, ongeacht of deze prettig is voor eigen reputatie, verplaatste hij zich met zijn staf op 16 Mei van Middelburg naar Vlissingen, van waar hij de vol gende dag naar Breskens over stak. Vermelding verdient nog dat in dit boek met grote waarde ring melding wordt gemaakt van de arbeid van veldpredikers en aalmoezeniers. Een groot aantal bijlagen en foto's verhogen de waarde van dit boek. o Luit.-kol. Marquie gearresteerd. Naar het Franse communisti sche blad „Humanité" meldt, is luit.-kol. Marquie, het voormali ge hoofd van de Franse repatri- ringsmissie in de U.S.S.R., op bevel van de Franse onderminis ter voor de strijdkrachten gear resteerd, Speelt voor Sinterklaas. Een landbouwer uit Maartens dijk, juist bezig met het regelen van het schoonmaken van zijn sloten, 'n nogal kostbaar karwei, kreeg onverwacht bezoek van vier heren met een mooie auto. Zij vroegen hem of hij veel werk had en deelden hem op zijn opsom ming mede dat dat schoonmaken juist iets voor h enwas, want zij waren van de „Cultuur Techni sche Dienst". Als hij dat werk nu door deze dienst liet doen dan kreeg hij subsidie van het Rijk. Na enige dagen kreeg genoemde landbouwer bericht de vier he ren hadden bij hun eerste bezoek alles sloten nauwkeurig bekeken dat het karwei f 17.000.zou kosten, waarvan hij 50 pet., dus f8.500.zelf moest betalen. Hij ging daar natuurlijk niet op in en besteedde het werk zelf aan, dat begroot werd op f 900. Toen de arbeiders bezig waren kwamen de heren opnieuw en deelden hem mede dat hij het best met eigen arbeiders kon doen, en de kosten terug zou krijgen als de „Cultuur Technische Dienst" maar het werk in oppertoezicht had. Toen het klaar was kwamen de heren ten derde male om de uit voering te controleren, maar daar het regende bleven zij maar met een kopje koffie binnen. Enige dagen later ontving de landbouwer tot zijn verbazing een bedrag van f 1700.zegge zeven tienhonderd gulden, zodat hij, be halve schone sloten, nog een zoet voordeeltje van circa f 800.in de schoot geworpen kreeg. Heel Maartensdijk is thans op zoek naar de „Cultuur Technische Dienst", Laten wij niet teveel In onze ogen wrijven, maar naarstig onze belastingpapieren gaan Invullen. Of zijn er nog instanties die snel en héél hard ingrijpen? Het bovenstaande is ontleend aan een schrijven van dr H. V. G. in „Vrij Nederland". Nadere op heldering is zeker niet overbodig. o Minister Lieftinck tot vermindering bereid. Naar gemeld wordt is minister Lieftinck bereid genoegen te ne men met een verhoging van 35 pet der vermakelijkheidsbelastingen inplaats van 50 pet. Het N.V.V. heeft, in het belang van het vermaak der arbeiders en mogelijke artisten-werkloosheid,; de minister verzocht grote bios coopconcerns te beletten de en treeprijzen aanzienlijk te ver hogen na invoering der verhoogde Vermakelijkheidsbelasting en de Gemeentebesturen vrij te laten in de toepassing van de verhoging. o Postcheque- en Giro dienst bestond 30 jaar. Vrijdag j.l. was het dertig jaar geleden, dat de Postcheque- en Girodienst in Nederland zijn werkzaamheden begon, nadat de ze dienst bij de wet van 29 Juli 1916 was Ingesteld. Er werd begonen met 4000 re keningen, waarvan zeer vele over- heidsrekeningen, doch na vijf jaar waren er reeds ruim 100.000 re keninghouders. Aanvankelijk werkte de dienst gedecentrali seerd en was ieder postkantoor tevens girokantoor, zodat er toen ongeveer 370 girokantoortjes in ons land waren. Naarmate het aantal rekeninghouders zich ech ter uitbreidde, vertoonde dit sys teem hoe langer hge meer gebre ken. De controle werd uiterst moeilijk, terwijl de administratie zeer omslachtig was. Uranium in Zuid-Afrika. Bij de opening der nieuwe zit ting van het Zuid-Afrikaanse par lement heeft de gouverneur-gene raal van de Unie verklaard, dat in Zuid-Afrika aanzienlijke voor raden uranium zijn gevonden, in verband waarmee de regering wetsontwerpen zal opstellen voor exploitatie en gebruik van deze delfstoffen. Tevens kondigde de gouver neur-generaal aan, dat Zuid-Afri ka de Prins Edward-eilanden- groepen op 2000 K.M. ten Zuid- Oosten van Kaapstad zal bezet ten om aldaar meteorologische stations voor de Zuidpool te ves tigen en om de verbindswegen te beveiligen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1948 | | pagina 2