in de iang van de dnivel.
De „Grote Beer" liep binnen.
U/e>u
coHce^ttcaiieka^v
Rumoer over een
mimstersbenoeming.
Meer dan twee millioen personen in 1947 over
de Zeeuwse stromen vervoerd.
fewöHMti s-tcifd
Krijgsverrichtingen der Kon. Landmacht.
{wwwid dcol Tujji cjfans
Cultuurtechnische
Dienst.
Belasting op vermaak.
Wat een Nederlander in Hitler-land ondervond
Te boek gesteld door J. W. Ooms
IX,
Eindelijk stopte de vrachtauto, waarin Akkerman en drie-en-
ve... lig andere gevangenen werden vervoerd. De achterdeur van
de vrachtwagen werd door de bewakers geopend en allen moesten
uit de auto komen. Nu zagen ze, waar ze gebracht waren: bij een
spoorwegstation. Nadat de gevangenen allen uit de auto waren
gestapt en op bevel met vieren naast elkaar waren gaan staan,
bemerkten de bewakers, dat de drie ljjken nog in de wagen lagen.
De SS-ers riepen met een bulderstem, of er Polen bjj de groep
gevangenen waren. Niemand deed zjjn mond open of kwam naar
voren. Waren er dan Bussen bjj? Een man met een donkere baard
en met kinderlijk schuchtere ogen kwam aarzelend naar voren.
De bewakers moesten echter nog een persoon hebben. Waren er
soms nog meer Bussen aanwezig? De gevangenen bleven roerloos
staan. Zo, er waren dus geen Bussen meer? Waren er dan Hol
landers bij?
Akkerman was de enige. On
willig trad hij uit de groep. Hij
kreeg opdracht om samen met
de Rus de lijken uit de auto te
dragen en in een vervallen loods
terzijde van het stationsempla
cement te brengen.
Akkerman bleef echter staan,
roerloos. Toen kwam één der be
wakers met opgeheven vuist op
hem af. Akkerman toonde zijn
polsen: hij was geboeid en dus
niet in staat om de opdracht uit
te voeren. De bewaker vloekte
en maakte toen nijdig de boeien
los. Daarop gingen Akkerman en
de Rus weer in de auto om de
lijken weg te dragen. Op dit ogen
blik viel er een schot. Akkerman
keerde zich snel om en zag nog
juist, hoe de Belg, zijn celgenoot
tijdens de nacht, onzeker in de
lucht greep met zijn handen en
toen voorover viel. Hij was dode
lijk getroffen. Hoewel hij geboeid
was, had hjj een ontvluchtings
poging gewaagd; de hunkering
naar de vrijheid en de angst voor
wat er met hem zou gaan gebeu
ren, hadden hem er toe gebracht,
om het te proberen, doch hij be
taalde deze poging met zijn leven.
TREINBEIS NAAB DE
VERSCHRIKKING
De gevangenen werden in een
goederenwagen gestopt. Akker
man werd niet opnieuw geboeid
en ogenblikkelijk kreeg hij ont
vluchtingsgedachten. Weliswaar
bleven er Duitse soldaten bij de
ingang van de wagen op wacht
staan, maar misschien zou onder
weg een mogelijkheid tot ont
vluchten zich voordoen. Akker
man was natuurlijk niet de eni
ge, die aan ontvluchten dacht.
In al de hoofden van die inter
nationale groep gevangenen wa
ren gedachten aan een vlucht.
Ontvluchten... Helaas, er kwam
geen enkele kans. Op zeker ogen
blik werden de deuren van de
goederenwagen afgegrendeld en
de trein zette zich in beweging
en hiermede was de laatste kier
van het venster, dat uitzicht gaf
op de vrijheid, gesloten. Als bees
ten, als volkomen overbodig, ja,
hinderlijk materiaal, werden de
gevangenen weggevoerd. Het was
een treinreis naar de verschrik
king. Gedurende de reis kreeg een
Tsjech een aanval van krank
zinnigheid. Hjj sloeg, schopte en
brulde en stootte telkens een
naam uit, waarin een oneindig
liefelijke klank lag besloten. Het
was Akkerman duidelijk, dat het
de naam van een vrouw moest
zijn
Met grote moeite wist men de
Tsjech te overmeesteren. Later
werd hij kalmer, zó kalm zelfs,
dat men er zich over verwonder
de. Tenslotte was het een Frans
man, die ontdekte, dat de man
koud begon te wordenToen
was het -leven reeds uit het
lichaam gevaren.
De treinreis eindigde waar de
gevangenen het hadden ver
wacht: in een concentratiekamp.
Met knotsen werden de gevange
nen uit de goederenwagens naar
het kamp gedreven. Zij gingen
de weg, die al zo velen vóór hen
waren gegaan; en ook na hen
zouden nog velen als vee het
kamp worden Ingedreven, waar
de verschrikking, de vernietiging
wachtte in de vreselijkste vorm.
Hier regeerde het toegeschroei-
de geweten en in feite was het
dus de gewetenloosheid, die hier
opperheerschappij bezat. Voor be
wakers was dit oord een paradijs
des duivels. Hier kon men de
dierlijke wreedheid spuien op
weerloze gevangenen. De mense
lijkheid was bij het kampcomman
do volkomen verdwenen. Of was
het misschien een super-menselijk
heid, die zich hier openbaarde?
De zonde van heerschappij en
doodslag vierde hier de gruwe
lijkste triomphen. Het resultaat
van het nationaal-socialisme
werd hier openbaar. Concentratie
kampen, marteling, vernietiging,
levensnormen, die in haar kraam
te pas komen. De goddelijke wet
der naastenliefde is een woord,
dat niet kan voorkomen in een
woordenboek van een dictatoriaal
geregeerd land. In de plaats daar
van komt: macht over de naaste.
Duitsland heeft ons de verschrik
kelijke juistheid er van aan
getoond. Rusland toont het nog
al is men daar geraffineerder in
het verbergen van het kwaad. De
Christen echter zal niet te ver
afstand nemen van kapo's, schar-
fuhrers en dergelijke lieden, om
dat hjj weet, dat de mens geneigd
is tot alle kwaad. Hij erkent het
als een genade, als hij mag wor
den behoed voor grote uitbreken
de zonden, zoals onze vaderen
dit kernachtig hebben uitgedrukt.
En wij hebben er mede schuld
aan, dat er kapo's konden zijn en
beulen. Het nationaal-socialisme
het communisme en elk ander
goddeloos-isme zijn onze aankla
gers. Wij hebben als Christenen
onze roeping verwaarloosd en
daarmede een kans laten voor
bijgaan. Ons geloof is geen zou
tend zout geweest, wij hebben
ons in slaap gesust. De macht
van satan is door ons onderschat;
wij hebben gemeend, dat de gru
welen, die hebben plaats gevon
den in de donkere middeleeuwen,
niet meer konden plaats grijpen.
Wij hebben gesteund op cultuur
en beschaving en er de ogen voor
gesloten, dat de mens zondaar is
en geneigd tot het kwade. Cul
tuur en beschaving waren de
krukken waar wij ons op voortbe
wogen. Die krukken zijn gebroken
en nu zal de wereld tot het besef
moeten komen, dat alleen bij God
nog steun te vinden is. De ver
vlakking, die zich op alle terrei
nen des levens openbaart, geeft
ernstige reden tot nadenken. De
verpaupering, de ondergang zet
zich voort en geen enkel plan,
geen menselijk vernuft, geen tech
niek, kan deze neergang tegen
houden. Tot de Wet en tot de
Getuigenis, ziehier de enige re
medie voor deze doodzieke we
reld. Het is het code-woord, dat
redding betekent. Het verschrik
kelijke evenwel is, dat zelfs de
christenen er liever geen gebruik
van maken op werkdagen. De
Pinkstergeest is niet levendig in
ons. De tongen van vuur zijn ver
dwenen en wij stellen ons tevre
den met vonkende luciferknoppen.
Jakob Akkerman zegt na een
geruime tijd van stilte: Pas
toen ik ten tweede male in een
concentratiekamp' kwam, besefte
ik, principieel verkeerd te hebben
gehandeld door niet van het begin
af aan door onder te duiken mij
aan de arbeidsinzet te hebben ont
trokken. Eerst had ik me laten
bepraten door mijn vrouw, ten
slotte durfde ik zelf de risico van
het onderduiken niet te aanvaar
den en hierin ben ik slap geweest,
dat moet ik nu eerlijk erkennen.
Ik heb in Duitsland gesaboteerd,
maar tenslotte heb lk er ook ge
werkt. Dit is mijn fout.
Ik knik, Persoonlijk heb ik mij
nooit kunnen verzoenen met het
feit, dat Nederlanders, hoewel
door brieven en aanzeggingen ge
dwongen, zich naar Duitsland He
ten voeren om daar te werken.
En af zal elk geval tenslotte af
zonderlijk moeten worden bezien
in het raam van de persoonlijke
omstandigheden, toch blijft de
vraag, of velen niet te spoedig de
weg van de minste weerstand
hebben gekozen. Al moet hier dan
ook weer onmiddellijk aan wor
den toegevoegd, dat de vijand met
die arbeidsinzet zeer geraffineerd
te werk ging. Aanvankelijk kon
van een massaal verzet van de
Nederlanders geen sprake zijn,
daar de Duitser niet overging tot
een massale wegvoering van ar
beidskrachten uit Nederland.
Aanvankelijk ging het bij stukjes
en beetjes, hoogstens een trein te
gelijk. In zekere zin bleef de ar
beider dus alleen staan. Pas toen
in Januari '45 een massa-wegvoe
ring dreigde, kwam er ook een
massaal verzet. Zo is Jakob Ak
kerman feitelijk een slachtoffer
geworden van de Duitse strategie
op dit gebied.
Maar In nog veel ernstiger ma
te is hij slachtoffer van de nazi-
kliek geworden. Want in het con
centratiekamp, waar hij een num
mer werd, begonnen de verschrik
kingen eerst in alle omvang: hon
ger, marteling, sadisme kreeg hij
te ervaren.
(Wordt vervolgd.)
Grote ontstemming bij de
P. v. d. A.
„De Volkskrant" wist te melden
dat voor de portefeuille van Eco
nomische Zaken is aangezocht het
Eerste Kamerlid prof. dr J. R. M.
van den Brink, hoogleraar in de
economische wetenschappen aan
de Nijmeegse Universiteit.
Dit bericht bleek juist te zijn,
maar de heer v. d. Brink heeft
nog geen beslissing genomen.
Bij de P. v. d. A. is hierdoor
grote ontstemming gewekt. De
leidende figuren staan op hun
achterste benen.
Begrijpelijk. De heer Huysmans
stond in de rode hoek al slecht
aangeschreven omdat hij een ver
klaard tegenstander is en voor
het particuliere initiatief ruim
baan wil maken. Met een zucht
van verlichting zag men deze man
heengaan.
Maar nu is prof. v. d. Brink
aangezocht van wie het heet dat
hij in de K.V.P. zo mogelijk nog
„rechter" staat dan de heer Huys
mans. Waarbij dan nog komt, dat
hij in de Eerste Kamer herhaal
delijk blijk gaf, dat hij op prin-
cipieel-economische gronden van
de politiek van minister Lieftinck
niets moet hebben.
Geen wonder dat men in de P.
v. d. A. slecht te spreken is.
„Het Vrije Volk" heeft al de
opmerking gemaakt, dat de mi
nisterraad-hier eerst nog eens zal
moeten spreken.
Met zevenhonderd vrolijke jongens.
(Van onze speciale verslaggever.)
Wederom smaakte Amsterdam het genoegen een groep militairen
te mogen ontvangen, die hun diensttijd in Indië hebben volbracht.
Met de „Grote Beer" kwamen ze naar huis, de jongens welke nu
ongeveer twee jaar geleden als de eerstelingen van het Neder
landse leger naar Indië vertrokken. Maar het vaderland begroette
niet alleen deze vrijwilligers doch tevens een aantal zieke mili
tairen. Wij waren tegenwoordig bij de ontscheping van de „Grote
Beer" en telden onder de scheepbevolking van ruim zevenhonderd
man 150 zieken.
Zo op het eerste oog lijkt dit
verre van prettig. Een hospitaal
schip doet immers aan een zie
kenhuis denken en dat is niet
direct een plaats waar men voor
zijn plezier vertoeft! De werke
lijkheid was gelukkig zonniger.
Het waren 700 vrolijke jongens,
die van 23 December tot en met
15 Januari tot de passagiers van
'de „Grote Beer" behoorden.
Want één heerlijke gedachte
koesterden zowel de zieken als
de gezonden: We gaan naar huis!
Deze gedachte was voor de zie
ken op zichzelf al een medicijn.
Denkt U zich in: amper drie da
gen op weg naar het vaderland
hadden op de „Grote Beer" reeds
omvangrijke verhuizingen plaats.
Telkens konden tientallen jon
gens de hospitaalafdeling ver
laten, teneinde verder „bij de
troep" de reis mede te maken.
Dat wil niet zeggen dat deze jon
gens genezen waren. Maar zij
konden althans zichzelf verzor
gen. Het aantal zieken slonk ge
durende de zeereis van 381 tot
150 en van deze 150 mochten er
'ci linia recta huiswaarts; de
overigen werden in hospitalen
of ziekenhuizen opgenomen. On
der de 84 gelukkigen bevinden
zich diverse patiënten, die, na
een kort verblijf thuis, opnieuw
ender behandeling komen. Doch
eerst even naar huis, omdat de
spanning niet nodeloos worde
vergroot.
Operatie bij snelle vaart.
De reis met de „Grote Beer"
was daarom zo prettig, omdat
men geen werkelijk ernstige zie
ken aan boord had. Het stoorde
dus helemaal niet dat de Kon.
Militaire Kapel feestmuziek liet
horen tijdens de momenten
waarop de liggende patiënten
in een overdekte brancard per
kraan van boord werden gehe
sen. Deze methode paste men
voor het eerst toe om te voorko
men, dat de zieken bij het aan
wal brengen heen en weer ge
schud worden, hetgeen anders
onvermijdelijk het geval is.
Op zee deed men de aange
naamste ervaringen met de zie
ken op. Zij hadden in Indië alle
maal in hospitalen vertoeft, waar
hun herstel zeer langzaam of in
het geheel niet vorderde. De zee
lucht bekwam de jongens zo
goed, dat hun eetlust sterk toe
nam. De militairen, die door het
missen van een lichaamsdeel in
het gebruiken van andere li
chaamsdelen werden geoefend,
slaagden daarin wonderwel. Er
waren er, die aan boord vlot
leerden schrijven met hun lin
kerhand of zelfs wel met hun
tenen!
Hoewel de „Grote Beer" over
een volledige hospitaal-aceomo-
datie beschikte en zo nodig de
grootste operaties verricht kon
den worden, behoefde men
slechts eenmaal de operatieka
mer te ontsluiten. Dat was op
Oudejaarsdag. Een der aanwezi
gen wilde blijkbaar het nieuwe
jaar niet ingaan met zijn blin
de darm, weshalve men deze
darm verwijderde. Dat dit in
volle zee geschiedde is niets bij
zonders maar wel, dat het schip
zijn vaart niet behoefde te ver
minderen. De „Grote Beer" be
schikt n.l. over een stoomtur
bine en trilt daardoor niet. Een
operatie op een trillend schip is
uiteraard onbestaanbaar; voor
zo'n gelegenheid werden de sche
pen stilgelegd. 'Maar in dit geval
voer het schip met een vaart van
achttien knopen door.
Gauw naar huis!
Dr A. D. W. Tilanus, die be
last was met de medische ver
zorging aan boord, deelde ons
mede, dat ongeveer het derde
deel der aanwezige zieken tot
de oorlogsgewonden gerekend
moet worden. De eerste hospi
taalschepen vervoerden meer pa
tiënten van de psychiater. Deze
oorlogsgewonden worden zoveel
mogelijk overgebracht naar het
militair herstellingsoord te
Doorn.
Nadat de ontscheping was be
gonnen werden de jongens snel
in de gelegenheid gesteld naar
huis te gaan En juichend erden
de mannen het land in. Hun taak
als vrijwilliger was volbracht.
Met blijdschap gingen ze een
nieuwe toekomst tegemoet.
Professor Piccard gaat
weer experimenteren.
Professor August Piccard, de
bekende Belgische geleerde en
stratospheeronderzoeker, zal
naar Italië gaan om deel te
nemen aan onderzoekingen, die
door een Italiaans geleerde,
prof. Pietro Vassena, diep onder
water zullen worden gehouden.
Prof. Vassena, heeft een duik
boot laten bouwen, die in ge
wone omstandigheden op een
diepte van 1100 voet vaart, maar
maximum tot 2500 voet kan
komen. De onderzeeër, de
„CCC 3", ligt gereed om in het
Comomeer onder te duiken. De
boot is 8 meter lang en de ma
chines en wetenschappelijke in
strumenten nemen zoveel ruimte
in beslag, dat er slechts voor
twee mannen zitplaatsen zijn.
Boven water zorgt een petro-
leummotor van 40-50 paarde-
kracht voor de voortbeweging
en onder water een electrisehe
machine van 20 paardekracht.
De boot kan gemakkelijk 20
uur onder water blijven.
De „CCC 3" is de derde duik
boot van dit type, die prof. Vas
sena liet bouwen. De Duitschers
namen de eerste en de Fascis
ten de tweede weg.
Dit jaar 2500 gezinnen
naar Canada.
Ongeveer 2500 Nederlandse ge
zinnen, tezamen 10.000 boeren,
boerinnen en hun kinderen ver
trekken dit jaar naar Canada. De
afvaart van het eerste schip is
bepaald op 12 Maart aanstaande.
Dit wordt de „Kota Inten", nog
steeds Ingericht ais troepentrans
portschip met verbeterde acco
modate.
In totaal worden twaalf reizen
door dit schip en de „Tabinta",
elk met 700 tot 800 passagiers
aan boord, gemaakt. Daarbij
komt dan waarschijnlijk een reis
met de ,,Volendam", die ruim dui
zend passagiers kan meenemen.
Van Canada zou de „Volendam"
dan 1500 mennonieten naar Zuid-
Amerika brengen en van Buenos
Aires af 500 Tsjechen mee terug
nemen naar Europa.
De 10.000 Nederlanders, die dit
jaar zullen emigreren, worden zo
wel van Nederlandse als Canadese
zijde beschouwd als voorlopers
van een nog veel grotere stroom.
In sommige kringen verwacht
men zelfs in 1949 het dubbele aan
tal.
Cijfermateriaal is over het algemeen „droog", maar wanneer
men kennis neemt van de vervoerscijfers der Provinciale Stoom
bootdiensten in 1947 en die vergelijkt met voorafgaande jaren,
dan blijkt er leven in te zitten.
In vergelijking met 1939 b.v. is het vervoer verdrievoudigd en
in 1947 werden meer dan 600.000 personen meer vervoerd dan in
het voorafgaande jaar.
Hieronder volgen de cijfers van 1939, 1946 en 1947, zowel van
de passagiers als van de auto's.
Aantal vervoerde passagiers.
1939
1946
1947
Vlissingen-Breskens
362.832
748.326
922.574
Terneuzen-Hoedekenskerke
96.099
38.699
160.332
Kruiningen-Perkpolder
116.651
566.748
827.882
Zierikzee-Katsche Veer
50.484
108.513
117.856
Kortgene-Wolphaartsdijk
138.130
203.885
233.442
Veere-Kamperland
24.045
52.567
62.776
Totaal
788.241
1.718.738
2.324.862
Aantal vervoerde auto's.
Vlissingen-Breskens
Terneuzen-Hoedekenskerke
Kruiningen-Perkpolder
Zierikzee-Katsche Veer
Kortgene-Wolphaartsdijk
Totaal
47.992
6.250
19.331
6.111
22.555
38.394
69.741
4.343
18.216
79.426
141.634
9.101
28.877
102.239
130.694
259.038
Feuilleton.
door H-. Lourense.
95.
Niet te gauw terug naar huis.
Dan loopt het in de gaten!
Gejaagd fietst Ans de Kerk-
weg af.
Ze is zeker een drie kwartier
v/eg gebleven.
Zou Aay nog wachten bij het
kruispunt?
Als hij weggegaan is, kan ze
het hem niet kwalijk nemen.
Aan het eind van de Kerkweg
ziet ze niemand.
Doorrijden maar?
Ze stapt toch even af.
Dan komt Aay uit de scha
duw van de kerkmuren te voor
schijn, met de fiets aan de hand.
Hij zal wel wat ontstemd zijn
over haar lang uitblijven.
„Wat jij maar even noemt,
zeg!"
„Ik kan het niet helpen. Als je
bij Rodenburg binnen bent, la
ten ze je gewoon riet gaan."
„Je had me toch wel kunnen
zeggen, dat je daarheen moest?"
Klinkt er achterdocht in die
woorden?
„Och jalaten we maar op
stappen."
Ze rijden naast elkaar.
Aay zoekt naar woorden.
Nu moet hij zijn kans benut-
Hoewel op de lijn Terneuzen-Hoedekenskerke het s.s. „Konings
plaat" dienst doet is vervoer van auto's hier nog niet mogelijk
doordat de aanlegplaatsen te Terneuzen en te Hoedekenskerke
daarvoor nog niet geschikt zijn.
Bij bovenstaande cijfers moet in aanmerking worden genomen,
dat in het begin van het jaar alle diensten (behalve Kruiningen-
Perkpolder) wegens ijsgang enkele weken hebben stilgelegen
Er wordt nog al eens geklaagd over de bootdiensten, al zijn de
klachten de laatste maanden heel wat minder dan daarvoor. Toch
is, bij de beschouwing van deze millioenencijfers, een woord van
lof voor personeel en directie zeker op zijn plaats, temeer als men
bedenkt dat in 1939 met prima-materiaal werd gevaren en thans
alle mogelijke moeite moet worden gedaan met het overgebleven
of herstelde materiaal een enorm veel groter aantal passagiers
en auto's te vervoeren.
10—19 Mei 1940.
DE STRIJD IN ZEELAND.
Bij A. W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij te Leiden, verscheen
een voor de K011. Nederï. Ver. „Ons Leger" uitgegeven „Beknopt
overzicht van de krijgsverrichtingen der Koninklijke Landmacht
1019 Mei 1940". In opdracht van de Minister van Oorlog sa
mengesteld bij de sectie Krijgsgeschiedenis van de Generale Staf.
(Ingez. me-.,
ten.
Het moet!
Bij het slippaadje naar de
Groensweg stapt hij af.
Als ze! zo blijven rijden, zijn
ze met een kwartier thuis.
Ans is niet bedacht op zo'n on
onverwachte handeling, en stapt
wat verder af.
„Heb je mankement?"
„Niet direct."
Ze komt terug.
„Wat dan?"
,,'k Wil enkel maar eens een
praatje met je maken. Als we zo
blijven rijden, hoor ik je stem in
't geheel niet."
Ans let op!
,,'k Denk dat je die anders
dikwijls genoeg gehoord hebt".
„Misschien wel, maar vanavond
in elk geval niet".
Hij leunt tegen zijn fiets. Zij
staat tegenover hem.
„Je hebt zeker nog een uur
voor je weg móet. Je kunt er
thuis dus ook nog van genieten"
„Dan genieten anderen mee,
en dat wil ik niet. Ik wil maar
alléén horen".
't Is goed, dat er geen maan
is, nu kan hij het hoog-rood niet
zien, dat bij deze woorden haar
gelaat kleurt.
„Je bent een egoïst".
Z'n woorden niet ernstig ne
men, blijven schertsen, Ans!
„Best, deze avond wil ik dan.
een egoïst zijn".
„Maar ik houd niet van egoïs
ten," spot ze.
Ze wil niet op z'n woorden in
gaan, want dan valt de beslis
sing. En die beslissing zal ver
wijdering brengen, verwijdering
voor goed. Neen, dat niet
deze avond nog niet
„Maar ik houd van je Ans,
daarom wil ik met je praten, nu
er. hier".
't Is of ze plotseling alle moed
ontzinkt. Ze leunt op het zadel
van haar fiets; haar adem jaagt.
Ze wil het bonzen van haar hart
doen bedaren.
Aay wacht.
Hoe? zal ze het opvatten?
Lachend op haar fiets stappen
en wegrijden?
Niets van dat al, ze blijft zwij
gend staan.
Aay raapt al zijn vrijmoedig
heid bij elkaar.
„Daarover wil ik praten Ans.
Mag ik"?
Ze wil antwoord geven, zeg
gen, dat hij nog wachten moet,
maar haar stem weigert dienst.
„Ach, je begrijpt me wel, Ans
Moet ik het zeggen"?
Er komt geen antwoord, maar
zij staat zo dicht bij hem, dat hij
haar jagende ademhaling kan
horen.
„Als je het dan horen wil, ik
kan niet zonder je, Ans! Dan
heeft het leven geen waarde.
AVil je, durf je het met me
wagen, een leven lang?"
Waarom spreekt ze niet?
Zelfs een weigering is beter,
dan dit zwijgend staan.
Een vage onrust benauwt hem
plotseling.
„Of kom ik te laat, ben je
niet vrij meer?"
Opeens krijgt ze haar stem
weer.
„Neen, dat is hel niet. Ik ben
aan niemand gebonden".
„Wat dan? Is het, omdat ik je
niets bieden kan? Ik wil er voor
werken, als het moet dag en
nacht".
„Ach nee, jongen, daar denk
ik niet aanKen jij in je
leven niets hogers?"
Haar stem is diep en donker.
Ze fluistert haast.
Het verontrust hem, het geeft
hem toch ook moed.
Iets hogers, ja, hij kent het
wel, maar bezit het niet.
„Jij bent het hoogste in mijn
leven Ans. Eerlijk! En voor het
verdere, ik zoek nog, ik weet
het nog niet".
Waar heeft ze op gehoopt?
Ze kon het weten!
Maar toch, is dit nu de grote
teleurstelling?
Aay wacht op haar antwoord.
Wat moet ze zeggen?
„Je bent lang in het gezin van
neef Siem geweest, Aay. Je
moet het gezien hebben, hoe die
samen hun leven ingesteld heb
ben. Ze leven dicht bij God, Aay
ik ben dikwijls jaloers op hen
geweest. Zo bedoel ik het. Zo
„Getrouw aan het fiere devies
op haar vaandel en standaarden
aldus de minister van Oorlog
in een inleidend v/oord nam
de Kon. Landmacht 10 Mei 1940
de strijd op met een aanvaller
oppermachtig in schier elk op
zicht en vooral door de volle
dige beheersing van het lucht
ruim. Onvoldoende toegerust
kon haar weerstand slechts kort
zijn. Zij verloor alles behalve
de eer, en daardoor legde zij
de grondslag voor het verzet
tegen de overweldiger binnen
en buiten onze grenzen en voor
de herrijzenis van het vrije Ne
derland".
Uit deze woorden blijkt reeds
van hoe grote betekenis geweest
is, wat door de landmacht in de
Meidagen van 1940 onder uiterst
moeilijke omstandigheden is ge
presteerd.
Het verzet tegen de over
machtige vijand was kort maar
krachtig. Zó krachtig dat de
Duitse plannen volkomen in de
war werden gestuurd. Onze
aijgsmacht heeft alles verloren,
behalve haar eer. Maar toch
eeft haar optreden rijke vruch-
3n gedragen. Voor Nederland
ui de eerste plaats maar voorts
ook voor de gehele oorlogsvoe
ring.
Wij hebben allen die bange
Meidagen mee doorleefd. Wij
weten van de heldhaftige tegen
stand die bij de Grebbeberg ge
boden werd, van de strijd om
de vesting Holland en om Rot
terdam, van de krijgsverrich
tingen in Zeeland, van het ver-
radeiijk optreden van de
Duitse troepen en het misbruik
maken van Nederlandse unifor
men of het bedriegelijk naboot
sen daarvan.
Maar van de bijzonderheden
is ons weinig oekend. En we
hebben helemaal geen overzicht
over het geheel.
Welnu van dit alles spreekt dit
boek. Het geeft een ook voor de
leek begrijpelijk relaas van de
verschillende gevechtshandelingen
waarbij de gebeurtenissen in hun
onderling verband zijn beschouwd.
De samenstellers hebben zich
veel moeite getroost om van het
gebeurde een duidelijk beeld te
geven. Bij het ingestelde onder
zoek is gebleken,' dat aan de over
vallen in het Oosten des lands
personen van Nederlandse natio
naliteit die in Duitsland een mili
taire opleiding hadden ontvangen,
daadwerkelijk hebben deelgeno
men. Maar van verraad gepleegd
door officieren, onderofficieren en
soldaten van het Nederlandse le
ger zijn geen feitelijke gegevens
bekend geworden.
Uit de aard der zaak interes
seert ons in het bijzonder wat zich
Ministers gevraagd.
De minister-president Dr Beel
slaat voor de moeilijkheid dat hij
drie of vier nieuwe ministers zal
moeten zoeken. En al gaat het
misschien gemakkelijker een
minister te krijgen dan b.v. een
hulp in de huishouding, toch zal
het heel wat hoofdbrekens kos
ten in deze vacatures te voor
zien.
Vooreerst al omdat dit Kabi
net zo ongeveer op zijn laatste
benen loopt en weinigen een be
hoorlijke positie zullen willen
prijsgeven voor een wankele
ministerszetei.
Maar ook omdat hier met al
lerlei gevoeligheden gerekend
moet worden.
Van de zijde van de P. v. d. A.
worden al zekere eisen gesteld.
De nieuwe marineman zal min
der conservatief moeten zijn dan
zijn voorganger. De opvolger van
minister Huysmans zal meer
moeten voelen voor staatssocia
lisme. En wat Wederopbouw be
treft, moet een man gezocht
worden die Neher waardig ver
vangt. Een man van gelijke in
zichten.
Is dit niet iets voor prof.
Schermerhorn Evenals de heer
Neher wordt hij geacht verstand
te hebben van Indische zaken en
verder kan als aanbeveling gel
den, dat hij over een rijke fan
tasie beschikt, zodat hij het ge
brek aan daden kan maskeren
door fantasieën.
wil ik, dat ook mijn leven zijn
zal".
(Wordt vervolgd), in die dagen in onze provincie af
speelde: de strijd bij de Bathstel-
ling op 14 Mei, de bezetting van
de Zanddijkstelling, de strijd op
Zuid-Beveland en Walcheren, het
bombardement van Middelburg
enz.
Hieruit blijkt dat de Nederland
se troepen in Zeeland niet de te
genstand hebben geboden die ver
wacht mocht worden.
Eerlijk wordt erkend, dat op
vele plaatsen zowel commandan
ten als ondergeschikten zich van
de hen opgelegde taak zeer slecht
hebben gekweten en dat veel wat
gebeurd Is, ernstig valt te laken.
Hierbij wordt echter niet uit het
oog verloren, dat de troepen van
het Commando Zeeland onder
sterk demoraliserende invloeden
de strijd tegen de overmachtige
vijand hebben moeten aanbinden.
In dit verband wordt gewezen op
het verschijnen van gedemorali
seerde troepen uit Brabant, het
vertrek van de Kon. Familie en de
regering, het bericht van de capi
tulatie van de vesting Holland en
de totaal onvoldoende steun tegen
vijandelijke vliegtuigen.
Maar tevens blijkt hieruit, dat
het gerucht dat In 1940 de ronde
deed, als zqu de Commandant
Zeeland, toen het ernst begon te
worden, naar Z.-Vlaanderen zijn
gevlucht, niet juist is.
Door de Nederlandse regering
11 Londen was hem meegedeeld
dat hij in ieder geval moest
v oorkomen, dat de Duitsers hem
gevangen namen.
Hoewel het in zijn bedoeling
lag, indien Walcheren moest
worden prijsgegeven, met de
terugtrekkende troepen mee te
gaan, plaatste deze pertinente
order hem toch in een moeilijk
parket Na deze aangelegenheid
o.m. te hebben besproken met de
Franse Schout bij Nacht Platon,
die hem toevoegde dat een order
een order is, ongeacht of deze
prettig is voor eigen reputatie,
verplaatste hij zich met zijn staf
op 16 Mei van Middelburg naar
Vlissingen, van waar hij de vol
gende dag naar Breskens over
stak.
Vermelding verdient nog dat
in dit boek met grote waarde
ring melding wordt gemaakt
van de arbeid van veldpredikers
en aalmoezeniers.
Een groot aantal bijlagen en
foto's verhogen de waarde van
dit boek.
o
Luit.-kol. Marquie gearresteerd.
Naar het Franse communisti
sche blad „Humanité" meldt, is
luit.-kol. Marquie, het voormali
ge hoofd van de Franse repatri-
ringsmissie in de U.S.S.R., op
bevel van de Franse onderminis
ter voor de strijdkrachten gear
resteerd,
Speelt voor Sinterklaas.
Een landbouwer uit Maartens
dijk, juist bezig met het regelen
van het schoonmaken van zijn
sloten, 'n nogal kostbaar karwei,
kreeg onverwacht bezoek van vier
heren met een mooie auto. Zij
vroegen hem of hij veel werk had
en deelden hem op zijn opsom
ming mede dat dat schoonmaken
juist iets voor h enwas, want zij
waren van de „Cultuur Techni
sche Dienst". Als hij dat werk nu
door deze dienst liet doen dan
kreeg hij subsidie van het Rijk.
Na enige dagen kreeg genoemde
landbouwer bericht de vier he
ren hadden bij hun eerste bezoek
alles sloten nauwkeurig bekeken
dat het karwei f 17.000.zou
kosten, waarvan hij 50 pet., dus
f8.500.zelf moest betalen. Hij
ging daar natuurlijk niet op in en
besteedde het werk zelf aan, dat
begroot werd op f 900.
Toen de arbeiders bezig waren
kwamen de heren opnieuw en
deelden hem mede dat hij het best
met eigen arbeiders kon doen, en
de kosten terug zou krijgen als de
„Cultuur Technische Dienst"
maar het werk in oppertoezicht
had.
Toen het klaar was kwamen de
heren ten derde male om de uit
voering te controleren, maar daar
het regende bleven zij maar met
een kopje koffie binnen.
Enige dagen later ontving de
landbouwer tot zijn verbazing een
bedrag van f 1700.zegge zeven
tienhonderd gulden, zodat hij, be
halve schone sloten, nog een zoet
voordeeltje van circa f 800.in
de schoot geworpen kreeg.
Heel Maartensdijk is thans op
zoek naar de „Cultuur Technische
Dienst",
Laten wij niet teveel In onze
ogen wrijven, maar naarstig onze
belastingpapieren gaan Invullen.
Of zijn er nog instanties die
snel en héél hard ingrijpen?
Het bovenstaande is ontleend
aan een schrijven van dr H. V. G.
in „Vrij Nederland". Nadere op
heldering is zeker niet overbodig.
o
Minister Lieftinck tot
vermindering bereid.
Naar gemeld wordt is minister
Lieftinck bereid genoegen te ne
men met een verhoging van 35 pet
der vermakelijkheidsbelastingen
inplaats van 50 pet.
Het N.V.V. heeft, in het belang
van het vermaak der arbeiders en
mogelijke artisten-werkloosheid,;
de minister verzocht grote bios
coopconcerns te beletten de en
treeprijzen aanzienlijk te ver
hogen na invoering der verhoogde
Vermakelijkheidsbelasting en de
Gemeentebesturen vrij te laten in
de toepassing van de verhoging.
o
Postcheque- en Giro
dienst bestond 30 jaar.
Vrijdag j.l. was het dertig jaar
geleden, dat de Postcheque- en
Girodienst in Nederland zijn
werkzaamheden begon, nadat de
ze dienst bij de wet van 29 Juli
1916 was Ingesteld.
Er werd begonen met 4000 re
keningen, waarvan zeer vele over-
heidsrekeningen, doch na vijf jaar
waren er reeds ruim 100.000 re
keninghouders. Aanvankelijk
werkte de dienst gedecentrali
seerd en was ieder postkantoor
tevens girokantoor, zodat er toen
ongeveer 370 girokantoortjes in
ons land waren. Naarmate het
aantal rekeninghouders zich ech
ter uitbreidde, vertoonde dit sys
teem hoe langer hge meer gebre
ken. De controle werd uiterst
moeilijk, terwijl de administratie
zeer omslachtig was.
Uranium in Zuid-Afrika.
Bij de opening der nieuwe zit
ting van het Zuid-Afrikaanse par
lement heeft de gouverneur-gene
raal van de Unie verklaard, dat
in Zuid-Afrika aanzienlijke voor
raden uranium zijn gevonden, in
verband waarmee de regering
wetsontwerpen zal opstellen voor
exploitatie en gebruik van deze
delfstoffen.
Tevens kondigde de gouver
neur-generaal aan, dat Zuid-Afri
ka de Prins Edward-eilanden-
groepen op 2000 K.M. ten Zuid-
Oosten van Kaapstad zal bezet
ten om aldaar meteorologische
stations voor de Zuidpool te ves
tigen en om de verbindswegen te
beveiligen.