Drie Amerikanen sneller dan het geluid! Wat de vrouw bekoort. 24-jarige kapitein-vlieger was de eerste die slaagde. ffiest -/eeuws-Vlaamse Rrieven. Zeeuwsch Dagblad TWEEDE BLAD Zaterdag 17 Januari 1948 Helgoland weer een doel voor Britse Bombardementen. fewotiïiwt stciyd DIT 18 MIJN SPOORWEG... Een welvarende gemeente met een gezond artikel. Kapelle-Biezelinge streeft naar industrialisatie. Het is juist een jaar geleden» dat de wereld pers de griezeligste verhalen vertelde over de onbekende wereld, waarin de jonge Canadese oorlogsvlieger Chalmers Goodlin met zyn Bell XS 1, het eerste super sonische vliegtuig, zou trachten door te dringen. „Vier seconden beslissen over onsterfelijke roem ofdood", zo schreven de Amerikaanse couranten. In die vier seconden zou Goodlin door de onzichtbare geluidsbarrière trachten te bre ken. En dat jnoest zeer gevaarlijk zijn, want de geleerden, die zich met de aërodynamica bezig hielden, vertelden, dat wanneer het vliegtuig de geluidsgolven inhaalt de lucht geen tijd meer zou hebben voor de vleugels uit te wijken en zou beginnen te kolken, koken en golven als een zee, die door een cycloon gegeseld wordt. De piloot zou elke controle uit handen geslagen worden door deze reuzenkracht. In die enkele seconden, waarin hy de geluidsgrens naderde, zouden de vleugels verkreukeld worden en de staart omgebogen: als een verwrongen metaal massa zou het vliegtuig neerstorten. Zo werd ons dit afgrijselijke tafereel geschil derd. Hij durfde het niet aan! Chalmers Goodlin schrok zo van deze verhalen, die hy in de courant las, dat hy op het beslissende ogenblik toch faalde. Hy heeft het niet aangedurfd vol gas te geven toen hy de aanloop namEen ander trok zich weinig aan van dit alles. Het was de 34-jarige kapitein-vlieger Charles Yaeger, die zei „dat sprookje eerst nog eens te moeten zien". Hy trok zyn harnas aan en ging moedig op wegom als eerste mens terug te keren, die zich sneller heeft bewogen dan het geluld. De belangrykste. Dit is voorwaar de belang rijkste gebeurtenis in de geschie denis van de luchtvaart, sedert Orville Wright 44 jaar geleden voor het eerst zijn Kitty Hawk in de lucht bracht. De mens sneller dan het geluid! Dat de Amerikanen dit geheim wilden houden zou men inderdaad als een onbillijkheid tegenover de geschiedenis kunnen zien. Een aardige bijzonderheid daarbij is nog, dat zij zelf het slachtoffer van eigen listen zijn geworden. Dat ging ais volgt. Toen de eer ste proeven met de XS 1 wer den gehouden, werd ijverig het bericht verspreid, dat zij mislukt waren en dit voortreffelijk be oordeelde vliegtuig van de Bell- fabrieken werd alom gehoond. Daarop gingen andere fabrieken aan het bouwen en zo kwam de vermaarde „Skystreak" van Dou glas tot stand, de XS 3 en ook de Britten gingen naarstig aan het werk om de primeur van de overwinning van de geluidssnel heid te verkrijgen. Zij oefenden met radiografisch bestuurde Me teor-vliegtuigen (bijgenaamd „Vliegende Fluitketel") boven de Noordzee, doch steeds zonder succes. Ook de Russen zijn op de uit Amerika ontvangen gege vens ijverig aan het werk geto gen om op dit terrein de Ame rikanen eens voor te kunnen ko men. De staf van de U. S. Airforce zag dit alles zo met genoegen aan; het grote succes had zij immers al behaald. Waarom moest die Bell dan openlijk ge- disqualificeerd worden? Dat had een merkwaardige oorzaak. De Amerikanen meenden namelijk, voordat de Bell XS 1 de lucht inging, dat het allersnelste vlieg tuig vleugels moest hebben, die evenals bij vogels een weinig achterwaart gebogen waren. Aërodynamische proeven in de windtunnels hadden dit ook aan getoond. Daarom vertelden de Amerikanen aan de hele wereld dat de vleugels kaarsrecht, lood recht op de romp moesten zit ten. Zij hoopten er mee te berei ken, dat in het buitenland proe ven in deze richting gedaan zou den worden, terwijl zü dan zelf rustig op de goede weg met de gebogen vleugels verder konden experimenteren. Toen kwam de Bell met de kleine, loocjpeehte vleugeltjes. En die Bell leverde de krachttoer. De Amerikanen voelden zich toen als de bedro- Zoals men zich herinnert heb ben de geallieerde militaire au toriteiten enige tijd geleden op dracht gegeven tot vernietiging van het eiland Helgoland, dat altijd voor de Duitsers een be langrijk militair steunpunt is geweest. Het eiland werd ge heel met dynamiet ondermijnd en voor een belangrijk deel in de lucht geblazen. Na deze ver nietiging is de R.A.F. Dinsdag begonnen de nog in tact zijnde verdedigingswerken als oefen- object te gebruiken. Sinds dat tijdstip trekken des middags en vooral des nachts Engelse bom bardementsvliegtuigen over Delfzijl. De scheepvaart is ge waarschuwd 10 mijl uit de kust van het eiland te blijven. De oefeningen zouden 72 uur duren Feuilleton. door H. Lourense. 94.) o— Wie zal het zeggen? Ze passeerden 'uderzegen". Door de hartjes van de blin den straalt licht uit. ,,'t Gaat daar niet best. Aay. De dokter komt er bijna elke" dag." „Voor wie?" „Voor Van der Most zelf. Hij sukkelt al weken lang. 't Schijnt erger te worden." Aay gaat niet verder op het onderwerp in. 't Is zielig voor die boer, die ziekte, maar hij moet deze avond benutten. Wanneer krijgt hij Ans weer eens alleen voor zich? Bij de kerk stapt Ans plotse ling af. Aay volgt haar voor beeld. „Wacht hier even op me, ja? Ze hoeven ons niet samen in het dorp te zien." „Wat hindert dat?" „Och, 't geeft maar onnodig gepraat." „Nou, goed dan." Eigenlijk wel een beetje dwaas. De mensen hebben hen wel meer samen gezien. En 't spreekt toch vanzelf, dat Ans op zon afgelegen weg gezelschap heeft, als het kan? Maar ze wil het liever, dus vooruit maar. Aay zet z'n fiets tegen de kerk muur, hurkt dan neer in 't gras. gen bedriegers en haastten zich j om de wereld te vertellen, dat de Bell een mislukking was ge weest. 18.000 P.KI En nu lets over die roemryke Bell. Het kleine vliegtuigje is heel sterk geconstrueerd om weerstand te bieden aan de enorme krachten by het vliegen met snelheden boven de 1000 km. per uur. De vleugels zyn echter zo rank, dat de toppen slechts S mm. dik konden worden. Een battery van vier straalmotoren ontwikkeld bijna een snelheid van 1200 km. per uur niet minder dan 18.000 paardekrachten. De vierduizend kilo brandstof een mengsel van vloeibare waterstof, zuurstof en kerosene is in en kele minuten verbruikt, zodat de piloot als hij door de geluids barrière heenbrak, deels in een giyvlucht weer op aarde zou moeten komen. Kapitein Yaeger heeft zich niet terstond aan boord van de Bell begeven. Het kleine toestel werd aan de buik van een Reuzenfort (Boeing B 29) bevestigd en tot 22 kilometer hoogte opgesleept, daarmee en passant het wereld record van 1938 van de Italiaan Mario Pezzi, die tot 17 kilometer kwam, verbeterend. Toen stapte Yaeger even van het moeder vliegtuig in zijn Bell over, sloeg de straalmotoren aan en spoot De staf van de U. S. Airfor ce heeft bekend gemaakt dat haar proeven, de geluidsbar rière per vliegtuig te overwin nen, gelukt z(jn. Deze sensatio nele onthulling werd niet van harte gedaan. De militairen hadden dit namelijk tot elke prijs geheim willen houden. Een jaar lang werd het vlieg veld van Muroc in Californië in een „rookgordijn" gelegd en journalisten en militaire atta- ché's van alle nieuwsgierige landen werden door ervaren M.P.'s zorgvuldig op een af stand gehouden. Dat er toch een en ander is uitgelekt be wijst dit bijgaande artikel. als een vuurstraal weg. Wat er verder precies gebeurd is, ver telt de U.S. Airforce niet. Wel, dat Yaeger niets van alle voorspelde verschrikkingen ge merkt heeft. En nu is dit vliegen door de geluidsbarrière de ge woonste zaak van de wereld ge worden, want twee andere Ame rikanen hebben het ook al ge presteerd: eerst Howard Lilly en na hem Herbert Hoover, beiden burgerpiloten, behorende tot de „N.A.C.A.", de „National Advi sory Committee for Aeronautics", de Amerikaanse Rijksluchtvaart dienst. Wel moet hierbij verteld worden, dat andere vliegtuigen, speciaal gebouwd voor de super- en transsonische snelheden er minder goed zijn afgekomen. En kele zijn boven de Californische Mohave woestijn verongelukt, evenals de vermaarde Britse vliegtuigbouwer met zijn „Vlie gende Vleugel" boven de Theems de dood vond. Het blijft dus nog een gevaarlijk werkals men niet over het geschikte vliegtuig de beschikking heeft! XXIII. In mijn oudejaarsbrief schreef ik over mijn plan een verhande ling te schrijven over de beteke nis van „Binnenkort" in de mond van een autoriteit. Was reeds van plan dat plan te laten varen na een inlichting van een auto riteit op een vergadering, waar over ik niet in de krant mag schrijven. Maar de heren corres pondenten van Zeeuwsch Dag blad zullen wel weten wat ik be doel. Maar nu heb ik mijn plan helemaal laten varen. Want van middag hoorde ik door de radio: De minister heeft verklaard, dat het wetsontwerp op de materiële oorlogsschade binnenkort de Tweede Kamer zal bereiken. Zo na het eten ben je, vooral als je een beetje ouder wordt, altijd wat doezelig, maar het was met het „doezelig" zijn ineens uit. Dat moest ik bij de herhaling aan het eind van de nieuwsberichten nog eens heel precies horen. Want dat zou mij het schrijven van be doelde verhandeling helemaal sparen. En ja hoor, bij de her haling las de omroeper: De mi nister heeft verklaard, dat het wetsontwerp op de materiële oor logsschade binnen enkele weken de Tweede Kamer zal bereiken. En nu ben ik gerust. Eind No vember verklaarde de minister in Middelburg, dat het wetsont werp binnenkort zijn departement zou verlaten. Vandaag half Janu ari dat het binnenkort de Twee de Kamer zal bereiken en in de herhaling: binnen enkele weken. Binnenkort is dus binnen en kele weken. Nu zijn we er haast. Er zit maar één betrekkelijk be grip meer in en dat is het woord je „enkele". O, als Kuyper in zijn dagen eens zo met woorden had gespeeld. Wat zou de liberale pers hebben gedaverd van schimpscheuten, wat zou de car- ricatuur een vruchtbaar onder werp hebben gehad. Wat laten we in ons goede Nederland toch met ons sollen en dat niet al leen ten opzichte van Indië. Maar, laat ons nu nog even wachten, wat het wetsontwerp zal brengen. Het resumé, dat en kele weken geleden in de bladen verscheen, geeft aanleiding tot vragen. Maar we wachten tot het officieel bekend zal zijn. En dan: -Heren Tweede- en Eerste Kamerleden, vooral uit de ver woeste streken, let op uw saeck! Altijd weer opnieuw staat voor mijn geest het Koninklijke woord, dat ons vanuit Londen in onze kelders bereikteZeeuwsch- Vlaanderen, (en ik voeg er bij, alle verwoeste gebieden) zullen schoner herbouwd worden, dan ze waren. Dus tot binnenkort, bin nen enkele weken! Nu moet me nog een opmer king van het hart, nu niet te genover Den Haag, maar tegen over heel de geleerde wereld van tegenwoordig. Er wordt alge meen geklaagd, dat er zo weinig meeleven is op politiek gebied. In alle partijen, misschien dan de Moskou-Partij uitgezonderd. Het is waar. Wanneer je een functie hebt in de partij, dan moet je telkens weer zuchten over het weinig meeleven. Ver gaderingen slecht bezocht, tijd schriften weinig gelezen. Nu is die klacht vroeger ook wel ge hoord. Vergaderingen op kerke lijk gebied waren meestal beter bezocht dan die op politiek ter rein. Maar toch was er in mijn jeugd meer belangstelling. Was het omdat de schoolkwestie meer Hij kijkt het rode achterlicht na, dat langs de Kerkweg ver dwijnt. Langs de Hofweg komt een lichtje nader. Aay schuift wat meer naar de steunbeer, links. Als Ans niet met hem gezien wil worden, hoeft niemand te weten dat hij gelijk met haar in het dorp is. Maar waarom doet ze zo ge heimzinnig? Ze had al zo weinig woorden ook, onderweg. Och, zelf wist hij ook niet zo veel te vertellen. Waarom heeft hij deze kans niet benut? Een gelegenheid als deze komt niet gauw weec Ans fietst intussen de Kerk weg af, de brug over, gaat dan links af langs de Broekweg. Bij „De Heere zal 't voorzien" draait ze de werf op. Ze stapt door de achterdeur het huis in. Als ze op de geut staat, gaat de kamerdeur open. De boerin staat in de opening. „O, ik docht al, dat zei wel goed volk weze". „Nou, goed volk dat weet ik niet." „Kom verder, kind, en vertel maar wat je hebt." „Antwoord van va, anders niet. De koop moet maar door gaan." Ze heeft snel de situatie opge nomen. Buiten de boer en z'n vrouw zitten de beide dochters, maar ook Jaap in de kamer. Ze moet maar zo gauw moge lijk zien weg te komen. „Best, daar houwe me 'tdan maar op." Ze staat nog bij de deur, maakt aanstalten om te gaan. Maar de boerin verhindert het. „Schuif effe bij. 'kWou net inschenke. Je lust toch zeker ook wel een bakkie?" „Nee, laat ik dat niet doen. 'k Heb juist koffie gedronken." „Nou, dan ken d'r nog best eentje bij." De boerin grijpt de koffiekan, schenkt al. Ans voelt zich niet prettig. Tien minuten gaan hier zeker verloren; dat is, met de tijd van rijden mee, een kJein half uur! En al die tijd moet Aay zich daar maar in z'n eentje verma ken. Had ze hem nog maar wat verder mee laten gaan. Maar dan was hij er ook ach ter gekomen, dat ze hierheen moest, en dat was misschien nog erger! Nu weet hij tenminste niet waar ze zit. 't Wordt een groot kwartier, haast twintig minuten. De boerin laat haar niet los. Maar dan staat Ans op. „Ik moet gaan, thuis worden ze anders ongerust." „Ach kind, je bent goed be zorgd hier. En 't is nog geen half r-egen." „Nee, ik ga maar." Ze heeft de deurkruk al in de hand. Daar heb je het al, Jaap staat op. „Als je bang beu in 't donker, rij ik een eindje mee." „Nee, ik vind de weg wel." „Ja, hoor is, ik ben nou een maal overend gekomme, ik rij mee." En voor Ans nog iets kan ant- tot ons sprak dan alle kwesties in deze tijd? Missehieft wel, maar ik geloof, dat het toch ook kwam, doordat onze voormannen, denk aan Kuyper en Lohman e.a. een voudiger, duidelijker tot het „volk" konden spreken dan zulks tegenwoordig het geval is. Ik zal geen namen noemen, maar ik lees in een tijdschrift, dat be doeld is leiding te geven aan het politieke denken en leven van een positief-Christelijke partij het volgende: (Het gaat over de Verenigde Naties.) „Aan elke rechtsorganisatie moet een politieke stabilisatie, een zekere harmonisatie der po- litiek-Sociologische factoren, voorafgaan. Elke staat b.v. is het product van zulk een histo rische harmonisatie, die men met het woord „nationale cul tuur" zou kunnen aanduiden. Zo is het ook met de Verenigde Na ties. Er bestaat geen internatio nale cultuur, die het substraat van een internationale rechts orde zou moeten zijn." Zie, als je dat leest en dan op pad moet, om bij ons eenvoudige volk reclame te maken voor zo'n tijdschrift, dan, ja dan sta je reeds dadelijk, als ze je zo'n pas sage voorleggen, schaakmat. Je moet de laatste uitgave van Kra mers Woordentolk in je zak heb ben, om het daar geschrevene duidelijk te maken. Ik zou onze heren voorlichters willen vragen, tracht toch te schrijven, dat ons eenvoudige volk het begrijpt en meeleeft. Eerst dan zal er weer kunnen komen een warm meele ven met zovele nieuwe dingen, die thans de wereld beroeren. Ik denk wel eens, dat we een te veel hebben aan geleerde mensen. Dat het feit van de nationa lisering van het Britse tran sportwezen voor het Britse pu bliek zomaar geen dode letter is, bleek uit een voorval op het Ktng's-Cross-statlon te Londen, waar een zichzelf bewust Brits burger had plaats genomen ln een posttrein voor het Noor den. Een der conducteurs be duidde ,de man, dat ln deze trein geen passagiers werden toegelaten en verzocht hem uit te stappen. Maar de Britse burger weigerde hieraan ge hoor te geven. „Denk er niet over uit te stappen", zei hij trots, „want deze spoorweg is nu van mij". Het treinperso neel probeerde tenslotte de man uit de wagon vandaan te slepen, doch de ongewenste passagier klemde zich vast aan het bagagerek. Men zag zich genoodzaakt dê wagon af te haken en de trein zonder deze te laten vertrekken. De politie heeft uiteindelijk de zelfbewus te burger van „zijn spoorweg" vandaan gehaald En, als onze Nederlandse taal on voldoende is om al die nieuwe be grippen aan' te duiden, smeed dan, als eens Guido Gezelle, nieu we, duidelijke woorden, dat het gewone volkje het kan snappen. Ten slotte zij nog medegedeeld, dat de weg aan de Lieter nog steeds in al zijn gevaarlijke ga ping gaapt. Kwam minister Ne- her, de hoop voor de Wederop bouw, toch maar terug! Dan zal de weg aan de Lieter gemaakt worden. Binnenkort. Kapelle-Biezelinge en fruit: een welvarende gemeente en een gezond artikel, twee die onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn. Bloeit de fruitteelt, dan bloeit Kapelle-Biezelinge; taant de fruit teelt, dan maakt deze ruim 4000 inwoners tellende gemeente moei lijke jaren door. Zij heeft een vooruitstrevende bevolking, die met haar tijd meegaat en reeds veel tot stand heeft gebracht en nog zal brengen. Kapelle noodlijdend. Wie als ingewijde Kapelle-Bie zelinge bezoekt, zal niet bevroe den, dat hier tijdens de oorlogs handelingen in 1940 en 1944 61 woningen met de grond gelijk gemaakt werden en 200 werden beschadigd. Toch is het zo; ook deze Zeeuwse gemeente heeft een zware tol moeten betalen aan de oorlog. Thans ziet men echter geen puinhopen meer en de aan gerichte schade is hersteld. De wegen werden opgeknapt, waar voor een bedrag van f 90.000 no dig \vas, dat voor ongeveer de helft door Landbouwherstel be taald is. De oorzaak Het feit, dat de inwoners weten van aanpakken en niet bleven afwachten tot een schaderegeling zou worden opge steld. Natuurlijk was dit niet moge lijk geweest, wanneer de inwo ners financieel niet voldoende draagkrachtig waren geweest. Dit in aanmerking genomen, valt het moeilijk te begrijpen dat Kapelle- Biezelinge op de begroting voor dit jaar een tekort heeft van f 4 per inwoner. Zelfs wanneer de regelen van de commissie-Oud van toepassing worden verklaard zal er een tekort blijven bestaan, waardoor de gemeente „noodlij dend" wordt. Vestiging van industrie. Kapelle-Biezelinge staat en valt met de fruitteelt en de land bouw. Daardoor is het te een zijdig van economische structuur, zegt burgemeester H. G. van Suylekom; te conjunctuur gevoe lig. Het gemeentebestuur wil dan ook trachten meet interesse voor industrie te wekken. Het meent, dat in Kapelle-Biezelinge in ver band met de aanwezigheid van het Kanaal door Zuid-Beveland en de centrale ligging ten op zichte van andere gemeenten in Oost-Zuid-Beveland (waardoor arbeiders uit de omliggende ge meenten hier gemakkelijk kun nen werken) daartoe zeker de mogelijkheid bestaat. In gedachten heeft men de strook langs het kanaal voor in dustrieterrein bestemd. Het feit. dat schepen geen havengelden behoeven te betalen, dat voor woorden, valt de boerin bij: „Wel ja, 't is gezelliger en die Kaay is zo'n donker end." Buiten pakt ze haar fiets. „Wacht effe, dan haal ik de mijne op." „Laat dat maar. Ik zal m'n weg wel vinden. Ze zegt het scherper dan ze bedoelt. Samen lopen ze op de Broek- weg, tot bij de brug. Daar blijft Ans staan, één voet op de trap per. „Nou vind ik hec verder wel, bedankt voor je gezelschap." Hij legt z'n hand op het stuur. „Toe nu, zeg. Wil je niet bij - legge?" „Je weet wat ik je gezegd heb. Jaap. Jij spot met de dingen, die mij heilig zijn." „Is dat dan zo erg? 'k Zal 'et om jou wel late, as je dat wil." „Dat hou je toch niet vol." „Laat ik 'et dan probere." Zijn ogen zoeken de hare. Ze staart over het water. Dan, opeens hem. scherp aan ziende, zegt ze: „Als je het om mij laten wilt, loopt het toch op teleurstelling uit, voor jou en voor mij. We kunnen beter de zaak laten zoals ze is." Ze stapt op. Even vreest ze, dat hij haar het wegrijden beletten zal. Hij laat het stuur los. Over de brug kijkt ze om. Hij staat nog in de lichtkring van de lantaarn. De handen in de zakken. Als ze achter de wo ning van Mees Tanis verdwenen is, slentert hij verder de Polder weg op. goederen lossing en lading het station Kapelle gebruikt zou kunnen worden en de ligging van de gemeente aan de rijks weg, hebben reeds een beton en 'n fruitverwerkende industrie ge ïnspireerd tot het indienen van een aanvraag om hier te mogen bouwen. Het is merkwaardig, dat Zee land, dat zoveel fruit produceert, geen fruitverwerkende industrie heeft. Zeeland móét met eind producten op de markt kunnen komen en de vestiging van een fruitverwerkende industrie is in deze omgeving op zijn plaats. Ook voor Schore houdt dit mo gelijkheden in. Uitbreidingsplannen. Wanneer een gemeente derge lijke plannen wil gaan verwezen lijken, moet zij tegelijkertijd de uitbreiding van 't dorp in ogen schouw nemen. En dat is in Ka pelle geschied. Er is een plan uitgewerkt, dat in drie etappes uitgevoerd zal worden. Het eerste deel betreft het zogenaamde plan-„Jagtlust", waarin de terreinen van het land goed „Jagtlust" van de familie Van der Bilt liggen opgesloten. Met het bouwrijp maken van dit eerste deel van het plan is reeds begonnen. Het is een karwei, dat f 153.000 zal kosten en in Juli klaar zal komen. Van groot be lang is, dat de uitbreiding in het centrum geprojecteerd is. Door dit nieuwe deel van de gemeente, waarin 200 woningen kunnen worden gezet, zal de v. d. Bilt- laan lopen: een fraaie 14 meter brede straat, aan weerszijden be plant. Reeds zijn verschillende aan vragen tot de bouw van wonin gen binnen gekomen. Ten op zichte van Biezelinge koestert men soortgelijke plannen, hier is de uitbreiding geprojecteerd in de Waardekenshoek. De woningbouw. Deze plannen vormen echter geen directe oplossing van het woningprobleem in Kapelle-Bie zelinge, waar 168 samenwonin gen zijn. De 40 thans in aanbouw zijnde woningen, die zonder sto ring half Maart 1948 opgeleverd worden, zijn dat wel. En wanneer de goedkeuring niet onthouden wordt, zullen dit jaar nog 42 woningen aanbesteed worden: 26 voor Kapelle, 12 voor Biezelinge en 4 voor Schore. In Kapelle moet verder nog een gemeentehuis gebouwd wor den. Ook hiervoor zijn de plan nen grotendeels gereed. Het komt te staan op de plaats van het vroegere en zal zeer fraai uitgevoerd worden. In Schore moet nog een hulp secretarie komen, terwijl daar te vens de O.L. school hersteld moet worden en een onderwijzerswo ning worden gebouwd. Waar steeds rekening mee wordt gehouden, is de aanleg van wegen. En dan speciaal de aan- en afvoerwegen voor de veiling Kapelle-Biezelinge en omgeving. De veiling neemt een zeer bij zondere plaats in en er mag niets zijn, dat haar in haar positie be lemmert. Nog grote plannen. Voor de toekomst heeft het gemeentebestuur nog grote plan nen. Daar staan op het program ma, de bouw van een badhuis, de aanleg van een goed sportterrein (waaraan hard gebrek is), het stichten van een nieuwe tuin bouwschool en zelfs wordt er aan gedacht om een tehuis voor ouden van dagen te stichten. Wel is waar kan niet gezegd worden of deze plannen ooit ver wezenlijkt worden, maar de voor uitstrevende bevolking van Ka pelle-Biezelinge en Schore wer ken onder leiding van een en thousiast gemeentebestuur samen om in ieder geval daartoe de mogelijkheden te scheppen. Koning van Yemen overleden. De Koning van Yemen, Yehia, Is op 85-jartge leeftijd in de hoofdstad Sana overleden. Er is een nieuwe constitutionele rege ring gevormd, aan het hoofd waarvan Sayed Abdoellah Hu Ahmed Al Wazir staat. Koning Yehia, die ruim 30 jaar regeerde, werd door de meerder heid van zijn volk beschouwd als een almachtig vorst en afstam meling van de profeet. Zijn wantrouwen jegens buiten landers en zijn afkeer van de Westerse beschaving isoleerde zijn land van de rest van de wereld. Yemen Is een der vruchtbaarste gebieden van Arabië met drie millioen inwoners. 600 millioen dollar voor China? Naar het Chinese dagblad „Tekoengpro" uit betrouwbare bron verneemt, heeft het Ameri kaanse Ministerie van Buiten landse Zaken een ontwerppro gramma voor Amerikaanse hulp aan China voltooid. De Kwomin- tang zou reeds van dit program ma, dat een bedrag van 600 mil lioen dollar zou omvatten, op de hoogte zijn gesteld. Vreemde historie. Met „Wederopbouw en Volks huisvesting" is het een vreemde geschiedenis. Aanvankelijk werd dit depar tement, dat toen nog een andere naam had, beheerd door Ir Rin gers. Toen deze in Nov. '46 ont slag nam, trad minister Vos als waarnemer op. Eerst drie maanden later werd een echte opvolger benoemd. Maar toen ging er dan ook, naar het heette, wat groots gebeuren. Het dep. kreeg een andere naam en de heer Neher, die zich bij de Posterijen verdienstelijk had gemaakt, werd minister. Vol verwachting klopte veler hart. Want dit was nu eens een man met zeer bijzondere kwaliteiten. Al te bijzonder blijkbaar. De minister bleek te groot voor dit departement. Nauwelijks had hij zich geïnstalleerd en hier en daar een bezoek gebracht, „om zich persoonlijk op de hoogte te stel len", of hij maakte een reis naar Indië. Om mee te helpen aan de afbraak, zeggen boze tongen, maar laten we aannemen voor opbouw. En intussen is het departe ment weer voor langen tijd hoofdeloos, wat blijkbaar niet zo erg is. Ook zonder minister blij ven we wel voortsukkelen. Voorstel van de president der Wereldbank voor uitvoering plan-Marshall. Macloy, de president van de Wereldbank, heeft voorgesteld, dat de 16 landen, die bij 't plan- Marshall zijn betrokken, een supra-nationale organisatie in stellen, welke het toezicht zal hebben op de in het kader van het plan te verstrekken hulp. De organisatie moest uit een internationale staf bestaan, die aan geen nationale regering on derhorig is; de directeur zou een Europeaan van erkende onafhan kelijkheid, moed en kundigheid moeten zijn. Naar aanleiding van een onaf hankelijke analyse door de in ternationale technische staf van de wereldbank, noemde Macloy de hulp van het plan-MarshaU tamelijk krap. Een ensemble van grijs-groene wollen stof met zwart astrakan, een bontsoort die op het ogen blik bizonder gewild is. -• In Joego-Slavië zijn bij de grens van Hongarije oude graven uit de tijd van Keizer Augustus ontdekt. Toen deze graven wer den geopend, bleek dat de zich' daarin bevindende sieraden nog volkomen intact waren. „De Hitte van de Dag", door J. W. Hofwijk. Uitg: „De Toorts", Heemstede. Als een journalist een reeks artikelen over belangrijke om standigheden, gebeurtenissen of personen geschreven heeft, kan hij meestal niet aan de verleiding weerstaan, om zijn reportages te bundelen en in boekvorm uit te geven. Een recent voorbeeld van dit verschijnsel is „De Hitte van de Dag". De schrijver J. W. Hof wijk, journalist van de „Maas bode", was in Indië in de dagen vóór het politioneel optreden, en in zijn verzameling artikelen heeft hij ons de totaal-indruk willen geven van de bevindingen, tijdens zijn verblijf op Java en Sumatra opgedaan. Uit kunstzinnig oogpunt is het boek, jammer genoeg, geen suc ces geworden. Dit is geen ver oordeling, het is het vaststellen van een feit, waarvan de schrij ver zich, toen hij het boek publi ceerde, volkomen bewust is ge weest, want hij zegt zelf in zijn inleidend hoofdstuk: „Deze arti kelen, „heet van de naald", zijn naar 't mij wil voorkomen, met meer zweet en meer vermoeid heid en meer angst doortrokken, dan enige „litteraire" na-bewer- king Nu is het wel waar, dat een schrijver die absoluut „litterair" wil doen nooit echt goed werk schept, maar het is niet waar, dat de arbeid, waardoor de vorm van de bezieling zo „mooi" moge lijk wordt gemaakt, het kunst werk zou schaden. De gedich ten van Gezelle, die het natuur lijkst klinken en het meest ont roeren ondergingen een heel, heel lange bewerking. Het ge beurt dan ook, dat we onder het lezen de verzuchting slaken: Had Hofwijk er maar een litte raire na-bewerking van gemaakt, dan zouden we bepaalde storen de onvolkomenheden gelukkig ge mist hebben!" Een zin ais op blz. 22, die mooi de schoonheid van de Indische nacht schildert, strompelt amechtig voort over zijn eigen verbrokkelde langdra digheid. Op blz. 166 staat er: „Overigens één lichtpunt in het gebrek aan verzorging en com fortwat zonder meer stijl loos is. Meer arbeid aan de samenstel ling zou het boek harmonischer, evenwichtiger van bouw hebben gemaakt. Dit gebrek aan com positie vooral hindert ons. Het héle boek immers is geschreven in een toon, die spreekt van een oprechte, bewonderende liefde voor de Nederlandse soldaat, die daar in het Verre Oosten een on mogelijk zware taak volbrengt. Wat een kans is hier gemist, om van dit boek een monument te maken, een eenvoudig maar juist door zijn natuurlijkheid, indruk wekkend gedenkteken voor die simpele, plichtsgetrouwe Neder landse jongens. Zo zijn de boeken van Ernie Pyle, Amerika's be roemde oorlogscorrespondent mo numenten geworden, waarin de nagedachtenis van de Ameri kaanse soldaat op grootse wijze geëerd wordt. In plaats van een gebouw echter, hebben we een complex van apart opgetrokken kamertjes gekregen. Daardoor verkrijgen we noodzakelijkerwijze geen totaal-beeld van het leven in Indië in 't algemeen en van het soldatenleven in 't bijzonder. Wil dit nu zeggen, dat het boek maar liever niet moet worden gelezen? Zeker niet! Ja, we mochten wensen, dat heel Neder land kennis nam van wat de Ne derlandse soldaat doormaakt. In „De Hitte van de Dag" spreekt in de allereerste plaats ons ge weten als Nederlander: „Hebben wij wel voldoende begrip en voor al voldoende belangstelling voor onze landgenoten in Indië? Oh nee, die mensen daar lossen het gecompliceerde probleem niet op, daarom moet onze belang stelling in ieder geval los van alle politieke overtuiging staan. Ook Hofwijk lost het vraagstuk niet op, hij belicht enkel heel in 't bijzonder één van de kanten van het probleem: die van de soldaat. Wat echter, voor ons gevoel, deze reeks artikelen vooral aan trekkelijk maakt, is de warme menselijkheid waarmee mensen en toestanden benaderd worden. Hofwijk is trots op de jongens, waarmee hij al die maanden ge leefd heeft, maar hij vervalt niet in chauvinistische protserigheid. Hij verstaat het, om de feiten zó te rangschikken en ze ook zó te laten spreken, dat bij ons even eens iets van de bewondering van de schrijver wordt opgewekt. Ja, menselijk is het boek en daarom is het verklaarbaar, dat het ook geestig is. Hoe somber en droe vig het leven is, er blijft toch plaats voor de zon, ook al schijnt die achter de wolken. Een zach te humor breekt dan ook tel kens even sprankelend door en maakt de lectuur van deze re portages tot een even aangena me als onderhoudende bezigheid. Dit alles bewijst dan ook wel, dat als Hofwijk gekund had, d. w. z. de kans had gekregen, hij tot veel beter in staat was ge weest. Nog een enkel woord van waar dering voor de specifiek reli- gieuse aspecten worden behan deld. Wij andersdenkenden kun nen het appreciëren, dat de schrijver, zonder zijn overtuiging uit te schakelen, bescheiden blijft in dezen. Zelfs zijn stuk over de aalmoezeniers wordt met een sympathiek woord over de veld predikers besloten. o

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1948 | | pagina 5