Drie Amerikanen sneller dan het geluid!
Wat de vrouw bekoort.
24-jarige kapitein-vlieger was de eerste die slaagde.
ffiest -/eeuws-Vlaamse Rrieven.
Zeeuwsch Dagblad
TWEEDE BLAD
Zaterdag 17 Januari 1948
Helgoland weer een doel voor
Britse Bombardementen.
fewotiïiwt stciyd
DIT 18 MIJN SPOORWEG...
Een welvarende gemeente met
een gezond artikel.
Kapelle-Biezelinge streeft naar industrialisatie.
Het is juist een jaar geleden» dat de wereld
pers de griezeligste verhalen vertelde over de
onbekende wereld, waarin de jonge Canadese
oorlogsvlieger Chalmers Goodlin met zyn Bell
XS 1, het eerste super sonische vliegtuig, zou
trachten door te dringen.
„Vier seconden beslissen over onsterfelijke
roem ofdood", zo schreven de Amerikaanse
couranten. In die vier seconden zou Goodlin door
de onzichtbare geluidsbarrière trachten te bre
ken. En dat jnoest zeer gevaarlijk zijn, want de
geleerden, die zich met de aërodynamica bezig
hielden, vertelden, dat wanneer het vliegtuig de
geluidsgolven inhaalt de lucht geen tijd meer
zou hebben voor de vleugels uit te wijken en
zou beginnen te kolken, koken en golven als een
zee, die door een cycloon gegeseld wordt. De
piloot zou elke controle uit handen geslagen
worden door deze reuzenkracht. In die enkele
seconden, waarin hy de geluidsgrens naderde,
zouden de vleugels verkreukeld worden en de
staart omgebogen: als een verwrongen metaal
massa zou het vliegtuig neerstorten.
Zo werd ons dit afgrijselijke tafereel geschil
derd.
Hij durfde het niet aan!
Chalmers Goodlin schrok zo van deze verhalen, die hy in de
courant las, dat hy op het beslissende ogenblik toch faalde. Hy
heeft het niet aangedurfd vol gas te geven toen hy de aanloop
namEen ander trok zich weinig aan van dit alles. Het was
de 34-jarige kapitein-vlieger Charles Yaeger, die zei „dat sprookje
eerst nog eens te moeten zien". Hy trok zyn harnas aan en ging
moedig op wegom als eerste mens terug te keren, die zich
sneller heeft bewogen dan het geluld.
De belangrykste.
Dit is voorwaar de belang
rijkste gebeurtenis in de geschie
denis van de luchtvaart, sedert
Orville Wright 44 jaar geleden
voor het eerst zijn Kitty Hawk
in de lucht bracht. De mens
sneller dan het geluid! Dat de
Amerikanen dit geheim wilden
houden zou men inderdaad als
een onbillijkheid tegenover de
geschiedenis kunnen zien. Een
aardige bijzonderheid daarbij is
nog, dat zij zelf het slachtoffer
van eigen listen zijn geworden.
Dat ging ais volgt. Toen de eer
ste proeven met de XS 1 wer
den gehouden, werd ijverig het
bericht verspreid, dat zij mislukt
waren en dit voortreffelijk be
oordeelde vliegtuig van de Bell-
fabrieken werd alom gehoond.
Daarop gingen andere fabrieken
aan het bouwen en zo kwam de
vermaarde „Skystreak" van Dou
glas tot stand, de XS 3 en ook
de Britten gingen naarstig aan
het werk om de primeur van de
overwinning van de geluidssnel
heid te verkrijgen. Zij oefenden
met radiografisch bestuurde Me
teor-vliegtuigen (bijgenaamd
„Vliegende Fluitketel") boven de
Noordzee, doch steeds zonder
succes. Ook de Russen zijn op
de uit Amerika ontvangen gege
vens ijverig aan het werk geto
gen om op dit terrein de Ame
rikanen eens voor te kunnen ko
men.
De staf van de U. S. Airforce
zag dit alles zo met genoegen
aan; het grote succes had zij
immers al behaald. Waarom
moest die Bell dan openlijk ge-
disqualificeerd worden? Dat had
een merkwaardige oorzaak. De
Amerikanen meenden namelijk,
voordat de Bell XS 1 de lucht
inging, dat het allersnelste vlieg
tuig vleugels moest hebben, die
evenals bij vogels een weinig
achterwaart gebogen waren.
Aërodynamische proeven in de
windtunnels hadden dit ook aan
getoond. Daarom vertelden de
Amerikanen aan de hele wereld
dat de vleugels kaarsrecht, lood
recht op de romp moesten zit
ten. Zij hoopten er mee te berei
ken, dat in het buitenland proe
ven in deze richting gedaan zou
den worden, terwijl zü dan zelf
rustig op de goede weg met de
gebogen vleugels verder konden
experimenteren. Toen kwam de
Bell met de kleine, loocjpeehte
vleugeltjes. En die Bell leverde
de krachttoer. De Amerikanen
voelden zich toen als de bedro-
Zoals men zich herinnert heb
ben de geallieerde militaire au
toriteiten enige tijd geleden op
dracht gegeven tot vernietiging
van het eiland Helgoland, dat
altijd voor de Duitsers een be
langrijk militair steunpunt is
geweest. Het eiland werd ge
heel met dynamiet ondermijnd
en voor een belangrijk deel in
de lucht geblazen. Na deze ver
nietiging is de R.A.F. Dinsdag
begonnen de nog in tact zijnde
verdedigingswerken als oefen-
object te gebruiken. Sinds dat
tijdstip trekken des middags en
vooral des nachts Engelse bom
bardementsvliegtuigen over
Delfzijl. De scheepvaart is ge
waarschuwd 10 mijl uit de kust
van het eiland te blijven. De
oefeningen zouden 72 uur duren
Feuilleton.
door H. Lourense.
94.) o—
Wie zal het zeggen?
Ze passeerden 'uderzegen".
Door de hartjes van de blin
den straalt licht uit.
,,'t Gaat daar niet best. Aay.
De dokter komt er bijna elke"
dag."
„Voor wie?"
„Voor Van der Most zelf. Hij
sukkelt al weken lang. 't Schijnt
erger te worden."
Aay gaat niet verder op het
onderwerp in.
't Is zielig voor die boer, die
ziekte, maar hij moet deze avond
benutten.
Wanneer krijgt hij Ans weer
eens alleen voor zich?
Bij de kerk stapt Ans plotse
ling af. Aay volgt haar voor
beeld.
„Wacht hier even op me, ja?
Ze hoeven ons niet samen in het
dorp te zien."
„Wat hindert dat?"
„Och, 't geeft maar onnodig
gepraat."
„Nou, goed dan."
Eigenlijk wel een beetje
dwaas. De mensen hebben hen
wel meer samen gezien. En 't
spreekt toch vanzelf, dat Ans op
zon afgelegen weg gezelschap
heeft, als het kan?
Maar ze wil het liever, dus
vooruit maar.
Aay zet z'n fiets tegen de kerk
muur, hurkt dan neer in 't gras.
gen bedriegers en haastten zich j
om de wereld te vertellen, dat
de Bell een mislukking was ge
weest.
18.000 P.KI
En nu lets over die roemryke
Bell. Het kleine vliegtuigje is
heel sterk geconstrueerd om
weerstand te bieden aan de
enorme krachten by het vliegen
met snelheden boven de 1000 km.
per uur. De vleugels zyn echter
zo rank, dat de toppen slechts S
mm. dik konden worden. Een
battery van vier straalmotoren
ontwikkeld bijna een snelheid van
1200 km. per uur niet minder
dan 18.000 paardekrachten. De
vierduizend kilo brandstof een
mengsel van vloeibare waterstof,
zuurstof en kerosene is in en
kele minuten verbruikt, zodat de
piloot als hij door de geluids
barrière heenbrak, deels in een
giyvlucht weer op aarde zou
moeten komen.
Kapitein Yaeger heeft zich niet
terstond aan boord van de Bell
begeven. Het kleine toestel werd
aan de buik van een Reuzenfort
(Boeing B 29) bevestigd en tot
22 kilometer hoogte opgesleept,
daarmee en passant het wereld
record van 1938 van de Italiaan
Mario Pezzi, die tot 17 kilometer
kwam, verbeterend. Toen stapte
Yaeger even van het moeder
vliegtuig in zijn Bell over, sloeg
de straalmotoren aan en spoot
De staf van de U. S. Airfor
ce heeft bekend gemaakt dat
haar proeven, de geluidsbar
rière per vliegtuig te overwin
nen, gelukt z(jn. Deze sensatio
nele onthulling werd niet van
harte gedaan. De militairen
hadden dit namelijk tot elke
prijs geheim willen houden.
Een jaar lang werd het vlieg
veld van Muroc in Californië
in een „rookgordijn" gelegd en
journalisten en militaire atta-
ché's van alle nieuwsgierige
landen werden door ervaren
M.P.'s zorgvuldig op een af
stand gehouden. Dat er toch
een en ander is uitgelekt be
wijst dit bijgaande artikel.
als een vuurstraal weg. Wat er
verder precies gebeurd is, ver
telt de U.S. Airforce niet.
Wel, dat Yaeger niets van alle
voorspelde verschrikkingen ge
merkt heeft. En nu is dit vliegen
door de geluidsbarrière de ge
woonste zaak van de wereld ge
worden, want twee andere Ame
rikanen hebben het ook al ge
presteerd: eerst Howard Lilly en
na hem Herbert Hoover, beiden
burgerpiloten, behorende tot de
„N.A.C.A.", de „National Advi
sory Committee for Aeronautics",
de Amerikaanse Rijksluchtvaart
dienst. Wel moet hierbij verteld
worden, dat andere vliegtuigen,
speciaal gebouwd voor de super-
en transsonische snelheden er
minder goed zijn afgekomen. En
kele zijn boven de Californische
Mohave woestijn verongelukt,
evenals de vermaarde Britse
vliegtuigbouwer met zijn „Vlie
gende Vleugel" boven de Theems
de dood vond. Het blijft dus nog
een gevaarlijk werkals men
niet over het geschikte vliegtuig
de beschikking heeft!
XXIII.
In mijn oudejaarsbrief schreef
ik over mijn plan een verhande
ling te schrijven over de beteke
nis van „Binnenkort" in de mond
van een autoriteit. Was reeds
van plan dat plan te laten varen
na een inlichting van een auto
riteit op een vergadering, waar
over ik niet in de krant mag
schrijven. Maar de heren corres
pondenten van Zeeuwsch Dag
blad zullen wel weten wat ik be
doel. Maar nu heb ik mijn plan
helemaal laten varen. Want van
middag hoorde ik door de radio:
De minister heeft verklaard, dat
het wetsontwerp op de materiële
oorlogsschade binnenkort de
Tweede Kamer zal bereiken. Zo
na het eten ben je, vooral als
je een beetje ouder wordt, altijd
wat doezelig, maar het was met
het „doezelig" zijn ineens uit. Dat
moest ik bij de herhaling aan
het eind van de nieuwsberichten
nog eens heel precies horen. Want
dat zou mij het schrijven van be
doelde verhandeling helemaal
sparen. En ja hoor, bij de her
haling las de omroeper: De mi
nister heeft verklaard, dat het
wetsontwerp op de materiële oor
logsschade binnen enkele weken
de Tweede Kamer zal bereiken.
En nu ben ik gerust. Eind No
vember verklaarde de minister
in Middelburg, dat het wetsont
werp binnenkort zijn departement
zou verlaten. Vandaag half Janu
ari dat het binnenkort de Twee
de Kamer zal bereiken en in de
herhaling: binnen enkele weken.
Binnenkort is dus binnen en
kele weken. Nu zijn we er haast.
Er zit maar één betrekkelijk be
grip meer in en dat is het woord
je „enkele". O, als Kuyper in zijn
dagen eens zo met woorden had
gespeeld. Wat zou de liberale
pers hebben gedaverd van
schimpscheuten, wat zou de car-
ricatuur een vruchtbaar onder
werp hebben gehad. Wat laten
we in ons goede Nederland toch
met ons sollen en dat niet al
leen ten opzichte van Indië.
Maar, laat ons nu nog even
wachten, wat het wetsontwerp
zal brengen. Het resumé, dat en
kele weken geleden in de bladen
verscheen, geeft aanleiding tot
vragen. Maar we wachten tot
het officieel bekend zal zijn. En
dan: -Heren Tweede- en Eerste
Kamerleden, vooral uit de ver
woeste streken, let op uw saeck!
Altijd weer opnieuw staat voor
mijn geest het Koninklijke woord,
dat ons vanuit Londen in onze
kelders bereikteZeeuwsch-
Vlaanderen, (en ik voeg er bij,
alle verwoeste gebieden) zullen
schoner herbouwd worden, dan
ze waren.
Dus tot binnenkort, bin
nen enkele weken!
Nu moet me nog een opmer
king van het hart, nu niet te
genover Den Haag, maar tegen
over heel de geleerde wereld van
tegenwoordig. Er wordt alge
meen geklaagd, dat er zo weinig
meeleven is op politiek gebied.
In alle partijen, misschien dan
de Moskou-Partij uitgezonderd.
Het is waar. Wanneer je een
functie hebt in de partij, dan
moet je telkens weer zuchten
over het weinig meeleven. Ver
gaderingen slecht bezocht, tijd
schriften weinig gelezen. Nu is
die klacht vroeger ook wel ge
hoord. Vergaderingen op kerke
lijk gebied waren meestal beter
bezocht dan die op politiek ter
rein. Maar toch was er in mijn
jeugd meer belangstelling. Was
het omdat de schoolkwestie meer
Hij kijkt het rode achterlicht
na, dat langs de Kerkweg ver
dwijnt.
Langs de Hofweg komt een
lichtje nader. Aay schuift wat
meer naar de steunbeer, links.
Als Ans niet met hem gezien wil
worden, hoeft niemand te weten
dat hij gelijk met haar in het
dorp is.
Maar waarom doet ze zo ge
heimzinnig?
Ze had al zo weinig woorden
ook, onderweg.
Och, zelf wist hij ook niet zo
veel te vertellen.
Waarom heeft hij deze kans
niet benut? Een gelegenheid als
deze komt niet gauw weec
Ans fietst intussen de Kerk
weg af, de brug over, gaat dan
links af langs de Broekweg. Bij
„De Heere zal 't voorzien" draait
ze de werf op. Ze stapt door de
achterdeur het huis in.
Als ze op de geut staat, gaat
de kamerdeur open.
De boerin staat in de opening.
„O, ik docht al, dat zei wel
goed volk weze".
„Nou, goed volk dat weet ik
niet."
„Kom verder, kind, en vertel
maar wat je hebt."
„Antwoord van va, anders
niet. De koop moet maar door
gaan."
Ze heeft snel de situatie opge
nomen. Buiten de boer en z'n
vrouw zitten de beide dochters,
maar ook Jaap in de kamer.
Ze moet maar zo gauw moge
lijk zien weg te komen.
„Best, daar houwe me 'tdan
maar op."
Ze staat nog bij de deur, maakt
aanstalten om te gaan. Maar de
boerin verhindert het.
„Schuif effe bij. 'kWou net
inschenke. Je lust toch zeker ook
wel een bakkie?"
„Nee, laat ik dat niet doen. 'k
Heb juist koffie gedronken."
„Nou, dan ken d'r nog best
eentje bij."
De boerin grijpt de koffiekan,
schenkt al.
Ans voelt zich niet prettig.
Tien minuten gaan hier zeker
verloren; dat is, met de tijd van
rijden mee, een kJein half uur!
En al die tijd moet Aay zich
daar maar in z'n eentje verma
ken. Had ze hem nog maar wat
verder mee laten gaan.
Maar dan was hij er ook ach
ter gekomen, dat ze hierheen
moest, en dat was misschien nog
erger! Nu weet hij tenminste
niet waar ze zit.
't Wordt een groot kwartier,
haast twintig minuten. De boerin
laat haar niet los.
Maar dan staat Ans op.
„Ik moet gaan, thuis worden
ze anders ongerust."
„Ach kind, je bent goed be
zorgd hier. En 't is nog geen half
r-egen."
„Nee, ik ga maar."
Ze heeft de deurkruk al in de
hand. Daar heb je het al, Jaap
staat op.
„Als je bang beu in 't donker,
rij ik een eindje mee."
„Nee, ik vind de weg wel."
„Ja, hoor is, ik ben nou een
maal overend gekomme, ik rij
mee."
En voor Ans nog iets kan ant-
tot ons sprak dan alle kwesties
in deze tijd? Missehieft wel, maar
ik geloof, dat het toch ook kwam,
doordat onze voormannen, denk
aan Kuyper en Lohman e.a. een
voudiger, duidelijker tot het
„volk" konden spreken dan zulks
tegenwoordig het geval is. Ik zal
geen namen noemen, maar ik
lees in een tijdschrift, dat be
doeld is leiding te geven aan het
politieke denken en leven van
een positief-Christelijke partij
het volgende:
(Het gaat over de Verenigde
Naties.)
„Aan elke rechtsorganisatie
moet een politieke stabilisatie,
een zekere harmonisatie der po-
litiek-Sociologische factoren,
voorafgaan. Elke staat b.v. is
het product van zulk een histo
rische harmonisatie, die men
met het woord „nationale cul
tuur" zou kunnen aanduiden. Zo
is het ook met de Verenigde Na
ties. Er bestaat geen internatio
nale cultuur, die het substraat
van een internationale rechts
orde zou moeten zijn."
Zie, als je dat leest en dan op
pad moet, om bij ons eenvoudige
volk reclame te maken voor zo'n
tijdschrift, dan, ja dan sta je
reeds dadelijk, als ze je zo'n pas
sage voorleggen, schaakmat. Je
moet de laatste uitgave van Kra
mers Woordentolk in je zak heb
ben, om het daar geschrevene
duidelijk te maken. Ik zou onze
heren voorlichters willen vragen,
tracht toch te schrijven, dat ons
eenvoudige volk het begrijpt en
meeleeft. Eerst dan zal er weer
kunnen komen een warm meele
ven met zovele nieuwe dingen,
die thans de wereld beroeren. Ik
denk wel eens, dat we een te
veel hebben aan geleerde mensen.
Dat het feit van de nationa
lisering van het Britse tran
sportwezen voor het Britse pu
bliek zomaar geen dode letter
is, bleek uit een voorval op het
Ktng's-Cross-statlon te Londen,
waar een zichzelf bewust Brits
burger had plaats genomen ln
een posttrein voor het Noor
den. Een der conducteurs be
duidde ,de man, dat ln deze
trein geen passagiers werden
toegelaten en verzocht hem uit
te stappen. Maar de Britse
burger weigerde hieraan ge
hoor te geven. „Denk er niet
over uit te stappen", zei hij
trots, „want deze spoorweg is
nu van mij". Het treinperso
neel probeerde tenslotte de
man uit de wagon vandaan te
slepen, doch de ongewenste
passagier klemde zich vast aan
het bagagerek. Men zag zich
genoodzaakt dê wagon af te
haken en de trein zonder deze
te laten vertrekken. De politie
heeft uiteindelijk de zelfbewus
te burger van „zijn spoorweg"
vandaan gehaald
En, als onze Nederlandse taal on
voldoende is om al die nieuwe be
grippen aan' te duiden, smeed
dan, als eens Guido Gezelle, nieu
we, duidelijke woorden, dat het
gewone volkje het kan snappen.
Ten slotte zij nog medegedeeld,
dat de weg aan de Lieter nog
steeds in al zijn gevaarlijke ga
ping gaapt. Kwam minister Ne-
her, de hoop voor de Wederop
bouw, toch maar terug! Dan zal
de weg aan de Lieter gemaakt
worden.
Binnenkort.
Kapelle-Biezelinge en fruit: een welvarende gemeente en een
gezond artikel, twee die onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn.
Bloeit de fruitteelt, dan bloeit Kapelle-Biezelinge; taant de fruit
teelt, dan maakt deze ruim 4000 inwoners tellende gemeente moei
lijke jaren door. Zij heeft een vooruitstrevende bevolking, die
met haar tijd meegaat en reeds veel tot stand heeft gebracht
en nog zal brengen.
Kapelle noodlijdend.
Wie als ingewijde Kapelle-Bie
zelinge bezoekt, zal niet bevroe
den, dat hier tijdens de oorlogs
handelingen in 1940 en 1944 61
woningen met de grond gelijk
gemaakt werden en 200 werden
beschadigd. Toch is het zo; ook
deze Zeeuwse gemeente heeft een
zware tol moeten betalen aan de
oorlog. Thans ziet men echter
geen puinhopen meer en de aan
gerichte schade is hersteld. De
wegen werden opgeknapt, waar
voor een bedrag van f 90.000 no
dig \vas, dat voor ongeveer de
helft door Landbouwherstel be
taald is.
De oorzaak Het feit, dat de
inwoners weten van aanpakken
en niet bleven afwachten tot een
schaderegeling zou worden opge
steld.
Natuurlijk was dit niet moge
lijk geweest, wanneer de inwo
ners financieel niet voldoende
draagkrachtig waren geweest. Dit
in aanmerking genomen, valt het
moeilijk te begrijpen dat Kapelle-
Biezelinge op de begroting voor
dit jaar een tekort heeft van
f 4 per inwoner. Zelfs wanneer
de regelen van de commissie-Oud
van toepassing worden verklaard
zal er een tekort blijven bestaan,
waardoor de gemeente „noodlij
dend" wordt.
Vestiging van industrie.
Kapelle-Biezelinge staat en valt
met de fruitteelt en de land
bouw. Daardoor is het te een
zijdig van economische structuur,
zegt burgemeester H. G. van
Suylekom; te conjunctuur gevoe
lig. Het gemeentebestuur wil dan
ook trachten meet interesse voor
industrie te wekken. Het meent,
dat in Kapelle-Biezelinge in ver
band met de aanwezigheid van
het Kanaal door Zuid-Beveland
en de centrale ligging ten op
zichte van andere gemeenten in
Oost-Zuid-Beveland (waardoor
arbeiders uit de omliggende ge
meenten hier gemakkelijk kun
nen werken) daartoe zeker de
mogelijkheid bestaat.
In gedachten heeft men de
strook langs het kanaal voor in
dustrieterrein bestemd. Het feit.
dat schepen geen havengelden
behoeven te betalen, dat voor
woorden, valt de boerin bij:
„Wel ja, 't is gezelliger en die
Kaay is zo'n donker end."
Buiten pakt ze haar fiets.
„Wacht effe, dan haal ik de
mijne op."
„Laat dat maar. Ik zal m'n
weg wel vinden.
Ze zegt het scherper dan ze
bedoelt.
Samen lopen ze op de Broek-
weg, tot bij de brug. Daar blijft
Ans staan, één voet op de trap
per.
„Nou vind ik hec verder wel,
bedankt voor je gezelschap."
Hij legt z'n hand op het stuur.
„Toe nu, zeg. Wil je niet bij -
legge?"
„Je weet wat ik je gezegd heb.
Jaap. Jij spot met de dingen, die
mij heilig zijn."
„Is dat dan zo erg? 'k Zal 'et
om jou wel late, as je dat wil."
„Dat hou je toch niet vol."
„Laat ik 'et dan probere."
Zijn ogen zoeken de hare.
Ze staart over het water.
Dan, opeens hem. scherp aan
ziende, zegt ze: „Als je het om
mij laten wilt, loopt het toch op
teleurstelling uit, voor jou en
voor mij. We kunnen beter de
zaak laten zoals ze is."
Ze stapt op.
Even vreest ze, dat hij haar
het wegrijden beletten zal.
Hij laat het stuur los.
Over de brug kijkt ze om.
Hij staat nog in de lichtkring
van de lantaarn. De handen in
de zakken. Als ze achter de wo
ning van Mees Tanis verdwenen
is, slentert hij verder de Polder
weg op.
goederen lossing en lading het
station Kapelle gebruikt zou
kunnen worden en de ligging
van de gemeente aan de rijks
weg, hebben reeds een beton en
'n fruitverwerkende industrie ge
ïnspireerd tot het indienen van
een aanvraag om hier te mogen
bouwen.
Het is merkwaardig, dat Zee
land, dat zoveel fruit produceert,
geen fruitverwerkende industrie
heeft. Zeeland móét met eind
producten op de markt kunnen
komen en de vestiging van een
fruitverwerkende industrie is in
deze omgeving op zijn plaats.
Ook voor Schore houdt dit mo
gelijkheden in.
Uitbreidingsplannen.
Wanneer een gemeente derge
lijke plannen wil gaan verwezen
lijken, moet zij tegelijkertijd de
uitbreiding van 't dorp in ogen
schouw nemen. En dat is in Ka
pelle geschied. Er is een plan
uitgewerkt, dat in drie etappes
uitgevoerd zal worden.
Het eerste deel betreft het
zogenaamde plan-„Jagtlust",
waarin de terreinen van het land
goed „Jagtlust" van de familie
Van der Bilt liggen opgesloten.
Met het bouwrijp maken van dit
eerste deel van het plan is reeds
begonnen. Het is een karwei, dat
f 153.000 zal kosten en in Juli
klaar zal komen. Van groot be
lang is, dat de uitbreiding in het
centrum geprojecteerd is. Door
dit nieuwe deel van de gemeente,
waarin 200 woningen kunnen
worden gezet, zal de v. d. Bilt-
laan lopen: een fraaie 14 meter
brede straat, aan weerszijden be
plant.
Reeds zijn verschillende aan
vragen tot de bouw van wonin
gen binnen gekomen. Ten op
zichte van Biezelinge koestert
men soortgelijke plannen, hier is
de uitbreiding geprojecteerd in de
Waardekenshoek.
De woningbouw.
Deze plannen vormen echter
geen directe oplossing van het
woningprobleem in Kapelle-Bie
zelinge, waar 168 samenwonin
gen zijn. De 40 thans in aanbouw
zijnde woningen, die zonder sto
ring half Maart 1948 opgeleverd
worden, zijn dat wel. En wanneer
de goedkeuring niet onthouden
wordt, zullen dit jaar nog 42
woningen aanbesteed worden: 26
voor Kapelle, 12 voor Biezelinge
en 4 voor Schore.
In Kapelle moet verder nog
een gemeentehuis gebouwd wor
den. Ook hiervoor zijn de plan
nen grotendeels gereed. Het
komt te staan op de plaats van
het vroegere en zal zeer fraai
uitgevoerd worden.
In Schore moet nog een hulp
secretarie komen, terwijl daar te
vens de O.L. school hersteld moet
worden en een onderwijzerswo
ning worden gebouwd.
Waar steeds rekening mee
wordt gehouden, is de aanleg van
wegen. En dan speciaal de aan-
en afvoerwegen voor de veiling
Kapelle-Biezelinge en omgeving.
De veiling neemt een zeer bij
zondere plaats in en er mag niets
zijn, dat haar in haar positie be
lemmert.
Nog grote plannen.
Voor de toekomst heeft het
gemeentebestuur nog grote plan
nen. Daar staan op het program
ma, de bouw van een badhuis, de
aanleg van een goed sportterrein
(waaraan hard gebrek is), het
stichten van een nieuwe tuin
bouwschool en zelfs wordt er aan
gedacht om een tehuis voor
ouden van dagen te stichten.
Wel is waar kan niet gezegd
worden of deze plannen ooit ver
wezenlijkt worden, maar de voor
uitstrevende bevolking van Ka
pelle-Biezelinge en Schore wer
ken onder leiding van een en
thousiast gemeentebestuur samen
om in ieder geval daartoe de
mogelijkheden te scheppen.
Koning van Yemen
overleden.
De Koning van Yemen, Yehia,
Is op 85-jartge leeftijd in de
hoofdstad Sana overleden. Er is
een nieuwe constitutionele rege
ring gevormd, aan het hoofd
waarvan Sayed Abdoellah Hu
Ahmed Al Wazir staat.
Koning Yehia, die ruim 30 jaar
regeerde, werd door de meerder
heid van zijn volk beschouwd als
een almachtig vorst en afstam
meling van de profeet.
Zijn wantrouwen jegens buiten
landers en zijn afkeer van de
Westerse beschaving isoleerde zijn
land van de rest van de wereld.
Yemen Is een der vruchtbaarste
gebieden van Arabië met drie
millioen inwoners.
600 millioen dollar voor
China?
Naar het Chinese dagblad
„Tekoengpro" uit betrouwbare
bron verneemt, heeft het Ameri
kaanse Ministerie van Buiten
landse Zaken een ontwerppro
gramma voor Amerikaanse hulp
aan China voltooid. De Kwomin-
tang zou reeds van dit program
ma, dat een bedrag van 600 mil
lioen dollar zou omvatten, op de
hoogte zijn gesteld.
Vreemde historie.
Met „Wederopbouw en Volks
huisvesting" is het een vreemde
geschiedenis.
Aanvankelijk werd dit depar
tement, dat toen nog een andere
naam had, beheerd door Ir Rin
gers. Toen deze in Nov. '46 ont
slag nam, trad minister Vos als
waarnemer op.
Eerst drie maanden later werd
een echte opvolger benoemd.
Maar toen ging er dan ook, naar
het heette, wat groots gebeuren.
Het dep. kreeg een andere
naam en de heer Neher, die zich
bij de Posterijen verdienstelijk
had gemaakt, werd minister. Vol
verwachting klopte veler hart.
Want dit was nu eens een man
met zeer bijzondere kwaliteiten.
Al te bijzonder blijkbaar. De
minister bleek te groot voor dit
departement. Nauwelijks had hij
zich geïnstalleerd en hier en daar
een bezoek gebracht, „om zich
persoonlijk op de hoogte te stel
len", of hij maakte een reis naar
Indië. Om mee te helpen aan de
afbraak, zeggen boze tongen,
maar laten we aannemen voor
opbouw.
En intussen is het departe
ment weer voor langen tijd
hoofdeloos, wat blijkbaar niet zo
erg is. Ook zonder minister blij
ven we wel voortsukkelen.
Voorstel van de president
der Wereldbank voor
uitvoering plan-Marshall.
Macloy, de president van de
Wereldbank, heeft voorgesteld,
dat de 16 landen, die bij 't plan-
Marshall zijn betrokken, een
supra-nationale organisatie in
stellen, welke het toezicht zal
hebben op de in het kader van
het plan te verstrekken hulp.
De organisatie moest uit een
internationale staf bestaan, die
aan geen nationale regering on
derhorig is; de directeur zou een
Europeaan van erkende onafhan
kelijkheid, moed en kundigheid
moeten zijn.
Naar aanleiding van een onaf
hankelijke analyse door de in
ternationale technische staf van
de wereldbank, noemde Macloy
de hulp van het plan-MarshaU
tamelijk krap.
Een ensemble van grijs-groene
wollen stof met zwart astrakan,
een bontsoort die op het ogen
blik bizonder gewild is.
-• In Joego-Slavië zijn bij de
grens van Hongarije oude graven
uit de tijd van Keizer Augustus
ontdekt. Toen deze graven wer
den geopend, bleek dat de zich'
daarin bevindende sieraden nog
volkomen intact waren.
„De Hitte van de Dag", door J. W. Hofwijk.
Uitg: „De Toorts", Heemstede.
Als een journalist een reeks
artikelen over belangrijke om
standigheden, gebeurtenissen of
personen geschreven heeft, kan
hij meestal niet aan de verleiding
weerstaan, om zijn reportages te
bundelen en in boekvorm uit te
geven. Een recent voorbeeld van
dit verschijnsel is „De Hitte van
de Dag". De schrijver J. W. Hof
wijk, journalist van de „Maas
bode", was in Indië in de dagen
vóór het politioneel optreden, en
in zijn verzameling artikelen
heeft hij ons de totaal-indruk
willen geven van de bevindingen,
tijdens zijn verblijf op Java en
Sumatra opgedaan.
Uit kunstzinnig oogpunt is het
boek, jammer genoeg, geen suc
ces geworden. Dit is geen ver
oordeling, het is het vaststellen
van een feit, waarvan de schrij
ver zich, toen hij het boek publi
ceerde, volkomen bewust is ge
weest, want hij zegt zelf in zijn
inleidend hoofdstuk: „Deze arti
kelen, „heet van de naald", zijn
naar 't mij wil voorkomen, met
meer zweet en meer vermoeid
heid en meer angst doortrokken,
dan enige „litteraire" na-bewer-
king
Nu is het wel waar, dat een
schrijver die absoluut „litterair"
wil doen nooit echt goed werk
schept, maar het is niet waar,
dat de arbeid, waardoor de vorm
van de bezieling zo „mooi" moge
lijk wordt gemaakt, het kunst
werk zou schaden. De gedich
ten van Gezelle, die het natuur
lijkst klinken en het meest ont
roeren ondergingen een heel,
heel lange bewerking. Het ge
beurt dan ook, dat we onder het
lezen de verzuchting slaken:
Had Hofwijk er maar een litte
raire na-bewerking van gemaakt,
dan zouden we bepaalde storen
de onvolkomenheden gelukkig ge
mist hebben!" Een zin ais op blz.
22, die mooi de schoonheid van
de Indische nacht schildert,
strompelt amechtig voort over
zijn eigen verbrokkelde langdra
digheid. Op blz. 166 staat er:
„Overigens één lichtpunt in het
gebrek aan verzorging en com
fortwat zonder meer stijl
loos is.
Meer arbeid aan de samenstel
ling zou het boek harmonischer,
evenwichtiger van bouw hebben
gemaakt. Dit gebrek aan com
positie vooral hindert ons. Het
héle boek immers is geschreven
in een toon, die spreekt van een
oprechte, bewonderende liefde
voor de Nederlandse soldaat, die
daar in het Verre Oosten een on
mogelijk zware taak volbrengt.
Wat een kans is hier gemist, om
van dit boek een monument te
maken, een eenvoudig maar juist
door zijn natuurlijkheid, indruk
wekkend gedenkteken voor die
simpele, plichtsgetrouwe Neder
landse jongens. Zo zijn de boeken
van Ernie Pyle, Amerika's be
roemde oorlogscorrespondent mo
numenten geworden, waarin de
nagedachtenis van de Ameri
kaanse soldaat op grootse wijze
geëerd wordt. In plaats van een
gebouw echter, hebben we een
complex van apart opgetrokken
kamertjes gekregen. Daardoor
verkrijgen we noodzakelijkerwijze
geen totaal-beeld van het leven
in Indië in 't algemeen en van
het soldatenleven in 't bijzonder.
Wil dit nu zeggen, dat het boek
maar liever niet moet worden
gelezen? Zeker niet! Ja, we
mochten wensen, dat heel Neder
land kennis nam van wat de Ne
derlandse soldaat doormaakt. In
„De Hitte van de Dag" spreekt
in de allereerste plaats ons ge
weten als Nederlander: „Hebben
wij wel voldoende begrip en voor
al voldoende belangstelling voor
onze landgenoten in Indië?
Oh nee, die mensen daar lossen
het gecompliceerde probleem niet
op, daarom moet onze belang
stelling in ieder geval los van
alle politieke overtuiging staan.
Ook Hofwijk lost het vraagstuk
niet op, hij belicht enkel heel in
't bijzonder één van de kanten
van het probleem: die van de
soldaat.
Wat echter, voor ons gevoel,
deze reeks artikelen vooral aan
trekkelijk maakt, is de warme
menselijkheid waarmee mensen
en toestanden benaderd worden.
Hofwijk is trots op de jongens,
waarmee hij al die maanden ge
leefd heeft, maar hij vervalt niet
in chauvinistische protserigheid.
Hij verstaat het, om de feiten zó
te rangschikken en ze ook zó te
laten spreken, dat bij ons even
eens iets van de bewondering van
de schrijver wordt opgewekt. Ja,
menselijk is het boek en daarom
is het verklaarbaar, dat het ook
geestig is. Hoe somber en droe
vig het leven is, er blijft toch
plaats voor de zon, ook al schijnt
die achter de wolken. Een zach
te humor breekt dan ook tel
kens even sprankelend door en
maakt de lectuur van deze re
portages tot een even aangena
me als onderhoudende bezigheid.
Dit alles bewijst dan ook wel,
dat als Hofwijk gekund had, d.
w. z. de kans had gekregen, hij
tot veel beter in staat was ge
weest.
Nog een enkel woord van waar
dering voor de specifiek reli-
gieuse aspecten worden behan
deld. Wij andersdenkenden kun
nen het appreciëren, dat de
schrijver, zonder zijn overtuiging
uit te schakelen, bescheiden blijft
in dezen. Zelfs zijn stuk over de
aalmoezeniers wordt met een
sympathiek woord over de veld
predikers besloten.
o