Kleine stelen en grote stelen. CHEFAROX De ontworpen Kerkorde op tafel. jifirdiwJimw Concentratie bouw- en woningtoezicht op Zuid Beveland. Zeeuwsch Dagblad TWEEDE BLAD Zaterdag 10 Januari 1948 Niet alleen schijnbare verlichting b[j maagklachten Beschermt- uw maag Westbrabantse smokkelorganisaties stalen pantserwagens van elkaar. (fewestftCf» strijd Begroting Gemeentefonds 1948. Canadese notities. Ook in Canada „Hoe bevalt het je hier in Ca nada?" vroeg ik een pas-ge trouwd vrouwtje, dat Nederland onlangs voorgoed heeft vaarwel gezegd en nu, samen met haar man, een nieuwe en betere toe komst zoekt in dit enorme, vruchtbare, maar nog dun be volkte land. „Prettig", vond ze. „niets te klagen, alleen is er in het hele huis geen sleutel te vinden". Neen, daar heeft ze gelijk aan. De Canadezen houden niet van gewichtig doen met dikke, rin kelende sleutelbossen, de Ame rikanen trouwens ook niet. Maar de Nederlandse emigranten wen sen sloten en grendels. Zeg nou zelf, je kunt je hebben en hou den zo maar niet open en bloot achterlaten. Vader wil een .paar sleutels om zijn positie als gezinshoofd aanschouwelijk te maken, moeder wil sleutels op de kamers en deu ren, de oudste zoon en dochter verlangen ook sleutels als een symbool van hun naderende vol wassenheid. En de huisheren begrijpen er niets van. Zij laten de deuren desnoods open staan, wanneer ze gaan winkelen. In ieder geval zal de sleutel- business dit jaar floreren, nu zo veel bezorgde Nederlanders hun aanvankelijk schamele bezittingen willen beschermen tegen dieyen en rovers. Wat zijn wij Nederlanders, vooral tijdens en na de oorlog, achterdochtige, kwaaddenkende lieden geworden, mensen, die ieder medemens aanzien voor een zwijntjesjager of oplichter. Zo lang de schaarste aan noodzake lijke goederen voortduurt zal dat ook wel zo blijven. In een land van overvloed, waar practisch ieder kan krijgen wat zijn hartje begeert, heerst de gedachte aan diefstal niet zo sterk. Mijn grootvader zei altijd: Wanneer je gaat stelen, steel dan dadelijk zoveel dat je het niet hoeft te herhalen. Ik vond dit een wijze opmerking. Men schijnt aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan ook dergelijke verstandige, door het leven gerijpte grootvaders te be zitten, want de dieven laten een ordinair burgerhuisje met rust. Ze doen hier toch alles en gros, stelen ook. In Augustus ontsnapten drie bandieten uit een Canadese ge vangenis en kraakten onmiddellijk na de ontvluchting een bank, die ze enkele tienduizenden dollars lichter maakten. Ze kunnen nu tenminste weer enkele jaren vooruit. De Canadese politie mag zien die lieden weer te vangen. Maar dat gaat zo maar niet! De politie houdt razzia's in verschillende steden, doch de huiszoekingen worden van te vo ren aangekondigd in de pers. De ijverige journalisten vermelden zulks evenwel met de vinger op de mond: lezers,' dit is een ge weldig groot en zwaar geheim, dit is een „top-secret", maar jul lie mogen het weten: morgen houdt de politie huiszoekingen in die en die stad sst, niks ver tellen om die drie bandieten op te sporen. De lezers glunderen: moet ie toch eens horen. Toch wel grie zelig. Ze mochten hier eens ko men. Je mocht die rovers eens tegenkomen, ze schieten je vast onmiddellijk dood. Brr Waarschijnlijk glunderen de bandieten ook: mooi, vanavond maar weer verhuizen. Zo beleeft een ieder zijn ple zier van dit geval. Een Nederlander, die vijf ja ren oorlog achter de rug heeft, lijkt dit helemaal vreselijk huis-, tuin- en keukenachtig, maar de Canadezen weten, dat de politie ook wel eens onver wacht een razzia houdt in een heel andere dan de aangekon digde stad en ze vinden hun de tectives integendeel erg listig. Waarmee ik maar zeggen wil, dat een grote bankoverval zijn bezwaren heeft, maar toch niet iot de onmogelijkheden behoort en waarom zou het dievengilde zich dan bekommeren over de schamele bezittingen van Jan Boezeroen? de winkelier, het andere oog houdt je gericht op je kostbaar rijwiel. Je vertrouwt niemand. Je bent tien minuten bezig alle deuren en ramen te gren delen en op slot te doen om even vijf minuten naar de win kel aan de overkant te wippen. Het huis open laten? Geen kwes tie van. Met deze ballast van achter docht zijn de emigranten naar Canada getrokken. „Er moeten sleutels en gren dels komen, anders doe ik 's nachts geen oog dicht." T. M. Men is hier zeer goed van vertrouwen. Dat heb ik persoonlijk her haalde malen ondervonden. Men is zeer gastvrij en heeft een prettige wijze van gasten ontvangen. De Canadezen en ook de Ame rikanen komen je niet onmid dellijk aan boord met het meest exclusieve menu of met een ta fellaken voor wanneer-er-eens- iemand-mocht-komen. De familie gaat zijn gang. Ze gaan een dagje uit. Je kunt meegaan, je mag ook thuis blij ven. Zonder bekommernis laten ze hun hele hebben en houden aan de gast over. „We gaan uit. Daar is de ijskast, daar staat het fornuis. Enjoy yourself en zorg dat je voldoende te eten krijgt. Bonjour!" De familie gaat er van door en laat alles achter bij een wildvreemde. Ze denken, er eenvoudig niet over, dat iemand een kleinigheid zou willen achterover drukken. I Wat zijn wij in Nederland dan al diep gezonken. Met een bezwaard hart plaats je je fiets, zorgvuldig afgeslo ten, voor een winkelruit. Met één oog waak je er voor, dat je f 1,a® ber doos Per buisje, het goede gewicht krijgt van' (Ingez. Med.) geeft CHEFAROX, want het veroorzaakt géén nieuw maag zuur en vormt bovendien een beschermende, genezende laag op de maagwand. Chefarox be vat colloïdaal aluminium hy- droxyde, dat thans in zeer vele landen als het middel tegen wordt be°"houwd. Gealliëerde militairen en grenswachten smokkelden mee. Op een persconferentie te Breda hebben justitie- en politie autoriteiten mededelingen gedaan over de grote smokkelzaken, die in West-Brabant hebben plaats gehad en waaraan thans een einde is gemaakt. Adjudant Kramer van de Marechaussee en de hem toegewezen Wachtmeester van Gestel van de Rijkspolitie zyn het geweest, die klaarheid hebben weten te scheppen in de diverse smokkelzaken, welke dateren uit de tijd van de Duitse bezetting en na de be vrijding op grote voet zijn voortgezet. Bij deze smokkelzaken werden pantserwagens, opgekocht uit Belgische dumps, gebruikt. Voor millioenen guldens aan goederen zijn frauduleus ons land binnengebracht. Voor het grootste deel ging alles naar Amster dam, waar een groot magazyn was. Later ontstonden ook opslag plaatsen in Leeuwarden en Leiden. Het is niet juist, dat de wiel- Zij waren bemand met een „weg- Feuilleton. door H. - Lourense. £8) o— Wat daar van te denken? „Uw vader, en de mijne zijn eigen broers geweest, meneer." Opeens wordt Siem alles dui delijk. Dus deze man is de zoon van oom Aay, waarover in de fami lie wel eens een en ander ge fluisterd is! En deze man heeft dit geweten, voor hij z'n arbeid op de fabriek aanving! Enkele ogenblikken ligt de zieke weer met gesloten ogen. Zijn ademhaling gaat gejaagd. Siem staart voor zich, voelt niet dat de donkere ogen op hem gericht worden. „Wilt u nu maar niet liever weggaan, meneer?" „Neen, neen, Van Andel. Ver tel maar wat je me zeggen wilde." -v „Ik heb me nooit met enige kerk ingelaten, ik wilde van u daar zeker niet over horen, 't Is nu te laat. Maar ik heb een kind, een jongen...." De verpleegster komt het ka mertje weer binnen. Verschrikt loopt ze op het bed toe. „U moet u kalm houden. Als de bloeding zich herhaalt kan dat noodlottig zijn!" Dan vervolgt ze tot Siem, die nog aan het bed zit: ,,'t Is beter de patiënt nu maar alleen te renner John Braspennings uit Breda-Princenhage de leider was van de smokkelorganisatie. Hij was de medeleider van eén der organisaties. Behalve zijn bende, traden nog twee andere op. Het smokkelen per militaire wagens is van de Duitsers afge keken. Na de bezetting zetten gealli eerde militairen en ook enkele grenswachten de zaak op dezelf de manier voort. Papieren werden vervalst en zelfs gingen grens wachters wekelijks hun geld ha len voor het doorlaten van de wagens. Toen eind 1946 uit Bel gische dumps pantserauto's kon den gekocht worden, kreeg de smokkelwereld een nieuwe kans. De eerste pantserauto werd in April 1947 onbeheerd aangetrof fen onder Rijsbergen, geladen met zeep, tabak, katoen, wol en kauw- gummi. In de nacht van 23 op 24 April 1947 kon er een aangehouden worden, die daarna weer wist te verdwijnen. De derde keer, dat men een pantserwagen zag, was in de nacht van 30 op 31 Augus tus, weer in Rijsbergen. In Octo ber werd een dergelijke wagen ongeveer 10 keer in West-Bra bant gesignaleerd. De smokke laars kon men niet vatten. Zelfs speciaal aangelegde versperrin gen hielpen niet. Bij de opsporing gebruikte men ook „walkie talkies" en auto's met zend -en ontvanginrichting. Het was de eerste keer, dat deze middelen zijn toegepast voor het opsporen van strafbare handelin gen. Geleidelijk kreeg men de gege vens te pakken over de drie smokkelorganisaties, die elkaar beconcurreerden en elkaar zelfs de pantserwagens ontstalen. Een der hoofddaders arresteer de men in de nacht van 5 op 6 December van het vorige jaar. Bij een huiszoeking vond men een gebrekkige boekhouding, waarin de verhandelde artikelen waren opgetekend, de namen van ver schillende leden der bende en bovendien vele interessante aan tekeningen. De pantserwagens bleken bestuurd te worden door ervaren chauffeurs, meest Belgen. laten. Morgen kunt u mogelijk het bezoek herhalen." Siem staat op. Deze wenk laat aan duide lijkheid niets te wensen over. Hij steekt van Andel de hand toe. „Niet gaan", protesteert hij. „Ik moet nog iets zeggen." De zuster maakt een hopeloos gebaar, doet een paar passen te rug. „t)it is het einde.... Zorg voor m'n kind. Het hoofd valt in de kussens terug, een doorschijnend wit overtrekt het gelaat. De zuster belt om hulp. Siem legt een naamkaartje op het tafeltje. „Als er iets gebeurt, zuster, wilt u dan bericht geven aan dit adres?" „Goed, meneer." Een tweede zuster komt bin nen. Met zachte groet gaat Siem de deur uit. Langzaam rijdt hij naar huis terug, geheel vervuld van het geen hij zo juist gehoord heeft. Zal hij dit aan Francien vertel len? Och, hij heeft nooit geheimen voor haar gehad. Waarom dan in dit geval wel? De volgende morgen komt het bericht, dat Van Andel, zonder tot bewustzijn gekomen te zijn, die nacht is gestorven. „Vreselijk", zegt Francien, „zo te sterven. Nooit in een kerk verkenner" en met een persoon die spijkers of spijkerplanken op de wegen moest smijten, om de achtervolgende auto's „stukken" te bezorgen. De drie leden der bemanning kregen voor hun kar wei gemiddeld f 3.000. In het totaal gingen drie wa gens van de smokkelaars verloren, één bij Rijsbergen, één in Am sterdam en één in België. De waarde der bij Rijsbergen in beslag genomen goederen be draagt 551.800 Belg. frs, de ge middelde waarde van de pantser wagens wordt geschat op 45.000 Belg. frs. Per tocht werd naar schatting voor f40.000 aan wa ren ons land binnengesmokkeld. Het stemmen bij volmacht door militairen in Indië. Naar de „N. R. Crt." ver neemt valt de indiening van de voorstellen tot technische wijzi ging van de kieswet, tevens ter regeling van het stemmen bij volmacht door de militairen in Indië, in de a.s. week te ver wachten. Men mag aannemen, dat de regering aan de Tweede Kamer zal verzoeken deze aangelegen heid met spoed te behandelen. Hebben wij het wel, dan zal de mogelijkheid geschapen wor den, dat één persoon voor meer dan één militair in Indië vol macht krijgt en wel tot een ma ximum van 5 volmachten. Dit laatste schijnt gedaan te worden om aldus de kans te vergroten, dat de militairen in Indië hier te lande gevolmachtigden kun nen uitkiezen van wie zij ge gronde redenen kunnen hebben om te verwachten, dat die ge machtigden inderdaad zullen siemmen overeenkomstig de richting door de militairen zeif aangehangen. o Trygve Lie, de secretaris-ge neraal der V.N., heeft bekend gemaakt, dat de Australiër Ro bert Jackson benoemd is tot ad junct secretaris-generaal van zijn bureau. Hij zal belast zijn met de coördinatie van de ver schillende diensten van de V.N. Jackson is adjuct-directeur van de UNRRA geweest. geweest, nooit van de Zaligma ker gehoord te hebben, mis schien zelfs niets van zonde of genade geweten, en dan zo de Eeuwigheid in te gaan." Haar ogen zijn vochtig, als ze Siem aanziet. „We kunnen er niets meer aan veranderen, Francien. We zullen aan het kind trachten goed te maken, wat we tegen over de vader tekort geschoten zijn. Ik beschuldig mezelf, dat ik niet wat vlugger m'n voorge nomen bezoek bij hem gebracht heb." Een paar dagen later komt een jongen van ruim 13 jaar Siem's gezin vergroten. Aay van Andel heet hij. Siem is op de dag, waarop hij het doodsbericht van de vader ontving, naar Vaartdam gegaan. Vader Kees heeft sprakeloos van verwondering, het verhaal aangehoord. Met moeder safnen hebben ze overlegd, hoe dit be richt naar de Kandelaar door te geven. Is vader Marten niet te oud, om dit te verwerken? Maar verzwijgen gaat toch ook niet! Neen, de eerstvolgende keer, dat hij hier op bezoek komt, zal vader Kees het hem vertellen. Hij kan er niet heen gaan, want hij kan bijna niet meer weg. Er zijn 's winters dagen genoeg, dat hij niet uit het bed komt. 't Moet dus wachten, tot groot vader zelf in Vaartdam komt. Hakmes- of scheepsroepercritiek (Van onze Utrechtse correspondent). Toen op 24 November van het vorige jaar in de Domkerk te Utrecht het ontwerp voor een nieuwe kerkorde aan de Generale Synode der Ned. Herv. Kerk in handen werd gegeven, maakte men er de bepaling bij, dat het eerst met uiteenlopende penvoerders in de kerk besproken zou worden. Daarna zouden deze penvoerders hun Inzichten publiceren. De bedoelde bespreking ls inmiddels aan gekondigd: van 14 tot 17 Januari zullen 31 hoogleraren en predi kanten met de dertien leden der commissie voor de kerkorde vergaderen. Uitgenodigd zijn de hoogleraren Dr W. Banning, Driebergen; Dr C. J. Bleeker, Amsterdam; Dr H. Kraemer, Genève; Dr G. van der Leeuw, Groningen; Dr J. Linde boom, Groningen; Dr K. H. Mis- kotte, Leiden en Dr G. C. van Niftrik, Amsterdam. Voorts de predikanten Dr W. Aalders, 's-GravenhageD. Bakker, Hui- zum; Dr H. Berkhof, Zeist; K. A. Beversluis, Zutphen; Dr A. J. Bronkhorst, 's-Gravenhage; Dr T. Dokter, Odijk; H. G. Groenewoud, Wageningen; P. G. van der Hooff, Hilversum; Dr G. P. van Itter- zon, 's-Gravenhage; I. Kievit, Baarn; J. H. Klein Wassink, Alk maar; J. C. W. Kruishoop, Char iots; Dr A. F. N. Lekkerkerker, Loosduinen; J. Loos, Hilversum; H. van Lunzen, Odoorn; P. Smits, Enschedé; Dr J. J. Stam, Rotter dam; Dr G. J. Streeder 's-Gra venhage; J. J. Timmer, Harder wijk; D. Tromp, Amsterdam; Dr J. M. van Veen, Rijswijk; Dr A. de Wilde, Midwolde-Leek; J. G. Woelderink, Zijderveld en G. van der Zee, Ridderkerk. Van deze 31 mannen worden er tien tot de vrijzinnigen gerekend. Slechts één hiervan behoort tot de uiterst linkse Zwingli-groep. Onder de 21 rechtzinnigen komen vijf „Geformeerde Bonders" voor. Wanneer deze samenspreking, die vermoedelijk wordt voortgezet (hoe kan een zo gemengd gezel schap in drie dagen uitgesproken zijn), achter de rug is, zullen de tongen en de pennen los komen. Rustig overwegen. Hiermede is niet gezegd, dat er tot heden niet over de ontwerp- kerkorde werd geschreven. In allerlei kerkelijke bladen kon men er publicaties over lezen. En 't is 'n verheugend feit, dat haast overal de blijdschap over de eenstemmi ge aanbieding van het concept, naar voren komt. Of het daar door even enthousiast aanvaard wordt? Natuurlijk niet. Het vraagt bestudering en overwe ging. Dr W. Volger te Amster dam, die verleden jaar met enkele anderen aan de Generale Synode om eerherstel vroeg voor Hendrik de Cock, merkte in zijn wijkbe- richt op: „Het ontwerp voor de nieuwe kerkorde in verschenen, ik heb er al wat In gebladerd. Het potlood zwierde van het ene ar tikel naar het andere, vergelij kend, onderzoekend, navorsend". En Dr H. Berkhof te Zeist schreef In het plaatselijk kerkblad: „La ten we voorzichtig zijn. Het is nog lang niet zeker, dat en hoe dit ontwerp tot wet zal worden. Het is nog niet zeker, dat er geen zeer gewichtige bezwaren tegen dit ontwerp zullen worden Inge bracht. De consequenties van al lerlei wat hier staat, zullen we eens rustig moeten overwegen". Dat is trouwens de bedoeling van de commissie voor de kerkorde. Een nieuwe kerkorde ontvangt men maar eenmaal in de zoveel eeuwen en een oordeel daarover vormt men zich niet in een oog wenk. In deze geest liet ook Ds H. G. Groenewoud te Wageningen zijn geluid horen in het confessionele weekblad „De Gereformeerde Kerk": „Ongetwijfeld zullen som migen bezwaren hebben tegen dit ontwerp; bezwaren die niet uit verwerpelijke partijschap voort komen, maar die een wettige grond hebben. De verzoeking om dan maar meteen een afwijzende houding aan te nemen, is groot. Laten we niet aan deze verzoe king toegeven. Er staat teveel op het spel dan dat we hier een licht vaardig spel mogen spelen". Gauw klaar! Dat niet iedereen er zo over denkt als Ds Groenewoud, leert ons een artikeltje van Ds G. J. de Nie te Dordrecht in „Zwingll", het orgaan van de Zwingli-groep. „Sinds enkele uren", zo schreef Ds De Nie, „is het ontwerp nieuwe kerkorde in mijn bezit. Daarvoor moest ander werk even Siem hoopt maar, dat dit ge beurt voor hij in Vlietdorp bij z'n kleinzoon binnenstapt. Dat doet de oude man nog al eens. HOOFDSTUK XXVI. Twaalf jaar regeert op „Ouderzegen" een pachtboer. Marten ging er de eerste ja ren zo af en toe een praatje maken. 't Beloofde wel wat te wor den. Gerrit van der Most was een flinke jonge kerel met hart voor het boerenwerk, en ver stand van vee en land. Het be drijf lag er steeds goed bij, en werd met zorg onderhouden. Hij had dan ook de tijd mee. Er waren grage kopers, zowel voor zuivel, als voor het slacht rijpe vee. En de prijzen waren best. Maar het getij verliep. En de pachtboer weet de ba kens niet te verzetten. Er zit geen kapitaal achter. Natuur lijk niet. Wie zou dit ook ver wachten? Het land verarmt zienderoog. Van de Kaay af ziet men de zuring en de stekels in de ach terwei. De man moet het ook met sen halve kracht zien te redden. Bij de laatste schouw heeft het klachten geregend. Marten kon er niets tegen in- bengen. Hij weet ook niet, wat hij -er tegen moet doen, (Wordt vervolgd.) wijken; voor de eerste kennisma king moest tijd worden gemaakt. Wanneer de zegswijze waarheid bevatdat de eerste kennismaking meestal bepalend is voor de ver dere toekomst, dan zal ik met dit neer de penvoerders, genoemd aan het begin van dit artikel, hun opinie laten horen. Niet zonder vrees vroeg Ds J. D. Hoekstra te Oppenhuizen, notulairis van de commissie voor de kerkorde, in het „Hervormd Weekblad" van Nijmegen: „Zal het project door de partijwolven in stukken wor den gescheurd? Dan zou de kerk, vrees ik, haar eigen vonnis teke nen". Ook Dr E. Emmen, secre taris van de Generale Synode doel de hier op, toen hij in het nieuw jaarsartikel voor het officieel or gaan der Ned. Herv. Kerk vast stelde: „Nu ligt 1948 voor ons. Het jaar, waarin de ontworpen kerkorde overal ter sprake zal komen. Zullen wij elkander begin nen te waarschuwen voor de dui velen, die onze pen en onze schrijfmachine, ons gesprek en onze preek bedreigen? Alle spre ken In de kerk als het heiligdom, dat niet van ons, maar van God oog. De grote lijn. In het dezer dagen gehouden congres van de federatieve raad der illegaliteit, heeft mr van Heuven Goedhart een radicaal links georiënteerd man zich zeer waarderend uitgelaten over prof. Gerbrandy. Hij tekende hem als de man van de grote lijn, die zijn hart aan het verzet had verpand, en in Londen het gezag van de Ne derlandse regering heeft hoog ge houden. Deze tekening is juist. Prof. Gerbrandy moge misschien op onderdelen gefaald hebben, de grote lijn hield hij steeds in het is, onderstelt geloof. Geloof Is er slechts dank zjj het werk van de ontwerp nieuwe kerkorde wel op Heilige Geest, die het Woord ons zeer gespannen voet blijven staan! De kok kan lang bezig geweest zijn in de keuken; en toch doet men hem geen onrecht wanneer men reeds na de eerste hap het bord van zich afschuift! Het be gint al zo hopeloos verkeerd. Ar tikel I Wat Ds De Nie hierna schreef is niet erg moed gevend voor de ontwerpers. Hij eindigt dan ook met „een zeer krachtig neen" tegen de nieuwe kerkorde. Van geheel tegenovergestelde zijde worden evenzeer sombere klanken gehoord. Vooral waar het artikel X (van het belijden der kerk) betreft. Dit artikel begint met de woorden „In dankbare ge hoorzaamheid Ds L. Trouwborst te Hoogeveen besprak in de kerkbode aldaar dit artikel en maakte over die begin woorden bekend: „Wij hebben dus een geheel andere opvatting, naar Schrift en Belijdenis, van de dankbare gehoorzaamheid aan de H. Schrift, dan men in de brede lagen onzer kerk daaronder ver staat. Hier is de koers dus al dubbelzinnig". Hoe de critiek zyn moet. Deze afwijzing van uiterst links en de bezorgdheid van uiterst rechts kan nog toenemen wan- toeëigent. Dan wordt onze cri tiek niet als het hakmes van de slager, maar onze critiek wordt als het woord van de scheepsroe per voorop het schip in dagen van gevaar, het woord, dat be stemd is voor hen, wie het wel varen van het schip is opgedra gen". Prijsvraag voor kinderboek. De federatie van beroepsvereni gingen voor kunstenaars heeft te zamen met de vereniging van let terkundigen een prijsvraag uitge schreven voor een boek, geschikt voor kinderen tot 13 jaar, met als onderwerp: Kunst of een Neder landse of buitenlandse kunste naar. Het moet een boeiend en vlot wetenschappelijk verantwoord, ge schreven verhaal of beschouwing zijn van maximum 15.000 woor den. De prijs bedraagt 500 gld. De auteur blijft eigenaar van het manuscript en de uitgever blijft ter keuze van de schrijver. De jury wordt nog nader bekend ge maakt. De getypte manuscripten kunnen tot 1 Januari 1949 worden ingezonden aan Pieter de Hoogh- straat 1, Amsterdam. Dit in scherpe tegenstelling met het huidige Kabinet. Het bestaat uit bekwame man nen die ongetwijfeld hard hebben gewerkt en die ook wel een en ander tot stand hebben gebracht. Maar de grote lijn ontbreekt. Vooral met betrekking tot het Indische vraagstuk. Een vaste koers is er niet. Met het gevolg dat de belangen van het Koninkrijk misschien op onherstelbare wijze zijn ge schaad. Voorstel tot opheffing. Op 1 Jan. 1940 is in werking getreden een gemeenschappelijke regeling tot centralisatie van het bouw- en woningtoezicht cp Zuid-Beveland, later vervangen door een regeling voor de ge meenten van Zuid-Beveland uitgezonderd Kloetinge en Noord-Beveland, welke behalve het gemeenschappelijke bouw en woningtoezicht ook het cen trale toezicht op gemeentewer ken omvatte. In het kort komt deze rege ling hierop neer, dat de overige gemeenten meergemelde werk zaamheden aan Goes opdragen. Het gebied der „overige ge meenten" is daartoe verdeeld in 5 districten met daarin gesta- tionneerde opzichters, die onder toezicht staan van de directeur van gemeentewerken en de hoofdopzichters van Goes. Deze regeling heeft in de prac- tijk niet voldaan. In het alge meen komen de klachten van de overige gemeenten hierop neer, dat de behandeling der verschillende zaken veel te lang zaam geschiedt en de gemeen tebesturen te weinig invloed be zitten op de werkzaamheden, terwijl van de kant van Goes het bezwaar bestaat, dat de di recteur van de dienst zomede de hoofdopzichters en de teke naars te veel door de werk zaamheden ten behoeve der bui tengemeenten in beslag worden genomen. Met goedvinden van G. S. is thans overeenstemming verkre gen ten opzichte van opheffing dezer regeling op de volgende voorwaarden: Van het personeel van de dienst worden de directeur en de hoofdopzichter eervol ontsla gen en op wachtgeld gesteld. „Goes" neemt de hoofdopzich ter wederom in dienst. Boven het salaris als opzichter ont vangt hij een persoonlijke toe lage totveen bedrag, uitmakende het verschil tussen zijn salaris van thans en dat van opzichter. „Goes" neemt volledig over de aankomend opzichter-teke naar en de klerk-typiste. De „overige gemeenten" ver goeden aan „Goes": a. 2/3 gedeelte van het bedrag Een schadepost door het hoge water. In verscheidene steenfabrieken langs de grote rivieren wordt, aldus de N. R. Crt., helaas niet altijd met succes, een verbeten strijd gevoerd tegen het water. Weliswaar zijn deze fabrieken door kaden tegen hoge water standen beschermd, maar de ge vaarlijke kwel is er de oorzaak van, dat het water door de bodem en door de kaden heendringt. Bij een aantal fabrieken langs de Rijn en de Waal is op die ma nier het water reeds de fabrieken binnengedrongen, waardoor de ovens gedoofd en de installaties beschadigd werden. Catastrofaal zijn de gevolgen vooral voor de z.g. rauwe stenen, die bij millioenen gereed waren om gebakken te worden. Deze rauwe stenen zijn zeer droog; zij nemen het water dus gretig op. Een kleine hoeveelheid water is reeds voldoende om de opgetaste stenen tot een vormloze modde rige massa te maken. Dat hierdoor een belangrijke schadepost ontstaat is duidelijk en zulks te meer, omdat stenen een belangrijk exportobject vor men en omdat de wederopbouw in ons eigen land aanzienlijk in het gedrang dreigt te komen, van het aan de eervol ontslagen directeur uit te keren wacht geld; b. het volledig bedrag van de persoonlijke toelage van de op zichter. De gemeente „Goes" draagt kosteloos aan de „overige ge meenten" over de inventaris van de districtsbureaux en van het centraal bureau, alsmede alle hulpmiddelen, waarvan de kos ten door de „overige gemeenten" zijn betaald. Critiek van de Eerste Kamer. Aan het eindverslag van de commissie van rapporteurs uit de Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot vaststelling van de begroting van het Gemeentefonds voor het dienstjaar 1948 is het volgende ontleend Enige leden merkten op, dat de onderhavige begroting reeds is verouderd, voordat zij is vastge steld. De nieuwe regeling van de uitkeringen uit het Gemeente fonds past niet meer op deze be groting. Wat de ondernemersbelasting betreft, wezen deze leden er op, dat de opbrengst van die belas ting over het tijdvak Mei 1946 Mei 1947 volgens tot dusver bekende gegevens ruim 70.000.000 gulden beliep, terwijl de begro ting als geraamde opbrengsten over de jaren 1946, 1947 en 1948 achtereenvolgens 30, 40 en 48 millioen gulden vermeldt. Zij zou den gaarne vernemen hoeveel ingehaalde achterstand in die 70.000.000 gulden is begrepen. De gemeentebesturen hebben, ten gevolge van de achterstand in de invordering, geen kijk meer op hun aandeel in de Ondernemings belasting. Enkele leden stelden de vraag of de minister, aan de hand van de opbrengst der Ondernemings belasting, bij benadering de to tale winst, in het bedrijfsleven gemaakt, kan opgeven. Tussen Hemel en Aarde. De Amsterdamse Boek- en Cou ranten Maatschappij heeft een boekje verhalen van Marianne Philips uitgegeven, dat niet alleen door ons gelezen kan worden maar ook, we zouden haast zeg gen, gelezen moet worden door iedereen die waardering heeft voor alles wat het leven rijk en mooi maakt. In een nota achteraf maakt men er op attent, dat enkele ver tellingen reeds tussen 1934 en 1940 werden gepubliceerd, maar dat is, zelfs vóór de aandachtige lezer geen bezwaar, omdat alle stukken een en dezelfde geest ademen, die geest nl. welke door de titel „Tussen Hemel en Aarde" zo juist gekarakteriseerd wordt. Marianne Philips is een heel be gaafd schrijfster. Zij bezit een klare, onbevooroordeelde kijk op de mensen en toestanden, die zij weefgeeft, en toch blijft zij onder haar objectieve wijze van beschrij ven diepbewogen om al hetgeen zich voor haar ogen afspeelt. Zij beschikt bovendien over een woor denrijkdom, een taalvirtuositeit en daardoor ook over een wonder bare zeggingskracht, zodat men, langzaam lezend, als het ware vanzelf geniet van de schoonheid, die uit haar verhalen opbloeit. Zij geeft ons het leven, zoals het is: met zijn vreugden, zijn angsten, zijn blijdschap, zijn pijn, het leven met zijn problemen, maar ook, ge lukkig!, met z'n oplossingen. Oh, we kunnen Marianne Philips niet dankbaar genoeg zijn, dat zij ons verschillende malen dé oplossing van het leven voorhoudt: het uit- drukkelijkst in de novelle „De Koningsweg", maar toch ook, zij het dan versluierd en daarom iets moeilijker te zien in „Het schrei end Kind" en „En in de Mensen..." Dat de schrijfster er in slaagt, het leven te peilen en tevens dat leven op te heffen, boven het alle daagse uit: het van de aarde wèg, op zijn hemelse bestemming te wijzen, is een geval té zeldzaam in onze materialistische tijd, dan dat we ons met een paar dooddoe ners van dit boekje, dat zo'n be scheiden plaats op de boeken markt inneemt, af zouden maken. Hiermede willen wij niet zeggen, dat alles even goed zou zijn. Zo is voor ons gevoel het cynisme in het, overigens knap geschre ven „Conciergerie" net iets te ver doorgevoerd, dan dat het werke lijk levende mensen ten tonele brengt, en even krijgen we de in druk, als zou de schrijfster zich door een vooropgezet traditioneel beeld van de Franse edelen tijdens de Franse revolutie hebben laten leiden, in plaats van zelf te schep pen, zelf te zien, en ons dan te vertellen wat zij aanschouwd heeft. Het eerste stuk is zeker wel het meest abstracte en daarom ook wel het moeilijkst te begrij pen. Het is als een gedicht in pro za, geschreven in een rijk gescha keerde en heel gèvoelige taal, waarvan men voelt, dat er achter de woorden nog veel meer schuilt dan er wordt gezegd. Wie is de Elija, die naar de aarde weder keert? Is hij het symbool van het ontwakend Joodse volksbewust zijn? Wat er ook van zij, het ver haal houdt de lezer in de ban van zijn spanning, van zijn ontzetting en tenslotte brengt het ons een gloren van hoop, we zien het on bekende tegemoet, dat duister is als de nacht maar waarin toch Gods kracht zich openbaren zal, op welke wijze dan ook. Eén van de beste verhalen is zeker wel „Het Schreiend Kind", waarin ons verteld wordt, hoe Me- nachim Mendel, de Talmoedstu- dent, op zoek gaat naar de grote Rabbi van Sassow, om te leren, op welke wijze de kennis die hij bezit, een levende rijkdom kan worden; en hoe hij dan eindelijk gaat begrijpen, dat het hoogste levensgeluk er in bestaat, de taak der liefde te volbrengen. En dan is daar het stuk van die schipper, die leren moet, dat God de mens wil hebben zoals hij is. Een korte novelle is het, die zich èn door vorm èn door Inhoud verre verheft boven het genre der wee-zoetige bekeringsverhalen, juist door de kracht waarmee ze de figuren van de schipper, zijn vrouw en Age, een andere schip per uitbeeldt. Heel mooi is ook „En in de MensenHier worden we In de schuilkelder van een hotel ge bracht, op het ogenblik dat er een raid boven de stad Is. Heel kort, maar heel raak worden enkele aanwezigen getypeerd en daarna laat Marianne Philips de picolo het Kerstverhaal vertellen. En dan weten we weer, dat in deze, niet alleen door oorlogsgeweld verscheurde wereld er nog altijd plaats is voor de Kerstboodschap. Het hele bundeltje ademt een geest van rust. Er is geen spoor van de moderne jachtigheid, die het leven zo in haar greep heeft. De meeste verhalen stijgen uit boven de actualiteit waaraan ze hun stof ontlenen. Ze proberen de mens „de aarde" met de eeuwig heidswaarden van het leven, „de hemel" te confronteren. Zo vloeit het leven dan ook tus sen hemel en aarde door, nu eens dichter bij de hemel, dan weer dichter bij de aarde, „maar aan onze voeten stroomt het water door de eeuwigheid".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1948 | | pagina 5