Kleine stelen en grote stelen.
CHEFAROX
De ontworpen Kerkorde
op tafel.
jifirdiwJimw
Concentratie bouw- en woningtoezicht
op Zuid Beveland.
Zeeuwsch Dagblad
TWEEDE BLAD
Zaterdag 10 Januari 1948
Niet alleen
schijnbare verlichting
b[j maagklachten
Beschermt- uw maag
Westbrabantse smokkelorganisaties
stalen pantserwagens van elkaar.
(fewestftCf» strijd
Begroting Gemeentefonds 1948.
Canadese notities.
Ook in Canada
„Hoe bevalt het je hier in Ca
nada?" vroeg ik een pas-ge
trouwd vrouwtje, dat Nederland
onlangs voorgoed heeft vaarwel
gezegd en nu, samen met haar
man, een nieuwe en betere toe
komst zoekt in dit enorme,
vruchtbare, maar nog dun be
volkte land.
„Prettig", vond ze. „niets te
klagen, alleen is er in het hele
huis geen sleutel te vinden".
Neen, daar heeft ze gelijk aan.
De Canadezen houden niet van
gewichtig doen met dikke, rin
kelende sleutelbossen, de Ame
rikanen trouwens ook niet. Maar
de Nederlandse emigranten wen
sen sloten en grendels. Zeg nou
zelf, je kunt je hebben en hou
den zo maar niet open en bloot
achterlaten.
Vader wil een .paar sleutels
om zijn positie als gezinshoofd
aanschouwelijk te maken, moeder
wil sleutels op de kamers en deu
ren, de oudste zoon en dochter
verlangen ook sleutels als een
symbool van hun naderende vol
wassenheid.
En de huisheren begrijpen er
niets van. Zij laten de deuren
desnoods open staan, wanneer ze
gaan winkelen.
In ieder geval zal de sleutel-
business dit jaar floreren, nu zo
veel bezorgde Nederlanders hun
aanvankelijk schamele bezittingen
willen beschermen tegen dieyen
en rovers.
Wat zijn wij Nederlanders,
vooral tijdens en na de oorlog,
achterdochtige, kwaaddenkende
lieden geworden, mensen, die
ieder medemens aanzien voor een
zwijntjesjager of oplichter. Zo
lang de schaarste aan noodzake
lijke goederen voortduurt zal dat
ook wel zo blijven.
In een land van overvloed,
waar practisch ieder kan krijgen
wat zijn hartje begeert, heerst
de gedachte aan diefstal niet zo
sterk.
Mijn grootvader zei altijd:
Wanneer je gaat stelen, steel
dan dadelijk zoveel dat je het
niet hoeft te herhalen. Ik vond
dit een wijze opmerking.
Men schijnt aan de andere zijde
van de Atlantische Oceaan ook
dergelijke verstandige, door het
leven gerijpte grootvaders te be
zitten, want de dieven laten een
ordinair burgerhuisje met rust.
Ze doen hier toch alles en gros,
stelen ook.
In Augustus ontsnapten drie
bandieten uit een Canadese ge
vangenis en kraakten onmiddellijk
na de ontvluchting een bank, die
ze enkele tienduizenden dollars
lichter maakten. Ze kunnen nu
tenminste weer enkele jaren
vooruit.
De Canadese politie mag zien
die lieden weer te vangen. Maar
dat gaat zo maar niet!
De politie houdt razzia's in
verschillende steden, doch de
huiszoekingen worden van te vo
ren aangekondigd in de pers. De
ijverige journalisten vermelden
zulks evenwel met de vinger op
de mond: lezers,' dit is een ge
weldig groot en zwaar geheim,
dit is een „top-secret", maar jul
lie mogen het weten: morgen
houdt de politie huiszoekingen in
die en die stad sst, niks ver
tellen om die drie bandieten
op te sporen.
De lezers glunderen: moet ie
toch eens horen. Toch wel grie
zelig. Ze mochten hier eens ko
men. Je mocht die rovers eens
tegenkomen, ze schieten je vast
onmiddellijk dood. Brr
Waarschijnlijk glunderen de
bandieten ook: mooi, vanavond
maar weer verhuizen.
Zo beleeft een ieder zijn ple
zier van dit geval.
Een Nederlander, die vijf ja
ren oorlog achter de rug heeft,
lijkt dit helemaal vreselijk
huis-, tuin- en keukenachtig,
maar de Canadezen weten, dat
de politie ook wel eens onver
wacht een razzia houdt in een
heel andere dan de aangekon
digde stad en ze vinden hun de
tectives integendeel erg listig.
Waarmee ik maar zeggen wil,
dat een grote bankoverval zijn
bezwaren heeft, maar toch niet
iot de onmogelijkheden behoort
en waarom zou het dievengilde
zich dan bekommeren over de
schamele bezittingen van Jan
Boezeroen?
de winkelier, het andere oog
houdt je gericht op je kostbaar
rijwiel. Je vertrouwt niemand.
Je bent tien minuten bezig
alle deuren en ramen te gren
delen en op slot te doen om
even vijf minuten naar de win
kel aan de overkant te wippen.
Het huis open laten? Geen kwes
tie van.
Met deze ballast van achter
docht zijn de emigranten naar
Canada getrokken.
„Er moeten sleutels en gren
dels komen, anders doe ik
's nachts geen oog dicht."
T. M.
Men is hier zeer goed van
vertrouwen.
Dat heb ik persoonlijk her
haalde malen ondervonden.
Men is zeer gastvrij en heeft
een prettige wijze van gasten
ontvangen.
De Canadezen en ook de Ame
rikanen komen je niet onmid
dellijk aan boord met het meest
exclusieve menu of met een ta
fellaken voor wanneer-er-eens-
iemand-mocht-komen.
De familie gaat zijn gang. Ze
gaan een dagje uit. Je kunt
meegaan, je mag ook thuis blij
ven. Zonder bekommernis laten
ze hun hele hebben en houden
aan de gast over. „We gaan uit.
Daar is de ijskast, daar staat
het fornuis. Enjoy yourself en
zorg dat je voldoende te eten
krijgt. Bonjour!" De familie
gaat er van door en laat alles
achter bij een wildvreemde. Ze
denken, er eenvoudig niet over,
dat iemand een kleinigheid zou
willen achterover drukken. I
Wat zijn wij in Nederland
dan al diep gezonken.
Met een bezwaard hart plaats
je je fiets, zorgvuldig afgeslo
ten, voor een winkelruit. Met
één oog waak je er voor, dat je f 1,a® ber doos Per buisje,
het goede gewicht krijgt van' (Ingez. Med.)
geeft CHEFAROX, want het
veroorzaakt géén nieuw maag
zuur en vormt bovendien een
beschermende, genezende laag
op de maagwand. Chefarox be
vat colloïdaal aluminium hy-
droxyde, dat thans in zeer vele
landen als het middel tegen
wordt be°"houwd.
Gealliëerde militairen en grenswachten
smokkelden mee.
Op een persconferentie te Breda hebben justitie- en politie
autoriteiten mededelingen gedaan over de grote smokkelzaken,
die in West-Brabant hebben plaats gehad en waaraan thans een
einde is gemaakt.
Adjudant Kramer van de Marechaussee en de hem toegewezen
Wachtmeester van Gestel van de Rijkspolitie zyn het geweest, die
klaarheid hebben weten te scheppen in de diverse smokkelzaken,
welke dateren uit de tijd van de Duitse bezetting en na de be
vrijding op grote voet zijn voortgezet. Bij deze smokkelzaken
werden pantserwagens, opgekocht uit Belgische dumps, gebruikt.
Voor millioenen guldens aan goederen zijn frauduleus ons land
binnengebracht. Voor het grootste deel ging alles naar Amster
dam, waar een groot magazyn was. Later ontstonden ook opslag
plaatsen in Leeuwarden en Leiden.
Het is niet juist, dat de wiel- Zij waren bemand met een „weg-
Feuilleton.
door H. - Lourense.
£8) o—
Wat daar van te denken?
„Uw vader, en de mijne zijn
eigen broers geweest, meneer."
Opeens wordt Siem alles dui
delijk.
Dus deze man is de zoon van
oom Aay, waarover in de fami
lie wel eens een en ander ge
fluisterd is! En deze man heeft
dit geweten, voor hij z'n arbeid
op de fabriek aanving!
Enkele ogenblikken ligt de
zieke weer met gesloten ogen.
Zijn ademhaling gaat gejaagd.
Siem staart voor zich, voelt
niet dat de donkere ogen op
hem gericht worden.
„Wilt u nu maar niet liever
weggaan, meneer?"
„Neen, neen, Van Andel. Ver
tel maar wat je me zeggen
wilde." -v
„Ik heb me nooit met enige
kerk ingelaten, ik wilde van u
daar zeker niet over horen, 't Is
nu te laat. Maar ik heb een
kind, een jongen...."
De verpleegster komt het ka
mertje weer binnen. Verschrikt
loopt ze op het bed toe.
„U moet u kalm houden. Als
de bloeding zich herhaalt kan
dat noodlottig zijn!"
Dan vervolgt ze tot Siem, die
nog aan het bed zit: ,,'t Is beter
de patiënt nu maar alleen te
renner John Braspennings uit
Breda-Princenhage de leider was
van de smokkelorganisatie. Hij
was de medeleider van eén der
organisaties. Behalve zijn bende,
traden nog twee andere op.
Het smokkelen per militaire
wagens is van de Duitsers afge
keken.
Na de bezetting zetten gealli
eerde militairen en ook enkele
grenswachten de zaak op dezelf
de manier voort. Papieren werden
vervalst en zelfs gingen grens
wachters wekelijks hun geld ha
len voor het doorlaten van de
wagens. Toen eind 1946 uit Bel
gische dumps pantserauto's kon
den gekocht worden, kreeg de
smokkelwereld een nieuwe kans.
De eerste pantserauto werd in
April 1947 onbeheerd aangetrof
fen onder Rijsbergen, geladen met
zeep, tabak, katoen, wol en kauw-
gummi.
In de nacht van 23 op 24 April
1947 kon er een aangehouden
worden, die daarna weer wist te
verdwijnen. De derde keer, dat
men een pantserwagen zag, was
in de nacht van 30 op 31 Augus
tus, weer in Rijsbergen. In Octo
ber werd een dergelijke wagen
ongeveer 10 keer in West-Bra
bant gesignaleerd. De smokke
laars kon men niet vatten. Zelfs
speciaal aangelegde versperrin
gen hielpen niet.
Bij de opsporing gebruikte men
ook „walkie talkies" en auto's
met zend -en ontvanginrichting.
Het was de eerste keer, dat deze
middelen zijn toegepast voor het
opsporen van strafbare handelin
gen.
Geleidelijk kreeg men de gege
vens te pakken over de drie
smokkelorganisaties, die elkaar
beconcurreerden en elkaar zelfs
de pantserwagens ontstalen.
Een der hoofddaders arresteer
de men in de nacht van 5 op 6
December van het vorige jaar.
Bij een huiszoeking vond men een
gebrekkige boekhouding, waarin
de verhandelde artikelen waren
opgetekend, de namen van ver
schillende leden der bende en
bovendien vele interessante aan
tekeningen. De pantserwagens
bleken bestuurd te worden door
ervaren chauffeurs, meest Belgen.
laten. Morgen kunt u mogelijk
het bezoek herhalen."
Siem staat op.
Deze wenk laat aan duide
lijkheid niets te wensen over.
Hij steekt van Andel de hand
toe. „Niet gaan", protesteert hij.
„Ik moet nog iets zeggen."
De zuster maakt een hopeloos
gebaar, doet een paar passen te
rug.
„t)it is het einde.... Zorg voor
m'n kind.
Het hoofd valt in de kussens
terug, een doorschijnend wit
overtrekt het gelaat.
De zuster belt om hulp.
Siem legt een naamkaartje
op het tafeltje.
„Als er iets gebeurt, zuster,
wilt u dan bericht geven aan
dit adres?"
„Goed, meneer."
Een tweede zuster komt bin
nen.
Met zachte groet gaat Siem
de deur uit.
Langzaam rijdt hij naar huis
terug, geheel vervuld van het
geen hij zo juist gehoord heeft.
Zal hij dit aan Francien vertel
len?
Och, hij heeft nooit geheimen
voor haar gehad.
Waarom dan in dit geval
wel?
De volgende morgen komt het
bericht, dat Van Andel, zonder
tot bewustzijn gekomen te zijn,
die nacht is gestorven.
„Vreselijk", zegt Francien, „zo
te sterven. Nooit in een kerk
verkenner" en met een persoon
die spijkers of spijkerplanken op
de wegen moest smijten, om de
achtervolgende auto's „stukken"
te bezorgen. De drie leden der
bemanning kregen voor hun kar
wei gemiddeld f 3.000.
In het totaal gingen drie wa
gens van de smokkelaars verloren,
één bij Rijsbergen, één in Am
sterdam en één in België.
De waarde der bij Rijsbergen
in beslag genomen goederen be
draagt 551.800 Belg. frs, de ge
middelde waarde van de pantser
wagens wordt geschat op 45.000
Belg. frs. Per tocht werd naar
schatting voor f40.000 aan wa
ren ons land binnengesmokkeld.
Het stemmen bij volmacht
door militairen in Indië.
Naar de „N. R. Crt." ver
neemt valt de indiening van de
voorstellen tot technische wijzi
ging van de kieswet, tevens ter
regeling van het stemmen bij
volmacht door de militairen in
Indië, in de a.s. week te ver
wachten.
Men mag aannemen, dat de
regering aan de Tweede Kamer
zal verzoeken deze aangelegen
heid met spoed te behandelen.
Hebben wij het wel, dan zal de
mogelijkheid geschapen wor
den, dat één persoon voor meer
dan één militair in Indië vol
macht krijgt en wel tot een ma
ximum van 5 volmachten. Dit
laatste schijnt gedaan te worden
om aldus de kans te vergroten,
dat de militairen in Indië hier
te lande gevolmachtigden kun
nen uitkiezen van wie zij ge
gronde redenen kunnen hebben
om te verwachten, dat die ge
machtigden inderdaad zullen
siemmen overeenkomstig de
richting door de militairen zeif
aangehangen.
o
Trygve Lie, de secretaris-ge
neraal der V.N., heeft bekend
gemaakt, dat de Australiër Ro
bert Jackson benoemd is tot ad
junct secretaris-generaal van
zijn bureau. Hij zal belast zijn
met de coördinatie van de ver
schillende diensten van de V.N.
Jackson is adjuct-directeur van
de UNRRA geweest.
geweest, nooit van de Zaligma
ker gehoord te hebben, mis
schien zelfs niets van zonde of
genade geweten, en dan zo de
Eeuwigheid in te gaan."
Haar ogen zijn vochtig, als ze
Siem aanziet.
„We kunnen er niets meer
aan veranderen, Francien. We
zullen aan het kind trachten
goed te maken, wat we tegen
over de vader tekort geschoten
zijn. Ik beschuldig mezelf, dat
ik niet wat vlugger m'n voorge
nomen bezoek bij hem gebracht
heb."
Een paar dagen later komt
een jongen van ruim 13 jaar
Siem's gezin vergroten.
Aay van Andel heet hij.
Siem is op de dag, waarop hij
het doodsbericht van de vader
ontving, naar Vaartdam gegaan.
Vader Kees heeft sprakeloos
van verwondering, het verhaal
aangehoord. Met moeder safnen
hebben ze overlegd, hoe dit be
richt naar de Kandelaar door te
geven.
Is vader Marten niet te oud,
om dit te verwerken?
Maar verzwijgen gaat toch
ook niet!
Neen, de eerstvolgende keer,
dat hij hier op bezoek komt, zal
vader Kees het hem vertellen.
Hij kan er niet heen gaan, want
hij kan bijna niet meer weg. Er
zijn 's winters dagen genoeg, dat
hij niet uit het bed komt.
't Moet dus wachten, tot groot
vader zelf in Vaartdam komt.
Hakmes- of scheepsroepercritiek
(Van onze Utrechtse correspondent).
Toen op 24 November van het vorige jaar in de Domkerk te
Utrecht het ontwerp voor een nieuwe kerkorde aan de Generale
Synode der Ned. Herv. Kerk in handen werd gegeven, maakte men
er de bepaling bij, dat het eerst met uiteenlopende penvoerders in
de kerk besproken zou worden. Daarna zouden deze penvoerders
hun Inzichten publiceren. De bedoelde bespreking ls inmiddels aan
gekondigd: van 14 tot 17 Januari zullen 31 hoogleraren en predi
kanten met de dertien leden der commissie voor de kerkorde
vergaderen.
Uitgenodigd zijn de hoogleraren
Dr W. Banning, Driebergen; Dr
C. J. Bleeker, Amsterdam; Dr H.
Kraemer, Genève; Dr G. van der
Leeuw, Groningen; Dr J. Linde
boom, Groningen; Dr K. H. Mis-
kotte, Leiden en Dr G. C. van
Niftrik, Amsterdam. Voorts de
predikanten Dr W. Aalders,
's-GravenhageD. Bakker, Hui-
zum; Dr H. Berkhof, Zeist; K. A.
Beversluis, Zutphen; Dr A. J.
Bronkhorst, 's-Gravenhage; Dr T.
Dokter, Odijk; H. G. Groenewoud,
Wageningen; P. G. van der Hooff,
Hilversum; Dr G. P. van Itter-
zon, 's-Gravenhage; I. Kievit,
Baarn; J. H. Klein Wassink, Alk
maar; J. C. W. Kruishoop, Char
iots; Dr A. F. N. Lekkerkerker,
Loosduinen; J. Loos, Hilversum;
H. van Lunzen, Odoorn; P. Smits,
Enschedé; Dr J. J. Stam, Rotter
dam; Dr G. J. Streeder 's-Gra
venhage; J. J. Timmer, Harder
wijk; D. Tromp, Amsterdam; Dr
J. M. van Veen, Rijswijk; Dr A.
de Wilde, Midwolde-Leek; J. G.
Woelderink, Zijderveld en G. van
der Zee, Ridderkerk.
Van deze 31 mannen worden er
tien tot de vrijzinnigen gerekend.
Slechts één hiervan behoort tot
de uiterst linkse Zwingli-groep.
Onder de 21 rechtzinnigen komen
vijf „Geformeerde Bonders" voor.
Wanneer deze samenspreking, die
vermoedelijk wordt voortgezet
(hoe kan een zo gemengd gezel
schap in drie dagen uitgesproken
zijn), achter de rug is, zullen de
tongen en de pennen los komen.
Rustig overwegen.
Hiermede is niet gezegd, dat er
tot heden niet over de ontwerp-
kerkorde werd geschreven. In
allerlei kerkelijke bladen kon men
er publicaties over lezen. En 't is 'n
verheugend feit, dat haast overal
de blijdschap over de eenstemmi
ge aanbieding van het concept,
naar voren komt. Of het daar
door even enthousiast aanvaard
wordt? Natuurlijk niet. Het
vraagt bestudering en overwe
ging. Dr W. Volger te Amster
dam, die verleden jaar met enkele
anderen aan de Generale Synode
om eerherstel vroeg voor Hendrik
de Cock, merkte in zijn wijkbe-
richt op: „Het ontwerp voor de
nieuwe kerkorde in verschenen, ik
heb er al wat In gebladerd. Het
potlood zwierde van het ene ar
tikel naar het andere, vergelij
kend, onderzoekend, navorsend".
En Dr H. Berkhof te Zeist schreef
In het plaatselijk kerkblad: „La
ten we voorzichtig zijn. Het is
nog lang niet zeker, dat en hoe
dit ontwerp tot wet zal worden.
Het is nog niet zeker, dat er geen
zeer gewichtige bezwaren tegen
dit ontwerp zullen worden Inge
bracht. De consequenties van al
lerlei wat hier staat, zullen we
eens rustig moeten overwegen".
Dat is trouwens de bedoeling van
de commissie voor de kerkorde.
Een nieuwe kerkorde ontvangt
men maar eenmaal in de zoveel
eeuwen en een oordeel daarover
vormt men zich niet in een oog
wenk.
In deze geest liet ook Ds H. G.
Groenewoud te Wageningen zijn
geluid horen in het confessionele
weekblad „De Gereformeerde
Kerk": „Ongetwijfeld zullen som
migen bezwaren hebben tegen dit
ontwerp; bezwaren die niet uit
verwerpelijke partijschap voort
komen, maar die een wettige
grond hebben. De verzoeking om
dan maar meteen een afwijzende
houding aan te nemen, is groot.
Laten we niet aan deze verzoe
king toegeven. Er staat teveel op
het spel dan dat we hier een licht
vaardig spel mogen spelen".
Gauw klaar!
Dat niet iedereen er zo over
denkt als Ds Groenewoud, leert
ons een artikeltje van Ds G. J.
de Nie te Dordrecht in „Zwingll",
het orgaan van de Zwingli-groep.
„Sinds enkele uren", zo schreef
Ds De Nie, „is het ontwerp
nieuwe kerkorde in mijn bezit.
Daarvoor moest ander werk even
Siem hoopt maar, dat dit ge
beurt voor hij in Vlietdorp bij
z'n kleinzoon binnenstapt. Dat
doet de oude man nog al eens.
HOOFDSTUK XXVI.
Twaalf jaar regeert op
„Ouderzegen" een pachtboer.
Marten ging er de eerste ja
ren zo af en toe een praatje
maken.
't Beloofde wel wat te wor
den. Gerrit van der Most was
een flinke jonge kerel met hart
voor het boerenwerk, en ver
stand van vee en land. Het be
drijf lag er steeds goed bij, en
werd met zorg onderhouden.
Hij had dan ook de tijd mee.
Er waren grage kopers, zowel
voor zuivel, als voor het slacht
rijpe vee.
En de prijzen waren best.
Maar het getij verliep.
En de pachtboer weet de ba
kens niet te verzetten. Er zit
geen kapitaal achter. Natuur
lijk niet. Wie zou dit ook ver
wachten?
Het land verarmt zienderoog.
Van de Kaay af ziet men de
zuring en de stekels in de ach
terwei.
De man moet het ook met sen
halve kracht zien te redden.
Bij de laatste schouw heeft
het klachten geregend.
Marten kon er niets tegen in-
bengen. Hij weet ook niet, wat
hij -er tegen moet doen,
(Wordt vervolgd.)
wijken; voor de eerste kennisma
king moest tijd worden gemaakt.
Wanneer de zegswijze waarheid
bevatdat de eerste kennismaking
meestal bepalend is voor de ver
dere toekomst, dan zal ik met dit
neer de penvoerders, genoemd aan
het begin van dit artikel, hun
opinie laten horen. Niet zonder
vrees vroeg Ds J. D. Hoekstra te
Oppenhuizen, notulairis van de
commissie voor de kerkorde, in
het „Hervormd Weekblad" van
Nijmegen: „Zal het project door
de partijwolven in stukken wor
den gescheurd? Dan zou de kerk,
vrees ik, haar eigen vonnis teke
nen". Ook Dr E. Emmen, secre
taris van de Generale Synode doel
de hier op, toen hij in het nieuw
jaarsartikel voor het officieel or
gaan der Ned. Herv. Kerk vast
stelde: „Nu ligt 1948 voor ons.
Het jaar, waarin de ontworpen
kerkorde overal ter sprake zal
komen. Zullen wij elkander begin
nen te waarschuwen voor de dui
velen, die onze pen en onze
schrijfmachine, ons gesprek en
onze preek bedreigen? Alle spre
ken In de kerk als het heiligdom,
dat niet van ons, maar van God oog.
De grote lijn.
In het dezer dagen gehouden
congres van de federatieve raad
der illegaliteit, heeft mr van
Heuven Goedhart een radicaal
links georiënteerd man zich
zeer waarderend uitgelaten over
prof. Gerbrandy.
Hij tekende hem als de man
van de grote lijn, die zijn hart
aan het verzet had verpand, en
in Londen het gezag van de Ne
derlandse regering heeft hoog ge
houden.
Deze tekening is juist. Prof.
Gerbrandy moge misschien op
onderdelen gefaald hebben, de
grote lijn hield hij steeds in het
is, onderstelt geloof. Geloof Is er
slechts dank zjj het werk van de
ontwerp nieuwe kerkorde wel op Heilige Geest, die het Woord ons
zeer gespannen voet blijven staan!
De kok kan lang bezig geweest
zijn in de keuken; en toch doet
men hem geen onrecht wanneer
men reeds na de eerste hap het
bord van zich afschuift! Het be
gint al zo hopeloos verkeerd. Ar
tikel I Wat Ds De Nie
hierna schreef is niet erg moed
gevend voor de ontwerpers. Hij
eindigt dan ook met „een zeer
krachtig neen" tegen de nieuwe
kerkorde.
Van geheel tegenovergestelde
zijde worden evenzeer sombere
klanken gehoord. Vooral waar het
artikel X (van het belijden der
kerk) betreft. Dit artikel begint
met de woorden „In dankbare ge
hoorzaamheid
Ds L. Trouwborst te Hoogeveen
besprak in de kerkbode aldaar dit
artikel en maakte over die begin
woorden bekend: „Wij hebben dus
een geheel andere opvatting, naar
Schrift en Belijdenis, van de
dankbare gehoorzaamheid aan de
H. Schrift, dan men in de brede
lagen onzer kerk daaronder ver
staat. Hier is de koers dus al
dubbelzinnig".
Hoe de critiek zyn moet.
Deze afwijzing van uiterst links
en de bezorgdheid van uiterst
rechts kan nog toenemen wan-
toeëigent. Dan wordt onze cri
tiek niet als het hakmes van de
slager, maar onze critiek wordt
als het woord van de scheepsroe
per voorop het schip in dagen
van gevaar, het woord, dat be
stemd is voor hen, wie het wel
varen van het schip is opgedra
gen".
Prijsvraag voor
kinderboek.
De federatie van beroepsvereni
gingen voor kunstenaars heeft te
zamen met de vereniging van let
terkundigen een prijsvraag uitge
schreven voor een boek, geschikt
voor kinderen tot 13 jaar, met als
onderwerp: Kunst of een Neder
landse of buitenlandse kunste
naar.
Het moet een boeiend en vlot
wetenschappelijk verantwoord, ge
schreven verhaal of beschouwing
zijn van maximum 15.000 woor
den. De prijs bedraagt 500 gld.
De auteur blijft eigenaar van het
manuscript en de uitgever blijft
ter keuze van de schrijver. De
jury wordt nog nader bekend ge
maakt. De getypte manuscripten
kunnen tot 1 Januari 1949 worden
ingezonden aan Pieter de Hoogh-
straat 1, Amsterdam.
Dit in scherpe tegenstelling
met het huidige Kabinet.
Het bestaat uit bekwame man
nen die ongetwijfeld hard hebben
gewerkt en die ook wel een en
ander tot stand hebben gebracht.
Maar de grote lijn ontbreekt.
Vooral met betrekking tot het
Indische vraagstuk. Een vaste
koers is er niet.
Met het gevolg dat de belangen
van het Koninkrijk misschien op
onherstelbare wijze zijn ge
schaad.
Voorstel tot opheffing.
Op 1 Jan. 1940 is in werking
getreden een gemeenschappelijke
regeling tot centralisatie van
het bouw- en woningtoezicht cp
Zuid-Beveland, later vervangen
door een regeling voor de ge
meenten van Zuid-Beveland
uitgezonderd Kloetinge en
Noord-Beveland, welke behalve
het gemeenschappelijke bouw
en woningtoezicht ook het cen
trale toezicht op gemeentewer
ken omvatte.
In het kort komt deze rege
ling hierop neer, dat de overige
gemeenten meergemelde werk
zaamheden aan Goes opdragen.
Het gebied der „overige ge
meenten" is daartoe verdeeld in
5 districten met daarin gesta-
tionneerde opzichters, die onder
toezicht staan van de directeur
van gemeentewerken en de
hoofdopzichters van Goes.
Deze regeling heeft in de prac-
tijk niet voldaan. In het alge
meen komen de klachten van de
overige gemeenten hierop
neer, dat de behandeling der
verschillende zaken veel te lang
zaam geschiedt en de gemeen
tebesturen te weinig invloed be
zitten op de werkzaamheden,
terwijl van de kant van Goes
het bezwaar bestaat, dat de di
recteur van de dienst zomede
de hoofdopzichters en de teke
naars te veel door de werk
zaamheden ten behoeve der bui
tengemeenten in beslag worden
genomen.
Met goedvinden van G. S. is
thans overeenstemming verkre
gen ten opzichte van opheffing
dezer regeling op de volgende
voorwaarden:
Van het personeel van de
dienst worden de directeur en
de hoofdopzichter eervol ontsla
gen en op wachtgeld gesteld.
„Goes" neemt de hoofdopzich
ter wederom in dienst. Boven
het salaris als opzichter ont
vangt hij een persoonlijke toe
lage totveen bedrag, uitmakende
het verschil tussen zijn salaris
van thans en dat van opzichter.
„Goes" neemt volledig over
de aankomend opzichter-teke
naar en de klerk-typiste.
De „overige gemeenten" ver
goeden aan „Goes":
a. 2/3 gedeelte van het bedrag
Een schadepost door het
hoge water.
In verscheidene steenfabrieken
langs de grote rivieren wordt,
aldus de N. R. Crt., helaas niet
altijd met succes, een verbeten
strijd gevoerd tegen het water.
Weliswaar zijn deze fabrieken
door kaden tegen hoge water
standen beschermd, maar de ge
vaarlijke kwel is er de oorzaak
van, dat het water door de bodem
en door de kaden heendringt.
Bij een aantal fabrieken langs
de Rijn en de Waal is op die ma
nier het water reeds de fabrieken
binnengedrongen, waardoor de
ovens gedoofd en de installaties
beschadigd werden.
Catastrofaal zijn de gevolgen
vooral voor de z.g. rauwe stenen,
die bij millioenen gereed waren
om gebakken te worden. Deze
rauwe stenen zijn zeer droog; zij
nemen het water dus gretig op.
Een kleine hoeveelheid water is
reeds voldoende om de opgetaste
stenen tot een vormloze modde
rige massa te maken.
Dat hierdoor een belangrijke
schadepost ontstaat is duidelijk
en zulks te meer, omdat stenen
een belangrijk exportobject vor
men en omdat de wederopbouw in
ons eigen land aanzienlijk in het
gedrang dreigt te komen,
van het aan de eervol ontslagen
directeur uit te keren wacht
geld;
b. het volledig bedrag van de
persoonlijke toelage van de op
zichter.
De gemeente „Goes" draagt
kosteloos aan de „overige ge
meenten" over de inventaris van
de districtsbureaux en van het
centraal bureau, alsmede alle
hulpmiddelen, waarvan de kos
ten door de „overige gemeenten"
zijn betaald.
Critiek van de Eerste
Kamer.
Aan het eindverslag van de
commissie van rapporteurs uit de
Eerste Kamer over het ontwerp
van wet tot vaststelling van de
begroting van het Gemeentefonds
voor het dienstjaar 1948 is het
volgende ontleend
Enige leden merkten op, dat de
onderhavige begroting reeds is
verouderd, voordat zij is vastge
steld. De nieuwe regeling van de
uitkeringen uit het Gemeente
fonds past niet meer op deze be
groting.
Wat de ondernemersbelasting
betreft, wezen deze leden er op,
dat de opbrengst van die belas
ting over het tijdvak Mei 1946
Mei 1947 volgens tot dusver
bekende gegevens ruim 70.000.000
gulden beliep, terwijl de begro
ting als geraamde opbrengsten
over de jaren 1946, 1947 en 1948
achtereenvolgens 30, 40 en 48
millioen gulden vermeldt. Zij zou
den gaarne vernemen hoeveel
ingehaalde achterstand in die
70.000.000 gulden is begrepen. De
gemeentebesturen hebben, ten
gevolge van de achterstand in de
invordering, geen kijk meer op
hun aandeel in de Ondernemings
belasting.
Enkele leden stelden de vraag
of de minister, aan de hand van
de opbrengst der Ondernemings
belasting, bij benadering de to
tale winst, in het bedrijfsleven
gemaakt, kan opgeven.
Tussen Hemel en Aarde.
De Amsterdamse Boek- en Cou
ranten Maatschappij heeft een
boekje verhalen van Marianne
Philips uitgegeven, dat niet alleen
door ons gelezen kan worden
maar ook, we zouden haast zeg
gen, gelezen moet worden door
iedereen die waardering heeft
voor alles wat het leven rijk en
mooi maakt.
In een nota achteraf maakt
men er op attent, dat enkele ver
tellingen reeds tussen 1934 en
1940 werden gepubliceerd, maar
dat is, zelfs vóór de aandachtige
lezer geen bezwaar, omdat alle
stukken een en dezelfde geest
ademen, die geest nl. welke door
de titel „Tussen Hemel en Aarde"
zo juist gekarakteriseerd wordt.
Marianne Philips is een heel be
gaafd schrijfster. Zij bezit een
klare, onbevooroordeelde kijk op
de mensen en toestanden, die zij
weefgeeft, en toch blijft zij onder
haar objectieve wijze van beschrij
ven diepbewogen om al hetgeen
zich voor haar ogen afspeelt. Zij
beschikt bovendien over een woor
denrijkdom, een taalvirtuositeit en
daardoor ook over een wonder
bare zeggingskracht, zodat men,
langzaam lezend, als het ware
vanzelf geniet van de schoonheid,
die uit haar verhalen opbloeit. Zij
geeft ons het leven, zoals het is:
met zijn vreugden, zijn angsten,
zijn blijdschap, zijn pijn, het leven
met zijn problemen, maar ook, ge
lukkig!, met z'n oplossingen. Oh,
we kunnen Marianne Philips niet
dankbaar genoeg zijn, dat zij ons
verschillende malen dé oplossing
van het leven voorhoudt: het uit-
drukkelijkst in de novelle „De
Koningsweg", maar toch ook, zij
het dan versluierd en daarom iets
moeilijker te zien in „Het schrei
end Kind" en „En in de Mensen..."
Dat de schrijfster er in slaagt,
het leven te peilen en tevens dat
leven op te heffen, boven het alle
daagse uit: het van de aarde wèg,
op zijn hemelse bestemming te
wijzen, is een geval té zeldzaam
in onze materialistische tijd, dan
dat we ons met een paar dooddoe
ners van dit boekje, dat zo'n be
scheiden plaats op de boeken
markt inneemt, af zouden maken.
Hiermede willen wij niet zeggen,
dat alles even goed zou zijn. Zo
is voor ons gevoel het cynisme
in het, overigens knap geschre
ven „Conciergerie" net iets te ver
doorgevoerd, dan dat het werke
lijk levende mensen ten tonele
brengt, en even krijgen we de in
druk, als zou de schrijfster zich
door een vooropgezet traditioneel
beeld van de Franse edelen tijdens
de Franse revolutie hebben laten
leiden, in plaats van zelf te schep
pen, zelf te zien, en ons dan te
vertellen wat zij aanschouwd
heeft.
Het eerste stuk is zeker wel
het meest abstracte en daarom
ook wel het moeilijkst te begrij
pen. Het is als een gedicht in pro
za, geschreven in een rijk gescha
keerde en heel gèvoelige taal,
waarvan men voelt, dat er achter
de woorden nog veel meer schuilt
dan er wordt gezegd. Wie is de
Elija, die naar de aarde weder
keert? Is hij het symbool van het
ontwakend Joodse volksbewust
zijn? Wat er ook van zij, het ver
haal houdt de lezer in de ban van
zijn spanning, van zijn ontzetting
en tenslotte brengt het ons een
gloren van hoop, we zien het on
bekende tegemoet, dat duister is
als de nacht maar waarin toch
Gods kracht zich openbaren zal,
op welke wijze dan ook.
Eén van de beste verhalen is
zeker wel „Het Schreiend Kind",
waarin ons verteld wordt, hoe Me-
nachim Mendel, de Talmoedstu-
dent, op zoek gaat naar de grote
Rabbi van Sassow, om te leren,
op welke wijze de kennis die hij
bezit, een levende rijkdom kan
worden; en hoe hij dan eindelijk
gaat begrijpen, dat het hoogste
levensgeluk er in bestaat, de taak
der liefde te volbrengen.
En dan is daar het stuk van
die schipper, die leren moet, dat
God de mens wil hebben zoals hij
is. Een korte novelle is het, die
zich èn door vorm èn door Inhoud
verre verheft boven het genre der
wee-zoetige bekeringsverhalen,
juist door de kracht waarmee ze
de figuren van de schipper, zijn
vrouw en Age, een andere schip
per uitbeeldt.
Heel mooi is ook „En in de
MensenHier worden we In
de schuilkelder van een hotel ge
bracht, op het ogenblik dat er een
raid boven de stad Is. Heel kort,
maar heel raak worden enkele
aanwezigen getypeerd en daarna
laat Marianne Philips de picolo
het Kerstverhaal vertellen. En
dan weten we weer, dat in deze,
niet alleen door oorlogsgeweld
verscheurde wereld er nog altijd
plaats is voor de Kerstboodschap.
Het hele bundeltje ademt een
geest van rust. Er is geen spoor
van de moderne jachtigheid, die
het leven zo in haar greep heeft.
De meeste verhalen stijgen uit
boven de actualiteit waaraan ze
hun stof ontlenen. Ze proberen de
mens „de aarde" met de eeuwig
heidswaarden van het leven, „de
hemel" te confronteren.
Zo vloeit het leven dan ook tus
sen hemel en aarde door, nu eens
dichter bij de hemel, dan weer
dichter bij de aarde, „maar aan
onze voeten stroomt het water
door de eeuwigheid".