In de lang van de duivel Wijziging uitbreidingsplannen te Goes. „Ik zie de toestand donker in". itH l/COUW Xötidzt fnOH (f&W&toS-tcifd Het gebrek aan serviesgoed. Niets aan te doen, zegt „bevoegde züde". Terrein voor industrie en opslag producten. Buitenoewoon Bionst- IltHet„bl?ktv dat Goes aiieen °p plïchtïgen lichting 1948. Be C-H. Unie wil veoruitstmenife politiek. Apenliefde. „Do lijfstraffen, die lk ln die drie dagen van mijn verblijf in het concentratiekamp moest verdu ren, waren wel erg, maar er zijn duizenden, die veel erger dingen hebben moeten verdragen", zegt Jakob Akkerman. „Ik ben maar een gering geval in die ontzagge lijke reeks mishandelingen, die in Hitlerland zijn gepleegd. Maar daarom des te meer geloof ik, dat het zaak is, deze dingen niet te vergeten". r'Akkerman zwijgt dan geruime tijd. Hij staart naar een schil derij, dat op mijn werkkamer hangt: een zonnig polderland schap een Alblasserwaards dorpje langs hef water. „Wat is de wereld mooi", zegt hij dan. En even later voegt hij er aan toe: „Wat hebben wij de wereld lelijk gemaaktWat zijn wij toch een verschrikkelijk stelletje mensen bij elkaar; want het is tenslotte ook ónze schuld, dat in Duitsland zulke gruwelen konden plaats hebben. Hoe lang werden de Joden daar al ver volgd? Wij wisten het allemaal, maar we trokken er ons niets van aan Weer zwijgt hij, maar na enige tijd vervolgt hij zijn relaas. Na zijn verblijf in het concen tratiekamp werd hij eerst te werk gesteld in Bernstad, daarna achtereenvolgens, te Bromberg, Praag en Dresden. Waar hij kon, saboteerde hij. Een land, dat een buitenlandse dwangarbeider op een barbaarse wijze behandelt, moet niet verwachten, ijverige en gewillige mensen te kweken. Met onwillige honden is het slecht ha zen vangen. De regering van het derde rijk was psychologisch ge zien wel zeer kortzichtig; het re giem meende immers, dat een buitenlander dezelfde kruiperige natuur had als de Duitser. Dit is echter gelukkig niet het geval en zéker niet met de Belgen, de Fransen, Polen en Hollanders. ïakob Akkerman saboteerde en hij was niet de enige. Vele dui zenden met hem vormden de houtworm in het wankele meu belstuk, dat door Hitler in el kaar was getimmerd en dat hij trots het derde rijk noemde. Wandberen. In Februari werd Akkerman te werk gesteld bij een kolenhande laar in Zwickau een plaats in Saksen. Hij kreeg daar de be- «chikking over een zolderkamer tje, waar de koude zodanig in kon doordringen, dat hij soms nachten wakker lag met ver kleumde handen en voeten. De winter was uiterst streng. Nooit zag Akkerman zoveel sneeuw als daar in Zwickau. Hij moest daar met een 5-tons Mann- diesel, die met houtgas werd aan gedreven, kolen rijden. Vooral wanneer men het gebergte op moest, bleef de wagens dikwijls in de sneeuw steken en dan zat er niets anders op, dan eerst maar weer een pad te banen. Met name de weg van Zwickau naar Haida was verschrikkelijk. Het was daar een boomloze vlakte, waardoor de sneeuw zich op sommige plaatsen van de weg tot twee meter hoogte opstapelde. Het ellendige was, dat de sneeuw kettingen van slecht materiaal waren vervaardigd en telkens af knapten. Men had de grootste moeite om die kettingen, na een provisorische reparatie, weer om de wielen te krijgen. Als men met een kriek de wagen opvijzel de, gleed op het critieke moment óf de wagen óf de kriek weg. Het was die winter een hopeloze ge schiedenis. Het ergste was nog, dat Akkerman op een avond, toen hij in bed lag, de ontdekking deed dat er een wandluis tussen zijn tenen zat Bij nader onderzoek bleek, dat het zolderkamertje overbevolkt was met deze diertjes. Akkerman werd vies van zichzelf. De volgen de dag was zijn eerste werk om de kleren, die hij missen kon, ter reiniging af te geven bij een was serij. Het spreekt vanzelf, dat hij Feuilleton. door H. Lourense. 86) o— ,,'k Heb er ook al eens over nagedacht." „Waarover?" „Wel, over verplaatsing na tuurlijk! Dacht je dan, dat ik niet gezien heb hoe moeilijk de zaken gingen? Alleen over ver plaatsing naar buiten, heb ik nooit gedacht. Maar daar moet toch iets op te vinden zijn?" „Ja, ik dacht vanmiddag, mis schien is er hier in de omgeving wel iets te vinden." „Niks hoor. O wil je dat om mij doen? Ik wil wel uit Vaart- dam weg, als dat beslist moet. Maar dan niet te ver. 't Is hier pjachtig, maar ik moet er niet aan denken m'n hele leven te zullen slijten tussen de bossen. Ik verlang er naar, weer eens te genieten van de verre uit zichten in onze mooie polders." „Wat heb je dan voor plan nen?" „Plannen zijn het niet, en 't is misschien wel helemaal mis ook. Maar heb je al eens gedacht aan dat stukje grond van je groot vader, aan „Aan de Straatweg, bedoel je? Daar zeg je zoiets! Dat is groot genoeg en gunstig gele gen ook. En zeg, dan kunnen wij in Vlietdorp gaan wonen, aan de grens van de uitbreiding! Fran- cien, je bent een „Ja, dat weet ik wel. Praat er eens met vader over, dan kun Wat een Nederlander in Hitler-land ondervond Te boek gesteld door J. W. Ooms VL ook zichzelf een goede beurt gaf. Daarna ging hij zo gauw moge lijk er op uit om een ander ka mertje te huren, wat hem pas na veel moeite gelukte. In Zwickau was behalve Akker man geen enkele Hollander. Hij was dus blij, in Maart van dat jaar overgeplaatst te worden naar Ebersbach, waar wèl land genoten te werk waren gesteld. Akkerman moest dagelijks melk ophalen bjj de boeren en afleveren bij een zuivelfabriekje in Löbau. In deze plaats was het, dat hij een ervaring opdeed om trent de mentaliteit van sommi ge Duitse vrouwen. Ik wil met je trouwen! Iedere middag at hij in hetzelf de restaurantje te Eöbau zijn bo terhammen op. Hij werd daar be diend door een vrouw, die eige nares was van deze inrichting. De vrouw was steeds vriendelijk jegens Akerman en deelde hem meermalen in vertrouwen mee, dat ze niet geloofde, dat Duits land de oorlog zou winnen. Dat v.ond ze wel jammer, hoewel zij niets voelde voor het bewind van Hi tier Op een dag zat Akkerman weer te eten en toen kwam zij bij hem zitten aan het afeltje. Er was verder niemand in de zaak aan wezig. Toen deed zij hem com pleet een huwelijksaanzoek. „Ik wil met je trouwen", zei ze, zonder enige terughoudend heid. Akkerman wist niet, wat hij hoorde. „Neem me niet kwalijk, maar ik ben getrouwd', zei hij. ,,'k Zal blij zijn, als ik weer naar mijn vrouw terug zal kunnen gaan". „Ik wil tóch met jou trouwen", herhaalde de vrouw nadrukkelijk. „U moet niet zulke dwaze din gen zeggen". „Dit zijn geen dwaze dingen", zei de caféhoudster. „Maar mijn man is gesneuveld aan het front en ik heb geen lust om alleen te blijven. Trouw met mij, dan ben je meteen eigenaar van deze zaak. Ik verdien hier best mijn brood". „Ik zeg toch al, dat ik ge trouwd ben", zei Akkerman. „Ziet u niet, dat ik een trouwring draag?" „Ja, dat zie ik wel. Maar toch wil ik met je trouwen. Je kan doen en laten wat je wil, maar ik wil je hebben!" „Och kom, zei Akkerman, „maak geen .gekheid. Ik ben im mers getrouwd. En zou u willen trouwen met een Hollander, een vijand van Duitsland?" De vrouw keek zeer veronge lijkt. „Een vijand? Maar Holland is toch een land van vrienden? Hol land is het immers geheel met Duitsland eens De kranten staan er steeds vol van, dat Hol land eensgezind optrekt met het Duitse volk! En jullie führer Mussert heeft het kortgeleden ook nog gezegd! Akkerrtfan heeft toen zo snel mogelijk het restaurantje verla ten. En in 't vervojg ging hij er gens anders zijn boterhammen opeten; „Maar wat denk je, dat er ge beurde?" vraagt Akkerman. „Dat zal ik je vertellen. Een paar we ken later bracht een Zutphenaar, die ik wel kende, mij een brief. Op verzoek van de caféhoudster te Löbau stelde hij mij die brief ter hand. Zij had hem namelijk uitgelegd, dat ik chauffeur was bij expediteur Kaiser in Ebers bach en dat ik dagelijks bussen melk in Löbau bracht. Mijn naam wist ze niet en mijn verblijfplaats evenmin. Dc Zutphenaar had uit haar aanduidingen evenwel opge maakt, dat ze mij moest bedoe len; en omdat hij niet wist, om welke oorzaak de vrouw mij zo graag wilde spreken, had hij op zich genomen, een brief van haar bij mij te bezorgen. In die brief stond, dat als ik niet vrijwillig kwam om haar te trouwen, zij geweld zou gaan gebruiken, want zij had haar zinnen nu eenmaal op mij gezet en was daar niet van af te brengen. En ik moest goed bedenken, dat ik een vreem deling was in Duitsland. Als zij de S.S. in de arm nam, zou het er slecht voor mij uitzien. Ove rigens verklaarde zij nog uitdruk kelijk, een nette vrouw te zijn, die nooit oneerbaar had geleefd. En zij stond bekend als een uit stekende kookster De brief besloot met: Heil Hitier". Het epistel was dus min of meer een dreigbrief, maar Akker man schrok er niet van. Hij had voor heter vuren gestaan. Wel tekende dit voorval "de mentaliteit van sommige vrouwen in Duitsland gedurende de oor log. In Ebersbach, aldus Jakob Akkerman, hielden naar een voor zichtige schatting ongeveer zestig van de honderd gehuwde vrou wen het met andere mannen, bij voorkeur met de buitenlanders. Zij deden dit met het motief: Mijn man is aan het front en hij zal wel sneuvelenAls de oorlog eenmaal isaf gelopen, zul len er in Duitsland weinig man nen over zijn en daarom moet men het ijzer smeden als het heet is. En als het met Duitsland mis mocht gaan, wie weet dan, of het niet goed is als men als Duitse vrouw dan kennis heeft aan een buitenlander Het zou verkeerd zijn, alle Duitse vrouwen over één kam te scheren. Zonder enige twijfel zijn daar vele trouwe huisvrouwen, die liever zouden sterven dan de huwelijksbelofte verbreken. Vast staat echter wel, dat een oorlog in alle betrokken landen het zedelijk bewustzijn ernstige schade toebrengt. Vrede kan het moreel van een volk verhogen, Nog steeds wordt/ de schaarste aan serviesgoed algemeen ge voeld. Vaak wordt dan ook de verzuchting geslaakt, dat de vervaardigers van keramische producten er goed aan zouden doen uitsluitend of voor het grootste deel van hun produc tie serviesgoed in de handel te brengen, dus afzien van de aan maak van de luxe artikelen, die nu in grote hoeveelheden in de winkels en magazijnen voorra dig zijn. Van bevoegde zijde wijst men er echter op, dat koppen en schotels langs machinale weg in serie worden vervaardigd. Aan gezien er in ons land slechts en kele fabrieken zijn, die deze producten kunnen voortbren gen is men niet in staat tege moet te komen aan de zeer grote vraag, die op dit gebied je verder zien. Kijk liever eens naar die pluimstaart, 't Beestje is helemaal niet schuw ook!" Een eekhoorntje is vlak langs hen heen geschoten, en gluurt nu, halverhoogte de stam van een spar, nieuwsgierig naar de bezoekers. Eerst als Siem op staat, verdwijnt het achter de stam maar later springt het in de kruin rond. Even later lopen ze, als in hun jonge tijd arm in arm, langs de bochtige laantjes, waar soms onverwacht een prachtig uit zicht te genieten valt. Ze dwalen rond tot tegen zonsondergang toe. Veel later dan ze wilden, ko men ze in de onderwijzerswo ning terug. ,,'t Is schandalig tante, dat wij u zo maar met onze jongste la ten optrekken, om zelf wat van de omgeving te genieten." „Houd maar op, nicht. Maar hebben jullie al die tijd gewan deld, of ben je soms op visite geweest?" „Niet anders dan bij de eek hoorns en de konijntjes. Maar ik wil wel bekennen, dat ik aar dig moe ben van dat dwalen „Dan is het maar goed dat ik de kleine naar bed gebracht heb." - „Ging dat goed zonder moe der?" „Best hoor, we zijn dikke vrienden. Als je soms vóór de afgesproken tijd naar Vaart- dam terug wil, laat je hem maar een paar weken hier. Maar eet nu eerst, anders blijven we de hele avond met een genekte ta fel zitten, ,,'t Is dat je man er bij is, anders was de tafel afge- bestaat. Voorts wordt er op ge wezen, dat een zeer groot deel van de luxe producten op kera misch gebied in kleine ateliers en pottebakkerijen wordt ver vaardigd. Deze zijn uiteraard op een dergelijke productie inge steld en beschikken dus niet over een outillage voor serie werk. Wel acht men het mogelijk het handwerksysteem ten aan zien van het serviesgoed toe te passen. Elke pottenbakker kan koppen en schotels draaien, doch dan komen de prijzen van deze handwerkartikelen vrij hoog. In ieder geval liggen zij dan bo ven de normen, die door het directoraat-generaal voor de prijzen zijn vastgesteld. De ate liers en pottebakkerijen leveren dientengevolge weinig of in het geheel geen serviesgoed. ruimd geweest." 't Blijkt de volgende dag wel, dat de rustkuur Francien goed doet. Ze heeft 's middags tussen kerktijd nog veel zin in een wandeling. S em gaat dan ook met een gerest hart 's Maandags naar z'n werk terug. De dokters hebben het goed gezien. De bouwval, eens bekend als het huisje van Malle Mien, valt onder slopershanden. De stenen glooiing langs de Vliet wordt door een betonnen schoeiing vervangen. Langzaam verrijst het grote fabrieksge bouw.. Enkele houten droog- loodsen voor houtberging, staan vlugger overeind. Een jaar later is de nieuwe fabriek in werking. De machines zijn voorzien van de laatste verbeteringen. Er is nieuw personeel geko men. Er wordt gewerkt volgens de nieuwste methodes. Er staat een nieuw huis aan de rand van de uitbreiding van Vlietdorp. 't Is groter dan het oude op de Binnensingel in Vaartdam. 't Is naar indeling heel modern. Alleen een oud raam is uit het oude huis meegenomen, en heeft, als daar, plaats gevonden in de pui boven de tochtdeur in de hal. Het raam, met het gebrand schilderde wapen is mee ver huisd. De meeste zorg heeft Siem besteed aan de machinehal m de fabriek. In deze tijd, zwaar van' concurrentie, is dit de oorlog daarentegen zal dat mo reel «teeds verlagen. En even eens staat het vast, dat vooral in Duitsland de oorlog in dit op zicht ontzaggelijk veel kwaad heeft gesticht. Vergissen wij ons niet, dan gaat deze morele, zede lijke aftakeling nog steeds door. En dit is bü zo vele andere din gen een reden te meer om niet Aan de toelichting bi) de voor gestelde wijziging (Westelijk optimistisch te zijn betreffende i ontlenen wg: de toekomst van Duitsland. Het Sedert de bevrijding is hier een nazi-dom heeft Duitsland berg- vraag ontstaan naar terreinen, afwaarts doen gaan, in alle op- waar gebouwen voor industrie en zichten. Te verwonderen is dit opslag van producten zouden kun- niet, omdat het regiem van Hitier nen worden gevestigd, en zijn trawanten geen rekening In de binnenstad, waar alles is hield met de normen, door God volgebouwd, is daarvoor geen ter- gesteld. En dit zal uitlopen op rein te vinden, ook niet voor be- een goddeloze decadentie. drijven, die geen schade of hinder voor de omwonenden zullen op- dit gebied iets kan aanbieden aan de haven. Er zijn echter bedrijven, waar voor vaarwater niet nodig is, of minder belangrijk en die zich meer oriënteren op spoorwegen en i wegvervoer. Er is daarom uitgezien naar een Zoals de Minister van Oorlog onlangs bij de behandeling van de begroting aankondigde was een regeling in voorbereiding, om aanvangende met de lichting 1948 dienstplichtigen in aanmerking te ^n'Hdat dic'lter blJ £et sP°or" laten komen voor bestemming tot "?g T*™ °P buitengewoon dienstplichtigen, gÈ- gSn' Deze regeling die thans is uitge- ^de ZuKri geven en voorlopig alleen nog van straat. Dat ,s in het i/ultbrei_ kracht as voor ingeschrevenen dingsplan 1942„ bestemd voor wo- voor de lichting 1. 18, geldt alleen ningbouw speelwei, plantsoen en voor degenen van w,e een wet- voor de afvalwaterrelniglng. tige broer of een wettige half- Gebeleken ls, dat d* Vrm broer als militair gedood is tij dens krijgsverrichtingen, of over leden is in militaire dienst, dan wel als lid van een verzetsorgani satie gedood is tijdens het plegen van actief verzet, of overleden is tengevolge van verwondingen, op gelopen tijdens het plegen van actief verzet. De dienstplichtigen van de lich ting 1948, die voor deze regeling in aanmerking wensen te komen, kunnen hun verzoek indienen door tussenkomst van de burge meester van de gemeente, waar de verzoeker voor de dienstplicht is ingeschreven. dat de grondslag hier niet geschikt is voor woning bouw, maar wel voor industrie- en opslagterrein. De ligging dicht bij het station ls een voordeel, terwijl het zeer goed te bereiken is van af de grote weg voor doorgaand ver keer via de M. A. de Ruyterlaan en de Zuid Bevelandstraat. Bovendien ls de afstand tot het stadscentrum gering. Het enige nadeel is, dat het Zuid-Westelijk van dat centrum ls gelegen, zodat bij de zeer veel voorkomende Z.W. wind hinder van Industrieën zou kunnenont staan. Beperkende bepalingen Zij telt 50.000 leden. (Van onze Utrechtse correspondent.) „Geef aan Zes-en-een-Kwart een pak stro en hij draait er bank biljetten van", spotten wij in bezettingstijd. Maar we hebben er toen nimmer aan gedacht dat die, bankbiljettendraaierij op onze rekening zou komen! We voegden ons na de bevrijding bij de ze gevierende geallieerden en boden Duitsland onze rekening aan: 25 milliard gulden. Maar wat zullen we van dit bedrag ontvan gen? En-dan te denken dat onze eigen staatsschuld 27 Vz milliard bedraagt. Hoe kunnen we ons uit de armoede oprichten? Deze vraag werd op een verga dering van de -Christelijk-Histo- rische Unie te Utrecht besproken door de heer H. Kikkert, lid van de Tweede Kamer, in een refe raat over de sociaal-economische problemen van deze tijd. Vroeger, zo ging hij voort, be droeg onze staatsbegroting 800 a 850 millioen gulden. 'Na de oor log is dit bedrag amper voldoen de om een matige afbetaling plus 2 pet. aflossing van onze staats schuld te bewerkstelligen. En dan moet onze hek staatsmachine nog draaiende worden gehouden, waarboven dé extra zorgen ko men voor de geteisterde gebieden en voor allerlei andere noden. Ook de C. H. Unie erkent dat overheidsingrijpen dringend nood zakelijk was. Haar bezwaar is, dat dit ingrijpen op een verkeerde manier is geschied. Van het be gin af wenste de regering de ge leide economie te bestendigen en dat wijzen we beslist af. Wij wil len geen staatseconomie, ver klaarde de heer Kikkert; wij wil len evenmin vrije economie. Laat het bedrijfsleven zelf de maat regelen treffen die nodig zijn! Als de staat het doet dan wordt eerst de vrijheid van het bedrijfsleven ingeknot, daarna de individuele vrijheid en eindelijk wordt onze hele vrijheid aan banden gelegd. Deze kans loopt men niet wan neer het bedrijfsleven op haar terrein regelend optreedt. Lonen en prijzen. De schaarste aan goederen vergde een controle op de prijzen. De schaarste aan arbeiders nood zaakte een vaststelling van de lonen. Dit moest gebeuren, meen de de heer Kikkert. Want wij zien dat in de landen waar het niet is geschied, de verhoudingen veel ongunstiger zijn: Hongarije, Roemenië, Rusland. Ja, zelfs het communistisch stelsel brengt geen uitredding, getuige de zwarte lo nen, de dito handelaars en de de valuatie van de roebel. Onze regering poogde de lonen laag te houden teneinde de ex port te verhogen. Daarom besloot zij een toeslag op het levensmid delenpakket te geven. Deze toe slag bedroeg aanvankelijk f 38.— j per hoofd per jaar maar zal voor 1948 dienen te stijgen tot f58. Dit is een enorme tegenvaller i want men had gehoopt na twee 1 jaar die toeslag te kunnen schrappen. Voortgaan op deze weg leidt tot lasten, die de schat kist niet meer dragen kan. Wij leven als volk twintig proeent boven onze stand. De heer Kikkert was de me ning toegedaan, dat er nochtans voor de minst vermogenden een derde loonronde noodzakelijk is. Dat leek hem beter dan de sug gestie uit K.V.P.-kringen om ons volle te verdelen in een behoef tig en een bezittend deel, wat volgens hem zou leiden tot terug keer van de middeleeuwse stan den der horigen en der vrijen. De C. H. U. tracht naar een christelijk-sociaal vooruitstreven de politiek en vraagt op grond daarvan een gezonde verdeling van onze nationale armoede. Die verdeling vrordt nu scheef ge- trokken. Let op sommige onder- nemingen die kans zien om onze armoede ten spijt exor bitante'winsten te maken. Is de C. H. U. in staat vooruit strevende politiek te voeren? De heer Kikkert beantwoordde die vraag bevestigend. Wanneer de meer dan 50.000 leden van deze partij waarlijk levende leden zijn, dan vermag zij veel. De verkie zingen van 1948 zullen leren of men als C. H. Unie wakende is geweest sedert de verkiezingen van Mei 1946. hoofdzaak. Maar bij het in be drijf stellen, heeft hij de men sen, die de machines bedienen moeten, met de meeste zorg ge kozen. 'tZijn allen, zonder uitzonde ring vreemden voor hem. De meesten van het oude per soneel wilden niet mee verhui zen naar zo'n afgelegen plaatsje, zoals ze het noemden. Siem betreurt dit. Er zijn mensen bij, met wie hij zelf nog aan de werkbank gestaan heeft. Van een vertrouwelijke om gang met deze mensen is dan ook geen sprake meer. Toch tracht hij, vaak onder het werk door, hen te benaderen. En stap voor stap wint hij het vertrouwen. Niet echter van allen. Zo ook bijvoorbeeld niet dat van de lange cirkelzager, 't Is een man doorkneed in de mo gelijkheden en geheimen van z'n vak. Wat Siem hem ook op draagt, hij weet tevoren reeds dat alles punctueel wordt uit gevoerd. En de man ls beleefd erf voor komend. Maar Siem kan geen woord aan de man kwijt. Hij is niet kerks, deze Aay van Andel. Siem heeft dat reeds te voren geweten. Inlichtingen worden in Vliet dorp graag ongevraagd en vol ledig gegeven. Zoiets heeft z'n voor en z'n te gen. Maar 'tis wel eens gemakke lijk, als de mensen zelf niet te veel uitlaten. (Wordt vervolgd.) Het vertrek van ex-koning Michaël. Een officiële verklaring. Ex-koning Michaël van Roeme nië heeft in een officiële verkla ring ontkend, dat hij Roemenië verlaten zou hebben alleen om „vrij te zijn, zich te gaan verma ken en te kunnen trouwen", zo als in sommige berichten is ge zegd. Leden van het gevolg van de ex-koning zelden, dat Michaël ook de berichten wenste tegen te spre ken, volgens welke hij Roemenië verlaten zou hebben in een trein vol waardevolle goederen, dat hij een grote som gelds zou hebben medegenomen en dat zijn trein verder gevuld geweest zou zijn met personen, die voor de nieuwe Roemeense regering wilden uit wijken. Volgens de verklaring be stond het gezelschap slechts uit veertien personen, namelijk de ex- koning, zijn moeder Helena, acht anderen en vier bedienden. De aide-de-camp van Michaël ont kende met name, dat de dochter en de kleinzoon van Tatarescu zich in de trein bevonden zouden hebben. Grote schade in Oost-Frankrijk. Tot dusver vallen er door de overstromingen in Oost-Frankrijk vijf doden te betreuren. De scha de .wordt op 1117 millioen francs geschat. In een fabriek te Muelheim en te Duisburg hebben arbei ders gestaakt uit ontevreden heid over de voedselvoorziening. Tatarescu, ex-minister-presi- dent en ex-minister van Buiten landse Zaken van Roemenië, is op bevel van de regering onder huis arrest gesteld. Zijn woning wordt door de politie bewaakt. kunnen echter hinderlijke- en stankverwerkende bedrijven we ien. Bovenstaande is reden geweest het Westelijk deel van het „Uit breidingsplan 1942" te herzien. Het driehoekige terrein tussen de Zuidvlietstraat en de spoorweg Middelburg is daarbij tot de grens van de gemeente 's-Heer Arends- kerke uitgebreid, terwijl de be stemming in hoofdzaak is ge worden: industrie terrein. Hierbij is gerekend met ruime wegen, pleinen en trottoirs, zodat auto's van grotp afmetingen kunnen ma noeuvreren en parkeren. Bij een dergelijk terrein beho ren woningen voor de aldaar te- werkgestelden, met verzorgende neringen. Hierop is gerekend met een gemengde bebouwing aan de omsluitende straten gegarneerd met groen en bomen. In het bouwblok, Oostelijk van het industrieterrein, is een speel veld ontworpen, waaraan in het Westelijk stadsdeel grote behoef te bestaat. Het industrieterrein is zó ver deeld, dat twee langwerpige blok ken ontstaan van 65 M. breedte, evenwijdig aan de spoorweg. Da indeling en verkaveling van het grote blok, dat aan de Zuid vlietstraat meer Westelijk is ge legen, kan later naar behoefte ge beuren. Hier is plaats ook voor bedrijven met zeer grote opper vlakten. Aan de Zuid-Bevelandstraat, welke de verbindingsweg vormt met de Middelburgsestraat, ls ook aan de Westkant thans een be bouwing ontworpen. In totaal is c- nu in het Weste lijk deel ruim' ~>r plm. 180 wo ningen. Verder is in het Noordelijk deel van het plan het terrein voor doel einden voor openbaar nut ver groot, overeenkomstig de reeds in 1946 vastgestelde uitbreiding van het Poortterrein aan de Westha- vendijk. Onder dit opschrift schrijft „De Maasbode" (R.K.): „Prof. Schermerhom houdt zijn hart en zijn liefde verpand aan zijn dierbare republiek. Deze mag in geen geval onder de tafel worden gemoffeld, al dus de oud-premier in zijn rede voor de bijeenkomst van de Partij van de Arbeid in het RAI-gebouw te Amsterdam. Toch blijft de liefde van de oud-hoogleraar een apenliefde. Hij heeft een open oog voor de gjbreken van en in de re publiek. De materiële verzor ging kan zij niet aan; hij sprak verder over politiek onvermo gen en corruptie in allerlei vorm tot intriges voor de minister posten toe. Toch moet men vol- j gens prof. Schermerhorn, de re publiek maar als een groten en j volwassen jongen behandelen, die zelf mes en vork wil han teren, ook al zou hij zich daar mee „tot bloedens toe verwon- j den". De liefde' van de papa, die zijn gezag over zijn zoontje kwijt is! Prof. Schermerhorn verzette zich tegen hetgeen hij noemde het oplossen van de republiek in staatjes. Hij vond dit zelfs j on-democratisch. I De oud-premier blijft maar -steeds vastzitten aan zijn aller- 1 ongelukkigst eerste artikel van het accoord van Linggadjati. Daar zit de fout! Daarin is aan de republiek een de facto-gezag i toegekend, dat niet bestond. En nu naar de normale toestand wordt teruggekeerd en de vol-s ken, die niets van de republiek I moeten hebben, hun eigen lot in j handen nemen, jammert de oud-professor over het oplos- sen 'in staatjes van de repu bliek.. Wij geloven, dat prof. Scher-' rnerhom zich het vrije uitzicht op de Indische kwestie beno men heeft." - Behalve ln Palestina (150.000 kisten) zijn voor Nederlandse re kening ook ruim 700.000 kisten sinaasappelen ln Spanje aange kocht. - In de loop van 1947 zijn 75.000 Immigranten, onder wie 7000 ver plaatste personen, in Canada aan gekomen. Naar officieel wordt bekend gemaakt Ls een viiegtuig van de Brits-Europese Luchtvaartmaat schappij, dat uit Glasgow afkom stig was, bij een noodlanding ln de nabijheid van het vliegveld Northolt tegen een boom gevlo gen. De piloot kwam om het leven en 5 passagiers en 2 leden van de bemanning^ werden gewond. Er waren 10 passagiers, allen inwo ners van Glasgow, aan boord, de bemanning bestond uit 4 koppen. Prof. Gerbrandy: de communisten moet volkomen worden afgerekend. J. Fabius had voor „De Neder lander" een vraaggesprek met Prof. Mr P. S. Gerbrandy. „We zitten tegenover Prof. Mr P. S. Gerbrandy. Het licht valt hoog in de kamer, de kleine man in een grote stoel. De kop ls fel, sprekende blauwe ogen, de beken de snor, grijzend maar nog met veel rood er in. Een ouderwetse snor, die soms de indruk maakt overeind te gaan staan. Zijn Hollands heeft een typisch Noordelijk accent, de Friese af komst verradend. De oo's van woord worden lang gerekt als schreef men „wooord". Hij onderstreept zijn uitlatingen nu en dan met een kort veelzeg gend gebaar. De Indische kwestie ligt hem na aan het hart. Over de gang van zaken is hij niét gerust. „Ik zie de toekomst duister In. Het gaat hier niet slechts om doelmatig practisch handelen in een Oosters land onder Westerse leiding en invloed. Het gaat om een fundamenteel inzicht in prin cipieel staatsrechtelijk-historische verhoudingen. Hierbij komt in laatste instantie de vraag aan de orde, wanneer en waardoor het hoogste gezag in een staat is ge rechtvaardigd. Ziet men de legi timatie van dit gezag als in de historie geworteld en door recht vaardigheid in het bestuur beves tigd of grijpt men daartoe terug op de revolutionnaire gedachte van de algemene wil van het volk, die steeds weer verschillend ge- interpreteerde factor, welke bet gezag op losse schroeven stelt?" Recht en orde. „Het Nederlandse volk en zeker niet het minst de Rooms-Katho- lieken ln den lande, voelen zo zui ver aan, dat eerst recht en orde door tussenkomst van het Neder landse gezag behoorden terug te keren en dat pas daarna met gro te zorg, na grondige raadpleging van wat de volken ginds werke lijk begeren, van blijvende hervor mingen sprake kan zijn. Het volk verstaat zo goed, dat men beschermende staatsrechte lijke banden niet willekeurig mag offeren aan holle leuzen, die he den hoogtij vieren, maar morgen hun glans hebben verloren. Men wil nu ln Indië, brj dat con glomeraat van volken, totaal ze ventig millioen mensen, met zijn veie talen en onderlinge naijver, zo maar eventjes een geheel nieuw bestel in elkaar zetten. „Dat is onmogelijk", zegt de professor en de vinger wijst weer omhoog, „volkomen onmogelijk". Minister Beel zeide mij eens, dat hij naar hetzelfde doel wilde ais wij, maar langs een omweg, Een omweg, helaas, die bezaaid blijkt met het bloed van tienduizenden en de ellende van millioenen en ons de buitenlandse Inmenging bezorgd heeft. Wij wilden dé rechte weg, maar minister Beel dwaalde op zijwegen af en kwam zodoende steeds verder van huis. En waar zijn we nu?" vraagt de spreker. „Ik zie het donker in". „Heel donker. Vier ministers gingen naar Indië en van Mook trapt het orgel. Die man wil kwaad, hij wil Indië losmaken van Holland. Men is nu bezig in Indië met haastige spoed een federatie in elkaar te zetten, en daar zou dan misschien zelfs de republiek, de communistisch geworden repu bliek, deel van uit moeten maken, dan komt er immers nooit rust en vrede. Wij hebben vast te houden aan een gezag dat het laatste woord spreekt, en wij hebben te zorgen voor een behoorlijke coördinatie der deelstaten, die ais los zand aan elkaar hangen; er moet een eenheid ontstaan, niet alleen po litiek, maar ook economisch en dat kan alleen onder Nederlandse leiding. Doen we dat niet, dan geven we daarmede de allereerste voor waarde prijs voor het ontstaan van een levenskrachtige staat. Op papier Iaat het zich zo mooi lezen, een federatie met een fede ratieve interim-regering, ten lan ge leste zal het kabinet zeggen, hebben wij dan toch maar Ling gadjati verwezenlijkt. Het resultaat. Maar het gezag van de Staat zal daardoor ondermijnd zijn, alle kans op blijvend herstel van orde en rust zijn verkeken. Men zal dan doen afsof men alles bereikt heeft, maar, weer schudt de vinger het zal niet waar zijn. Wij zijn dan verder van huis dan ooit. Spreekt zelfs de zg. eerste minis ter van Oost-Indonesië nu al niet van 1948 als van het laatste jaar, dat het Koninkrijk souverein zal zijn, Hoe willen wij onze rechten en die van de Indonesiërs bescher men, wanneer we geen gezag meer hebben, wat zal er terecht komen van onze bezittingen en goederen wanneer wij het onont beerlijke beslissingsrecht uit han den hebben gegeven? Zeker, de gedachte aan een fe deratie is juist, daar zullen we heen moeten, maar allereerst zal er een gezag moeten zijn, andere glijdt de zaak ons uit de handen en wordt Indië een blijvend poli tiek centrum. Djogja moet opgeruimd, Djogja moet opgeruimd, met de communisten moet volkomen en eens en vooral afgerekend. Met die lieden mag men niet onder handelen. En dan moet van Mo®k weg en een landvoogd worden be noemd, die zich niet op het stand punt stelt, dat het Koninkrijk ge liquideerd moet worden. Wij zullen op behoorlijke wijze aan de Veiligheidsraad moeten la ten weten, dat wij baas in eigen huis willen zijn, vreemde inmen ging niet langer kunnen dulden. Dat kan! Indien wij op ons stuk blijven staan, zal men eerbied voor ons hebben, in Nederland zelf zal het waarachtig nationaal be sef weer krachtig wordeit". Het was verfrissend in deze tijd zo arm aan kloeke lieden, weer eens met een man van karakter te spreken. Men begrijpt, wanneer men met hem praat, dat Churchill hem graag mocht lijden. Dit is ook geen demagoog, een demo craat in hart en nieren, voor wien het gezag niet doel ls maar mid del, het gezag van God, dat de wereld dient te regeren. Hij voelt zich dienaar, geen dictator. Een man zonder angst, die ln Londen zelden in een schuilplaats kroop, maar onbevreesd te mid den van de bommen hielp, waar hij kon, deed wat zijn hand te doen vond. Nooit versagend, om dat hij vertrouwt op een hogere Leiding, die als wij Haar erkennen en volgen, tenslotte zal zorgen, dat alles toch weer reg zal komen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1948 | | pagina 2