In de lang van de duivel
Wijziging uitbreidingsplannen te Goes.
„Ik zie de toestand donker in".
itH l/COUW
Xötidzt fnOH
(f&W&toS-tcifd
Het gebrek aan serviesgoed.
Niets aan te doen, zegt „bevoegde züde".
Terrein voor industrie en
opslag producten.
Buitenoewoon Bionst- IltHet„bl?ktv dat Goes aiieen °p
plïchtïgen lichting 1948.
Be C-H. Unie wil veoruitstmenife politiek.
Apenliefde.
„Do lijfstraffen, die lk ln die drie
dagen van mijn verblijf in het
concentratiekamp moest verdu
ren, waren wel erg, maar er zijn
duizenden, die veel erger dingen
hebben moeten verdragen", zegt
Jakob Akkerman. „Ik ben maar
een gering geval in die ontzagge
lijke reeks mishandelingen, die in
Hitlerland zijn gepleegd. Maar
daarom des te meer geloof ik, dat
het zaak is, deze dingen niet te
vergeten".
r'Akkerman zwijgt dan geruime
tijd. Hij staart naar een schil
derij, dat op mijn werkkamer
hangt: een zonnig polderland
schap een Alblasserwaards
dorpje langs hef water.
„Wat is de wereld mooi", zegt
hij dan. En even later voegt hij
er aan toe: „Wat hebben wij de
wereld lelijk gemaaktWat
zijn wij toch een verschrikkelijk
stelletje mensen bij elkaar; want
het is tenslotte ook ónze schuld,
dat in Duitsland zulke gruwelen
konden plaats hebben. Hoe lang
werden de Joden daar al ver
volgd? Wij wisten het allemaal,
maar we trokken er ons niets
van aan
Weer zwijgt hij, maar na enige
tijd vervolgt hij zijn relaas.
Na zijn verblijf in het concen
tratiekamp werd hij eerst te
werk gesteld in Bernstad, daarna
achtereenvolgens, te Bromberg,
Praag en Dresden. Waar hij kon,
saboteerde hij. Een land, dat een
buitenlandse dwangarbeider op
een barbaarse wijze behandelt,
moet niet verwachten, ijverige en
gewillige mensen te kweken. Met
onwillige honden is het slecht ha
zen vangen. De regering van het
derde rijk was psychologisch ge
zien wel zeer kortzichtig; het re
giem meende immers, dat een
buitenlander dezelfde kruiperige
natuur had als de Duitser. Dit is
echter gelukkig niet het geval
en zéker niet met de Belgen, de
Fransen, Polen en Hollanders.
ïakob Akkerman saboteerde en
hij was niet de enige. Vele dui
zenden met hem vormden de
houtworm in het wankele meu
belstuk, dat door Hitler in el
kaar was getimmerd en dat hij
trots het derde rijk noemde.
Wandberen.
In Februari werd Akkerman te
werk gesteld bij een kolenhande
laar in Zwickau een plaats in
Saksen. Hij kreeg daar de be-
«chikking over een zolderkamer
tje, waar de koude zodanig in
kon doordringen, dat hij soms
nachten wakker lag met ver
kleumde handen en voeten.
De winter was uiterst streng.
Nooit zag Akkerman zoveel
sneeuw als daar in Zwickau. Hij
moest daar met een 5-tons Mann-
diesel, die met houtgas werd aan
gedreven, kolen rijden. Vooral
wanneer men het gebergte op
moest, bleef de wagens dikwijls
in de sneeuw steken en dan zat
er niets anders op, dan eerst
maar weer een pad te banen. Met
name de weg van Zwickau naar
Haida was verschrikkelijk. Het
was daar een boomloze vlakte,
waardoor de sneeuw zich op
sommige plaatsen van de weg tot
twee meter hoogte opstapelde.
Het ellendige was, dat de sneeuw
kettingen van slecht materiaal
waren vervaardigd en telkens af
knapten. Men had de grootste
moeite om die kettingen, na een
provisorische reparatie, weer om
de wielen te krijgen. Als men
met een kriek de wagen opvijzel
de, gleed op het critieke moment
óf de wagen óf de kriek weg. Het
was die winter een hopeloze ge
schiedenis. Het ergste was nog,
dat Akkerman op een avond, toen
hij in bed lag, de ontdekking deed
dat er een wandluis tussen zijn
tenen zat
Bij nader onderzoek bleek, dat
het zolderkamertje overbevolkt
was met deze diertjes. Akkerman
werd vies van zichzelf. De volgen
de dag was zijn eerste werk om
de kleren, die hij missen kon, ter
reiniging af te geven bij een was
serij. Het spreekt vanzelf, dat hij
Feuilleton.
door H. Lourense.
86) o—
,,'k Heb er ook al eens over
nagedacht."
„Waarover?"
„Wel, over verplaatsing na
tuurlijk! Dacht je dan, dat ik
niet gezien heb hoe moeilijk de
zaken gingen? Alleen over ver
plaatsing naar buiten, heb ik
nooit gedacht. Maar daar moet
toch iets op te vinden zijn?"
„Ja, ik dacht vanmiddag, mis
schien is er hier in de omgeving
wel iets te vinden."
„Niks hoor. O wil je dat om
mij doen? Ik wil wel uit Vaart-
dam weg, als dat beslist moet.
Maar dan niet te ver. 't Is hier
pjachtig, maar ik moet er niet
aan denken m'n hele leven te
zullen slijten tussen de bossen.
Ik verlang er naar, weer eens
te genieten van de verre uit
zichten in onze mooie polders."
„Wat heb je dan voor plan
nen?"
„Plannen zijn het niet, en 't is
misschien wel helemaal mis ook.
Maar heb je al eens gedacht aan
dat stukje grond van je groot
vader, aan
„Aan de Straatweg, bedoel
je? Daar zeg je zoiets! Dat is
groot genoeg en gunstig gele
gen ook. En zeg, dan kunnen wij
in Vlietdorp gaan wonen, aan de
grens van de uitbreiding! Fran-
cien, je bent een
„Ja, dat weet ik wel. Praat er
eens met vader over, dan kun
Wat een Nederlander in Hitler-land ondervond
Te boek gesteld door J. W. Ooms
VL
ook zichzelf een goede beurt gaf.
Daarna ging hij zo gauw moge
lijk er op uit om een ander ka
mertje te huren, wat hem pas na
veel moeite gelukte.
In Zwickau was behalve Akker
man geen enkele Hollander. Hij
was dus blij, in Maart van dat
jaar overgeplaatst te worden
naar Ebersbach, waar wèl land
genoten te werk waren gesteld.
Akkerman moest dagelijks
melk ophalen bjj de boeren en
afleveren bij een zuivelfabriekje
in Löbau. In deze plaats was het,
dat hij een ervaring opdeed om
trent de mentaliteit van sommi
ge Duitse vrouwen.
Ik wil met je trouwen!
Iedere middag at hij in hetzelf
de restaurantje te Eöbau zijn bo
terhammen op. Hij werd daar be
diend door een vrouw, die eige
nares was van deze inrichting.
De vrouw was steeds vriendelijk
jegens Akerman en deelde hem
meermalen in vertrouwen mee,
dat ze niet geloofde, dat Duits
land de oorlog zou winnen. Dat
v.ond ze wel jammer, hoewel zij
niets voelde voor het bewind van
Hi tier
Op een dag zat Akkerman weer
te eten en toen kwam zij bij hem
zitten aan het afeltje. Er was
verder niemand in de zaak aan
wezig. Toen deed zij hem com
pleet een huwelijksaanzoek.
„Ik wil met je trouwen", zei
ze, zonder enige terughoudend
heid.
Akkerman wist niet, wat hij
hoorde.
„Neem me niet kwalijk, maar
ik ben getrouwd', zei hij. ,,'k Zal
blij zijn, als ik weer naar mijn
vrouw terug zal kunnen gaan".
„Ik wil tóch met jou trouwen",
herhaalde de vrouw nadrukkelijk.
„U moet niet zulke dwaze din
gen zeggen".
„Dit zijn geen dwaze dingen",
zei de caféhoudster. „Maar mijn
man is gesneuveld aan het front
en ik heb geen lust om alleen te
blijven. Trouw met mij, dan ben
je meteen eigenaar van deze
zaak. Ik verdien hier best mijn
brood".
„Ik zeg toch al, dat ik ge
trouwd ben", zei Akkerman. „Ziet
u niet, dat ik een trouwring
draag?"
„Ja, dat zie ik wel. Maar toch
wil ik met je trouwen. Je kan
doen en laten wat je wil, maar
ik wil je hebben!"
„Och kom, zei Akkerman,
„maak geen .gekheid. Ik ben im
mers getrouwd. En zou u willen
trouwen met een Hollander, een
vijand van Duitsland?"
De vrouw keek zeer veronge
lijkt.
„Een vijand? Maar Holland is
toch een land van vrienden? Hol
land is het immers geheel met
Duitsland eens De kranten
staan er steeds vol van, dat Hol
land eensgezind optrekt met het
Duitse volk! En jullie führer
Mussert heeft het kortgeleden
ook nog gezegd!
Akkerrtfan heeft toen zo snel
mogelijk het restaurantje verla
ten. En in 't vervojg ging hij er
gens anders zijn boterhammen
opeten;
„Maar wat denk je, dat er ge
beurde?" vraagt Akkerman. „Dat
zal ik je vertellen. Een paar we
ken later bracht een Zutphenaar,
die ik wel kende, mij een brief.
Op verzoek van de caféhoudster
te Löbau stelde hij mij die brief
ter hand. Zij had hem namelijk
uitgelegd, dat ik chauffeur was
bij expediteur Kaiser in Ebers
bach en dat ik dagelijks bussen
melk in Löbau bracht. Mijn naam
wist ze niet en mijn verblijfplaats
evenmin. Dc Zutphenaar had uit
haar aanduidingen evenwel opge
maakt, dat ze mij moest bedoe
len; en omdat hij niet wist, om
welke oorzaak de vrouw mij zo
graag wilde spreken, had hij op
zich genomen, een brief van haar
bij mij te bezorgen. In die brief
stond, dat als ik niet vrijwillig
kwam om haar te trouwen, zij
geweld zou gaan gebruiken, want
zij had haar zinnen nu eenmaal
op mij gezet en was daar niet
van af te brengen. En ik moest
goed bedenken, dat ik een vreem
deling was in Duitsland. Als zij
de S.S. in de arm nam, zou het
er slecht voor mij uitzien. Ove
rigens verklaarde zij nog uitdruk
kelijk, een nette vrouw te zijn,
die nooit oneerbaar had geleefd.
En zij stond bekend als een uit
stekende kookster
De brief besloot met: Heil
Hitier".
Het epistel was dus min of
meer een dreigbrief, maar Akker
man schrok er niet van. Hij had
voor heter vuren gestaan.
Wel tekende dit voorval "de
mentaliteit van sommige vrouwen
in Duitsland gedurende de oor
log. In Ebersbach, aldus Jakob
Akkerman, hielden naar een voor
zichtige schatting ongeveer zestig
van de honderd gehuwde vrou
wen het met andere mannen, bij
voorkeur met de buitenlanders.
Zij deden dit met het motief:
Mijn man is aan het front en hij
zal wel sneuvelenAls de
oorlog eenmaal isaf gelopen, zul
len er in Duitsland weinig man
nen over zijn en daarom moet
men het ijzer smeden als het heet
is. En als het met Duitsland mis
mocht gaan, wie weet dan, of het
niet goed is als men als Duitse
vrouw dan kennis heeft aan een
buitenlander
Het zou verkeerd zijn, alle
Duitse vrouwen over één kam te
scheren. Zonder enige twijfel zijn
daar vele trouwe huisvrouwen,
die liever zouden sterven dan de
huwelijksbelofte verbreken.
Vast staat echter wel, dat een
oorlog in alle betrokken landen
het zedelijk bewustzijn ernstige
schade toebrengt. Vrede kan het
moreel van een volk verhogen,
Nog steeds wordt/ de schaarste
aan serviesgoed algemeen ge
voeld. Vaak wordt dan ook de
verzuchting geslaakt, dat de
vervaardigers van keramische
producten er goed aan zouden
doen uitsluitend of voor het
grootste deel van hun produc
tie serviesgoed in de handel te
brengen, dus afzien van de aan
maak van de luxe artikelen, die
nu in grote hoeveelheden in de
winkels en magazijnen voorra
dig zijn.
Van bevoegde zijde wijst men
er echter op, dat koppen en
schotels langs machinale weg in
serie worden vervaardigd. Aan
gezien er in ons land slechts en
kele fabrieken zijn, die deze
producten kunnen voortbren
gen is men niet in staat tege
moet te komen aan de zeer
grote vraag, die op dit gebied
je verder zien. Kijk liever eens
naar die pluimstaart, 't Beestje
is helemaal niet schuw ook!"
Een eekhoorntje is vlak langs
hen heen geschoten, en gluurt
nu, halverhoogte de stam van
een spar, nieuwsgierig naar de
bezoekers. Eerst als Siem op
staat, verdwijnt het achter de
stam maar later springt het in
de kruin rond.
Even later lopen ze, als in
hun jonge tijd arm in arm, langs
de bochtige laantjes, waar soms
onverwacht een prachtig uit
zicht te genieten valt.
Ze dwalen rond tot tegen
zonsondergang toe.
Veel later dan ze wilden, ko
men ze in de onderwijzerswo
ning terug.
,,'t Is schandalig tante, dat wij
u zo maar met onze jongste la
ten optrekken, om zelf wat van
de omgeving te genieten."
„Houd maar op, nicht. Maar
hebben jullie al die tijd gewan
deld, of ben je soms op visite
geweest?"
„Niet anders dan bij de eek
hoorns en de konijntjes. Maar
ik wil wel bekennen, dat ik aar
dig moe ben van dat dwalen
„Dan is het maar goed dat ik
de kleine naar bed gebracht
heb."
- „Ging dat goed zonder moe
der?"
„Best hoor, we zijn dikke
vrienden. Als je soms vóór de
afgesproken tijd naar Vaart-
dam terug wil, laat je hem maar
een paar weken hier. Maar eet
nu eerst, anders blijven we de
hele avond met een genekte ta
fel zitten, ,,'t Is dat je man er bij
is, anders was de tafel afge-
bestaat. Voorts wordt er op ge
wezen, dat een zeer groot deel
van de luxe producten op kera
misch gebied in kleine ateliers
en pottebakkerijen wordt ver
vaardigd. Deze zijn uiteraard op
een dergelijke productie inge
steld en beschikken dus niet
over een outillage voor serie
werk.
Wel acht men het mogelijk
het handwerksysteem ten aan
zien van het serviesgoed toe te
passen. Elke pottenbakker kan
koppen en schotels draaien, doch
dan komen de prijzen van deze
handwerkartikelen vrij hoog. In
ieder geval liggen zij dan bo
ven de normen, die door het
directoraat-generaal voor de
prijzen zijn vastgesteld. De ate
liers en pottebakkerijen leveren
dientengevolge weinig of in het
geheel geen serviesgoed.
ruimd geweest."
't Blijkt de volgende dag wel,
dat de rustkuur Francien goed
doet. Ze heeft 's middags tussen
kerktijd nog veel zin in een
wandeling.
S em gaat dan ook met een
gerest hart 's Maandags naar
z'n werk terug.
De dokters hebben het goed
gezien.
De bouwval, eens bekend als
het huisje van Malle Mien, valt
onder slopershanden.
De stenen glooiing langs de
Vliet wordt door een betonnen
schoeiing vervangen. Langzaam
verrijst het grote fabrieksge
bouw.. Enkele houten droog-
loodsen voor houtberging, staan
vlugger overeind.
Een jaar later is de nieuwe
fabriek in werking.
De machines zijn voorzien
van de laatste verbeteringen.
Er is nieuw personeel geko
men.
Er wordt gewerkt volgens de
nieuwste methodes.
Er staat een nieuw huis aan
de rand van de uitbreiding van
Vlietdorp. 't Is groter dan het
oude op de Binnensingel in
Vaartdam. 't Is naar indeling
heel modern.
Alleen een oud raam is uit het
oude huis meegenomen, en heeft,
als daar, plaats gevonden in de
pui boven de tochtdeur in de
hal.
Het raam, met het gebrand
schilderde wapen is mee ver
huisd.
De meeste zorg heeft Siem
besteed aan de machinehal m
de fabriek. In deze tijd, zwaar
van' concurrentie, is dit de
oorlog daarentegen zal dat mo
reel «teeds verlagen. En even
eens staat het vast, dat vooral
in Duitsland de oorlog in dit op
zicht ontzaggelijk veel kwaad
heeft gesticht. Vergissen wij ons
niet, dan gaat deze morele, zede
lijke aftakeling nog steeds door.
En dit is bü zo vele andere din
gen een reden te meer om niet
Aan de toelichting bi) de voor
gestelde wijziging (Westelijk
optimistisch te zijn betreffende i ontlenen wg:
de toekomst van Duitsland. Het Sedert de bevrijding is hier een
nazi-dom heeft Duitsland berg- vraag ontstaan naar terreinen,
afwaarts doen gaan, in alle op- waar gebouwen voor industrie en
zichten. Te verwonderen is dit opslag van producten zouden kun-
niet, omdat het regiem van Hitier nen worden gevestigd,
en zijn trawanten geen rekening In de binnenstad, waar alles is
hield met de normen, door God volgebouwd, is daarvoor geen ter-
gesteld. En dit zal uitlopen op rein te vinden, ook niet voor be-
een goddeloze decadentie. drijven, die geen schade of hinder
voor de omwonenden zullen op-
dit gebied iets kan aanbieden aan
de haven.
Er zijn echter bedrijven, waar
voor vaarwater niet nodig is, of
minder belangrijk en die zich
meer oriënteren op spoorwegen en
i wegvervoer.
Er is daarom uitgezien naar een
Zoals de Minister van Oorlog
onlangs bij de behandeling van
de begroting aankondigde was
een regeling in voorbereiding, om
aanvangende met de lichting 1948
dienstplichtigen in aanmerking te ^n'Hdat dic'lter blJ £et sP°or"
laten komen voor bestemming tot "?g T*™ °P
buitengewoon dienstplichtigen, gÈ- gSn'
Deze regeling die thans is uitge- ^de ZuKri
geven en voorlopig alleen nog van straat. Dat ,s in het i/ultbrei_
kracht as voor ingeschrevenen dingsplan 1942„ bestemd voor wo-
voor de lichting 1. 18, geldt alleen ningbouw speelwei, plantsoen en
voor degenen van w,e een wet- voor de afvalwaterrelniglng.
tige broer of een wettige half- Gebeleken ls, dat d* Vrm
broer als militair gedood is tij
dens krijgsverrichtingen, of over
leden is in militaire dienst, dan
wel als lid van een verzetsorgani
satie gedood is tijdens het plegen
van actief verzet, of overleden is
tengevolge van verwondingen, op
gelopen tijdens het plegen van
actief verzet.
De dienstplichtigen van de lich
ting 1948, die voor deze regeling
in aanmerking wensen te komen,
kunnen hun verzoek indienen
door tussenkomst van de burge
meester van de gemeente, waar
de verzoeker voor de dienstplicht
is ingeschreven.
dat de grondslag
hier niet geschikt is voor woning
bouw, maar wel voor industrie-
en opslagterrein.
De ligging dicht bij het station
ls een voordeel, terwijl het zeer
goed te bereiken is van af de
grote weg voor doorgaand ver
keer via de M. A. de Ruyterlaan
en de Zuid Bevelandstraat.
Bovendien ls de afstand tot het
stadscentrum gering.
Het enige nadeel is, dat het
Zuid-Westelijk van dat centrum
ls gelegen, zodat bij de zeer veel
voorkomende Z.W. wind hinder
van Industrieën zou kunnenont
staan. Beperkende bepalingen
Zij telt 50.000 leden.
(Van onze Utrechtse correspondent.)
„Geef aan Zes-en-een-Kwart een pak stro en hij draait er bank
biljetten van", spotten wij in bezettingstijd. Maar we hebben er
toen nimmer aan gedacht dat die, bankbiljettendraaierij op onze
rekening zou komen! We voegden ons na de bevrijding bij de ze
gevierende geallieerden en boden Duitsland onze rekening aan:
25 milliard gulden. Maar wat zullen we van dit bedrag ontvan
gen? En-dan te denken dat onze eigen staatsschuld 27 Vz milliard
bedraagt. Hoe kunnen we ons uit de armoede oprichten?
Deze vraag werd op een verga
dering van de -Christelijk-Histo-
rische Unie te Utrecht besproken
door de heer H. Kikkert, lid van
de Tweede Kamer, in een refe
raat over de sociaal-economische
problemen van deze tijd.
Vroeger, zo ging hij voort, be
droeg onze staatsbegroting 800
a 850 millioen gulden. 'Na de oor
log is dit bedrag amper voldoen
de om een matige afbetaling plus
2 pet. aflossing van onze staats
schuld te bewerkstelligen. En dan
moet onze hek staatsmachine nog
draaiende worden gehouden,
waarboven dé extra zorgen ko
men voor de geteisterde gebieden
en voor allerlei andere noden.
Ook de C. H. Unie erkent dat
overheidsingrijpen dringend nood
zakelijk was. Haar bezwaar is,
dat dit ingrijpen op een verkeerde
manier is geschied. Van het be
gin af wenste de regering de ge
leide economie te bestendigen en
dat wijzen we beslist af. Wij wil
len geen staatseconomie, ver
klaarde de heer Kikkert; wij wil
len evenmin vrije economie. Laat
het bedrijfsleven zelf de maat
regelen treffen die nodig zijn! Als
de staat het doet dan wordt eerst
de vrijheid van het bedrijfsleven
ingeknot, daarna de individuele
vrijheid en eindelijk wordt onze
hele vrijheid aan banden gelegd.
Deze kans loopt men niet wan
neer het bedrijfsleven op haar
terrein regelend optreedt.
Lonen en prijzen.
De schaarste aan goederen
vergde een controle op de prijzen.
De schaarste aan arbeiders nood
zaakte een vaststelling van de
lonen. Dit moest gebeuren, meen
de de heer Kikkert. Want wij
zien dat in de landen waar het
niet is geschied, de verhoudingen
veel ongunstiger zijn: Hongarije,
Roemenië, Rusland. Ja, zelfs het
communistisch stelsel brengt geen
uitredding, getuige de zwarte lo
nen, de dito handelaars en de de
valuatie van de roebel.
Onze regering poogde de lonen
laag te houden teneinde de ex
port te verhogen. Daarom besloot
zij een toeslag op het levensmid
delenpakket te geven. Deze toe
slag bedroeg aanvankelijk f 38.—
j per hoofd per jaar maar zal voor
1948 dienen te stijgen tot f58.
Dit is een enorme tegenvaller
i want men had gehoopt na twee
1 jaar die toeslag te kunnen
schrappen. Voortgaan op deze
weg leidt tot lasten, die de schat
kist niet meer dragen kan. Wij
leven als volk twintig proeent
boven onze stand.
De heer Kikkert was de me
ning toegedaan, dat er nochtans
voor de minst vermogenden een
derde loonronde noodzakelijk is.
Dat leek hem beter dan de sug
gestie uit K.V.P.-kringen om ons
volle te verdelen in een behoef
tig en een bezittend deel, wat
volgens hem zou leiden tot terug
keer van de middeleeuwse stan
den der horigen en der vrijen.
De C. H. U. tracht naar een
christelijk-sociaal vooruitstreven
de politiek en vraagt op grond
daarvan een gezonde verdeling
van onze nationale armoede. Die
verdeling vrordt nu scheef ge-
trokken. Let op sommige onder-
nemingen die kans zien om
onze armoede ten spijt exor
bitante'winsten te maken.
Is de C. H. U. in staat vooruit
strevende politiek te voeren? De
heer Kikkert beantwoordde die
vraag bevestigend. Wanneer de
meer dan 50.000 leden van deze
partij waarlijk levende leden zijn,
dan vermag zij veel. De verkie
zingen van 1948 zullen leren of
men als C. H. Unie wakende is
geweest sedert de verkiezingen
van Mei 1946.
hoofdzaak. Maar bij het in be
drijf stellen, heeft hij de men
sen, die de machines bedienen
moeten, met de meeste zorg ge
kozen.
'tZijn allen, zonder uitzonde
ring vreemden voor hem.
De meesten van het oude per
soneel wilden niet mee verhui
zen naar zo'n afgelegen plaatsje,
zoals ze het noemden.
Siem betreurt dit. Er zijn
mensen bij, met wie hij zelf nog
aan de werkbank gestaan heeft.
Van een vertrouwelijke om
gang met deze mensen is dan
ook geen sprake meer. Toch
tracht hij, vaak onder het werk
door, hen te benaderen.
En stap voor stap wint hij
het vertrouwen.
Niet echter van allen.
Zo ook bijvoorbeeld niet dat
van de lange cirkelzager, 't Is
een man doorkneed in de mo
gelijkheden en geheimen van
z'n vak. Wat Siem hem ook op
draagt, hij weet tevoren reeds
dat alles punctueel wordt uit
gevoerd.
En de man ls beleefd erf voor
komend.
Maar Siem kan geen woord
aan de man kwijt.
Hij is niet kerks, deze Aay van
Andel.
Siem heeft dat reeds te voren
geweten.
Inlichtingen worden in Vliet
dorp graag ongevraagd en vol
ledig gegeven.
Zoiets heeft z'n voor en z'n te
gen.
Maar 'tis wel eens gemakke
lijk, als de mensen zelf niet te
veel uitlaten.
(Wordt vervolgd.)
Het vertrek van
ex-koning Michaël.
Een officiële verklaring.
Ex-koning Michaël van Roeme
nië heeft in een officiële verkla
ring ontkend, dat hij Roemenië
verlaten zou hebben alleen om
„vrij te zijn, zich te gaan verma
ken en te kunnen trouwen", zo
als in sommige berichten is ge
zegd.
Leden van het gevolg van de
ex-koning zelden, dat Michaël ook
de berichten wenste tegen te spre
ken, volgens welke hij Roemenië
verlaten zou hebben in een trein
vol waardevolle goederen, dat hij
een grote som gelds zou hebben
medegenomen en dat zijn trein
verder gevuld geweest zou zijn
met personen, die voor de nieuwe
Roemeense regering wilden uit
wijken. Volgens de verklaring be
stond het gezelschap slechts uit
veertien personen, namelijk de ex-
koning, zijn moeder Helena, acht
anderen en vier bedienden. De
aide-de-camp van Michaël ont
kende met name, dat de dochter
en de kleinzoon van Tatarescu
zich in de trein bevonden zouden
hebben.
Grote schade in
Oost-Frankrijk.
Tot dusver vallen er door de
overstromingen in Oost-Frankrijk
vijf doden te betreuren. De scha
de .wordt op 1117 millioen francs
geschat.
In een fabriek te Muelheim
en te Duisburg hebben arbei
ders gestaakt uit ontevreden
heid over de voedselvoorziening.
Tatarescu, ex-minister-presi-
dent en ex-minister van Buiten
landse Zaken van Roemenië, is op
bevel van de regering onder huis
arrest gesteld. Zijn woning wordt
door de politie bewaakt.
kunnen echter hinderlijke- en
stankverwerkende bedrijven we
ien.
Bovenstaande is reden geweest
het Westelijk deel van het „Uit
breidingsplan 1942" te herzien.
Het driehoekige terrein tussen
de Zuidvlietstraat en de spoorweg
Middelburg is daarbij tot de grens
van de gemeente 's-Heer Arends-
kerke uitgebreid, terwijl de be
stemming in hoofdzaak is ge
worden: industrie terrein. Hierbij
is gerekend met ruime wegen,
pleinen en trottoirs, zodat auto's
van grotp afmetingen kunnen ma
noeuvreren en parkeren.
Bij een dergelijk terrein beho
ren woningen voor de aldaar te-
werkgestelden, met verzorgende
neringen. Hierop is gerekend met
een gemengde bebouwing aan de
omsluitende straten gegarneerd
met groen en bomen.
In het bouwblok, Oostelijk van
het industrieterrein, is een speel
veld ontworpen, waaraan in het
Westelijk stadsdeel grote behoef
te bestaat.
Het industrieterrein is zó ver
deeld, dat twee langwerpige blok
ken ontstaan van 65 M. breedte,
evenwijdig aan de spoorweg.
Da indeling en verkaveling van
het grote blok, dat aan de Zuid
vlietstraat meer Westelijk is ge
legen, kan later naar behoefte ge
beuren. Hier is plaats ook voor
bedrijven met zeer grote opper
vlakten.
Aan de Zuid-Bevelandstraat,
welke de verbindingsweg vormt
met de Middelburgsestraat, ls ook
aan de Westkant thans een be
bouwing ontworpen.
In totaal is c- nu in het Weste
lijk deel ruim' ~>r plm. 180 wo
ningen.
Verder is in het Noordelijk deel
van het plan het terrein voor doel
einden voor openbaar nut ver
groot, overeenkomstig de reeds in
1946 vastgestelde uitbreiding van
het Poortterrein aan de Westha-
vendijk.
Onder dit opschrift schrijft
„De Maasbode" (R.K.):
„Prof. Schermerhom houdt
zijn hart en zijn liefde verpand
aan zijn dierbare republiek.
Deze mag in geen geval onder
de tafel worden gemoffeld, al
dus de oud-premier in zijn rede
voor de bijeenkomst van de
Partij van de Arbeid in het
RAI-gebouw te Amsterdam.
Toch blijft de liefde van de
oud-hoogleraar een apenliefde.
Hij heeft een open oog voor
de gjbreken van en in de re
publiek. De materiële verzor
ging kan zij niet aan; hij sprak
verder over politiek onvermo
gen en corruptie in allerlei vorm
tot intriges voor de minister
posten toe. Toch moet men vol-
j gens prof. Schermerhorn, de re
publiek maar als een groten en
j volwassen jongen behandelen,
die zelf mes en vork wil han
teren, ook al zou hij zich daar
mee „tot bloedens toe verwon-
j den". De liefde' van de papa,
die zijn gezag over zijn zoontje
kwijt is!
Prof. Schermerhorn verzette
zich tegen hetgeen hij noemde
het oplossen van de republiek
in staatjes. Hij vond dit zelfs
j on-democratisch.
I De oud-premier blijft maar
-steeds vastzitten aan zijn aller-
1 ongelukkigst eerste artikel van
het accoord van Linggadjati.
Daar zit de fout! Daarin is aan
de republiek een de facto-gezag
i toegekend, dat niet bestond. En
nu naar de normale toestand
wordt teruggekeerd en de vol-s
ken, die niets van de republiek
I moeten hebben, hun eigen lot in
j handen nemen, jammert de
oud-professor over het oplos-
sen 'in staatjes van de repu
bliek..
Wij geloven, dat prof. Scher-'
rnerhom zich het vrije uitzicht
op de Indische kwestie beno
men heeft."
- Behalve ln Palestina (150.000
kisten) zijn voor Nederlandse re
kening ook ruim 700.000 kisten
sinaasappelen ln Spanje aange
kocht.
- In de loop van 1947 zijn 75.000
Immigranten, onder wie 7000 ver
plaatste personen, in Canada aan
gekomen.
Naar officieel wordt bekend
gemaakt Ls een viiegtuig van de
Brits-Europese Luchtvaartmaat
schappij, dat uit Glasgow afkom
stig was, bij een noodlanding ln
de nabijheid van het vliegveld
Northolt tegen een boom gevlo
gen. De piloot kwam om het leven
en 5 passagiers en 2 leden van de
bemanning^ werden gewond. Er
waren 10 passagiers, allen inwo
ners van Glasgow, aan boord, de
bemanning bestond uit 4 koppen.
Prof. Gerbrandy:
de communisten moet volkomen
worden afgerekend.
J. Fabius had voor „De Neder
lander" een vraaggesprek met
Prof. Mr P. S. Gerbrandy.
„We zitten tegenover Prof. Mr
P. S. Gerbrandy. Het licht valt
hoog in de kamer, de kleine man
in een grote stoel. De kop ls fel,
sprekende blauwe ogen, de beken
de snor, grijzend maar nog met
veel rood er in. Een ouderwetse
snor, die soms de indruk maakt
overeind te gaan staan.
Zijn Hollands heeft een typisch
Noordelijk accent, de Friese af
komst verradend. De oo's van
woord worden lang gerekt als
schreef men „wooord".
Hij onderstreept zijn uitlatingen
nu en dan met een kort veelzeg
gend gebaar.
De Indische kwestie ligt hem na
aan het hart.
Over de gang van zaken is hij
niét gerust.
„Ik zie de toekomst duister In.
Het gaat hier niet slechts om
doelmatig practisch handelen in
een Oosters land onder Westerse
leiding en invloed. Het gaat om
een fundamenteel inzicht in prin
cipieel staatsrechtelijk-historische
verhoudingen. Hierbij komt in
laatste instantie de vraag aan de
orde, wanneer en waardoor het
hoogste gezag in een staat is ge
rechtvaardigd. Ziet men de legi
timatie van dit gezag als in de
historie geworteld en door recht
vaardigheid in het bestuur beves
tigd of grijpt men daartoe terug
op de revolutionnaire gedachte
van de algemene wil van het volk,
die steeds weer verschillend ge-
interpreteerde factor, welke bet
gezag op losse schroeven stelt?"
Recht en orde.
„Het Nederlandse volk en zeker
niet het minst de Rooms-Katho-
lieken ln den lande, voelen zo zui
ver aan, dat eerst recht en orde
door tussenkomst van het Neder
landse gezag behoorden terug te
keren en dat pas daarna met gro
te zorg, na grondige raadpleging
van wat de volken ginds werke
lijk begeren, van blijvende hervor
mingen sprake kan zijn.
Het volk verstaat zo goed, dat
men beschermende staatsrechte
lijke banden niet willekeurig mag
offeren aan holle leuzen, die he
den hoogtij vieren, maar morgen
hun glans hebben verloren.
Men wil nu ln Indië, brj dat con
glomeraat van volken, totaal ze
ventig millioen mensen, met zijn
veie talen en onderlinge naijver,
zo maar eventjes een geheel nieuw
bestel in elkaar zetten.
„Dat is onmogelijk", zegt de
professor en de vinger wijst weer
omhoog, „volkomen onmogelijk".
Minister Beel zeide mij eens, dat
hij naar hetzelfde doel wilde ais
wij, maar langs een omweg, Een
omweg, helaas, die bezaaid blijkt
met het bloed van tienduizenden
en de ellende van millioenen en
ons de buitenlandse Inmenging
bezorgd heeft. Wij wilden dé
rechte weg, maar minister Beel
dwaalde op zijwegen af en kwam
zodoende steeds verder van huis.
En waar zijn we nu?" vraagt de
spreker. „Ik zie het donker in".
„Heel donker. Vier ministers
gingen naar Indië en van Mook
trapt het orgel. Die man wil
kwaad, hij wil Indië losmaken van
Holland.
Men is nu bezig in Indië met
haastige spoed een federatie in
elkaar te zetten, en daar zou dan
misschien zelfs de republiek, de
communistisch geworden repu
bliek, deel van uit moeten maken,
dan komt er immers nooit rust en
vrede.
Wij hebben vast te houden aan
een gezag dat het laatste woord
spreekt, en wij hebben te zorgen
voor een behoorlijke coördinatie
der deelstaten, die ais los zand
aan elkaar hangen; er moet een
eenheid ontstaan, niet alleen po
litiek, maar ook economisch en
dat kan alleen onder Nederlandse
leiding.
Doen we dat niet, dan geven we
daarmede de allereerste voor
waarde prijs voor het ontstaan
van een levenskrachtige staat.
Op papier Iaat het zich zo mooi
lezen, een federatie met een fede
ratieve interim-regering, ten lan
ge leste zal het kabinet zeggen,
hebben wij dan toch maar Ling
gadjati verwezenlijkt.
Het resultaat.
Maar het gezag van de Staat
zal daardoor ondermijnd zijn, alle
kans op blijvend herstel van orde
en rust zijn verkeken. Men zal dan
doen afsof men alles bereikt heeft,
maar, weer schudt de vinger
het zal niet waar zijn. Wij zijn
dan verder van huis dan ooit.
Spreekt zelfs de zg. eerste minis
ter van Oost-Indonesië nu al niet
van 1948 als van het laatste jaar,
dat het Koninkrijk souverein zal
zijn, Hoe willen wij onze rechten
en die van de Indonesiërs bescher
men, wanneer we geen gezag
meer hebben, wat zal er terecht
komen van onze bezittingen en
goederen wanneer wij het onont
beerlijke beslissingsrecht uit han
den hebben gegeven?
Zeker, de gedachte aan een fe
deratie is juist, daar zullen we
heen moeten, maar allereerst zal
er een gezag moeten zijn, andere
glijdt de zaak ons uit de handen
en wordt Indië een blijvend poli
tiek centrum.
Djogja moet opgeruimd,
Djogja moet opgeruimd, met de
communisten moet volkomen en
eens en vooral afgerekend. Met
die lieden mag men niet onder
handelen. En dan moet van Mo®k
weg en een landvoogd worden be
noemd, die zich niet op het stand
punt stelt, dat het Koninkrijk ge
liquideerd moet worden.
Wij zullen op behoorlijke wijze
aan de Veiligheidsraad moeten la
ten weten, dat wij baas in eigen
huis willen zijn, vreemde inmen
ging niet langer kunnen dulden.
Dat kan! Indien wij op ons stuk
blijven staan, zal men eerbied
voor ons hebben, in Nederland zelf
zal het waarachtig nationaal be
sef weer krachtig wordeit".
Het was verfrissend in deze tijd
zo arm aan kloeke lieden, weer
eens met een man van karakter
te spreken. Men begrijpt, wanneer
men met hem praat, dat Churchill
hem graag mocht lijden. Dit is
ook geen demagoog, een demo
craat in hart en nieren, voor wien
het gezag niet doel ls maar mid
del, het gezag van God, dat de
wereld dient te regeren. Hij voelt
zich dienaar, geen dictator.
Een man zonder angst, die ln
Londen zelden in een schuilplaats
kroop, maar onbevreesd te mid
den van de bommen hielp, waar
hij kon, deed wat zijn hand te
doen vond. Nooit versagend, om
dat hij vertrouwt op een hogere
Leiding, die als wij Haar erkennen
en volgen, tenslotte zal zorgen,
dat alles toch weer reg zal komen.