Maêad»: (je grootste vijand der mensheid.
Wij en de Duitse Jeugd.
Het leergezag in de kerk.
Amerikanen doen goed werk.
(jZwöHMït udfd
Zij heeft ruim het derde deel der aard
bewoners in haar greep.
£e^en en £etteAJkunde.
Rekenschap II.
(Van een speciale verslaggever)
„Wat ik het belangrijkste vind?" herhaalt glimlachend cap
tain Koelofs van de Amerikaanse luchtmacht mijn vraag. „Wel
ik geloof de Zaterdagavonden, wanneer ik met mijn eigen jon
gens in een truck naar Frankfurt rijd, naar de bijeenkomsten
van de Youth for Christ. Striktgenomeu hoort dat wel niet bjj
mijn werk voor de German Youth Activities (Duits jeugdwerk),
maar ik ben nu eenmaal van mening dat jeugdwerk nooit zin
heeft, en tenminste niet onder de Duitse jeugd, als het niet ge
grond is op een confessionele relegieuze basis.
„En of ik nu resultaten zie?" Weer glimlacht deze nog jonge
kapitein, op wiens gezicht echter in maar al te duidelijke groe
ven en rimpels te lezen staat dat vier oorlogsjaren liem veel
bittere en pijnlijke ervaringen hebben gegeven. „Natuurlijk zie ik
nog geen geweldige resultaten. Misschien zie ik die wel nooit.
Maar dat is ook niet zo belangrijk. De grond moet worden ge
ploegd en het zaad gezaaid. Dat is mijn werk. Met de rest heb
Ik niets te maken!
Dat is kort en eenvoudig gezegd de hele opzet van de G.Y.A.,
waarover Ik In dit artikel iets meer wil zeggen: Ploegen, al is
het op rotsen, en zaaien, ai krjjsen de vogels die het zaad weg
willen pikken.
Het begon eenvoudig.
Het begon eigenlijk zo heel
eenvoudig, zoals zo vele grootse
dingen bijna onnozel simpel zijn
begonnen. Individuele Ameri
kaanse soldaten begonnen zich
te bemoeien met de Duitse jeugd.
Zij richtten clubs op, brachten
het werk op gang, zorgden er
voor dat alles eerlijk en demo
cratisch in zijn werk ging en
zeiden dan, op typisch Ameri
kaanse wijze: „Redt nu je zelf
maar". Eén van de meest actieve
onder deze Amerikaanse militai
ren was wel Master Sergeant
Moriarty, die in Bremen werkte.
En met opmerkelijke resultaten.
Hij kreeg al gauw een hele aan
hang, die vaak aan zijn lippen
hing als hij op simpele wijze ver
telde van de Amerikaanse levens
opvattingen, maar die het ook
al gauw waagde om met hem
van mening te verschillen.
Intussen had ook het Ameri
kaanse M. G. al lang zitten
werken aan een programma voor
de Duitse jeugd. Immers met
zorg zag men de statistieken
van de jeugdcriminaliteit om
hoog gaan. Hier moest iets ge
beuren.
Zjj vonden elkaar.
En toen gebeurde wat velen
voor onmogelijk hielden. De indi
viduele groepen, zoals sergeant
Moriarty die had gestitnuleërd
en de „hoge omes" van het Mi
litair Gezag, vonden elkaar. Zon
der al te veel ambtenarij, of zo
als de Amerikaan het r®emt
„red tape", werd een grote or
ganisatie in elkaar gezet, die
zich over heel de Amerikaanse
zone bezig houdt met het Duitse
jeugdwerk. De G.Y.A. was tot
stand gekomen.
Op alle mogelijke manieren en
in elke Duitse plaats waar Ame
rikaanse bezetting ligt, wordt 't
jeugdwerk gesteund en gestimu
leerd. Maar steeds houdt men
daarbij vast aan het principe:
„Alleen maar op gang helpen,
geen verdere bemoeienis, dan
strikt noodzakelijk is". Vandaar
ook dat men zeer veel waarde
hecht en steun biedt aan de be
staande jeugdverenigingen. Op
merkelijk is daarbij, naar men
mij telkens weer verzekerde, dat
de samenwerking met de protes
tantse kerkelijke jeugdvereni
gingen verreweg het beste en
vruchtbaarste is, dan volgen de
rooms-katholigken en de soc.-de-
mocraten.
Bij elke Amerikaanse compag
nie is één onderofficier die zich
volledig bezig houdt met dit
werk, bfl elk bataljon is het een
officier, terwijl elk brigade
hoofdkwartier en hoger op, be
schikt over een volledige G.Y.A.-
sectie. In het Eucom H. Q.,
hoofdkwartier van het Europese
commando in Frankfurt is ten
slotte een overkoepelende orga
nisatie die het. werk leidt.
Ooca-Gola-dominees
Aan het hoofd hiervan staat
It.-kol. Hall, een vriendelijke,
energieke jonge man van onge
veer veertig jaar. Hij spreekt
niet erg vlot, maar achter al
zijn woorden schuilt een dyna
mische bezieling. „Buitenstaan
ders en sceptici hebben ons wel
eens uitgemaakt voor Coca-Co-
la-dominees", vertelt hij, „omdat
wij ook wel eens feestjes voor
de Duitse jeugd geven en omda
wü ze ook aan materiaal op
alle mogelijke manieren helpen,
Feuilleton.
door H. Lourense.
69) o—
Wanneer ze in de villa de
meubelen wat gegroepeerd heb
ben, blijkt het, dat er toch wel
een goede oplossing te vinden
is. 't Wordt Siem echter duide
lijk, dat Francien, die hij altijd
voor een min of meer verwend,
onbenullig kind heeft aange
zien, in elk geval een goede
kijk op meubilering heeft.
En ook bij verdere bespreking
ever de practische mogelijkhe
den van het geval geeft ze be
wijs van goed begrip.
Dit ene geval op zich zelf zou
mogelijk in de vergetelheid kun
nen raken.
Maar de volgende dagen no
pen Siem vaker naar het kan
toor te lopen. En steeds vindt hij
daar Francien.
Ook als haar vader weer van
z'n zakenreis terug is, treft Siem
haar meer dan vroeger op diens
plaats.
Is het louter toeval?
Siem wil het niet ge,loven.
In zijn hart wil hij haar ook
graag tegen zichzelf verdedigen.
Op een keer, dat hij haar weer
alleen op het kantoor aantreft,
en een zakelijke aangelegenheid
met haar bespreekt, blijft hij
midden in zjjn betoog steken.
Hij weet zelfs niet beter te doen,
dan haastig de terugtocht naar
de werkplaats te aanvaarden,
"rancien in grote verwondering
aria tend.
weet eerst niet, wat ze
b.v. met sport- en kampeeruit
rustingen. En stellig zullen er
onder onze Duitse volgelingen
heel wat zijn, die alleen daarom
komen en uitsluitend daarom
meewerken. Maar dat is dan nog
niet zo erg.
Ons eerste aanvalsplan is dan
toch maar gelukt. De statistie
ken van de jeugdcriminaliteit
zjjn sinds de G.Y.A. begon te
werken, belangrijk omlaag ge
gaan. En dat is eigenlijk al
meer dan de wildste optimisten
onder ons durfden hopen.
Maar ook verder ben ik vol
vertrouwen. Natuurlijk geef ik
u volkomen toe, dat de her
oriëntering, ik heb een hekel aan
het woord heropvoeding, van de
Duitse jeugd geen kleinigheid is.
Misschien zal het ons bij een
groot deel niet lukken, mis
schien krijgen wij mislukking na
mislukking te incasseren. Maar
dan nog zullen wij doorzetten
steeds denkende aan de tien
rechtvaardigen die God belang
rijk genoeg vond om, als ze er
geweest waren, die honderden
goddeloze bewoners van Sodom
en Gomorra te sparen".
En zo heb ik uren aaneen met
deze Amerikaanse kolonel zitten
praten die geen moeite te veel
en geen tijd te kostbaar vond
om mij zo volledig mogelijk in te
lichten. Niet met optimistische
propagandapraatjes, maar met
een gezonde kijk op de werke
lijkheid en vanuit een vast ver
trouwen.
En zjj vlogen^ er niet in.
De volgende avond ben ik met
de assistente van kolonel HaH,
mej. Hilda Wehberg, die nog 'n
aardig mondje Hollands babbelde
de theorie van de kolonel aan
de practijk gaan toetsen. En
ik moet zeggen, dat ik nog al
sceptisch was. Ik was dan ook
blij, dat wij midden onder een
club-bijeenkomst binnen kwamen
die gehouden werd in de man-
schappen-cantine van een kazer
ne. Ziezo, de spreker, noch de
aanwezigen wisten iets van mijn
aanwezigheid en dus konden ze
mij niet door een tevoren be
paalde houding „oren aannaaien"
Mijn eerste indruk was er al
een van totale verrassing. Wa
ren dat Duitse jongelui, die daar
zo geïnteresseerd zaten te luiste
ren naar die dikke Amerikaan die
in hemdsmouwen iets stond te
beweren. Maar dat was toch
niet mogelijk, tot dusver had ik
toch alleen verveelde, energie-
loze jonge Duitsers ontmoet, die
in de verste verte niets gemeen
hadden met deze jonge kerels en
meisjes. Datdat konden
wel Nederlanders zijn.
Toen ik echter naar het be
toog van Moriarty, want dieyvas
het, ging luisteren, steeg mijn
verbazing ten top. Hij vertelde
zijn gehoor, dat ze zich niet be
hoefden te schamen voor hun
Duitse nationaliteit. Toen de
oorlog eindigde waren zij hoog
stens 16 jaar en dus in geen en
kel opzicht verantwoordelijk voor
wat Hitler had gedaan. Zij wa
ren net zo goed als de andere
Europese jongeren en vooral niet
slechter.
En toen ik dat hoorde werd
ik nijdig, want dat leek mij nu
helemaal niet geschikt voor her
oriëntering. Maar ik maakte
mij onnodig ongerust. Het gehoor
van Moriarty vloog niet in de
val, die hij zo listig had opge
steld. Onrustig schuifelden ver
reweg de meesten op hun stoe
len en schudden hardnekkig het
hoofd. Zelfs ving ik in mijn om
geving het woord „Blödsinn", d.i.
dwaasheid op. En toen dan ook
de gelegenheid tot debat kwam,
gaven zij de „geachte spreker"
in ongezouten bewoordingen te
kennen, dat zij het vierkant on
eens met hem waren.
En afgezien van wat zij zeiden,
waarop ik in mijn volgende en
laatste artikel hoop in te gaan,
was dat al een openbaring en
een moedgevend teken voor mij,
dat er nog jonge Duitsers waren,
die eerlijk en frank aan een
Amerikaanse sergeant, voor hen
toch de verpersoonlijkte macht,
durfden zeggen, dat zij het vier
kant oneens met hem waren.
Dat gaf de burger moed!
R. K. H.
Hoe de fam. Goebbels
zelfmoord pleegde.
De vroegere leider der Duitse
natlonaal-socialistische jeugd Ar
thur Axmann, heeft aan de
plaatsvervangende Amerikaanse
openbare aanklager te Neuren
berg, Dr Kramer, medegedeeld,
dat hij ln Maart 1945 een Frau
Goebbels de capsules met vergif
heeft gegeven, waarmee de fami
lie Goebbels ln Mei 1945 zelf
moord pleegde.
Axmann verklaarde, dat de
„nazi-bonzen" reeds vele maan
den voor de capitulatie begonnen
waren met het verdelen van cap
sules met vergif, die doorgaans
verborgen waren ln speciaal daar
voor gemaakte sigarettenaanste
kers. Ook Axmann zelf ontving
een dergelijke capsule.
In Maart 1945 stak hij met de
dodelijke aansteker een sigaret
voor Frau Goebbels aan. Zij
merkte echter het ongebruike
lijke uiterlijk van de aansteker op
en Axman verklaarde haar, waar
toe deze diende. Frau Goebbels
vroeg Axman haar de aansteker
te geven en Axman overhandig
de deze ln bijzgn van dr Goeb
bels.
Geruchten rond Koning
Michael
Reuter verneemt uit kringen
die in nauw contact met Ko
ning Michaël van Roemenië
staan, dat de hofmaarschalk
Dmitri Negel binnenkort te
Lausanne wordt verwacht om
mededelig te doen van de me
ning van de Roemeense rege
ring omtrent „de voorgenomen
verloving van de koning met
Prinses Anne de Bourbon
Parma".
Gangsterpraktijken te
Bergen op Zoom.
Donderdagavond hebben te Ber
gen op Zoom een roofoverval en
een autodiefstal plaats gehad,
welke vermoedelijk door de zelfde
personen zijn ondernomen. Zekere
Bras werd namelijk op de don
kere Moerstraatsebaan door twee
nog onbekend gebleven personen
aangehouden en naar zijn geld
gevraagd en toen hij dat niet
goedschiks wilde geven, werd hg
door de onverlaten bewusteloos
geslagen en van zijn portefeuille
ontroofd. Even te voren was in
de v. d. Rijtstraat een auto ge
stolen, welke door zekere Hen-
drikx aldaar was geparkeerd.
Daar B., voordat hij neergeslagen
werd, een auto had opgemerkt,
wordt vermoed dat dezelfde per
sonen beide misdaden hebben be
dreven.
'v (Van onze speciale verslaggever).
Niet de oorlog maar de malaria is< de groot
ste vijand der mensheid. Van de 2000 millioen
die op de aarde wonen, hebben er 800 millioen
met malaria te maken, dus ruim het derde
deel der wereldburgers. Vraagt men wat de
oorzaak is dat oude culturen ten onder gingen,
dan moet men het antwoord niet altijd zoeken
in oorlogen maar in een ziekte en wel in de
malatia. Zeer dikwijls heeft deze ziekte hele
volken ten ondergang gebracht.
Deze krasse uitspraak is van prof. dr C. D. de Langen, hoog
leraar in de tropische ziekten aan de rijksuniversiteit van Utrecht
Deze professor heeft studie gemaakt van de invloed der malaria
op de mensheid en hij is tot de conclusie gekomen, dat die
ziekte veel dieper in het leven der volkeren heeft ingegrepen als
uit de geschiedenisbronnen blijkt. Wel stond reeds oudtijds vast,
dat ziekten betekenis hadden op het verloop van een oorlog,
maar men is te weinig nagegaan inhoeverre zij ook invloed
hadden op de cultuurgeschiedenis:
Geheimzinnige steden.
In de jaren 1936 en daarna
werd Prof. de Langen door de
Volkenbond uitgezonden naar
Azië om aldaar onderzoekin-
fen te doen met betrekking tot
e invloed van ziekten op liet
vergaan van oude culturen. Bij
deze gelegenheid bezocht hij 't
land Cambodja bij Siam. Daar
drong hij door tot de verlaten
steden in een gebied dat van
de achtste tot de vijftiende eeuw
een bloeiende cultuur had ge
kend. Midden in de wildernis
doemden paleizen en tempels
op; er lag een enorm klooster
waar 64.000 monniken hebben
gehuisd.
Zwembaden en kunstmatige
meren trof men in vervallen
staat aan. Op indrukwekkende
hiervan denken moet, tot ze na
ampele overweging, de enige
aanvaardbare conclusie trekt, die
haar doet blozen tot onder het
donkere hoofdhaar.
De volgende dag zou ze liefst
r.iet meer op het kantoor zijn
verschenen, maar daar vader en
moeder er voor enkele dagen
tussen uit getrokken zijn, moet
ze er wel heen. Ze gaat in de
hoop, dat geen enkele informa
tie over werk Siem zal nopetl,
het kantoor op te zoeken.
Ze is met zichzelf niet klaar.
Wat was het, dat haar giste
ren het bloed naar haar hoofd
joeg?
Laat Siem wegblijven van
dag, dat ze eerst de zaak zelf
uitvecht.
Siem van zijn kant staat er
net zo voor. En al zou hij geen
slag werk voor één van het per
soneel meer hebben, hij gaat
niet naar het kantoor, vóór de
patroon in hoogst eigen persoon
daar weer zetelt. Hij mag niet,
voor zich zelf niet, nog minder
voor de dochter van z'n baas,
die helemaal geen partij voor
hem kan zijn!
Zo verstrijkt de dag.
Beiden zijn aan de avond te
vreden, ze hebben elkander niet
gezien.
Maar toch
Die avond, vader en moeder
blijven nog wel een paar dagen
weg, die nacht vecht Francien
met zich zelf en met haar liefde.
Het kan niet, het mag niet.
Ik durf het vader, nóch moe
der zeggen!
Och, is dat nu eigenlijk het
ergste?
Hoe staat ze tegenover Siem?
Is dit slechts een voorbijgaande
genegenheid?
Als dat zo is, wel, dan kan
ze er beter niet over beginnen.
Maar neen, ze weet beter.
Het is niet een bevlieging van
de laatste dagen, het dateert al
uit de tijd, toen ze samen een
oplossing zochten en vonden
voor het salon van de villa aan
de Vaartweg. Mogelijk nog van
vóór dien.
Maar als dat dan zo is, als ze
dat zeker weet, dan
Ze weet het zeker, heel zeker
zelfs.
Moet ze dan naar hinderpalen
zoeken?
Ja, zoeken?
Moet ze dan haar houding niet
radicaal veranderen?
Wie bestuurt ons lot? Mensen
niet!
■Zelfs vader of moeder niet.
Dan
Ze vouwt de handen, lang,
heel lang
Dan kan ze alles rustig over
geven in de handen van Hem,
Die over elk leven waakt en het
de weg uitstippelt, die het gaan
moet.
De volgende morgen vinut
haar weer op haar plaats.
Komt Siem, dan js zij met
zichzelvenklaar.
De uren verstrijken, maar
Siem komt niet.
Er is genoeg te doen. Deze
nacht heeft ze haar evenwicht
teruggevonden, ze werkt rustig
verder. Toch hoopt ze in stilte,
dat er iets zijn zal waardoor
Siem genoodzaakt wordt 't kan
toor op te zoeken.
Siem van zijn kant, denkt er
anders over.
Houdt scheiding tussen Rome en Reformatie.
(Van onze correspondent.)
Reeds enkele maanden worden
in de Hervormde gemeente van
Haarlem lezingen gehouden
waarin ter zake kundige theolo
gen verschilpunten tussen de Re
formatie en Rome bespreken.
Deze lezingen trekken zeer grote
belangstelling, zowel van protes
tantse als van rooms-katholieke
zijde. In Haarlem is de ver
houding tussen beide groepen
niet gunstiger geworden sedert
deze stad met haar protestantse
karakter een rooms-katholieke
burgemeester ontving. Een symp
toom van de geprikkelde stem
ming viel waar te nemen in de
lezing welke dr A. F. N. Leklcer-
kerker van Loosduinen in No
vember te Haarlem hield. Na zijn
rede trok de bekende apologeet
pater Wijnand Sluijs tegen hem
van leer, hem beschuldigende dat
hij de roomse dogmatiek niet
kende. Dit is beslist onjuist; Dr
Lekkerkerker heeft -ook in
r. k. kringen -reeds enige
naam gemaakt door zijn kennis
van de roomse dogmatiek.
De oppositie van pater Sluijs
had tot gevolg, dat de ln de
kerk aanwezige rooms-katho-
ken een fiks applaus lieten ho
ren, zodra hun geloofsgenoot zijn
aanval had gedaan. To en een
der aanwezige Haarlemse predi
kanten hier -iets van zeide be
gon van de weeromstuit ook het
protestantse publiek te klappen..
De samenkomst had hier door
een onstichtelijk verloop. Geluk
kig deden zich dp de laatst ge
houden voorlichtingsavond geen
incidenten voor.
Is de paus onfeilbaar?
De Zeister predikant dr H.
Berkhof, schrijver van het hoek
„De geschiedenis der kerk", han
delde op de jongste vergadering
over het leergezag in de kerk.
Hij stelde voorop dat de roomse
kerk in de bijbel niet de volheid
van het Evangelie meent te vin
den. Zij gelooft in het bestaan
ener mondelinge overlevering en
zij handhaaft gewichtige geloofs
waarheden 'die in de bijbel niet
te vinden zijn. Daar is bij voor
beeld de leer betreffende Maria,
het vagevuur, de overtollige
goede werken en de onfeilbaar^
heid van de paus.
Nu spreekt de paus niet altijd
met onfeilbaar gezag. Alleen
wanneer hij ambtelijk en officieel
(ex cathedra) en zonder dwang
zijn uitspraak doet, welke uit
sluitend het geloof, en de zeden
mag betreffen, dan is hij met on
feilbaar leergezag bekleed. Op
zo'n moment spreekt de heilige
vader niet door de inspiratie van
de Heilige Geest maar slechts
met assistentie van de Heilige
Geest
Gods Woord, aldus dr Berk
hof, is vreemd aan elke gedachte
over de onfeilbaarheid. Deze ge
dachte betekent ook eigenlijk de
scheiding tussen Rome en de Re
formatie. Want noch in het dog
ma dat de paus onfeilbaar zou
zijn, noch in de opvatting dat de
overdracht van Christus' werk
via Petrus op het pausdom zou
geschied wezen, wordt door het
protestantisme aanvaard.
Christus droeg Zijn werk aan
de apostelen óp maar niet óver.
God laat Zich niet aan mensen
vastleggen, ook vroeger niet. Zo
dra de mens misbruik maakt
van God, verwijdert God Zich
van die mens. Het verdwijnen
van ark en tempel .is daarvan
een bewijs. En ook de gedachte
dat de paus opvolger van Petrus
zou zijn is onjuist. Een apostel
(ooggetuige) kent principieel
geen opvolgers.
Het' pauselijk leergezag was
oorzaak, dat vele dwalingen in
de kerk zijn gekomen. Op 't
ogenblik is men bezig de licha
melijke hemelvaart van Maria
tot dogma te verklaren. Wat
ons betreft, zeide dr Berkhof,
wij komen aan de waarheid door
het profetisch getuigenis van het
oude- en door het apostolisch ge
tuigenis van het nieuwe testa
ment. Deze opvatting is meer
in overeenstemming met de wer
kelijkheid dan welke mondelinge
traditie ook. Wanneer men de
Heilige Schrift centraal gaat
stellen dan betekent dat geen
ontbinding maar genezing van de
kerk.
beeldhouwwerken vond men de
afbeeldingen terug van 34 ver
schillende muziekinstrumenten.
Kortom, aan alles was te mer
ken dat er in deze geheimzin
nige steden eertijds een bloei
ende cultuur was geweest.
Hoe is het mogelijk, dat dit
alles ten onder ging? Geschie
denisboeken geven aqn, dat
oorlogen deze volken deden
verdwijnen. Maar Prof. Langen
kon op zijn expedities geen
spoor van oorlogen vinden. De
enige verwoestingen die hij aan
trof waren veroorzaakt door de
tropische plantengroei, welke
hier en daar stenen uit elkaar
had gedreven. Ook werden er
vrijwel geen wapens aangetrof
fen.
Gebrek aan water.
Maar Prof. de Langen ont
dekte iets anders. Elke grote
stad heeft water nodig. In de
oudheid voerde men dat water
via kunstmatige meren aan;
rondom deze meren ontstond
een plantengroei die men te
genwoordig noemt „malaria
flora" en daar vestigden zich
muskieten. Malaria behoeft niet
dodelijk te zijn zoals cholera
en pest. Maar de gevolgen van
malaria grijpen diep in. Door 'n
cholera-epidemie kan men
heenkomen; men herkrijgt dan
zijn fitheid en leeft als een ge
zond mens verder. Doch mala
ria verzwakt de mens en maakt
hem lusteloos. Nijvere stede
lingen hebben plots geen zin
meer om de waterwerken
Gisïëren is hij het kantoor
ontweken, wel, zo mogelijk zal
hij dat vandaag weer doen. Maar
zou dit anders zijn, hij weet z'n
houding.
Hij heeft een slechte nacht
achter de rug.
De hele vorige avond is hij
er mee bezig geweest. Tegen z'n
gewoonte is hij, met een boek
voor zich, aan tafel blijven zit
ten. Het is de anderen, wat ze
ook probeerden, niet gelukt hem
in een gesprek te betrekken.
Maar in de stilte van de nacht
is het hem duidelijk geworden,
hoe hij in deze handelen moet.
Hij weet, dat de sympathie,
die hij in het begin voor de doch
ter van z'n patroon had, ver
groeid is tot iets gans anders. En
dat andere moet uit z'n hart ge
bannen worden.
Want Francien is geen partij
voor hem.
Zij staat op een onmogelijk
te bereiken hoogte boven hem.
AJleen ai, om het grote ver
schil in de financiële omstan
digheden van beidgr ouders.
Wat zouden haar ouders er
van zeggen!
Hij zou het kunnen billijken,
indien de heer Ploeger hem z'n
ontslag gaf!
Vooral, omdat Jiij het blinde
vertrouwen van hem heeft.
't Is een onmogelijkheid!
Maar het ergste is de ontdek
king, dat hij eergisteren deed,
dat dienou ja, noem het
maar, liefde, wederkerig is.
Dat bleek duidelijk uit de
gloeiende blos en de grote ver
wonderde ogen van Francien bij
z'n overhaaste aftocht.
(Wordt vervolgd.)
waar de stad van leven moet
te onderhouden. In de
kunstmatige waterleiding ont
staan lekkages en het gevolg
hiervan is dat nóg meer mus
kieten zich vestigen in het
drassig gebied. Daarna ont
staat gebrek aan water en
daarmede is het doodvonnis
voor een stad getekend.
Zulke voorvallen hebben zich
niet alleen in "de middeleeuwen
voorgedaan. Bij een bezoek aan
Ghandi, dat hij tien jaar gele
den bracht, mocht Prof. de
Langen een totaal uitgestor
ven Brits-Indisehe* stad in
ogenschouw nemen, welke in
1910 nog welvarend was. Ook
hier trad malaria als verwoes-
teres op. Zo iets zou in ons
Indië nimmer zijn voorgeko
men. Het binnenlands bestuur
had onmiddellijk maatregelen
genomen.
Op verscheidene andere
plaatsen in Brits-Indië heeft
Prof. de Langen dezelfde waar
nemingen gedaan. Oude cultu
ren waren op raadselachtige
wijze verdwenen.
De stad Rome bedreigd.
We behoeven niet eens zo ver
van huis te gaan. Ook het be
staan van Rome is menigmaal
door malaria bedreigd. Men
weet dat nabij Rome de Pon-
tijnse moerassen zich uitstrek
ken, broedplaatsen van muskie
ten en'malariavliegen. De groot
ste strijd die Rome voerde gold
steeds dat ongedierte. Van niet
minder dan 64 pausen is be
kend, dat zij zich met 't vraag
stuk der malaria hebben bezig
gehouden. Er zijn 21 pausen
aan malaria overleden. Van de
32 veldtochten die de Duitse,
keizers tegen Rome onderna
men zijn er 18 door de malaria
mislukt en zes maal werden de
Duitse legers volkomen gede
cimeerd. Vijf Duitse keizers
stierven in italië aan de mala-
lia en drie stierven na hun te
rugtocht in Duitsland zelf.
Toen Mussolini het bewind
in handen nam, ging hij. wer
ken voor de drooglegging van
de Pontijnse moerassen en ge
deeltelijk is dit ook geschied.
Maar nog is de bedreiging niet
geweken. Toen de Amerikanen
in de laatste oorlog naar Rome
oprukten ontmoetten zij een
harde vijand in de malaria. Doch
zij hadden hun wondermiddel
„DDT" bij zich; daarmede be
spoten zij alle ruimten met ge
volg, dat de malariavliegjes
stierven. Het merkwaardige feit
doet zich voor, dat een jaar la
ter nieuwe vliegen waargeno
men werden, die echter im
muun zijn voor „DDT". En mo
menteel is het in Rome en om
geving niet meer te harden van
de vliegen; gelukkig hebben zij
de malaria nog niet overge
bracht.
Bijna de oorlog verloren!
Ook de ondergang van Hel
las, Babyion en het rijk der In
ca's in Zuid-Amerika is mis
schien aan de malaria te wijten,
meent Prof. de Langen. In elk
geval vormt die ziekte een veel
grotere bedreiging voor de
mensheid dan men ooit heeft
vermoed. In de vorige wereld
oorlog bevond 98 pet. van het
medicijn tegen malaria, de ki
nine, zich in ons Indië. Door de
blokkade heen hebben wij zo
wel de geallieerden als Duits
land destijds van kinine voor
zien. Om in een volgende oor
log voldoende geneesmiddelen
tegen malaria te hebben, is
Duitsland gaan werken voor 'n
praep&raat, dat kinine kon ver
vangen. Dit praeparaat werd in
1932 ontdektgelukkig te
vroeg! Want toen konden En
geland en Rusland die weldra
van die ontdekking hoorden
er ook naar gaan zoeken. De
Russen ontdekten een zelfde
middel in 1938 en Engeland in
1940, juist op 't nippertje. Stel
u voor, merkt Prof. de Langen
op, dat de Duitsers in 1939 hun
uitvinding hadden gedaan! Dan
zou Duitsland met die voor
sprong de wereldoorlog zijn in
gegaan en de uitkomst ware ten
minste onzeker geweest
Ook Indië loopt gevaar!
De veldtocht in Noord-Afrika
en de strijd in bet verre en na
bije Oosten was niet mogelijk
zonder geneesmiddelen tegen
malaria. Het Engelse leger dat
Er is misschien nooit een tijd
geweest waarin er zoveel boe
ken op de markt verschenen als
juist in deze na-oorlogse jaren.
Dit komt omdat er vraag naar
is, heel zeker. De barre jaren,
die achter ons liggen, hebben
ons heel wat lectuur onthouden.
Het boek van zo menig Neder
lands schrijver werd verboden,
geschriften uit de vrije wereld
waren voor ons taboe, de voor
raden van de werken, die we
wilden lezen, raakten uitgeput.
Maar, was het toen, in die som
bere periode, toch ook eigenlijk
-■iet zó, dat we voor het eerst
misschien, de vreugde hebben
gekend om het boek, dat ver
scheen, als het maar uitsprak
wat wij dachten en voelden. Ja,
we grepen er begerig naar, al
was de prijs hoog en al leverde
het bezit er van soms groot ge
vaar op.
Maar, is er vraag, er is ook
aanbod, massaal aanbod zelfs.
Er worden te veel boeken ge
drukt en verspreid. Daarbij komt
dan nog, dat de prijzen van de
te koop gestelde lectuur zo
schrikbarend hoog zijn, dat wij
arme mensen het ons nauwelijks
kunnen veroorloven,v ons een
boek aan te schaffen. Eep
ogenblik zou men wel kunnen
denken, dat het dure boek toch
iets goeds had, af gezien van zijn
prachtband, zijn zwaar houtvrij
papier en wat dies meer zij. Als
iets veel geld kost, dan beden
ken de kopers zich niet alleen
tweemaal voordat ze het zich
aanschaffen, maar ze kopen ook
het beste wat er te krijgen is.
Jammer genoeg is de werke
lijkheid anders. Men vraagt niet
het goede, laat staan het beste
boek. Nee, men verlangt het
boek waar men over praat, het
bolk sensatie bevat, het
boek dat met brallende reclame
wordt aangekondigd, om kortte
gaan, bet boek dat hun op de
een of andere wijze wordt op
gedrongen. Dat dit mogelijk is,
ligt in hoofdzaak aan de
mensen zelf, zij kunnen niet le
zen. Natuurlijk hebben zij
thuis of op school leren spellen
en zijn zij met de letters, eigen
lijk van hun jeugd af aan, ver
trouwd geweest. Daarom zou
den we in dit verband Lezen
met een hoofdletter moeten
schrijven, juist omdat lezen
niet altijd Lezen is.
Waarom verdiept de mens
zich in zijn lectuur?
Om zijn kennis te verrijken.
Maar toch, in hoofdzaak, om
zich te ontspannen.
En nu is de vraag: „Sluit
ontspanning uit, dat wij iets
proberen te begrijpen van de
diepere bedoelingen van de
schrijver?" Met andere woor
den: „Is het niet eerst en vooral
nodig, dat wij ons door de tere
of heftige gemoedsstemmingen
laten ontroeren, dat wij onszeif
terugvinden in het leven, waar
in de kunstenaar ons binnen
in Birma streed, heeft daar on
dervinding van. gehad. In het
eerste jaar dat men daar vocht
waren op een leger ter sterkte
van één millioen man slechts
150.000 bruikbare soldaten. Op
elke 1000 soldaten kwamen er
1200 malariagevallen voor, dat
wil zeggen: vele militairen le
den meermalen aan malaria.
Later wist men dit in te to
men (na de toepassing van het
middel tegen de malaria) en
kwamen op de 1000 soldaten
maar 28 malariagevallen voor.
Voor het jaar 1900 sprak men
van miasmatische aandoenin
gen, na die tijd heet de ziekte
malaria en bestrijdt men haar
met kracht. Ook' in Europa komt
de ziekte veelvuldig voor, al
thans in het Oosten en Zuiden.
In 1938 constateerde men in de
Oekraine 1.5 millioen malaria
gevallen.
Voor Nederlands-Indië vormt
deze ziekte een vreselijke be
dreiging. Wat de Nederlandse
gezondheidsdienst voetje voor
voetje had bereikt in deze eeuw
is door de "verwaarlozing van
de waterwerken, sawah's en
door afdamming van rivieren
te niet gedaan. In plaatsen, die
volkomen „malariavrij" waren,
heeft men nu weer 100 pet.
milt-index geconstateerdall e
inwoners leden dus aan malaria.
Wanneer men uitgemergelde
Indonesiërs op de foto ziet dan
zegt de tropendokter onmiddel
lijk: dat zijn malariapatiënten.
De honger die ze lijden is een
gevolg van de malaria. Als de
toestand zo blijft dan zal de
Javaanse cultuur eerlang ver
dwijnen dank zjj de malaria.
leidt?" En nu doet het er niet
toe, of we het boek met een
gevoel van wrevel of afschuw
ter zijde leggen en zeggen: „Nee,
dat is niks!", of dat wij, met
een gevoel van diepe voldoe
ning, het hoek langzaam, als
met tegenzin sluiten en vol
mondig: „Ja" kunnen zeggen;
of dat we, kritisch gestemd, be
paalde stukken nog eens over
denken, ze toetsend aan onze
eigen opvattingen over kunst-
of geestesleven. Nee het geeft
niet wat we doen, als we maar
iets doen, waardoor we het be
grip leveren, dat we niet het
boek ondergaan, maar wel be
leefd hebben.
En nu willen deze korte weke
lijkse artikelen niets anders zijn'
dan een soort handleiding, die u
laat zien, hoe u het beste leest.
Let wel, wij zeggen: „Hand
leiding". Het mag eigenlijk nooit
zó zijn, dat de beschouwing in
deze stukjes neergelegd, bindend
is voor uw oordeel. Het mag
eigenlijk alleen maar zó zijn, dat
wat hier gezegd wordt, mede een
prikkel is om na te denken, om
uzelf en uw lectuur te controleren
en te zien, of u het al dan niet
met ons eens kunt zijn. Laat u
niet door uw vooroordelen leiden,
maar wel door de rijkdom van
uw gévoels- en geestesleven. En
als we dan van mening verscha
len, dan is dat helemaal niet erg,
ja eerder zelfs verheugend, omdat
dit een bewijs zal zijn dat we
hebben nagedacht.
Toch moeten we elkaar onder
alle omstandigheden goed kunnen
begrijpen, en daarom ls het nodig,
te weten op welke basis wij gaan
staan, anders praten we straks
langs elkaar heen, in plaats van
met elkaar.
Letterkunde ls kunst en als zo
danig schept zjj schoonheid. De
enige taak die de letterkunde
daarom kan hebben is, ons boven
het alledaagse geploeter uit te
heffen en ons te verplaatsen in
een andere wereld, de wereld van
het schone. Natuurlgk voelt u on
middellijk, dat we ons hier op ge
vaarlijk terrein begeven. Waar
Immers blijven, bij deze beschou
wing onze menselijke, weten
schappelijke en vooral onze gees
telijke en godsdienstige idealen?,
Spelen die dan geen rol?
Neen en ja.
We zouden kunnen zeggen, dat
het letterkundig werk, zoals elk
kunstwerk trouwens, kunst ls
wanneer de kunstenaar er zich
eerlijk in heeft uitgesproken en
dat op zo'n wijze dat we door de
schoonheid van gedachte en vorm
in ons diepste wezen erdoor wor
den ontroerd. Of dit werk om
principiële redenen te verwerpen
is. Is iets anders; in alle geval
hebben deze gronden met de
kunstwaarde niets te maken.
Het kan natuurlijk gebeuren,
dat een schrijver, gedreven door
zijn politieke, sociale, wetenschap
pelijke, of godsdienstige overtui
ging gaat schrijven, maar het
spreekt dan toch vanzelf, dat dit
werk niet persé kunst is, zelfs al
wil de maker het er voor doen
doorgaan. Maar, het kan dit wel
toevallig' zijn. En in zo'n geval
staan we voor het grote wonder;
dat deze producten van de geest,'
die ln de ware zin des woords ook
kunst zijn, dikwijls tot de aller
grootste werken ln de wereld van
de schoonheid worden beschouwd.
Denk aan onze prachtige Gotis :he
gebouwen, aan het werk van
Milton, van Bunyan.
Wat waarlijk kunst is, zullen
wij dan ook altijd Lis zoda. ;g
noemen en erkennen, ook al valt
er op ander gebied, meer dan vol*
doende op aan te merken, wat
zeker gedaan zal worden. Wat
geen kunst is zullen wij onher
roepelijk als zodanig afwijzen, ook
al zullen wij, met blijdschap soms,
moeten toegeven, dat er, op ander
gebied, veel in te prijzen is.
G
Naschrift redactie.
Het lag in de bedoeling, dat
bovenstaand artikel geplaatst
zou worden in ons nummer van
vorige week Zaterdag. Plaats
gebrek verhinderde dat echter.
Daar we van Zaterdag a.s. af
gaarne met de rubriek „Litte
raire revue" willen beginnen
plaatsen we het nu in ons blad
van heden. Voortaan kunnen
onze lezers iedere Zaterdag een
litteraire bijdrage verwachten.
o
Dg Oostenrijkse minister van
Binnenlandse Zaken, Halmer,
heeft verklaard, dat ondanks
het transporteren van verplaats
bare personen uit Oostenrijk,
het aantal nooit heneden de
500.000 is geweest en dat er
momenteel zelfs 600.000 in
Oostenrijk aanwezig zijn.
I