Maêad»: (je grootste vijand der mensheid. Wij en de Duitse Jeugd. Het leergezag in de kerk. Amerikanen doen goed werk. (jZwöHMït udfd Zij heeft ruim het derde deel der aard bewoners in haar greep. £e^en en £etteAJkunde. Rekenschap II. (Van een speciale verslaggever) „Wat ik het belangrijkste vind?" herhaalt glimlachend cap tain Koelofs van de Amerikaanse luchtmacht mijn vraag. „Wel ik geloof de Zaterdagavonden, wanneer ik met mijn eigen jon gens in een truck naar Frankfurt rijd, naar de bijeenkomsten van de Youth for Christ. Striktgenomeu hoort dat wel niet bjj mijn werk voor de German Youth Activities (Duits jeugdwerk), maar ik ben nu eenmaal van mening dat jeugdwerk nooit zin heeft, en tenminste niet onder de Duitse jeugd, als het niet ge grond is op een confessionele relegieuze basis. „En of ik nu resultaten zie?" Weer glimlacht deze nog jonge kapitein, op wiens gezicht echter in maar al te duidelijke groe ven en rimpels te lezen staat dat vier oorlogsjaren liem veel bittere en pijnlijke ervaringen hebben gegeven. „Natuurlijk zie ik nog geen geweldige resultaten. Misschien zie ik die wel nooit. Maar dat is ook niet zo belangrijk. De grond moet worden ge ploegd en het zaad gezaaid. Dat is mijn werk. Met de rest heb Ik niets te maken! Dat is kort en eenvoudig gezegd de hele opzet van de G.Y.A., waarover Ik In dit artikel iets meer wil zeggen: Ploegen, al is het op rotsen, en zaaien, ai krjjsen de vogels die het zaad weg willen pikken. Het begon eenvoudig. Het begon eigenlijk zo heel eenvoudig, zoals zo vele grootse dingen bijna onnozel simpel zijn begonnen. Individuele Ameri kaanse soldaten begonnen zich te bemoeien met de Duitse jeugd. Zij richtten clubs op, brachten het werk op gang, zorgden er voor dat alles eerlijk en demo cratisch in zijn werk ging en zeiden dan, op typisch Ameri kaanse wijze: „Redt nu je zelf maar". Eén van de meest actieve onder deze Amerikaanse militai ren was wel Master Sergeant Moriarty, die in Bremen werkte. En met opmerkelijke resultaten. Hij kreeg al gauw een hele aan hang, die vaak aan zijn lippen hing als hij op simpele wijze ver telde van de Amerikaanse levens opvattingen, maar die het ook al gauw waagde om met hem van mening te verschillen. Intussen had ook het Ameri kaanse M. G. al lang zitten werken aan een programma voor de Duitse jeugd. Immers met zorg zag men de statistieken van de jeugdcriminaliteit om hoog gaan. Hier moest iets ge beuren. Zjj vonden elkaar. En toen gebeurde wat velen voor onmogelijk hielden. De indi viduele groepen, zoals sergeant Moriarty die had gestitnuleërd en de „hoge omes" van het Mi litair Gezag, vonden elkaar. Zon der al te veel ambtenarij, of zo als de Amerikaan het r®emt „red tape", werd een grote or ganisatie in elkaar gezet, die zich over heel de Amerikaanse zone bezig houdt met het Duitse jeugdwerk. De G.Y.A. was tot stand gekomen. Op alle mogelijke manieren en in elke Duitse plaats waar Ame rikaanse bezetting ligt, wordt 't jeugdwerk gesteund en gestimu leerd. Maar steeds houdt men daarbij vast aan het principe: „Alleen maar op gang helpen, geen verdere bemoeienis, dan strikt noodzakelijk is". Vandaar ook dat men zeer veel waarde hecht en steun biedt aan de be staande jeugdverenigingen. Op merkelijk is daarbij, naar men mij telkens weer verzekerde, dat de samenwerking met de protes tantse kerkelijke jeugdvereni gingen verreweg het beste en vruchtbaarste is, dan volgen de rooms-katholigken en de soc.-de- mocraten. Bij elke Amerikaanse compag nie is één onderofficier die zich volledig bezig houdt met dit werk, bfl elk bataljon is het een officier, terwijl elk brigade hoofdkwartier en hoger op, be schikt over een volledige G.Y.A.- sectie. In het Eucom H. Q., hoofdkwartier van het Europese commando in Frankfurt is ten slotte een overkoepelende orga nisatie die het. werk leidt. Ooca-Gola-dominees Aan het hoofd hiervan staat It.-kol. Hall, een vriendelijke, energieke jonge man van onge veer veertig jaar. Hij spreekt niet erg vlot, maar achter al zijn woorden schuilt een dyna mische bezieling. „Buitenstaan ders en sceptici hebben ons wel eens uitgemaakt voor Coca-Co- la-dominees", vertelt hij, „omdat wij ook wel eens feestjes voor de Duitse jeugd geven en omda wü ze ook aan materiaal op alle mogelijke manieren helpen, Feuilleton. door H. Lourense. 69) o— Wanneer ze in de villa de meubelen wat gegroepeerd heb ben, blijkt het, dat er toch wel een goede oplossing te vinden is. 't Wordt Siem echter duide lijk, dat Francien, die hij altijd voor een min of meer verwend, onbenullig kind heeft aange zien, in elk geval een goede kijk op meubilering heeft. En ook bij verdere bespreking ever de practische mogelijkhe den van het geval geeft ze be wijs van goed begrip. Dit ene geval op zich zelf zou mogelijk in de vergetelheid kun nen raken. Maar de volgende dagen no pen Siem vaker naar het kan toor te lopen. En steeds vindt hij daar Francien. Ook als haar vader weer van z'n zakenreis terug is, treft Siem haar meer dan vroeger op diens plaats. Is het louter toeval? Siem wil het niet ge,loven. In zijn hart wil hij haar ook graag tegen zichzelf verdedigen. Op een keer, dat hij haar weer alleen op het kantoor aantreft, en een zakelijke aangelegenheid met haar bespreekt, blijft hij midden in zjjn betoog steken. Hij weet zelfs niet beter te doen, dan haastig de terugtocht naar de werkplaats te aanvaarden, "rancien in grote verwondering aria tend. weet eerst niet, wat ze b.v. met sport- en kampeeruit rustingen. En stellig zullen er onder onze Duitse volgelingen heel wat zijn, die alleen daarom komen en uitsluitend daarom meewerken. Maar dat is dan nog niet zo erg. Ons eerste aanvalsplan is dan toch maar gelukt. De statistie ken van de jeugdcriminaliteit zjjn sinds de G.Y.A. begon te werken, belangrijk omlaag ge gaan. En dat is eigenlijk al meer dan de wildste optimisten onder ons durfden hopen. Maar ook verder ben ik vol vertrouwen. Natuurlijk geef ik u volkomen toe, dat de her oriëntering, ik heb een hekel aan het woord heropvoeding, van de Duitse jeugd geen kleinigheid is. Misschien zal het ons bij een groot deel niet lukken, mis schien krijgen wij mislukking na mislukking te incasseren. Maar dan nog zullen wij doorzetten steeds denkende aan de tien rechtvaardigen die God belang rijk genoeg vond om, als ze er geweest waren, die honderden goddeloze bewoners van Sodom en Gomorra te sparen". En zo heb ik uren aaneen met deze Amerikaanse kolonel zitten praten die geen moeite te veel en geen tijd te kostbaar vond om mij zo volledig mogelijk in te lichten. Niet met optimistische propagandapraatjes, maar met een gezonde kijk op de werke lijkheid en vanuit een vast ver trouwen. En zjj vlogen^ er niet in. De volgende avond ben ik met de assistente van kolonel HaH, mej. Hilda Wehberg, die nog 'n aardig mondje Hollands babbelde de theorie van de kolonel aan de practijk gaan toetsen. En ik moet zeggen, dat ik nog al sceptisch was. Ik was dan ook blij, dat wij midden onder een club-bijeenkomst binnen kwamen die gehouden werd in de man- schappen-cantine van een kazer ne. Ziezo, de spreker, noch de aanwezigen wisten iets van mijn aanwezigheid en dus konden ze mij niet door een tevoren be paalde houding „oren aannaaien" Mijn eerste indruk was er al een van totale verrassing. Wa ren dat Duitse jongelui, die daar zo geïnteresseerd zaten te luiste ren naar die dikke Amerikaan die in hemdsmouwen iets stond te beweren. Maar dat was toch niet mogelijk, tot dusver had ik toch alleen verveelde, energie- loze jonge Duitsers ontmoet, die in de verste verte niets gemeen hadden met deze jonge kerels en meisjes. Datdat konden wel Nederlanders zijn. Toen ik echter naar het be toog van Moriarty, want dieyvas het, ging luisteren, steeg mijn verbazing ten top. Hij vertelde zijn gehoor, dat ze zich niet be hoefden te schamen voor hun Duitse nationaliteit. Toen de oorlog eindigde waren zij hoog stens 16 jaar en dus in geen en kel opzicht verantwoordelijk voor wat Hitler had gedaan. Zij wa ren net zo goed als de andere Europese jongeren en vooral niet slechter. En toen ik dat hoorde werd ik nijdig, want dat leek mij nu helemaal niet geschikt voor her oriëntering. Maar ik maakte mij onnodig ongerust. Het gehoor van Moriarty vloog niet in de val, die hij zo listig had opge steld. Onrustig schuifelden ver reweg de meesten op hun stoe len en schudden hardnekkig het hoofd. Zelfs ving ik in mijn om geving het woord „Blödsinn", d.i. dwaasheid op. En toen dan ook de gelegenheid tot debat kwam, gaven zij de „geachte spreker" in ongezouten bewoordingen te kennen, dat zij het vierkant on eens met hem waren. En afgezien van wat zij zeiden, waarop ik in mijn volgende en laatste artikel hoop in te gaan, was dat al een openbaring en een moedgevend teken voor mij, dat er nog jonge Duitsers waren, die eerlijk en frank aan een Amerikaanse sergeant, voor hen toch de verpersoonlijkte macht, durfden zeggen, dat zij het vier kant oneens met hem waren. Dat gaf de burger moed! R. K. H. Hoe de fam. Goebbels zelfmoord pleegde. De vroegere leider der Duitse natlonaal-socialistische jeugd Ar thur Axmann, heeft aan de plaatsvervangende Amerikaanse openbare aanklager te Neuren berg, Dr Kramer, medegedeeld, dat hij ln Maart 1945 een Frau Goebbels de capsules met vergif heeft gegeven, waarmee de fami lie Goebbels ln Mei 1945 zelf moord pleegde. Axmann verklaarde, dat de „nazi-bonzen" reeds vele maan den voor de capitulatie begonnen waren met het verdelen van cap sules met vergif, die doorgaans verborgen waren ln speciaal daar voor gemaakte sigarettenaanste kers. Ook Axmann zelf ontving een dergelijke capsule. In Maart 1945 stak hij met de dodelijke aansteker een sigaret voor Frau Goebbels aan. Zij merkte echter het ongebruike lijke uiterlijk van de aansteker op en Axman verklaarde haar, waar toe deze diende. Frau Goebbels vroeg Axman haar de aansteker te geven en Axman overhandig de deze ln bijzgn van dr Goeb bels. Geruchten rond Koning Michael Reuter verneemt uit kringen die in nauw contact met Ko ning Michaël van Roemenië staan, dat de hofmaarschalk Dmitri Negel binnenkort te Lausanne wordt verwacht om mededelig te doen van de me ning van de Roemeense rege ring omtrent „de voorgenomen verloving van de koning met Prinses Anne de Bourbon Parma". Gangsterpraktijken te Bergen op Zoom. Donderdagavond hebben te Ber gen op Zoom een roofoverval en een autodiefstal plaats gehad, welke vermoedelijk door de zelfde personen zijn ondernomen. Zekere Bras werd namelijk op de don kere Moerstraatsebaan door twee nog onbekend gebleven personen aangehouden en naar zijn geld gevraagd en toen hij dat niet goedschiks wilde geven, werd hg door de onverlaten bewusteloos geslagen en van zijn portefeuille ontroofd. Even te voren was in de v. d. Rijtstraat een auto ge stolen, welke door zekere Hen- drikx aldaar was geparkeerd. Daar B., voordat hij neergeslagen werd, een auto had opgemerkt, wordt vermoed dat dezelfde per sonen beide misdaden hebben be dreven. 'v (Van onze speciale verslaggever). Niet de oorlog maar de malaria is< de groot ste vijand der mensheid. Van de 2000 millioen die op de aarde wonen, hebben er 800 millioen met malaria te maken, dus ruim het derde deel der wereldburgers. Vraagt men wat de oorzaak is dat oude culturen ten onder gingen, dan moet men het antwoord niet altijd zoeken in oorlogen maar in een ziekte en wel in de malatia. Zeer dikwijls heeft deze ziekte hele volken ten ondergang gebracht. Deze krasse uitspraak is van prof. dr C. D. de Langen, hoog leraar in de tropische ziekten aan de rijksuniversiteit van Utrecht Deze professor heeft studie gemaakt van de invloed der malaria op de mensheid en hij is tot de conclusie gekomen, dat die ziekte veel dieper in het leven der volkeren heeft ingegrepen als uit de geschiedenisbronnen blijkt. Wel stond reeds oudtijds vast, dat ziekten betekenis hadden op het verloop van een oorlog, maar men is te weinig nagegaan inhoeverre zij ook invloed hadden op de cultuurgeschiedenis: Geheimzinnige steden. In de jaren 1936 en daarna werd Prof. de Langen door de Volkenbond uitgezonden naar Azië om aldaar onderzoekin- fen te doen met betrekking tot e invloed van ziekten op liet vergaan van oude culturen. Bij deze gelegenheid bezocht hij 't land Cambodja bij Siam. Daar drong hij door tot de verlaten steden in een gebied dat van de achtste tot de vijftiende eeuw een bloeiende cultuur had ge kend. Midden in de wildernis doemden paleizen en tempels op; er lag een enorm klooster waar 64.000 monniken hebben gehuisd. Zwembaden en kunstmatige meren trof men in vervallen staat aan. Op indrukwekkende hiervan denken moet, tot ze na ampele overweging, de enige aanvaardbare conclusie trekt, die haar doet blozen tot onder het donkere hoofdhaar. De volgende dag zou ze liefst r.iet meer op het kantoor zijn verschenen, maar daar vader en moeder er voor enkele dagen tussen uit getrokken zijn, moet ze er wel heen. Ze gaat in de hoop, dat geen enkele informa tie over werk Siem zal nopetl, het kantoor op te zoeken. Ze is met zichzelf niet klaar. Wat was het, dat haar giste ren het bloed naar haar hoofd joeg? Laat Siem wegblijven van dag, dat ze eerst de zaak zelf uitvecht. Siem van zijn kant staat er net zo voor. En al zou hij geen slag werk voor één van het per soneel meer hebben, hij gaat niet naar het kantoor, vóór de patroon in hoogst eigen persoon daar weer zetelt. Hij mag niet, voor zich zelf niet, nog minder voor de dochter van z'n baas, die helemaal geen partij voor hem kan zijn! Zo verstrijkt de dag. Beiden zijn aan de avond te vreden, ze hebben elkander niet gezien. Maar toch Die avond, vader en moeder blijven nog wel een paar dagen weg, die nacht vecht Francien met zich zelf en met haar liefde. Het kan niet, het mag niet. Ik durf het vader, nóch moe der zeggen! Och, is dat nu eigenlijk het ergste? Hoe staat ze tegenover Siem? Is dit slechts een voorbijgaande genegenheid? Als dat zo is, wel, dan kan ze er beter niet over beginnen. Maar neen, ze weet beter. Het is niet een bevlieging van de laatste dagen, het dateert al uit de tijd, toen ze samen een oplossing zochten en vonden voor het salon van de villa aan de Vaartweg. Mogelijk nog van vóór dien. Maar als dat dan zo is, als ze dat zeker weet, dan Ze weet het zeker, heel zeker zelfs. Moet ze dan naar hinderpalen zoeken? Ja, zoeken? Moet ze dan haar houding niet radicaal veranderen? Wie bestuurt ons lot? Mensen niet! ■Zelfs vader of moeder niet. Dan Ze vouwt de handen, lang, heel lang Dan kan ze alles rustig over geven in de handen van Hem, Die over elk leven waakt en het de weg uitstippelt, die het gaan moet. De volgende morgen vinut haar weer op haar plaats. Komt Siem, dan js zij met zichzelvenklaar. De uren verstrijken, maar Siem komt niet. Er is genoeg te doen. Deze nacht heeft ze haar evenwicht teruggevonden, ze werkt rustig verder. Toch hoopt ze in stilte, dat er iets zijn zal waardoor Siem genoodzaakt wordt 't kan toor op te zoeken. Siem van zijn kant, denkt er anders over. Houdt scheiding tussen Rome en Reformatie. (Van onze correspondent.) Reeds enkele maanden worden in de Hervormde gemeente van Haarlem lezingen gehouden waarin ter zake kundige theolo gen verschilpunten tussen de Re formatie en Rome bespreken. Deze lezingen trekken zeer grote belangstelling, zowel van protes tantse als van rooms-katholieke zijde. In Haarlem is de ver houding tussen beide groepen niet gunstiger geworden sedert deze stad met haar protestantse karakter een rooms-katholieke burgemeester ontving. Een symp toom van de geprikkelde stem ming viel waar te nemen in de lezing welke dr A. F. N. Leklcer- kerker van Loosduinen in No vember te Haarlem hield. Na zijn rede trok de bekende apologeet pater Wijnand Sluijs tegen hem van leer, hem beschuldigende dat hij de roomse dogmatiek niet kende. Dit is beslist onjuist; Dr Lekkerkerker heeft -ook in r. k. kringen -reeds enige naam gemaakt door zijn kennis van de roomse dogmatiek. De oppositie van pater Sluijs had tot gevolg, dat de ln de kerk aanwezige rooms-katho- ken een fiks applaus lieten ho ren, zodra hun geloofsgenoot zijn aanval had gedaan. To en een der aanwezige Haarlemse predi kanten hier -iets van zeide be gon van de weeromstuit ook het protestantse publiek te klappen.. De samenkomst had hier door een onstichtelijk verloop. Geluk kig deden zich dp de laatst ge houden voorlichtingsavond geen incidenten voor. Is de paus onfeilbaar? De Zeister predikant dr H. Berkhof, schrijver van het hoek „De geschiedenis der kerk", han delde op de jongste vergadering over het leergezag in de kerk. Hij stelde voorop dat de roomse kerk in de bijbel niet de volheid van het Evangelie meent te vin den. Zij gelooft in het bestaan ener mondelinge overlevering en zij handhaaft gewichtige geloofs waarheden 'die in de bijbel niet te vinden zijn. Daar is bij voor beeld de leer betreffende Maria, het vagevuur, de overtollige goede werken en de onfeilbaar^ heid van de paus. Nu spreekt de paus niet altijd met onfeilbaar gezag. Alleen wanneer hij ambtelijk en officieel (ex cathedra) en zonder dwang zijn uitspraak doet, welke uit sluitend het geloof, en de zeden mag betreffen, dan is hij met on feilbaar leergezag bekleed. Op zo'n moment spreekt de heilige vader niet door de inspiratie van de Heilige Geest maar slechts met assistentie van de Heilige Geest Gods Woord, aldus dr Berk hof, is vreemd aan elke gedachte over de onfeilbaarheid. Deze ge dachte betekent ook eigenlijk de scheiding tussen Rome en de Re formatie. Want noch in het dog ma dat de paus onfeilbaar zou zijn, noch in de opvatting dat de overdracht van Christus' werk via Petrus op het pausdom zou geschied wezen, wordt door het protestantisme aanvaard. Christus droeg Zijn werk aan de apostelen óp maar niet óver. God laat Zich niet aan mensen vastleggen, ook vroeger niet. Zo dra de mens misbruik maakt van God, verwijdert God Zich van die mens. Het verdwijnen van ark en tempel .is daarvan een bewijs. En ook de gedachte dat de paus opvolger van Petrus zou zijn is onjuist. Een apostel (ooggetuige) kent principieel geen opvolgers. Het' pauselijk leergezag was oorzaak, dat vele dwalingen in de kerk zijn gekomen. Op 't ogenblik is men bezig de licha melijke hemelvaart van Maria tot dogma te verklaren. Wat ons betreft, zeide dr Berkhof, wij komen aan de waarheid door het profetisch getuigenis van het oude- en door het apostolisch ge tuigenis van het nieuwe testa ment. Deze opvatting is meer in overeenstemming met de wer kelijkheid dan welke mondelinge traditie ook. Wanneer men de Heilige Schrift centraal gaat stellen dan betekent dat geen ontbinding maar genezing van de kerk. beeldhouwwerken vond men de afbeeldingen terug van 34 ver schillende muziekinstrumenten. Kortom, aan alles was te mer ken dat er in deze geheimzin nige steden eertijds een bloei ende cultuur was geweest. Hoe is het mogelijk, dat dit alles ten onder ging? Geschie denisboeken geven aqn, dat oorlogen deze volken deden verdwijnen. Maar Prof. Langen kon op zijn expedities geen spoor van oorlogen vinden. De enige verwoestingen die hij aan trof waren veroorzaakt door de tropische plantengroei, welke hier en daar stenen uit elkaar had gedreven. Ook werden er vrijwel geen wapens aangetrof fen. Gebrek aan water. Maar Prof. de Langen ont dekte iets anders. Elke grote stad heeft water nodig. In de oudheid voerde men dat water via kunstmatige meren aan; rondom deze meren ontstond een plantengroei die men te genwoordig noemt „malaria flora" en daar vestigden zich muskieten. Malaria behoeft niet dodelijk te zijn zoals cholera en pest. Maar de gevolgen van malaria grijpen diep in. Door 'n cholera-epidemie kan men heenkomen; men herkrijgt dan zijn fitheid en leeft als een ge zond mens verder. Doch mala ria verzwakt de mens en maakt hem lusteloos. Nijvere stede lingen hebben plots geen zin meer om de waterwerken Gisïëren is hij het kantoor ontweken, wel, zo mogelijk zal hij dat vandaag weer doen. Maar zou dit anders zijn, hij weet z'n houding. Hij heeft een slechte nacht achter de rug. De hele vorige avond is hij er mee bezig geweest. Tegen z'n gewoonte is hij, met een boek voor zich, aan tafel blijven zit ten. Het is de anderen, wat ze ook probeerden, niet gelukt hem in een gesprek te betrekken. Maar in de stilte van de nacht is het hem duidelijk geworden, hoe hij in deze handelen moet. Hij weet, dat de sympathie, die hij in het begin voor de doch ter van z'n patroon had, ver groeid is tot iets gans anders. En dat andere moet uit z'n hart ge bannen worden. Want Francien is geen partij voor hem. Zij staat op een onmogelijk te bereiken hoogte boven hem. AJleen ai, om het grote ver schil in de financiële omstan digheden van beidgr ouders. Wat zouden haar ouders er van zeggen! Hij zou het kunnen billijken, indien de heer Ploeger hem z'n ontslag gaf! Vooral, omdat Jiij het blinde vertrouwen van hem heeft. 't Is een onmogelijkheid! Maar het ergste is de ontdek king, dat hij eergisteren deed, dat dienou ja, noem het maar, liefde, wederkerig is. Dat bleek duidelijk uit de gloeiende blos en de grote ver wonderde ogen van Francien bij z'n overhaaste aftocht. (Wordt vervolgd.) waar de stad van leven moet te onderhouden. In de kunstmatige waterleiding ont staan lekkages en het gevolg hiervan is dat nóg meer mus kieten zich vestigen in het drassig gebied. Daarna ont staat gebrek aan water en daarmede is het doodvonnis voor een stad getekend. Zulke voorvallen hebben zich niet alleen in "de middeleeuwen voorgedaan. Bij een bezoek aan Ghandi, dat hij tien jaar gele den bracht, mocht Prof. de Langen een totaal uitgestor ven Brits-Indisehe* stad in ogenschouw nemen, welke in 1910 nog welvarend was. Ook hier trad malaria als verwoes- teres op. Zo iets zou in ons Indië nimmer zijn voorgeko men. Het binnenlands bestuur had onmiddellijk maatregelen genomen. Op verscheidene andere plaatsen in Brits-Indië heeft Prof. de Langen dezelfde waar nemingen gedaan. Oude cultu ren waren op raadselachtige wijze verdwenen. De stad Rome bedreigd. We behoeven niet eens zo ver van huis te gaan. Ook het be staan van Rome is menigmaal door malaria bedreigd. Men weet dat nabij Rome de Pon- tijnse moerassen zich uitstrek ken, broedplaatsen van muskie ten en'malariavliegen. De groot ste strijd die Rome voerde gold steeds dat ongedierte. Van niet minder dan 64 pausen is be kend, dat zij zich met 't vraag stuk der malaria hebben bezig gehouden. Er zijn 21 pausen aan malaria overleden. Van de 32 veldtochten die de Duitse, keizers tegen Rome onderna men zijn er 18 door de malaria mislukt en zes maal werden de Duitse legers volkomen gede cimeerd. Vijf Duitse keizers stierven in italië aan de mala- lia en drie stierven na hun te rugtocht in Duitsland zelf. Toen Mussolini het bewind in handen nam, ging hij. wer ken voor de drooglegging van de Pontijnse moerassen en ge deeltelijk is dit ook geschied. Maar nog is de bedreiging niet geweken. Toen de Amerikanen in de laatste oorlog naar Rome oprukten ontmoetten zij een harde vijand in de malaria. Doch zij hadden hun wondermiddel „DDT" bij zich; daarmede be spoten zij alle ruimten met ge volg, dat de malariavliegjes stierven. Het merkwaardige feit doet zich voor, dat een jaar la ter nieuwe vliegen waargeno men werden, die echter im muun zijn voor „DDT". En mo menteel is het in Rome en om geving niet meer te harden van de vliegen; gelukkig hebben zij de malaria nog niet overge bracht. Bijna de oorlog verloren! Ook de ondergang van Hel las, Babyion en het rijk der In ca's in Zuid-Amerika is mis schien aan de malaria te wijten, meent Prof. de Langen. In elk geval vormt die ziekte een veel grotere bedreiging voor de mensheid dan men ooit heeft vermoed. In de vorige wereld oorlog bevond 98 pet. van het medicijn tegen malaria, de ki nine, zich in ons Indië. Door de blokkade heen hebben wij zo wel de geallieerden als Duits land destijds van kinine voor zien. Om in een volgende oor log voldoende geneesmiddelen tegen malaria te hebben, is Duitsland gaan werken voor 'n praep&raat, dat kinine kon ver vangen. Dit praeparaat werd in 1932 ontdektgelukkig te vroeg! Want toen konden En geland en Rusland die weldra van die ontdekking hoorden er ook naar gaan zoeken. De Russen ontdekten een zelfde middel in 1938 en Engeland in 1940, juist op 't nippertje. Stel u voor, merkt Prof. de Langen op, dat de Duitsers in 1939 hun uitvinding hadden gedaan! Dan zou Duitsland met die voor sprong de wereldoorlog zijn in gegaan en de uitkomst ware ten minste onzeker geweest Ook Indië loopt gevaar! De veldtocht in Noord-Afrika en de strijd in bet verre en na bije Oosten was niet mogelijk zonder geneesmiddelen tegen malaria. Het Engelse leger dat Er is misschien nooit een tijd geweest waarin er zoveel boe ken op de markt verschenen als juist in deze na-oorlogse jaren. Dit komt omdat er vraag naar is, heel zeker. De barre jaren, die achter ons liggen, hebben ons heel wat lectuur onthouden. Het boek van zo menig Neder lands schrijver werd verboden, geschriften uit de vrije wereld waren voor ons taboe, de voor raden van de werken, die we wilden lezen, raakten uitgeput. Maar, was het toen, in die som bere periode, toch ook eigenlijk -■iet zó, dat we voor het eerst misschien, de vreugde hebben gekend om het boek, dat ver scheen, als het maar uitsprak wat wij dachten en voelden. Ja, we grepen er begerig naar, al was de prijs hoog en al leverde het bezit er van soms groot ge vaar op. Maar, is er vraag, er is ook aanbod, massaal aanbod zelfs. Er worden te veel boeken ge drukt en verspreid. Daarbij komt dan nog, dat de prijzen van de te koop gestelde lectuur zo schrikbarend hoog zijn, dat wij arme mensen het ons nauwelijks kunnen veroorloven,v ons een boek aan te schaffen. Eep ogenblik zou men wel kunnen denken, dat het dure boek toch iets goeds had, af gezien van zijn prachtband, zijn zwaar houtvrij papier en wat dies meer zij. Als iets veel geld kost, dan beden ken de kopers zich niet alleen tweemaal voordat ze het zich aanschaffen, maar ze kopen ook het beste wat er te krijgen is. Jammer genoeg is de werke lijkheid anders. Men vraagt niet het goede, laat staan het beste boek. Nee, men verlangt het boek waar men over praat, het bolk sensatie bevat, het boek dat met brallende reclame wordt aangekondigd, om kortte gaan, bet boek dat hun op de een of andere wijze wordt op gedrongen. Dat dit mogelijk is, ligt in hoofdzaak aan de mensen zelf, zij kunnen niet le zen. Natuurlijk hebben zij thuis of op school leren spellen en zijn zij met de letters, eigen lijk van hun jeugd af aan, ver trouwd geweest. Daarom zou den we in dit verband Lezen met een hoofdletter moeten schrijven, juist omdat lezen niet altijd Lezen is. Waarom verdiept de mens zich in zijn lectuur? Om zijn kennis te verrijken. Maar toch, in hoofdzaak, om zich te ontspannen. En nu is de vraag: „Sluit ontspanning uit, dat wij iets proberen te begrijpen van de diepere bedoelingen van de schrijver?" Met andere woor den: „Is het niet eerst en vooral nodig, dat wij ons door de tere of heftige gemoedsstemmingen laten ontroeren, dat wij onszeif terugvinden in het leven, waar in de kunstenaar ons binnen in Birma streed, heeft daar on dervinding van. gehad. In het eerste jaar dat men daar vocht waren op een leger ter sterkte van één millioen man slechts 150.000 bruikbare soldaten. Op elke 1000 soldaten kwamen er 1200 malariagevallen voor, dat wil zeggen: vele militairen le den meermalen aan malaria. Later wist men dit in te to men (na de toepassing van het middel tegen de malaria) en kwamen op de 1000 soldaten maar 28 malariagevallen voor. Voor het jaar 1900 sprak men van miasmatische aandoenin gen, na die tijd heet de ziekte malaria en bestrijdt men haar met kracht. Ook' in Europa komt de ziekte veelvuldig voor, al thans in het Oosten en Zuiden. In 1938 constateerde men in de Oekraine 1.5 millioen malaria gevallen. Voor Nederlands-Indië vormt deze ziekte een vreselijke be dreiging. Wat de Nederlandse gezondheidsdienst voetje voor voetje had bereikt in deze eeuw is door de "verwaarlozing van de waterwerken, sawah's en door afdamming van rivieren te niet gedaan. In plaatsen, die volkomen „malariavrij" waren, heeft men nu weer 100 pet. milt-index geconstateerdall e inwoners leden dus aan malaria. Wanneer men uitgemergelde Indonesiërs op de foto ziet dan zegt de tropendokter onmiddel lijk: dat zijn malariapatiënten. De honger die ze lijden is een gevolg van de malaria. Als de toestand zo blijft dan zal de Javaanse cultuur eerlang ver dwijnen dank zjj de malaria. leidt?" En nu doet het er niet toe, of we het boek met een gevoel van wrevel of afschuw ter zijde leggen en zeggen: „Nee, dat is niks!", of dat wij, met een gevoel van diepe voldoe ning, het hoek langzaam, als met tegenzin sluiten en vol mondig: „Ja" kunnen zeggen; of dat we, kritisch gestemd, be paalde stukken nog eens over denken, ze toetsend aan onze eigen opvattingen over kunst- of geestesleven. Nee het geeft niet wat we doen, als we maar iets doen, waardoor we het be grip leveren, dat we niet het boek ondergaan, maar wel be leefd hebben. En nu willen deze korte weke lijkse artikelen niets anders zijn' dan een soort handleiding, die u laat zien, hoe u het beste leest. Let wel, wij zeggen: „Hand leiding". Het mag eigenlijk nooit zó zijn, dat de beschouwing in deze stukjes neergelegd, bindend is voor uw oordeel. Het mag eigenlijk alleen maar zó zijn, dat wat hier gezegd wordt, mede een prikkel is om na te denken, om uzelf en uw lectuur te controleren en te zien, of u het al dan niet met ons eens kunt zijn. Laat u niet door uw vooroordelen leiden, maar wel door de rijkdom van uw gévoels- en geestesleven. En als we dan van mening verscha len, dan is dat helemaal niet erg, ja eerder zelfs verheugend, omdat dit een bewijs zal zijn dat we hebben nagedacht. Toch moeten we elkaar onder alle omstandigheden goed kunnen begrijpen, en daarom ls het nodig, te weten op welke basis wij gaan staan, anders praten we straks langs elkaar heen, in plaats van met elkaar. Letterkunde ls kunst en als zo danig schept zjj schoonheid. De enige taak die de letterkunde daarom kan hebben is, ons boven het alledaagse geploeter uit te heffen en ons te verplaatsen in een andere wereld, de wereld van het schone. Natuurlgk voelt u on middellijk, dat we ons hier op ge vaarlijk terrein begeven. Waar Immers blijven, bij deze beschou wing onze menselijke, weten schappelijke en vooral onze gees telijke en godsdienstige idealen?, Spelen die dan geen rol? Neen en ja. We zouden kunnen zeggen, dat het letterkundig werk, zoals elk kunstwerk trouwens, kunst ls wanneer de kunstenaar er zich eerlijk in heeft uitgesproken en dat op zo'n wijze dat we door de schoonheid van gedachte en vorm in ons diepste wezen erdoor wor den ontroerd. Of dit werk om principiële redenen te verwerpen is. Is iets anders; in alle geval hebben deze gronden met de kunstwaarde niets te maken. Het kan natuurlijk gebeuren, dat een schrijver, gedreven door zijn politieke, sociale, wetenschap pelijke, of godsdienstige overtui ging gaat schrijven, maar het spreekt dan toch vanzelf, dat dit werk niet persé kunst is, zelfs al wil de maker het er voor doen doorgaan. Maar, het kan dit wel toevallig' zijn. En in zo'n geval staan we voor het grote wonder; dat deze producten van de geest,' die ln de ware zin des woords ook kunst zijn, dikwijls tot de aller grootste werken ln de wereld van de schoonheid worden beschouwd. Denk aan onze prachtige Gotis :he gebouwen, aan het werk van Milton, van Bunyan. Wat waarlijk kunst is, zullen wij dan ook altijd Lis zoda. ;g noemen en erkennen, ook al valt er op ander gebied, meer dan vol* doende op aan te merken, wat zeker gedaan zal worden. Wat geen kunst is zullen wij onher roepelijk als zodanig afwijzen, ook al zullen wij, met blijdschap soms, moeten toegeven, dat er, op ander gebied, veel in te prijzen is. G Naschrift redactie. Het lag in de bedoeling, dat bovenstaand artikel geplaatst zou worden in ons nummer van vorige week Zaterdag. Plaats gebrek verhinderde dat echter. Daar we van Zaterdag a.s. af gaarne met de rubriek „Litte raire revue" willen beginnen plaatsen we het nu in ons blad van heden. Voortaan kunnen onze lezers iedere Zaterdag een litteraire bijdrage verwachten. o Dg Oostenrijkse minister van Binnenlandse Zaken, Halmer, heeft verklaard, dat ondanks het transporteren van verplaats bare personen uit Oostenrijk, het aantal nooit heneden de 500.000 is geweest en dat er momenteel zelfs 600.000 in Oostenrijk aanwezig zijn. I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 2