IEDERE 3 MINUTEN EEN AUTO. Ook voor schippers wordt gezorgd. Wat betekent het plan-Marshall? Zseuwsch Dagblad TWEEDE BLAD Zaterdag 22 November 1947 De mens als onderdeel van een reusachtige machine. Strijd Dc Vle>dz>dand&v>$ in J'zidi'è, Verklaring van een Japans generaal Een brug over de Schelde by Antwerpen. Verontrustend. EEN ONSTERFELIJKE HYMNE. Een verhoord gebed. Na mijn verblijf in Holland (Michigan) in verband met het Eeuw feest. had ik het voorrecht twee weken te mogen doorbrengen in Detroit. Detroit is een van de grote steden van Amerika, met zijn „subburbs" ongeveer drie millioen inwoners tellend. Langs het Lake St. Clair zijn prachtige villakwartieren. Midden in de grote Detroit River ligt het bekoorlijke Bell Isle, een groot eiland met een park van afmetingen, zoals men in Holland niet kent. 's Avonds is één der attracties daar de grote, geïllumineerde en altijd springende fontein, midden In een enorm monument. Op een Zaterdagavond, toen het erg warm was, was een aan zienlijk deel van de bevolking daarheen getrokken. Blank en bruin brachten daar „pick-nlckend" heel hun week-end door. Slapen deden ze in een deken gewikkeld, langs de rivier. Op de vijvers voeren gondels. Rond de pick-nicktafels, die er overal stonden, zag men de aardigste familiegroepen verzameld. Een gezellig natuurfeest. In het hart van de stad verrij zen de geweldige sky-scrapers wolkenkrabberswaaronder de Penobscott-building met niet min der dan acht en veertig verdie pingen. Hier krijgt het begrip grote stad" pas recht inhoud voor ons. Maar Detroit dankt zijn naam vooral aan de „cars", de auto's. Detroit is een auto-stad bg uitnemendheid in Amerika. De Hudson, de Chrysler, de Soto, worden er gefabriceerd. Maar speciaal is Detroit de stad van Henry Ford. Het grootste bedrijf van Detroit is het nog niet. De „General Motors" heeft 300.000 man aan het werk. Maar Ford dan toch in ieder geval 120.000. Een bezoek aan zo'n be drijf is wel de moeite waard. Dan komt men onder de indruk van wat de moderne industrie nu eigenlijk is. Welnu, de gelegen heid daartoe staat elke dag open: zonder enige kosten, soms nog gratis lunch toe. Dat is immer3 reclame. De Ford-Rotonde. Wie de Ford-factories wil zien, gaat eerst naar de grote Ford- Rotonde: een reusachtige ronde kuil, die 's avonds fantastisch m alle kleuren van de regenboog verlicht is. Daarin zijn de kanto ren gevestigd. Een toonbeeld van orde en regelmaat! Je krijgt daar je „permit", je bewijs van toe gang. Enige autobussen komen voor om de bezoekers op te halen en dan gaat het eerst de enorme terreinen over. Je ziet de plaats, waar de schepen met erts aan komen. De bergen erts zie je lig gen, Even verder loopt het gloei ende in brede stromen uit de ovens in stenen reservoirs. Dan komen de eigenlijke fabrieken. Eerst is er de fabriek, waar de onderdelen, van de kleinste tot de grootste worden gemaakt. Al les aan de lopende band. Je ziet de motoren langzaam groeien, tot ze gereed zijn. En dan de eigenlij ke autofabriek! Weer de zware lopende banden. Het begint met het opleggen van de chassis. En dan komt, stuk voor stuk, alles erop en eraan. Een hele carosserie komt kant en klaar uit de lucht vallen. Elk schroefje en moertje vindt een man, die er voor zorgt. En na ongeveer een kwartier zie je de auto, met olie en benzine erin, wegrijden naar de controle. Elke twee a drie minuten komt er zo op elke lopende band één klaar. Een prestatie van het men- selgk vernuft om bij te duizelen Wat vereist dat een organisatie! Hier mag niets haperen. En hier hapert ook niets. Hier sluit alles in en aan elkaar. Prachtig! Maar toch ook tegelijk huiveringwek kend. 'k Wandelde de fabriek door met een van mijn Detroitse vrien den, een voortreffelijk leerling van ds Sikkel uit Amsterdam, een van de vaders van de Christel gk- •iale beweging. Ten top gedreven mecha nisatie. Heel zijn ziel kwam tegen dit systeem in opstand. En ik kan het begrijpen. Hebben deze arbeiders het goed? In zekere zin ja. Ze verdienen uitstekend. Er wordt van allerlei gedaan om hun leven te veraangenamen. Ze wonen in keurige huisjes en rgden allen met hun eigen „car". Maar de acht uur, dat ze hier moeten wer ken zijn ze in een sfeer, die ons toch aan een hel herinnert. Niet alleen door die geweldige vuren, maar ook door dat duizelingwek kende gewirwar van eindeloze lo pende banden, waar ze allen hun vaste plaats hebben, bruinen en blanken, ouden en jongen, ook een aantal vrouwen en jonge meisjes, duizenden en nog eens duizenden in lange, bijna onafzienbare rijen, En allen hebben ze heel de dag weer opnieuw, niets dan een en dezelfde handgreep te verrichten, met een electrische schroeven draaier één moer vast te draaien, één stang om te draaien, één gat te boren enz. Al die mensen zijn daar heel de dag niets dan een nummer, dan onderdelen van die ene kolossale machinerie. Denken kunnen ze niet. Want doorlopend moet hun aandacht gespannen zijn. Overmatig lang werken ze niet. Maar in die uren wordt er bij hen ook alles uitgehaald wat er Fenilleton. door H. Lourense. 50) o— Het eerste glanzen van de nieuwe dag vindt haar op het steigertje, achter het huis. Ze ziet uit naar alle kanten, speu rend naar een bootje in de vale nevels, die het water op dez, kille wintermorgen bedekken. Eindelijk, na een eindeloos wachten waarin de wanhoop haar schier verworgt, komt het f kruikie schijnbaar toeval hg de Straatweg af, uit Vliet- dorp. Ze liet hem binnen, hoewel ze een onbestemde afkeer van het onbenullige mannetje heeft. Hij staat in de deur, zwijgend, Zijn het ogenblikken, zijn he uren? Ze weet het niet, ze kan de stilte niet meer dragen. „Man spreek dan toch", krijt ze, „je maakt me gek." Dan spreekt hij, komt eerst een paar passen de kamer in. Ze weet al wat er komen gaat, maar ze wil het toch horen. „Ze hebben 'um gevonde, in z'n boot." Hij schrikt van haar wanho pige blik, zwijgt weer. „Spreek", roept ze dreigend. „Zo ik zeg, in z'n bootje, dood." „Waar", hijgt ze. ..Vlak bij z'n ouwers, 't is wat Prof. Dr G. Brillenburg- Wurth die enige tijd in Ameri ka heeft vertoefd, schreef een artikel met reisindrukken die hij daar heeft opgedaan. Hij vertelt van een bezoek aan de Fordfabrieken. Geheime angst. Maar ook wat kan in deze zie len onbewust een nihilisme ge kweekt worden, een twijfel aan alle levenswaarden. Communisten zijn de meesten van deze mensen nog niet. Maar is de geestelijke bodem, waarop dit kan groeien niet in aanzienlijke mate aanwe- moesten de kamertjes voor zus ters uit kolenhokken worden geformeerd; maar het is piek fijn voor elkaar gekomen. Koninklijke belangstelling. In verband met hun verblijf in Londen konden de Prinses- Regentes en Prins Bernhard de opening van het schoolgebouw, dat naar hun dochter Beatrix werd genoemd, niet bijwonen. Maar zij hadden per brief ge lukwensen uitgebracht. Ook van H. M. de Koningin kwam een schrijven binnen. Ds W. A. Zeijdner, praeses van de Generale Synode der Ned. zig 't Is geen wonder dat Ame- I Herv. Kerk, verrichtte de ope- rika huivert voor Rusland. Het ningsplechtigheid. Daartoe Amerikaanse leven is boetend. Hier is levensvolheid, levensweel- de. Maar op de achtergrond loert lets van een geheime angst voor wat in Rusland aan het groeien is. Dezer dagen maakte ik in het imponerende Statlerhotei in De troit een Rotarylunch mee. Vijf honderd mensen namen hier aan deel. Een Amerikaanse clergy man, die een half jaar in Frank rijk geweest was vertelde daar over de opstand van het Franse communisme. Frappant was de vreemde spanning, die zich toen op het gelaat van al die luchtige, opgewekte Amerikanen uit de upper-ten van Detroit vertoonde. Amerika voelt al wordt het niet uitgesproken de dreiging die in de lucht zit. Op een avond hadden wij een kring van fijne, sympathieke Christenen hier bij elkaar. Zij durfden het wel uit te spreken. Eén van hen, dezelfde die mij in de Ford-fabrieken vergezelde zei- de: „Wij zien het leven van Ame- in zit. Wat moet voor de Chris tenen onder hen de Zondag een rika van deze dagen in het licht weidaad zijn! En wat lhat het van de Openbaringen, van Chris- zich begrijpen, dat de anderen in tus, die alle dingen in Zijn hand hun vrije tijd hunkeren naar ont- heeft en bij Wie het bestuur van spanning en geen hoger genot onze wereld met al haar dreiging kennen dan de „movies", de film. veilig is". Luitenant-Generaal Ir Reikichi Tada, van het Keizerlijke Ja panse Leger, schreef in een „Tokio, 19JfS" gedateerd rapport: „Het bestuur van Nederlands-I ndië door de Nederlanders was buitengewoon knap. Verkeersmiddelen, openbare werken en hygiëne werden op grote schaal bevorderd door hun weten schappelijke en technische bekwaamheid. Inzonderheid was de Nederlandse wetenschappelijke irrigatiemethode, die tot boven in het gebergte reikte, er op berekend om Indië selfsupporting te maken op het gebied van de rijst. Gezegend met een gunstig klimaat, gevoegd bij degelijke wetenschappelijke werkwijzen, vormde Nederlands-Indië geen probleem op het gebied van voedselvoorziening en levensonderhoud. De inheemse bevolking beleefde gelukkige dagen onder het Nederlandse bewind. Java hoewel kleiner dan Japan en bovendien nog bergachtig, kon een bevolking van vijftig millioen zielen voeden. De Hollanders zorgden merkwaardig goed voor de Indone sische volkeren. Tweehonderdduizend Nederlanders bestuurden zestig millioen inheemsen, d.w.z. driehonderd inheemseen tegen één Nederlander. De Hollanders richtten hun bewind op het welzijn van de inheemse bevolking: zij maakten de inheemsen selfsupporting, zodat zij in niets tekort kwamen. Met behulp van hun eerste klas wetenschappelijke kennis hebben zij Neder lands-Indië tot ontwikkeling gebracht, de welvaart van de be volking bevorderd door haar te voorzien van voedsel, kleding en onderdak. Het resultaat is, dat het land een paradijs kan worden genoemd, met een wereldrecord op het gebied van be volkingsdichtheid". Aldus schreef Luitenant-Generaal Ir Reikichi Tada van het Keizerlijke Japanse leger, te Tokio in den jare 19Jf3. knipte hij een koord door, dat langs een der muren liep. Het gevolg was, dat een alleraar digste wandschildering tevoor schijn kwam: een romantisch bosgezicht met Prinses Beatrix als sprookjesprinses op de voorgrond In zijn openingsrede noemde Ds Zeijdner het bestaan van dit internaat een stukje van het verjongingsieven der Ned. Herv. Kerk. De zorg voor de varende gemeente heeft zij de laatste jaren energiek aange pakt. Er moet binnen afzienba re tijd ook te Rotterdam zulk een instituut komen en voorts op nog enkele schipperscentra. Ook Dr L. D. Terlaak Poot predikant te 's-Gravenhage en voorzitter van de Raad der va rende Gemeente voerde het woord. Hij verklaarde, dat de scbippersjeugd het gelag moet betalen van het zwervende le ven wat onze varende landge noten leiden. Reeds eerder had de heer G. de Jong vergrijsd in een le ven ten dienste van schippers kinderen een instelling als deze helpen oprichten. Sinds 1938 lag te Amsterdam name lijk het schip „Beatrix", dat aan veertien kinderen een plaats bood. Maar nu het aan tal kinderen zozeer toenam ze komen uit heel West-Euro pa! moest men wel naar een ruimte op de vaste wal omzien. De Ned. Herv. Kerk opende het éferste internaat. (Van onze correspondent). „Wij schippertjes zijn hier al wil een centrum worden van de op ons gemak", zo zóngen de binnenvaart. Vandaar dat deze kinderen van het „Prinses Bea- gemeente, toen de heer G. de trix Internaat" te Amsterdam Jong, voorzitter van het sehool- toen die instelling deze weekfonds voor schipperskinderen werd geopend. Dit is het eerste om ruimte voor een hervormd internaat voor schipperskinde ren, uitgaande van het school fonds vanwege de Ned. Herv. Kerk, dat in ons land geopend wordt. Honderd kinderen kun nen er een plaats vinden. Deze kinderen ontvangen gewoon schoolonderwijs en verblijven daartoe enige tijd in het inter naat. Dit betekent een goede stap vooruit, want totnogtoe was het merendeel van de schipperskinderen alleen maar in staat om „ligplaatsonder- wijs" te genieten. Dat daardoor achterop raakt, voor de hand. De gemeente Amsterdam, die er alles aan doet om Amster dam als havenstad te behouden, internaat kwam vragen, ter stond een schoolgebouw toe wees en wel in de Van Hall straat te Amsterdam-West. In de toekomst hoopt de heer De Jong een schippersinternaat te kunnen bouwen in het vliegenbos te Amsterdam-Noord, welk terrein reeds ter beschikking is. Maar er zal nog wel een jaar of zes overheen gaan, eer men op die - voor schippers zo gunstige plek een internaat ziet verrijzen. Men was al heel men1 blij, dat de school in de Van ligt Hallstraat voor dit doel inge richt kon worden en er moest heel wat werk verzet worden eer de kinderen een waardige ontvangst konden krijgen. Zo voor die mense, om zo d'r jonge thuis te krjjge!" Dat is haar te veel. Is het dan niet veel erger voor haar? Ze steunt zich aan de tafel, die tussen hen staat. Er flitst iets moordadigs in haar blik. Ze heeft nog kracht, om haar arm op te heffen. „Ga weg", sist ze gebiedend. Vóór ze spreekt heeft hij zich al omgewend. Hij verlaat haas tig het huis. Dan zakt ze neer in haar stoel, neergeploft uit de hoogte van haar verontwaardiging, over het zinloze verwijt, dat het mannetje in z'n klaagzang wist te leggen. Dan snikt ze uit, de armen op de tafel gesteund, al het op gekropte leed van de voorbije uren. En aan haar knieën staat de kleine Aay te snikken bij het zien van de tranen van moeder. Later, als de veldwachter langs de weg voorbij gaat, vraagt ze deze naar bijzonderheden. Van hem hoort ze het verhaal van de vreselijke vondst. Ze vraagt, neen smeekt hem haar man hierheen te doen vervoeren. Hier heeft hij het laatste ge woond, hier is zijn thuis. Zijn ouders hebben hem de deur ge wezen. Hoofdschuddend is de man weggelopen. Ze liet zich niet overtuigen in haar zinloze smart. Later zal ze het wel be grijpen, en hem gelijk geven. De volgende nacht hrengt ze Iets over de grondgedachte, de practische uitvoe ring en de omvang der Amerikaanse steunverlening aan de Europese landen. Nederland en België moe ten een aandeel hebben in het Duitse vervoer. Onlusten in Italië. In Gravine heeft een groot aan tal demonstranten een poging gedaan om het bureau van de Italiaanse Christen-democrati sche partij binnen te dringen. Toen daarop geschoten werd, viel er een dode en werden ver scheiden personen gewond. De telefonische en telegrafische ver binding met Gravina werd ver broken. Antwerpen strekt zich uitslui tend uit aan de rechteroever van de Schelde. De linkeroever ligt vrijwel braak en verlaten. Daar vindt men alleen St. Anna-strand, waar vele Antwerpenaren in de zomer gaan zwemmen en zonne baden en waar ook wat bunga lows staan. Alle pogingen om mensen te bewegen, zich hier te vestigen, aldus een correspondent van de „N. R. Crt.", zijn mislukt. De havenarbeiders reizen soms der tig en veertig kilometer per dag om naar hun werk en nadien weer naar huis te gaan, maar ze gaan niet aan de overkant van de Schelde wonen. Goedkope (opge spoten) grond werd te hunner beschikking gesteld: het heeft niet mogen baten. De construc tie van twee tunnels onder de Schelde heeft nauwelijks verbete ring in de toestand gebracht. Daar een flinke strook grond gebied aan de linkeroever tot Antwerpen behoort, zou burge meester Craeybeckx hier toch gaarne een deel van de inwoners van zijn stad vestigen en nu is het plan bij hem ontstaan de ver binding tussen de beide oevers te verbeteren door het bouwen van een hangbrug over de Schelde. Hij is er, met menig ander Antwerpenaar, van overtuigd, dat alleen een brug rechts en links werkelijk zal verenigen. De brug zou zich 45 meter boven de Schelde bij laag water verheffen en twaalf meter breed zijn, zodat vier rijen voertuigen er tezelfder tijd over zouden kunnen rijden en voor voetgangers en fietsers zou er dan nog voldoende piaats zijn. Met tunnels is dit effect niet te verkrijgen. Voetgangers en fietsers zouden de brug langs rol trappen bereiken, voor de voer tuigen zou een serpentine-weg worden aangelegd. Toen de Amerikaanse minis ter van buitemandse zaken, Marshall, op 5 Juli 1947 zijn in middels beroemd geworden rede hield te Harvard, overzag hij waarschijnlijk nog niet de draag wijdte van zijn conceptie. Lang zamerhand is de toen door hem uitgesproken gedachte inzake hulpverlening aan Europa zich gaan kristalliseren in plannen welke de laaste tijd een vastere vorm hebben aangenomen. Dat het de Amerikanen ernst is met hun plannen tot steunverlening aan Europa is gebleken uit de uiteenzetting, welke dienaan gaande door zeer bevoegde Ne derlandse zijde is gegeven. Steunverlening aan Europa. Naar aanleiding van de door de Verenigde Staten voorgeno men hulpverlening, bestaat in sommige kringen in Europa de vrees, dat d e V. S. bij de uit voering van het Marshal-plan invloed zouden willen uitoefe nen op de binnenlandse politiek van Europese landen. In het rapport-Harriman wordt opge merkt, dat Amerika weliswaar het liefst in Europa „free entre- prise" zou zien, doch dat aan de Europese landen niet de eis tot overneming van het systeem van „free entreprise" kan wor den gesteld. De Europese lan den zijn vrij in de ontwikkeling van hun economische politiek, wanneer deze blijft binnen het kader van een vrije democrat! sche regeringsvorm. Wel moet worden opgemerkt, dat de steunverlening door de V.S. on getwijfeld gevolgen zal hebben voor de Europese landen, omdat het Amerikaanse congres ieder jaar opnieuw eredieten voor de ten uitvoerlegging van het plan- Marshall zal moeten toewijzen. Amerika wenst een garantie voor de behoorlijke besteding van de beschikbaar gestelde be dragen en wel voornamelijk in verband met de overweging, dat deze bedragen ten laste van de begroting moeten komen en op deze wijze verantwoord moet worden tegenover de Ameri kaanse belastingbetaler. De praktische uitvoerin Wat de praktische uitvoering betreft zal veel afhangen van de behandeling in het Ameri kaanse congres, waarbij er op dient te worden gewezen, dat de invloed van het congres in de V.S. veel groter is dan van de parlementen in de Europese landen. Nu blijkt de stemming in het congres gelukkig over het algemeen gunstig voor de hulp verlening te zijn, al wordt daar momenteel alles overschaduwd door de voorgestelde anti-infla tiemaatregelen van president Truman. De omvang van de steunverlening. De omvang van de door Ame rika te verstrekken steun was in het Parijse rapport begroot op 22 milliard dollar voor een periode van 4 jaar. De ramingen in het Harri- manrapport variëren van 12 tot 17 milliard dollar, terwijl Mars- wakende door, peinzend over de mogelijkheid om hem toch nog hier te doen begraven, op het kleine kerkhof van Vlietdorp. Anders is hij in zijn dood voor altijd van haar verwijderd. Ze vindt geen andere oplos sing, dan een verzoek daartoe aan de oude Aaks. Zal ze gaan? Ze overweegt daarvoor lange tocht om de Vliet en Vaart heen, naar „Ouderzegen". I Maar ze gaat niet. Ze vindt daar immers toch een gesloten deur! Van 'Toon de Biet komt het uur van de begrafenis weten. Ze gaat de lange weg naar het kerkhof in Zuidveen. Daar staat ze bijna een uur op de koude vlakte, wachtend op de stoet, die haar man naar z'n laatste rustplaats brengen zal. Haar man, ja. Ze kan het niet anders zien. Alleen door de dwaze drijverij van een va der, niet als zodanig door de mensen erkend. Ze houdt zich wat op de ach tergrond, dicht bij een groepje sierheesters. Ze kan het niet helpen, dat de oude Aaks haar toch nog op het laatst ontdekt. Gelukkig. Want nu weet ze meteen, dat zijn gevoelens je gens haar door de dood van zijn zoon niet veranderd zijn. Waarom nodigt hij haar, in het tegenovergestelde geval, niet meer naar z'n woning? Ze hoopt in stilte, Kees bij deze gelegenheid te zien. Moge lijk, dat deze een andere hou ding zou hebben aangenomen. Maar de enige, op wie haar hoop gevestigd was, is er niet. Zijn steeds wankele gezondheid heeft het hem belet Als de stoet vertrokken is, knielt ze een wijle neer aan de open groeve. Maar de komst van de grafmaker doet haar haastig opstaan, en het kerkhof verlaten, alsof ze het ontvlucht. Geen ander gunt ze een blik in haar grote smart. Ze gaat terug, de lange weg over de vier bruggen, de weg, die haar te veel wordt Ze sleept zich verder, Vlietdorp door, angstig gejaagd om het geen ze voorstelt dat te gebeu ren staat. Zo bereikt ze de „Laatste Aanleg", waar ze, bij gebrex aan andere kennissen, de kleine Aay heeft achtergelaten. Nauw is ze de gelagkamer in getreden, of ze wankelt, zoekt steun aan een tafel. De Mottige schiet toe, steunt haar, brengt haar in de woonkamer bij zyn vrouw. Ruwe kerel als hij is, heeft hij toch diep medelijden met deze trieste vrouwenfiguur. En als het blijkt, dat ze de lange weg naar huis niet meer kan gaan, dan is hij de eerste, die voorstelt, dat wat er dan te gebeuren staat, hier maar ge beuren moet. Ze zullen hem nooit nageven, dat hij een vrouw in deze toestand de deur gewezen heeft. hall in zijn rede voor de con gres-commissie onlangs een be drag noemde van 16 a 20 mil liard dollar. Het laatstgenoemde bedrag zal waarschijnlijk wel beslissend worden. De door Amerika te ver strekken hulp zal zoveel moge lijk in de vorm van goederen en zo min mogelijk in de voim van vrije dollars geschieden, hoewel men van Europese zijde gaarne hulp in soepele mone taire vorm zou hebben gezien. De door Amerika te leveren goederen zullen bestaan uit: a. consumptie-artikelen (levens middelen, brandstoffen); b. grondstoffen, welke dienen voor het weer op gang brengen van het Europese productie-appa - raat; c. echte kapitaalgoederen. Een voor het economisch her stel van ons land belangrijke factor, n.l. het Duitse probleem, is ook opgenomen in het kader van het Marshall-plan. In het Parijse rapport is opgemerkt, dat een werkelijke wederop bouw van de Europese econo mie onmogelijk is, indien de Duitse economie hier buiten wordt gelaten. Ook in de V. S. ziet men terdege het belang van het Duitse probleem in. In dit verband is voor ons land nog een passage merk waardig uit het Harriman-rap- port welke recht uoe wederva ren aan het steeds door Neder land en België Ingenomen stand punt, wat het verkeer uit Duits land over de Nederlandse en Belgische havens betreft. Deze passage luidt als volgt: „Nederland en België zijn van mening, dat zij een aandeel moeten hebben in het Duitse vervoer. De Amerikaanse mili taire autoriteiten beweren ech ter, dat de hun ten dienste staande middelen het niet mo gelijk maken om extra dollars uit te geven voor vrachtvervoer. Indien deze aangelegenheid kon worden geregeld zou een hoe veelheid van niet minder dan 10 millioen ton kolen per jaar uit het Ruhrgebied kunnen worden verzonden. In dergelijke geval len, waar onvoldoende midde len van het Amerikaanse mili taire bestuur een beperking be tekenen van de Europese transportfaciliteiten, dienen de V. S. ongetwijfeld het betrek' kelijk geringe aanvullende be drag beschikbaar te stellen, no dig om het normale Rijnverkeer te herstellen. Het zou toch wel de grootste dwaasheid zijn om toe te staan, dat een kleine extra uitgave een verkeersver- betering in de weg staat, welke een aanzienlijke bijdrage zou kunnen leveren voor het her stel van Duitsland en Europa". Het gaat, aldus Fr. Dagbl., niet goed op Java. De ophitsende propaganda van de „regering" in Djokja leidt voortdurend tot excessen. En onze jongens worden het slachtoffer. De dodenlijst wordt lang, al te lang. Hoe lang moet het Neder landse volk dit dragen? Telkens komt weer de droeve tijaing, dat een jonge man in de bloei van zijn leven is weggerukt. Vaak zijn het jonge vrijwilligers, die zich gaven in hoog plichtsbe sef. Als zy vallen, vragen hun ouders terecht: waarvoor? Voor een nationale zaak, voor een rechtvaardige zaak Of zijn zij slachtoffers van een halfslachtige regeringspolitiek, een politiek, die de Repoeblik tegelijk bestrijdt en erkent, de leiders van die Re poeblik veroordeelt en tegelijk mei hen onderhandelen wil, met het gevolg, dat de heren in Djok ja menen, dat zij met het wettig gezag een spel kunnen drijven van brutale provocatie? De Nederlandse Regering is mede verantwoordelijk voor de dood van trouwe zonen van ons volk. Het volk, en bovenal de ver wanten van de jongens aan het front, ze hebben er recht op, dat aan de onzekerheid een einde wordt gemaakt. De Regering, aldus Fr. Dagbl., moet doorzetten, kracht tonen, of zij moet onze jongens van Java terugtrekken. Aan deze halfheid moet een eind komen. Wordt kerftabak goedkoper? „De Tijd" meldt, dat op een in Utrecht gehouden vergadering is besloten per 1 Januari de prijs van kerftabak met 10 pet. te ver lagen. Naar wij van de zijde van het departement vernemen zal de mi nister tegen deze vrijwillige prijs verlaging zeker geen bezwaar hebben. Voorts hebben bedoelde fabri kanten in een telegram aan de minister erop aangedrongen de kerftabak op 1 Jan. vrij te geven. Hieromtrent is, zo vernemen wij, door de minister nog geen be slissing genomen. Hongaarse onafhankelijk heidspartij ontbonden. Het Hongaarse parlement heeft besloten de onafhankelijkheids- partij (oppositie), waarvan Zol- tan Pfeiffer de leider was (Pfeif fer vluchtte naar de V. S.), te ontbinden. Hierdoor is ook de parlementaire onschendbaarheid van de leden dezer partij opge heven. De politie heeft het hoofd kwartier der partij later geslo ten. Hongarije nationaliseert. Na een debat van vier dagen heeft het Hongaarse parlement de wet tot nationalisatie van de grote banken van Hongarije aan genomen, aldus meldt radio Boe dapest. Onze soldaten in Indië. Waneer komen zy terug? De ontwikkeling der gebeurte nissen in Indië heeft geleid tot onvoorziene omstandigheden, wel ke het aflossingsschema, dat voor de aldaar verblijvende troepen ontworpen was, enigszins in de war gestuurd hebben. Dit schema is thans in dier voe ge gewijzigd, dat de reservisten en dienstplichtigen van de KNIL zullen demobiliseren tussen medio December en medio Maart a.s. Te gelijk met hen zal een derde van het beroepspersoneel van het KNIL, dat recht heeft op recupe ratieverlof, gerepatrieerd worden, samen met de 5e compagnie Ge- zagsbataljons in Ned. Indië. Vervolgens zal de beurt zijn aan de eerste vier bataljons O.V.W.-ers, die destijds per „Al cantara" naar Indië vertrokken zijn; hun repatriëring zal einde Maart beëindigd zijn. Het schema volgens,hetwelk de overige onder delen der K.L. gedemobiliseerd zullen worden, zal later worden bekendgemaakt. Tandtechnici veroordeeld Een principiële uitspraak. De Amsterdamse kantonrechter Mr De Hoog, heeft een principiële uitspraak gedaan ten aanzien van een aantal tandtechnici, die zon der daartoe gemachtigd te zijn, het beroep van tandarts uitoefen den. De gedagvaarde tandheelkundi gen werden veroordeeld tot een boete van f 1.of een dag hech tenis. In zijn vonnis overwoog de kan tonrechter, dat het uitoefenen van het beroep van tandarts door tandtechnici als strafbaar dient te worden beschouwd. In overweging werd echter genomen, dat de meeste tandheelkundigen reeds sedert geruime tijd hun praktijk uitoefenden. Derhalve dient de opgelegde minimum-straf te wor den beschouwd als een waarschu wing om in de toekomst straf bare handelingen na te laten. De tandheelkundigen in kwes tie zijn voornemens tegen deze principiële uitspraak hoger be roep aan te tekenen. Uit het leven van HENRY FRANCIS LYTE. Enkele jaren geleden bracht ik mijn vacantie door aan de Zuid kust van Engeland, in de buurt van de Torbay, waar Willem III in 1688 was geland. Het spreekt vanzelf, dat ik ook de plek ging bezoeken, waar de Koning-Stad houder was geland. Een rank mo torbootje bracht mij naar de over zijde van de baai, naar het vis sersplaatsje Brixham, een dorp, ingeklemd tussen de zee en de steile rotsen. Ik zag de steen, waar de Prins zijn voet op had gezet, toen hij aan wal stapte. Hij is nu ingemetseld in de kademuur. Ik vertoefde in de kleine woning, waar hij geschuild had voor de regen van de Novemberstorm, „makende dit huis voor enige ogenblikken tot een Paleis", zoals het opschrift naast de deur zegt. Ik stond bij het standbeeld aan de haven, geflankeerd door scheepskanonnen. En toen wan delde ik langs het steile pad naar Berry-head, de kaap, die de toe gang tot de baai beheerst. Hier, zo luidt het verhaal, heeft eens een dommee van Brixham gestaan, Ds Henry Francis Lyte. Het was in September 1847. Hij was een man, die veel geleden had. Voortdurend werd hij door asthma geweld. Eens had hjj in .drie jaren niet kunnen preken. De laatste winters had hij in Ita lië doorgebracht. Ook nu weer stond hij op het punt, naar het Zuiden te gaan. Het werd zijn laatste reis: 20 November 1847 stierf hij te Nice. Voordat hij vertrok, gaf hij aam zijn dochter een gedicht, het diep aangrijpende Abide with me. Abide with me! fast falls the even tide; The darkness deepens, Lord with me abide! When others helpers fail, and comforts flee, Help of the help-less, O abide with me. BLIJF BIJ MIJ, HEER Blijf bij mij, Heer, want d'avond is nabij. De dag verduistert, Heere, blijf bij mij! Als and're hulp m'ontbreekt, geluk m'ontvliedt, der hulpeloze hulp, verlaat mij niet! Weldra verloopt des levens kort getij, vreugde verdoft, de glorie gaat voorbij. Alles verzinkt, waar ik mij henen keer: Gij houdt Uw trouwe, o blijf bij mij, Heer! 'k Heb U altijd van node, dag en nacht, slechts Uw gena verwint des boze macht. Wie kan als gij mijn gids en sterkte zijn? Blijf bij mij Heer in nacht en zonneschijn! Geen vijand vrees ik, als Gij bjj mij zijt, tranen en leed zijn zonder bitter heid. Waar is, o dood, uw schrik, graf, waar uw eer? Meer dan verwinnaar blijf ik in de Heer. Houd hoog uw kruis voor mijn verdonk'rend oog,: Licht in de schemer, leid mij naar omhoog! De morgen daagt, de schaduw gaat voorbij: in dood en leven, Heer blijf mij nabij! Wij herinneren ons, hoe wij luisterden naar de B.B.C. op de avond, dat koning George V stierf. „De koning is stervende", zei de omroeper. „Laten wij voor hem bidden". Toen zong het koor Abide with me, waarop de radio zweeg. En in Engeland dachten duizenden aan hun koning in een stil gebed. Heeft Lyte dit gedicht gemaakt die Zondagavond, toen hij na zijn laatste preek in September 1847 nog eens een wandeling had ge maakt naar Berry-head? Zijn dochter heeft het zo aangetekend. Maar er was ook een overle vering. dat het gedicht veel ouder was. Dat hij het had gemaakt in 1820, toen hij had gestaan bij het sterfbed van W. A. ie Hunk, die in zijn laatste uur voortdurend had gezegd: Abide with me Een achterkleinzoon van Lyte heeft deze zaak onderzocht. En hij heeft thans een brief van de dichter gepubliceerd, een brief, die gericht was aan „Julia", waarschijnlijk Eleonora Julia Bol ton, de verloofde van Lyte's jong ste zoon. Hrj spreekt er in over zijn vertrouwen op God, die beter voor ons zorgt, dan wij het zelf kunnen doen. Afhankelijk van Hem, vertrouwend op Hem! Dat betekent geen rust, maar activi teit! Gemakkelijk is het niet te leren, het gaat langs moeilijke wegen. In deze geest schrijft hij. Èn dan voegt hij er aan toe: Ik zend u betreffende dit onder werp enige regels, als mijn jong ste ontboezeming. En dan volgen de strophen van Abide with me. De brief is gedateerd 25 Augus tus 1847. Aan het begin van de kerk dienst bij het huwelijk van de kroonprinses van Engeland, werd een hymne gezongen, door haar zelf gekozen. Ook een lied van Lyte: „Praise, my soul, the King of Heaven". Het is weer Lyte, die spreekt, nadat hij gestorven is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 5