IEDERE 3 MINUTEN EEN AUTO.
Ook voor schippers wordt gezorgd.
Wat betekent het plan-Marshall?
Zseuwsch Dagblad
TWEEDE BLAD
Zaterdag 22 November 1947
De mens als onderdeel van
een reusachtige machine.
Strijd
Dc Vle>dz>dand&v>$ in J'zidi'è,
Verklaring van een Japans generaal
Een brug over de
Schelde by Antwerpen.
Verontrustend.
EEN ONSTERFELIJKE HYMNE.
Een verhoord gebed.
Na mijn verblijf in Holland (Michigan) in verband met het Eeuw
feest. had ik het voorrecht twee weken te mogen doorbrengen in
Detroit. Detroit is een van de grote steden van Amerika, met zijn
„subburbs" ongeveer drie millioen inwoners tellend. Langs het Lake
St. Clair zijn prachtige villakwartieren. Midden in de grote Detroit
River ligt het bekoorlijke Bell Isle, een groot eiland met een park
van afmetingen, zoals men in Holland niet kent. 's Avonds is één
der attracties daar de grote, geïllumineerde en altijd springende
fontein, midden In een enorm monument.
Op een Zaterdagavond, toen het erg warm was, was een aan
zienlijk deel van de bevolking daarheen getrokken. Blank en bruin
brachten daar „pick-nlckend" heel hun week-end door. Slapen
deden ze in een deken gewikkeld, langs de rivier. Op de vijvers
voeren gondels. Rond de pick-nicktafels, die er overal stonden,
zag men de aardigste familiegroepen verzameld. Een gezellig
natuurfeest.
In het hart van de stad verrij
zen de geweldige sky-scrapers
wolkenkrabberswaaronder de
Penobscott-building met niet min
der dan acht en veertig verdie
pingen. Hier krijgt het begrip
grote stad" pas recht inhoud
voor ons. Maar Detroit dankt zijn
naam vooral aan de „cars", de
auto's. Detroit is een auto-stad
bg uitnemendheid in Amerika. De
Hudson, de Chrysler, de Soto,
worden er gefabriceerd. Maar
speciaal is Detroit de stad van
Henry Ford. Het grootste bedrijf
van Detroit is het nog niet.
De „General Motors" heeft
300.000 man aan het werk. Maar
Ford dan toch in ieder geval
120.000. Een bezoek aan zo'n be
drijf is wel de moeite waard. Dan
komt men onder de indruk van
wat de moderne industrie nu
eigenlijk is. Welnu, de gelegen
heid daartoe staat elke dag open:
zonder enige kosten, soms nog
gratis lunch toe. Dat is immer3
reclame.
De Ford-Rotonde.
Wie de Ford-factories wil zien,
gaat eerst naar de grote Ford-
Rotonde: een reusachtige ronde
kuil, die 's avonds fantastisch m
alle kleuren van de regenboog
verlicht is. Daarin zijn de kanto
ren gevestigd. Een toonbeeld van
orde en regelmaat! Je krijgt daar
je „permit", je bewijs van toe
gang. Enige autobussen komen
voor om de bezoekers op te halen
en dan gaat het eerst de enorme
terreinen over. Je ziet de plaats,
waar de schepen met erts aan
komen. De bergen erts zie je lig
gen, Even verder loopt het gloei
ende in brede stromen uit de
ovens in stenen reservoirs. Dan
komen de eigenlijke fabrieken.
Eerst is er de fabriek, waar de
onderdelen, van de kleinste tot
de grootste worden gemaakt. Al
les aan de lopende band. Je ziet
de motoren langzaam groeien, tot
ze gereed zijn. En dan de eigenlij
ke autofabriek! Weer de zware
lopende banden. Het begint met
het opleggen van de chassis. En
dan komt, stuk voor stuk, alles
erop en eraan. Een hele carosserie
komt kant en klaar uit de lucht
vallen. Elk schroefje en moertje
vindt een man, die er voor zorgt.
En na ongeveer een kwartier zie
je de auto, met olie en benzine
erin, wegrijden naar de controle.
Elke twee a drie minuten komt
er zo op elke lopende band één
klaar. Een prestatie van het men-
selgk vernuft om bij te duizelen
Wat vereist dat een organisatie!
Hier mag niets haperen. En hier
hapert ook niets. Hier sluit alles
in en aan elkaar. Prachtig! Maar
toch ook tegelijk huiveringwek
kend.
'k Wandelde de fabriek door
met een van mijn Detroitse vrien
den, een voortreffelijk leerling
van ds Sikkel uit Amsterdam, een
van de vaders van de Christel gk-
•iale beweging.
Ten top gedreven mecha
nisatie.
Heel zijn ziel kwam tegen dit
systeem in opstand. En ik kan het
begrijpen. Hebben deze arbeiders
het goed? In zekere zin ja. Ze
verdienen uitstekend. Er wordt
van allerlei gedaan om hun leven
te veraangenamen. Ze wonen in
keurige huisjes en rgden allen
met hun eigen „car". Maar de
acht uur, dat ze hier moeten wer
ken zijn ze in een sfeer, die ons
toch aan een hel herinnert. Niet
alleen door die geweldige vuren,
maar ook door dat duizelingwek
kende gewirwar van eindeloze lo
pende banden, waar ze allen hun
vaste plaats hebben, bruinen en
blanken, ouden en jongen, ook een
aantal vrouwen en jonge meisjes,
duizenden en nog eens duizenden
in lange, bijna onafzienbare rijen,
En allen hebben ze heel de dag
weer opnieuw, niets dan een en
dezelfde handgreep te verrichten,
met een electrische schroeven
draaier één moer vast te draaien,
één stang om te draaien, één gat
te boren enz. Al die mensen zijn
daar heel de dag niets dan een
nummer, dan onderdelen van die
ene kolossale machinerie. Denken
kunnen ze niet. Want doorlopend
moet hun aandacht gespannen
zijn. Overmatig lang werken ze
niet. Maar in die uren wordt er
bij hen ook alles uitgehaald wat er
Fenilleton.
door H. Lourense.
50) o—
Het eerste glanzen van de
nieuwe dag vindt haar op het
steigertje, achter het huis. Ze
ziet uit naar alle kanten, speu
rend naar een bootje in de vale
nevels, die het water op dez,
kille wintermorgen bedekken.
Eindelijk, na een eindeloos
wachten waarin de wanhoop
haar schier verworgt, komt het
f kruikie schijnbaar toeval
hg de Straatweg af, uit Vliet-
dorp.
Ze liet hem binnen, hoewel
ze een onbestemde afkeer van
het onbenullige mannetje heeft.
Hij staat in de deur, zwijgend,
Zijn het ogenblikken, zijn he
uren?
Ze weet het niet, ze kan de
stilte niet meer dragen.
„Man spreek dan toch", krijt
ze, „je maakt me gek."
Dan spreekt hij, komt eerst
een paar passen de kamer in.
Ze weet al wat er komen
gaat, maar ze wil het toch horen.
„Ze hebben 'um gevonde, in
z'n boot."
Hij schrikt van haar wanho
pige blik, zwijgt weer.
„Spreek", roept ze dreigend.
„Zo ik zeg, in z'n bootje,
dood."
„Waar", hijgt ze.
..Vlak bij z'n ouwers, 't is wat
Prof. Dr G. Brillenburg-
Wurth die enige tijd in Ameri
ka heeft vertoefd, schreef een
artikel met reisindrukken die
hij daar heeft opgedaan. Hij
vertelt van een bezoek aan de
Fordfabrieken.
Geheime angst.
Maar ook wat kan in deze zie
len onbewust een nihilisme ge
kweekt worden, een twijfel aan
alle levenswaarden. Communisten
zijn de meesten van deze mensen
nog niet. Maar is de geestelijke
bodem, waarop dit kan groeien
niet in aanzienlijke mate aanwe-
moesten de kamertjes voor zus
ters uit kolenhokken worden
geformeerd; maar het is piek
fijn voor elkaar gekomen.
Koninklijke belangstelling.
In verband met hun verblijf
in Londen konden de Prinses-
Regentes en Prins Bernhard de
opening van het schoolgebouw,
dat naar hun dochter Beatrix
werd genoemd, niet bijwonen.
Maar zij hadden per brief ge
lukwensen uitgebracht. Ook
van H. M. de Koningin kwam
een schrijven binnen.
Ds W. A. Zeijdner, praeses
van de Generale Synode der Ned.
zig 't Is geen wonder dat Ame- I Herv. Kerk, verrichtte de ope-
rika huivert voor Rusland. Het ningsplechtigheid. Daartoe
Amerikaanse leven is boetend.
Hier is levensvolheid, levensweel-
de. Maar op de achtergrond loert
lets van een geheime angst voor
wat in Rusland aan het groeien
is.
Dezer dagen maakte ik in het
imponerende Statlerhotei in De
troit een Rotarylunch mee. Vijf
honderd mensen namen hier aan
deel. Een Amerikaanse clergy
man, die een half jaar in Frank
rijk geweest was vertelde daar
over de opstand van het Franse
communisme. Frappant was de
vreemde spanning, die zich toen
op het gelaat van al die luchtige,
opgewekte Amerikanen uit de
upper-ten van Detroit vertoonde.
Amerika voelt al wordt het
niet uitgesproken de dreiging
die in de lucht zit.
Op een avond hadden wij een
kring van fijne, sympathieke
Christenen hier bij elkaar. Zij
durfden het wel uit te spreken.
Eén van hen, dezelfde die mij in
de Ford-fabrieken vergezelde zei-
de: „Wij zien het leven van Ame-
in zit. Wat moet voor de Chris
tenen onder hen de Zondag een rika van deze dagen in het licht
weidaad zijn! En wat lhat het van de Openbaringen, van Chris-
zich begrijpen, dat de anderen in tus, die alle dingen in Zijn hand
hun vrije tijd hunkeren naar ont- heeft en bij Wie het bestuur van
spanning en geen hoger genot onze wereld met al haar dreiging
kennen dan de „movies", de film. veilig is".
Luitenant-Generaal Ir Reikichi Tada, van het Keizerlijke Ja
panse Leger, schreef in een „Tokio, 19JfS" gedateerd rapport:
„Het bestuur van Nederlands-I ndië door de Nederlanders was
buitengewoon knap. Verkeersmiddelen, openbare werken en
hygiëne werden op grote schaal bevorderd door hun weten
schappelijke en technische bekwaamheid. Inzonderheid was de
Nederlandse wetenschappelijke irrigatiemethode, die tot boven
in het gebergte reikte, er op berekend om Indië selfsupporting
te maken op het gebied van de rijst. Gezegend met een gunstig
klimaat, gevoegd bij degelijke wetenschappelijke werkwijzen,
vormde Nederlands-Indië geen probleem op het gebied van
voedselvoorziening en levensonderhoud. De inheemse bevolking
beleefde gelukkige dagen onder het Nederlandse bewind. Java
hoewel kleiner dan Japan en bovendien nog bergachtig, kon
een bevolking van vijftig millioen zielen voeden.
De Hollanders zorgden merkwaardig goed voor de Indone
sische volkeren. Tweehonderdduizend Nederlanders bestuurden
zestig millioen inheemsen, d.w.z. driehonderd inheemseen tegen
één Nederlander. De Hollanders richtten hun bewind op het
welzijn van de inheemse bevolking: zij maakten de inheemsen
selfsupporting, zodat zij in niets tekort kwamen. Met behulp
van hun eerste klas wetenschappelijke kennis hebben zij Neder
lands-Indië tot ontwikkeling gebracht, de welvaart van de be
volking bevorderd door haar te voorzien van voedsel, kleding
en onderdak. Het resultaat is, dat het land een paradijs kan
worden genoemd, met een wereldrecord op het gebied van be
volkingsdichtheid".
Aldus schreef Luitenant-Generaal Ir Reikichi Tada van het
Keizerlijke Japanse leger, te Tokio in den jare 19Jf3.
knipte hij een koord door, dat
langs een der muren liep. Het
gevolg was, dat een alleraar
digste wandschildering tevoor
schijn kwam: een romantisch
bosgezicht met Prinses Beatrix
als sprookjesprinses op de
voorgrond
In zijn openingsrede noemde
Ds Zeijdner het bestaan van dit
internaat een stukje van het
verjongingsieven der Ned.
Herv. Kerk. De zorg voor de
varende gemeente heeft zij de
laatste jaren energiek aange
pakt. Er moet binnen afzienba
re tijd ook te Rotterdam zulk
een instituut komen en voorts
op nog enkele schipperscentra.
Ook Dr L. D. Terlaak Poot
predikant te 's-Gravenhage en
voorzitter van de Raad der va
rende Gemeente voerde het
woord. Hij verklaarde, dat de
scbippersjeugd het gelag moet
betalen van het zwervende le
ven wat onze varende landge
noten leiden.
Reeds eerder had de heer G.
de Jong vergrijsd in een le
ven ten dienste van schippers
kinderen een instelling als
deze helpen oprichten. Sinds
1938 lag te Amsterdam name
lijk het schip „Beatrix", dat
aan veertien kinderen een
plaats bood. Maar nu het aan
tal kinderen zozeer toenam
ze komen uit heel West-Euro
pa! moest men wel naar een
ruimte op de vaste wal omzien.
De Ned. Herv. Kerk opende het éferste internaat.
(Van onze correspondent).
„Wij schippertjes zijn hier al wil een centrum worden van de
op ons gemak", zo zóngen de binnenvaart. Vandaar dat deze
kinderen van het „Prinses Bea- gemeente, toen de heer G. de
trix Internaat" te Amsterdam Jong, voorzitter van het sehool-
toen die instelling deze weekfonds voor schipperskinderen
werd geopend. Dit is het eerste om ruimte voor een hervormd
internaat voor schipperskinde
ren, uitgaande van het school
fonds vanwege de Ned. Herv.
Kerk, dat in ons land geopend
wordt. Honderd kinderen kun
nen er een plaats vinden. Deze
kinderen ontvangen gewoon
schoolonderwijs en verblijven
daartoe enige tijd in het inter
naat. Dit betekent een goede
stap vooruit, want totnogtoe
was het merendeel van de
schipperskinderen alleen maar
in staat om „ligplaatsonder-
wijs" te genieten. Dat
daardoor achterop raakt,
voor de hand.
De gemeente Amsterdam, die
er alles aan doet om Amster
dam als havenstad te behouden,
internaat kwam vragen, ter
stond een schoolgebouw toe
wees en wel in de Van Hall
straat te Amsterdam-West. In
de toekomst hoopt de heer De
Jong een schippersinternaat te
kunnen bouwen in het vliegenbos
te Amsterdam-Noord, welk
terrein reeds ter beschikking is.
Maar er zal nog wel een jaar
of zes overheen gaan, eer men
op die - voor schippers zo
gunstige plek een internaat
ziet verrijzen. Men was al heel
men1 blij, dat de school in de Van
ligt Hallstraat voor dit doel inge
richt kon worden en er moest
heel wat werk verzet worden
eer de kinderen een waardige
ontvangst konden krijgen. Zo
voor die mense, om zo d'r jonge
thuis te krjjge!"
Dat is haar te veel.
Is het dan niet veel erger
voor haar?
Ze steunt zich aan de tafel,
die tussen hen staat.
Er flitst iets moordadigs in
haar blik. Ze heeft nog kracht,
om haar arm op te heffen.
„Ga weg", sist ze gebiedend.
Vóór ze spreekt heeft hij zich
al omgewend. Hij verlaat haas
tig het huis.
Dan zakt ze neer in haar
stoel, neergeploft uit de hoogte
van haar verontwaardiging,
over het zinloze verwijt, dat
het mannetje in z'n klaagzang
wist te leggen.
Dan snikt ze uit, de armen
op de tafel gesteund, al het op
gekropte leed van de voorbije
uren. En aan haar knieën staat
de kleine Aay te snikken bij het
zien van de tranen van moeder.
Later, als de veldwachter langs
de weg voorbij gaat, vraagt ze
deze naar bijzonderheden. Van
hem hoort ze het verhaal van
de vreselijke vondst. Ze vraagt,
neen smeekt hem haar man
hierheen te doen vervoeren.
Hier heeft hij het laatste ge
woond, hier is zijn thuis. Zijn
ouders hebben hem de deur ge
wezen.
Hoofdschuddend is de man
weggelopen. Ze liet zich niet
overtuigen in haar zinloze
smart. Later zal ze het wel be
grijpen, en hem gelijk geven.
De volgende nacht hrengt ze
Iets over de grondgedachte, de practische uitvoe
ring en de omvang der Amerikaanse steunverlening
aan de Europese landen. Nederland en België moe
ten een aandeel hebben in het Duitse vervoer.
Onlusten in Italië.
In Gravine heeft een groot aan
tal demonstranten een poging
gedaan om het bureau van de
Italiaanse Christen-democrati
sche partij binnen te dringen.
Toen daarop geschoten werd,
viel er een dode en werden ver
scheiden personen gewond. De
telefonische en telegrafische ver
binding met Gravina werd ver
broken.
Antwerpen strekt zich uitslui
tend uit aan de rechteroever van
de Schelde. De linkeroever ligt
vrijwel braak en verlaten. Daar
vindt men alleen St. Anna-strand,
waar vele Antwerpenaren in de
zomer gaan zwemmen en zonne
baden en waar ook wat bunga
lows staan.
Alle pogingen om mensen te
bewegen, zich hier te vestigen,
aldus een correspondent van de
„N. R. Crt.", zijn mislukt. De
havenarbeiders reizen soms der
tig en veertig kilometer per dag
om naar hun werk en nadien weer
naar huis te gaan, maar ze gaan
niet aan de overkant van de
Schelde wonen. Goedkope (opge
spoten) grond werd te hunner
beschikking gesteld: het heeft
niet mogen baten. De construc
tie van twee tunnels onder de
Schelde heeft nauwelijks verbete
ring in de toestand gebracht.
Daar een flinke strook grond
gebied aan de linkeroever tot
Antwerpen behoort, zou burge
meester Craeybeckx hier toch
gaarne een deel van de inwoners
van zijn stad vestigen en nu is
het plan bij hem ontstaan de ver
binding tussen de beide oevers te
verbeteren door het bouwen van
een hangbrug over de Schelde.
Hij is er, met menig ander
Antwerpenaar, van overtuigd, dat
alleen een brug rechts en links
werkelijk zal verenigen. De brug
zou zich 45 meter boven de
Schelde bij laag water verheffen
en twaalf meter breed zijn, zodat
vier rijen voertuigen er tezelfder
tijd over zouden kunnen rijden
en voor voetgangers en fietsers
zou er dan nog voldoende piaats
zijn. Met tunnels is dit effect niet
te verkrijgen. Voetgangers en
fietsers zouden de brug langs rol
trappen bereiken, voor de voer
tuigen zou een serpentine-weg
worden aangelegd.
Toen de Amerikaanse minis
ter van buitemandse zaken,
Marshall, op 5 Juli 1947 zijn in
middels beroemd geworden rede
hield te Harvard, overzag hij
waarschijnlijk nog niet de draag
wijdte van zijn conceptie. Lang
zamerhand is de toen door hem
uitgesproken gedachte inzake
hulpverlening aan Europa zich
gaan kristalliseren in plannen
welke de laaste tijd een vastere
vorm hebben aangenomen. Dat
het de Amerikanen ernst is met
hun plannen tot steunverlening
aan Europa is gebleken uit de
uiteenzetting, welke dienaan
gaande door zeer bevoegde Ne
derlandse zijde is gegeven.
Steunverlening aan Europa.
Naar aanleiding van de door
de Verenigde Staten voorgeno
men hulpverlening, bestaat in
sommige kringen in Europa de
vrees, dat d e V. S. bij de uit
voering van het Marshal-plan
invloed zouden willen uitoefe
nen op de binnenlandse politiek
van Europese landen. In het
rapport-Harriman wordt opge
merkt, dat Amerika weliswaar
het liefst in Europa „free entre-
prise" zou zien, doch dat aan
de Europese landen niet de eis
tot overneming van het systeem
van „free entreprise" kan wor
den gesteld. De Europese lan
den zijn vrij in de ontwikkeling
van hun economische politiek,
wanneer deze blijft binnen het
kader van een vrije democrat!
sche regeringsvorm. Wel moet
worden opgemerkt, dat de
steunverlening door de V.S. on
getwijfeld gevolgen zal hebben
voor de Europese landen, omdat
het Amerikaanse congres ieder
jaar opnieuw eredieten voor de
ten uitvoerlegging van het plan-
Marshall zal moeten toewijzen.
Amerika wenst een garantie
voor de behoorlijke besteding
van de beschikbaar gestelde be
dragen en wel voornamelijk in
verband met de overweging,
dat deze bedragen ten laste van
de begroting moeten komen en
op deze wijze verantwoord moet
worden tegenover de Ameri
kaanse belastingbetaler.
De praktische uitvoerin
Wat de praktische uitvoering
betreft zal veel afhangen van
de behandeling in het Ameri
kaanse congres, waarbij er op
dient te worden gewezen, dat
de invloed van het congres in
de V.S. veel groter is dan van
de parlementen in de Europese
landen. Nu blijkt de stemming
in het congres gelukkig over het
algemeen gunstig voor de hulp
verlening te zijn, al wordt daar
momenteel alles overschaduwd
door de voorgestelde anti-infla
tiemaatregelen van president
Truman.
De omvang van de
steunverlening.
De omvang van de door Ame
rika te verstrekken steun was
in het Parijse rapport begroot
op 22 milliard dollar voor een
periode van 4 jaar.
De ramingen in het Harri-
manrapport variëren van 12 tot
17 milliard dollar, terwijl Mars-
wakende door, peinzend over de
mogelijkheid om hem toch nog
hier te doen begraven, op het
kleine kerkhof van Vlietdorp.
Anders is hij in zijn dood voor
altijd van haar verwijderd.
Ze vindt geen andere oplos
sing, dan een verzoek daartoe
aan de oude Aaks.
Zal ze gaan?
Ze overweegt daarvoor
lange tocht om de Vliet en
Vaart heen, naar „Ouderzegen".
I Maar ze gaat niet.
Ze vindt daar immers toch
een gesloten deur!
Van 'Toon de Biet komt
het uur van de begrafenis
weten.
Ze gaat de lange weg naar het
kerkhof in Zuidveen.
Daar staat ze bijna een uur
op de koude vlakte, wachtend
op de stoet, die haar man naar
z'n laatste rustplaats brengen
zal. Haar man, ja. Ze kan het
niet anders zien. Alleen door
de dwaze drijverij van een va
der, niet als zodanig door de
mensen erkend.
Ze houdt zich wat op de ach
tergrond, dicht bij een groepje
sierheesters. Ze kan het niet
helpen, dat de oude Aaks haar
toch nog op het laatst ontdekt.
Gelukkig. Want nu weet ze
meteen, dat zijn gevoelens je
gens haar door de dood van zijn
zoon niet veranderd zijn.
Waarom nodigt hij haar, in
het tegenovergestelde geval,
niet meer naar z'n woning?
Ze hoopt in stilte, Kees bij
deze gelegenheid te zien. Moge
lijk, dat deze een andere hou
ding zou hebben aangenomen.
Maar de enige, op wie haar
hoop gevestigd was, is er niet.
Zijn steeds wankele gezondheid
heeft het hem belet
Als de stoet vertrokken is,
knielt ze een wijle neer aan de
open groeve. Maar de komst
van de grafmaker doet haar
haastig opstaan, en het kerkhof
verlaten, alsof ze het ontvlucht.
Geen ander gunt ze een blik in
haar grote smart.
Ze gaat terug, de lange weg
over de vier bruggen, de weg,
die haar te veel wordt Ze
sleept zich verder, Vlietdorp
door, angstig gejaagd om het
geen ze voorstelt dat te gebeu
ren staat.
Zo bereikt ze de „Laatste
Aanleg", waar ze, bij gebrex
aan andere kennissen, de kleine
Aay heeft achtergelaten.
Nauw is ze de gelagkamer in
getreden, of ze wankelt, zoekt
steun aan een tafel. De Mottige
schiet toe, steunt haar, brengt
haar in de woonkamer bij zyn
vrouw. Ruwe kerel als hij is,
heeft hij toch diep medelijden
met deze trieste vrouwenfiguur.
En als het blijkt, dat ze de
lange weg naar huis niet meer
kan gaan, dan is hij de eerste,
die voorstelt, dat wat er dan te
gebeuren staat, hier maar ge
beuren moet. Ze zullen hem
nooit nageven, dat hij een
vrouw in deze toestand de deur
gewezen heeft.
hall in zijn rede voor de con
gres-commissie onlangs een be
drag noemde van 16 a 20 mil
liard dollar. Het laatstgenoemde
bedrag zal waarschijnlijk wel
beslissend worden.
De door Amerika te ver
strekken hulp zal zoveel moge
lijk in de vorm van goederen
en zo min mogelijk in de voim
van vrije dollars geschieden,
hoewel men van Europese zijde
gaarne hulp in soepele mone
taire vorm zou hebben gezien.
De door Amerika te leveren
goederen zullen bestaan uit: a.
consumptie-artikelen (levens
middelen, brandstoffen); b.
grondstoffen, welke dienen voor
het weer op gang brengen van
het Europese productie-appa -
raat; c. echte kapitaalgoederen.
Een voor het economisch her
stel van ons land belangrijke
factor, n.l. het Duitse probleem,
is ook opgenomen in het kader
van het Marshall-plan. In het
Parijse rapport is opgemerkt,
dat een werkelijke wederop
bouw van de Europese econo
mie onmogelijk is, indien de
Duitse economie hier buiten
wordt gelaten. Ook in de V. S.
ziet men terdege het belang van
het Duitse probleem in.
In dit verband is voor ons
land nog een passage merk
waardig uit het Harriman-rap-
port welke recht uoe wederva
ren aan het steeds door Neder
land en België Ingenomen stand
punt, wat het verkeer uit Duits
land over de Nederlandse en
Belgische havens betreft. Deze
passage luidt als volgt:
„Nederland en België zijn van
mening, dat zij een aandeel
moeten hebben in het Duitse
vervoer. De Amerikaanse mili
taire autoriteiten beweren ech
ter, dat de hun ten dienste
staande middelen het niet mo
gelijk maken om extra dollars
uit te geven voor vrachtvervoer.
Indien deze aangelegenheid kon
worden geregeld zou een hoe
veelheid van niet minder dan 10
millioen ton kolen per jaar uit
het Ruhrgebied kunnen worden
verzonden. In dergelijke geval
len, waar onvoldoende midde
len van het Amerikaanse mili
taire bestuur een beperking be
tekenen van de Europese
transportfaciliteiten, dienen de
V. S. ongetwijfeld het betrek'
kelijk geringe aanvullende be
drag beschikbaar te stellen, no
dig om het normale Rijnverkeer
te herstellen. Het zou toch wel
de grootste dwaasheid zijn om
toe te staan, dat een kleine
extra uitgave een verkeersver-
betering in de weg staat, welke
een aanzienlijke bijdrage zou
kunnen leveren voor het her
stel van Duitsland en Europa".
Het gaat, aldus Fr. Dagbl., niet
goed op Java.
De ophitsende propaganda van
de „regering" in Djokja leidt
voortdurend tot excessen. En onze
jongens worden het slachtoffer.
De dodenlijst wordt lang, al te
lang. Hoe lang moet het Neder
landse volk dit dragen?
Telkens komt weer de droeve
tijaing, dat een jonge man in de
bloei van zijn leven is weggerukt.
Vaak zijn het jonge vrijwilligers,
die zich gaven in hoog plichtsbe
sef.
Als zy vallen, vragen hun
ouders terecht: waarvoor? Voor
een nationale zaak, voor een
rechtvaardige zaak Of zijn zij
slachtoffers van een halfslachtige
regeringspolitiek, een politiek,
die de Repoeblik tegelijk bestrijdt
en erkent, de leiders van die Re
poeblik veroordeelt en tegelijk
mei hen onderhandelen wil, met
het gevolg, dat de heren in Djok
ja menen, dat zij met het wettig
gezag een spel kunnen drijven van
brutale provocatie?
De Nederlandse Regering is
mede verantwoordelijk voor de
dood van trouwe zonen van ons
volk.
Het volk, en bovenal de ver
wanten van de jongens aan het
front, ze hebben er recht op, dat
aan de onzekerheid een einde
wordt gemaakt.
De Regering, aldus Fr. Dagbl.,
moet doorzetten, kracht tonen, of
zij moet onze jongens van Java
terugtrekken. Aan deze halfheid
moet een eind komen.
Wordt kerftabak
goedkoper?
„De Tijd" meldt, dat op een in
Utrecht gehouden vergadering is
besloten per 1 Januari de prijs
van kerftabak met 10 pet. te ver
lagen.
Naar wij van de zijde van het
departement vernemen zal de mi
nister tegen deze vrijwillige prijs
verlaging zeker geen bezwaar
hebben.
Voorts hebben bedoelde fabri
kanten in een telegram aan de
minister erop aangedrongen de
kerftabak op 1 Jan. vrij te geven.
Hieromtrent is, zo vernemen wij,
door de minister nog geen be
slissing genomen.
Hongaarse onafhankelijk
heidspartij ontbonden.
Het Hongaarse parlement heeft
besloten de onafhankelijkheids-
partij (oppositie), waarvan Zol-
tan Pfeiffer de leider was (Pfeif
fer vluchtte naar de V. S.), te
ontbinden. Hierdoor is ook de
parlementaire onschendbaarheid
van de leden dezer partij opge
heven. De politie heeft het hoofd
kwartier der partij later geslo
ten.
Hongarije nationaliseert.
Na een debat van vier dagen
heeft het Hongaarse parlement
de wet tot nationalisatie van de
grote banken van Hongarije aan
genomen, aldus meldt radio Boe
dapest.
Onze soldaten in Indië.
Waneer komen zy terug?
De ontwikkeling der gebeurte
nissen in Indië heeft geleid tot
onvoorziene omstandigheden, wel
ke het aflossingsschema, dat voor
de aldaar verblijvende troepen
ontworpen was, enigszins in de
war gestuurd hebben.
Dit schema is thans in dier voe
ge gewijzigd, dat de reservisten
en dienstplichtigen van de KNIL
zullen demobiliseren tussen medio
December en medio Maart a.s. Te
gelijk met hen zal een derde van
het beroepspersoneel van het
KNIL, dat recht heeft op recupe
ratieverlof, gerepatrieerd worden,
samen met de 5e compagnie Ge-
zagsbataljons in Ned. Indië.
Vervolgens zal de beurt zijn
aan de eerste vier bataljons
O.V.W.-ers, die destijds per „Al
cantara" naar Indië vertrokken
zijn; hun repatriëring zal einde
Maart beëindigd zijn. Het schema
volgens,hetwelk de overige onder
delen der K.L. gedemobiliseerd
zullen worden, zal later worden
bekendgemaakt.
Tandtechnici veroordeeld
Een principiële uitspraak.
De Amsterdamse kantonrechter
Mr De Hoog, heeft een principiële
uitspraak gedaan ten aanzien van
een aantal tandtechnici, die zon
der daartoe gemachtigd te zijn,
het beroep van tandarts uitoefen
den.
De gedagvaarde tandheelkundi
gen werden veroordeeld tot een
boete van f 1.of een dag hech
tenis.
In zijn vonnis overwoog de kan
tonrechter, dat het uitoefenen van
het beroep van tandarts door
tandtechnici als strafbaar dient te
worden beschouwd. In overweging
werd echter genomen, dat de
meeste tandheelkundigen reeds
sedert geruime tijd hun praktijk
uitoefenden. Derhalve dient de
opgelegde minimum-straf te wor
den beschouwd als een waarschu
wing om in de toekomst straf
bare handelingen na te laten.
De tandheelkundigen in kwes
tie zijn voornemens tegen deze
principiële uitspraak hoger be
roep aan te tekenen.
Uit het leven van HENRY FRANCIS LYTE.
Enkele jaren geleden bracht ik
mijn vacantie door aan de Zuid
kust van Engeland, in de buurt
van de Torbay, waar Willem III
in 1688 was geland. Het spreekt
vanzelf, dat ik ook de plek ging
bezoeken, waar de Koning-Stad
houder was geland. Een rank mo
torbootje bracht mij naar de over
zijde van de baai, naar het vis
sersplaatsje Brixham, een dorp,
ingeklemd tussen de zee en de
steile rotsen. Ik zag de steen,
waar de Prins zijn voet op had
gezet, toen hij aan wal stapte. Hij
is nu ingemetseld in de kademuur.
Ik vertoefde in de kleine woning,
waar hij geschuild had voor de
regen van de Novemberstorm,
„makende dit huis voor enige
ogenblikken tot een Paleis", zoals
het opschrift naast de deur zegt.
Ik stond bij het standbeeld aan
de haven, geflankeerd door
scheepskanonnen. En toen wan
delde ik langs het steile pad naar
Berry-head, de kaap, die de toe
gang tot de baai beheerst.
Hier, zo luidt het verhaal, heeft
eens een dommee van Brixham
gestaan, Ds Henry Francis Lyte.
Het was in September 1847. Hij
was een man, die veel geleden
had. Voortdurend werd hij door
asthma geweld. Eens had hjj in
.drie jaren niet kunnen preken.
De laatste winters had hij in Ita
lië doorgebracht. Ook nu weer
stond hij op het punt, naar het
Zuiden te gaan. Het werd zijn
laatste reis: 20 November 1847
stierf hij te Nice.
Voordat hij vertrok, gaf hij aam
zijn dochter een gedicht, het diep
aangrijpende Abide with me.
Abide with me! fast falls the
even tide;
The darkness deepens, Lord with
me abide!
When others helpers fail, and
comforts flee,
Help of the help-less, O abide
with me.
BLIJF BIJ MIJ, HEER
Blijf bij mij, Heer, want d'avond
is nabij.
De dag verduistert, Heere, blijf
bij mij!
Als and're hulp m'ontbreekt,
geluk m'ontvliedt,
der hulpeloze hulp, verlaat
mij niet!
Weldra verloopt des levens kort
getij,
vreugde verdoft, de glorie gaat
voorbij.
Alles verzinkt, waar ik mij henen
keer:
Gij houdt Uw trouwe, o blijf
bij mij, Heer!
'k Heb U altijd van node, dag
en nacht,
slechts Uw gena verwint des
boze macht.
Wie kan als gij mijn gids en
sterkte zijn?
Blijf bij mij Heer in nacht en
zonneschijn!
Geen vijand vrees ik, als Gij bjj
mij zijt,
tranen en leed zijn zonder bitter
heid.
Waar is, o dood, uw schrik, graf,
waar uw eer?
Meer dan verwinnaar blijf ik in
de Heer.
Houd hoog uw kruis voor mijn
verdonk'rend oog,:
Licht in de schemer, leid mij naar
omhoog!
De morgen daagt, de schaduw
gaat voorbij:
in dood en leven, Heer blijf mij
nabij!
Wij herinneren ons, hoe wij
luisterden naar de B.B.C. op de
avond, dat koning George V
stierf. „De koning is stervende",
zei de omroeper. „Laten wij voor
hem bidden". Toen zong het koor
Abide with me, waarop de radio
zweeg. En in Engeland dachten
duizenden aan hun koning in een
stil gebed.
Heeft Lyte dit gedicht gemaakt
die Zondagavond, toen hij na zijn
laatste preek in September 1847
nog eens een wandeling had ge
maakt naar Berry-head? Zijn
dochter heeft het zo aangetekend.
Maar er was ook een overle
vering. dat het gedicht veel ouder
was. Dat hij het had gemaakt in
1820, toen hij had gestaan bij het
sterfbed van W. A. ie Hunk, die
in zijn laatste uur voortdurend
had gezegd:
Abide with me
Een achterkleinzoon van Lyte
heeft deze zaak onderzocht. En
hij heeft thans een brief van de
dichter gepubliceerd, een brief,
die gericht was aan „Julia",
waarschijnlijk Eleonora Julia Bol
ton, de verloofde van Lyte's jong
ste zoon. Hrj spreekt er in over
zijn vertrouwen op God, die beter
voor ons zorgt, dan wij het zelf
kunnen doen. Afhankelijk van
Hem, vertrouwend op Hem! Dat
betekent geen rust, maar activi
teit! Gemakkelijk is het niet te
leren, het gaat langs moeilijke
wegen. In deze geest schrijft hij.
Èn dan voegt hij er aan toe:
Ik zend u betreffende dit onder
werp enige regels, als mijn jong
ste ontboezeming. En dan volgen
de strophen van Abide with me.
De brief is gedateerd 25 Augus
tus 1847.
Aan het begin van de kerk
dienst bij het huwelijk van de
kroonprinses van Engeland, werd
een hymne gezongen, door haar
zelf gekozen. Ook een lied van
Lyte:
„Praise, my soul, the King of
Heaven".
Het is weer Lyte, die spreekt,
nadat hij gestorven is.