i Van Leeuwen, Ossewagens en NacMmaalsvieringen. Dr Gravemeyer over zün Afrikaanse reis. Kunnen wij de Volkshogeschool aanvaarden? Overleg tassen de Regering en de georgani seerde landbouw. Argentijnse mieren- invasie in Italië. De prijzen van pootaardappelen voor export. Dr J. F. 0. Huese naar Afrika. Neetij zegt Mr W. Rip. Optimistische verwachtingen in landbouwkringen. Wie waren prijswinnaars (Van onze speciale verslaggever.) In opdracht van de synode heeft Dr Gravemeyer een halfjaar ln Zuid-Afrika vertoefd om het contact met de kerken daar op te nemen. Op een van zijn reizen werd hij per auto door het Kruger- park gereden. En daar geviel het, dat plots een leeuwenfamilie op de weg verscheen. Men moet hier niet zo gering over denken. Kort tevoren had een automobilist een olifant willen passeren. Maar de Jumbo wenste geen voorrang te verlenen en wierp van ongenoegen de ganse auto omver! Gelukkig liep het met de Inzittenden goed af. En Dr Gravemeyer, die ln de Hervormde kerk van Over- veen dezer dagen zijn reisverhaal vertelde, bleek evenmin door door het wild gedierte te zijn aangetast. Door heel langzaam over de jaar geleden. Hoe hecht ls het ge- weg te rijden bereikte men, dat de leeuwenfamilie, bestaande uit pa-leeuw, ma-leeuw en een aantal welpen, haar belangstelling niet speciaal op de auto en derzelver inzittenden richtte. Oude liefde. Maar Dr Gravemeyer kwam toch naar Zuid-Afrika voor ker kelijke zaken en niet om contact met leeuwen op te nemen? Inder daad, doch de synode gunde Dr Gravemeyer bulten zijn opdracht ook wel wat vacantie. Dat had hij na die jaren van inspanning, levensgevaar en strijd wel ver diend! Voor Dr Gravemeyer betekende het betreden van Zuid-Afrika een hi..'even van oude liefde. In zijn jongenstijd was de Boerenoorlog gestreden en sedert had hij altijd belangstelling voor dat land ge- houden. Daar kwam nog bij, dat hij als jeugdig gymnasiast presi- >dent Kruger eenmaal mocht ont moeten. Kruger toefde gedurende zijn verbljjf hier te lande ln Utrecht en daar woonde Koeno Gravemeyer, zoon van een domi nee, ook. Eens ontving Kruger op een receptie afgevaardigden van allerlei Utrechtse organisaties en verenigingen. Bij die gelegenheid had de vijftienjarige Koeno kans gezien binnen te dringen. Hij was namelijk voorzitter van de voet balclub „Donar" en nam de kans waar om zijn jongenshand ln Kru- gers berenklauw te leggen! Voor hem een onvergetelijk ogenblik, dat weer opleefde toen hij te Pre toria voor het Krugermonument stond. Wat kwam Dr Gravemeyer on der de indruk vall de heldenmoed en de volharding, die het Boeren volk sierde ten tijde van de „grote trek". Met ossewagens toog men over bergen en rivieren van de Kaapkolonie naar de Oranje-Vrij staat en Transvaal. Aanvallen van woeste stammen en verscheu rend gedierte had men te duch ten. Maar Godsvertrouwen en doorzettingsvermogen bracht de Boeren op hun bestemming. Die „grote trek", ruim honderd jaar geleden volbracht, werd afgelegd op de wereldkaart, welke men in oude statenbijbels vindt afgebeeld. Wel een gebrekkige reiswijzer! Geen wonder dat sommige trek kers toen ze ln het Noorden een rivier bereikten, meenden dat ze aan de Nijl waren. Enkele gelo vige boeren wilden toen doortrek ken naar Jeruzalem! Men heeft in Nederland geen besef van de afstanden in Zuid- Afrika. Weinigen vermoeden, dat het traject KaapstadPretoria 1600 km. ls, een afstand zo lang als de route Den HaagRome! Die reis hebben de Boeren met hun osaewagens gemaakt door een valkomen ongecultiveerd landschap, over bergj-uggen en hoogvlakten en ln de gloeiende zon. Romantiek op het kerkplein. Hoewel Zuid-Afrika nu een mo derne staat ls, die wat ver keer en techniek betreft niet onderdoet voor Eurojpa of Ameri ka, herleeft op enkele tijden 's jaars de geschiedenis. Wanneer het avondmaal wordt gevierd ln de kerken (men spreekt daar nog van nachtmaal), trekken de Boe ren met ossewagens van hun plaassies (boerderijen) naar de kerk. Zeer grote kerkpleinen bie den plaats aan de ossewagens en daar kampeert men dan enkele dagen. Een nachtmaalsviering is een kerkfeest. Dr Gravemeyer was onder de indruk gekomen by het medemaken van zulk een ge beurtenis. Des avonds bieden de kerkpleinen een romantische aan blik. Hier en daar tussen de os sewagens brandden de vuurtjes voor Kaffers, die hun handen warmen. En vanuit de wagens weerklinkt het psalmgezang. Men wordt onwillekeurig ver plaatst naar de periode van de „grote trek". Trouwens, men spreekt er nog veel over en toont de statenbijbels met de lange ge slachtsregisters, die werden mee genomen op de reis van honderd zinsverband nog in Zuid-Afrika. kin hoe hecht' is de band aan de kerk! Dr Gravemeyer sprak de wens uit, dat Nederland er een voorbeeld in ziet. Want buiten die twee verenigingen: kerk en ge zin, heeft men eigenlijk niets no dig. Hier ln Nederland, aldus Dr Gravemeyer, hebben we als chris tenen onze bonden, onze politieke organisaties, onze christeiyke ver enigingen en dat is goed. Maar de belangrijkste vereniging, nameiyk die rond de avondmaalstafel ken nen wij niet; dan gaan wij als christenen weer uit elkaar. Zuid-Afrika en peiler-land. Intussen denke men niet, dat de kerkeiyke toestanden ln Zuid- Afrika zo ideaal zyn. Ook daar heerst verdeeldheid. Vier protes tantse groepen leven naast el kaar; De Verenigde Kerk, de Ne derduits Hervormde Kerk, Die Gereformeerde Kerk en de Engel se Kerken. Ze hebben zelfs on derling vrijwel geen contact. Dat Dr Gravemeyer een hartig woord je hier over heeft gesproken, kan men wel geloven. Helaas, aan de kerkeiyke gescheidenheid daar heeft Nederland ook wel een Het ls bekend hoe Dr K. H. E. Gravemeyer, algemeen ge delegeerde van de Generale Synode der Ned. Herv. Kerk, ln bezettingstijd niet vervaard was, al ontmoette hg ook Duitse leeuwen op zijn weg. Wat minder mensen weten is, dat Dr Gravemeyer onlangs in werkelijkheid tegenover leeuwen kwam te staan! Dat geschiedde in het Krugerpark ln Zuid-Afrika, een nationaal natuurmonument ter grootte van driekwart Nederland. Feuilleton. beetje schuld. Het ls eenvoudig schandelijk hoe de classis Amster dam, waaronder in vroeger eeuwen de Zutd-Afrlkanase ker ken ressorteerden, die gemeenten daar alleen heeft gelaten. Want er is aan de bekering van Zuid- Afrika haast niets gedaan! Dr Gravemeyer heeft de kerken ge wezen op de kansen, die ze nu nog hebben. Eerst elkander zoeken en dan ln samenwerking het Evan gelie in dit land laten doordrin gen. Nederlanders zijn in Zuid-Afri ka niet geliefd. De vriendelijkhe den van de meeste Nederlanders, die in Zuid-Afrika komen tegen over de Engelsen en de geringe medewerking van Nederland ten tijde van de Boerenoorlog, hebben de antipathie wel in de hand ge werkt. Zo heeft, aldus Dr Grave meyer, iedere Nederlander die in Zuid-Afrika gaat werken, de plicht om de eer van zijn land daar hoog te houden en het ver trouwen te herstellen. Belangrijke stijging van kolenproductie. Volgens de voorlopige gegevens van het centraal bureau voor de statistiek heeft de productie der Limburgse mijnen ln de maand September bedragen 895.213 ton, waarmee de inzinking van Augus tus (801.756 ton) is te boven ge komen en het peil van Juli (891.434 ton) is overschreden. Een verblijdend verschijnsel is de ver dere toeneming van de productie per werkdag tot 34.431 ton. In Augustus bedroeg deze 33.246 en in September van het vorige jaar 30.005 ton. He productie-indexcijfer bereikt een stand van 77 op basis van 1938 100. In September 1946 was het indexcijfer 67. Voor binnenlandse behoefte werd door de mijnen in September ver zonden 680.569 ton, terwijl uit het buitenland werd ingevoerd een hoeveelheid van 264.145 ton (3920). I (Van onze correspondent.) Op zijn laatst gehouden kaderconferentie heeft de Christelyke Boeren- en Tuindersbond het volkshogeschoolwezen in bespreking gebracht. Het was de secretaris van de C.B.T.B., Mr W. Rip te Voorburg, die dit onderwerp behandelde. De volkshogeschool, die vooral na de oorlog een sterke ontwik keling heeft lndergaan, is een Instituut dat karaktervorming in de brede zin van het woord wil geven onder de leus: individuële geest kracht, volksgemeenschap en christenheid. Op 21 Augustus j.l. heeft het hoofdbestuur van de Stichting voor de Landbouw zich met een brief gericht tot de voorzitters der fracties van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarbij tot uitdrukking werd gebracht, dat zich in de kringen van boeren ei\ tuinders gevoelens van onbehagen, ontevredenheid en ongeduld beginnen te openbaren in een mate, zo zegt deze brief, dat het een noodlottige vergissing zou worden, indien men meende deze te kunnen negeren. Geen uitlevering van oorlogsmisdadigers. De juridische commissie van de Algemene Vergadering der V.N. heeft met grote meerder heid een Joego-Slaviseh voorstel om „de uitlevering van oorlogs misdadigers, verraders en „Quis lings" aan de landen, waar hun misdaden zijn bedreven, te verze keren", verworpen. Daartoe brengt zij de jonge mannen van allerlei richting en stand bgeen en tracht zij het milieu te scheppen voor een open gesprek. Zg gaat niet uit van concrete beginselen voor kerk, staat en maatschappg en stelt het dogmatisch christendom dis cutabel. Mr Rip achtte deze uitingen, evenals de kernuitspraak van Grundtvig, de Deense grondlegger der volkshogeschool „eerst mens, dan .christen" een gevolg van hu manistisch denken. Wii men b.v. nationaal besef aankweken, dan is dat alleen mogelijk op de grondslag ener christelyke levens- en wereldbeschouwing. Deze levens- en wereldbeschou wing weegt ln de volkshogeschool even zwaar als andere opvattin gen. Men stelt het christendom op eenzelfde lijn met het humanis me. Voor een christen ls dat on- mogelyk; zyn waarheid is DE WAARHEID VAN GOD en deze kan niet op één iyn gesteld wor den met andere levens- en we reldbeschouwingen. Moet dan een christen het con tact met andersdenkenden ver mijden? Neen, dagelyks heeft hg evangeliserend werkzaam te zyn. Daar ontbreekt nogal wat aan, doch dat blijft zijn opdracht. Wat dan wèl? Wanneer we de volkshogeschool niet kunnen aanvaarden, wat stel len we er dan voor ln de plaats. Want het kost weinig moeite Iets af te keuren maar wat doen wij dan wèl? Mr Rip bepleitte de op richting van een Instituut als de volkshogeschool maat dan op po sitief protestants-christelyke ba sis. Door samenwerking van aller lei Christel, maatschappelijke- en jeugdorganisaties ware dat doel te bereiken. Er kon dan overw- >- gen worden dat Instituut ,iok voor andersdenkenden open te stellen en zelfs om een staatssubsidie te aanvaarden, mits men de Ueding volkomen in eigen handen zou houden. Naast de jeugdverenigin gen die scholing bieden voor aller lei problemen, zou zo'n Christel, volkshogeschool het contact tus sen stads- en plattelandsjeugd kunnen bevorderen. Alstublieft, doe Iets! In de uitvoerige discussie over dit onderwerp liet vooral Ds H. G. Groenewoud, Hervormd predikant te Wageningen, zijn stem horen. Alstublieft, zo verzocht hy met klem, doe iets! Het volkshoge schoolwezen is in Nederland ge- ben er nog niets tegenover gezet, vestigd en gaat door en wij heb- Want de volkshogeschool ls niet overbodig. Zij geeft iets, dat in de gezinnen en in de verenigingen nog teveel wordt gemist. Maar belangryker is dit: er is een nationale decadentie. Daar moet een nationaal réveil tegen teweer komen. Van het Evange lie uit dienen wy mede te werken aan de opvoeding der jongeren buiten schoolverband. Over de uitvoering dacht Ds Groenewoud Iets anders dan Mr Rip. Botweg de volkshogeschool afwijzen leek hem ongewenst. Hg wilde eerst eens praten met de organisatie der volkshogescholen teneinde te bewerkstellingen, dat de leiding van een of meer der scholen in protestants-christelyke handen kwam en dat deze leiding dan volkomen vryheid van han delen kreeg. Maar ln elk geval: wij kuimen niet wachten, zei Ds Groenewoud. sAeijd door H. LOURENSE. 23) o— Maar wat zal dat moeten zijn? Hij is te oud, om nog te gaan leren. En wat kan het dan nog worden? De winter komt, en in de voor- en de natijd moet hij en kele weken het bed houden. Dat zal wel vaker zo zijn meent de dokter, vooral als hij hier rondom in het water blijft zitten. Beter is, weg te gaan, naar wat drogere streek. Dus liefst naar het zand. Geef hier de oplossing maar eens! In het begin van Mei, komt een bruiloft de gewone gang van het werk onderbreken. Het vorige jaar kon Kees niet van de party zijn. Nu hoopt hij dat wel te kunnen, 't Heeft z'n voor en tegen. 'tZal hem te sterker z'n gebreken doen gevoelen, maar 't zal toch ook een wel dadige onderbreking van de sleurgang der dagen zijn. 't Gaat. In een lange stoet rijden de versierde tilbury's door de pol ders. En in die stoet zit Manke Kees, zoals de zoon van Marten nu in de wandeling heet, naast Saremie van Siem Poot, van „Niets zonder Gods Zegen" aan de Hofweg. Wie heeft die twee samenge bracht? Kees heeft zich geen bruilofts vrijster durven en willen zoe ken. 'tls geen pretje, de neus te stoten. Saremie, hoort onder de, zij het van verre, familie van de bruidegom, maar geen van de genodigde boerenzoons had haar gevraagd, 's Morgens heeft Kees pas gehoord, dat hij haar halen moest. Eigenlijk was dit voor Aay weggelegd, maar deze heeft openlijk de breuk in de familie kring gebracht. Dus heeft Kees zich verplichting opgelegd. Vroeger hebben ze elkander vaker ontmoet. Ze kenden elkan der, en ze mochten elkaar wel, wist de een van de ander. Maar toen het ongeluk hem trof Met de gewone dingen van het dagelyks leven, die na z'n gedeeltelijk herstel zich weer op de voorgrond drongen, kwam ook de verhouding tot haar z'n aandacht vragen. 't Werd één van de punten van z'n worstelend strijden. Hij mocht haar niet aan zich binden. Wat kon hij haar bie den? Hij had het antwoord gevon den. Zij liet zich immers niet meer zien? Welnu, als uw oog, uw hand, uw liefde, vulde hij zelf in, u ergert.Ja, zover was hij ge vorderd, en nu dit. Deze morgen hoort hij uit haar eigen mond, dat ze de pol ders verwisseld heeft voor de stad. Met drie zusters waren ze Zeepost voor Oost. In verband met de cholera-epl- demle, die Egypte teistert, heeft het m.s. „Oranje", dat op weg ls naar Nederlands-Indië, de haven van Port-Said deze reis niet aan gedaan. Om deze reden werd gezocht naar een mogelijkheid de passa giers en opvarenden onderweg toch post te bezorgen. Met de luchtpostdienst AmsterdamBa tavia wordt deze correspondentie nu naar Singapore vervoerd, al waar zy op 28-10 zal worden uit- bereikt. Indien men van deze gelegen heid gebruik wil maken, zai men de stukken uiterlijk 20 October a.s. moeten posten. Huizen onbewoobaar gemaakt. Een reusachtig leger Argentijn se mieren, die, naar men gelooft, door bananenschepen zijn over gebracht, bedreigen thans de Ita liaanse Riviera. Enige maanden geleden ver schenen de eerste colonnes te San Remo en sindsdien trekt het leger in steeds toenemende scharen Oost- en Westwaarts. De bevol king voert de stryd tegen de mie ren met alle mogelijke middelen, doch heeft tot dusver geen suc ces geboekt. Verschillende bewoners van luxe villa's te San Remo hebben hun eigendommen verkocht, daar de mieren, die zich overal ge nesteld hebben, het bewonen van deze huizen onmogelyk maken. In het Italiaanse parlement is thans een schrifteiyke vraag in gediend, waarin de regering wordt verzocht om aan de plaag een eind te maken. De Griekse regering heeft be sloten een commissie te benoemen ter bestudering van de megelyk- heid van een douane-unie tussen Griekenland en Turkye. Het Bedrijfschap voor Zaaizaad en Pootgoed voor Akker- en Weidebouw heeft In de telersprijzen voor pootaardappelen voor export, oogst 1947, van de rassen Bintje, Erdgold en Voran enige wijzigingen aangebracht, zodat deze prijzen thans als volgt defini tief zijn vastgesteld: Bintje, Erdgold 28/35 35/45 35/55 45/55 45/60 Voran 28/35 35/45 35/55 45/55 45/60 Bovenstaande prijzen gelden voor pootaardappelen, geteeld op kleigrond. Voor "pootaardappelen van zand- en veengrond zijn de prijzen f 1.50 per 100 kg. lager. Over de reeds betaalde partijen zal de B.E.A. H een nabetaling doen. A. A.B. B. a 18.50 15.50 13.60 13.— 17.20 14.20 12.— 11.40 15.20 12.50 10.10 9.50 13.80 11.40 9.70 9;10 13.60 11.20 9.50 8.90 17.50 15.— 14.— 13.— 16.50 13.30 12.30 11.30 14.50 11.80 10.30 9.30 13.10 10.90 9.70 8.70 12.90 10.70 9.50 8.50 thuis. Dat was een te veel, en daarom trok ze er uitWaar heen? Een boerendochter ver huurt zich niet aan een inge land, dus trok ze naar de stad. En starend naar het versierde eind van de zweep, dat op de hoge rug van de vos danst, ver telt ze van de angst om hem, toen ze hoorde welk groot on geluk hem getroffen had. Tersluiks werpt Kees een blik op de gemutste gestalte, zo dicht naast hem, kijkt dan weer recht vooruit. Hij vraagt niet, antwoordt nauwelijks. Haar naast zich te weten, haar stem te horen, 't is meer dan goed. Zo rijden ze de lange weg naar de Kandelaar, de weg te rug naar de kerk, 's middags in de stoet door de polders. Een bruiloftsvrijery voor vier weken dus? 's Zondags ryden de oudsten, met va en moe, naar de mor genkerkdienst, dat is vaste ge woonte. De Zondagen, dat Kees Saramie thuis weet, rijdt hij 's middags alleen met de til bury, maar gaat dan langs de Hofweg, en neemt haar mee. 's Avonds blyft hij vaak tot lang na de koffietafel. Hij weet het zelfs gedaan té krijgen, dat hij haar 's Maandagsmorgens naar de stad brengt, al moet de vos dan ook meer doen dan gewoon lijk van het beest gevraagd wordt. De zomer komt, en de zomer gaat. De vier weken zijn tot vier maanden uitgegroeid. 't Is Saramie vaak genoeg voorgehouden, dat ze «zich wel moet bezinnen op hetgeen ze aanhaalt met zo'n mankpoot. „Hoe ken dat ooit wat wor de?" zeggen haar zusters, „De stumper ken niks beginne. Zon der z'n stok ken die niet eens staan!" Saramie gaat er niet op in. Ze zijn het samen eens, dat is de hoofdzaak. Het andere moet z'n tijd hebben. En in alle stilte werken ze verder aan hun plan. „Je ben voor mij nog net de zelfde as voor je ongeluk", heeft ze Kees bekend op de morgen waarop hij haar voor de eerste maal naar de stad reed. Ze moesten wachten voor een spoorwegovergang. Ze heeft toen haar gezicht, dat opeens met een vlammend rood werd overtogen, afgewend naar het treintje, dat hijgenden puffend voorbij worstelde. Het fluitsein van de machi nist deed Vos de oren spitsen, Een vaal-bonte, die met de kop over het landhek het tweetal in de tilbury al kwijlend stond aan te staren, holde weg met hoekige sprongen, de staart als een vaan geheven. Kees had alle aandacht nodig voor het paard. Hij hield de teu gels goed strak,zodat het beest nog onbeweeglijk stond, toen het treintje reeds achter de hoeve van Jan Dijkshoorn ver dwenen was. (Wordt vervolgd.) In de brief werden de oorzaken van bovenbedoelde gevoelens op gesomd, n.l. de personeelsmoeilijk- heden, de te laag geachte graan prijzen, de te laag geoordeelde prijs van de melk in het Westen des lands, en tenslotte de onzeker heid in de tuinbouw als gevolg van het uitblijven van minimum prijzen over de gehele iyn. Verder werd een ernstig beroep gedaan op de leiders der Kamerfracties om met de middelen, die de Sta ten-Generaal heeft, de Minister van Landbouw tot een andere po litiek ten opzichte van de land bouw te brengen. Op 24 en 25 September is daar op de interpellatie-Vondeling in de Tweede Kamer gevolgd, waarbij de ernstige ongerustheid In land bouwkringen, waarvan in de brief van de Stichting voor de Landbouw sprake was, aan de orde is gesteld. Ir Vondeling's in terpellatie leidde tenslotte tot de aanneming van twee moties door de Tweede Kamer. In de motie Vondeling werd de Regering uit-1 genodigd op korte termijn maat regelen te treffen, die voor de vervulling van het beginsel „ver zekering van een Mioorlijk be staan van alle werkers in econo misch verantwoorde land- en tuin bouwbedrijven" noodzakelijk zijn, zonder dat deze maatregelen in vloed hebben op het reële inko men van de minder draagkrachti- gen. Bovendien werd een tweede motie van de heer Groen aangenomen, waarin de Regering werd uitgenodigd in overleg met de georganiseerde boeren- en tuindersstand de prysbepaling in nadere overweging te nemen en daarbij ln het bijzonder aandacht te schenken aan het verlenen van een compensatie-toeslag voor de lichtere gronden, het verlenen van een överbruggingstoelage aan het kleine landbouwbedryf en het als nog vergoeden van die groenten, welke op de veilingen het prijs peil van resp. 50 en 70 pet. der productiekosten niet hebben be haald. De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening heeft inmiddels, zoals bekend in een brief aan de georganiseerde boeren- en tuindersstand, i.e. de Stichting voor de Landbouw, ter kennis gebracht, dat de Raad van Ministers besloten heeft gevolg te geven aan het verlangen van de Tweede Kamer, zoals in de motie- Groen is uitgedrukt, n.l. oin op korte termijn in overleg te treden. Aan dit overleg zullen namens de Regering deelnemen de Minis ter-President en de Ministers van Financiën, van Sociale Zaken en van Landbouw, Vissery en Voed selvoorziening. Aan de Stichting voor de Land bouw is gevraagd vooraf aan laatstgenoemde een uiteenzetting te verstrekken van de denkbeel den, die zy koestert omtrent de problemen, welke met betrekking tot het prysbeleid in de land- en tuinbouw bij de behandeling van de interpellatie in de Tweede Ka mer naar voren zijn gekomen. De ze uiteenzetting zal dan kunnen dienen als onderwerp van bespre king by het overleg tussen de ver tegenwoordigers der Stichting en de genoemde leden van de Minis terraad. Het zou voorbarig zyn uit dit voorgenomen overleg nu reeds te concluderen, dat aan de wensen van de motie-Groen tenvolle op de voorgestelde wijze zal kunnen worden tegemoetgekomen. In de pers (ook vakpers) koestert men op grond van de brief van de Mi nister van Landbouw, aan de Stichting voor de Landbouw een enigszins optimistische verwach ting ten aanzien van de directe resultaten voor de Landbouw, die uit het overleg zullen kunnen voortvloeien. De Minister vestigt er echter de aandacht op, dat zich bij dit vraagstuk zovele facetten van algemene loon- en prijspoli tiek voordoen, dat hij In bedoelde brief het voorbehoud maakt, dat in de bereidheid tot overleg niet ligt opgesloten, dat de Regering reeds voornemens zou zijn de in cje motie-Groen speciaal aanbevo len oplossingen te aanvaarden. Blijkens de ons toegezonden officiële uitslag van de tweede rebusprijsvraag, Diaconessenhuis, Arnhem, werden in Zeeland de volgende prijzen, toegekend: Hoofdprijzen: M. J. Geuze, Poortvliet, Keukenuitzet; K. v. Gelder-Mauve, Veere, horloge; J. Clowting, Bergen op Zoom, rij- wielzadel; C. J. v. d. Eyk-Kom- mers, Vlissingen, sigaretten. Boeken: E. M. v. d. Eijk, Vlissingen; M. Slager, Scherpe- nisse; Mej. A. de Bres, St. Maar- tensdyk; Fred. Bakker, Axel; J. v. Koeveringe, Goes; P. Buys, Middelburg; Mej. M. Verhage, Koudekerke; C. Laban, Tholen; A. Lokker, Vlissingen; P. v. d. Putte, Middelburg; P. Vader, Kleverkerke; N. J. Breure, Co- lijnsplaat; F. Sehoute, Hulst; J. Goossen, Oostburg. Schakelriem: S. Israël, Kamperland; Mevr. de Voogd, Grijpskerke; Anneke Boerlijst, Goes; Mej. Kramer, Burgh; Adri- Zeevaart, Krabbendijke; S. v. d. Putte-Cevaal, Middelburg; K. de Koejer, Zaamslag; Gr. de Vries, Schoondijke. Honing koek; C. C. v. d. Linde, Goes; Mej. C. Hamelink, Axel; W. de Doelder, Terneuzen; J. Koets, Goes; M. J. Boogerd, Zierikzee; M. Fransen, Driewe- Camité V ughtStraatsburg. Donk voorsteun in donkere dagen. Een deputatie van het comité VughtStraatsburg heeft zich naar Straatsburg begeven, om aan de bevolking vierduizend bloembollen aan te bieden als dank voor de in de oorlog onder vonden steun. Toen generaal Seyffardt op Februari 1943 was vermoord, ver richtten de Duitsers de volgende dagen massale arrestaties. Onge veer tweeduizend Nederlanders werden opgepakt en naar Vught gebracht. Honderdtachtig daar van werden beschouwd met de moord te hebben ingestemd en vastgehouden, de rest werd vrij gelaten. Deze 180 man zijn later van Vught naar Straats burg vervoerd en daar gevangen gezet.. Zy werden door de bewo ners van die stad op alle moge lijke wyzen geholpen, zo zelfs, dat de Duitsers de groep splits ten en kleinere aantallen over het land verspreidden. Na de oorlog zyn er honderd vyf en zeventig van deze groep overgebrleven. Vyf zyn overleden in Duitsland, of, tengevolge van daar opgelopen ziekten, na terug komst in het vaderland. De over blijvenden richtten het comité „VughtStraatsburg" op, o.m. om de Straatsburgse bevolking dank te betuigen voor de steun in donkere dagen. Het is de bedoeling, dat de bloembollen geplant zullen wor den in de plantsoenen. Ouden van dagen en Ziekenfonds-verzekering. Ongeveer 38.000 personen, die een uitkering ingevolge de Nood wet Ouderdomsvoorziening (zul len) ontvangen, vallen niet meer onder de verplichte ziekenfonds verzekering, aldus minister Drees in antwoord op de vragen van het Tweede Kamerlid Lienden. De Al- gemeene ziekenfondsen kunnen de lasten van overgang van ver plichte naar vrijwillige verzeke ring naar de mening van de be windsman wel dragen, evenals de betrokkenen zelf,; omdat de ouder- domsultkering een verhoging van Inkomsten betekent. Vredes-orgeL Ook van het goede kan men teveel krijgen. Zelfs van het eren van hen, die voor het vaderland hun leven ga ven. Er wordt op dit gebied reeds veel gedaan, door het stichten van eenvoudige monumenten en door het verzorgen van nage laten betrekkingen. En dat is sympathiek. Het ls vaderlandse plicht. Wij mogen niet vergeten wat door duizenden in openlijke strijd in 1940 en ln het verzet tegen de overweldigers daarna is gedaan, vaak zelfs on der tegenwerking van „goede va derlanders". Maar we dienen onS ook hier voor overdrijving te wachten, èn wat betreft het aantal èn wat be treft het karakter van de ere- blijken. Zo. ls nu een comité gesticht om te komen tot de oprichting van „een klinkend vredesmonu- ment ln de vorm van een monu mentaal Vredesorgel". En zo mo gelijk tot de stichting van een nationale vredesconcertzaal, in welk gebouw de namen van hen die vielen b.v. in de wandelgangen op bronzen platen zullen worden vereeuwigd. De bedoeling is goed. En de eersten ln den lande gaven hun namen voor het gebruikelijke ere- comité. Maar toch: moet het zó door gaan? het gevaar wordt groot, dat we monumenten gaan bouwen om de comité's te eren. Italiaanse bouwarbeiders komen helpen. Naar „Het Vrije Volk" vernam, zullen binnenkort ongeveer 2000 Italiaanse bouwvakarbeiders ty- delijk, maar toch voor de duur van drie a vier jaar, naar Neder land komen om hier een handje te helpen bij de wederopbouw. Als nu ook maar voldoende ma terialen beschikbaar zijn. Van betrouwbare zijde wordt vernomen, dat het communistische informatiebureau zijn eerste be sprekingen voor het einde van November en mogelijk binnen vier weken zal beginnen. gen; P. J. Gelok, Middelburg; P. de Putter, Terneuzen; Zr. Vier gever, Thoien; H. Sol, Terneu zen; Magda Jobse, Zoutelande; Wed. Meeuwse, Oudelande; W. G. van Hartesveldt, Kortgene; Jan op 't Hof, Oudelande; Dr E. A. Schimmel, Hans weert. XXXV. Hy ligt op slechts 30 meter en toch kost het ons een half uur éér we vaag zijn massa zien liggen. Hy slaat heftig met de slurf op de aarde en rochelt hoorbaar. Om kort te gaan: we moesten in dit onontwarbare struikgewas (dergelijke plekken zoeken ze altijd op om te sterven) tot op 5 meter naderen aleer je kon zien, dat daar een olifant lag. Dan komt de kwestie: waar is de kop en waar moet ik thans schieten om zijn hersenen te raken, want lukt dit niet, dan Is er een kans, dat hij alsnog omhoog komt met alle gevolgen van dien. Nu dat heeft nog tien minuten geduurd voor ik deze kwestie meende te hebben opgelost, want de theorie heeft vergeten neer te schrijven hoe je een liggende olifant moet schieten. Maar er moet een einde aan komen, ook voor het lijdende dier, dus na de resten van de beschrijvende meetkunde, die ik me nog her inner, te hebben geraadpleegd, gaat het schot er uit. Het gevolg is verbijsterend: hij vliegt weer overeind, en ik zie hoog boven me (althans zoo lijkt het) de enorme kop, maar gelukkig van opzij, want hij heeft een halve slag gemaakt bij het oprichten. Sneller ais ik dit kan vertellen heb ik het oor op de korrel en hij krijgt het danig, terwijl mijn vrouw, die een meter naast mij staat, ook snel een schot lost. Dan waggelt hijen we kunnen niet meer schieten, want hij verdwijnt uit ons gezichtsveld met een doffe dreun. Dus trekken we ons weer enige meters terug en nu rochelt hij heftig, maar na enige minu ten, nadat we (laten we eerlijk blijven) ons koude zweet wat hebben afgedroogd, hoor ik zyn ademhaling oppervlakkiger wor den en we kruipen er opnieuw heen. Hij ligt thans onbeweeg lijk en na enige minuten houdt zijn ademen geheel op, maar de pisteur is niet tevreden, dan na dat ik van één meter afstand toch nog een schot in het oor los; hij zegt maar steeds: peut être! Maar dan is het waarlijk voorbij, en zien we een reus van een olifant op een kleine plat getrapte oppervlakte liggen. Ook hier is het ivoor niet in overeenstemming met zijn grootte, maar het is in elk geval de moeite waard. De tanden worden op 20 kilo geschat, wat een gemiddelde is. We moeten eerst nu eens bekomen van alle emoties en in die tijd stromen de dorpelingen, waar we slechts 4 kilometer vandaan zijn, toe. Het is ongelooflijk, maar na 10 minuten zyn er reeds 100 en dan druppelt het door tot er op liet kleine plekje zeker 200 bijeen zijn. Ze schreeuwen als bezetenen, want daar is nu het lang be geerde vlees. De chef heeft de ongelooflijke brutaliteit me te laten zeggen, dat hij de olifant als zijn eigendom beschouwt, maar ik ben geen „groene" in Afrika, dus ik presenteer hem een eindje hout onder de neus en laat hem vragen of hij daar van soms een portie lust. Dit verwekt een oorverdovend ge lach, want de neger vindt het altijd uiterst amusant als iemand een „stropje" haalt. We lachen hem dus ook uit en laten hem zeggen, dat als hij nog meer amusante vertelseltjes weet, ik terug ga naar de „grote Com mandant" (dit is de Chef van een Departement) en met tirai- leurs zal terugkomen, en dan i krijgen ze niets. Dan worden eerst de oren en staart er af ge sneden en dan barst de hel los: als gieren werpen ze zich op hun prooi, snijden, kerven, ruk ken het vlees los, wat ze over hun schouder naar een familie lid werpen en er is alleen een eind aan te maken door een ste vige stok te nemen en ze weg te ranselen. Merkwaardig is, dat als ze een mep krijgen, ze ver legen zich terugtrekken en te gen je lachen, alsof je ze uiterst vriendelijk hebt behandeld. Ik plaats thans mijn kok met een stevige stok boven op de oli fant en deze deelt aan de al te brutalen fikse klappen uit, vooral op hun handen. Maar als wy onze portie van het dier op zij gelegd hebben, laten we ze opnieuw los en ik ga naar de auto terug om uit Fort Sibut werklui te halen, teneinde onze trofeeën te bergen. Want hoopt men er op, dat de dorpelingen uit zullen doen, dan komt men wel eens verkeerd uit. Als de olifant verdeeld is verdwijnen ze met hun vlees en laten de ja ger in de warmte staan. Ik ben na IX uur terug met zeven mensen van de Ouhamé Nana en het transport begint, maar de olifant is reeds uitge- slacht en er is niets meer te zien dan een grote modderpoel, want zijn buikinhoud heeft het plekje onder water gezet! In de brousse hoort men nog het getier en getwist van de he den, die het over de verdeling van het vlees nog steeds niet eens zijn, want al was een oli fant nog tien keer zo groot, dan is het hen altijd nog te weinig. Mijn vrouw, die ter bewaking is achtergebleven vertelt, dat ze als razenden hebben gevochten en inderdaad er zijn wel 10 ge wonden; messteken, snijwonden enz. De heftigste tonelen heb ben zich afgespeeld; vooral om de maag werd een ware veld slag geleverd, maar er is toch geen orde te scheppen en we waren er niet verder by geïn teresseerd. In korte tijd waren we weer in Sibut, verschillende ontevredenen achterlatende, die geen vlees hadden gehad (al of niet gelogen). 's Avonds eten we olifanten slurf, wat een delicatesse is, en staan de pisteurs voor de deur: of meneer morgen weer gaat, want er zijn 9 olifanten op 10 kilometer in de plantages gesig naleerd. We moeten ze teleur stellen, deze olifant ligt nogal zwaar op onze maag en moet eerst eens rustig verteren.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 2