i
Van Leeuwen, Ossewagens en NacMmaalsvieringen.
Dr Gravemeyer over zün Afrikaanse reis.
Kunnen wij de Volkshogeschool aanvaarden?
Overleg tassen de Regering en de georgani
seerde landbouw.
Argentijnse mieren-
invasie in Italië.
De prijzen van pootaardappelen voor export.
Dr J. F. 0. Huese naar Afrika.
Neetij zegt Mr W. Rip.
Optimistische verwachtingen in
landbouwkringen.
Wie waren prijswinnaars
(Van onze speciale verslaggever.)
In opdracht van de synode heeft Dr Gravemeyer een halfjaar ln
Zuid-Afrika vertoefd om het contact met de kerken daar op te
nemen. Op een van zijn reizen werd hij per auto door het Kruger-
park gereden. En daar geviel het, dat plots een leeuwenfamilie op
de weg verscheen. Men moet hier niet zo gering over denken. Kort
tevoren had een automobilist een olifant willen passeren. Maar de
Jumbo wenste geen voorrang te verlenen en wierp van ongenoegen
de ganse auto omver! Gelukkig liep het met de Inzittenden goed
af. En Dr Gravemeyer, die ln de Hervormde kerk van Over-
veen dezer dagen zijn reisverhaal vertelde, bleek evenmin door
door het wild gedierte te zijn aangetast.
Door heel langzaam over de jaar geleden. Hoe hecht ls het ge-
weg te rijden bereikte men, dat
de leeuwenfamilie, bestaande uit
pa-leeuw, ma-leeuw en een aantal
welpen, haar belangstelling niet
speciaal op de auto en derzelver
inzittenden richtte.
Oude liefde.
Maar Dr Gravemeyer kwam
toch naar Zuid-Afrika voor ker
kelijke zaken en niet om contact
met leeuwen op te nemen? Inder
daad, doch de synode gunde Dr
Gravemeyer bulten zijn opdracht
ook wel wat vacantie. Dat had
hij na die jaren van inspanning,
levensgevaar en strijd wel ver
diend!
Voor Dr Gravemeyer betekende
het betreden van Zuid-Afrika een
hi..'even van oude liefde. In zijn
jongenstijd was de Boerenoorlog
gestreden en sedert had hij altijd
belangstelling voor dat land ge-
houden. Daar kwam nog bij, dat
hij als jeugdig gymnasiast presi-
>dent Kruger eenmaal mocht ont
moeten. Kruger toefde gedurende
zijn verbljjf hier te lande ln
Utrecht en daar woonde Koeno
Gravemeyer, zoon van een domi
nee, ook. Eens ontving Kruger op
een receptie afgevaardigden van
allerlei Utrechtse organisaties en
verenigingen. Bij die gelegenheid
had de vijftienjarige Koeno kans
gezien binnen te dringen. Hij was
namelijk voorzitter van de voet
balclub „Donar" en nam de kans
waar om zijn jongenshand ln Kru-
gers berenklauw te leggen! Voor
hem een onvergetelijk ogenblik,
dat weer opleefde toen hij te Pre
toria voor het Krugermonument
stond.
Wat kwam Dr Gravemeyer on
der de indruk vall de heldenmoed
en de volharding, die het Boeren
volk sierde ten tijde van de „grote
trek". Met ossewagens toog men
over bergen en rivieren van de
Kaapkolonie naar de Oranje-Vrij
staat en Transvaal. Aanvallen
van woeste stammen en verscheu
rend gedierte had men te duch
ten. Maar Godsvertrouwen en
doorzettingsvermogen bracht de
Boeren op hun bestemming. Die
„grote trek", ruim honderd jaar
geleden volbracht, werd afgelegd
op de wereldkaart, welke men in
oude statenbijbels vindt afgebeeld.
Wel een gebrekkige reiswijzer!
Geen wonder dat sommige trek
kers toen ze ln het Noorden een
rivier bereikten, meenden dat ze
aan de Nijl waren. Enkele gelo
vige boeren wilden toen doortrek
ken naar Jeruzalem!
Men heeft in Nederland geen
besef van de afstanden in Zuid-
Afrika. Weinigen vermoeden, dat
het traject KaapstadPretoria
1600 km. ls, een afstand zo lang
als de route Den HaagRome!
Die reis hebben de Boeren met
hun osaewagens gemaakt door
een valkomen ongecultiveerd
landschap, over bergj-uggen en
hoogvlakten en ln de gloeiende
zon.
Romantiek op het kerkplein.
Hoewel Zuid-Afrika nu een mo
derne staat ls, die wat ver
keer en techniek betreft niet
onderdoet voor Eurojpa of Ameri
ka, herleeft op enkele tijden
's jaars de geschiedenis. Wanneer
het avondmaal wordt gevierd ln
de kerken (men spreekt daar nog
van nachtmaal), trekken de Boe
ren met ossewagens van hun
plaassies (boerderijen) naar de
kerk. Zeer grote kerkpleinen bie
den plaats aan de ossewagens en
daar kampeert men dan enkele
dagen. Een nachtmaalsviering is
een kerkfeest. Dr Gravemeyer
was onder de indruk gekomen by
het medemaken van zulk een ge
beurtenis. Des avonds bieden de
kerkpleinen een romantische aan
blik. Hier en daar tussen de os
sewagens brandden de vuurtjes
voor Kaffers, die hun handen
warmen. En vanuit de wagens
weerklinkt het psalmgezang.
Men wordt onwillekeurig ver
plaatst naar de periode van de
„grote trek". Trouwens, men
spreekt er nog veel over en toont
de statenbijbels met de lange ge
slachtsregisters, die werden mee
genomen op de reis van honderd
zinsverband nog in Zuid-Afrika.
kin hoe hecht' is de band aan de
kerk! Dr Gravemeyer sprak de
wens uit, dat Nederland er een
voorbeeld in ziet. Want buiten die
twee verenigingen: kerk en ge
zin, heeft men eigenlijk niets no
dig. Hier ln Nederland, aldus Dr
Gravemeyer, hebben we als chris
tenen onze bonden, onze politieke
organisaties, onze christeiyke ver
enigingen en dat is goed. Maar de
belangrijkste vereniging, nameiyk
die rond de avondmaalstafel ken
nen wij niet; dan gaan wij als
christenen weer uit elkaar.
Zuid-Afrika en peiler-land.
Intussen denke men niet, dat
de kerkeiyke toestanden ln Zuid-
Afrika zo ideaal zyn. Ook daar
heerst verdeeldheid. Vier protes
tantse groepen leven naast el
kaar; De Verenigde Kerk, de Ne
derduits Hervormde Kerk, Die
Gereformeerde Kerk en de Engel
se Kerken. Ze hebben zelfs on
derling vrijwel geen contact. Dat
Dr Gravemeyer een hartig woord
je hier over heeft gesproken, kan
men wel geloven. Helaas, aan de
kerkeiyke gescheidenheid daar
heeft Nederland ook wel een
Het ls bekend hoe Dr K. H.
E. Gravemeyer, algemeen ge
delegeerde van de Generale
Synode der Ned. Herv. Kerk,
ln bezettingstijd niet vervaard
was, al ontmoette hg ook
Duitse leeuwen op zijn weg.
Wat minder mensen weten is,
dat Dr Gravemeyer onlangs
in werkelijkheid tegenover
leeuwen kwam te staan! Dat
geschiedde in het Krugerpark
ln Zuid-Afrika, een nationaal
natuurmonument ter grootte
van driekwart Nederland.
Feuilleton.
beetje schuld. Het ls eenvoudig
schandelijk hoe de classis Amster
dam, waaronder in vroeger
eeuwen de Zutd-Afrlkanase ker
ken ressorteerden, die gemeenten
daar alleen heeft gelaten. Want
er is aan de bekering van Zuid-
Afrika haast niets gedaan! Dr
Gravemeyer heeft de kerken ge
wezen op de kansen, die ze nu nog
hebben. Eerst elkander zoeken en
dan ln samenwerking het Evan
gelie in dit land laten doordrin
gen.
Nederlanders zijn in Zuid-Afri
ka niet geliefd. De vriendelijkhe
den van de meeste Nederlanders,
die in Zuid-Afrika komen tegen
over de Engelsen en de geringe
medewerking van Nederland ten
tijde van de Boerenoorlog, hebben
de antipathie wel in de hand ge
werkt. Zo heeft, aldus Dr Grave
meyer, iedere Nederlander die in
Zuid-Afrika gaat werken, de
plicht om de eer van zijn land
daar hoog te houden en het ver
trouwen te herstellen.
Belangrijke stijging van
kolenproductie.
Volgens de voorlopige gegevens
van het centraal bureau voor de
statistiek heeft de productie der
Limburgse mijnen ln de maand
September bedragen 895.213 ton,
waarmee de inzinking van Augus
tus (801.756 ton) is te boven ge
komen en het peil van Juli
(891.434 ton) is overschreden. Een
verblijdend verschijnsel is de ver
dere toeneming van de productie
per werkdag tot 34.431 ton. In
Augustus bedroeg deze 33.246 en
in September van het vorige jaar
30.005 ton.
He productie-indexcijfer bereikt
een stand van 77 op basis van
1938 100. In September 1946
was het indexcijfer 67.
Voor binnenlandse behoefte werd
door de mijnen in September ver
zonden 680.569 ton, terwijl uit het
buitenland werd ingevoerd een
hoeveelheid van 264.145 ton
(3920).
I
(Van onze correspondent.)
Op zijn laatst gehouden kaderconferentie heeft de Christelyke
Boeren- en Tuindersbond het volkshogeschoolwezen in bespreking
gebracht. Het was de secretaris van de C.B.T.B., Mr W. Rip te
Voorburg, die dit onderwerp behandelde.
De volkshogeschool, die vooral na de oorlog een sterke ontwik
keling heeft lndergaan, is een Instituut dat karaktervorming in de
brede zin van het woord wil geven onder de leus: individuële geest
kracht, volksgemeenschap en christenheid.
Op 21 Augustus j.l. heeft het hoofdbestuur van de Stichting voor
de Landbouw zich met een brief gericht tot de voorzitters der
fracties van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
waarbij tot uitdrukking werd gebracht, dat zich in de kringen van
boeren ei\ tuinders gevoelens van onbehagen, ontevredenheid en
ongeduld beginnen te openbaren in een mate, zo zegt deze brief,
dat het een noodlottige vergissing zou worden, indien men meende
deze te kunnen negeren.
Geen uitlevering van
oorlogsmisdadigers.
De juridische commissie van
de Algemene Vergadering der
V.N. heeft met grote meerder
heid een Joego-Slaviseh voorstel
om „de uitlevering van oorlogs
misdadigers, verraders en „Quis
lings" aan de landen, waar hun
misdaden zijn bedreven, te verze
keren", verworpen.
Daartoe brengt zij de jonge
mannen van allerlei richting en
stand bgeen en tracht zij het
milieu te scheppen voor een open
gesprek. Zg gaat niet uit van
concrete beginselen voor kerk,
staat en maatschappg en stelt
het dogmatisch christendom dis
cutabel.
Mr Rip achtte deze uitingen,
evenals de kernuitspraak van
Grundtvig, de Deense grondlegger
der volkshogeschool „eerst mens,
dan .christen" een gevolg van hu
manistisch denken. Wii men b.v.
nationaal besef aankweken, dan
is dat alleen mogelijk op de
grondslag ener christelyke levens-
en wereldbeschouwing.
Deze levens- en wereldbeschou
wing weegt ln de volkshogeschool
even zwaar als andere opvattin
gen. Men stelt het christendom
op eenzelfde lijn met het humanis
me. Voor een christen ls dat on-
mogelyk; zyn waarheid is DE
WAARHEID VAN GOD en deze
kan niet op één iyn gesteld wor
den met andere levens- en we
reldbeschouwingen.
Moet dan een christen het con
tact met andersdenkenden ver
mijden? Neen, dagelyks heeft hg
evangeliserend werkzaam te zyn.
Daar ontbreekt nogal wat aan,
doch dat blijft zijn opdracht.
Wat dan wèl?
Wanneer we de volkshogeschool
niet kunnen aanvaarden, wat stel
len we er dan voor ln de plaats.
Want het kost weinig moeite Iets
af te keuren maar wat doen wij
dan wèl? Mr Rip bepleitte de op
richting van een Instituut als de
volkshogeschool maat dan op po
sitief protestants-christelyke ba
sis. Door samenwerking van aller
lei Christel, maatschappelijke- en
jeugdorganisaties ware dat doel
te bereiken. Er kon dan overw- >-
gen worden dat Instituut ,iok voor
andersdenkenden open te stellen
en zelfs om een staatssubsidie te
aanvaarden, mits men de Ueding
volkomen in eigen handen zou
houden. Naast de jeugdverenigin
gen die scholing bieden voor aller
lei problemen, zou zo'n Christel,
volkshogeschool het contact tus
sen stads- en plattelandsjeugd
kunnen bevorderen.
Alstublieft, doe Iets!
In de uitvoerige discussie over
dit onderwerp liet vooral Ds H. G.
Groenewoud, Hervormd predikant
te Wageningen, zijn stem horen.
Alstublieft, zo verzocht hy met
klem, doe iets! Het volkshoge
schoolwezen is in Nederland ge-
ben er nog niets tegenover gezet,
vestigd en gaat door en wij heb-
Want de volkshogeschool ls niet
overbodig. Zij geeft iets, dat in de
gezinnen en in de verenigingen
nog teveel wordt gemist.
Maar belangryker is dit: er is
een nationale decadentie. Daar
moet een nationaal réveil tegen
teweer komen. Van het Evange
lie uit dienen wy mede te werken
aan de opvoeding der jongeren
buiten schoolverband.
Over de uitvoering dacht Ds
Groenewoud Iets anders dan Mr
Rip. Botweg de volkshogeschool
afwijzen leek hem ongewenst. Hg
wilde eerst eens praten met de
organisatie der volkshogescholen
teneinde te bewerkstellingen, dat
de leiding van een of meer der
scholen in protestants-christelyke
handen kwam en dat deze leiding
dan volkomen vryheid van han
delen kreeg. Maar ln elk geval:
wij kuimen niet wachten, zei Ds
Groenewoud.
sAeijd
door H. LOURENSE.
23) o—
Maar wat zal dat moeten zijn?
Hij is te oud, om nog te gaan
leren. En wat kan het dan nog
worden?
De winter komt, en in de
voor- en de natijd moet hij en
kele weken het bed houden.
Dat zal wel vaker zo zijn
meent de dokter, vooral als hij
hier rondom in het water blijft
zitten. Beter is, weg te gaan,
naar wat drogere streek. Dus
liefst naar het zand. Geef hier
de oplossing maar eens!
In het begin van Mei, komt
een bruiloft de gewone gang
van het werk onderbreken. Het
vorige jaar kon Kees niet van
de party zijn. Nu hoopt hij dat
wel te kunnen, 't Heeft z'n voor
en tegen. 'tZal hem te sterker
z'n gebreken doen gevoelen,
maar 't zal toch ook een wel
dadige onderbreking van de
sleurgang der dagen zijn.
't Gaat.
In een lange stoet rijden de
versierde tilbury's door de pol
ders. En in die stoet zit Manke
Kees, zoals de zoon van Marten
nu in de wandeling heet, naast
Saremie van Siem Poot, van
„Niets zonder Gods Zegen" aan
de Hofweg.
Wie heeft die twee samenge
bracht?
Kees heeft zich geen bruilofts
vrijster durven en willen zoe
ken.
'tls geen pretje, de neus te
stoten.
Saremie, hoort onder de, zij
het van verre, familie van de
bruidegom, maar geen van de
genodigde boerenzoons had haar
gevraagd, 's Morgens heeft Kees
pas gehoord, dat hij haar halen
moest. Eigenlijk was dit voor
Aay weggelegd, maar deze heeft
openlijk de breuk in de familie
kring gebracht. Dus heeft Kees
zich verplichting opgelegd.
Vroeger hebben ze elkander
vaker ontmoet. Ze kenden elkan
der, en ze mochten elkaar wel,
wist de een van de ander. Maar
toen het ongeluk hem trof
Met de gewone dingen van
het dagelyks leven, die na z'n
gedeeltelijk herstel zich weer op
de voorgrond drongen, kwam
ook de verhouding tot haar z'n
aandacht vragen.
't Werd één van de punten
van z'n worstelend strijden.
Hij mocht haar niet aan zich
binden. Wat kon hij haar bie
den?
Hij had het antwoord gevon
den.
Zij liet zich immers niet
meer zien?
Welnu, als uw oog, uw hand,
uw liefde, vulde hij zelf in, u
ergert.Ja, zover was hij ge
vorderd, en nu dit.
Deze morgen hoort hij uit
haar eigen mond, dat ze de pol
ders verwisseld heeft voor de
stad. Met drie zusters waren ze
Zeepost voor Oost.
In verband met de cholera-epl-
demle, die Egypte teistert, heeft
het m.s. „Oranje", dat op weg ls
naar Nederlands-Indië, de haven
van Port-Said deze reis niet aan
gedaan.
Om deze reden werd gezocht
naar een mogelijkheid de passa
giers en opvarenden onderweg
toch post te bezorgen. Met de
luchtpostdienst AmsterdamBa
tavia wordt deze correspondentie
nu naar Singapore vervoerd, al
waar zy op 28-10 zal worden uit-
bereikt.
Indien men van deze gelegen
heid gebruik wil maken, zai men
de stukken uiterlijk 20 October
a.s. moeten posten.
Huizen onbewoobaar
gemaakt.
Een reusachtig leger Argentijn
se mieren, die, naar men gelooft,
door bananenschepen zijn over
gebracht, bedreigen thans de Ita
liaanse Riviera.
Enige maanden geleden ver
schenen de eerste colonnes te San
Remo en sindsdien trekt het leger
in steeds toenemende scharen
Oost- en Westwaarts. De bevol
king voert de stryd tegen de mie
ren met alle mogelijke middelen,
doch heeft tot dusver geen suc
ces geboekt.
Verschillende bewoners van
luxe villa's te San Remo hebben
hun eigendommen verkocht, daar
de mieren, die zich overal ge
nesteld hebben, het bewonen van
deze huizen onmogelyk maken.
In het Italiaanse parlement is
thans een schrifteiyke vraag in
gediend, waarin de regering wordt
verzocht om aan de plaag een
eind te maken.
De Griekse regering heeft be
sloten een commissie te benoemen
ter bestudering van de megelyk-
heid van een douane-unie tussen
Griekenland en Turkye.
Het Bedrijfschap voor Zaaizaad en Pootgoed voor Akker- en
Weidebouw heeft In de telersprijzen voor pootaardappelen voor
export, oogst 1947, van de rassen Bintje, Erdgold en Voran enige
wijzigingen aangebracht, zodat deze prijzen thans als volgt defini
tief zijn vastgesteld:
Bintje, Erdgold 28/35
35/45
35/55
45/55
45/60
Voran 28/35
35/45
35/55
45/55
45/60
Bovenstaande prijzen gelden voor pootaardappelen, geteeld op
kleigrond. Voor "pootaardappelen van zand- en veengrond zijn de
prijzen f 1.50 per 100 kg. lager.
Over de reeds betaalde partijen zal de B.E.A. H een nabetaling
doen.
A.
A.B.
B.
a
18.50
15.50
13.60
13.—
17.20
14.20
12.—
11.40
15.20
12.50
10.10
9.50
13.80
11.40
9.70
9;10
13.60
11.20
9.50
8.90
17.50
15.—
14.—
13.—
16.50
13.30
12.30
11.30
14.50
11.80
10.30
9.30
13.10
10.90
9.70
8.70
12.90
10.70
9.50
8.50
thuis. Dat was een te veel, en
daarom trok ze er uitWaar
heen? Een boerendochter ver
huurt zich niet aan een inge
land, dus trok ze naar de stad.
En starend naar het versierde
eind van de zweep, dat op de
hoge rug van de vos danst, ver
telt ze van de angst om hem,
toen ze hoorde welk groot on
geluk hem getroffen had.
Tersluiks werpt Kees een blik
op de gemutste gestalte, zo dicht
naast hem, kijkt dan weer recht
vooruit.
Hij vraagt niet, antwoordt
nauwelijks. Haar naast zich te
weten, haar stem te horen, 't is
meer dan goed.
Zo rijden ze de lange weg
naar de Kandelaar, de weg te
rug naar de kerk, 's middags in
de stoet door de polders.
Een bruiloftsvrijery voor vier
weken dus?
's Zondags ryden de oudsten,
met va en moe, naar de mor
genkerkdienst, dat is vaste ge
woonte. De Zondagen, dat Kees
Saramie thuis weet, rijdt hij
's middags alleen met de til
bury, maar gaat dan langs de
Hofweg, en neemt haar mee.
's Avonds blyft hij vaak tot lang
na de koffietafel. Hij weet het
zelfs gedaan té krijgen, dat hij
haar 's Maandagsmorgens naar
de stad brengt, al moet de vos
dan ook meer doen dan gewoon
lijk van het beest gevraagd
wordt.
De zomer komt, en de zomer
gaat. De vier weken zijn tot vier
maanden uitgegroeid.
't Is Saramie vaak genoeg
voorgehouden, dat ze «zich wel
moet bezinnen op hetgeen ze
aanhaalt met zo'n mankpoot.
„Hoe ken dat ooit wat wor
de?" zeggen haar zusters, „De
stumper ken niks beginne. Zon
der z'n stok ken die niet eens
staan!"
Saramie gaat er niet op in. Ze
zijn het samen eens, dat is de
hoofdzaak. Het andere moet z'n
tijd hebben. En in alle stilte
werken ze verder aan hun plan.
„Je ben voor mij nog net de
zelfde as voor je ongeluk", heeft
ze Kees bekend op de morgen
waarop hij haar voor de eerste
maal naar de stad reed.
Ze moesten wachten voor een
spoorwegovergang.
Ze heeft toen haar gezicht,
dat opeens met een vlammend
rood werd overtogen, afgewend
naar het treintje, dat hijgenden
puffend voorbij worstelde.
Het fluitsein van de machi
nist deed Vos de oren spitsen,
Een vaal-bonte, die met de kop
over het landhek het tweetal
in de tilbury al kwijlend stond
aan te staren, holde weg met
hoekige sprongen, de staart als
een vaan geheven.
Kees had alle aandacht nodig
voor het paard. Hij hield de teu
gels goed strak,zodat het beest
nog onbeweeglijk stond, toen
het treintje reeds achter de
hoeve van Jan Dijkshoorn ver
dwenen was.
(Wordt vervolgd.)
In de brief werden de oorzaken
van bovenbedoelde gevoelens op
gesomd, n.l. de personeelsmoeilijk-
heden, de te laag geachte graan
prijzen, de te laag geoordeelde
prijs van de melk in het Westen
des lands, en tenslotte de onzeker
heid in de tuinbouw als gevolg
van het uitblijven van minimum
prijzen over de gehele iyn. Verder
werd een ernstig beroep gedaan
op de leiders der Kamerfracties
om met de middelen, die de Sta
ten-Generaal heeft, de Minister
van Landbouw tot een andere po
litiek ten opzichte van de land
bouw te brengen.
Op 24 en 25 September is daar
op de interpellatie-Vondeling in de
Tweede Kamer gevolgd, waarbij
de ernstige ongerustheid In land
bouwkringen, waarvan in de
brief van de Stichting voor
de Landbouw sprake was, aan de
orde is gesteld. Ir Vondeling's in
terpellatie leidde tenslotte tot de
aanneming van twee moties door
de Tweede Kamer. In de motie
Vondeling werd de Regering uit-1
genodigd op korte termijn maat
regelen te treffen, die voor de
vervulling van het beginsel „ver
zekering van een Mioorlijk be
staan van alle werkers in econo
misch verantwoorde land- en tuin
bouwbedrijven" noodzakelijk zijn,
zonder dat deze maatregelen in
vloed hebben op het reële inko
men van de minder draagkrachti-
gen.
Bovendien werd een tweede
motie van de heer Groen
aangenomen, waarin de Regering
werd uitgenodigd in overleg met
de georganiseerde boeren- en
tuindersstand de prysbepaling in
nadere overweging te nemen en
daarbij ln het bijzonder aandacht
te schenken aan het verlenen van
een compensatie-toeslag voor de
lichtere gronden, het verlenen van
een överbruggingstoelage aan het
kleine landbouwbedryf en het als
nog vergoeden van die groenten,
welke op de veilingen het prijs
peil van resp. 50 en 70 pet. der
productiekosten niet hebben be
haald.
De Minister van Landbouw,
Visserij en Voedselvoorziening
heeft inmiddels, zoals bekend in
een brief aan de georganiseerde
boeren- en tuindersstand, i.e. de
Stichting voor de Landbouw, ter
kennis gebracht, dat de Raad van
Ministers besloten heeft gevolg te
geven aan het verlangen van de
Tweede Kamer, zoals in de motie-
Groen is uitgedrukt, n.l. oin op
korte termijn in overleg te treden.
Aan dit overleg zullen namens
de Regering deelnemen de Minis
ter-President en de Ministers van
Financiën, van Sociale Zaken en
van Landbouw, Vissery en Voed
selvoorziening.
Aan de Stichting voor de Land
bouw is gevraagd vooraf aan
laatstgenoemde een uiteenzetting
te verstrekken van de denkbeel
den, die zy koestert omtrent de
problemen, welke met betrekking
tot het prysbeleid in de land- en
tuinbouw bij de behandeling van
de interpellatie in de Tweede Ka
mer naar voren zijn gekomen. De
ze uiteenzetting zal dan kunnen
dienen als onderwerp van bespre
king by het overleg tussen de ver
tegenwoordigers der Stichting en
de genoemde leden van de Minis
terraad.
Het zou voorbarig zyn uit dit
voorgenomen overleg nu reeds te
concluderen, dat aan de wensen
van de motie-Groen tenvolle op
de voorgestelde wijze zal kunnen
worden tegemoetgekomen. In de
pers (ook vakpers) koestert men
op grond van de brief van de Mi
nister van Landbouw, aan de
Stichting voor de Landbouw een
enigszins optimistische verwach
ting ten aanzien van de directe
resultaten voor de Landbouw, die
uit het overleg zullen kunnen
voortvloeien. De Minister vestigt
er echter de aandacht op, dat zich
bij dit vraagstuk zovele facetten
van algemene loon- en prijspoli
tiek voordoen, dat hij In bedoelde
brief het voorbehoud maakt, dat
in de bereidheid tot overleg niet
ligt opgesloten, dat de Regering
reeds voornemens zou zijn de in
cje motie-Groen speciaal aanbevo
len oplossingen te aanvaarden.
Blijkens de ons toegezonden
officiële uitslag van de tweede
rebusprijsvraag, Diaconessenhuis,
Arnhem, werden in Zeeland de
volgende prijzen, toegekend:
Hoofdprijzen: M. J. Geuze,
Poortvliet, Keukenuitzet; K. v.
Gelder-Mauve, Veere, horloge; J.
Clowting, Bergen op Zoom, rij-
wielzadel; C. J. v. d. Eyk-Kom-
mers, Vlissingen, sigaretten.
Boeken: E. M. v. d. Eijk,
Vlissingen; M. Slager, Scherpe-
nisse; Mej. A. de Bres, St. Maar-
tensdyk; Fred. Bakker, Axel; J.
v. Koeveringe, Goes; P. Buys,
Middelburg; Mej. M. Verhage,
Koudekerke; C. Laban, Tholen;
A. Lokker, Vlissingen; P. v. d.
Putte, Middelburg; P. Vader,
Kleverkerke; N. J. Breure, Co-
lijnsplaat; F. Sehoute, Hulst; J.
Goossen, Oostburg.
Schakelriem: S. Israël,
Kamperland; Mevr. de Voogd,
Grijpskerke; Anneke Boerlijst,
Goes; Mej. Kramer, Burgh; Adri-
Zeevaart, Krabbendijke; S. v. d.
Putte-Cevaal, Middelburg; K. de
Koejer, Zaamslag; Gr. de Vries,
Schoondijke.
Honing koek; C. C. v. d.
Linde, Goes; Mej. C. Hamelink,
Axel; W. de Doelder, Terneuzen;
J. Koets, Goes; M. J. Boogerd,
Zierikzee; M. Fransen, Driewe-
Camité
V ughtStraatsburg.
Donk voorsteun in donkere dagen.
Een deputatie van het comité
VughtStraatsburg heeft zich
naar Straatsburg begeven, om
aan de bevolking vierduizend
bloembollen aan te bieden als
dank voor de in de oorlog onder
vonden steun.
Toen generaal Seyffardt op
Februari 1943 was vermoord, ver
richtten de Duitsers de volgende
dagen massale arrestaties. Onge
veer tweeduizend Nederlanders
werden opgepakt en naar Vught
gebracht. Honderdtachtig daar
van werden beschouwd met de
moord te hebben ingestemd en
vastgehouden, de rest werd vrij
gelaten. Deze 180 man zijn
later van Vught naar Straats
burg vervoerd en daar gevangen
gezet.. Zy werden door de bewo
ners van die stad op alle moge
lijke wyzen geholpen, zo zelfs,
dat de Duitsers de groep splits
ten en kleinere aantallen over het
land verspreidden.
Na de oorlog zyn er honderd
vyf en zeventig van deze groep
overgebrleven. Vyf zyn overleden
in Duitsland, of, tengevolge van
daar opgelopen ziekten, na terug
komst in het vaderland. De over
blijvenden richtten het comité
„VughtStraatsburg" op, o.m.
om de Straatsburgse bevolking
dank te betuigen voor de steun
in donkere dagen.
Het is de bedoeling, dat de
bloembollen geplant zullen wor
den in de plantsoenen.
Ouden van dagen en
Ziekenfonds-verzekering.
Ongeveer 38.000 personen, die
een uitkering ingevolge de Nood
wet Ouderdomsvoorziening (zul
len) ontvangen, vallen niet meer
onder de verplichte ziekenfonds
verzekering, aldus minister Drees
in antwoord op de vragen van het
Tweede Kamerlid Lienden. De Al-
gemeene ziekenfondsen kunnen de
lasten van overgang van ver
plichte naar vrijwillige verzeke
ring naar de mening van de be
windsman wel dragen, evenals de
betrokkenen zelf,; omdat de ouder-
domsultkering een verhoging van
Inkomsten betekent.
Vredes-orgeL
Ook van het goede kan men
teveel krijgen.
Zelfs van het eren van hen, die
voor het vaderland hun leven ga
ven.
Er wordt op dit gebied reeds
veel gedaan, door het stichten
van eenvoudige monumenten en
door het verzorgen van nage
laten betrekkingen.
En dat is sympathiek. Het ls
vaderlandse plicht. Wij mogen
niet vergeten wat door duizenden
in openlijke strijd in 1940 en ln
het verzet tegen de overweldigers
daarna is gedaan, vaak zelfs on
der tegenwerking van „goede va
derlanders".
Maar we dienen onS ook hier
voor overdrijving te wachten, èn
wat betreft het aantal èn wat be
treft het karakter van de ere-
blijken.
Zo. ls nu een comité gesticht
om te komen tot de oprichting
van „een klinkend vredesmonu-
ment ln de vorm van een monu
mentaal Vredesorgel". En zo mo
gelijk tot de stichting van een
nationale vredesconcertzaal, in
welk gebouw de namen van hen
die vielen b.v. in de wandelgangen
op bronzen platen zullen worden
vereeuwigd.
De bedoeling is goed. En de
eersten ln den lande gaven hun
namen voor het gebruikelijke ere-
comité.
Maar toch: moet het zó door
gaan?
het gevaar wordt groot, dat we
monumenten gaan bouwen om de
comité's te eren.
Italiaanse bouwarbeiders
komen helpen.
Naar „Het Vrije Volk" vernam,
zullen binnenkort ongeveer 2000
Italiaanse bouwvakarbeiders ty-
delijk, maar toch voor de duur
van drie a vier jaar, naar Neder
land komen om hier een handje te
helpen bij de wederopbouw.
Als nu ook maar voldoende ma
terialen beschikbaar zijn.
Van betrouwbare zijde wordt
vernomen, dat het communistische
informatiebureau zijn eerste be
sprekingen voor het einde van
November en mogelijk binnen vier
weken zal beginnen.
gen; P. J. Gelok, Middelburg; P.
de Putter, Terneuzen; Zr. Vier
gever, Thoien; H. Sol, Terneu
zen; Magda Jobse, Zoutelande;
Wed. Meeuwse, Oudelande; W. G.
van Hartesveldt, Kortgene; Jan
op 't Hof, Oudelande; Dr E. A.
Schimmel, Hans weert.
XXXV.
Hy ligt op slechts 30 meter en toch kost het ons een half uur
éér we vaag zijn massa zien liggen. Hy slaat heftig met de slurf
op de aarde en rochelt hoorbaar. Om kort te gaan: we moesten in
dit onontwarbare struikgewas (dergelijke plekken zoeken ze altijd
op om te sterven) tot op 5 meter naderen aleer je kon zien, dat
daar een olifant lag. Dan komt de kwestie: waar is de kop en
waar moet ik thans schieten om zijn hersenen te raken, want lukt
dit niet, dan Is er een kans, dat hij alsnog omhoog komt met alle
gevolgen van dien. Nu dat heeft nog tien minuten geduurd voor ik
deze kwestie meende te hebben opgelost, want de theorie heeft
vergeten neer te schrijven hoe je een liggende olifant moet schieten.
Maar er moet een einde aan komen, ook voor het lijdende dier, dus
na de resten van de beschrijvende meetkunde, die ik me nog her
inner, te hebben geraadpleegd, gaat het schot er uit.
Het gevolg is verbijsterend:
hij vliegt weer overeind, en ik
zie hoog boven me (althans zoo
lijkt het) de enorme kop, maar
gelukkig van opzij, want hij
heeft een halve slag gemaakt
bij het oprichten. Sneller ais ik
dit kan vertellen heb ik het oor
op de korrel en hij krijgt het
danig, terwijl mijn vrouw, die
een meter naast mij staat, ook
snel een schot lost. Dan waggelt
hijen we kunnen niet meer
schieten, want hij verdwijnt uit
ons gezichtsveld met een doffe
dreun. Dus trekken we ons weer
enige meters terug en nu rochelt
hij heftig, maar na enige minu
ten, nadat we (laten we eerlijk
blijven) ons koude zweet wat
hebben afgedroogd, hoor ik zyn
ademhaling oppervlakkiger wor
den en we kruipen er opnieuw
heen. Hij ligt thans onbeweeg
lijk en na enige minuten houdt
zijn ademen geheel op, maar de
pisteur is niet tevreden, dan na
dat ik van één meter afstand
toch nog een schot in het oor
los; hij zegt maar steeds: peut
être! Maar dan is het waarlijk
voorbij, en zien we een reus van
een olifant op een kleine plat
getrapte oppervlakte liggen.
Ook hier is het ivoor niet in
overeenstemming met zijn
grootte, maar het is in elk geval
de moeite waard. De tanden
worden op 20 kilo geschat, wat
een gemiddelde is. We moeten
eerst nu eens bekomen van alle
emoties en in die tijd stromen
de dorpelingen, waar we slechts
4 kilometer vandaan zijn, toe.
Het is ongelooflijk, maar na 10
minuten zyn er reeds 100 en dan
druppelt het door tot er op liet
kleine plekje zeker 200 bijeen
zijn.
Ze schreeuwen als bezetenen,
want daar is nu het lang be
geerde vlees. De chef heeft de
ongelooflijke brutaliteit me te
laten zeggen, dat hij de olifant
als zijn eigendom beschouwt,
maar ik ben geen „groene" in
Afrika, dus ik presenteer hem
een eindje hout onder de neus
en laat hem vragen of hij daar
van soms een portie lust. Dit
verwekt een oorverdovend ge
lach, want de neger vindt het
altijd uiterst amusant als iemand
een „stropje" haalt. We lachen
hem dus ook uit en laten hem
zeggen, dat als hij nog meer
amusante vertelseltjes weet, ik
terug ga naar de „grote Com
mandant" (dit is de Chef van
een Departement) en met tirai-
leurs zal terugkomen, en dan
i krijgen ze niets. Dan worden
eerst de oren en staart er af ge
sneden en dan barst de hel los:
als gieren werpen ze zich op
hun prooi, snijden, kerven, ruk
ken het vlees los, wat ze over
hun schouder naar een familie
lid werpen en er is alleen een
eind aan te maken door een ste
vige stok te nemen en ze weg
te ranselen. Merkwaardig is, dat
als ze een mep krijgen, ze ver
legen zich terugtrekken en te
gen je lachen, alsof je ze uiterst
vriendelijk hebt behandeld. Ik
plaats thans mijn kok met een
stevige stok boven op de oli
fant en deze deelt aan de al te
brutalen fikse klappen uit,
vooral op hun handen. Maar als
wy onze portie van het dier op
zij gelegd hebben, laten we ze
opnieuw los en ik ga naar de
auto terug om uit Fort Sibut
werklui te halen, teneinde onze
trofeeën te bergen. Want hoopt
men er op, dat de dorpelingen
uit zullen doen, dan komt men
wel eens verkeerd uit. Als de
olifant verdeeld is verdwijnen
ze met hun vlees en laten de ja
ger in de warmte staan.
Ik ben na IX uur terug met
zeven mensen van de Ouhamé
Nana en het transport begint,
maar de olifant is reeds uitge-
slacht en er is niets meer te zien
dan een grote modderpoel, want
zijn buikinhoud heeft het plekje
onder water gezet!
In de brousse hoort men nog
het getier en getwist van de he
den, die het over de verdeling
van het vlees nog steeds niet
eens zijn, want al was een oli
fant nog tien keer zo groot, dan
is het hen altijd nog te weinig.
Mijn vrouw, die ter bewaking
is achtergebleven vertelt, dat ze
als razenden hebben gevochten
en inderdaad er zijn wel 10 ge
wonden; messteken, snijwonden
enz. De heftigste tonelen heb
ben zich afgespeeld; vooral om
de maag werd een ware veld
slag geleverd, maar er is toch
geen orde te scheppen en we
waren er niet verder by geïn
teresseerd. In korte tijd waren
we weer in Sibut, verschillende
ontevredenen achterlatende, die
geen vlees hadden gehad (al of
niet gelogen).
's Avonds eten we olifanten
slurf, wat een delicatesse is, en
staan de pisteurs voor de deur:
of meneer morgen weer gaat,
want er zijn 9 olifanten op 10
kilometer in de plantages gesig
naleerd. We moeten ze teleur
stellen, deze olifant ligt nogal
zwaar op onze maag en moet
eerst eens rustig verteren.