De man, die niet wist wie hij was.
tM*t stcUd
Wie lijdt de schade?
Jlcwifys de> we>Cf>.
De wet op pond waarvan H. M. de Koningin
het gezag tijdelijk overdraagt.
Opbouworgaan en Ë.T.I.: twee belangrijke
instellingen voor Zeeland.
De „KotaAgoeng" vervoerde 1270 Mekkagangers
Prijzen
voor fruit niet
te hoog?
JOACHIIHI CHARLES.
Fantast leidde 4 jaar lang detectives,
doktoren en psychologen
om de tuin.
Wat gebeurde er op
de Willem Barendsz?
Onder hen bevonden zich zeer voorname
lieden.x
Het geld geblokkeerd en de bank failliet.
(Speciale correspondentie).
Vtor jaar lang heeft een 3&-jarige Fransman alt Touloase het
klaar gespeeld om de knapste speurders oit alle windstreken der
aarde, de geleerdste doktoren van het continent en de meest
befaamde psychologen van West-Europa te doen geloven dat h(j
een geallieerde parachutist was, die tijdens een actie boven Duits
grondgebied zijn geheugen verloren had. Dezer dagen eindelijk
heeft h)j tegenover een verslaggever van de „Daily Mail" bekend,
dat hij alles gesimuleerd had.
Joachim Charles" zoals zijn
algemeen bekende naam was in
de grote Engelse bladen, die
steeds maar weer sensationele
artikelen over hem ten beste ga
ven -werd tijdens de bezetting
vanuit Frankrijk als verplicht ar
beider tewerk gesteld in Ham
burg, waar hij boerenknecht
werd. Dat beviel hem maar zeer
matig, en toen hij dan ook op een
dag in een afgelegen, leegstaand
huis 'n Engels vlieger-uniform
vond was zijn plan voor ontsnap
ping spoedig gereed.
„WIE BEN IK?"
Hij vluchtte buiten Hamburg,
waar hij zich in de R.A.F.-uni-
form stak. Kort daarop kwam hij
in contact met gevluchte Franse
krijgsgevangenen, die spoedig be
vriend met hem raakten, en die
hij wijs maakte, dat hij een Brit
se parachutist was, die zijn ge
heugen verloren had. Dat was op
18 Juli 1943 .Tijdens de opmars
van de geallieerde legers in
Duitsland werd hij tezamen met
de Franse krijgsgevangenen be
vrijd. En vanaf toen begon de
klucht pas goed.
Militaire artsen, zowel Franse,
Britse als Amerikaanse, begonnen
zich in het geval te interesseren
en deden alle mogelijke moeite
om zijn identiteit vast te stellen.
Zij bereikten hoegenaamd niets.
Uiteindelijk kwam „Joachim
Charles" terecht in het hospitaal
„Sainte-Foy-la-Grande", in de
omgeving van Bordeaux, waar hij
een uitstekende verzorging genoot
en herhaaldelijk ondervraagd
werd door burgerlijke en mili
taire politie. En naarmate de
autoriteiten het raadsel over het
hoofd groeide, des te groter wer
den de koppen in de Engelse en
Franse bladen, en des te uitge
breider werd de lezerschare, die
meeleefde met „de arme onbe
kende Britse parachutist".
toe, „dan lijkt het mij verstan
dig om alle pogingen om mijn
identiteit uit te vissen maar te
staken, en een nieuw leven te be
ginnen". Maar cameramannen
kwamen nog diezelfde Zondag en
draaiden een film van „Joachim
Charles"
De vorige maand slaagde hij er
zelfs in om een van de bekend
ste Franse psychologen, die de
z.g.n. „waarheidsproef" op hem
toepaste, om de tuin te leiden.
„Joachim Charles" bleef maar
hardnekkig vragen: „Wie ben
ik?"
Hij ontving in het Franse hos
pitaal, zoals hij later huilend ver
klaarde, honderden brieven uit
Engeland, Nederland en België
van families, die schreven in de
hoop dat hij een vermiste echt
genoot, zoon, verloofde of broer
wasVrijwel dagelijks kreeg
hij tientallen telefoontjes, zodat
werd. Enhij kreeg zelfs de
vorige week enkele huwelijksaan
zoeken!
„IN DE MIST
Kort voordat de waarheid aan
de dag kwam, verklaarde hij te
genover een verslaggever van de
„Daily Mail": „Ik word er wan
hopig onder. Het is alsof ik mid
den in een dikke mistbank leef,
waaruit ik maar geen weg kan
vinden. Dag en nacht probeer ik
de scheidsmuur te doorbreken,
welke staat tussen mijn gedach
ten van nu en die van de jaren
voor 1943".
Ruim 24 uur later kwam hij
snikkend met
DE WAARHEID
voor de dag, tegenover dezelfde
verslaggever, maar toen niet in
een hospitaalbed, doch in een cel.
Er bleek helemaal geen mysterie
te zijn: zijn naam is Joachim
Ernest Charles, hij is Fransman,
38 jaar, in Toulouse geboren, en
was tot 1943 hotelbediende even
eens in Toulouse. Hij heeft nooit
iets met de R.A.F. of de Britse
Red Raps te maken gehad en is
niet getrouwd. De autoriteiten
houden hem voorlopig in arrest
om een en ander gewaar te wor
den over zijn laatste oorlogsjaren.
Inmiddels zit „Joachim Char
les" eenzaarp in zijn cel, onge
kamd, ongeschoren en ongeluk
kig. Hij is nu bijna zo meelijwek
kend als weken, maanden en ja
ren geleden, de man, die begon
met een leugen, welke te groot
hij er haast wanhopig onder voor hem werd.
Bij de Tweede Kamer is thans van de volgende toelichting:
ingediend het wetsontwerp met
betrekking tot het tijdelyk over
dragen van de Koninklijke macht
door H. M. de Koningin.
Artikel 1 van het ontwerp
luidt
1. Wanneer onze gezondheid
naar ons oordeel daartoe aanlei
ding geeft, leggen wij de uitoefe
ning van het Koninklijk gezag tij
delijk neer.
2. Wij bepalen het tijdstip,
waarop wjj krachtens het eerste
lid van dit artikel de uitoefening
van het Koninklijk gezag neerleg
gen, alsmede het tijdstip, waarop
wij deze zullen hervatten.
3. De in het 2e lid bedoelde tijd-
Nog ji"zondag"öppërde „Joa- stippen worden bekend gemaakt
-i - rtftAH nlonTOinrr iron r\n vn düc hn
chim Charles het plan om een
film van- hem te draaien, die dan
in alle grote bioscopen van Euro
pa en Amerika gedraaid zou moe
ten worden, „want", zo verklaar
de hij tegenover de pers, „het is
niet uitgesloten, dat de een of
andere bekende ergens ter we
reld mij herkend en mij kan ver
tellen wie ik nu eigenlijk ben.
En als dat mislukt", zo voegde
hij er toen quasi-bedroefd aan
door plaatsing van onze desbe
treffende besluiten in het Staats
blad.
Artikel 2 luidt:
Voor de gevallen, waarin wij
krachtens art. 1 de uitoefening
van het Koninklijk gezag tijdelijk
neerleggen wordt mits deze onze
beminde dochter Prinses Juliana
der Nederlanden tot regentes van
het Koninkrijk benoemd.
Het wetsontwerp is vergezeld
Reeds enige malen verschenen
in ons blad mededelingen omtrent
een in onze provincie op te rich
ten Opbouworgaan. Een dergelij
ke instelling, die reeds In verschil
lende andere provincies werk
zaam is en de behartiging van de
culturele belangen bedoelt, zal
ook in Zeeland een ruim arbeids
veld vinden en het is dan ook niet
te verwonderen, dat door" de re
gering reeds geruime tijd is aan
gedrongen op de stichting van 'n
soortgelijk orgaan in Zeeland.
Nu was echter aan de Stich
ting Herstel Zeeland 1945 reeds
een Raad van Bijstand voor Soci
ale en Culturele Aangelegenheden
verbonden, zodat men in Zeeland
aanvankelijk de stichting van 'A
Opbouworgaan niet urgent acht
te en van mening was, dat de be
hartiging van de economische zo
wel als van de sociaal-culturele
belangen aan de Stichting konden
worden gelaten.
Het bleek echter, dat de rege
ring hiermede niet accoord kon
gaan, daar zij voornemens was de
Helstelstichtingen in de getroffen
provincies op korte termijn te
doen verdwijnen. Hiermede was
dus het eerst ingebrachte bezwaar
vervallen en kon besloten worden
ook voor Zeeland tot stichting
van een Opbouworgaan te komen.
Onze provincie telt een zeer
groot aantal Instellingen op so
ciaal en cultureel gebied, Rooms-
Katholieke, Protestants-Christe
lijke zowel als humanistische. Bo-
Feuilleton.
door H. LOURENSE.
12) o—
„Ik wil d'r et mijne van hebbe.
As die morrege weer weggaat,
dan trek ik achter 'um an. En
as 't zo is, dan gaat de boot an
stukke, of Aay gaat de deur uit.
Stel je voor, m'n eige jonge
achter zo'n meid an! De naam,
die je sinds menseheugenis mit
ere draagt, door 't slik gesleurd
door zo'n jonge!"
De stem van de boer breekt
af, als in een snik.
„Doe maar zacht mit 'um an,
Mart. Als je hard mit 'um be
gint, stoot ie zich van je af, en
wat heb 'ie dan?"
De stem van de boerin klinkt
zacht overredend.
Tegen die stem moet de oude
boer het afleggen, hij weet het,
maar hij verzet zich.
„Ja zeker! Zo as 'tnou al jare
gaat! Wat hebbe me nog over
'um te zegge, niks ommers? Hij
doet in alles z'n eige zin, en wij
hebbe 'et maar goed te vinde.
Maar ik zal d'r een stokkie voor
steke!"
De stilte hangt dreigend in
ae kamer.
Uit de hoek van de kamer,
vaar het ledikant staat, klinkt
de zacht reutelende ademhaling
vendien is de ligging der verschil
lende provinciedelen ten opzichte
van elkaar zeer uitzonderlijk. Het
bleek dan ook al direct, dat het
op onoverkomelijke bezwaren zou
stuiten, wanneer men de stichting
„van onder op" tot stand wilde
brengen.
Er is toen gezocht naar een an
dere weg, om uiteindelijk toch te
komen tot een instelling, waarin
zowel de geestelijke stromingen
als de districten van Zeeland zou
den zijn vertegenwoordigd.
Met dit doel voor ogen ls een
vergadering van de Stichting
Herstel Zeeland 1945 gehouden,
waarin de directeur van het
reeds lang bestaande Opbouwor
gaan in Drente, Mr Cramer, uit
voerige inlichtingen verschafte.
Hierbij was ook de Rijksconsulent
voor Sociale Bijstand, Mr L. M.
Hendrlkx, aanwezig. Na een uit
voerige bespreking werd in deze
bijeenkomst als advies gegeven,
dat de Commissaris der Koningin
enige personen, vertegenwoordi
gend de verschillende richtingen
in onze provincie, zou uitnodigen
om het Opbouwofgaan tot stand
te brengen. Dit is geschied. Aan
gezien in de verschillende provin
ciën de Opbouworganen zijn tot
H. M. de Koningin ziet zich ge
noopt te bevorderen, dat haar de
mogelijkheid wordt geboden om,
wanneer haar gezondheid daartoe
naar haar oordeel aanleiding
geeft, door het nemen van rust
herstel van gezondheid te zoeken
en zich alsdan tijdelijk ontheven
te weten van de zorgen voor de
zaken van de Staat.
Het onderhavige wetsontwerp
heeft de strekking te dien einde
toepassing te geven aan artikel
43 der Grondwet. Daardoor zal H.
M. de Koningin in de gelegenheid
worden gesteld, naar gelang de
omstandigheden naar haar oor
deel daartoe aanleiding mochten
geven, de uitoefening van het Ko
ninklijk gezag tijdelijk neer te
leggen.
Het ontwerp, dat volgens even
genoemd artikel mede in de be
noeming van een regent dient te
voorzien, beoogt H. K. H. Prinses
Juliana in die gevallen met deze
hoge waardigheid te bekleden.
De artikelen van het ontwerp
spreken voor zich zelf en behoe
ven dus geen afzonderlijke toe
lichting.
Het is de vurige wens, dat de
omstandigheden, welke tot indie
ning van het ontwerp leiden,
spoedig tot het verleden zullen
mogen behoren.
later heeft dit comité aan het col
lege van Ged. Staten verzocht tot
het oproepen van een directeur
voor het Opbouworgaan te mogen
overgaan. Ged. Staten hebben
hiertoe machtiging verleend.
Wanneer deze directeur zal zijn
benoemd (hetgeen nog wel enkele
weken kan duren) hoopt men met
deze de verdere uitbouw te be
spreken. Naar wij vernemen zal
dan ook bekend gemaakt worden,
welke personen in het comité zit
ting hebben genomen. Het is de
bedoeling, dat, indien dit noodza
kelijk mocht blijken, de vertegen
woordiging van bepaalde organi
saties op sociaal-cultureel gebied
zal worden uitgebreid.
Het E.T.I.
Nu straks ook het E.T.I. zijn
werk zal beginnen, zal Zeeland
weldra twee belangrijke instellin
gen bezitten, welke aan de op
bouw medewerken. De totstand
koming van het E.T.I. heeft hier
wat langer geduurd dan in andere
provincies. Er is door sommigen
het college van Ged. Staten het
verwijt gemaakt, dat niet vol
doende activiteit zou zijn betoond
in deze zaak. Het blijkt echter,
dat het huidige college steeds ge
ijverd heeft Zeeland haar E.T.I.
stand gekomen na de opheffing te geven, doch dat het zeer lang
van Volksherstel, is ook voor Zee
land aan enigen figuren uit het
provinciaal bestuur van Volks
herstel door de Commissaris ver
zocht zitting te nemen in dit
voorbereidend comité. Korte tijd
van Kees.
Slaapt hij?
De boer heeft, ondanks z'n
boosheid, met weinig stemver
heffing gesproken, terwille van
de zieke. Die hoeft er zich niet
mee te vermoeien, die heeft
voorlopig genoeg te dragen aan
z'n eigen pak.
„En ais 'ie dan verkiest te
gaan, Mart, inplaats van te
buige onder je gezag, wat dan?
De stem klinkt als zoeven.
Er komt geen antwoord.
„Dan heb' je een kind van je
vervreemd en dan ken je een
vreemde in dienst neme. Zei
dat dan naar je zin weze,
Mart?"
De boer blijft zwijgen.
Daar heb je het weer, de
vrouw heeft gelijk.
Dat gaat niet.
Een eigen zoon het huis uit
gezet, dat is niet voorgekomen
in de familie, zover hij weet.
En dan een vreemde aanzet
ten?
Na wat er de laatste weken
gebeurd is, is dat onmogelijk.
Dat gaat niet. De boer geeft
zich gewonnen.
„Nou, probeer jij 'et dan nog
is mit 'um. Dat is misschien
beter."
HOOFDSTUK 4.
De zon is prachtig onderge
gaan.
De schapenwolkjes, hoog aan
de hemel, zjjn vlammend rood,
geduurd heeft, voordat zekerheid
omtrent regeringssubsidie was
verkregen. Bovendien mag niet
worden vergeten, dat onze pro
vincie noodlijdend is. Toen echter
het verlenen van regeringssubsi-
met gouden randen.
't Is windstil.
Aay werkt z'n boot voorzich
tig het rietveldje uit.
Eqn ogenblik heeft hij ge
vreesd, dat Va hem het wegva
ren zou beletten.
Va is binnen gebleven.
Zoveel te beter.
't Zou moeite gegeven hebben.
Aay is nu juist niet in een
stemming, om zich in z'n plan
nen te laten dwarsbomen.
Hij gaat!
Buiten het riet gekomen,
kijkt hij links en rechts de
Vaart af, dan zoeken zijn ogen
langs de Broekweg, aan de
overkant.
Niemand te zien. Ook voor de
werf van Jaap Rodenburg niet.
Geurt riep Aay vanmorgen ir.
het voorbij varen wat toe. Spot
tend, leek wel.
Waar had hij het over?
Of was het, omdat Aay feite
lijk de verkeerde kant heen
ging?
De lui moeten niet vervelend
worden.
Als het moet, zal hij z'n gezag
over het jonge volk wel op een
andere manier handhaven!
Langzaam roeit Aay de Vaart
af, de Vliet op.
'tls schemer-donker, als hij
z'n bootje op het klampje van
Malle Mien aanstuurt.
Even aarzelt hij.
Zal hij wat verder roeien?
Als er kijkers in de buurt zijn,
Pensioenwet 1922 zal
worden herzien.
Op vragen van het Tweede Ka
merlid Vermeer betreffende de
toekenning van een extra-toeslag
aan gepenslonneerden in 1947,
heeft de minister van Binnenland
se Zaken geantwoord, dat bij zijn
ministerie twee ontwerpen van
wet in voorbereiding zijn. Het ene
betreft de herziening van de pen
sioenwet 1922 en het andere de
verhoging der pensioenen, te re
kenen met ingang van 1 Januari
1947.
Eerlang zal de indiening bij
de Tweede Kamer van belde
wetsontwerpen kunnen plaats
vinden.
Generaal Jany, opperbevelheb
ber van het tweede Hongaarse
leger, dat tijdens de winter 1942
te Voronej streed, is te Boeda
pest tot de dood door de kogel
veroordeeld.
In de bergen op Madagaskar ls
een Frans militair vliegtuig neer
gestort. 7 personen werden ge
dood, 1 werd gewond.
Dokters luchten hun hart.
De „Willem Barendsz", die de-
der dagen weer uitvaart met 95
pet. van de oude bemanning aan
boord, heeft nog iets anders te
zien gegeven dan de idylle, die er
bij haar terugkomst deze zomer,
over geschreven is. Daarover doet
de scheepsarts, dr A. Melchior, in
zijn boek: „De eerste walvisvaart
van de Willem Barendsz" een op
zienbarend verhaal, dat de ge
heimzinnigheid rond dit schip ver
klaart, alsmede de opmerking van
kapitein Visser bij aankomst „dat
hij mager was van sjachrijn".
Dr Melchior beschrijft de ar
beidstoestanden als schandelijk.
Volkomen vervuiling en alcoholis
me vierden hoogtij aan boord, zo
zegt hij en de commandant en de
Noorse expeditieleider weigerden
iedere medewerking om de man
nen een dragelijk leven te ver
schaffen. Geen radio, geen boeken
geen verzorging van ernstige zie
ken.
Dr W. H. Bierman schrijft in
het voorwoord op dit boek: Over
al zijn wij gestuit op overtreding
van de rechten van de mens, op
gebrek aan idealisme, onwil en
onwetendheid en tegenwerking.
„De werker werd niet behan
deld als een medewerker, maar
als een werktuig", zo schrijft Dr
Melchior.
Het is verbluffend, aldus de
„N. Haagse Crt.", dat dit alles nu
los komt. En daar hebben allerlei
publicisten met hun neus boven
op gezeten en er geen woord over
geschreven. Wij hebben vernomen
dat de verhouding tussen dr Mel
chior en kapitein Visser veel te
wensen overliet. De kapitein vond
een medische dienst aan boord
overbodig „want ik heb in de oor
log zonder dokter gevaren en er
waren nooit klachten".
Er ls inderdaad het uiterste ge
vergd van de mensen en de vuil
heid aan boord was groot, want
er bleef geen gelegenheid een be
hoorlijk bad te nemen na 'twerk.
De mannen gingen zo, met hun
vuile kieren aan, te kooi! Het is
een gewoon verschijnsel op een
vissend schip. Er waren verschrik
kelijke infecties aan boord, door
dat ieder wondje terstond een
zweer werd, door de inwerking
van het walvis-lijkengif, terwijl 't
alcoholisme aan boord inderdaad
groot was.
Het is een verhaal, dat de tot
nu toe gepubliceerde artikelen
wel erg zoetsappig maakt en de
radio-idylle van Kerstmis 1946
niet minder
die vaststond, is door samenwer
king van Ged. Staten en Kamer
van Koophandel de totstandko
ming een feit geworden en naar
we vernemen, kan de benoeming
van een directeur voor dit insti
tuut weldra worden verwacht.
Voor Zeeland behoeft de latere
totstandkoming van het E.T.I.
niet als schade te worden aange
merkt, aangezien de Stichting
Herstel zich in de eerste plaats
op economisch terrein heeft bege
ven en daarop voortreffelijk werk
heeft verricht. Uiteraard zal
straks het E.T.I. op breder ter
rein werkzaam zijn.. Toch moet
het betreurd worden, dat de
Stichting Herstel m.i.v. 1 Januari
1948 zal verdwijnen, want er kan
helaas nog niet worden gezegd,
dat haar taak in het belang van
Zeeland dan reeds zal zijn geëin
digd.
Niettemin hopen wij, dat zowel
het Opbouworgaan als het E.T.I.,
elk op hun gebied in de toekomst
mogen werkzaam zijn tot heil van
ons gewest.
loopt hij behoorlijk in de gaten.
Maar wat maalt hij daarom?
Hij is zonder fuiken, of ander
vistuig weggegaan. In geen ge
val heeft hij dus iets van de
veldwachter te vrezen. En de
rest? Wat kan die hem schelen?
Deze avond is voor hem en
Bertha.
In z'n verbeten zwoegen, de
laatste weken, heeft hij harts
tochtelijk bijna, naar deze
avond verlangd. Hij heeft die
ook willen uitbannen uit z'n ge
dachten, om de moeite, die er
thuis door komt. 't Heeft hem
niet geholpen. Het smeulende
vuurtje slaat uit in wilde vlam
men.
Even wipt het spotduiveltje
in hem omhoog.
Jij, die alleen jezelf als mees
ter erkent, die je door niemand
de wet laat voorschrijven, jij zó,
om een vrouw!
En wat voor een vrouw!
Wel, 't is zo, en niet anders.
Basta!
Hij is bijna te ver gevaren. Een
flinke ruk aan de riem doet het
bootje haast een kwartslag
wenden.
Er staat veel stroming en door
z'n onbeheerst roeien, drijft hij
het steigertje voorbij. Wat kal
mer nu, laat hij de boot draaien.
Een paar slagen met de riemen
en de kant van het vaartuigje
schuurt langs de wankele aan
legplaats.
(Wordt vervolgd.)
Dinsdagmiddag is de „Kota Agoeng" van de Rotterdamsche
Lloyd, met de quarantainevlag in top, te Rotterdam aangekomen.
Onder de passagiers bevonden zich 15 repatriërenden. Het schip
voerde de quarantainevlag, omdat te Port Said, welke haven het
heeft aangedaan, cholera was uitgebroken. Vermoedelijk zal dus
ook van de volgende schepen, welke Port Said aandoen, de quaran
tainevlag wapperen. Nadat een havenarts aan boord was geweest
en geconstateerd had, dat er geen ziektegevallen aan boord waren,
werd de „Kota Agoeng" vrijgegeven.
De „Kota Agoeng" behoort tot
de z.g. pelgrimsschepen en aange
zien deze boot van de Lloyd voor
het eerst na de oorlog weer een
pelgrimsstoet vervoerd had,
maakten wij een praatje met de
gezagvoerder, kapitein J. C. Viel-
voye, die interessante bijzonder
heden wist te vertellen. Van de
vier transporten, die van Indië
naar Djeddah leidden, was dat
van de „Kota Agoeng" wel de
grootste.
Niet minder dan 1270 personen
namen aan de Mekka-gang deel,
onder wie enkele inlandse vorsten.
Zeven Mekka-gangers zijn onder
weg gestorven. Zij hebben met
veel ceremonieel een zeemansgraf
ontvangen.
Daar tegenover stonden twee
geboorten, maar van de nieuwe
wereldburgers bleef er slechts één
in leven.
Een aantal van zeven sterfge
vallen achtte kapitein Vielvoye
gering als men in aanmerking
neemt, dat er stokoude mensen
meegaan, die in de laatste uren
van hun leven nog naar Mekka
willen gaan.
Alle passagiers, onder wie zich
uitgebreide families bevonden,
huizen in de ruimen, die speciaal
voor dit doel witgekalkt zijn,
maar overigens volkomen leeg
moeten zijn. Ieder heeft ander
halve vierkante meter tot zijn be
schikking. Op iedere 1000 Mekka
gangers gaat een geneesheer mee.
Dit is bij pelgrimsordonnantie van
de Ned. Indische regering voor
geschreven.
Vijf maal per dag verrichten
de pelgrims hun gebeden op een
matje, het gelaat naar Mekka ge
keerd.
Dit bidden geschiedt in allerlei
houdingen, die gelijkmatig ver
anderen. De kapitein gewaagde in
dit verband van een indrukwek
kend schouwspel. De pelgrims be
horen allerminst tot de armen,
hetgeen wel hieruit blijkt, dat be
halve de reiskosten nog per per
soon f 1000 moet worden gestort
voor verblijfkosten te Djeddah en
Mekka. De kleren van de ruim
1
Op vragen van het Tweede
Kamerlid Maenen betreffende de
prijzen van fruit, heeft de Mi
nister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening geantwoord,
dat de prijzen van het fruit op
de veiling zich thans op een vrij
laag niveau bewegen. Of aan het
einde van het productiejaar dit
prijsniveau zo laag zal blijken te
zijn geweest, dat de fruitkwekers
hun productiekosten niet hebben
kunnen ontvangen, valt voors
hands nog niet te voorzien.
De oogst is zeer ruim en te
verwachten is, dat hierdoor het
totale bedrag, dat de kwekers
zullen ontvangen, gunstig wordt
beïnvloed, zodat uiteindelijk de
resultaten kunnen meevallen.
De prijzen van het fruit in de
detaihandel vertonen inderdaad
een groot verschil met die, welke
op de velling worden besteed.
Dat de detailprijzen van appe
len en peren evenwel zo hoog zijn,
dat dit fruit buiten het bereik
blijft van een groot deel van de
bevolking, is de minister niet ge
bleken.
De minister is van oordeel, dat
noch kan worden gezegd, dat de
productiekosten van appelen en
peren niet worden gedekt door de
geldelijke opbrengst, noch dat
deze vruchten buiten het bereik
blijven van een groot deel van
de bevolking, weshalve hij van
mening is, dat er geen aanlei
ding bestaat op dit ogenblik tot
het nemen van bijzondere maat
regelen over te gaan.
drie maanden onderweg zijnde
pelgrims schitteren vaak van
het goud. Op 25 October vertrekt
de „Kota Agoeng" weer om de
Mekka-gangers te halen en naar
Indië te vervoeren.
Tot Djeddah reisde ook mee
Sjech Ahmad Bin Sjachan Bach-
mid, minister zonder portefeuille
van het Oost Indonesische kabi
net, die speciaal belast is met za
ken, de Islam betreffende. In op
dracht van zjjn regering ging hij
contact opnemen met Ibn Saoud.
Uren, die maar duren
En Uw bed wordt een pijnbank
U kent dat. Door die zangerige
Rheumatische pijnen, nachten van
hanewaken, draaien en wentelen,
van links naar rechts, voor en na.
Maak daar toch een einde aan!
Neem Kruschen Salts. De kleine
dagelijkse dosis Kruschen heeft
een wondere weldadige werking.
Dat kómt omdat Kruschen Uw
bloed sneller doet stromen en het
zuivert van schadelijke zuren, die
nu oorzaak zijn van Uw lijden en
Uw pijn.
Vraagt Kruschen Salts bij Uw
Apotheker of Drogist.
Krantenpapier.
't Heeft nogal de aandacht ge
trokken, dat hoewel de fa. vaa
Gelder over het laatste boekjaar
een winst maakte van maar
even zeven millioen gulden,
toch een tweede prijsverhoging
voor krantenpapier werd toege
staan.
Dat scheen absurd.
Maar 't was niet absurd, ver
klaart het Directoraat-Generaal
voor de Prijzen.
Het grootste deel van óe
winst komt n.l. op rekening
van de groothandel van de fa.
van Gelder, die profiteerde van
een fout bij de prijsvaststelling.
Er was toch een prijs vast
gesteld, die zoowel gold voor
het dure buitenlandse pa
pier als voor het hier gemaakte
goedkopere papier. En daar nu
van Gelder de productie in
hoofdzaak richtte op het goed
kopere papier dat duur verkocht
kon worden, had zij een goud
mijntje aangeboord, dat prach
tige winsten opleverde.
De prijsbeheersing zal nu
maatregelen nemen om deze
fout te herstellen.
Maarhet krantenpapier
wordt niet goedkoper.
In de Spaanse provincie Bur
gos zijn een moeder met 4 zoons
vermoedelijk door de vijfde zoon
door toebrenging van 38 bijlsla
gen terwijl zij lagen te slapen,
I vermoord. De dader is onmiddel-
(Ingez. Med.) I lijk daarna op de vlucht geslagen.
Een lezer uit Zeeuwsch-Vlaanderen, aldus ,,De Stem", legt ons
een eigenaardige kwestie voor. Hij heeft indertijd braaf meege
daan aan de inlevering van bankbiljetten van 100 gulden, zoals door
Minister Lieftinck werd gelast. Hij is naar een bekende Handels-
en Effectenbank in zijn buurt gegaan, om aan het bevel te vol
doen.
Dit geld werd geblokkeerd en
het ls nog maar zeer ten dele vrij
gegeven. Hij wilde intussen van
de geboden gelegenheid gebruik
maken om uit dat geblokkeerde
geld oude belastingaanslagen te
voldoen. Die opdracht tot betaling
werd echter gevolgd door de droe
vige mededeling, dat de bank
welke indertijd als helper van
Lieftinck fungeerde surséance
van betaling heeft aangevraagd.
En nu krijgt hij bericht, „dat de
overschrijvingen niet waren ge
schied en dat alle ingevolge de
geldsanering Ingebrachte gelden,
hetzij geblokkeerd, hetzij vrij te
goed, in de bankdebacle waren be
trokken". Dus ingeval de sursé
ance van betaling wordt gevolgd
door een faillissement, zullen de
gelden naar gelang van de activa
geheel of gedeeltelijk voor de in-
leveraars verloren zyn.
Nu bladeren we eens in de leg
gers van ons blad en vinden daar
in op 9 Juli 1945 mededelingen
omtrent het opzienbarende bevel
van Minister Lieftinck om alle
bankbiljetten van 100 gulden in
te leveren.
We lezen:
„De regering wijst er met na
druk op, dat de bona-fide houders
van honderd-guldenbiljetten geen
vrees behoeven te koesteren voor
de uiteindelijke bestemming van
hun bezit".
En verder in het verslag van
een rede, door Minister Lieftinck:
„Zodra het proces van geldsa
nering zal zijn voltooid en het on
derzoek naar het besmette geld
voltrokken, zal op de blokkade
een geleidelijke deblokkering vol
gen, die echter wel eens een paar
maanden op zich kan laten wach
ten"
Nergens werd gezegd: Mensen,
kijkt goed uit, kiest een bank, die
solide is, want per slot is die bank
verantwoordelijk voor de bij haar
ingeleverde gelden. Neen, de ge
wone man, die zich anders nooit
met bankzaken ophoudt, zag in de
man achter het loket eenvoudig
een helper van de Minister van
Financiën. Hij hoorde het woord
van die Minister en was er gerust
op, dat er met zijn geld niets kon
gebeuren.
Nu echter zegt men hem: Neen,
die Lieftinek-gelden zijn gewone
deposito's met alle risico's daar
aan verbonden. En Ingeval van
faillissement is er slechts sprake
van een gewone crediteur naast
al degenen, die vrijwillig hun geld
aan de bank gaven.
Strikt juridisch moge dat in de
haak zijn, maar moreel dunkt ons
hier' een steekje, ja een grote
steek los. De gewone man, die
geen verstand heeft van bankza
ken en rechtskundige spitsvondig
heden, voelt zich zo beet geno
men.
Beétgenomen door de Overheid.
Die immers dwong hem naar
een bank te gaan, die verzekerde
hem, dat alles in orde kwam en
dat het niet lang zou duren.
We geloven, dat voor zulke ge
vallen een speciale regeling op
haar plaats is.
Bedrijfsautovervoerders
tegen de A.T.O.
De bond van bedrijfsautover
voerders (B.B.V.) hield Maan
dagavond te Amsterdam zijn eer
ste na-oorlogse contactbijeen
komst, welke geheel in het teken
stond van de strijd tegen de ATO.
De directeur van de B.B.V., de
heer B. Vos, zeide, dat het nodig
is een groot blok te vormen tegen
de A.T.O. Gebeurt dit niet al
dus spr. dan zal het niet lang
duren of alle bonafide onderne
mers zullen knechten van de
A.T.O. zijn. Er leeft bij de ver
voerders een verlangen zich te
verenigen in een vrije organisatie.
De heer R. J. van Maurik, di
recteur van de bonafide expedi
teurs (BONEX) betoogde, dat de
A.T.O. een lichaam is geworden
in het beroepsvervoer, dat het
economische leven bedreigt.
De heer Van Maurik schilderde
de A.T.O. als een poliep, die
moeilijk te bestrijden is, doch die
met gemeenschappelijke actie
overwonnen kan worden.
Ze kunnen mij nog meer vertellen
Maar als Professor Brouwers zegt, dat het
nog wel gaat met het boerenbedrijf en dat het
maar eens uit moet zijn met het klagen, dan
zeg ik: Laat Professor Brouwers zélf eens
gaan zitten boeren! Dan zal hij wel een ander
liedje zingen over de land- en tuinbouw.
Het is waar, dat er veel wordt gemopperd
Als je, zoals minzame ondergetekende, dagelijks
met de groentewagen langs de huizen leurt, dan
hoor je zo het één en ander. En dan denk je:
De zaak ligt nog lelijk scheef, al zeggen
honderd proffen, dat het niet zo is. En laten
ze me niet aan mijn hoofd komen zaniken met
het praatje, dat we de uitkomsten van deze
jaren maar eens moeten leggen naast die van
vóór de oorlog. Want dat raakt kant noch wal.
Een veilingkistje is zeven keer zo duur als vóór
1940. Het voer voor de Bles is minstens vier
keer zo duur. Dat is nou maar een simpel voor
beeld uit mijn branche. En bij de boeren? Praat
er maar niet van. Nog deze week sprak ik een
serieus landbouwer. Hij zocht een boerenknecht.
Na veel moeite kwam hij met iemand in con
nectie. Die boerenknecht wilde wel bij hem ko
men, maar hij had voorwaarden. Onder ande
ren: Dat zijn rijpaard gratis bij de boer zou
worden ondergebrachtJa, ja, wat een tijd
tegenwoordig. En als iemand dit staaltje niet
gelooft, kan de minzame ondergetekende desge
wenst namen noemen omtrent de juistheid. En
zo kunnen we doorgaan. Een vergelijking met
negentienveertig is niet mogelijk. Er klopt niets
meer. Daarom zeg ik maar: Ook Professoren
blijken dingen te kunnen zeggen, waar de bank
geen geld op geeft. Maar wat óns intussen geld
kost
Daar had ik het ook over met mijn huis
houdster. Want al ben ik veertig, ik ben nog
vrijgezel, al wordt die toestand tegenwoordig
zwaar belast.
Melia, zeg ik, wat denk jij nou van de
toestand
Alleen ls maar alleen, zegt ze politiek.
Melia, zeg ik, ik bedoel niet zozeer mijn
persoonlijke aangelegenheden, maar in 't alge
meen.
Nou, zegt ze, dan zeg ik: dat het deze
winter met de groenten schraal zal zijn. Maar
dat ik voor jou zal doen wat ik kan
Ik weet wel, dat je goed voor mij zorgt,
Melia.
En toch is alleen maar alleen, zegt ze.
Toen kroop ik maar in mijn schulp, want je
weet nooit waar dat op uitdraait bij een huis
houdster, die goed voor je zorgt en er niet
afkerig van zou wezen om de vrouw van een
eerzaam groenteman te zijn.
Maar met dat al kraakt het in de handel.
En de middenstand kraakt het hardst. Als je
't mij vraagt, zeg ik, dat de geleide handel er
de fut uithaalt bij de mensen. Als je denkt, dat
de gang erin komt, moet je weer stoppen.
Want dan krijg je weer papieren om in te gil
len en bepalingen om je aan te houden. En dan
denk je, groenteboer zijnde, niet bepaald vrien
delijk over vakgroepen en rijksinstanties. Ik zeg
maar: - Er moesten minder hindernissen zijn.
Nou is het telkens stilstaan. Daar worden we
sjokkers van. Net als mijn Bles. Die liep vroe
ger een fijne gang. Maar elke dag moet hij bij
elke klant stoppen, dat is in z'n poten gaan
zitten. Nou sjokt ie maar wat.
En dat zei ik ook tegen de neef van moeders
kant, die altijd kras is in zijn conclusies, maar
onhebbelijkheid, dat hij met zijn jatten nooit
overigens een beste jongen, al heeft ie de
van mijn kratten met fruit afblijven kan.
Janus, gaf hij ten antwoord, ér zijn
teveel instanties, man! Die zuigen bij boer en
burger het bloed er uit! Maar weet je, waar
de knoop zit? Alle directeuren en chefs van
vakgroepen en Stichtingen weten geen raad, als
ze hun baantje zouden kwijtraken. En daarom
willen ze telkens bewijzen, hoe nódig ze wel
zijn in 't huidige leven. Vandaar al die papie
ren rompslomp en de hindernissen!
Ik schudde mijn hoofd.
Je bent weer te kras, zei ik-
Janus, bezwoer hij, het is zo. Maar je hebt
gelijk, we worden er sjokkers door, werkpaar
den zonder puf.
Vat een bak koffie, zei Melia toen. Dat
houdt het hoofd koel en de voeten warm.
Hetwelk doende.
JANUS BRANDNETEL.