De man, die niet wist wie hij was. tM*t stcUd Wie lijdt de schade? Jlcwifys de> we>Cf>. De wet op pond waarvan H. M. de Koningin het gezag tijdelijk overdraagt. Opbouworgaan en Ë.T.I.: twee belangrijke instellingen voor Zeeland. De „KotaAgoeng" vervoerde 1270 Mekkagangers Prijzen voor fruit niet te hoog? JOACHIIHI CHARLES. Fantast leidde 4 jaar lang detectives, doktoren en psychologen om de tuin. Wat gebeurde er op de Willem Barendsz? Onder hen bevonden zich zeer voorname lieden.x Het geld geblokkeerd en de bank failliet. (Speciale correspondentie). Vtor jaar lang heeft een 3&-jarige Fransman alt Touloase het klaar gespeeld om de knapste speurders oit alle windstreken der aarde, de geleerdste doktoren van het continent en de meest befaamde psychologen van West-Europa te doen geloven dat h(j een geallieerde parachutist was, die tijdens een actie boven Duits grondgebied zijn geheugen verloren had. Dezer dagen eindelijk heeft h)j tegenover een verslaggever van de „Daily Mail" bekend, dat hij alles gesimuleerd had. Joachim Charles" zoals zijn algemeen bekende naam was in de grote Engelse bladen, die steeds maar weer sensationele artikelen over hem ten beste ga ven -werd tijdens de bezetting vanuit Frankrijk als verplicht ar beider tewerk gesteld in Ham burg, waar hij boerenknecht werd. Dat beviel hem maar zeer matig, en toen hij dan ook op een dag in een afgelegen, leegstaand huis 'n Engels vlieger-uniform vond was zijn plan voor ontsnap ping spoedig gereed. „WIE BEN IK?" Hij vluchtte buiten Hamburg, waar hij zich in de R.A.F.-uni- form stak. Kort daarop kwam hij in contact met gevluchte Franse krijgsgevangenen, die spoedig be vriend met hem raakten, en die hij wijs maakte, dat hij een Brit se parachutist was, die zijn ge heugen verloren had. Dat was op 18 Juli 1943 .Tijdens de opmars van de geallieerde legers in Duitsland werd hij tezamen met de Franse krijgsgevangenen be vrijd. En vanaf toen begon de klucht pas goed. Militaire artsen, zowel Franse, Britse als Amerikaanse, begonnen zich in het geval te interesseren en deden alle mogelijke moeite om zijn identiteit vast te stellen. Zij bereikten hoegenaamd niets. Uiteindelijk kwam „Joachim Charles" terecht in het hospitaal „Sainte-Foy-la-Grande", in de omgeving van Bordeaux, waar hij een uitstekende verzorging genoot en herhaaldelijk ondervraagd werd door burgerlijke en mili taire politie. En naarmate de autoriteiten het raadsel over het hoofd groeide, des te groter wer den de koppen in de Engelse en Franse bladen, en des te uitge breider werd de lezerschare, die meeleefde met „de arme onbe kende Britse parachutist". toe, „dan lijkt het mij verstan dig om alle pogingen om mijn identiteit uit te vissen maar te staken, en een nieuw leven te be ginnen". Maar cameramannen kwamen nog diezelfde Zondag en draaiden een film van „Joachim Charles" De vorige maand slaagde hij er zelfs in om een van de bekend ste Franse psychologen, die de z.g.n. „waarheidsproef" op hem toepaste, om de tuin te leiden. „Joachim Charles" bleef maar hardnekkig vragen: „Wie ben ik?" Hij ontving in het Franse hos pitaal, zoals hij later huilend ver klaarde, honderden brieven uit Engeland, Nederland en België van families, die schreven in de hoop dat hij een vermiste echt genoot, zoon, verloofde of broer wasVrijwel dagelijks kreeg hij tientallen telefoontjes, zodat werd. Enhij kreeg zelfs de vorige week enkele huwelijksaan zoeken! „IN DE MIST Kort voordat de waarheid aan de dag kwam, verklaarde hij te genover een verslaggever van de „Daily Mail": „Ik word er wan hopig onder. Het is alsof ik mid den in een dikke mistbank leef, waaruit ik maar geen weg kan vinden. Dag en nacht probeer ik de scheidsmuur te doorbreken, welke staat tussen mijn gedach ten van nu en die van de jaren voor 1943". Ruim 24 uur later kwam hij snikkend met DE WAARHEID voor de dag, tegenover dezelfde verslaggever, maar toen niet in een hospitaalbed, doch in een cel. Er bleek helemaal geen mysterie te zijn: zijn naam is Joachim Ernest Charles, hij is Fransman, 38 jaar, in Toulouse geboren, en was tot 1943 hotelbediende even eens in Toulouse. Hij heeft nooit iets met de R.A.F. of de Britse Red Raps te maken gehad en is niet getrouwd. De autoriteiten houden hem voorlopig in arrest om een en ander gewaar te wor den over zijn laatste oorlogsjaren. Inmiddels zit „Joachim Char les" eenzaarp in zijn cel, onge kamd, ongeschoren en ongeluk kig. Hij is nu bijna zo meelijwek kend als weken, maanden en ja ren geleden, de man, die begon met een leugen, welke te groot hij er haast wanhopig onder voor hem werd. Bij de Tweede Kamer is thans van de volgende toelichting: ingediend het wetsontwerp met betrekking tot het tijdelyk over dragen van de Koninklijke macht door H. M. de Koningin. Artikel 1 van het ontwerp luidt 1. Wanneer onze gezondheid naar ons oordeel daartoe aanlei ding geeft, leggen wij de uitoefe ning van het Koninklijk gezag tij delijk neer. 2. Wij bepalen het tijdstip, waarop wjj krachtens het eerste lid van dit artikel de uitoefening van het Koninklijk gezag neerleg gen, alsmede het tijdstip, waarop wij deze zullen hervatten. 3. De in het 2e lid bedoelde tijd- Nog ji"zondag"öppërde „Joa- stippen worden bekend gemaakt -i - rtftAH nlonTOinrr iron r\n vn düc hn chim Charles het plan om een film van- hem te draaien, die dan in alle grote bioscopen van Euro pa en Amerika gedraaid zou moe ten worden, „want", zo verklaar de hij tegenover de pers, „het is niet uitgesloten, dat de een of andere bekende ergens ter we reld mij herkend en mij kan ver tellen wie ik nu eigenlijk ben. En als dat mislukt", zo voegde hij er toen quasi-bedroefd aan door plaatsing van onze desbe treffende besluiten in het Staats blad. Artikel 2 luidt: Voor de gevallen, waarin wij krachtens art. 1 de uitoefening van het Koninklijk gezag tijdelijk neerleggen wordt mits deze onze beminde dochter Prinses Juliana der Nederlanden tot regentes van het Koninkrijk benoemd. Het wetsontwerp is vergezeld Reeds enige malen verschenen in ons blad mededelingen omtrent een in onze provincie op te rich ten Opbouworgaan. Een dergelij ke instelling, die reeds In verschil lende andere provincies werk zaam is en de behartiging van de culturele belangen bedoelt, zal ook in Zeeland een ruim arbeids veld vinden en het is dan ook niet te verwonderen, dat door" de re gering reeds geruime tijd is aan gedrongen op de stichting van 'n soortgelijk orgaan in Zeeland. Nu was echter aan de Stich ting Herstel Zeeland 1945 reeds een Raad van Bijstand voor Soci ale en Culturele Aangelegenheden verbonden, zodat men in Zeeland aanvankelijk de stichting van 'A Opbouworgaan niet urgent acht te en van mening was, dat de be hartiging van de economische zo wel als van de sociaal-culturele belangen aan de Stichting konden worden gelaten. Het bleek echter, dat de rege ring hiermede niet accoord kon gaan, daar zij voornemens was de Helstelstichtingen in de getroffen provincies op korte termijn te doen verdwijnen. Hiermede was dus het eerst ingebrachte bezwaar vervallen en kon besloten worden ook voor Zeeland tot stichting van een Opbouworgaan te komen. Onze provincie telt een zeer groot aantal Instellingen op so ciaal en cultureel gebied, Rooms- Katholieke, Protestants-Christe lijke zowel als humanistische. Bo- Feuilleton. door H. LOURENSE. 12) o— „Ik wil d'r et mijne van hebbe. As die morrege weer weggaat, dan trek ik achter 'um an. En as 't zo is, dan gaat de boot an stukke, of Aay gaat de deur uit. Stel je voor, m'n eige jonge achter zo'n meid an! De naam, die je sinds menseheugenis mit ere draagt, door 't slik gesleurd door zo'n jonge!" De stem van de boer breekt af, als in een snik. „Doe maar zacht mit 'um an, Mart. Als je hard mit 'um be gint, stoot ie zich van je af, en wat heb 'ie dan?" De stem van de boerin klinkt zacht overredend. Tegen die stem moet de oude boer het afleggen, hij weet het, maar hij verzet zich. „Ja zeker! Zo as 'tnou al jare gaat! Wat hebbe me nog over 'um te zegge, niks ommers? Hij doet in alles z'n eige zin, en wij hebbe 'et maar goed te vinde. Maar ik zal d'r een stokkie voor steke!" De stilte hangt dreigend in ae kamer. Uit de hoek van de kamer, vaar het ledikant staat, klinkt de zacht reutelende ademhaling vendien is de ligging der verschil lende provinciedelen ten opzichte van elkaar zeer uitzonderlijk. Het bleek dan ook al direct, dat het op onoverkomelijke bezwaren zou stuiten, wanneer men de stichting „van onder op" tot stand wilde brengen. Er is toen gezocht naar een an dere weg, om uiteindelijk toch te komen tot een instelling, waarin zowel de geestelijke stromingen als de districten van Zeeland zou den zijn vertegenwoordigd. Met dit doel voor ogen ls een vergadering van de Stichting Herstel Zeeland 1945 gehouden, waarin de directeur van het reeds lang bestaande Opbouwor gaan in Drente, Mr Cramer, uit voerige inlichtingen verschafte. Hierbij was ook de Rijksconsulent voor Sociale Bijstand, Mr L. M. Hendrlkx, aanwezig. Na een uit voerige bespreking werd in deze bijeenkomst als advies gegeven, dat de Commissaris der Koningin enige personen, vertegenwoordi gend de verschillende richtingen in onze provincie, zou uitnodigen om het Opbouwofgaan tot stand te brengen. Dit is geschied. Aan gezien in de verschillende provin ciën de Opbouworganen zijn tot H. M. de Koningin ziet zich ge noopt te bevorderen, dat haar de mogelijkheid wordt geboden om, wanneer haar gezondheid daartoe naar haar oordeel aanleiding geeft, door het nemen van rust herstel van gezondheid te zoeken en zich alsdan tijdelijk ontheven te weten van de zorgen voor de zaken van de Staat. Het onderhavige wetsontwerp heeft de strekking te dien einde toepassing te geven aan artikel 43 der Grondwet. Daardoor zal H. M. de Koningin in de gelegenheid worden gesteld, naar gelang de omstandigheden naar haar oor deel daartoe aanleiding mochten geven, de uitoefening van het Ko ninklijk gezag tijdelijk neer te leggen. Het ontwerp, dat volgens even genoemd artikel mede in de be noeming van een regent dient te voorzien, beoogt H. K. H. Prinses Juliana in die gevallen met deze hoge waardigheid te bekleden. De artikelen van het ontwerp spreken voor zich zelf en behoe ven dus geen afzonderlijke toe lichting. Het is de vurige wens, dat de omstandigheden, welke tot indie ning van het ontwerp leiden, spoedig tot het verleden zullen mogen behoren. later heeft dit comité aan het col lege van Ged. Staten verzocht tot het oproepen van een directeur voor het Opbouworgaan te mogen overgaan. Ged. Staten hebben hiertoe machtiging verleend. Wanneer deze directeur zal zijn benoemd (hetgeen nog wel enkele weken kan duren) hoopt men met deze de verdere uitbouw te be spreken. Naar wij vernemen zal dan ook bekend gemaakt worden, welke personen in het comité zit ting hebben genomen. Het is de bedoeling, dat, indien dit noodza kelijk mocht blijken, de vertegen woordiging van bepaalde organi saties op sociaal-cultureel gebied zal worden uitgebreid. Het E.T.I. Nu straks ook het E.T.I. zijn werk zal beginnen, zal Zeeland weldra twee belangrijke instellin gen bezitten, welke aan de op bouw medewerken. De totstand koming van het E.T.I. heeft hier wat langer geduurd dan in andere provincies. Er is door sommigen het college van Ged. Staten het verwijt gemaakt, dat niet vol doende activiteit zou zijn betoond in deze zaak. Het blijkt echter, dat het huidige college steeds ge ijverd heeft Zeeland haar E.T.I. stand gekomen na de opheffing te geven, doch dat het zeer lang van Volksherstel, is ook voor Zee land aan enigen figuren uit het provinciaal bestuur van Volks herstel door de Commissaris ver zocht zitting te nemen in dit voorbereidend comité. Korte tijd van Kees. Slaapt hij? De boer heeft, ondanks z'n boosheid, met weinig stemver heffing gesproken, terwille van de zieke. Die hoeft er zich niet mee te vermoeien, die heeft voorlopig genoeg te dragen aan z'n eigen pak. „En ais 'ie dan verkiest te gaan, Mart, inplaats van te buige onder je gezag, wat dan? De stem klinkt als zoeven. Er komt geen antwoord. „Dan heb' je een kind van je vervreemd en dan ken je een vreemde in dienst neme. Zei dat dan naar je zin weze, Mart?" De boer blijft zwijgen. Daar heb je het weer, de vrouw heeft gelijk. Dat gaat niet. Een eigen zoon het huis uit gezet, dat is niet voorgekomen in de familie, zover hij weet. En dan een vreemde aanzet ten? Na wat er de laatste weken gebeurd is, is dat onmogelijk. Dat gaat niet. De boer geeft zich gewonnen. „Nou, probeer jij 'et dan nog is mit 'um. Dat is misschien beter." HOOFDSTUK 4. De zon is prachtig onderge gaan. De schapenwolkjes, hoog aan de hemel, zjjn vlammend rood, geduurd heeft, voordat zekerheid omtrent regeringssubsidie was verkregen. Bovendien mag niet worden vergeten, dat onze pro vincie noodlijdend is. Toen echter het verlenen van regeringssubsi- met gouden randen. 't Is windstil. Aay werkt z'n boot voorzich tig het rietveldje uit. Eqn ogenblik heeft hij ge vreesd, dat Va hem het wegva ren zou beletten. Va is binnen gebleven. Zoveel te beter. 't Zou moeite gegeven hebben. Aay is nu juist niet in een stemming, om zich in z'n plan nen te laten dwarsbomen. Hij gaat! Buiten het riet gekomen, kijkt hij links en rechts de Vaart af, dan zoeken zijn ogen langs de Broekweg, aan de overkant. Niemand te zien. Ook voor de werf van Jaap Rodenburg niet. Geurt riep Aay vanmorgen ir. het voorbij varen wat toe. Spot tend, leek wel. Waar had hij het over? Of was het, omdat Aay feite lijk de verkeerde kant heen ging? De lui moeten niet vervelend worden. Als het moet, zal hij z'n gezag over het jonge volk wel op een andere manier handhaven! Langzaam roeit Aay de Vaart af, de Vliet op. 'tls schemer-donker, als hij z'n bootje op het klampje van Malle Mien aanstuurt. Even aarzelt hij. Zal hij wat verder roeien? Als er kijkers in de buurt zijn, Pensioenwet 1922 zal worden herzien. Op vragen van het Tweede Ka merlid Vermeer betreffende de toekenning van een extra-toeslag aan gepenslonneerden in 1947, heeft de minister van Binnenland se Zaken geantwoord, dat bij zijn ministerie twee ontwerpen van wet in voorbereiding zijn. Het ene betreft de herziening van de pen sioenwet 1922 en het andere de verhoging der pensioenen, te re kenen met ingang van 1 Januari 1947. Eerlang zal de indiening bij de Tweede Kamer van belde wetsontwerpen kunnen plaats vinden. Generaal Jany, opperbevelheb ber van het tweede Hongaarse leger, dat tijdens de winter 1942 te Voronej streed, is te Boeda pest tot de dood door de kogel veroordeeld. In de bergen op Madagaskar ls een Frans militair vliegtuig neer gestort. 7 personen werden ge dood, 1 werd gewond. Dokters luchten hun hart. De „Willem Barendsz", die de- der dagen weer uitvaart met 95 pet. van de oude bemanning aan boord, heeft nog iets anders te zien gegeven dan de idylle, die er bij haar terugkomst deze zomer, over geschreven is. Daarover doet de scheepsarts, dr A. Melchior, in zijn boek: „De eerste walvisvaart van de Willem Barendsz" een op zienbarend verhaal, dat de ge heimzinnigheid rond dit schip ver klaart, alsmede de opmerking van kapitein Visser bij aankomst „dat hij mager was van sjachrijn". Dr Melchior beschrijft de ar beidstoestanden als schandelijk. Volkomen vervuiling en alcoholis me vierden hoogtij aan boord, zo zegt hij en de commandant en de Noorse expeditieleider weigerden iedere medewerking om de man nen een dragelijk leven te ver schaffen. Geen radio, geen boeken geen verzorging van ernstige zie ken. Dr W. H. Bierman schrijft in het voorwoord op dit boek: Over al zijn wij gestuit op overtreding van de rechten van de mens, op gebrek aan idealisme, onwil en onwetendheid en tegenwerking. „De werker werd niet behan deld als een medewerker, maar als een werktuig", zo schrijft Dr Melchior. Het is verbluffend, aldus de „N. Haagse Crt.", dat dit alles nu los komt. En daar hebben allerlei publicisten met hun neus boven op gezeten en er geen woord over geschreven. Wij hebben vernomen dat de verhouding tussen dr Mel chior en kapitein Visser veel te wensen overliet. De kapitein vond een medische dienst aan boord overbodig „want ik heb in de oor log zonder dokter gevaren en er waren nooit klachten". Er ls inderdaad het uiterste ge vergd van de mensen en de vuil heid aan boord was groot, want er bleef geen gelegenheid een be hoorlijk bad te nemen na 'twerk. De mannen gingen zo, met hun vuile kieren aan, te kooi! Het is een gewoon verschijnsel op een vissend schip. Er waren verschrik kelijke infecties aan boord, door dat ieder wondje terstond een zweer werd, door de inwerking van het walvis-lijkengif, terwijl 't alcoholisme aan boord inderdaad groot was. Het is een verhaal, dat de tot nu toe gepubliceerde artikelen wel erg zoetsappig maakt en de radio-idylle van Kerstmis 1946 niet minder die vaststond, is door samenwer king van Ged. Staten en Kamer van Koophandel de totstandko ming een feit geworden en naar we vernemen, kan de benoeming van een directeur voor dit insti tuut weldra worden verwacht. Voor Zeeland behoeft de latere totstandkoming van het E.T.I. niet als schade te worden aange merkt, aangezien de Stichting Herstel zich in de eerste plaats op economisch terrein heeft bege ven en daarop voortreffelijk werk heeft verricht. Uiteraard zal straks het E.T.I. op breder ter rein werkzaam zijn.. Toch moet het betreurd worden, dat de Stichting Herstel m.i.v. 1 Januari 1948 zal verdwijnen, want er kan helaas nog niet worden gezegd, dat haar taak in het belang van Zeeland dan reeds zal zijn geëin digd. Niettemin hopen wij, dat zowel het Opbouworgaan als het E.T.I., elk op hun gebied in de toekomst mogen werkzaam zijn tot heil van ons gewest. loopt hij behoorlijk in de gaten. Maar wat maalt hij daarom? Hij is zonder fuiken, of ander vistuig weggegaan. In geen ge val heeft hij dus iets van de veldwachter te vrezen. En de rest? Wat kan die hem schelen? Deze avond is voor hem en Bertha. In z'n verbeten zwoegen, de laatste weken, heeft hij harts tochtelijk bijna, naar deze avond verlangd. Hij heeft die ook willen uitbannen uit z'n ge dachten, om de moeite, die er thuis door komt. 't Heeft hem niet geholpen. Het smeulende vuurtje slaat uit in wilde vlam men. Even wipt het spotduiveltje in hem omhoog. Jij, die alleen jezelf als mees ter erkent, die je door niemand de wet laat voorschrijven, jij zó, om een vrouw! En wat voor een vrouw! Wel, 't is zo, en niet anders. Basta! Hij is bijna te ver gevaren. Een flinke ruk aan de riem doet het bootje haast een kwartslag wenden. Er staat veel stroming en door z'n onbeheerst roeien, drijft hij het steigertje voorbij. Wat kal mer nu, laat hij de boot draaien. Een paar slagen met de riemen en de kant van het vaartuigje schuurt langs de wankele aan legplaats. (Wordt vervolgd.) Dinsdagmiddag is de „Kota Agoeng" van de Rotterdamsche Lloyd, met de quarantainevlag in top, te Rotterdam aangekomen. Onder de passagiers bevonden zich 15 repatriërenden. Het schip voerde de quarantainevlag, omdat te Port Said, welke haven het heeft aangedaan, cholera was uitgebroken. Vermoedelijk zal dus ook van de volgende schepen, welke Port Said aandoen, de quaran tainevlag wapperen. Nadat een havenarts aan boord was geweest en geconstateerd had, dat er geen ziektegevallen aan boord waren, werd de „Kota Agoeng" vrijgegeven. De „Kota Agoeng" behoort tot de z.g. pelgrimsschepen en aange zien deze boot van de Lloyd voor het eerst na de oorlog weer een pelgrimsstoet vervoerd had, maakten wij een praatje met de gezagvoerder, kapitein J. C. Viel- voye, die interessante bijzonder heden wist te vertellen. Van de vier transporten, die van Indië naar Djeddah leidden, was dat van de „Kota Agoeng" wel de grootste. Niet minder dan 1270 personen namen aan de Mekka-gang deel, onder wie enkele inlandse vorsten. Zeven Mekka-gangers zijn onder weg gestorven. Zij hebben met veel ceremonieel een zeemansgraf ontvangen. Daar tegenover stonden twee geboorten, maar van de nieuwe wereldburgers bleef er slechts één in leven. Een aantal van zeven sterfge vallen achtte kapitein Vielvoye gering als men in aanmerking neemt, dat er stokoude mensen meegaan, die in de laatste uren van hun leven nog naar Mekka willen gaan. Alle passagiers, onder wie zich uitgebreide families bevonden, huizen in de ruimen, die speciaal voor dit doel witgekalkt zijn, maar overigens volkomen leeg moeten zijn. Ieder heeft ander halve vierkante meter tot zijn be schikking. Op iedere 1000 Mekka gangers gaat een geneesheer mee. Dit is bij pelgrimsordonnantie van de Ned. Indische regering voor geschreven. Vijf maal per dag verrichten de pelgrims hun gebeden op een matje, het gelaat naar Mekka ge keerd. Dit bidden geschiedt in allerlei houdingen, die gelijkmatig ver anderen. De kapitein gewaagde in dit verband van een indrukwek kend schouwspel. De pelgrims be horen allerminst tot de armen, hetgeen wel hieruit blijkt, dat be halve de reiskosten nog per per soon f 1000 moet worden gestort voor verblijfkosten te Djeddah en Mekka. De kleren van de ruim 1 Op vragen van het Tweede Kamerlid Maenen betreffende de prijzen van fruit, heeft de Mi nister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening geantwoord, dat de prijzen van het fruit op de veiling zich thans op een vrij laag niveau bewegen. Of aan het einde van het productiejaar dit prijsniveau zo laag zal blijken te zijn geweest, dat de fruitkwekers hun productiekosten niet hebben kunnen ontvangen, valt voors hands nog niet te voorzien. De oogst is zeer ruim en te verwachten is, dat hierdoor het totale bedrag, dat de kwekers zullen ontvangen, gunstig wordt beïnvloed, zodat uiteindelijk de resultaten kunnen meevallen. De prijzen van het fruit in de detaihandel vertonen inderdaad een groot verschil met die, welke op de velling worden besteed. Dat de detailprijzen van appe len en peren evenwel zo hoog zijn, dat dit fruit buiten het bereik blijft van een groot deel van de bevolking, is de minister niet ge bleken. De minister is van oordeel, dat noch kan worden gezegd, dat de productiekosten van appelen en peren niet worden gedekt door de geldelijke opbrengst, noch dat deze vruchten buiten het bereik blijven van een groot deel van de bevolking, weshalve hij van mening is, dat er geen aanlei ding bestaat op dit ogenblik tot het nemen van bijzondere maat regelen over te gaan. drie maanden onderweg zijnde pelgrims schitteren vaak van het goud. Op 25 October vertrekt de „Kota Agoeng" weer om de Mekka-gangers te halen en naar Indië te vervoeren. Tot Djeddah reisde ook mee Sjech Ahmad Bin Sjachan Bach- mid, minister zonder portefeuille van het Oost Indonesische kabi net, die speciaal belast is met za ken, de Islam betreffende. In op dracht van zjjn regering ging hij contact opnemen met Ibn Saoud. Uren, die maar duren En Uw bed wordt een pijnbank U kent dat. Door die zangerige Rheumatische pijnen, nachten van hanewaken, draaien en wentelen, van links naar rechts, voor en na. Maak daar toch een einde aan! Neem Kruschen Salts. De kleine dagelijkse dosis Kruschen heeft een wondere weldadige werking. Dat kómt omdat Kruschen Uw bloed sneller doet stromen en het zuivert van schadelijke zuren, die nu oorzaak zijn van Uw lijden en Uw pijn. Vraagt Kruschen Salts bij Uw Apotheker of Drogist. Krantenpapier. 't Heeft nogal de aandacht ge trokken, dat hoewel de fa. vaa Gelder over het laatste boekjaar een winst maakte van maar even zeven millioen gulden, toch een tweede prijsverhoging voor krantenpapier werd toege staan. Dat scheen absurd. Maar 't was niet absurd, ver klaart het Directoraat-Generaal voor de Prijzen. Het grootste deel van óe winst komt n.l. op rekening van de groothandel van de fa. van Gelder, die profiteerde van een fout bij de prijsvaststelling. Er was toch een prijs vast gesteld, die zoowel gold voor het dure buitenlandse pa pier als voor het hier gemaakte goedkopere papier. En daar nu van Gelder de productie in hoofdzaak richtte op het goed kopere papier dat duur verkocht kon worden, had zij een goud mijntje aangeboord, dat prach tige winsten opleverde. De prijsbeheersing zal nu maatregelen nemen om deze fout te herstellen. Maarhet krantenpapier wordt niet goedkoper. In de Spaanse provincie Bur gos zijn een moeder met 4 zoons vermoedelijk door de vijfde zoon door toebrenging van 38 bijlsla gen terwijl zij lagen te slapen, I vermoord. De dader is onmiddel- (Ingez. Med.) I lijk daarna op de vlucht geslagen. Een lezer uit Zeeuwsch-Vlaanderen, aldus ,,De Stem", legt ons een eigenaardige kwestie voor. Hij heeft indertijd braaf meege daan aan de inlevering van bankbiljetten van 100 gulden, zoals door Minister Lieftinck werd gelast. Hij is naar een bekende Handels- en Effectenbank in zijn buurt gegaan, om aan het bevel te vol doen. Dit geld werd geblokkeerd en het ls nog maar zeer ten dele vrij gegeven. Hij wilde intussen van de geboden gelegenheid gebruik maken om uit dat geblokkeerde geld oude belastingaanslagen te voldoen. Die opdracht tot betaling werd echter gevolgd door de droe vige mededeling, dat de bank welke indertijd als helper van Lieftinck fungeerde surséance van betaling heeft aangevraagd. En nu krijgt hij bericht, „dat de overschrijvingen niet waren ge schied en dat alle ingevolge de geldsanering Ingebrachte gelden, hetzij geblokkeerd, hetzij vrij te goed, in de bankdebacle waren be trokken". Dus ingeval de sursé ance van betaling wordt gevolgd door een faillissement, zullen de gelden naar gelang van de activa geheel of gedeeltelijk voor de in- leveraars verloren zyn. Nu bladeren we eens in de leg gers van ons blad en vinden daar in op 9 Juli 1945 mededelingen omtrent het opzienbarende bevel van Minister Lieftinck om alle bankbiljetten van 100 gulden in te leveren. We lezen: „De regering wijst er met na druk op, dat de bona-fide houders van honderd-guldenbiljetten geen vrees behoeven te koesteren voor de uiteindelijke bestemming van hun bezit". En verder in het verslag van een rede, door Minister Lieftinck: „Zodra het proces van geldsa nering zal zijn voltooid en het on derzoek naar het besmette geld voltrokken, zal op de blokkade een geleidelijke deblokkering vol gen, die echter wel eens een paar maanden op zich kan laten wach ten" Nergens werd gezegd: Mensen, kijkt goed uit, kiest een bank, die solide is, want per slot is die bank verantwoordelijk voor de bij haar ingeleverde gelden. Neen, de ge wone man, die zich anders nooit met bankzaken ophoudt, zag in de man achter het loket eenvoudig een helper van de Minister van Financiën. Hij hoorde het woord van die Minister en was er gerust op, dat er met zijn geld niets kon gebeuren. Nu echter zegt men hem: Neen, die Lieftinek-gelden zijn gewone deposito's met alle risico's daar aan verbonden. En Ingeval van faillissement is er slechts sprake van een gewone crediteur naast al degenen, die vrijwillig hun geld aan de bank gaven. Strikt juridisch moge dat in de haak zijn, maar moreel dunkt ons hier' een steekje, ja een grote steek los. De gewone man, die geen verstand heeft van bankza ken en rechtskundige spitsvondig heden, voelt zich zo beet geno men. Beétgenomen door de Overheid. Die immers dwong hem naar een bank te gaan, die verzekerde hem, dat alles in orde kwam en dat het niet lang zou duren. We geloven, dat voor zulke ge vallen een speciale regeling op haar plaats is. Bedrijfsautovervoerders tegen de A.T.O. De bond van bedrijfsautover voerders (B.B.V.) hield Maan dagavond te Amsterdam zijn eer ste na-oorlogse contactbijeen komst, welke geheel in het teken stond van de strijd tegen de ATO. De directeur van de B.B.V., de heer B. Vos, zeide, dat het nodig is een groot blok te vormen tegen de A.T.O. Gebeurt dit niet al dus spr. dan zal het niet lang duren of alle bonafide onderne mers zullen knechten van de A.T.O. zijn. Er leeft bij de ver voerders een verlangen zich te verenigen in een vrije organisatie. De heer R. J. van Maurik, di recteur van de bonafide expedi teurs (BONEX) betoogde, dat de A.T.O. een lichaam is geworden in het beroepsvervoer, dat het economische leven bedreigt. De heer Van Maurik schilderde de A.T.O. als een poliep, die moeilijk te bestrijden is, doch die met gemeenschappelijke actie overwonnen kan worden. Ze kunnen mij nog meer vertellen Maar als Professor Brouwers zegt, dat het nog wel gaat met het boerenbedrijf en dat het maar eens uit moet zijn met het klagen, dan zeg ik: Laat Professor Brouwers zélf eens gaan zitten boeren! Dan zal hij wel een ander liedje zingen over de land- en tuinbouw. Het is waar, dat er veel wordt gemopperd Als je, zoals minzame ondergetekende, dagelijks met de groentewagen langs de huizen leurt, dan hoor je zo het één en ander. En dan denk je: De zaak ligt nog lelijk scheef, al zeggen honderd proffen, dat het niet zo is. En laten ze me niet aan mijn hoofd komen zaniken met het praatje, dat we de uitkomsten van deze jaren maar eens moeten leggen naast die van vóór de oorlog. Want dat raakt kant noch wal. Een veilingkistje is zeven keer zo duur als vóór 1940. Het voer voor de Bles is minstens vier keer zo duur. Dat is nou maar een simpel voor beeld uit mijn branche. En bij de boeren? Praat er maar niet van. Nog deze week sprak ik een serieus landbouwer. Hij zocht een boerenknecht. Na veel moeite kwam hij met iemand in con nectie. Die boerenknecht wilde wel bij hem ko men, maar hij had voorwaarden. Onder ande ren: Dat zijn rijpaard gratis bij de boer zou worden ondergebrachtJa, ja, wat een tijd tegenwoordig. En als iemand dit staaltje niet gelooft, kan de minzame ondergetekende desge wenst namen noemen omtrent de juistheid. En zo kunnen we doorgaan. Een vergelijking met negentienveertig is niet mogelijk. Er klopt niets meer. Daarom zeg ik maar: Ook Professoren blijken dingen te kunnen zeggen, waar de bank geen geld op geeft. Maar wat óns intussen geld kost Daar had ik het ook over met mijn huis houdster. Want al ben ik veertig, ik ben nog vrijgezel, al wordt die toestand tegenwoordig zwaar belast. Melia, zeg ik, wat denk jij nou van de toestand Alleen ls maar alleen, zegt ze politiek. Melia, zeg ik, ik bedoel niet zozeer mijn persoonlijke aangelegenheden, maar in 't alge meen. Nou, zegt ze, dan zeg ik: dat het deze winter met de groenten schraal zal zijn. Maar dat ik voor jou zal doen wat ik kan Ik weet wel, dat je goed voor mij zorgt, Melia. En toch is alleen maar alleen, zegt ze. Toen kroop ik maar in mijn schulp, want je weet nooit waar dat op uitdraait bij een huis houdster, die goed voor je zorgt en er niet afkerig van zou wezen om de vrouw van een eerzaam groenteman te zijn. Maar met dat al kraakt het in de handel. En de middenstand kraakt het hardst. Als je 't mij vraagt, zeg ik, dat de geleide handel er de fut uithaalt bij de mensen. Als je denkt, dat de gang erin komt, moet je weer stoppen. Want dan krijg je weer papieren om in te gil len en bepalingen om je aan te houden. En dan denk je, groenteboer zijnde, niet bepaald vrien delijk over vakgroepen en rijksinstanties. Ik zeg maar: - Er moesten minder hindernissen zijn. Nou is het telkens stilstaan. Daar worden we sjokkers van. Net als mijn Bles. Die liep vroe ger een fijne gang. Maar elke dag moet hij bij elke klant stoppen, dat is in z'n poten gaan zitten. Nou sjokt ie maar wat. En dat zei ik ook tegen de neef van moeders kant, die altijd kras is in zijn conclusies, maar onhebbelijkheid, dat hij met zijn jatten nooit overigens een beste jongen, al heeft ie de van mijn kratten met fruit afblijven kan. Janus, gaf hij ten antwoord, ér zijn teveel instanties, man! Die zuigen bij boer en burger het bloed er uit! Maar weet je, waar de knoop zit? Alle directeuren en chefs van vakgroepen en Stichtingen weten geen raad, als ze hun baantje zouden kwijtraken. En daarom willen ze telkens bewijzen, hoe nódig ze wel zijn in 't huidige leven. Vandaar al die papie ren rompslomp en de hindernissen! Ik schudde mijn hoofd. Je bent weer te kras, zei ik- Janus, bezwoer hij, het is zo. Maar je hebt gelijk, we worden er sjokkers door, werkpaar den zonder puf. Vat een bak koffie, zei Melia toen. Dat houdt het hoofd koel en de voeten warm. Hetwelk doende. JANUS BRANDNETEL.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 2