Zeeuw WANDELINGEN De Literaire Revue. liunst Ut 't Uad. TDEBAK1 Vast en zeker/ Garage I.WILLEBOER Classicale Vergadering der Ned. Herv. Kerk. Z)e feucfd i/an Hot&tfoandec Woordenwisseling met hoogtepunt. Kunstschatten in Middelburg. 1 XII. 1671. Aardenburg houdt stand. III. Zondag 26 Juni verloopt rus tig. De Waterpoort aan de zijde naar Sluis wordt geopend om aan de vrouwen en kinderen, die zulks wensen, de gelegenheid te geven, de stad te verlaten. Vele onder hen zijn „flauwhartig" ge worden en om de mannen niet te „discourageren" is het beter, dat ze uit de stad zijn. Met grote „lamentatie" en droefheid zei den ze elkander „den eeuwigen adieu", want de kans is groot, dat ze elkaar niet meer levend zullen terugzien Tussen deze vrouwen sluipen ook „enige mans" de poort uit! Ondertussen is er grote bedrij vigheid op de wallen De kanon nen worden in orde gemaakt, ammunitie gereed gelegd, enige afgeknapte bomen liggen aan de kant van het bolwerk om naar beneden gerold te worden, voor brood en bier ('t is warm) wordt gezorgd. Laten we ook de hulp der Mennonieten (doopsgezin den) niet vergetenere wie ere toekomt. Volgens hun beginsel was het hun verboden de wa penen te voeren, maar door het aanbrengen van eten en drin ken, het verzorgen der gewon den, het wegduwen der zware bomen hebben ze meegeholpen aan de victorie. „Ende anderen baden tot God de Here om hulpe en bijstand." Ondertussen heeft men om hulp gezonden naar Sluis, van waar 's avonds 40 man uit Re- tranchement arriveren, 's nachts nog met ruim 100 uit Sluis on der kolonel Spindler vermeer derd, yat de kleine bezetting van Aardenburg nieuwe moed geeft. Heel de namiddag ziet men de Fransen zich verzamelen en klaar maken voor de tweede aanval, de stad steeds dichter naderend. 't Isal donker, 's avonds 11 uur als men een hondje hoort bassen en men be merkt, dat de aanval begonnen is. Onder het slaan der trom mels, het blazen der trompetten en een vreselijk geschreeuw van: „Dood aan de Hollanders!" wordt de stad op 8 plaatsen te gelijk aangevallen. De Fransen hebben de buitengracht, waarin weinig water was, met rijshout opgevuld en zo naderen ze de bolwerken. En even verwaand als hun zonnekoning roepen ze al bij voorbaat: „De stad is ge wonnen! De poort is open! Allen dood, geen kwartier!" Wel een ietsje voorbarig, want na een nacht van hevige strijd, van „vreselijk schieten en ka nonneren", zodat de bolwerken „gelijk in vier en vlam ston den" wordt ook deze aanval af geslagen. En als s Maandags morgens de dag begint te „lu- mieren", zien de dappere ver dedigers het grote leger op de vlucht slaan. Ze horen de Franse trompetten de aftocht blazen en bij het licht van de nieuwe dag kunnen ze de vluchtelingen nog beter dan in het donker van de nacht „op het wambuis treffen". Velen' kussen moeder aarde en men ziet er naar de stad ko men met de hoed in de ene en de degen in de andere hand, sommige met een witte doek aan een stok gebonden, vallende op de knieën en smekend om ge nade „Meneer de Hollander, geef me kwartier!" Heel andere taal dan enkele uren geleden. „Des nachts vernachtte het ge ween in de stad, maar door Gods goedheid was er des mor gens gejuich." Met kleine groepjes van 15 a 16 worden de gevangenen door de beide klinketten van de poort binnengelaten, ze geven hun de gens over en worden groten deels in de kerk opgesloten. On begrijpelijk, waar ze alle van daan kwamen: ruim 600 solda ten en 40 officieren. Bijna 100 gewonden worden eveneens ter verdere verzorging binnen de stad gebracht en nog groter aantal doden wordt op de plaats, waar eeps de Mariakerk stond, begraven. De Fransen trekken weg, plunderend en brandstichtend, voorgoed, 20 a 30 wagens met gewonden meevoerend. „Die van binnen de stad ziende hun vijanden overwonnen en gesla gen en de overgeblevenen naar hun legerplaats retireren, dank ten van 'ganser harte de Here hun God met gejuich voor Zijn genadige, en buiten verwach ting, verlossing, die Hij in Zijn oneindige goedheid had ver leend." Wel was er reden tot dank-Februari baarheid, want „de grote God had die van binnen de stad on der de schaduw van Zijn vleu gelen alzo bewaard, dat niet één man van hen in dit hevige ge vecht was doodgebleven". Er waren slechts enkele ge kwetsten, waaronder ook twee vrouwen, die dus ook bij deze tweede aanval naast de man nen pal gestaan hadden. Deze dappere verdediging is niet slechts van betekenis voor Aardenburg geweest, want door het afslaan van de vijand is Chr. Geref. Meisjesverenigingen. Te Zwolle hield de bond van Chr. Geref. Meisjesverenigingen de 13e bondsdag. De grote Zui- derkerk was geheel gevuld met de vele honderden genodigden, uit alle delen van het land naar deze toogdag gekomen. In de morgenvergadering wer den de huishoudelijke zaken af gehandeld. In haar openings woord vertelde de presidente mej. M. Klomp een en ander over de stand van zaken in de bond. Zij deelde mede dat dank zij de ge- regelde groei van de bond, in 1.1. tot stichting van een eigen bondsbureau kon wor den overgegaan. De vergadering zond telegram men van hulde en trouw aan H.M. de Koningin en aan het Prinselijk gezin. De jaarversla gen van secretaresse en penning- meesteresse werden goedgekeurd. De presidente mej. Klomp werd als zodanig herkozen. Tot secre taresse werd gekozen mej. Hoi géndoorn. In de middagvergadering gaf mevr. A. Marisv.' d. Vegt onder het motto „Er is iets veranderd?' Zeeuws-Vlaanderen gered van een schets van ontwikkeling van de Franse overheersing, ja is j de bond. Zij wees op de groei van heel Zeeland bewaard voorde bond, op de verandering in men meende dat de doperse in zichten van Karl Barth in dit geval niet steekhoudend kun nen zijn. Een motie van de Kerkeraad van Voorburg, om met het oog op de nieuwe koers, waarbij gevraagd wordt gehoorzaam heid aan de Heilige Schrift, staande op de bodem der Belij denisgeschriften, als mening uit te spreken dat op voorbeeld van de Ethische Vereniging en de Evangelische Vereniging, de wenselijkheid van zelf-ontbin- ding van de Vereniging voor Vrijzinnig Hervormden, de Con fessionele Vereniging en de Ge reformeerde Bond, werd met grote meerderheid aanvaard. Na rondvraag, sloot Ds Mor tier deze zeer belangwekkende vergadering, waarbij eens te meer tot uiting kwam de ver nieuwing door Gods Geest van de Kerk, waar immers het nu ook weer voor het eerst sedert tientallen jaren, ja eigenlijk vele eeuwen, met beroep op Gods Woord te spreken en te beslis sen, mogelijk was. Rotterdam en Antwerpen De ambassadeurs van Neder land en België in Amerika heb ben van het Amerikaanse minis terie van buitenlandse zaken de mededeling ontvangen, dat ge neraal Clay „op zeer korte ter mijn" besprekingen zal openen met de regeringen van Neder land en België inzake het lei den van „enig verkeer" over Rotterdam en Antwerpen. Er zijn aanwijzingen, dat Clay binnen een of twee weken met de besprekingen, die op inter gouvernementeel peil zullen worden gevoerd, zal beginnen. Nu de uitwerking van details van Amerikaanse zijde haar vol tooiing nadert, staat de weg open voor multilaterale bespre kingen met het doel een billij ker gebruik van de havens van Rotterdam en Antwerpen te be werkstelligen. - Te Domburg is tot algemene voldoening het kookgas in de huizen teruggekeerd. Tribunaal Goes. vreemd geweld. L. v. W. De Britse ambassadeur Sir Ne ville Bland, de Britse consul-ge neraal, M. A. B. Denton-Thomp- son en talrijke leden van de Brit se kolonie in Amsterdam waren Donderdagavond in een geheel volle grote zaal van het Concert gebouw te Amsterdam bijeen om het B.B.C. Symphonieorkest o.l.v. Sir Adriaan Boult te beluisteren. Het orkest speelde o.a. de ou verture „De getemde Feeks" van J. Wagenaar. Als solisten traden op Cyril Smith en Phyllis Sellick. De dirigent, de solisten en de medespelenden werden na de voorstelling met een langdurig applaus beloond. Gisteravond speelde het orkest in het Kurhaus te Scheveningen. De Werkgemeenschap van Arnhemse kunstenaars schrijft een prijsvraag uit voor een werk op verzetstekst, dat geschikt is om te worden uitgevoerd op de gevallenen-herdenking op 4 Mei. De eerste uitvoering van "het be kroonde werk zal plaats vinden op 4 Mei 1948 te Arnhem. Nadere inlichtingen verstrekt gaarne de secretaris van de Werkgemeenschap van Arnhemse kunstenaars, Gerard Temme, Mariënburgstr. 5, Arnhem. organisatie en sfeer en op het feit dat geestelijke achtergrond en doel in de loop der jaren de zelfde zijn gebleven. Ds K. G. van Smeden van Gro ningen had als onderwerp geko zen: „Skandalon". Hij hield de leden van de bond het vele aan stootgevende van deze tijd voor ogen en maande haar aan te le ven en zich te gedragen in over eenstemming met de christelijke gedachte. Ds Jac. Overduin van Meppel sprak een slotwoord. O/V KLEINE KADE 1, GOES, Agent der" Studebaker voor Zuid- en Noord-Beveland. (Ingez. Med.) (Slot). Het tweede huwelijk. Zeer langdurige discussie volgde bij de voorgestelde toe voeging aan artikel 14, lid 4 van het Reglement op de Ker keraden: „met dien verstande, dat huwelijken van personen, van wie een vorig huwelijk door de dood niet ontbonden is, niet kerkelijk worden bevestigd". Deze clausule, die in de afge lopen maanden al heel veel pen nen in beroering bracht, werd van de kant der Generale Sy node (zij het niet eenstemmig) verdedigd, met het oog op de grote verontrusting over hef toenemend aantal echtscheidin gen en de verwarring door het volgen van een zeer verschil lende gedragslijn van predikan ten en kerkeraden bij de ker kelijke huwelijksinzegening van gescheidenen. Het huwelijk mag naar Gods ordening niet ge broken wbrden. Wordt deze orde door de zonde verbroken (Jezus spreekt van hoererij), dan wil Hij deze breuk dragen en verdragen. Hij wekt niet op tot scheiding en keurt de her trouw van een gescheidene niet met zoveel woorden goed, maar Jezus laat de kracht van de blijde boodschap richtend uit gaan in de orde des levens. Nu zijn er velen, die om Christus' wil de ontrouw van de andere partij dragen. Maar velen kun nen dat niet uithouden. Komt men tot herbouw, dan betekent kerkelijke huwelijksinzegening, dat de Kerk een huwelijk goed keurt. Dit kan en mag de Kerk niet doen, als één der getrouw den gescheiden is en de partij uit het eerste huwelijk nog leeft. Dan is zulk een huwelijk niet de aardse weerglans van de wondere verbinding van Chris tus en Zijn Gemeente. Door weigering van de tweede huwe lijksinzegening van gescheide nen; stelt de Kerk in de wereld FEUILLETON door IS EL VERSCHOORv. d. VLIS. 14) o— Nu is alles veranderd in huis, direct de volgende morgen al. Hoe is dat mogelijk? Die vrouw met haar zwarte haar en haar vreselijke ogen is nou de baas. Leentje .en Gerrigie heb ben niks me« te vertellen. Gis teren hadden ze alles nog te zeg gen en vandaag niet meer. Ook vader heeft niks meer te vertel len, alleen als hij dronken is, want dan geeft hij nergens om. Dan loopt die zwarte vrouw de deur uit en kunnen Leentje en Gerrigie vader in de bed stede leggen. En als die een van tweeën niet thuis zijn, moet zij helpen. Die vrouw heet Miet, vader noemt haar zo. Maar Gerrigie er Leentje zeggen alleen maar ja er. nee tegen haar. Het is alle maal niet te begrijpen. Leentje en Gerrigie mogen opeens niets meer doen. Toen ze 's morgens in het café wilden gaan net als altijd, wees Miet ze met haar vinger terugvader kwam er hij •taan en knikte. Ze weet best waarom. Die vrouw Wil Leentje en Gerrigie weg hebben, het geeft niet waar heen. En ze wil haar, Jannigje, als dienstmeid gebruiken. Ze zegt dat telkens, wel tienmaal op een dag: „Wacht maar, als jij thuis komt, dan zal ik je wel anders leren." En over een paar weken komt ze van schoolze wil opeens niet meer van school af. Wat gaat er gebeuren als ze thuiskomt bij die vreselijke vrouw? In school - kan Miet niet bij haar komen, daar kan ze die schelle lelijke stem niet horen roepen en schelden. Ze zou de dagen wel tegen willen houden en die gaan juist zo hard. Drie weken zijn zo voorbij. Op een morgen staan ze alle maal om den bovenmeester heen, die hen toespreekt. Ze moet heel strak naar zijn wiebelend lorgnetje kijken, anders moet ze huilen en dat wil ze niet. Ze hoort niet waar hij het al lemaal over heeft, ze kijkt langs hem heen het lege lokaal in. In de verte dreigen twee zwarte ogen en ze trekt even de schou ders samen, als ze denkt aan de een teken, dat het huwelijk hei lig is. Hiertegenover werd aange voerd, dat Jezus juist zelf wel met de zondige praktijk rekent, en alleen scheiding om andere reden dan hoererij afkeurt. Dat ook Paulus in 1 Kor. 7 een mogelijkheid van scheiding overlaat, en dat het in strijd is met alle bijbelse barmhartig heid zonder meer alle huwelij ken, waarbij een der partijen gescheiden 'is, niet te willen inzegenen. Het is immers juist het kenmerk van protestantse pastorale zorg, dat elke ambts drager zijn eigen verantwoor ding dragen moet, ook in ge vallen als deze. De tegenstanders van deze reglementsbepaling meenden, dat het geestelijker en ook meer in overeenstemming met het evangelie is, wanneer de Kerk de onontbindbaarheid van het huwelijk met véél meer nadruk verkondigt vóór het huwelijk, dan als teken te stellen een weigering achteraf van een hu welijksbevestiging van geschei; denen. Jezus maakt immers ook voor hoererij een uitzondering. Er zijn immers gevallen, waar in een nieuw huwelijk, na een leven als in een hel, de moge lijkheid geeft tot een nieuw léven onder hemels licht. In plaats van een star wetsartikel dat door de buitenwereld ook niet als een teken zal worden opgevat, dient de Kerk de men sen steeds meer te doordringen van de geest van Christus, die trouw vraagt, en die ook de on ontbindbaarheid stelt in het licht van zijn trouw en genade. Met grote meerderheid bleek ten slotte de classicale vergade ring dit reglementsartikel te verwerpen. De Nieuwe Koers. Het rapport over het vraag stuk van de kinderdoop kon al ler goedkeuring wegdragen, en lange magere handen van Miet. Wat moet ze morgen gaan doen en alle dagen? Een stem roept haar tot de werkelijkheid terug„Ga nu maar netjes je meesters groe ten." Achter de anderen aan loopt ze door de hoge bolle gang en gaat de verschillende lokalen in. Meester van Dam houdt een ogenblik haar hand vast: „En wat ga jij nu doen, Jannigje?" Ze probeert voorzichtig haar hand los te trekken en kijkt stug neer op de lessenaar, waar hij achter zit. Net of zij dat niet begrijpt. Omdat vader zo is en omdat die vrouw bij hen" in huis gekomen is, daarom vraagt hij dat. Ze trekt onverschillig de schouders op„Dat weet ik nog niet." Nou kijkt hij een beetje nijdig en nou laat hij gelukkig haar hand los, ze loopt vlug nëar de deur en gaat de gang door naar buiten. Op het stenen trapje staat ze even stil en kijkt over het verlaten schoolplein. Achter haar hoort ze de ande ren lachen en praten. Ze denkt ouwelijk: Er is niks te lachen. Ze gaat de drie treetjes af en loopt over het plein. Janus Dor- restein komt haar achterop en loopt met haar mee naar de Lekka. Zijn rode wangen zijn wat magerder geworden, maar zijn bolle blauwe ogen lachen Zeeland's boerenleider nogmaals gehoord. Donderdagmorgen stond voor het tribunaal te Goes als eerste besch. terecht de vroegere agent van politie C. de Zeeuw uit Terneuzen, die sympathise rend lid der N.S.B. is geweest. Hü ontkende dit niet, maar voegde er bij, dat hij dit gewor den was om na te gaan wie van zijn chefs tot die richting be hoorde. Verder was hem ten laste ge legd, dat hij zijn hulp had aan geboden om twee arrestanten, Voet en Aarnoutse, te laten ont vluchten uit de handen der Si- el-.erheitsdienst. Hij deed dit niet en zette de deuren van de celien zoals afgesproken was niet open, wat tot gevolg had, dat beide personen door de Duitsers werden weggevoerd en nooit meer terug zijn gekomen. Er ontstond tussen de voorzit ter en vooral de heer de Roo een heftige woordenwisseling, die zijn hoogtepunt bereikte in het flauw vallen van besch. Men plantte hem op een stoel en tij dens het verhoor van zijn vrouw als getuige begon hij weer wat bij te komen. In overleg ook met de verde diger mr P. C. Adriaanse werd de zaak voor onbepaalde tijd uit gesteld. De boerenleider. Vervolgens verscheen Zee- lands boerenleider uit de bezet tingstijd W. F. van Gor- s e 1 uit Rilland-Bath, wiens zaak thans nader onderzocht werd. De vorige maal was nog niet duidelijk geworden wat moest gedacht worden van een brief aan de Referent voor land bouwzaken bij de Rijkscommis saris inzake de houding van Deurloo, ambtenaar bij de voed- selcommissaris. Thans had men dat deel van. de dagvaarding iets veranderd, en werd het nog weer scherp met besch. onder de loupe genomen. De verdediger, mr Kuipers uit Bergen op Zoom, wees er op, dat nog niet is komen vast te staan, dat v. Gorsel de man was, die Deurloo aanbracht en even min de man, die de Duitsers door alles heen volgde. Hij •werkte zelfs voor mensen uit Rilland-Bath, die gevangen wa ren genomen. Hij zag de N.S.B. als een goed middel in de so ciale strijd. Daar besch. een zware operatie moet ondergaan vroeg pleiter bij de uitspraak daarmede rekening te houden. Na de middag kwam de admi nistrateur L. A. A m p t uit Goes voor, die per ziekenauto uit Vught was gebracht en nu op een draagbaar voor het tri bunaal werd binnengedragen. Deze besch. gaf toe officier van het Nederl. leger te zijn geweest; ook de verschillende ten laste leggingen gaf hij toe, n.l. lidmaatschap van de N.S.B., de W.A., het N.S.K.K. Hij was administrateur en secretaris van de Prov. boerenleider en werk zaam voor de landstand. Verder werkte hij in Duitsland, had de algemene leiding bij het palen zetten, deed mededeling aan Re ferent Korte over gezindheid van bepaalde personen en be toogde o.a., dat Deurloo bij de voedselcommissaris weg moest. Nadat de vrouw als getuige was gehoord, heeft ook voor deze zieke politieke delinquent mr Kuypers gepleit, die als zijn mening te kennen gaf, dat besch. nie door dik en dun' N.S.B.'er is geweest. Hij zit nu reeds zeer lang en pleiter deed een beroep op de Christelijke naastenliefde om deze man, die reeds 2 jaar ziek is, zo enigszins mogelijk ir. vrijheid te stellen Na geruimen tijd in raadka mer te zijn geweest, willigde het tribunaal dit verzoek in en kon besch. met zijn vrouw per Rode Kruisauto vertrekken. Uitspraak in alle zaken 10 Juli. Minister Neher bezoekt getroffen Zeeland. Dorpen in Zuid-Beveland bezichtigd. Gisteren bracht de min. van Wederopbouw en Volkshuisves ting, de heer L. Neher, verge zeld van de directeur-generaal van het Departement voor We deropbouw Dr Ir Z. Y. van der Meer, de secr.- generaal Ir Mou- ton en enkele hoofdambtenaren, een bezoek aan de getroffen plaatsen in de zak van Zuid- Beveland. Te Goes werd de minister ont vangen in hotel de Korenbeurs door de Commissaris der Konin gin in Zeeland Jhr Mr J. W. Quarles van Ufford, het college van Ged. Staten, Jhr de Ranitz, hoofding.-dir. van de Volkshuis vesting in Zeeland, de heren E. J. W. van Djjk, hoofd van het prov. bureau voor de wederop bouw en Ir J. Gerber, hoofd van het Streekbureau Walcheren en de burgemeester van Goes mr W. C. ten Kate. Nadat het ge zelschap koffie had gebruikt vertrok het naar 's-Gra- venpolder, waar Zijne Excellen tie zich door de burgemeester de heer J. D. Janse liet voorlichten omtrent de gang van zaken in de wederopbouw ter plaatse. Vandaar vertrok het gezelschap naar Hoedekenskerke, waar de minister onder geleide van de burgemeester de in het getroffen plaatsje na de bevrijding ge bouwde woningen bezichtigde. In Ellewoutsdijk werd een rond gang door het dorp gemaakt en Bezoek aan Kunstmuseum niet groot. als altijd. Hij slingert met zijn armen: „Morgen ga ik naar een boer. Effe fijn! Mot jij thuis blijven?" ,0, ik zal wel 's zien", zegt ze onverschillig. Bij de Lekka steekt hij een hand op„Ik ga nog effe bij Middelburg biedt op het ogen blik een attractie, die veel te wei nig wordt gewaardeerd. Nog niet veel Middelburgers, evenmin veel Zeeuwen en vreemdelingen gaan enige ogenblikken verpozen in de drie zalen van het Kunstmuseum, om te genieten van de zeldzaam fraaie kunstschatten, die daar te bewonderen zijn. Onbekend maakt onbemind. Dat geldt ook hier, want wie er een keer is geweest, komt nog eens terug en brengt dan familie en kennissen mee! In deze zalen, waar een ge deelte van meubilair voor het niéuwe Middelburgse stadhuis is tentoongesteld, krijgt de bezoe ker een indruk, hoe het straks zal zijn en hij is met bewondering vervuld over de zo uitzonderlijke kunstzin, waarmede de geslach ten, die ons voorgingen, dit alles tot stand hebben gebracht. Een woord van grote waarde ring moet gesproken worden voor de deskundige, rustig aandoende wijze, waarop deze expositie is ingericht. De aanwezige meube len zijn in de beschikbare ruim ten zó verdeeld, dat men aan ieder stuk de aandacht kan ge ven die het verdient. En er is veel te bekijken. Een aantal eikenhouten kasten, w.o. twee in Vredeman de Vriesstijl uit het begin der I7e eeuw, twee Zeeuwse kasten met versiering van ebbenhout en inlegwerk uit dezelfde tijd, een door de Middel burgse raadsleden geschonken eikenhouten schoorsteenkap met zandsteen uit de eerste helft der 17e eeuw, een palisanderhouten kussenkast met kolommen uit 1670, één der fraaiste stukken van deze tentoonstelling, een no tenhouten ameublement met be kleding van donkerrood trijp uit de 2e helft der 17e eeuw, enige eikenhouten poortjes met sierlijk gebeeldhouwde kapitelen, een uitgebreide eikenhouten betim mering met deur enz. Maar de kroon op deze ten toonstelling spannen ongetwijfeld de twee wandtapijten, die de ge schiedenis van Meleager en Ata lanta uitbeelden. Wie hiervoor staat zal getroffen worden door deze zeer bijzondere kunst en hij zal steeds weer een nieuw detail ontdekken. Middelburg mag zich werkelijk gelukkig prijzen, dat het deze zeldzame omstreeks 1540 te Brugge vervaardigde ge- belins straks in het Stadhuis kan ophangen! Hoewel geheel anders verdienen toch ook de beide an dere wandtapijten, uit Brussel af komstig en waarin de kleuren groen en blauw domineren, alle aandacht. Schilderijen van Middelburgse meesters, een portret van de Middelburgse schepen A. C. Du- velaer, een gezicht op Middelburg van een onbekende Hollandse meester, een model van het ad-» miraalschip „De Zeven Provin ciën' 'en een groot aantal kope ren wandborden, enige kostbare koperen lampen, in bruikleen ge geven door de heer W. II. Bal maken een bezoek aan deze ten toonstelling meer dan waard. Wellicht, dat straks de vacan- ties een drukker bezoek met zich zullen brengen. Wie in Middel burg komt, verzuime niet, deze unieke colectie te gaan zien. En dat geldt wel in de eerste plaats voor de bewoners van Middel burg. De Veiligheidsraad. Gromyko heeft zich in de Veiligheidsraad gekant tegen voorstellen, volgens welke de bijdragen van de grote vijf tot de strijdmacht van de V.N. moeten zijn gebaseerd op het principe van evenredige sterkte in plaats van op dat van gelijk heid. Gromyko verklaarde, dat het onmogelijk is vorderingen te maken met het organiseren van het leger der V.N., tenzij men accoord zou gaan met het principe van gelijkheid, dat in overeenstemming is met het handvest der V.N. De Britse afgevaardigde Cadogan, stelde voor, dat men, voordat men deze kwestie theo retisch besprak, beter eerst de militaire stafcommissie kon vragen de juiste details over de voorgestelde legermacht te verstrekken. De Raad ging met deze procedure accoord. werd de van nissenhutten ge bouwde Ned. Herv. Kerk bezich tigd. De minister sprak zijn waardering uit over de goede af werking van het noodkerkje. Van Ellewoutsdjjk, waar koffie werd geserveerd, vertrok het gezelschap naar Walcheren. BENOEMINGEN. Bij K.B. zijn benoemd in Zee land: tot dijkgraaf van het wa terschap St. Annaland, A. J. Bie- rens, te St. Annaland, tot voor zitter van het bestuur der water kering van de ealamiteuze Zim- mermanpolder, J. van Damme, te Rilland-Bath, tot voorzitter van het bestuur der waterkering van het ealamiteuze waterschap Oud en Jong-Breskens, i.p. Becu, te Groede; tot lid van het bestuur der waterkering van de ealami teuze Suzannapolder, Th. van der Slikke, te St. Annaland; tot heemraad van het waterschap Schouwen, J. der Weduwen, te Kerkwerve. Nieuw mosselzaad gevonden. Deze week kwamen een tien tal motorvaartuigen uit Brui- nisse met mosselzaad uit de Waddenzee, dat iets kleiner was, dan al het sedert Weken aan gevoerde mosselzaad Dit bete kent dus dat een nieuwe bank was ontdekt, waarvan het zaad echter nog veel groter is, dan de soort die men eigenlijk heb ben moet. Wel wordt bij het vissen ge zien, dat er veel nieuwe zaad- val is, dat, wanneer het tot ont wikkeling mag komen, volgend jaar in de behoefte zal voorzien. Thans is dit zaad nog kleiner dan een speldekop. Apotheken. In de week van 28 Juni tot 5 Juli zijn de volgende apotheken voor avond- en nachtrecepten ge opend Middelburg: van Pienbroek. Goes: Goese Apotheek. Vlissingen: Ockenburg, Wal- straat. Artsendienst. Zondag kan men zich in spoed gevallen wenden tot de volgende doktoren: Voor Goes: dr H. Doe- leman, Tel. 2391; voor Driewegen, Nieuwdorp en 's-Heerenhoekdr Lucas Luykse, Tel. K 1105 282; voor 's-Heer Arendskerke, Heinkenszand en Wolf aartsdijk: dr Ten Have, Tel. K1106 202; voor Tholen, Oud-Vossemeer, Nieuw-Vossemeer en St. Plplips- land: dr P. J. Duinker te Tholen en dr Vermet te Nieuw-Vosse meer. MIDDELBURG. Op 26 Juni herdacht de heer P. Boone, dat hij 25 jaar werkzaam was in het bankbe drijf, waarvan 23 jaar bij de Fa. J. A. Tak Co. en 2 jaar bij de Amsterdamsche Bank N.V. bijk., Middelburg. Dhr Weijburg overhandigde hem in een bijzondere perso neelsbijeenkomst de gebruike lijke gratificatie, alsmede enige waardevolle cadeaux en bloe men namens de directie en het personeel van de Amsterdam sche Bank en het kantoor van Mr J. H. C. Heyse. VLISSINGEN. De gezonken Sleepboot. De onderzoekingen naar de Zondag gezonken sleepboot „Fair Play" worden reeds en kele dagen met een bergings- vaartuig en duikers van de Ma rine voortgezet. Tot heden zijn nog geen resultaten te melden. mijn boer kijken, hoor." Hijzij klotst de andere kant op. j hadZe vergeet voor deze Ze staat stil en kijkt hem na. J gedachte al het andere enjoopt Ze zou weg willen lopen van1 langzaam naar het café en gaat huis, voorgoed. Als Janus metde deur in. haar mee wou gaan, gingen zeMiet komt achter de toonbank gehold is van huis, hou weet ze waarom ze langs het water holde. Wou moeder dat?? Ze blijft onbeweeglijk turen naar dat water voor haar. Maar dan gaat er een licht branden achter haar ogen. Zijzijwij ons af, waar we met onze heeft moeder teruggehaald, als critiek heengaan. En, wanneer moeder niet teruggehaald„Mijn vader, mijn vader" dan ook werkelijk een mislukking C. Rijnsdorp: „Mijn vader, mijn vader" Uitgave: Bosch en Keuning, Baarn. Over het laatste boek van Rijnsdorp „Mijn vader, mijn va der", zijn nog niet veel waar derende woorden gezegd of ge schreven. Een boekbespreker in een van onze provinciale bla den (welk blad voor christelijk wil doorgaan) zei van dit werk het volgende: „Mijn vrouw las „Mijn vader, mijn vader" van Rijnsdórp. Ze begreep er nog minder van dan van „Eldert Holier" en verzekerde me, dat het een mislukking was. Daar onze smaak overeenkomt, be hoef ik aan deze beoordeling van mijn wederhelft niets meer toe te voegen". De echtgenote van deze „boekbespreker" heeft zeer wei nig smaak, doch hijzelf blijk baar helemaal niet. Wanneer op deze wijze de boeken van onze beste christe lijke schrijvers aan een beoor deling onderworpen, dan vragen samen de wereld in. Zij zou wel vragen om brood langs de huizen en Janus mocht misschien zo af vandaan en grijpt haar bij een arm: „Is dat waar, dat je voor 't laatst naar school geweest en toe es werken bij een boer. j bent vandaag? Kan jij je ge- Maar Janus gaat niet mee, hij i zicht niet opendoen, schijnheilig mag werken. Zijn vader en moe- j nest. Alia, ga de plaats dweilen, der zijn aardig voor hem, zijnik zal je leren, wat werken is, moedei doet allesvoor hem. het is uit met dat geslenter Ze kijkt naar het café in de langs de straat verte en wordt koud van angst.) Terwijl ze het plaatsje dweilt, Ze is nog banger van Miet dandenkt ze na. Achter de deur van van vader. Vader slaat alleen als de keukenkamer zitten Gerrigie hij dronken is, maar Miet heefter Leentje met kwaaie gezich- gezegdIk zal je wel anders1 ten voor het raam. Die hoeven leren. Ze kijkt naar het water van de Lek. Als ze in het water viel, dan was ze verdronken, dan hoefde ze nooit meer naar huis. En opeens, daar is de oude ver lamming weer boven haar knieën. Ze kan met geen moge lijkheid een stap vooruit doen, een kleur kruipt traag en don kerrood langs haar wit gezicht. Nounou weet ze het, nou weet ze waarom moeder weg- niet te werken, die doen de hele dag niks als voor de ramen zit ten. Miet wil ze weg hebben. Als Gerrigie en Leentje weggaan Ze krimpt in elkaar van schrik als ze weggaan is ze alleen met Miet, dat is nóg erger. Ze kijkt voorzichtig om en strijkt wat haarpieken naar achter. (Wordt vervolgd.) genoemd kon worden, zouden we met deze „recensie" nog vrede hebben. Maar van een mislukking kan niet gesproken worden. Integendeel! „Mijn va der, mijn vader" is het beste boek, dat sinds de bevrijding in christelijke kring het licht zag. Rijnsdorp heeft weer eens be wezen, dat hij schrijven kan en recht heeft op een plaats in de voorste rijen van onze chr. lite ratoren. Hij is nog altijd een lichtend voorbeeld. Iets anders is het, wanneer we constateren, dat Rijnsdorp zijn peil niet heeft weten te handhaven. Inderdaad toont hij zich in dit boek niet van zijn sterkste zijde. „Mijn vader, mijn vader" mist de grootsheid van visie van „Eldert Holier" en de zuiverheid van „Koningskinderen" (welk boek we nog steeds als zijn beste werk beschouwen). En in dit licht bezien, zouden we mis schien van een mislukking kun nen spreken. Wij willen echter het boek recht laten wederva ren -£n het niet in de eerste plaats zien als het werk van een schrijver, die vroeger ster kere boeken heeft geschreven. Ook dit boek moet afzonderlijk beoordeeld worden. En, wan neer we van dit standpunt uit gaan en het boek benaderen, dan mogen we zeggen, dat onze christelijke literatuur zich niet voor „Mijn vader, mijn vader" behoeft te schamen, integendeel zelfs. Dit werk kan getoond worden. Zelden lazen we een boek met zoveel sprankelende humor. Het begint al direct op de eerste bladzijde: „Achter in de keuken floot haar man een psalm, want het was Zondag en hij had zijn scheermes neerge legd".» De verleiding is groot om nog meer te citeren. De ruimte onbreekt ons echter. Ook de behandeling van het probleem in dit boek, de vaderbinding, is alle lof waardig. Nee, met dit boek zonder meer ter zijde te leggen doen we èn de schrijver èn de Nederlandse literatuur een groot onrecht aan. „Mijn vader, mijn vader" is behalve een probleemroman ook een theologische roman. En als zo danig moet dit boek ook be- schpuwd worden. Wij betreuren het echter, dat Rijnsdorp zijn peil niet heeft weten te hand haven. „Mijn vader, mijn vader" mist een zeer voornaam iets. Het mist visie. En dat is niet alleen het gebrek van deze roman, We hebben er al eens vaker op ge wezen. Onze gehele hedendaag se christelijke literatuur is hier mede behept. De oude paden zijn platgetreden en nieuwe wegen zijn nog niet ontdekt.. Hier ligt de grote taak van onze christelijke literatoren. Hier ligt ook de oorzaak van het feit, dat „Mijn vader, mijn vader" in brede kring als een mislukking wordt beschouwd. Opnieuw moet het bestek uitgetekend worden. Opnieuw moet weer plaats worden bepaald. Wij heb ben op Rijnsdorp onze hoop steds gevestigd. En daar om heeft „Mijn vader, mijn va der" ons enigszins teleur ge steld. WIM REUGEBRINK.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 2