Zeeuw
WANDELINGEN
De Literaire Revue.
liunst Ut 't Uad.
TDEBAK1
Vast en zeker/
Garage I.WILLEBOER
Classicale Vergadering der Ned. Herv. Kerk.
Z)e feucfd i/an Hot&tfoandec
Woordenwisseling met hoogtepunt.
Kunstschatten in Middelburg.
1
XII.
1671. Aardenburg houdt stand. III.
Zondag 26 Juni verloopt rus
tig. De Waterpoort aan de zijde
naar Sluis wordt geopend om
aan de vrouwen en kinderen, die
zulks wensen, de gelegenheid te
geven, de stad te verlaten. Vele
onder hen zijn „flauwhartig" ge
worden en om de mannen niet te
„discourageren" is het beter, dat
ze uit de stad zijn. Met grote
„lamentatie" en droefheid zei
den ze elkander „den eeuwigen
adieu", want de kans is groot,
dat ze elkaar niet meer levend
zullen terugzien Tussen deze
vrouwen sluipen ook „enige
mans" de poort uit!
Ondertussen is er grote bedrij
vigheid op de wallen De kanon
nen worden in orde gemaakt,
ammunitie gereed gelegd, enige
afgeknapte bomen liggen aan de
kant van het bolwerk om naar
beneden gerold te worden, voor
brood en bier ('t is warm) wordt
gezorgd. Laten we ook de hulp
der Mennonieten (doopsgezin
den) niet vergetenere wie ere
toekomt. Volgens hun beginsel
was het hun verboden de wa
penen te voeren, maar door het
aanbrengen van eten en drin
ken, het verzorgen der gewon
den, het wegduwen der zware
bomen hebben ze meegeholpen
aan de victorie. „Ende anderen
baden tot God de Here om hulpe
en bijstand."
Ondertussen heeft men om
hulp gezonden naar Sluis, van
waar 's avonds 40 man uit Re-
tranchement arriveren, 's nachts
nog met ruim 100 uit Sluis on
der kolonel Spindler vermeer
derd, yat de kleine bezetting
van Aardenburg nieuwe moed
geeft.
Heel de namiddag ziet men de
Fransen zich verzamelen en
klaar maken voor de tweede
aanval, de stad steeds dichter
naderend. 't Isal donker,
's avonds 11 uur als men een
hondje hoort bassen en men be
merkt, dat de aanval begonnen
is. Onder het slaan der trom
mels, het blazen der trompetten
en een vreselijk geschreeuw
van: „Dood aan de Hollanders!"
wordt de stad op 8 plaatsen te
gelijk aangevallen. De Fransen
hebben de buitengracht, waarin
weinig water was, met rijshout
opgevuld en zo naderen ze de
bolwerken. En even verwaand
als hun zonnekoning roepen ze
al bij voorbaat: „De stad is ge
wonnen! De poort is open! Allen
dood, geen kwartier!"
Wel een ietsje voorbarig, want
na een nacht van hevige strijd,
van „vreselijk schieten en ka
nonneren", zodat de bolwerken
„gelijk in vier en vlam ston
den" wordt ook deze aanval af
geslagen. En als s Maandags
morgens de dag begint te „lu-
mieren", zien de dappere ver
dedigers het grote leger op de
vlucht slaan. Ze horen de Franse
trompetten de aftocht blazen en
bij het licht van de nieuwe dag
kunnen ze de vluchtelingen nog
beter dan in het donker van de
nacht „op het wambuis treffen".
Velen' kussen moeder aarde
en men ziet er naar de stad ko
men met de hoed in de ene en
de degen in de andere hand,
sommige met een witte doek aan
een stok gebonden, vallende op
de knieën en smekend om ge
nade „Meneer de Hollander,
geef me kwartier!"
Heel andere taal dan enkele
uren geleden.
„Des nachts vernachtte het ge
ween in de stad, maar door
Gods goedheid was er des mor
gens gejuich."
Met kleine groepjes van 15 a
16 worden de gevangenen door
de beide klinketten van de poort
binnengelaten, ze geven hun de
gens over en worden groten
deels in de kerk opgesloten. On
begrijpelijk, waar ze alle van
daan kwamen: ruim 600 solda
ten en 40 officieren.
Bijna 100 gewonden worden
eveneens ter verdere verzorging
binnen de stad gebracht en nog
groter aantal doden wordt op de
plaats, waar eeps de Mariakerk
stond, begraven.
De Fransen trekken weg,
plunderend en brandstichtend,
voorgoed, 20 a 30 wagens met
gewonden meevoerend. „Die
van binnen de stad ziende hun
vijanden overwonnen en gesla
gen en de overgeblevenen naar
hun legerplaats retireren, dank
ten van 'ganser harte de Here
hun God met gejuich voor Zijn
genadige, en buiten verwach
ting, verlossing, die Hij in Zijn
oneindige goedheid had ver
leend."
Wel was er reden tot dank-Februari
baarheid, want „de grote God
had die van binnen de stad on
der de schaduw van Zijn vleu
gelen alzo bewaard, dat niet één
man van hen in dit hevige ge
vecht was doodgebleven".
Er waren slechts enkele ge
kwetsten, waaronder ook twee
vrouwen, die dus ook bij deze
tweede aanval naast de man
nen pal gestaan hadden.
Deze dappere verdediging is
niet slechts van betekenis voor
Aardenburg geweest, want door
het afslaan van de vijand is
Chr. Geref. Meisjesverenigingen.
Te Zwolle hield de bond van
Chr. Geref. Meisjesverenigingen
de 13e bondsdag. De grote Zui-
derkerk was geheel gevuld met
de vele honderden genodigden,
uit alle delen van het land naar
deze toogdag gekomen.
In de morgenvergadering wer
den de huishoudelijke zaken af
gehandeld. In haar openings
woord vertelde de presidente mej.
M. Klomp een en ander over de
stand van zaken in de bond. Zij
deelde mede dat dank zij de ge-
regelde groei van de bond, in
1.1. tot stichting van
een eigen bondsbureau kon wor
den overgegaan.
De vergadering zond telegram
men van hulde en trouw aan
H.M. de Koningin en aan het
Prinselijk gezin. De jaarversla
gen van secretaresse en penning-
meesteresse werden goedgekeurd.
De presidente mej. Klomp werd
als zodanig herkozen. Tot secre
taresse werd gekozen mej. Hoi
géndoorn.
In de middagvergadering gaf
mevr. A. Marisv.' d. Vegt onder
het motto „Er is iets veranderd?'
Zeeuws-Vlaanderen gered van een schets van ontwikkeling van
de Franse overheersing, ja is j de bond. Zij wees op de groei van
heel Zeeland bewaard voorde bond, op de verandering in
men meende dat de doperse in
zichten van Karl Barth in dit
geval niet steekhoudend kun
nen zijn.
Een motie van de Kerkeraad
van Voorburg, om met het oog
op de nieuwe koers, waarbij
gevraagd wordt gehoorzaam
heid aan de Heilige Schrift,
staande op de bodem der Belij
denisgeschriften, als mening uit
te spreken dat op voorbeeld van
de Ethische Vereniging en de
Evangelische Vereniging, de
wenselijkheid van zelf-ontbin-
ding van de Vereniging voor
Vrijzinnig Hervormden, de Con
fessionele Vereniging en de Ge
reformeerde Bond, werd met
grote meerderheid aanvaard.
Na rondvraag, sloot Ds Mor
tier deze zeer belangwekkende
vergadering, waarbij eens te
meer tot uiting kwam de ver
nieuwing door Gods Geest van
de Kerk, waar immers het nu
ook weer voor het eerst sedert
tientallen jaren, ja eigenlijk vele
eeuwen, met beroep op Gods
Woord te spreken en te beslis
sen, mogelijk was.
Rotterdam en Antwerpen
De ambassadeurs van Neder
land en België in Amerika heb
ben van het Amerikaanse minis
terie van buitenlandse zaken de
mededeling ontvangen, dat ge
neraal Clay „op zeer korte ter
mijn" besprekingen zal openen
met de regeringen van Neder
land en België inzake het lei
den van „enig verkeer" over
Rotterdam en Antwerpen.
Er zijn aanwijzingen, dat Clay
binnen een of twee weken met
de besprekingen, die op inter
gouvernementeel peil zullen
worden gevoerd, zal beginnen.
Nu de uitwerking van details
van Amerikaanse zijde haar vol
tooiing nadert, staat de weg
open voor multilaterale bespre
kingen met het doel een billij
ker gebruik van de havens van
Rotterdam en Antwerpen te be
werkstelligen.
- Te Domburg is tot algemene
voldoening het kookgas in de
huizen teruggekeerd.
Tribunaal Goes.
vreemd geweld.
L. v. W.
De Britse ambassadeur Sir Ne
ville Bland, de Britse consul-ge
neraal, M. A. B. Denton-Thomp-
son en talrijke leden van de Brit
se kolonie in Amsterdam waren
Donderdagavond in een geheel
volle grote zaal van het Concert
gebouw te Amsterdam bijeen om
het B.B.C. Symphonieorkest o.l.v.
Sir Adriaan Boult te beluisteren.
Het orkest speelde o.a. de ou
verture „De getemde Feeks" van
J. Wagenaar. Als solisten traden
op Cyril Smith en Phyllis Sellick.
De dirigent, de solisten en de
medespelenden werden na de
voorstelling met een langdurig
applaus beloond.
Gisteravond speelde het orkest
in het Kurhaus te Scheveningen.
De Werkgemeenschap van
Arnhemse kunstenaars schrijft
een prijsvraag uit voor een werk
op verzetstekst, dat geschikt is
om te worden uitgevoerd op de
gevallenen-herdenking op 4 Mei.
De eerste uitvoering van "het be
kroonde werk zal plaats vinden
op 4 Mei 1948 te Arnhem.
Nadere inlichtingen verstrekt
gaarne de secretaris van de
Werkgemeenschap van Arnhemse
kunstenaars, Gerard Temme,
Mariënburgstr. 5, Arnhem.
organisatie en sfeer en op het
feit dat geestelijke achtergrond
en doel in de loop der jaren de
zelfde zijn gebleven.
Ds K. G. van Smeden van Gro
ningen had als onderwerp geko
zen: „Skandalon". Hij hield de
leden van de bond het vele aan
stootgevende van deze tijd voor
ogen en maande haar aan te le
ven en zich te gedragen in over
eenstemming met de christelijke
gedachte.
Ds Jac. Overduin van Meppel
sprak een slotwoord.
O/V
KLEINE KADE 1, GOES,
Agent der" Studebaker voor
Zuid- en Noord-Beveland.
(Ingez. Med.)
(Slot).
Het tweede huwelijk.
Zeer langdurige discussie
volgde bij de voorgestelde toe
voeging aan artikel 14, lid 4
van het Reglement op de Ker
keraden: „met dien verstande,
dat huwelijken van personen,
van wie een vorig huwelijk door
de dood niet ontbonden is, niet
kerkelijk worden bevestigd".
Deze clausule, die in de afge
lopen maanden al heel veel pen
nen in beroering bracht, werd
van de kant der Generale Sy
node (zij het niet eenstemmig)
verdedigd, met het oog op de
grote verontrusting over hef
toenemend aantal echtscheidin
gen en de verwarring door het
volgen van een zeer verschil
lende gedragslijn van predikan
ten en kerkeraden bij de ker
kelijke huwelijksinzegening van
gescheidenen. Het huwelijk mag
naar Gods ordening niet ge
broken wbrden. Wordt deze
orde door de zonde verbroken
(Jezus spreekt van hoererij),
dan wil Hij deze breuk dragen
en verdragen. Hij wekt niet op
tot scheiding en keurt de her
trouw van een gescheidene niet
met zoveel woorden goed, maar
Jezus laat de kracht van de
blijde boodschap richtend uit
gaan in de orde des levens. Nu
zijn er velen, die om Christus'
wil de ontrouw van de andere
partij dragen. Maar velen kun
nen dat niet uithouden. Komt
men tot herbouw, dan betekent
kerkelijke huwelijksinzegening,
dat de Kerk een huwelijk goed
keurt. Dit kan en mag de Kerk
niet doen, als één der getrouw
den gescheiden is en de partij
uit het eerste huwelijk nog
leeft.
Dan is zulk een huwelijk niet
de aardse weerglans van de
wondere verbinding van Chris
tus en Zijn Gemeente. Door
weigering van de tweede huwe
lijksinzegening van gescheide
nen; stelt de Kerk in de wereld
FEUILLETON
door
IS EL VERSCHOORv. d. VLIS.
14) o—
Nu is alles veranderd in huis,
direct de volgende morgen al.
Hoe is dat mogelijk? Die
vrouw met haar zwarte haar en
haar vreselijke ogen is nou de
baas. Leentje .en Gerrigie heb
ben niks me« te vertellen. Gis
teren hadden ze alles nog te zeg
gen en vandaag niet meer. Ook
vader heeft niks meer te vertel
len, alleen als hij dronken is,
want dan geeft hij nergens om.
Dan loopt die zwarte vrouw
de deur uit en kunnen Leentje
en Gerrigie vader in de bed
stede leggen. En als die een van
tweeën niet thuis zijn, moet zij
helpen.
Die vrouw heet Miet, vader
noemt haar zo. Maar Gerrigie
er Leentje zeggen alleen maar ja
er. nee tegen haar. Het is alle
maal niet te begrijpen. Leentje
en Gerrigie mogen opeens niets
meer doen. Toen ze 's morgens
in het café wilden gaan net als
altijd, wees Miet ze met haar
vinger terugvader kwam er hij
•taan en knikte.
Ze weet best waarom. Die
vrouw Wil Leentje en Gerrigie
weg hebben, het geeft niet waar
heen. En ze wil haar, Jannigje,
als dienstmeid gebruiken. Ze
zegt dat telkens, wel tienmaal op
een dag: „Wacht maar, als jij
thuis komt, dan zal ik je wel
anders leren."
En over een paar weken komt
ze van schoolze wil opeens niet
meer van school af. Wat gaat er
gebeuren als ze thuiskomt bij
die vreselijke vrouw?
In school - kan Miet niet bij
haar komen, daar kan ze die
schelle lelijke stem niet horen
roepen en schelden. Ze zou de
dagen wel tegen willen houden
en die gaan juist zo hard. Drie
weken zijn zo voorbij.
Op een morgen staan ze alle
maal om den bovenmeester heen,
die hen toespreekt. Ze moet
heel strak naar zijn wiebelend
lorgnetje kijken, anders moet ze
huilen en dat wil ze niet.
Ze hoort niet waar hij het al
lemaal over heeft, ze kijkt langs
hem heen het lege lokaal in. In
de verte dreigen twee zwarte
ogen en ze trekt even de schou
ders samen, als ze denkt aan de
een teken, dat het huwelijk hei
lig is.
Hiertegenover werd aange
voerd, dat Jezus juist zelf wel
met de zondige praktijk rekent,
en alleen scheiding om andere
reden dan hoererij afkeurt. Dat
ook Paulus in 1 Kor. 7 een
mogelijkheid van scheiding
overlaat, en dat het in strijd
is met alle bijbelse barmhartig
heid zonder meer alle huwelij
ken, waarbij een der partijen
gescheiden 'is, niet te willen
inzegenen. Het is immers juist
het kenmerk van protestantse
pastorale zorg, dat elke ambts
drager zijn eigen verantwoor
ding dragen moet, ook in ge
vallen als deze.
De tegenstanders van deze
reglementsbepaling meenden,
dat het geestelijker en ook meer
in overeenstemming met het
evangelie is, wanneer de Kerk
de onontbindbaarheid van het
huwelijk met véél meer nadruk
verkondigt vóór het huwelijk,
dan als teken te stellen een
weigering achteraf van een hu
welijksbevestiging van geschei;
denen. Jezus maakt immers ook
voor hoererij een uitzondering.
Er zijn immers gevallen, waar
in een nieuw huwelijk, na een
leven als in een hel, de moge
lijkheid geeft tot een nieuw
léven onder hemels licht. In
plaats van een star wetsartikel
dat door de buitenwereld ook
niet als een teken zal worden
opgevat, dient de Kerk de men
sen steeds meer te doordringen
van de geest van Christus, die
trouw vraagt, en die ook de on
ontbindbaarheid stelt in het
licht van zijn trouw en genade.
Met grote meerderheid bleek
ten slotte de classicale vergade
ring dit reglementsartikel te
verwerpen.
De Nieuwe Koers.
Het rapport over het vraag
stuk van de kinderdoop kon al
ler goedkeuring wegdragen, en
lange magere handen van Miet.
Wat moet ze morgen gaan
doen en alle dagen?
Een stem roept haar tot de
werkelijkheid terug„Ga nu
maar netjes je meesters groe
ten."
Achter de anderen aan loopt
ze door de hoge bolle gang en
gaat de verschillende lokalen in.
Meester van Dam houdt een
ogenblik haar hand vast: „En
wat ga jij nu doen, Jannigje?"
Ze probeert voorzichtig haar
hand los te trekken en kijkt stug
neer op de lessenaar, waar hij
achter zit.
Net of zij dat niet begrijpt.
Omdat vader zo is en omdat die
vrouw bij hen" in huis gekomen
is, daarom vraagt hij dat.
Ze trekt onverschillig de
schouders op„Dat weet ik nog
niet."
Nou kijkt hij een beetje nijdig
en nou laat hij gelukkig haar
hand los, ze loopt vlug nëar de
deur en gaat de gang door naar
buiten. Op het stenen trapje
staat ze even stil en kijkt over
het verlaten schoolplein.
Achter haar hoort ze de ande
ren lachen en praten. Ze denkt
ouwelijk: Er is niks te lachen.
Ze gaat de drie treetjes af en
loopt over het plein. Janus Dor-
restein komt haar achterop en
loopt met haar mee naar de
Lekka. Zijn rode wangen zijn
wat magerder geworden, maar
zijn bolle blauwe ogen lachen
Zeeland's boerenleider nogmaals gehoord.
Donderdagmorgen stond voor
het tribunaal te Goes als eerste
besch. terecht de vroegere agent
van politie C. de Zeeuw
uit Terneuzen, die sympathise
rend lid der N.S.B. is geweest.
Hü ontkende dit niet, maar
voegde er bij, dat hij dit gewor
den was om na te gaan wie van
zijn chefs tot die richting be
hoorde.
Verder was hem ten laste ge
legd, dat hij zijn hulp had aan
geboden om twee arrestanten,
Voet en Aarnoutse, te laten ont
vluchten uit de handen der Si-
el-.erheitsdienst. Hij deed dit
niet en zette de deuren van de
celien zoals afgesproken was
niet open, wat tot gevolg had,
dat beide personen door de
Duitsers werden weggevoerd en
nooit meer terug zijn gekomen.
Er ontstond tussen de voorzit
ter en vooral de heer de Roo een
heftige woordenwisseling, die
zijn hoogtepunt bereikte in het
flauw vallen van besch. Men
plantte hem op een stoel en tij
dens het verhoor van zijn
vrouw als getuige begon hij
weer wat bij te komen.
In overleg ook met de verde
diger mr P. C. Adriaanse werd
de zaak voor onbepaalde tijd uit
gesteld.
De boerenleider.
Vervolgens verscheen Zee-
lands boerenleider uit de bezet
tingstijd W. F. van Gor-
s e 1 uit Rilland-Bath, wiens
zaak thans nader onderzocht
werd. De vorige maal was nog
niet duidelijk geworden wat
moest gedacht worden van een
brief aan de Referent voor land
bouwzaken bij de Rijkscommis
saris inzake de houding van
Deurloo, ambtenaar bij de voed-
selcommissaris. Thans had men
dat deel van. de dagvaarding
iets veranderd, en werd het nog
weer scherp met besch. onder
de loupe genomen.
De verdediger, mr Kuipers uit
Bergen op Zoom, wees er op,
dat nog niet is komen vast te
staan, dat v. Gorsel de man was,
die Deurloo aanbracht en even
min de man, die de Duitsers
door alles heen volgde. Hij
•werkte zelfs voor mensen uit
Rilland-Bath, die gevangen wa
ren genomen. Hij zag de N.S.B.
als een goed middel in de so
ciale strijd. Daar besch. een
zware operatie moet ondergaan
vroeg pleiter bij de uitspraak
daarmede rekening te houden.
Na de middag kwam de admi
nistrateur L. A. A m p t uit
Goes voor, die per ziekenauto
uit Vught was gebracht en nu
op een draagbaar voor het tri
bunaal werd binnengedragen.
Deze besch. gaf toe officier
van het Nederl. leger te zijn
geweest; ook de verschillende
ten laste leggingen gaf hij toe,
n.l. lidmaatschap van de N.S.B.,
de W.A., het N.S.K.K. Hij was
administrateur en secretaris van
de Prov. boerenleider en werk
zaam voor de landstand. Verder
werkte hij in Duitsland, had de
algemene leiding bij het palen
zetten, deed mededeling aan Re
ferent Korte over gezindheid
van bepaalde personen en be
toogde o.a., dat Deurloo bij de
voedselcommissaris weg moest.
Nadat de vrouw als getuige
was gehoord, heeft ook voor
deze zieke politieke delinquent
mr Kuypers gepleit, die als zijn
mening te kennen gaf, dat besch.
nie door dik en dun' N.S.B.'er is
geweest. Hij zit nu reeds zeer
lang en pleiter deed een beroep
op de Christelijke naastenliefde
om deze man, die reeds 2 jaar
ziek is, zo enigszins mogelijk
ir. vrijheid te stellen
Na geruimen tijd in raadka
mer te zijn geweest, willigde het
tribunaal dit verzoek in en kon
besch. met zijn vrouw per Rode
Kruisauto vertrekken.
Uitspraak in alle zaken 10
Juli.
Minister Neher bezoekt
getroffen Zeeland.
Dorpen in Zuid-Beveland
bezichtigd.
Gisteren bracht de min. van
Wederopbouw en Volkshuisves
ting, de heer L. Neher, verge
zeld van de directeur-generaal
van het Departement voor We
deropbouw Dr Ir Z. Y. van der
Meer, de secr.- generaal Ir Mou-
ton en enkele hoofdambtenaren,
een bezoek aan de getroffen
plaatsen in de zak van Zuid-
Beveland.
Te Goes werd de minister ont
vangen in hotel de Korenbeurs
door de Commissaris der Konin
gin in Zeeland Jhr Mr J. W.
Quarles van Ufford, het college
van Ged. Staten, Jhr de Ranitz,
hoofding.-dir. van de Volkshuis
vesting in Zeeland, de heren E.
J. W. van Djjk, hoofd van het
prov. bureau voor de wederop
bouw en Ir J. Gerber, hoofd van
het Streekbureau Walcheren en
de burgemeester van Goes mr
W. C. ten Kate. Nadat het ge
zelschap koffie had gebruikt
vertrok het naar 's-Gra-
venpolder, waar Zijne Excellen
tie zich door de burgemeester de
heer J. D. Janse liet voorlichten
omtrent de gang van zaken in
de wederopbouw ter plaatse.
Vandaar vertrok het gezelschap
naar Hoedekenskerke, waar de
minister onder geleide van de
burgemeester de in het getroffen
plaatsje na de bevrijding ge
bouwde woningen bezichtigde.
In Ellewoutsdijk werd een rond
gang door het dorp gemaakt en
Bezoek aan Kunstmuseum niet groot.
als altijd.
Hij slingert met zijn armen:
„Morgen ga ik naar een boer.
Effe fijn! Mot jij thuis blijven?"
,0, ik zal wel 's zien", zegt ze
onverschillig.
Bij de Lekka steekt hij een
hand op„Ik ga nog effe bij
Middelburg biedt op het ogen
blik een attractie, die veel te wei
nig wordt gewaardeerd. Nog niet
veel Middelburgers, evenmin veel
Zeeuwen en vreemdelingen gaan
enige ogenblikken verpozen in de
drie zalen van het Kunstmuseum,
om te genieten van de zeldzaam
fraaie kunstschatten, die daar te
bewonderen zijn.
Onbekend maakt onbemind.
Dat geldt ook hier, want wie er
een keer is geweest, komt nog
eens terug en brengt dan familie
en kennissen mee!
In deze zalen, waar een ge
deelte van meubilair voor het
niéuwe Middelburgse stadhuis is
tentoongesteld, krijgt de bezoe
ker een indruk, hoe het straks
zal zijn en hij is met bewondering
vervuld over de zo uitzonderlijke
kunstzin, waarmede de geslach
ten, die ons voorgingen, dit alles
tot stand hebben gebracht.
Een woord van grote waarde
ring moet gesproken worden voor
de deskundige, rustig aandoende
wijze, waarop deze expositie is
ingericht. De aanwezige meube
len zijn in de beschikbare ruim
ten zó verdeeld, dat men aan
ieder stuk de aandacht kan ge
ven die het verdient.
En er is veel te bekijken. Een
aantal eikenhouten kasten, w.o.
twee in Vredeman de Vriesstijl
uit het begin der I7e eeuw, twee
Zeeuwse kasten met versiering
van ebbenhout en inlegwerk uit
dezelfde tijd, een door de Middel
burgse raadsleden geschonken
eikenhouten schoorsteenkap met
zandsteen uit de eerste helft der
17e eeuw, een palisanderhouten
kussenkast met kolommen uit
1670, één der fraaiste stukken
van deze tentoonstelling, een no
tenhouten ameublement met be
kleding van donkerrood trijp uit
de 2e helft der 17e eeuw, enige
eikenhouten poortjes met sierlijk
gebeeldhouwde kapitelen, een
uitgebreide eikenhouten betim
mering met deur enz.
Maar de kroon op deze ten
toonstelling spannen ongetwijfeld
de twee wandtapijten, die de ge
schiedenis van Meleager en Ata
lanta uitbeelden. Wie hiervoor
staat zal getroffen worden door
deze zeer bijzondere kunst en hij
zal steeds weer een nieuw detail
ontdekken. Middelburg mag zich
werkelijk gelukkig prijzen, dat
het deze zeldzame omstreeks
1540 te Brugge vervaardigde ge-
belins straks in het Stadhuis kan
ophangen! Hoewel geheel anders
verdienen toch ook de beide an
dere wandtapijten, uit Brussel af
komstig en waarin de kleuren
groen en blauw domineren, alle
aandacht.
Schilderijen van Middelburgse
meesters, een portret van de
Middelburgse schepen A. C. Du-
velaer, een gezicht op Middelburg
van een onbekende Hollandse
meester, een model van het ad-»
miraalschip „De Zeven Provin
ciën' 'en een groot aantal kope
ren wandborden, enige kostbare
koperen lampen, in bruikleen ge
geven door de heer W. II. Bal
maken een bezoek aan deze ten
toonstelling meer dan waard.
Wellicht, dat straks de vacan-
ties een drukker bezoek met zich
zullen brengen. Wie in Middel
burg komt, verzuime niet, deze
unieke colectie te gaan zien. En
dat geldt wel in de eerste plaats
voor de bewoners van Middel
burg.
De Veiligheidsraad.
Gromyko heeft zich in de
Veiligheidsraad gekant tegen
voorstellen, volgens welke de
bijdragen van de grote vijf tot
de strijdmacht van de V.N.
moeten zijn gebaseerd op het
principe van evenredige sterkte
in plaats van op dat van gelijk
heid. Gromyko verklaarde, dat
het onmogelijk is vorderingen
te maken met het organiseren
van het leger der V.N., tenzij
men accoord zou gaan met het
principe van gelijkheid, dat in
overeenstemming is met het
handvest der V.N.
De Britse afgevaardigde
Cadogan, stelde voor, dat men,
voordat men deze kwestie theo
retisch besprak, beter eerst de
militaire stafcommissie kon
vragen de juiste details over
de voorgestelde legermacht te
verstrekken. De Raad ging met
deze procedure accoord.
werd de van nissenhutten ge
bouwde Ned. Herv. Kerk bezich
tigd. De minister sprak zijn
waardering uit over de goede af
werking van het noodkerkje.
Van Ellewoutsdjjk, waar koffie
werd geserveerd, vertrok het
gezelschap naar Walcheren.
BENOEMINGEN.
Bij K.B. zijn benoemd in Zee
land: tot dijkgraaf van het wa
terschap St. Annaland, A. J. Bie-
rens, te St. Annaland, tot voor
zitter van het bestuur der water
kering van de ealamiteuze Zim-
mermanpolder, J. van Damme, te
Rilland-Bath, tot voorzitter van
het bestuur der waterkering van
het ealamiteuze waterschap Oud
en Jong-Breskens, i.p. Becu, te
Groede; tot lid van het bestuur
der waterkering van de ealami
teuze Suzannapolder, Th. van
der Slikke, te St. Annaland; tot
heemraad van het waterschap
Schouwen, J. der Weduwen, te
Kerkwerve.
Nieuw mosselzaad gevonden.
Deze week kwamen een tien
tal motorvaartuigen uit Brui-
nisse met mosselzaad uit de
Waddenzee, dat iets kleiner was,
dan al het sedert Weken aan
gevoerde mosselzaad Dit bete
kent dus dat een nieuwe bank
was ontdekt, waarvan het zaad
echter nog veel groter is, dan
de soort die men eigenlijk heb
ben moet.
Wel wordt bij het vissen ge
zien, dat er veel nieuwe zaad-
val is, dat, wanneer het tot ont
wikkeling mag komen, volgend
jaar in de behoefte zal voorzien.
Thans is dit zaad nog kleiner
dan een speldekop.
Apotheken.
In de week van 28 Juni tot 5
Juli zijn de volgende apotheken
voor avond- en nachtrecepten ge
opend
Middelburg: van Pienbroek.
Goes: Goese Apotheek.
Vlissingen: Ockenburg, Wal-
straat.
Artsendienst.
Zondag kan men zich in spoed
gevallen wenden tot de volgende
doktoren: Voor Goes: dr H. Doe-
leman, Tel. 2391; voor Driewegen,
Nieuwdorp en 's-Heerenhoekdr
Lucas Luykse, Tel. K 1105
282; voor 's-Heer Arendskerke,
Heinkenszand en Wolf aartsdijk:
dr Ten Have, Tel. K1106 202;
voor Tholen, Oud-Vossemeer,
Nieuw-Vossemeer en St. Plplips-
land: dr P. J. Duinker te Tholen
en dr Vermet te Nieuw-Vosse
meer.
MIDDELBURG.
Op 26 Juni herdacht de
heer P. Boone, dat hij 25 jaar
werkzaam was in het bankbe
drijf, waarvan 23 jaar bij de Fa.
J. A. Tak Co. en 2 jaar bij
de Amsterdamsche Bank N.V.
bijk., Middelburg.
Dhr Weijburg overhandigde
hem in een bijzondere perso
neelsbijeenkomst de gebruike
lijke gratificatie, alsmede enige
waardevolle cadeaux en bloe
men namens de directie en het
personeel van de Amsterdam
sche Bank en het kantoor van
Mr J. H. C. Heyse.
VLISSINGEN.
De gezonken Sleepboot.
De onderzoekingen naar de
Zondag gezonken sleepboot
„Fair Play" worden reeds en
kele dagen met een bergings-
vaartuig en duikers van de Ma
rine voortgezet. Tot heden zijn
nog geen resultaten te melden.
mijn boer kijken, hoor." Hijzij
klotst de andere kant op. j hadZe vergeet voor deze
Ze staat stil en kijkt hem na. J gedachte al het andere enjoopt
Ze zou weg willen lopen van1 langzaam naar het café en gaat
huis, voorgoed. Als Janus metde deur in.
haar mee wou gaan, gingen zeMiet komt achter de toonbank
gehold is van huis, hou weet ze
waarom ze langs het water
holde. Wou moeder dat??
Ze blijft onbeweeglijk turen
naar dat water voor haar. Maar
dan gaat er een licht branden
achter haar ogen. Zijzijwij ons af, waar we met onze
heeft moeder teruggehaald, als critiek heengaan. En, wanneer
moeder niet teruggehaald„Mijn vader, mijn vader" dan
ook werkelijk een mislukking
C. Rijnsdorp: „Mijn vader, mijn vader"
Uitgave: Bosch en Keuning, Baarn.
Over het laatste boek van
Rijnsdorp „Mijn vader, mijn va
der", zijn nog niet veel waar
derende woorden gezegd of ge
schreven. Een boekbespreker in
een van onze provinciale bla
den (welk blad voor christelijk
wil doorgaan) zei van dit werk
het volgende: „Mijn vrouw las
„Mijn vader, mijn vader" van
Rijnsdórp. Ze begreep er nog
minder van dan van „Eldert
Holier" en verzekerde me, dat
het een mislukking was. Daar
onze smaak overeenkomt, be
hoef ik aan deze beoordeling
van mijn wederhelft niets meer
toe te voegen".
De echtgenote van deze
„boekbespreker" heeft zeer wei
nig smaak, doch hijzelf blijk
baar helemaal niet.
Wanneer op deze wijze de
boeken van onze beste christe
lijke schrijvers aan een beoor
deling onderworpen, dan vragen
samen de wereld in. Zij zou wel
vragen om brood langs de huizen
en Janus mocht misschien zo af
vandaan en grijpt haar bij een
arm: „Is dat waar, dat je voor
't laatst naar school geweest
en toe es werken bij een boer. j bent vandaag? Kan jij je ge-
Maar Janus gaat niet mee, hij i zicht niet opendoen, schijnheilig
mag werken. Zijn vader en moe- j nest. Alia, ga de plaats dweilen,
der zijn aardig voor hem, zijnik zal je leren, wat werken is,
moedei doet allesvoor hem. het is uit met dat geslenter
Ze kijkt naar het café in de langs de straat
verte en wordt koud van angst.) Terwijl ze het plaatsje dweilt,
Ze is nog banger van Miet dandenkt ze na. Achter de deur van
van vader. Vader slaat alleen als de keukenkamer zitten Gerrigie
hij dronken is, maar Miet heefter Leentje met kwaaie gezich-
gezegdIk zal je wel anders1 ten voor het raam. Die hoeven
leren.
Ze kijkt naar het water van
de Lek. Als ze in het water viel,
dan was ze verdronken, dan
hoefde ze nooit meer naar huis.
En opeens, daar is de oude ver
lamming weer boven haar
knieën. Ze kan met geen moge
lijkheid een stap vooruit doen,
een kleur kruipt traag en don
kerrood langs haar wit gezicht.
Nounou weet ze het, nou
weet ze waarom moeder weg-
niet te werken, die doen de hele
dag niks als voor de ramen zit
ten. Miet wil ze weg hebben. Als
Gerrigie en Leentje weggaan
Ze krimpt in elkaar van schrik
als ze weggaan is ze alleen met
Miet, dat is nóg erger. Ze kijkt
voorzichtig om en strijkt wat
haarpieken naar achter.
(Wordt vervolgd.)
genoemd kon worden, zouden
we met deze „recensie" nog
vrede hebben. Maar van een
mislukking kan niet gesproken
worden. Integendeel! „Mijn va
der, mijn vader" is het beste
boek, dat sinds de bevrijding in
christelijke kring het licht zag.
Rijnsdorp heeft weer eens be
wezen, dat hij schrijven kan en
recht heeft op een plaats in de
voorste rijen van onze chr. lite
ratoren. Hij is nog altijd een
lichtend voorbeeld. Iets anders
is het, wanneer we constateren,
dat Rijnsdorp zijn peil niet heeft
weten te handhaven. Inderdaad
toont hij zich in dit boek niet
van zijn sterkste zijde. „Mijn
vader, mijn vader" mist de
grootsheid van visie van „Eldert
Holier" en de zuiverheid van
„Koningskinderen" (welk boek
we nog steeds als zijn beste
werk beschouwen). En in dit
licht bezien, zouden we mis
schien van een mislukking kun
nen spreken. Wij willen echter
het boek recht laten wederva
ren -£n het niet in de eerste
plaats zien als het werk van
een schrijver, die vroeger ster
kere boeken heeft geschreven.
Ook dit boek moet afzonderlijk
beoordeeld worden. En, wan
neer we van dit standpunt uit
gaan en het boek benaderen,
dan mogen we zeggen, dat onze
christelijke literatuur zich niet
voor „Mijn vader, mijn vader"
behoeft te schamen, integendeel
zelfs. Dit werk kan getoond
worden. Zelden lazen we een
boek met zoveel sprankelende
humor. Het begint al direct op
de eerste bladzijde: „Achter in
de keuken floot haar man een
psalm, want het was Zondag en
hij had zijn scheermes neerge
legd".» De verleiding is groot om
nog meer te citeren. De ruimte
onbreekt ons echter. Ook de
behandeling van het probleem
in dit boek, de vaderbinding, is
alle lof waardig. Nee, met dit
boek zonder meer ter zijde te
leggen doen we èn de schrijver
èn de Nederlandse literatuur
een groot onrecht aan. „Mijn
vader, mijn vader" is behalve
een probleemroman ook een
theologische roman. En als zo
danig moet dit boek ook be-
schpuwd worden. Wij betreuren
het echter, dat Rijnsdorp zijn
peil niet heeft weten te hand
haven. „Mijn vader, mijn vader"
mist een zeer voornaam iets. Het
mist visie. En dat is niet alleen
het gebrek van deze roman, We
hebben er al eens vaker op ge
wezen. Onze gehele hedendaag
se christelijke literatuur is hier
mede behept. De oude paden
zijn platgetreden en nieuwe
wegen zijn nog niet ontdekt..
Hier ligt de grote taak van onze
christelijke literatoren. Hier ligt
ook de oorzaak van het feit, dat
„Mijn vader, mijn vader" in
brede kring als een mislukking
wordt beschouwd. Opnieuw
moet het bestek uitgetekend
worden. Opnieuw moet weer
plaats worden bepaald. Wij heb
ben op Rijnsdorp onze hoop
steds gevestigd. En daar
om heeft „Mijn vader, mijn va
der" ons enigszins teleur ge
steld.
WIM REUGEBRINK.