ik (foe&Hets Onhoudbare toestand op Java an Sumatra. Het Prijzenboekje 1947. Politieke delinquenten naar Nieuw Guinea. Onevenwichtig man zocht leider. Hei bouwen van Bungalows. D& feufyd vayt fannifyfe iCoimfoewtdet. Huidverzorging WiU&i. Twee broers waren de jure lid. Diplomatieke druk op de republiek de Duitse propaganda-machine door CURT RIESS. Het besluit gevallen. Joseph Goebbels is dus tot het wctreme nationalisme besloten. Toch heeft hij de communistische Ideeën van zijn vriend Flisges nog hl het geheel niet overwonnen. Nog in 1925 zijn er perioden, van het tweede deel van „Mqin Kampf" zien, dat pas een jaar later zal worden uitgegeven. Nachten lang discussiëren zij sa men over de vragen, die in het beroemde hoofdstuk over propa ganda worden opgeworpen. Goeb- waarin hij niet weet, of Hitier hels hoopt in die tijd nog steeds dan wel Lenin zijn grote leider is. Eens verklaart hij: „Rome heeft afgedaan, de nieuwe hoofdletter R betekend Rusland". Een ande re keer schrijft hij: „Wat heeft de arbeider eraan, dat hij gelijk krijgt, hij moet macht hebben. Als Rusland ontwaakt, zal de we reld een nationaal wonder zien". Het belangrijkste essay, dat hij waarschijnlijk in die tijd schreef, heet „Lenin of Hitier". In dit essay kiest hij Hitier. Maar nog later komen er ogen- Mikken, waarin hij helemaal niet meer besloten schijnt om Hitier te volgen. Op 21 Februari 1926 schrijft hij in zijn dagboek: „Ik kan niets meer zeggen. Een vre selijke nacht; een van de ergste teleurstellingen van mijn leven. Ik heb een groot deel van mijn geloof in Hitier verloren". De volgende dag bevestigt hij: „Ik geloof niet meer volkomen in Hitier". Zeker, hij beschouwt zich In deze dagen nog als revolution- nair. Talrijke aantekeningen in zijn dagboek bewijzen dat. Hij schrijft b.v.: „Donderdagavond sprak ik voor het gerecht in Schwerin. Ik zei alles, wat een revolutionnair moet zeggen". Maar Hitler is voor'hem een bur ger. Ook deze overtuiging legt hij vast in zijn dagboek: „Hitier is toch maar een brrgeri'. Leider, beveel! Inderdaad kwam Hitier, nadat zijn Putsch was mislukt, tot de overtuiging, dat hij slechts op wet tige wijze aan de macht kon ko-| men. Daarom was hij tegen dei „jonge revolutionnairen" in zijn oude partij, zoals Gregor Stras- ser, Karl Kaufmann en natuurlijk Goebbels. Deze organiseren begin 1926 een vergadering in Hanno ver, die hun de gelegenheid geeft zich over de leiding van de partij in München te beklagen en op Hitler's omgeving en Hitier zelf te schelden. Goebbels treedt daarbij bijzonder op de voor grond. In de hitte van het ge vecht verklaart hij zelfs woorde lijk: „Als de stand van zaken zó is, stel ik hierbij voor de klein burgerlijke Adolf Hitler van de Nationaal Duitse Arbeiderspartij uit te sluiten". Dit is natuurlijk niet goed mo gelijk. Goebbels zal het ook wel niet helemaal ernstig hebben be doeld. Kij was nu eenmaal de ene dag vóór en de andere dag tegen Hitier. Reeds een paar dagen na Hannover zwaait hij weer om naar de „Führer" en dit keer voor altijd. Dit gebeurt ter organisatieleider van de partij té worden, maar Hitier heeft toen zeker al besloten hem propagan daleider te maken. Korte tijd nadat hij is afge reisd, nog in Mei 1926, schrijft Goebbeis aan Hitier: „Lieve en geachte Adolf Hitler! Ik heb zo veel van U geleerd. Op kame raadschappelijke manier heeft U mij zo geheel nieuwe wegen ge wezen, dat ik pas nu het licht zie". En de brief eindigt met de unieke voorspelling: „Er kan een dag komen, waarop alles ineen stort, waarop het gepeupel zich om U heen schaart, U schuim bekkend aanklaagt en schreeuwt: Kruisigt hem! Dan zullen wij daar staan, ijzig en onoverwinne lijk en ons Hosannah zingen en uitschreeuwen!" Van dat ogen blik af is Hitier voor Goebbels de ware opvolger van Flisges ge worden, ja, hij betekent meer voor hem dan de laatste ooit had kunnen zijn. De carrière van Goebbels ge- duAndc de volgende jaren is te algemeen bekend, dan dat ik er hier op behoef in te gaan. Nog in het jaar 1926 wordt hij tot gouw leider van Berlijn benoemd, korte tijd daarna tot propagandaleider van de partij en in Maart 1933 tot rijkspropaganda-minister. (Nadruk verboden). toe voorbereidingen getroffen. Bijna steeds rijzen dan moeilijk heden, omdat een bepaald sy steem door het speciale karakter der woning niet geheel voldoet aan de plaatselijke bouwverorde ningen. Bij het uitvaardigen van deze verordeningen is immers hij- na steeds gerekend met de bouw van normale permanente wonin gen. In voorkomende gevallen zou het college van algemene com missarissen voor de Wederop bouw op grond van daartoe ver leende bevoegdheid de plaatselij ke verordeningen buitenwerking kunnen stellen. De minister van Wederopbouw acht dit echtér ongewenst. Indien de raad ener gemeente de bouw van deze Bungalows voldoende aantrekkelijk acht, zal deze tot het verlenen van de noodzakelijke medewerking, in de gemeente lijke bouwverordening bepalingen kunnen doen opnemen, die voor dit speciale doel afwijkingen van de bestaande bepalingen mogelijk maken. De minister heeft aan de col leges van Ged. Staten enkele sug gesties verstrekt ten aanzien van de aanvulling der gemeentelijke verordeningen. De bedoelde Bun galows zouden kunnen worden aangeduid als „Woningen van beperkte levensduur". Ten aan zien van deze woningen zouden dan bijzondere bepalingen in de verordeningen kunnen worden opgenomen met betrekking tot hechtheid der constructie en ter voorkoming van vochtigheid en brandgevaar. Vrijwillige verbintenissen voor twee jaar. Onlangs is het m.s. Tarakan met 119 politieke delinquenten naar Hollandi (N.G.) vertrokken. Van gezaghebbende zijde wordt hieromtrent nader het volgende gemeld; Te-Hollandia zijn door de Ame rikanen grote legervoorraden achter gelaten, welke door de Nederlands-Indische regering zijn overgenomen. Deze voorraden, bestaande uit een groot aantal machines, hefwerktuigen, voer tuigen, tractoren, motoren, elec- trische licht- en koelinstallaties, enz, moeten worden hersteld en onderhouden en tenslotte ver- zendklaar worden gemaakt ten gebruike ter plaatse, waar be hoefte aan die voorraden bestaat. Ter voorziening in het tekort aan werkkrachten te Hollandia heeft de minister van Justitie gelegenheid I goedgevonden, dat bij voor van een vergadering van leidende keur technisch geschoolde poli nazi's in Bamber (1926). Na een tiëke delinquenten aan wie door grote rede van Hitier komt de de tribunalen de maatregel van beurt aan Goebbels. Hij laat de voorbereide speech, waarin Hitier fel wordt aangevallen, in zijn zak zitten en tot verbazing van zijn vrienden begint hij te stamelen „Adolf Hitier heeft gelijk. Zijn argumenten zijn zo overtuigend dat het geen schande voor ons is onze fouten te erkennen en ons onder zijn vaandel te scharen. Adolf Hitler heeft ons in zijn rede geheel nieuwe wegen ge openbaard en wij moeten hem volgen. Voor ons is het geen weg naar Damascus, het is een weg naar de toekomst. Wij hebben in Hannover beslissingen genomen, die ik wat mezelf betreft niet meer voor juist kan houden en die ik niet meer kan onder schrijven". Aan het slot van de rede klinkt voor de eerste keer de zin, die öoebbeis later nog zo vaak bü het Duitse volk en de hele wereld erin hameren: „Leider, beveel en wij volgen U!" Unieke profetie. Uiteraard is Hitier zeer inge nomen met deze ommekeer van Goebbeis. Hij neemt hem mee naar München en vandaar naar Berchtesgaden. Nu pas heeft hij geheel begrepen, dat Goebbels een grotere persoonlijkheid is dan alle andere naaste volgelingen. Misschien heeft hij ook reeds ont dekt op welk gebied de speciale begaafdheid van Goebbels ligt en waar hij hem het beste kan zet ten. In ieder geval laat hij hem gedeelten van internering is opgelegd, zich vrij willig voor het verrichten van ar beid te Hollandia opgaven op de volgende voorwaarden. Zij moeten zich verhinden voor 2 jaar, waarna terugzending naar Nederland plaats heeft. Gezinnen kunnen niet mede gaan noch volgen. Zij ontvangen echter een redelijke ondersteu ning gedurende de afwezigheid van het gezinshoofd. De werkkrachten genieten vrije kost en inwoning en een be scheiden maandelijks zakgeld. Zij worden hij hun vertrek voor waardelijk in vrijheid gesteld, le ven in Hollandia derhalve als vrije mensen maar moeten zich onderwerpen aan bepaalde maat regelen van tucht en orde. Bij goed gedrag gedurende hun werktijd in Hollandia worden zij na terugkeer in Nederland uiter aard niet meer geïnterneerd. Strqd met plaatselijke bouwverordeningen. Een van de bijzondere middelen om de gevolgen van de overal ge voelde woning nood te beperken, is het bouwen van z.g. Bunga lows, volgens bepaalde gepaten teerde systemen. In verscheidene gemeenten is reeds met de bouw van deze wo- het manuscript ningen begonnen of worden daar- FEUILLETQN door NEL VERSCHOOR—v. d. VLIS. 8) in. Een kind gaat ziek verzetten. Jannigje gaat de keukenka mer uit en de gelagkamer in. Ze loopt langs haar vader, die achter de toonbank staat, langs de tafeltjes. Er zitten twee voer lui en een lange, magere schip per in het café. Als ze voorbij die schipper loopt, pakt hij naar bij een arm, maar ze rukt zich los en holt de deur uit. Ze hoort nog wat ze vragen: „Is die slamiel óók van jou, Ko lenbrander?" Het antwoord hoort ze niet meer, ze staat al op de Lekka. Wat is slamiel? Dat geeft ook allemaal niks. Vandaag gaat ze naar school, vandaag is ze groot. De zon ligt schuin over het water, de pont vaart af, maar ze kijkt vandaag niet naar die pent. Ze gaat langs het water, de kant op naar school. Ze slin gert de vlecht naar achter en 'snst bijna van plezier. Haar mager hoekig kindergezicht glanst van blijdschap. Janus Dorrestein komt ook en hij zal een griffel voor haar meebrengen. Het is niet ver van de school, een kwartiertje de Lekka af en daarna een zijstraat in. Bij de school lopen nog maar enkele kinderen. Ze stapt heen en weer over het schoolplein, leunt even tegen de groenbekras te, verveloze deur, staat weer recht en loopt het hek van de schooltuin weer uit. Ze wou maar dat die deur open ging en ze binnen mocht, Ze heeft hier al zo dikwijls ge staan als de school aan was en ze binnen aan het zingen waren, In welk lokaal moet ze zitten en hij welke meester? Kijk, daar komt een troep jongens aan, ze spelen wel eens op de Lekka. Wim 'Verduin en Jan Molenaar en Klaas van Zeventer, die an dere kent ze niet Ze komen joelend de speelplaats op en krijgen haar in de gaten. Wim Verduin steekt een arm omhoog „He, nee maar jongens, daar hè Volgens nog onbevestigde be richten zijn op bestelling van de Turkse regering 11 superforten in Turkije afgeleverd. Polder Al-te-ldein moest worden prijsgegeven. Het water overwon t 10 h.a. land minder. Op 10 Jan. 1939 werd bij een oever- en dijkval de zeedijk van de Polder Al-te-klein in Noord- Beveland zo ernstig beschadigd, dat het herstel der schade niet door de enige eigenaar van die polder kon worden bekostigd. Als 'gevolg hiervan werden de achterliggende gronden, die een oppervlakte van c.a. 10 h.a. be slaan, prijsgegeven. In de volgende jaren nam de zeedijk gestadig verder af. Door de storm vloed van 7 April 1943 werd het dijkslichaam zover weggeslagen, dat een doorbraak is ontstaan, waardoor de polder is ingevloeid. In de zomer van dat jaar kon het grasland van deze polder nog worden beweid, maar in de volgende winter is de polder enige malen geheel overstroomd. Opnieuw werden toen stukken van de zeedijk weggeslagen. Thans wordt de polder zelfs da gelijks overstroomd. Het bestuur van de polder heeft nu opheffing van At-te- klein verzocht, waartegen de hoofdingenieur van de Prov. Waterstaat geen bezwaar heeft. Aangezien de op te heffen pol der geen bezittingen en schul den heeft, kan het maken van beschikkingen daaromtrent ach terwege blijven. Ged. Staten stellen de Prov. Staten voor tot opheffing in gaande I Mei 1947 te besluiten. Opnieuw heeft het water, dat Zeeland de eeuwen door be dreigt, een (gelukkig ditmaal kleine) overwinning behaald. De waarde ervan in de practijk. Door het Directoraat-Generaal van de Prijzen is een Prijzen boekje uitgegeven, waarin men na kan gaan wat men ten hoog ste moet betalen voor goederen en diensten, welke men voor het dagelijks levensonderhoud nodig heeft. Erg gemakkelijk is dat. Met zo'n boekje in de hand komt men door het ganse land. Men koopt iets, vergelijkt de prijs die men betaalt met het boekje en als deze te hoog blijkt te zijn, dan „De Nederlander" heeft de proef genomên. ,Het ging over een eenvoudig japonnetje gekocht in „De Bijen korf", dat f 66,35 kostte en waar van de prijs volgens het rode boekje in geen geval hoger mocht zijn dan f 45. De directie van „De Bijenkorf" maakte echter duidelijk, dat de berekende prijs volkomen verant woord was. Hét Prijzenboekje noemde zij „onzinnig en gevaar lijk in de handen van het pu bliek". Toen naar de controledienst van de prijzen. Wij vroegen een textieldeskun- dige te spreken en er kwamen er twee. Zij bekeken de japon en verklaarden zich niet hij machte uit te maken tot welke kwali- teits- en afwerkingsklasse deze behoorde. Dat kon slechts na on derzoek bij de fabrikant. Wel konden zij verklaren, dat zij bij hun controle-arbeid geen gebruik van het boekje maakten en het zelfs niet bij zich droegen, daar het op het gebied van de textiel geen waarde zou hebben. Iedere klacht wordt als een op zichzelf staand geval onderzocht op grond van inkoopsprijs en productie kosten. Hierbij wordt, zo zeiden zij, met name rekening gehouden met toegestane loontoeslagen, die de fabrikanten betalen om perso neel te krijgen of te behouden. Voorts kunnen de goederen ookj van import afkomstig zijn. kennen. Zijn het alleen de textiel- prijzen, waar men geen houvast aan heeft? Of zijn er nog ande re? Zo ja, laat het Directoraat- Generaal van de Prijzen dat dan officieel mededelen. Het heeft tij dens een persconferentie enkele maanden geléden een beroep ge daan op de pers om de actie met het prijzenboekje te, ondersteu nen. Hoe moet de pers dat doen, wanneer zij van overheidswege zulke antwoorden krijgt in con crete gevallen?" Tegen zonnebrand, stuklopen, doorzitten, schrijnen, smetten, en ter verbetering der huid: Purol of PUrolin. Door 't crème- karakter is Purolin geliefd door de vrouw voor zichzelf en de baby. (Ingez. Med.) K. L. M.-dienst AmsterdamBerlijn. De K.L.M. deelt mede, dat een dienst op Berlijn wordt voorbe reid. Een openingsdatum kan echter in verband met enige nog onzekere factoren, nog niet ge noemd worden. Wel is het zeer waarschijnlijk dat deze lueht- verbinding niet op 15 Juli a.s. doch op een latere datum ge opend zal worden. Proces Ir Drïessen Prof. Goudriaan. Ir. Driessen veroordeeld. De civiele kamer van de recht bank te Utrecht heeft uitspraak gedaan in de procedure, ingesteld door Prof. Dr Ir. J. Goudriaan, oud-president directeur der Ne derlandse Spoorwegen, tegen Ir. Ch. H. J. Driessen, hoofdinge nieur der N.S., naar aanleiding van de brochure die deze, inmid dels gepensionneerde hoofdinge nieur heeft uitgegeven betreffen de het beleid van Prof. Goudriaaif als president-directeur der N.S. tijdens de bezetting. Mr Wes terouwen van Meeteren, advocaat van Prof. Goudriaan, had een schadeloosstelling van f.25.000 gevraagd. De rechtbank achtte acht pas sages in de brochure beledigend en veroordeelde Ir. Driessen tot een schadeloosstelling van f 2500. De proces-kosten ten bedrage van f 865 komen eveneens ten laste van Ir. Driessen. Voorts werd bepaald, dat het vonnis gedurende een week moet worden aangeplakt op de hoofd deur van het hoofdgebouw der Nederlandse Spoorwegen te Utrecht. VROUWELIJKE BEULEN STAAN TERECHT. Zware straffen geëist. Voor het Bijzonder Gerechts hof te Den Bosch heeft zich te verantwoorden gehad de meest gevreesde bewaakster van het kamp te Vught, Jenneke van Rijnsbergen. Zij heeft zich schul dig gemaakt aan zeer zware mis handeling van de Joodse vrouwe lijke gevangenen, lijkenschennis en wat dies meer zij. De procu reur eiste levenslange gevange nisstraf. Tijdens "de zitting ver toonde verdachte geen enkel spoor van berouw. Haar medebe waakster Josephine van Drunen bleek zich eveneens schuldig ge maakt te hebben aan wandaden, hoewel in mindere mate. Tegen haar werd 15 jaar ge vangenisstraf geëist. Bijbel voor het Amsterdamse Stadhuis. In de middagzitting van de algemene vergadering van het Nederlandse Bijbelgenootschap voerden Woensdag nog verschil lende buitenlandse gasten het woord. Dr Eric M. North, van de American Bible Society, bracht de beste wensen over van „Nieuw Amsterdam" voor oud Amsterdam. Toen wijlen presi dent Roosevelt werd beëdigd, legde hij de eed af met de hand op een 17e eeuwse bijbel in de Nederlandse statenvertaling. Toen later de buitenlandse gasten op het stadhuis werden ontvangen, werden zij door wet houder Mr W. F. Schokking toe gesproken. Deze wees er in zijn toespraak op dat na de oorlog een zeer grote vraag naar bijbels is ontstaan, helaas kan, tenge volge van de wereld-papiernood, niet direct in deze behoefte wor den voorzien. Zelfs het Amster damse stadhuis bezit geen bijbel. De Noorse bisschop Berggrav, die de toespraak beantwoordde, deed de wethouder de toezeg ging, dat de United Bible Socie ties er voor zullen zorgen, dat terstond daarin zal worden voor zien, en dat het stadhuis een bijbel zal worden aangeboden. administrateur zfjn van de N.S.B. groepleidster van de N.S.B. en werkzaam rijn voor de weer macht in Duitsland. Dat ze aan een „kameraad" op gaven zou hebben gedaan van de namen van een aantal inwoners van Hulst en omgeving, die ge schikt waren om in Duitsland te arbeiden ontkende ze zeer posi tief. Het pleidooi, dat mr Bolle voor haar hield en waarin zij er op wees, dat zij voor andere ten laste leggingen voldoende is ge straft, had tot gevolg, dat zij on middellijk in vrijheid werd ge steld. De 26-jarige F. P. de Witte, monteur te Hulst is lid geweest van de N.S.B., ging in 1940 in Duitsland werken en trad later in dienst van O.T. in Nederland en Frankrijk. Besch. die reeds 24 maanden geïnterneerd is bekende dit. De verdediger Mr van Son, wees er op, dat zijn cliënt een jaar in Duitsland gewerkt heeft, daar is hij N.S.B.-er geworden om naar huis te kunnen terug keren. Spr. vroeg zich daarom af waarom zijn cliënt nog geïnter neerd is. Besch. begrijpt verkeerd te zijn geweest en wil gaarne veel goed maken. Het Tribunaal stelde ook deze besch. in vrijheid. Wachtmeester met - verkeerde inslag. De laatste zaak was, die tegen G. M e 1 s e, wachtmeester der Rijkspolitie te Ooltgensplaat, die bekende op een informatiestaat van de marechaussee eens te heb ben verklaard te sympathiseren met het Rechtsfront, doch nu zeide, dit den volgende dag weer te hebben- teruggenomen. Verder was hem ten laste gelegd, het wisselen van,geld voor „Kraft durch Freude"; het aanbrengen dat zekere Oosterhout een onder duiker in zijn woning liet over nachten; het overhandigen van een anti-Duits strooibiljet 'aan een N.S.B.-er; de hulp van de Ortscommandant inroepen om in zijn woning te Sluis te kunnen blijven en ten slotte de hulp van Jan Dekker om van Sluis naar elders te worden verplaatst. Nadat besch. een en ander had toegelicht deed dit ook zijn vrouw, waarna Mr P. C. Adri- aanse in een uitvoerig pleidooi er op wees, dat deze politieman reeds een jaar geschorst is ge weest, maar nadien is gezuiverd tot door een minister toe. Zowel voor hem en voor zijn vrouw zou den grote moeilijkheden worden geschapen als nu toch maatre gelen worden opgelegd en salaris en pensioen vervallen. Uitspraak in alle zaken 2 Juli. Uiaspraken van 18 Juni 1947. E. E. W. van Wagenin- g e n, echtten, van C. E. P. Lenshoek te Goes; bevestiging Tribunaal te Goes. Voor het Tribunaal te Goes stonden Woensdagmorgen terecht F. A. Peeman Kakebeeke bedrijfsleider en J. A. Peeman Kakebeeke, landbouwer fruitkweker, beiden uit Goes. Aan eerstgenoemde werd ten laste gelegd, dat hij symph. lid der N.SUB. is geweest, omging Bij met wieermachtslieden, boeren- een vorige klacht bij een overeen- leider was en Ausweizen ver- komstige japon, waarvoor f 160 strekte. was berekend, bleek deze uit Tsjecho-Slowakije ingevoerd te zijn voor een abnormaal hoge prijs Het resultaat van deze bemoei ingen was tot dusver alleen, dat een formulier moest worden in gevuld. De heren hadden vastge steld, dat de japon van Neder lands maaksel was en zullen nu bij de fabrikant een onderzoek in- Voor de tweede luidde de dag vaarding symph. lid, omgang met Duitsers en N.S.B.-ers. Beide hebben reeds 19 maanden inter nering achter de rug en zijn nu enige tijd op vrije voeten. Bij de ondervraging van eerst genoemde gingen .voorzitter en leden dieper op enkele onderde len in. O.a. kwam naar voren dat de tweede besch. een radiotoestel stellen. Ze waren er zeker van, ter beschikking van de fflegali- dat de fout in elk geval niet bij ,De Bijenkorf" kon schuilen. teit zou hebben gesteld. Uit een dispuut met de heer Daar controleerden zij zo vaak, de R°° bleek, dat beseh's verloof- dat dit practiseh onmogelijk de de radio bewaarde en er be- moest worden geacht. „Over het resultaat hopen wij U op de hoog te te houden". Ondertussen blijft nu echter de vraag welke waarde het publiek aan het Prijzenboekje moet toe- je die meid van dronken Kolen brander!" Ze hangt opeens schuw weg gezakt tegen het schoolhek, haar grijze ogen trillen van schrik, haar magere armen hangen slap neer langs het lijf. Er komt een kringetje jongens om haar heen staan. Jan Mole naar roept er anderen bij uit de straat: „Hei, zeg, kom es hier, die meid d'r vader is dronken en a'r moeder is gek." Een secondelang staat ze aan de grond genageld, dan met een sprong is ze by de jongen en beukt in een razende drift op zijn rug, trapt verwoed tegen zijn benen. Een geschreeuw breekt los, de schooldeur wordt met een ruk opengetrokken, meester Van Dam springt het stenen trapje af. Hij grijpt het eerste, wat hij grijpen kan, een stroogele vlecht. „Wat betekent dat?" Een mager woedend gezicht kijkt naar hem op, twee grote grijze ogen zien recht in de zijne: „Hijhij daar.... zegt wat van me moeder." „Ga es méé, jij"! Hij trekt haar aan een arm de speelplaats over, het stenen trapje op, de schooldeur in. Ze vergeet op hetzelfde ogen blik wat haar is aangedaan, een glans ligt in haar ogen. Lekker, langstellenden naar liet luisteren. "Volgens een ooggetuige zou de ze broer een koffer met een N.S.B.-uniform en een geweer met patronen verstopt hebben toen het tegen de bevrijding liep. nou is zij het eerst van allemaal binnen, nou kunnen ze allemaal buiten wachten, nèt goed. "Waar om houdt die man haar zo vast bij haar arm, ze zal heus niet weglopen. Wat een lange gang is dat, hoeveel deuren zijn hier wel en waar gaan ze toch heen? Meester Van Dam laat haar los, hij doet een deur open en duwt haar naar binnen: „Ga daar maar es op die eerste bank zitten." Ze zit al, kaarsrecht en op het puntje en kijkt om zich heen. Is dit nauw haar lokaal en is dit nauw haar meester? O, gelukkig, hij gaat weg, wat staat daar op dat bord? Twee en twee! Net of zij niet weet dat twee en twee vier is, leren zo dat hier op school? Au, haar been doet zeer, die jongen heeft gemeen getrapt. „Wat zei die jongen tegen je?" Ze schrikt en kijkt op, recht in het gezicht van meester Van Dam. Ze dacht dat die al lang het lokaal was uitgegaan, hij heeft zeker achteraan staan wachten. „Nu, wat zei die jongen?" Ze trekt haar schouders op en kijkt recht voor zich uit. Ja, dat zal ze hier gaan zeggen, tegen die vreemde meester, kun je nèt •denken. Het gezicht van meester Van Dam verandert, hij buigt zich dieper over haar heen. Dat is Besch. loochende dit echter en was van mening dat een per soonsverwisseling zou hebben plaats gevonden. De facto waren ze geen sympa thiserend lid der N.S.B. geweest, de jure echter wel want het bè- wijs was aanwezig in een door hem getekend formulier. De verdediger mr F. W. Adri- aanse, wees er op, dat niet uit te maken is of heide broers symph. lid zijn geweest of wel een van hen en dan wie en of wellicht de vader hun beide lid maakte om ze buiten Duitsland te houden. In ieder geval staat vast, dat er bij hen van activiteit in N.S.B. richting geen sprake is geweest. Zeker hadden zij scherper afwijzend moeten staan. Vooral de eerste besch. heeft nog in zijn voordeel, dat hij als boe renleider zeer soepel is geweest. Pleiter meendè, dat de voorin ternering toch zeker voldoende straf voor beiden is geweest. E. Vreecken, wonende te St. Jansteen, wier echtgenoot ook geruime tijd geïnterneerd is even als zij, die reeds 28 maanden „zit' erkende de tenlastelegging voor wat betreft het lid en groeps- een beetje griezelig en raar, hij heeft .een zwart snorretje en zijn ogen lijken op de ogen van Janus z'n opa. Ze schuift naar het uiterste puntje van de bank, maar het gezicht boven haar wordt kwaad: „Alla, meisje, geef jjj es netjes antwoord." Ze duikt in elkaar en zwijgt. Begrijpt die meester niet, dat ze dat niet hardop zeggen kan, dat van moeder? Dat ze dan huilen gaat? En ze wil niet huilen. Een hand schudt haar heen en weer, een grote witte hand met een gouden ring. Een harde stem is vlak bij haar oor: „Antwoord geven, an- dprs. -Ze doet de ogen dicht en wacht, de lippen vast op eikaar. Nou gaat hij haar slaan; net als vader, maar ze is niet bang. Je moet heel stil en stijf blijven zitten, dan houden ze het gauw- ste op. Maar die meester laat haar plotseling los en gaat het lokaal uit. Ze blijft kijken naar de dichte deur en knikt tegen zich zelf in het lege lokaal. Nou gaat hij er eentje bijhalen, dan be ginnen ze straks samen. Maar er komt niemand. (Wordt vervolgd.) Predikant-huisknecht. Dat was toch wel een zeer be langrijk bericht. Een predikant die thuis al het werk doet koken incluis dat er in een pastorie met 10 kamers te doen valt. Als dat zich in ons land zou voordoen, zou zulk een predi kant en met recht, van plichts verzaking worden beschuldigd. Een predikant is geen huis knecht, maar een dienstknecht van Jezus Christus, geroepen het Woord van God te -bedienen. Daartoe moet hjj preken en ca techiseren en alles wat er meer in een gemeente te doen valt. Maar dat kal hij alleen kunnen doen, als hij gelegenheid heeft om te studeren. Preken en wat dies meer zij, zonder te studeren, is nu eenmaal niet mogelijk. In Schotland zijn de verhou dingen misschien anders dan in ons land en valt de combinatie predikant-huisknecht misschien zeer in de smaak. Maar wat dit betreft behoeft de Schotse predikant, die thans op Soesfdijk logeert, niet aan zijn Nederlandse collega's ten voorbeeld te worden gesteld. Wij hebben ai genoeg kist van Engelse ziekte. van de vorige uitspraak. Pieter van Hermon, timmerman te Hoek, 3 jaar in tern. tot 18 Juni 1950, ver- beurdverkl. vermogen tot f 3000 alsmede radiotoestel en ontz. rechten. Jan Michielsen, trans porteur te Terneuzen, 4 jaar intern, tot J.8 Juni 1951, tot een bedrag van f1000 en ontz. rechten. Petrus D. J. H e ij e, klein- landbouwer te Clinge, geen verdere intern., verbeurdverkl. van radiotoestel en ontzegging rechten. Albertus F. F. van Meir, bootsman te Terneuzen, geen verdere intern., ontz. rechten. TRIBUNAAL ZIERIKZEE. Uitspraken van Dinsdag 17 Juni. G. de Witte te 's-Graven- polder, internering gelijk aan be waring van 25 April 1945 tot 17 Juni 1947. K. J. van Ast te Noord- gouwe, internering gelijk aan bewaring van 8 Mei 1945 tot 1 September 1945 en van 14 Dec. 1945 tot 17 Juni 1947, alsmede ontzetting rechten. W. J. Boogaart te Poortvliet, internering gelijk aan bewaring van 11 Aug. 1945 tot 2 Jan. 1946; verbeurdverklaring van het vermogen beperkt tot een bedrag van f 5000 en ontzet ting rechten. Edelmoedige geste van de Nederlandse regering. Bij de republiek weinig lust tot samenwerking. De Britse Kamer van Koop handel voor Nederlands-Indië hield Donderdag haar jaarver gadering onder voorzitterschap van Sir John Hobholise. Het volgende is ontleend aan het overzicht van de toestand in Indonesië, dat Sir John op die vergadering gaf: „Het is droevig te moeten vaststellen, dat de 'toestand op Java en Sumatra weinig beter is dan een jaar geleden. Bijna onafgebroken is er onderhan deld tussen de Nederlands-In dische en republikeinse regering, maar men is niet ver gevor derd." „Het is te hopen, dat 25 Maart dag van de ondertekening van het veelomvattend maar nogal vaag vergelijk van Ling gadjati een mijlpaal zal zijn ir; de geschiedenis van Indonesië en zal leiden tot vruchtbare sa menwerking tussen de rassen, welke de wereld tot voorbeeld zal strekken." „Veel zal moeten worden ge daan om Linggadjati praktisch to verwezenlijken, hetgeen dui delijk naar voren treedt in de nota welke de commissie op 27 Mei aan de republikeinse rege ring overhandigdeOrde en rust, hetgeen betekent een be trouwbare politie en een bevre- dingende rechtsuitoefening, een gemeenschappelijke munt, niet onderhevig aan waardevermin dering, vrije toegang voor een ieder tot zijn bezittingen, een uniform beleid voor ruilverkeer, zijn noodzakelijk voordat Indo nesia zijn belangrijke plaats in de wereldhuishouding weer kan innemen.' Sir John Hobhouse stelde vast, dat het eenvoudig kwaadaardig was de wereld verstoken te hou den van de talloze voortbreng selen, die Indonesië kan ver schaffen en die de wereld zo zeer behoeft, en dat het onge looflijk dom was aan de bewo ners der twee eilanden de goe deren en diensten te onthouden, welke zij in roil zouden kun nen ontvangen. De wereld had alle reden on geduldig te zijn. Hij ging voort: „Formele diplomatieke stap pen moeten tot Nederland wor den gericht, daar de voornaam ste landen de republikeinse re gering niet erkennen. Ik hoop echter, dat even krachtige stap pen zij het informeel zijn ondernomen bij de republikei nen, want voor een buitenstaan der schijnt de verantwoordelijk heid vooral bij hen te berusten. Men kan er weinig van mer ken, dat de republikeinen heb ben beproefd samen te werken voor het scheppen van de mini mum voorwaarden voor wel- vaart of waardering hebben ge toond voor de edelmoedige geste waarin de Nederlandse regering hen tegemoet is getreden. Het blijkt aan de andere kant, dat de Nederlanders zijn opgetreden met voorbeeldig gedold onder de meest beproevende omstan digheden." De voorzitter van de Britse Kamer van Koophandel voor Nederlands-Indië kenschetste de economische positie van Borneo en de Grote Oost als „veel be ter" en als „een praktische be toging voor de republikeinse re gering van de zegeningen van Nederland-Indonesische samen- werkig". Tenslotte gaf Sir John een overzicht van de handelspositie voor die zaken, waarin zijn Ka mer van Koophandel in het bij zonder geïnteresseerd is: trans port, rubber (de sluikhandel in dit product brengt de wettige eigenaars zware verliezen toe), thee en petroleum, die onder de heersende omstandigheden nog alles te wensen over laat. (Van onze parlementaire redacteur) De uitgebreide adviezen van de Commissie-Generaal met de aanvullende aanbevelingen van de regeringen van Oost-IndonesiS en West Borneo zouden gisteren (Donderdag) in een buitengewo ne ministerraad worden behan deld. Over de inhoud der adviezen wordt nog het grootste stilzwij gen bewaard.. Het bericht van Ass. Press, dat er aan herinnerd moet worden, dat vóór militaire actie arbitrage door een derde partij of een be roep op de Verenigde Naties tot de eerste mogelijkheden blijven behoren, werd ons niet bevestigd. De Regering blijft van oordeel, dat hiermee te veel tijd gemoeid is. Bovendien is arbitrage, over eenkomstig het laatste artikel van het accoord van Linggadjati, uitgesloten. Voegt men hierbij de herhaal delijk door de Regering gegeven verzekering, dat zij wil vasthou den aan geest en letter van Ling gadjati, dan ligt de conclusie voor de hand, dat zij ook wil vasthou den aan de uitwerking van de voorstellen, vervat in de bekende nota aan de republiek. Over het vragen van hulp aan een derde instantie is nog geen beslissing genomen. Deze hulp zou eventueel moeten bestaan uit het uitoefenen vr diplomatieke druk op de repv' ,ek, orn te be reiken, dat deze meer met de Ne derlandse zienswijze in overeen stemming zal komen. Een ander bericht van Ass. Press, als zouden Engeland en de Ver. Staten voortdurend pressie uitoefenen, om een militair con flict in Zuid-Oost Azië te voorko men, werd te Den Haag in zijn volstrektheid ontkend. Van direc te druk in dit opzicht is geen sprake.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 2