ik (foe&Hets
Onhoudbare toestand op Java an Sumatra.
Het Prijzenboekje 1947.
Politieke delinquenten
naar Nieuw Guinea.
Onevenwichtig man zocht leider.
Hei bouwen van
Bungalows.
D& feufyd vayt fannifyfe iCoimfoewtdet.
Huidverzorging
WiU&i.
Twee broers waren de jure lid.
Diplomatieke druk op de
republiek
de Duitse propaganda-machine
door CURT RIESS.
Het besluit gevallen.
Joseph Goebbels is dus tot het
wctreme nationalisme besloten.
Toch heeft hij de communistische
Ideeën van zijn vriend Flisges nog
hl het geheel niet overwonnen.
Nog in 1925 zijn er perioden,
van het tweede deel van „Mqin
Kampf" zien, dat pas een jaar
later zal worden uitgegeven.
Nachten lang discussiëren zij sa
men over de vragen, die in het
beroemde hoofdstuk over propa
ganda worden opgeworpen. Goeb-
waarin hij niet weet, of Hitier hels hoopt in die tijd nog steeds
dan wel Lenin zijn grote leider is.
Eens verklaart hij: „Rome heeft
afgedaan, de nieuwe hoofdletter
R betekend Rusland". Een ande
re keer schrijft hij: „Wat heeft
de arbeider eraan, dat hij gelijk
krijgt, hij moet macht hebben.
Als Rusland ontwaakt, zal de we
reld een nationaal wonder zien".
Het belangrijkste essay, dat hij
waarschijnlijk in die tijd schreef,
heet „Lenin of Hitier".
In dit essay kiest hij Hitier.
Maar nog later komen er ogen-
Mikken, waarin hij helemaal niet
meer besloten schijnt om Hitier
te volgen. Op 21 Februari 1926
schrijft hij in zijn dagboek: „Ik
kan niets meer zeggen. Een vre
selijke nacht; een van de ergste
teleurstellingen van mijn leven.
Ik heb een groot deel van mijn
geloof in Hitier verloren".
De volgende dag bevestigt hij:
„Ik geloof niet meer volkomen in
Hitier". Zeker, hij beschouwt zich
In deze dagen nog als revolution-
nair. Talrijke aantekeningen in
zijn dagboek bewijzen dat. Hij
schrijft b.v.: „Donderdagavond
sprak ik voor het gerecht in
Schwerin. Ik zei alles, wat een
revolutionnair moet zeggen".
Maar Hitler is voor'hem een bur
ger. Ook deze overtuiging legt hij
vast in zijn dagboek: „Hitier is
toch maar een brrgeri'.
Leider, beveel!
Inderdaad kwam Hitier, nadat
zijn Putsch was mislukt, tot de
overtuiging, dat hij slechts op wet
tige wijze aan de macht kon ko-|
men. Daarom was hij tegen dei
„jonge revolutionnairen" in zijn
oude partij, zoals Gregor Stras-
ser, Karl Kaufmann en natuurlijk
Goebbels. Deze organiseren begin
1926 een vergadering in Hanno
ver, die hun de gelegenheid geeft
zich over de leiding van de partij
in München te beklagen en op
Hitler's omgeving en Hitier zelf
te schelden. Goebbels treedt
daarbij bijzonder op de voor
grond. In de hitte van het ge
vecht verklaart hij zelfs woorde
lijk: „Als de stand van zaken zó
is, stel ik hierbij voor de klein
burgerlijke Adolf Hitler van de
Nationaal Duitse Arbeiderspartij
uit te sluiten".
Dit is natuurlijk niet goed mo
gelijk. Goebbels zal het ook wel
niet helemaal ernstig hebben be
doeld. Kij was nu eenmaal de ene
dag vóór en de andere dag tegen
Hitier. Reeds een paar dagen na
Hannover zwaait hij weer om
naar de „Führer" en dit keer
voor altijd.
Dit gebeurt ter
organisatieleider van de partij té
worden, maar Hitier heeft toen
zeker al besloten hem propagan
daleider te maken.
Korte tijd nadat hij is afge
reisd, nog in Mei 1926, schrijft
Goebbeis aan Hitier: „Lieve en
geachte Adolf Hitler! Ik heb zo
veel van U geleerd. Op kame
raadschappelijke manier heeft U
mij zo geheel nieuwe wegen ge
wezen, dat ik pas nu het licht
zie".
En de brief eindigt met de
unieke voorspelling: „Er kan een
dag komen, waarop alles ineen
stort, waarop het gepeupel zich
om U heen schaart, U schuim
bekkend aanklaagt en schreeuwt:
Kruisigt hem! Dan zullen wij
daar staan, ijzig en onoverwinne
lijk en ons Hosannah zingen en
uitschreeuwen!" Van dat ogen
blik af is Hitier voor Goebbels de
ware opvolger van Flisges ge
worden, ja, hij betekent meer
voor hem dan de laatste ooit had
kunnen zijn.
De carrière van Goebbels ge-
duAndc de volgende jaren is te
algemeen bekend, dan dat ik er
hier op behoef in te gaan. Nog in
het jaar 1926 wordt hij tot gouw
leider van Berlijn benoemd, korte
tijd daarna tot propagandaleider
van de partij en in Maart 1933
tot rijkspropaganda-minister.
(Nadruk verboden).
toe voorbereidingen getroffen.
Bijna steeds rijzen dan moeilijk
heden, omdat een bepaald sy
steem door het speciale karakter
der woning niet geheel voldoet
aan de plaatselijke bouwverorde
ningen. Bij het uitvaardigen van
deze verordeningen is immers hij-
na steeds gerekend met de bouw
van normale permanente wonin
gen.
In voorkomende gevallen zou
het college van algemene com
missarissen voor de Wederop
bouw op grond van daartoe ver
leende bevoegdheid de plaatselij
ke verordeningen buitenwerking
kunnen stellen.
De minister van Wederopbouw
acht dit echtér ongewenst. Indien
de raad ener gemeente de bouw
van deze Bungalows voldoende
aantrekkelijk acht, zal deze tot
het verlenen van de noodzakelijke
medewerking, in de gemeente
lijke bouwverordening bepalingen
kunnen doen opnemen, die voor
dit speciale doel afwijkingen van
de bestaande bepalingen mogelijk
maken.
De minister heeft aan de col
leges van Ged. Staten enkele sug
gesties verstrekt ten aanzien van
de aanvulling der gemeentelijke
verordeningen. De bedoelde Bun
galows zouden kunnen worden
aangeduid als „Woningen van
beperkte levensduur". Ten aan
zien van deze woningen zouden
dan bijzondere bepalingen in de
verordeningen kunnen worden
opgenomen met betrekking tot
hechtheid der constructie en ter
voorkoming van vochtigheid en
brandgevaar.
Vrijwillige verbintenissen
voor twee jaar.
Onlangs is het m.s. Tarakan
met 119 politieke delinquenten
naar Hollandi (N.G.) vertrokken.
Van gezaghebbende zijde wordt
hieromtrent nader het volgende
gemeld;
Te-Hollandia zijn door de Ame
rikanen grote legervoorraden
achter gelaten, welke door de
Nederlands-Indische regering zijn
overgenomen. Deze voorraden,
bestaande uit een groot aantal
machines, hefwerktuigen, voer
tuigen, tractoren, motoren, elec-
trische licht- en koelinstallaties,
enz, moeten worden hersteld en
onderhouden en tenslotte ver-
zendklaar worden gemaakt ten
gebruike ter plaatse, waar be
hoefte aan die voorraden bestaat.
Ter voorziening in het tekort
aan werkkrachten te Hollandia
heeft de minister van Justitie
gelegenheid I goedgevonden, dat bij voor
van een vergadering van leidende keur technisch geschoolde poli
nazi's in Bamber (1926). Na een tiëke delinquenten aan wie door
grote rede van Hitier komt de de tribunalen de maatregel van
beurt aan Goebbels. Hij laat de
voorbereide speech, waarin Hitier
fel wordt aangevallen, in zijn zak
zitten en tot verbazing van zijn
vrienden begint hij te stamelen
„Adolf Hitier heeft gelijk. Zijn
argumenten zijn zo overtuigend
dat het geen schande voor ons is
onze fouten te erkennen en ons
onder zijn vaandel te scharen.
Adolf Hitler heeft ons in zijn
rede geheel nieuwe wegen ge
openbaard en wij moeten hem
volgen. Voor ons is het geen weg
naar Damascus, het is een weg
naar de toekomst. Wij hebben in
Hannover beslissingen genomen,
die ik wat mezelf betreft
niet meer voor juist kan houden
en die ik niet meer kan onder
schrijven".
Aan het slot van de rede klinkt
voor de eerste keer de zin, die
öoebbeis later nog zo vaak bü
het Duitse volk en de hele wereld
erin hameren: „Leider, beveel en
wij volgen U!"
Unieke profetie.
Uiteraard is Hitier zeer inge
nomen met deze ommekeer van
Goebbeis. Hij neemt hem mee
naar München en vandaar naar
Berchtesgaden. Nu pas heeft hij
geheel begrepen, dat Goebbels
een grotere persoonlijkheid is dan
alle andere naaste volgelingen.
Misschien heeft hij ook reeds ont
dekt op welk gebied de speciale
begaafdheid van Goebbels ligt en
waar hij hem het beste kan zet
ten. In ieder geval laat hij hem
gedeelten van
internering is opgelegd, zich vrij
willig voor het verrichten van ar
beid te Hollandia opgaven op de
volgende voorwaarden.
Zij moeten zich verhinden voor
2 jaar, waarna terugzending naar
Nederland plaats heeft.
Gezinnen kunnen niet mede
gaan noch volgen. Zij ontvangen
echter een redelijke ondersteu
ning gedurende de afwezigheid
van het gezinshoofd.
De werkkrachten genieten
vrije kost en inwoning en een be
scheiden maandelijks zakgeld. Zij
worden hij hun vertrek voor
waardelijk in vrijheid gesteld, le
ven in Hollandia derhalve als
vrije mensen maar moeten zich
onderwerpen aan bepaalde maat
regelen van tucht en orde. Bij
goed gedrag gedurende hun
werktijd in Hollandia worden zij
na terugkeer in Nederland uiter
aard niet meer geïnterneerd.
Strqd met plaatselijke
bouwverordeningen.
Een van de bijzondere middelen
om de gevolgen van de overal ge
voelde woning nood te beperken,
is het bouwen van z.g. Bunga
lows, volgens bepaalde gepaten
teerde systemen.
In verscheidene gemeenten is
reeds met de bouw van deze wo-
het manuscript ningen begonnen of worden daar-
FEUILLETQN
door
NEL VERSCHOOR—v. d. VLIS.
8)
in. Een kind gaat ziek
verzetten.
Jannigje gaat de keukenka
mer uit en de gelagkamer in.
Ze loopt langs haar vader, die
achter de toonbank staat, langs
de tafeltjes. Er zitten twee voer
lui en een lange, magere schip
per in het café.
Als ze voorbij die schipper
loopt, pakt hij naar bij een arm,
maar ze rukt zich los en holt
de deur uit.
Ze hoort nog wat ze vragen:
„Is die slamiel óók van jou, Ko
lenbrander?"
Het antwoord hoort ze niet
meer, ze staat al op de Lekka.
Wat is slamiel? Dat geeft ook
allemaal niks.
Vandaag gaat ze naar school,
vandaag is ze groot.
De zon ligt schuin over het
water, de pont vaart af, maar
ze kijkt vandaag niet naar die
pent. Ze gaat langs het water,
de kant op naar school. Ze slin
gert de vlecht naar achter en
'snst bijna van plezier. Haar
mager hoekig kindergezicht
glanst van blijdschap.
Janus Dorrestein komt ook en
hij zal een griffel voor haar
meebrengen. Het is niet ver van
de school, een kwartiertje de
Lekka af en daarna een zijstraat
in. Bij de school lopen nog maar
enkele kinderen. Ze stapt heen
en weer over het schoolplein,
leunt even tegen de groenbekras
te, verveloze deur, staat weer
recht en loopt het hek van de
schooltuin weer uit.
Ze wou maar dat die deur
open ging en ze binnen mocht,
Ze heeft hier al zo dikwijls ge
staan als de school aan was en
ze binnen aan het zingen waren,
In welk lokaal moet ze zitten en
hij welke meester? Kijk, daar
komt een troep jongens aan, ze
spelen wel eens op de Lekka.
Wim 'Verduin en Jan Molenaar
en Klaas van Zeventer, die an
dere kent ze niet Ze komen
joelend de speelplaats op en
krijgen haar in de gaten. Wim
Verduin steekt een arm omhoog
„He, nee maar jongens, daar hè
Volgens nog onbevestigde be
richten zijn op bestelling van de
Turkse regering 11 superforten
in Turkije afgeleverd.
Polder Al-te-ldein moest
worden prijsgegeven.
Het water overwon
t 10 h.a. land minder.
Op 10 Jan. 1939 werd bij een
oever- en dijkval de zeedijk van
de Polder Al-te-klein in Noord-
Beveland zo ernstig beschadigd,
dat het herstel der schade niet
door de enige eigenaar van die
polder kon worden bekostigd.
Als 'gevolg hiervan werden de
achterliggende gronden, die een
oppervlakte van c.a. 10 h.a. be
slaan, prijsgegeven.
In de volgende jaren nam de
zeedijk gestadig verder af. Door
de storm vloed van 7 April 1943
werd het dijkslichaam zover
weggeslagen, dat een doorbraak
is ontstaan, waardoor de polder
is ingevloeid.
In de zomer van dat jaar kon
het grasland van deze polder
nog worden beweid, maar in de
volgende winter is de polder
enige malen geheel overstroomd.
Opnieuw werden toen stukken
van de zeedijk weggeslagen.
Thans wordt de polder zelfs da
gelijks overstroomd.
Het bestuur van de polder
heeft nu opheffing van At-te-
klein verzocht, waartegen de
hoofdingenieur van de Prov.
Waterstaat geen bezwaar heeft.
Aangezien de op te heffen pol
der geen bezittingen en schul
den heeft, kan het maken van
beschikkingen daaromtrent ach
terwege blijven.
Ged. Staten stellen de Prov.
Staten voor tot opheffing in
gaande I Mei 1947 te besluiten.
Opnieuw heeft het water, dat
Zeeland de eeuwen door be
dreigt, een (gelukkig ditmaal
kleine) overwinning behaald.
De waarde ervan in de practijk.
Door het Directoraat-Generaal
van de Prijzen is een Prijzen
boekje uitgegeven, waarin men
na kan gaan wat men ten hoog
ste moet betalen voor goederen
en diensten, welke men voor het
dagelijks levensonderhoud nodig
heeft.
Erg gemakkelijk is dat.
Met zo'n boekje in de hand
komt men door het ganse land.
Men koopt iets, vergelijkt de
prijs die men betaalt met het
boekje en als deze te hoog blijkt
te zijn, dan
„De Nederlander" heeft de
proef genomên.
,Het ging over een eenvoudig
japonnetje gekocht in „De Bijen
korf", dat f 66,35 kostte en waar
van de prijs volgens het rode
boekje in geen geval hoger mocht
zijn dan f 45.
De directie van „De Bijenkorf"
maakte echter duidelijk, dat de
berekende prijs volkomen verant
woord was. Hét Prijzenboekje
noemde zij „onzinnig en gevaar
lijk in de handen van het pu
bliek".
Toen naar de controledienst
van de prijzen.
Wij vroegen een textieldeskun-
dige te spreken en er kwamen er
twee. Zij bekeken de japon en
verklaarden zich niet hij machte
uit te maken tot welke kwali-
teits- en afwerkingsklasse deze
behoorde. Dat kon slechts na on
derzoek bij de fabrikant. Wel
konden zij verklaren, dat zij bij
hun controle-arbeid geen gebruik
van het boekje maakten en het
zelfs niet bij zich droegen, daar
het op het gebied van de textiel
geen waarde zou hebben. Iedere
klacht wordt als een op zichzelf
staand geval onderzocht op grond
van inkoopsprijs en productie
kosten.
Hierbij wordt, zo zeiden zij,
met name rekening gehouden
met toegestane loontoeslagen, die
de fabrikanten betalen om perso
neel te krijgen of te behouden.
Voorts kunnen de goederen ookj
van import afkomstig zijn.
kennen. Zijn het alleen de textiel-
prijzen, waar men geen houvast
aan heeft? Of zijn er nog ande
re? Zo ja, laat het Directoraat-
Generaal van de Prijzen dat dan
officieel mededelen. Het heeft tij
dens een persconferentie enkele
maanden geléden een beroep ge
daan op de pers om de actie met
het prijzenboekje te, ondersteu
nen.
Hoe moet de pers dat doen,
wanneer zij van overheidswege
zulke antwoorden krijgt in con
crete gevallen?"
Tegen zonnebrand, stuklopen,
doorzitten, schrijnen, smetten,
en ter verbetering der huid:
Purol of PUrolin. Door 't crème-
karakter is Purolin geliefd door
de vrouw voor zichzelf en de
baby. (Ingez. Med.)
K. L. M.-dienst
AmsterdamBerlijn.
De K.L.M. deelt mede, dat een
dienst op Berlijn wordt voorbe
reid. Een openingsdatum kan
echter in verband met enige nog
onzekere factoren, nog niet ge
noemd worden. Wel is het zeer
waarschijnlijk dat deze lueht-
verbinding niet op 15 Juli a.s.
doch op een latere datum ge
opend zal worden.
Proces Ir Drïessen
Prof. Goudriaan.
Ir. Driessen veroordeeld.
De civiele kamer van de recht
bank te Utrecht heeft uitspraak
gedaan in de procedure, ingesteld
door Prof. Dr Ir. J. Goudriaan,
oud-president directeur der Ne
derlandse Spoorwegen, tegen Ir.
Ch. H. J. Driessen, hoofdinge
nieur der N.S., naar aanleiding
van de brochure die deze, inmid
dels gepensionneerde hoofdinge
nieur heeft uitgegeven betreffen
de het beleid van Prof. Goudriaaif
als president-directeur der N.S.
tijdens de bezetting. Mr Wes
terouwen van Meeteren, advocaat
van Prof. Goudriaan, had een
schadeloosstelling van f.25.000
gevraagd.
De rechtbank achtte acht pas
sages in de brochure beledigend
en veroordeelde Ir. Driessen tot
een schadeloosstelling van f 2500.
De proces-kosten ten bedrage
van f 865 komen eveneens ten
laste van Ir. Driessen.
Voorts werd bepaald, dat het
vonnis gedurende een week moet
worden aangeplakt op de hoofd
deur van het hoofdgebouw der
Nederlandse Spoorwegen te
Utrecht.
VROUWELIJKE BEULEN
STAAN TERECHT.
Zware straffen geëist.
Voor het Bijzonder Gerechts
hof te Den Bosch heeft zich te
verantwoorden gehad de meest
gevreesde bewaakster van het
kamp te Vught, Jenneke van
Rijnsbergen. Zij heeft zich schul
dig gemaakt aan zeer zware mis
handeling van de Joodse vrouwe
lijke gevangenen, lijkenschennis
en wat dies meer zij. De procu
reur eiste levenslange gevange
nisstraf. Tijdens "de zitting ver
toonde verdachte geen enkel
spoor van berouw. Haar medebe
waakster Josephine van Drunen
bleek zich eveneens schuldig ge
maakt te hebben aan wandaden,
hoewel in mindere mate.
Tegen haar werd 15 jaar ge
vangenisstraf geëist.
Bijbel voor het
Amsterdamse Stadhuis.
In de middagzitting van de
algemene vergadering van het
Nederlandse Bijbelgenootschap
voerden Woensdag nog verschil
lende buitenlandse gasten het
woord. Dr Eric M. North, van
de American Bible Society,
bracht de beste wensen over van
„Nieuw Amsterdam" voor oud
Amsterdam. Toen wijlen presi
dent Roosevelt werd beëdigd,
legde hij de eed af met de hand
op een 17e eeuwse bijbel in de
Nederlandse statenvertaling.
Toen later de buitenlandse
gasten op het stadhuis werden
ontvangen, werden zij door wet
houder Mr W. F. Schokking toe
gesproken. Deze wees er in zijn
toespraak op dat na de oorlog
een zeer grote vraag naar bijbels
is ontstaan, helaas kan, tenge
volge van de wereld-papiernood,
niet direct in deze behoefte wor
den voorzien. Zelfs het Amster
damse stadhuis bezit geen bijbel.
De Noorse bisschop Berggrav,
die de toespraak beantwoordde,
deed de wethouder de toezeg
ging, dat de United Bible Socie
ties er voor zullen zorgen, dat
terstond daarin zal worden voor
zien, en dat het stadhuis een
bijbel zal worden aangeboden.
administrateur zfjn van de N.S.B.
groepleidster van de N.S.B. en
werkzaam rijn voor de weer
macht in Duitsland.
Dat ze aan een „kameraad" op
gaven zou hebben gedaan van de
namen van een aantal inwoners
van Hulst en omgeving, die ge
schikt waren om in Duitsland te
arbeiden ontkende ze zeer posi
tief.
Het pleidooi, dat mr Bolle voor
haar hield en waarin zij er op
wees, dat zij voor andere ten
laste leggingen voldoende is ge
straft, had tot gevolg, dat zij on
middellijk in vrijheid werd ge
steld.
De 26-jarige F. P. de Witte,
monteur te Hulst is lid geweest
van de N.S.B., ging in 1940 in
Duitsland werken en trad later
in dienst van O.T. in Nederland
en Frankrijk.
Besch. die reeds 24 maanden
geïnterneerd is bekende dit.
De verdediger Mr van Son,
wees er op, dat zijn cliënt een
jaar in Duitsland gewerkt heeft,
daar is hij N.S.B.-er geworden
om naar huis te kunnen terug
keren. Spr. vroeg zich daarom af
waarom zijn cliënt nog geïnter
neerd is. Besch. begrijpt verkeerd
te zijn geweest en wil gaarne veel
goed maken.
Het Tribunaal stelde ook deze
besch. in vrijheid.
Wachtmeester
met - verkeerde inslag.
De laatste zaak was, die tegen
G. M e 1 s e, wachtmeester der
Rijkspolitie te Ooltgensplaat, die
bekende op een informatiestaat
van de marechaussee eens te heb
ben verklaard te sympathiseren
met het Rechtsfront, doch nu
zeide, dit den volgende dag weer
te hebben- teruggenomen. Verder
was hem ten laste gelegd, het
wisselen van,geld voor „Kraft
durch Freude"; het aanbrengen
dat zekere Oosterhout een onder
duiker in zijn woning liet over
nachten; het overhandigen van
een anti-Duits strooibiljet 'aan
een N.S.B.-er; de hulp van de
Ortscommandant inroepen om in
zijn woning te Sluis te kunnen
blijven en ten slotte de hulp van
Jan Dekker om van Sluis naar
elders te worden verplaatst.
Nadat besch. een en ander had
toegelicht deed dit ook zijn
vrouw, waarna Mr P. C. Adri-
aanse in een uitvoerig pleidooi er
op wees, dat deze politieman
reeds een jaar geschorst is ge
weest, maar nadien is gezuiverd
tot door een minister toe. Zowel
voor hem en voor zijn vrouw zou
den grote moeilijkheden worden
geschapen als nu toch maatre
gelen worden opgelegd en salaris
en pensioen vervallen.
Uitspraak in alle zaken 2 Juli.
Uiaspraken van 18 Juni 1947.
E. E. W. van Wagenin-
g e n, echtten, van C. E. P.
Lenshoek te Goes; bevestiging
Tribunaal te Goes.
Voor het Tribunaal te Goes
stonden Woensdagmorgen terecht
F. A. Peeman Kakebeeke
bedrijfsleider en J. A. Peeman
Kakebeeke, landbouwer
fruitkweker, beiden uit Goes.
Aan eerstgenoemde werd ten
laste gelegd, dat hij symph. lid
der N.SUB. is geweest, omging
Bij met wieermachtslieden, boeren-
een vorige klacht bij een overeen- leider was en Ausweizen ver-
komstige japon, waarvoor f 160 strekte.
was berekend, bleek deze uit
Tsjecho-Slowakije ingevoerd te
zijn voor een abnormaal hoge
prijs
Het resultaat van deze bemoei
ingen was tot dusver alleen, dat
een formulier moest worden in
gevuld. De heren hadden vastge
steld, dat de japon van Neder
lands maaksel was en zullen nu
bij de fabrikant een onderzoek in-
Voor de tweede luidde de dag
vaarding symph. lid, omgang met
Duitsers en N.S.B.-ers. Beide
hebben reeds 19 maanden inter
nering achter de rug en zijn nu
enige tijd op vrije voeten.
Bij de ondervraging van eerst
genoemde gingen .voorzitter en
leden dieper op enkele onderde
len in. O.a. kwam naar voren dat
de tweede besch. een radiotoestel
stellen. Ze waren er zeker van, ter beschikking van de fflegali-
dat de fout in elk geval niet bij
,De Bijenkorf" kon schuilen.
teit zou hebben gesteld.
Uit een dispuut met de heer
Daar controleerden zij zo vaak, de R°° bleek, dat beseh's verloof-
dat dit practiseh onmogelijk de de radio bewaarde en er be-
moest worden geacht. „Over het
resultaat hopen wij U op de hoog
te te houden".
Ondertussen blijft nu echter de
vraag welke waarde het publiek
aan het Prijzenboekje moet toe-
je die meid van dronken Kolen
brander!"
Ze hangt opeens schuw weg
gezakt tegen het schoolhek, haar
grijze ogen trillen van schrik,
haar magere armen hangen
slap neer langs het lijf.
Er komt een kringetje jongens
om haar heen staan. Jan Mole
naar roept er anderen bij uit de
straat: „Hei, zeg, kom es hier,
die meid d'r vader is dronken en
a'r moeder is gek."
Een secondelang staat ze aan
de grond genageld, dan met een
sprong is ze by de jongen en
beukt in een razende drift op
zijn rug, trapt verwoed tegen
zijn benen.
Een geschreeuw breekt los, de
schooldeur wordt met een ruk
opengetrokken, meester Van
Dam springt het stenen
trapje af.
Hij grijpt het eerste, wat hij
grijpen kan, een stroogele
vlecht.
„Wat betekent dat?"
Een mager woedend gezicht
kijkt naar hem op, twee grote
grijze ogen zien recht in de
zijne: „Hijhij daar.... zegt
wat van me moeder."
„Ga es méé, jij"!
Hij trekt haar aan een arm de
speelplaats over, het stenen
trapje op, de schooldeur in.
Ze vergeet op hetzelfde ogen
blik wat haar is aangedaan, een
glans ligt in haar ogen. Lekker,
langstellenden naar liet luisteren.
"Volgens een ooggetuige zou de
ze broer een koffer met een
N.S.B.-uniform en een geweer
met patronen verstopt hebben
toen het tegen de bevrijding liep.
nou is zij het eerst van allemaal
binnen, nou kunnen ze allemaal
buiten wachten, nèt goed. "Waar
om houdt die man haar zo vast
bij haar arm, ze zal heus niet
weglopen. Wat een lange gang
is dat, hoeveel deuren zijn hier
wel en waar gaan ze toch heen?
Meester Van Dam laat haar
los, hij doet een deur open en
duwt haar naar binnen: „Ga
daar maar es op die eerste bank
zitten."
Ze zit al, kaarsrecht en op
het puntje en kijkt om zich
heen. Is dit nauw haar lokaal
en is dit nauw haar meester?
O, gelukkig, hij gaat weg, wat
staat daar op dat bord? Twee
en twee! Net of zij niet weet
dat twee en twee vier is, leren
zo dat hier op school?
Au, haar been doet zeer, die
jongen heeft gemeen getrapt.
„Wat zei die jongen tegen je?"
Ze schrikt en kijkt op, recht
in het gezicht van meester Van
Dam. Ze dacht dat die al lang
het lokaal was uitgegaan, hij
heeft zeker achteraan staan
wachten.
„Nu, wat zei die jongen?"
Ze trekt haar schouders op en
kijkt recht voor zich uit. Ja, dat
zal ze hier gaan zeggen, tegen
die vreemde meester, kun je nèt
•denken.
Het gezicht van meester Van
Dam verandert, hij buigt zich
dieper over haar heen. Dat is
Besch. loochende dit echter en
was van mening dat een per
soonsverwisseling zou hebben
plaats gevonden.
De facto waren ze geen sympa
thiserend lid der N.S.B. geweest,
de jure echter wel want het bè-
wijs was aanwezig in een door
hem getekend formulier.
De verdediger mr F. W. Adri-
aanse, wees er op, dat niet uit
te maken is of heide broers
symph. lid zijn geweest of wel
een van hen en dan wie en of
wellicht de vader hun beide lid
maakte om ze buiten Duitsland
te houden. In ieder geval staat
vast, dat er bij hen van activiteit
in N.S.B. richting geen sprake
is geweest. Zeker hadden zij
scherper afwijzend moeten staan.
Vooral de eerste besch. heeft nog
in zijn voordeel, dat hij als boe
renleider zeer soepel is geweest.
Pleiter meendè, dat de voorin
ternering toch zeker voldoende
straf voor beiden is geweest.
E. Vreecken, wonende te
St. Jansteen, wier echtgenoot ook
geruime tijd geïnterneerd is even
als zij, die reeds 28 maanden „zit'
erkende de tenlastelegging voor
wat betreft het lid en groeps-
een beetje griezelig en raar, hij
heeft .een zwart snorretje en zijn
ogen lijken op de ogen van
Janus z'n opa. Ze schuift naar
het uiterste puntje van de bank,
maar het gezicht boven haar
wordt kwaad: „Alla, meisje,
geef jjj es netjes antwoord."
Ze duikt in elkaar en zwijgt.
Begrijpt die meester niet, dat
ze dat niet hardop zeggen kan,
dat van moeder? Dat ze dan
huilen gaat? En ze wil niet
huilen.
Een hand schudt haar heen
en weer, een grote witte hand
met een gouden ring.
Een harde stem is vlak bij
haar oor: „Antwoord geven, an-
dprs.
-Ze doet de ogen dicht en
wacht, de lippen vast op eikaar.
Nou gaat hij haar slaan; net als
vader, maar ze is niet bang. Je
moet heel stil en stijf blijven
zitten, dan houden ze het gauw-
ste op.
Maar die meester laat haar
plotseling los en gaat het lokaal
uit. Ze blijft kijken naar de
dichte deur en knikt tegen zich
zelf in het lege lokaal. Nou gaat
hij er eentje bijhalen, dan be
ginnen ze straks samen. Maar
er komt niemand.
(Wordt vervolgd.)
Predikant-huisknecht.
Dat was toch wel een zeer be
langrijk bericht.
Een predikant die thuis al het
werk doet koken incluis
dat er in een pastorie met 10
kamers te doen valt.
Als dat zich in ons land zou
voordoen, zou zulk een predi
kant en met recht, van plichts
verzaking worden beschuldigd.
Een predikant is geen huis
knecht, maar een dienstknecht
van Jezus Christus, geroepen het
Woord van God te -bedienen.
Daartoe moet hjj preken en ca
techiseren en alles wat er meer
in een gemeente te doen valt.
Maar dat kal hij alleen kunnen
doen, als hij gelegenheid heeft
om te studeren. Preken en wat
dies meer zij, zonder te studeren,
is nu eenmaal niet mogelijk.
In Schotland zijn de verhou
dingen misschien anders dan in
ons land en valt de combinatie
predikant-huisknecht misschien
zeer in de smaak.
Maar wat dit betreft behoeft
de Schotse predikant, die thans
op Soesfdijk logeert, niet aan
zijn Nederlandse collega's ten
voorbeeld te worden gesteld.
Wij hebben ai genoeg kist van
Engelse ziekte.
van de vorige uitspraak.
Pieter van Hermon,
timmerman te Hoek, 3 jaar in
tern. tot 18 Juni 1950, ver-
beurdverkl. vermogen tot f 3000
alsmede radiotoestel en ontz.
rechten.
Jan Michielsen, trans
porteur te Terneuzen, 4 jaar
intern, tot J.8 Juni 1951, tot
een bedrag van f1000 en ontz.
rechten.
Petrus D. J. H e ij e, klein-
landbouwer te Clinge, geen
verdere intern., verbeurdverkl.
van radiotoestel en ontzegging
rechten.
Albertus F. F. van
Meir, bootsman te Terneuzen,
geen verdere intern., ontz.
rechten.
TRIBUNAAL ZIERIKZEE.
Uitspraken van Dinsdag 17 Juni.
G. de Witte te 's-Graven-
polder, internering gelijk aan be
waring van 25 April 1945 tot 17
Juni 1947.
K. J. van Ast te Noord-
gouwe, internering gelijk aan
bewaring van 8 Mei 1945 tot 1
September 1945 en van 14 Dec.
1945 tot 17 Juni 1947, alsmede
ontzetting rechten.
W. J. Boogaart te
Poortvliet, internering gelijk aan
bewaring van 11 Aug. 1945 tot
2 Jan. 1946; verbeurdverklaring
van het vermogen beperkt tot
een bedrag van f 5000 en ontzet
ting rechten.
Edelmoedige geste van de Nederlandse regering.
Bij de republiek weinig lust tot samenwerking.
De Britse Kamer van Koop
handel voor Nederlands-Indië
hield Donderdag haar jaarver
gadering onder voorzitterschap
van Sir John Hobholise.
Het volgende is ontleend aan
het overzicht van de toestand in
Indonesië, dat Sir John op die
vergadering gaf:
„Het is droevig te moeten
vaststellen, dat de 'toestand op
Java en Sumatra weinig beter
is dan een jaar geleden. Bijna
onafgebroken is er onderhan
deld tussen de Nederlands-In
dische en republikeinse regering,
maar men is niet ver gevor
derd."
„Het is te hopen, dat 25 Maart
dag van de ondertekening
van het veelomvattend maar
nogal vaag vergelijk van Ling
gadjati een mijlpaal zal zijn
ir; de geschiedenis van Indonesië
en zal leiden tot vruchtbare sa
menwerking tussen de rassen,
welke de wereld tot voorbeeld
zal strekken."
„Veel zal moeten worden ge
daan om Linggadjati praktisch
to verwezenlijken, hetgeen dui
delijk naar voren treedt in de
nota welke de commissie op 27
Mei aan de republikeinse rege
ring overhandigdeOrde en
rust, hetgeen betekent een be
trouwbare politie en een bevre-
dingende rechtsuitoefening, een
gemeenschappelijke munt, niet
onderhevig aan waardevermin
dering, vrije toegang voor een
ieder tot zijn bezittingen, een
uniform beleid voor ruilverkeer,
zijn noodzakelijk voordat Indo
nesia zijn belangrijke plaats in
de wereldhuishouding weer kan
innemen.'
Sir John Hobhouse stelde vast,
dat het eenvoudig kwaadaardig
was de wereld verstoken te hou
den van de talloze voortbreng
selen, die Indonesië kan ver
schaffen en die de wereld zo
zeer behoeft, en dat het onge
looflijk dom was aan de bewo
ners der twee eilanden de goe
deren en diensten te onthouden,
welke zij in roil zouden kun
nen ontvangen.
De wereld had alle reden on
geduldig te zijn.
Hij ging voort:
„Formele diplomatieke stap
pen moeten tot Nederland wor
den gericht, daar de voornaam
ste landen de republikeinse re
gering niet erkennen. Ik hoop
echter, dat even krachtige stap
pen zij het informeel zijn
ondernomen bij de republikei
nen, want voor een buitenstaan
der schijnt de verantwoordelijk
heid vooral bij hen te berusten.
Men kan er weinig van mer
ken, dat de republikeinen heb
ben beproefd samen te werken
voor het scheppen van de mini
mum voorwaarden voor wel-
vaart of waardering hebben ge
toond voor de edelmoedige geste
waarin de Nederlandse regering
hen tegemoet is getreden. Het
blijkt aan de andere kant, dat
de Nederlanders zijn opgetreden
met voorbeeldig gedold onder
de meest beproevende omstan
digheden."
De voorzitter van de Britse
Kamer van Koophandel voor
Nederlands-Indië kenschetste de
economische positie van Borneo
en de Grote Oost als „veel be
ter" en als „een praktische be
toging voor de republikeinse re
gering van de zegeningen van
Nederland-Indonesische samen-
werkig".
Tenslotte gaf Sir John een
overzicht van de handelspositie
voor die zaken, waarin zijn Ka
mer van Koophandel in het bij
zonder geïnteresseerd is: trans
port, rubber (de sluikhandel in
dit product brengt de wettige
eigenaars zware verliezen toe),
thee en petroleum, die onder de
heersende omstandigheden nog
alles te wensen over laat.
(Van onze parlementaire
redacteur)
De uitgebreide adviezen van
de Commissie-Generaal met de
aanvullende aanbevelingen van
de regeringen van Oost-IndonesiS
en West Borneo zouden gisteren
(Donderdag) in een buitengewo
ne ministerraad worden behan
deld. Over de inhoud der adviezen
wordt nog het grootste stilzwij
gen bewaard..
Het bericht van Ass. Press, dat
er aan herinnerd moet worden,
dat vóór militaire actie arbitrage
door een derde partij of een be
roep op de Verenigde Naties tot
de eerste mogelijkheden blijven
behoren, werd ons niet bevestigd.
De Regering blijft van oordeel,
dat hiermee te veel tijd gemoeid
is. Bovendien is arbitrage, over
eenkomstig het laatste artikel
van het accoord van Linggadjati,
uitgesloten.
Voegt men hierbij de herhaal
delijk door de Regering gegeven
verzekering, dat zij wil vasthou
den aan geest en letter van Ling
gadjati, dan ligt de conclusie voor
de hand, dat zij ook wil vasthou
den aan de uitwerking van de
voorstellen, vervat in de bekende
nota aan de republiek.
Over het vragen van hulp aan
een derde instantie is nog geen
beslissing genomen. Deze hulp
zou eventueel moeten bestaan uit
het uitoefenen vr diplomatieke
druk op de repv' ,ek, orn te be
reiken, dat deze meer met de Ne
derlandse zienswijze in overeen
stemming zal komen.
Een ander bericht van Ass.
Press, als zouden Engeland en de
Ver. Staten voortdurend pressie
uitoefenen, om een militair con
flict in Zuid-Oost Azië te voorko
men, werd te Den Haag in zijn
volstrektheid ontkend. Van direc
te druk in dit opzicht is geen
sprake.