et Parlement
Dr J. F. 0. Huese naar Afrika.
ZEEUWSCH DAGBLAD
De Troubadour van t Muiderslot
TWEEDE BLAD
in de afgelopen week.
Een fijnzinnig en hoogstaand mens.
Dan bréékt de mond open*
ffcf &PSEOSB® wcasi
De ervaringen van Prof. Verzij]
en Prof. Posthuma.
Belangrijk wetsontwerp
van Truman
te verwachten.
ZATERDAG 24 MEI 1947 No. 650
Hoofdkantoor:
GOES, Lange Vorststraat.
Bijkantoren:
MIDDELBURG, Rouaansche Kaai.
VLISSINGEN, Walstraat.
TERNEUZEN, Vlooswijekstraat
r
'Van onze parlementaire redacteur.)
Ook de
Woensdag
Eerste Kamer heeft
zonder hoofdelijke
stemming haar goedkeuring ge
hecht aan de Noodwet Ouder
domsvoorziening van minister
Drees. Veel nieuws kon in dit
Hoge College over dit wetsont
werp niet meer worden gezegd.
Daarvoor was in de Tweede Ka
mer de zaak genoeg van alie
kanten bekeken. De belangrijkste
mededeling was die van minister
Drees. dat er ook een noodrege-
hng op komst is voor invaliden,
weduwen en wezen. Enige vragen
over dit onderwerp zijn voorge
legd aan de Stichting van de
Arbeid. De minister was van oor
deel, dat hierbij zoveel andere
dingen aan de orde komen dan bij
een regeling voor ouden van da
gen, dat het absoluut niet ge
wenst was geweest, één regeling
voor al deze categorieën te ont
werpen. De vraagpunten, die ook
in de Eerste Kamer in het geding
werden gebracht, liepen parallel
met die. welke in de Tweede Ka
mer ter sprake waren gekomen.
Daar was in de eerste plaats de
vraag, of de noodregeling niet
zou vooruitgrijpen op de defini
tieve regeling van straks Minis
ter Drees onderstreepte nog
maals nadrukkelijkdat bij de
definitieve regeling uitgegaan zal
worden van de verzekerings
gedachte. Daarover bestaat een
stemmigheid.
Wat de noodregeling zelve be
treft, betoogde de bewindsman
tegenover de heren Stikker
(Vrijh.), van Lieshout (K.V.P.)
en Schipper (A.R.), dat het on
mogelijk was, de verzekerings
gedachte te verwezelijker. Ook
bij een min of meer aansluiten
bij de bestaande ouderdomsvoor
ziening krachtens de Ouderdoms
wet, zou dit in geen enkel opzicht
het geval zijn geweest, daar dan,
zoals bijvoorbeeld in het voorstel
van de Stichting van de Arbeid,
het verband tussen de betaalde
premie (de geplakte zegels) en
de. hetgeen hij in de Tweede Ka
mer heeft gezegd, dat het een
klassenindeling is. die uit de
maatschappij zelve is voortgeko
men: verscheidene collectieve ar
beidsovereenkomsten kennen de
ze. Overigens kunnen wij ons het
standpunt van de heer van Lies
hout volkomen indenken en bil
lijken.
Voorts de mededeling van de
minister, dat het in de bedoeling
ligt. in de toekomstige definitieve
regeling een onvoorwaardelijk
recht tc verlenen op een ouder-
domsuitkering. verband houden
de met de betaalde premie. Dit
houdt in, dat er in de toekomst
geen sprake kan zijn van aftrek
van andere inkomsten. Hoe dit
echter in de overgangstijd, wan
neer er nog geen wiskundig ver
band bestaat tussen de betaalde
premie en de te genieten uit
kering, zal zijn, is een vraag, die
in overleg met de Stichting van
de Arbeid grondig zal moeten
worden doorgesproken.
Mej. Tjeenk Willink (ARB.),
die bij iedere redevoering, die zij
houdt herinnert aan de beperkte
taak van de Eerste Kamer,
zwaaide de minister wel wat al te
veel lof toe, omdat hij in twee
jaar zou hebben bereikt, wat
rechtse ministers in 62 jaar niet
hebben kunnen bereiken. Wij
menen, dat deze bewindsman de
tijdsomstandigheden wel mee
heeft en bovendien voortbouwt
op hetgeen rechtse ministeries
in het verleden op het gebied der
sociale zorg in het algemeen heb
ben bereikt!
In dezelfde zitting nam de Ka
mer zonder debat aan het wets
ontwerp tot opening van de mo
gelijkheid van voorlopige maat
regelen tegen overtreding van
prijsvoorschriften.
-> Ook in Limburg wordt veel
vuldig melding gemaakt van
het vinden van coloradokevers,
de uit te keren bedragen vol- Net schadelijk ongedierte wordt
komen verbroken zou zijn ge- vooral op de akkers langs de
weest. Bij het voorstel van de Maas aangetroffen,
minister blijft ten aanzien van Kurt Mathesius, een der voor
de ouderdomsrente, die voor de naamste beklaagden in het pro
helft in mindering wordt ge
bracht, dit verband juist wel
bestaan.
Verder werden er allerlei losse
opmerkingen gemaakt, waarvan
wij hier o.a. willen aanstippen
bet bezwaar van de heer van
Lieshout (KV.P.l tegen de klas
senindeling. De minister herhaal-
ces tegen de bewakers van het
concentratiekamp Nordhausen,
heeft zich in een ziekenhuis te
Dachau opgehangen.
- In de kolonie Sunen nabij
Haifa heeft de politie een wa
penopslagplaats ontdekt. Twaalf
Joden zijn in verband hiermede
gearresteerd
„Te Muiden was de ware
Heiicoon"
„Een Hooft, Apol, op 't
hoge slot gezeten"
„Dien gulden tijdt moet
Holland nooit vergeten".
De afgelopen week is de week
van Picter Corneliszoón Hooft
geweest.
Woensdag j.l. was het 300 jaar
geleden, dat deze „laatste trou
badour der Hollandse landou
wen" voor altijd de ogen sloot.
Vele lezingen en artikelen heb
ben de laatste dagen om strijd
Hooft's verdiensten geprezen en
zijn leven beschreven. Doch in
verhouding zullen slechts enke
len zich een ogenblik in dit le
ven en het werk, dat het wrocht
verdiept hebben. Dat is onge
twijfeld zeer te betreuren, want
een volk. dat zijn grote zonen
vergeet heeft geen recht op een
grote toekomst. Hooft's beteke
nis is groot en zijn Invloed op
het culturele, zowel als staat
kundige leven in Nederland is
niet te onderschatten. Hij is één
van diegenen geweest, die bewe
zen hebben, dat „Holland groot
kan zijn in alles, waarin een
klein land groot kan zijn". De
door hem gevormde „Muider-
kring' is lange tijd het centrum
aandacht. Liefdeszangen, zo wel
luidend en sierlijk als hij ze
dichtte, zijn vóór hem in onze
literatuur niet aan te wijzen
Dit soort poëzie heeft hij tot
grote verfijning gebracht en met
een inderdaad „Hoofse bewon
dering" heeft hij de liefde be
schreven. Ook op het gebied der
dramatiek trad Hooft op de
voorgrond. Hoewel hij slechts
vier drama's heeft geschreven,
vallen ze toch direct Vanwege
hun verfijndheid en verschei
denheid van behandeling der
stoffen op. Het zijn „Granida"
(een herdersdrama, door Hooft
geimporteerd uit Italië), „Gee-
raert van Velsen" (een politieke
belichting op de tijd van Floris
V), „Baeto oft oorsprong der
Hollanderen" en „Warenar".
Hooft komt de eer toe de eni
ge zuivere pastorale in onze lite
iatuur geschreven te hebben In
de laatste jaren van zijn leven
wijdde hij zich aan historiebe
schrijvingen. Zijn „Nederland-
sche Historiën" zal nimmer zijn
waarde verliezen. Het is ondoen
lijk in dit korte bestek het werk
van Hooft te bespreken en moe
ten we volstaan met deze enkele
opmerkingen. Laten ze echter
een aansporing zijn om zich te
van het Nederlandse culturele gaan verdiepen in het werk van
leven geweest
De Dichter.
Wanneer we Hooft ais dichter
bezien, dan valt ons direct de
zwier en de welluidendheid van zijn tijd. En wélk een kind. Hij is
deze grote Nederlandse dichter.
De Mens.
Niet alleen als dichter, maar ook
ais mens was Hooft een kind van
zijn werk op.
I een van de uitnemendste ver-
Vooral zijn lyriek trekt onze tegenwoordigers van de Renais-
Pinksterschets door G. Mulder.
Hij is daar niet tevreden mee
die meneer Jeroen Akse, dat de
Christelijke feestdagen hem zo
weinig doen. Natuurlijk gaat hij
naar de kerk; niet graag zou hij
een dienst overslaan. Eigenlijk
moest hij meer een tevreden
mens zijn. één, zoals de spotters
van alle orthodoxen het zeggen,
die de Hemel regelrecht binnen
loopt, omdat de eenvoudig op
zijn programma staat. Nietwaar,
zo is toch de weg hun uitge
stippeld: doop, vroeg naar de
kerk. naar de catechisatie, in
tijds belijdenis doen, een meisje
uit eigen verschimmelde kring
zoeken, een vaste bijdrage aan
de kerk en een voorstander van
orde en recht en regel zijn
en asjeblieft geen enkel been
tje buiten het gareel en vooral
geen twijfel, maar zekerheid en
weten en blijdschap.
Zó denken de mensen, de spot
ters met alle orthodoxen. Jeroen
Akse denkt mild over zijn naas
ten. zijn broeders... en hü weet
dat bij hem de zaken zo niet
staan. Maar al te goed kent hij
eigen ontevredenheid over zich
zelf. Hoever blijven zijn broe
ders en hij niet beneden de maat
van die spot. Zelf is hij niet al
tijd zeker en zeker niet altijd
zich zelf. Honderd en één dingen
veroordelen hem: Zijn geloof...
ach, met een heel klein beetje
zegt de Here Jezus kun je
al een berg commanderen om
naar zee te verhuizen... en wat
kan hij nu? Niets, geen klap!
Hij om nu maar wat te noe
men hij durft op een Evan
gelisatie-bijeenkomst zelfs met
geen enkel woord getuigen van
de zekerheid voor dit én een
toekomstig leven, dat hij in zijn
zakboekje heeft staan volgens de
mensen die spottenJa/ spot
ten is dat!
En Zondag is 't Pinkster, liet
feest van de tongen, het feest
van het spreken. Ja, ja, het
woord van die fijnendat is
goed. Praten kunnen ze!. Maar
kom niet om hun daden.
Och heden, en Jeroen Akse
kan niet eens pratenniet
eens praten op Pinkster. Dat
is toch niet goed, neen! Kerst
feest heeft hem weinig gedaan,
met Pasen heeft hij woorden ge
zongen, die op z'n minst niet
van hemzelf waren, om van
„gestolen" maar niet te spreken.
En straks is het Pinkster en hij
is een Christen. Dan zal er wat
moeten gebeuren, zal niet de cy
clus van feestdagen zich sluiten
en hij er in de grond van de
zaak buiten staan.
sance. Een fijngevoelig, hoog
staand en evenwichtig mens. Hij
had een onverkwikkelijke dorst
naar schoonheid. In hem is de
Italiaanse Renaissance vlees en
bloed geworden. Dit alles heeft
op zijn geestelijk leven een
enorme invloed gehad. Vrijzin
nig opgevoed, heeft hij zich ook
in zijn later leven weinig om de
godsdienst bekommerd. Zelfs zijn
verblijf in Italië vermocht hem
niet voor het christelijk geloof
te interesseren. Hoewel zijn tijd
vol was van godsdienstige woe
lingen, is hij voor het geestelijke
ongevoelig gebleven. Hij was
echter niet afkerig van Bijbelse
waarheden. Dit blijkt vooral uit
de psalmberijmingen, die van
zijn hand verschenen. Maar van
enig zondebesef is bij hem geen
sprake en als gevolg daarvan
ontdekken we bij hem ook ner
gens behoefte aan verlossing. Hij
was libertein in bloed en nie
ren. Daarom is veel van zijn
werk voor ons, chistenen, onaan
vaardbaar. Dit neemt echter niet
weg, dat hij als dichter ook ons
een ontzaglijk fortuin heeft na
gelaten, waarvoor we hem niet
dankbaar genoeg kunnen zijn.
W. R.
Sprong uit vliegtuig
zonder parachute.
Zestig vrijwilligers
meldden zich aan.
Vanuit een vliegtuig, dat tot
grote hoogte zal zijn gestegen
zal volgende maand in Enge
land een man naar beneden
springen zonder parachute, in
de hoop niet op de aarde te plet
ter te vallen. Dit is de eerste
maal dat iemand met zijn volle
bewustzijn een vliegtuig zonder
parachute verlaat om de sprong
in de afgrond te wagen.
Het betreft hier een proefne
ming, waarvoor zich niet min
der dan 60 vrijwilligers hebben
aangeboden.
Het doel van het experiment
is dat een nieuw apparaat, be
staande uit een „telescopische
schroef", die aan de rug van de
man is bevestigd, zal worden
beproefd. Deze nieuwe vinding
moet de man in de gelegenheid
stellen in trager tempo de aarde
te bereiken dan met een para
chute, en hij zal dan. als het
apparaat werkelijk blijkt goed
te 2ijn, zijn eigen landingspunt
uit kunnen kiezen, waarheen hij
zich met zekerheid zal kunnen
richten.
Voor de „sprong" zullen van
verschillende hoogten poppen
worden neergelaten. De uitvin
der, de Italiaan Vittorio Iseeco,
die sedert 1917 naam heeft ver
worven met zijn onderzoekingen
Inzake het modelvliegtuig, zal
aan boord van het vliegtuig de
proefnemingen volgen. Mede
werkers van de Britse firma, die
het nieuwe apparaat heeft ge
bouwd, zullen eveneens in het
zelfde vliegtuig plaats nemen.
Zekerheid?
De directeur van deze firma
heeft verklaard: „Al de proefne
mingen op de grond en van klei
ne hoogten hebben bewezen dat
het apparaat goed werkt. Deze
uitvinding biedt grote mogelijk
heden, want zij zal het leven
redden van degenen, die zich
aan boord van een in nood ver
kerend vliegtuig bevinden. Er
zou namelijk een telescopische
reddingskajuit gebouwd kunnen
worden, die van een vliegtuig
tijdens de vlucht zou kunnen
worden losgemaakt".
Sir' Franklin Gimson, gou
verneur van Singapore, heeft
verklaard, dat de meesten van
de 10.000 Japanse krijgsgevan
genen, die te Singapore herstel
werkzaamheden verrichten, niet
geloven, dat Japan verslagen is.
De Duitse nieuwsdienst van
de Britse zone meldt, dat bijna
4000 Duitse zeelieden zich opga
ven als vrijwilligers voor het
bemannen van 75 Liberty-sche-
pen, die voedsel uit de V. S.
naar Duitsland zullen vervoe
ren.
Een redacteur van Trouw had
een onderhoud met Prof. Verzijl
en Prof. Posthuma over hun
plotseling vertrek uit Indië. De
woordbreuk van de regering en
het niet nakomen van hun per
soonlijk gedane toezeggingen was
de directe oorzaak van hun ont
slagname.
Een gedeelte van het gesprek
met Prof. Verzijl laten wij
hier volgen.
„Ik heb van mijn standpunt
nooit een geheim gemaaktzegt
Prof. Verzijl, op mijn vraag of hij
ons iets naders wil vertellen. Ik
ben alleen tot geheimhouding
verplicht voor wat binnen de
Commissie-Generaal is behan
deld; voor het overige is open
baarmaking van wat overzee ge
schiedt, in het algemeen belang,
en voor die rest ben ik vrij man.
Maar ik vond het, evenals Prof.
Posthuma, beter om uit mijzelf
niets te publiceren, zolang er nog
een redelijke kans bestaat, dat in
Indië beslissend kan worden in
gegrepen. Alleen heb ik één keer
mij tegen een publieke beschuldi
ging verdedigd".
Dan zijn we er meteen midden
in. Men herinnert zich de aantij
ging van Prof. Logemann en de
weerlegging er van door Prof.
Verzijl.
Hoe was dan wel Uw ver
houding tot de regering?
Ik heb minister Bee! zeer
duidelijk gezegd, dat ik liever
niet ging dan wel, maar dat ik,
ook als een soort tegenwicht, en
om er nog zoveel mogelijk van te
maken, bereid was, om op loyale
wijze mede te werken aan de uit
voering van Linggadjati, maar
dan zoals dit» door regering en
Kamer was aanvaard. Dat was
voor mij de niterste grens. En ik
heb ook gezegd, dat ik mij moest
voorin-houden om bij een verder
afglijden mij onmiddellijk terug
te trekken. Minister Beel aan
vaardde dit ten volle en de rege
ring kon dus door mijn houding
niet verrast zijn.
Trouwens, vóór mijn benoeming
heb ik ook een gesprek gehad
met de heer Van der Goes van
Naters, die ik persoonlijk goed
kende.
Een examen van de P. v. d.
A. dus
Als U het zo noemen wilt....
In elk geval heb ik toen duide
lijk en herhaaldelijk verklaard,
dat ik mij loyaal stellen wilde op
de basis van zijn eigen motie.
Wat kon hij heter wensen? Een
suggestie, die ik in zijn woorden
meende te voelen, dat deze motie
z.g. „bijdrage tot de interpreta-in Engeland en Amerika nog niet
tie", waarover ook minister
Jonkman mij meermalen met ze
kere nadruk sprak, stond het wat
vreemd. Ik kreeg in achtereen
volgende gesprekken steeds ster
ker de indruk, dat dit slechts
camouflage was voor een groei
ende bereidheid tot verdere capi
tulatie en ik heb met osmisken-
bare duidelijkheid gezegd, dat
voor mij beslissend bleven de re
geringsverklaring en de motie-
Romme-Van der Goes van
Naters
De wat dit betreft ondubbel
zinnige verklaringen in beide Ka
mers door de regering afgelegd,
werden echter terzijde gesteld.
Van een bereidheid, om de over
eenkomst, zelfs maar 't naakte
Linggadjati, loyaal uit te voeren,
viel aan republikeinse zijde niets
te bespeuren. De evacuatie, uit
drukkelijk gewenst in de Tweede
Kamer, werd nog steeds getrai
neerd, En tenslotte betekende de
ze capitulatie een bijna onherstel
baar verlies van prestige. Ook de
Indonesiërs hadden niet durven
denken, dat de ontknoping zo zou
zijn.
Het drama ontwikkeld zich
verder.
Hoe was Uw positie na dit
alles
Volkomen onzeker. Wij wa
ren formeel nog adviseurs van de
Commissie-Generaal. Prof. Seher-
merhorn had in afwachting
half de wezelijke consequenties.
Ziet u, Linggadjati is een over
eenkomst in Engelse stijl. De in
houd is niet van het grootste be
lang, maar het feit, dat men het
eens geworden is, enerzijds over
het verlenen van politieke onaf
hankelijkheid aan Indonesië, an
derzijds over de erkenning van
Nederlands economische rechten
en ten slotte over de gemeen
schappelijke lotsverbondenheid
ten aanzien van zekere essentiële
puntende gemeenschappelijke
onderschikking aan de kroon, de
verbondenheid tegenover het bui
tenland, ten aanzien van de de-
fensiën een aantal nog nader uit
te werken financiële en economi
sche vraagstukken.
Het is een beginselovereen
komst. Maar als die eenmaal tot
stand gekomen is, houdt men
verder het heen stijl en staat
men op een aannemelijke uitwer
king en op een volledige uitvoe
ring daarvan. In die trant zouden
we nu dus taai vast moeten hou
den aan onze eeonomische rech
ten, die men heeft erkend.
En wat Amerika betreft, daar
is men zelfs verbaasd geweest,
dat er aan de basis-overeenkomst
geen geheime clausules verbon
den zijn. Een Amerikaan kan zich
eenvoudig niet voorstellen, dat
wij tot zo belangrijke politieke
concessies bereid geweest zouden
zijn, wanneer wij niet eerst de
van een nadere beslissing van levensbelangen van ons eigen
Den Haag er in ^toegestemd volk hadden veilig gesteld.
1 -Ook internationaal ligt er
dus in de huidige gang van zaken
veel prestige-verlies En dat al
les door de luchtkastelen, waar
in sommigen zo graag vertoeven
Ja, nog een voorbeeld daar
van. Prof. Schermerhorn gaat
o.m. accoord met nationalisatie
voorlopig de beslaande toestand
te bandhaven. Deze beslissing
van de regering bleef uit. Scher
merhorn telefoneerde met Jonk
man, maar verzuimde, ondanks
zijn toezegging, over onze positie
te spreken. Althans wij hoorden
niets er over.
Toen kwam volkomen eigen-
van de openbare nutsbedrijven,
machtig de weigering van de op gelijke voet als in ons land
heren Schermerhorn en Van
Poll ons verder inzage te verle
nen van de stukken en ons toe te
laten tot de vergaderingen.
Intussen gaan de dingen door.
De eeonomische besprekingen...
mislukt. De kloof tussen beide
partijen wordt breder. Zo luiden
de persberichten.
De economische verhoudingen
interesseren natuurlijk vooral
Prof. Posthuma. Hoe staat het nu
met dat artikel 14, de teruggave
van de ondernemingen aan de
eigenaars? Prof. Posthuma is
hierover somber gestemd.
Vermoedelijk begrijpt men
De Italiaanse Constituerende
Vergadering heeft met grote
vooral binnenlandse politieke %óc- meerderbqid een grondwetsarti-
tekenis had. heb ik uitdrukkelijk kel aangenomen, volgens het-
afgewezen. Ik doe niet aan ,dat welk binnen de grenzen van het
I-., ,- recht de dienstplicht wordt inge
steld.
-■ Binbepkort zal in Roemenië
een wet van kracht worden,
volgens welke burgers bij het
bereiken van de 20-jarige leef
tijd een dienstplicht van 18
soort politiek. Dat weet men van
mij.
In dat gesprek heb ik mij ook
bereid verklaard een „bijdrage
tot de interpretatie" van Indone
sische zijde aan te horen en te
overwegen, waarom niet Dat
vond ik redelijk. Maar met die maanden moeten vervullen.
Zijn eigen vrouw, die veel
leest, heeft gezegd, dat hij ge
loven moet, hij hoeft het niet
in zijn vingers te hebben, alleen
maar te grijpen er naar.
Jeroen Akse, laat hij dan rijk
zijn, hij is geen man van tillen
én grijpen. Zelf zegt hij, een
zeer nuchter mens te zijn. En er
staat zó'n verschrikkelijk nuch
ter woord in de Schrift, dat een
rijke ingaat moeilijker dan een
kameel door het oog van een
naald. Zijn' vrouw kan een draad
door de naald halen, en dat kan
Jeroen Akse niet eens. Minder
dan een draad is zijn zekerheid,
rag is die.... En met Pinkste
ren moet hij getuigen. Niet van
eigen zekerheid, maar van de
hoop die in hem is. Juist, de
hoop, zó is de zaak zuiver ge
steld volgens Jeroen Akse. de
groot-zakenman met kantoren.
En het Pinksterfeest moet hem
wat doenhij moet wat doen.
Open breken moet zijn mond!
Hij gaat daar bij avond en
heerlijk voorjaarsweer eens een
wandeling op nemen. De stilte
doet veel tegen Pinkster.
Doch de stilte breekt stuk.
Buiten de stad, onder een
boom langs de weg, breekt de
teleurstelling en wanhoop in een
jonge vrouw zich baan:
Ik ga niet terug! Nooit
meer kom ik daar in huis! Laat
mij maar gaan.
I Een jongeman spreekt helpen-
i de woorden.
Ben ik dan niet bij je?
I Waren we eerst niet blij? Zegt
je dat niets meer? Geeft dat je
geen kracht' om te dragen!
I Ik kan niet meer. 't Is te
I erg. Als ze me maar éénmaal
sloegen of trapten, maar dat
stiekeme getreiter elk uur van
de dag, het is niet te verwer
ken! Laat mij toch gaan, laten
we samen gaan. Mij krijg je
daar nooit terug, nooit!
't Is nu nacht, laten, we
dan morgen eens zien!
Nee, het is uit!
En zij schreit haar verdriet uit
in de armen van haar man.
Ongelukkige mensen, weet Je
roen Akse. Dit zijn ze nu, die
horen moeten de blijde bood
schap van heil en van hoop. Het
evangelie aan alle creaturen en
zijn mond breekt open
Of hij helpen kan, is zijn
vraag.
Zij schrikken daarvan en
trachten zich te verbergen ach
ter een boom.
Doch hij herhaalt zijn vraag.
Dat is niet goed, hij weet dat
meteen. Het gaat met Pinkster
niet om zijn hulp.
Ons helpen? Wij zijn alleen
maar met een woning te hel
pen een onderdak, een hokje.
Ze pesten m'n vrouw weg, waar
In Indië zijn deze nog voor een
groot deel in particuliere handen.
Wat betekent zulk een sociali
satie echter Wat anders dan
dat onze toch reeds in de milliar-
den lopende vordering op Indone
sië op papier nog wat groter zou
worden, terwijl bepaalde voor het
overige Nederlandse bedrijfsleven
in Indië onmisbare complemen-
tair-bedrijven in handen van een
groep republikeinen zouden ko
men, die aan dit bedrijfsleven
nauwelijks welgezind is en voor
lopig op dit punt van de bedrijfs
beheer nog incompetent.
En wat wordt dan, in deze lijn
doorgaande, de volgende stap?
Stel u voor, dat b.v. de Javase
Bank, in het algemeen de toe
komstige circulatiebank, genatio
naliseerd zou worden. Hoe zou
Indonesië dan nog crediet kunnen
krijgen
Maar het ergste is, daarover
zijn beide partijen het geheel
eens, dat het lot van Indonesië en
van ons Koninkrijk nog in han
den ligt van mensen, die, gegeven
hun politieke ideologieën, op die
plaats levensgevaarlijk zijn.
we nu zijn.
Die vrouw hoeft niets te zeg
gen, zij wordt stil, want haar
man spreekt en spuit alles er
uit véél beter dan zij in woor
den kan brengen wat ze weken
lang opgekropt heeft. Het ver
licht haar, lucht haar op.Zij
zou nu met hem mee terug kun
nen gaan en alles verdragen.
Hoe houdt ze van hem. Hij moet
zich bedaren. Die vreemde me
neer zij kennen hem niet.
Wat zegt hij? Of ze geen hoge
eisen stellen? Wel neen, zoiets
met z'n beiden, iets samen en
niet bij anderen in.
Die meneer, wat spreekt die
man slecht. Hij kan niet uit zijn
woorden komen, heeft het over
een kantoor, waar misschien een
paar kamertjes zijn. Roepen wil
ze, de jonge vrouw, dat één al
genoeg isals ze daar maar
vrij is en huilen kan als ze wil.
Een plaats om uit te huilen,
meer hoeft ze niet.
Die man van haar. hij infor
meert naar de huur. Hij wil wel
vooruit betalen en zelf zal hij
de boel opknappen, meneer kan
daar van op aan. Z'n uiterste
best zal hij doen om dat kamer
tje proper te bewonen.
Hakkelen doet die meneer met
een stok in zijn hand. Hakkelen.
Hij wil van geen huur weten,
maar 'e, een werkster om die
kantoren school te houden heeft
hij niet en de dames van zijn
kantoor hebben zo'n hekel aan
XXII.
Nu moest ik me maar in een
grote graspol, zonder schaduw
installeren, en dan zou ik wel
zien. Inderdaad heb ik daar drie
uur gelegen en het enige wat er
gebeurde, was het passeren van
een heer op een paard, maar van
wild geen sprake.
Nogal kriegelig zijn we huis
waarts getogen op het heetst van
de dag, maar ik kan mijn gemoed
nog niet goed luchten in het Ara
bisch, zodat we samen maar wat
in het Hollands hebben gekan
kerd. Daarmee werd de weg niet
korter, maar blijkbaar wel zan
deriger, want men geleidde ons
thans langs een karavaanpad uit
heerlijk mul warm zand. Toch
schoot ik onderweg nog een Bu-
bale voor de keuken, want als je
geen ijskast hebt is vlees gauw
bedorven. Daarna sleepten we
ons voort.
De watervoorraad raakte op,
en elk kwartier moesten we rus
ten, niet uit vermoeidheid maar
uitgeput door de hitte. Reeds
wilde ik de tweede veldfles, die
we uit nood, toen ze leeg was
weer uit het moeras hadden ge
vuld, gaan aanspreken, toen we
het bekende getrompet van de
gekroonde kraanvogels hoorden
en vermoedden, dat we het moe
ras bij het dorp naderden. Na
enige minuten zagen we de eerste
hutten en we strompelden de
laatste honderd meter naar de
Case - door de gloeiende zon.
Het enige wat we doen konden
was in een stoel te zakken en te
brullen: Water, water, waarop
onze boy, (die thans in een lange,
oude, vuilwitte regenjas loopt,
omdat hij geen broek meer heeft)
gelukkig reageerde en onze le
vensgeesten terugkeerden. Ziet
hier wat ervan komt, omdat deze
mensen geen begrip van tijd en
afstand hebben. Vraagt men ze:
hoeveel uur het marcheren is,
dan varieert het antwoord van
drie tot elf kilometer. Als men
na enige tijd dezelfde vraag stelt,
dan krijgt men weer een geheel
ander antwoord. Van kilometers
hebben ze geen begrip, maar wel
weet ons personeel op een prikje,
dat het de laatste van de maand
is en dus tijd om hun salaris te
incasseren.
Als ze zeggen: het is dichtbij,
wees dan op je hoede, want dan
wordt "het een soort aanslag op
je leven.
De volgende dag hebben we
onze actie beperkt tot een kleine
wandeling langs het moeras, dat
langs het dorp loopt. Er staat
tussen het lange gras nog zoveel
water, dat je er tot aan je knieën
ingaat en ik zag er een paar hon
derd Gambische ganzen. Deze
zijn practisch zwart, met wijn
rode snavel, en worden ook wel:
„de gewapende ganzen" genoemd,
omdat ze aan de voorkant van de
vleugel een fikse spoor hebben,
waarmee ze goed kunnen vech
ten, een der meest geliefkoosde
sporten in deze wereld. Verderop
zwommen kleine eendjes, die ik
op die afstand niet thuis kon
brengen, maar die het meest op
talingen leken. Temidden der
ganzen stonden statig drie ge
kroonde kranen, die steeds on-
middelijk beginnen te trompetten
als er iets nadert. Toch kon ik
een gans bemachtigen, die de
dorpsjeugd voor me uit het moe
ras haalde. Van natte schoenen
hebben ze geen last en trots
stapten ze met de grote vogel
naar onze Case, waar ze een hele
hijs aan hadden want gemiddeld
was dit grut kleiner dan onze
gans. Bij terugkomst blijkt de
schildpad de benen genomen te
hebben, maar hij kan achterhaald
worden. We vonden hier namelijk
een oud kinderledikant en had
den dit omgekeerd, zodat het met
zijn houten spijlen een ideale kooi
leek, maar hij had er één radicaal
uitgebroken en was reeds een
aardig eind op weg naar het hoge
gras, de toevlucht van alle dieren.
Thans zit hij in een kleine ron
de stenen hut en maakt een ra
zend kabaal tegen de afsluit-
plank. In gras bijt hij niet erg,
maar van de medegenomen
groente had hij de kool snel ver
werkt. Ziethier hoe in ons kam
pement het leven des gerusten
landmans henenvliet. We kunnen
dikwijls levende dieren krijgen,
maar hebben ze steeds gewei
gerd. Zo reizende is het voor de
dieren een kwelling, in een hete
en schokkende auto. maar als we
ons eens ergens voor langere
tijd neerzetten zullen we dra
omringd zijn van allerlei ge
dierte.
Mij werden reeds aangeboden:
jonge leeuwtjes (we hadden geen
melk) kleine antilopen, jonge
struisvogels, hamerkopvogels en
jonge caracals. Deze laatste zijn
prachtdiertjes met aan het eind
van hun oortjes een lange haar-
pluim, terwijl ze een kirrend ge
luid maken als een patrijs, maar
ook hier was de melk om ze op te
voeden het struikelblok. Voorlo
pig doen we het met een hond en
een schildpad en de gier, die onze
kok onbewust ving aan de haak
van zijn vistuig, dat in een hoorn
hing. hebben we in vriiheid ge
steld.
Na enige dagen wilden we nog
verder de wildernis in. Er was
nog een Piste naar het Zuiden,
die echter na 40 K.M. dood liep
in een dorp. Sommige streken
zijn n.l. niet te passeren voor een
auto, er lopen alleen paden door
heen begaanbaar te voet en per
ezel, maar daaraan zullen we ons
gezien onze ervaringen voorlopig
niet wagen.
Zo kan men Mangueigne, waar
we nu zijn, niet anders bereiken
dan via Goz Beida, wat 500 K.M.
is, maar men zou rechtstreeks
van Am Timman uit, hier kunnen
komen wat slechts 250 K.M.
is. Maar dan moet men te voet en
op de hele weg vindt men slechts
3 dorpen (water).
Alzo vertrokken we op een
ochtend naar Haraze, maar reeds
twee nachten had het in het Zui
den enorm had geonweerd en ge
regend; wij hadden er een staart
je van gehad: een fiks buitje en
een hele ochtend motregen. Het
moeras bij het dorp konden we
passeren, men had er een harde
weg door gemaakt, maar reeds
na één kilometer bleven we in de
slik steken, wat we echter met
wat graven en wat bosjes gras
(Paiile) konden overwinnen. Iets
verder moesten we reeds een
flinke omweg door de brousse
maken om een klein meertje te
ontwijken.
dat werk, zij doet het zo slor
dig, als mevrouw mevrouw,
zegt hij wat toezicht wil hou
den, dat het geen beestenstal
wordt, dan is hij al heel dank
baar. En als ze hulp voor het
schoonhouden vinden kan, hij
wil het goed betalen.
En dan doen ze iets geks, deze
mensen. In één woord, ze zijn
niet goed wijs. Met z'n drieën
gaan ze kijken naar kamertjes
boven het kantoor. Stil zijn ze,
alle drie. Want die meneer van
Pinkster is bang dat het die
jonge mensen tegen zal vallen.
Rommelig is het daar boven en
klein. En die jonge mensen zijn
stil van hoop.
Gelijk hebben ze, de mensen,
die zeggen dat een stad 's nachts
eigenlijk nooit rustig wordt, 't
Loopt er altijd maar door. En
wat gelukkig, dat er mensen met
sleutels zijn, die zo maar hui
zen kunnen ontsluiten. De straat
raakt drie wandelaars kwijt, die
zijn weer geborgen.
Neen, het gaat toch niet. Je
roen Akse raakt niet zijn be
zwaren kwijt onder de preek.
Zijn mond breekt open. Allen
die Zijn Naam kennen moeten
tong worden, jawel, het is zo!
Wat heeft de Hemel aan stomme
tongen? Niets En laat God hem
stom omdat hij rijk is? Een ka
meel door het oog van een
naald, onbestaanbaar. Laat hij
Volgens een correspondent van
A.F.P. te Washington zouden
president Truman en zijn minis
ter van Buitenlandse Zaken,
Marshall, binnenkort aan het
congres verzoeken, zo spoedig
mogelijk zich uit te spreken over
een wetsontwerp dat ten doel
heeft alle legers van het Weste
lijk Halfrond met hetzelfde mate
riaal uit te rusten en de opleiding
van hoge officieren van de La
tijns-Amerikaanse landen in de
V.S. ter hand te nemen. Dit be
sluit zou zijn genomen op advies
van de speciale gemengde com
missie van de departementen van
Oorlog, Marine en Buitenlandse
Zaken. Politieke kringen verkla
ren, dat de republikein Vanden-
Berk Marshall verzekerd heeft,
alles te zullen doen om de repu
blikeinen in het Congres te bewe
gen, het wetsontwerp aan te ne
men. Eisenhower en zee» invloed
rijke Amerikanen hebben ver
klaard, dat door dit wetsontwerp
een einde zal worden gemaakt
aan aan de bewapeningswedloop
op het Westelijk Halfrond. Men
is van mening, dat het besluit
van Truman en Marshall de con
ferentie van Rio de Janeiro, die
waarschijnlijk in Juli gehouden
zal worden, inluidt.
Zoals men weet wil men op
deze conferentie een verdrag
voor de verdediging van het Wes
telijk Halfrond tot stand bren
gen.
Amerikaanse waarnemers voor
zien, dat Truman tijdens zijn aan
staand bezoek aan Ottawa er bjj
premier Mackenzie King op zal
aandringen, indien hij niet offi
cieel tot het verdrag van het
Westelijk Halfrond wil toetreden,
tenminste de wapenstandaardi
satie te aanvaarden. Tenslotte is
men van mening, dat de Ameri
kaanse politiek op het Westelijk
Halfrond voortaan zal zijn sa
men te vatten in de uitspraak
van Senator Vandenberg, dat „de
verdediging van het Westelijk
Halfrond een geheel moet vor
men van de Noordpool tot Kaap
Hoorn".
Vliegtuig neergestort.
Het wrak van een Philippijns
legervliegtuig, dat Zondag in
Mindanao was neergestort, is
Donderdag gevonden.
Het neergestorte toestel had 15
passagiers aan boord, die, naar
men gelooft, allen om het leven
zijn gekomen.
maar naar zijn kantoor gaan. Hij
is alleen geschikt voor de aarde
en het hare, ook al geeft dat
hem niet waar hij naar hongert
en op hoopt.
Een teleurgesteld mens loopt
die middag van Pinksteren naar
zijn zaak, zijn kantoor.
Die twee jonge mensen daar
boven, zij horen hem en denken
direct aan onbevoegden. Samen
gaan ze kijken en daar staat de
baas zelf, groet hen afwezig. De
jonge man grijpt zijn vrouw bij
de arm en wil haar stil mee
trekken. Maar zij, zij blijft staan,
zij strijkt een lok haar terecht.
Zij waagt een paar stappen voor
uit naar die meneer voor zijn
bureau. En hoor, haar mond
breekt open en zij spuit uit al
haar dankbaarheid aan God en
mensen voor de hokjes daar bo
ven:
God heeft ons geholpen, hij
heeft u in het hart gegeven
Jeroen Akse verdwijnt stom
van z(jn kantoor. Heeft hij dan
toch met een simpele daad van
Gods Voorzienigheid mogen ge-
tuigen? Dit wonder, een kameel
door het oog van een naald,
neemt hem gevangen, hij fluit
een psalm, 't Is toch 'geen ge
zicht, een deftig heer fluitend
over de straat