et Parlement Dr J. F. 0. Huese naar Afrika. ZEEUWSCH DAGBLAD De Troubadour van t Muiderslot TWEEDE BLAD in de afgelopen week. Een fijnzinnig en hoogstaand mens. Dan bréékt de mond open* ffcf &PSEOSB® wcasi De ervaringen van Prof. Verzij] en Prof. Posthuma. Belangrijk wetsontwerp van Truman te verwachten. ZATERDAG 24 MEI 1947 No. 650 Hoofdkantoor: GOES, Lange Vorststraat. Bijkantoren: MIDDELBURG, Rouaansche Kaai. VLISSINGEN, Walstraat. TERNEUZEN, Vlooswijekstraat r 'Van onze parlementaire redacteur.) Ook de Woensdag Eerste Kamer heeft zonder hoofdelijke stemming haar goedkeuring ge hecht aan de Noodwet Ouder domsvoorziening van minister Drees. Veel nieuws kon in dit Hoge College over dit wetsont werp niet meer worden gezegd. Daarvoor was in de Tweede Ka mer de zaak genoeg van alie kanten bekeken. De belangrijkste mededeling was die van minister Drees. dat er ook een noodrege- hng op komst is voor invaliden, weduwen en wezen. Enige vragen over dit onderwerp zijn voorge legd aan de Stichting van de Arbeid. De minister was van oor deel, dat hierbij zoveel andere dingen aan de orde komen dan bij een regeling voor ouden van da gen, dat het absoluut niet ge wenst was geweest, één regeling voor al deze categorieën te ont werpen. De vraagpunten, die ook in de Eerste Kamer in het geding werden gebracht, liepen parallel met die. welke in de Tweede Ka mer ter sprake waren gekomen. Daar was in de eerste plaats de vraag, of de noodregeling niet zou vooruitgrijpen op de defini tieve regeling van straks Minis ter Drees onderstreepte nog maals nadrukkelijkdat bij de definitieve regeling uitgegaan zal worden van de verzekerings gedachte. Daarover bestaat een stemmigheid. Wat de noodregeling zelve be treft, betoogde de bewindsman tegenover de heren Stikker (Vrijh.), van Lieshout (K.V.P.) en Schipper (A.R.), dat het on mogelijk was, de verzekerings gedachte te verwezelijker. Ook bij een min of meer aansluiten bij de bestaande ouderdomsvoor ziening krachtens de Ouderdoms wet, zou dit in geen enkel opzicht het geval zijn geweest, daar dan, zoals bijvoorbeeld in het voorstel van de Stichting van de Arbeid, het verband tussen de betaalde premie (de geplakte zegels) en de. hetgeen hij in de Tweede Ka mer heeft gezegd, dat het een klassenindeling is. die uit de maatschappij zelve is voortgeko men: verscheidene collectieve ar beidsovereenkomsten kennen de ze. Overigens kunnen wij ons het standpunt van de heer van Lies hout volkomen indenken en bil lijken. Voorts de mededeling van de minister, dat het in de bedoeling ligt. in de toekomstige definitieve regeling een onvoorwaardelijk recht tc verlenen op een ouder- domsuitkering. verband houden de met de betaalde premie. Dit houdt in, dat er in de toekomst geen sprake kan zijn van aftrek van andere inkomsten. Hoe dit echter in de overgangstijd, wan neer er nog geen wiskundig ver band bestaat tussen de betaalde premie en de te genieten uit kering, zal zijn, is een vraag, die in overleg met de Stichting van de Arbeid grondig zal moeten worden doorgesproken. Mej. Tjeenk Willink (ARB.), die bij iedere redevoering, die zij houdt herinnert aan de beperkte taak van de Eerste Kamer, zwaaide de minister wel wat al te veel lof toe, omdat hij in twee jaar zou hebben bereikt, wat rechtse ministers in 62 jaar niet hebben kunnen bereiken. Wij menen, dat deze bewindsman de tijdsomstandigheden wel mee heeft en bovendien voortbouwt op hetgeen rechtse ministeries in het verleden op het gebied der sociale zorg in het algemeen heb ben bereikt! In dezelfde zitting nam de Ka mer zonder debat aan het wets ontwerp tot opening van de mo gelijkheid van voorlopige maat regelen tegen overtreding van prijsvoorschriften. -> Ook in Limburg wordt veel vuldig melding gemaakt van het vinden van coloradokevers, de uit te keren bedragen vol- Net schadelijk ongedierte wordt komen verbroken zou zijn ge- vooral op de akkers langs de weest. Bij het voorstel van de Maas aangetroffen, minister blijft ten aanzien van Kurt Mathesius, een der voor de ouderdomsrente, die voor de naamste beklaagden in het pro helft in mindering wordt ge bracht, dit verband juist wel bestaan. Verder werden er allerlei losse opmerkingen gemaakt, waarvan wij hier o.a. willen aanstippen bet bezwaar van de heer van Lieshout (KV.P.l tegen de klas senindeling. De minister herhaal- ces tegen de bewakers van het concentratiekamp Nordhausen, heeft zich in een ziekenhuis te Dachau opgehangen. - In de kolonie Sunen nabij Haifa heeft de politie een wa penopslagplaats ontdekt. Twaalf Joden zijn in verband hiermede gearresteerd „Te Muiden was de ware Heiicoon" „Een Hooft, Apol, op 't hoge slot gezeten" „Dien gulden tijdt moet Holland nooit vergeten". De afgelopen week is de week van Picter Corneliszoón Hooft geweest. Woensdag j.l. was het 300 jaar geleden, dat deze „laatste trou badour der Hollandse landou wen" voor altijd de ogen sloot. Vele lezingen en artikelen heb ben de laatste dagen om strijd Hooft's verdiensten geprezen en zijn leven beschreven. Doch in verhouding zullen slechts enke len zich een ogenblik in dit le ven en het werk, dat het wrocht verdiept hebben. Dat is onge twijfeld zeer te betreuren, want een volk. dat zijn grote zonen vergeet heeft geen recht op een grote toekomst. Hooft's beteke nis is groot en zijn Invloed op het culturele, zowel als staat kundige leven in Nederland is niet te onderschatten. Hij is één van diegenen geweest, die bewe zen hebben, dat „Holland groot kan zijn in alles, waarin een klein land groot kan zijn". De door hem gevormde „Muider- kring' is lange tijd het centrum aandacht. Liefdeszangen, zo wel luidend en sierlijk als hij ze dichtte, zijn vóór hem in onze literatuur niet aan te wijzen Dit soort poëzie heeft hij tot grote verfijning gebracht en met een inderdaad „Hoofse bewon dering" heeft hij de liefde be schreven. Ook op het gebied der dramatiek trad Hooft op de voorgrond. Hoewel hij slechts vier drama's heeft geschreven, vallen ze toch direct Vanwege hun verfijndheid en verschei denheid van behandeling der stoffen op. Het zijn „Granida" (een herdersdrama, door Hooft geimporteerd uit Italië), „Gee- raert van Velsen" (een politieke belichting op de tijd van Floris V), „Baeto oft oorsprong der Hollanderen" en „Warenar". Hooft komt de eer toe de eni ge zuivere pastorale in onze lite iatuur geschreven te hebben In de laatste jaren van zijn leven wijdde hij zich aan historiebe schrijvingen. Zijn „Nederland- sche Historiën" zal nimmer zijn waarde verliezen. Het is ondoen lijk in dit korte bestek het werk van Hooft te bespreken en moe ten we volstaan met deze enkele opmerkingen. Laten ze echter een aansporing zijn om zich te van het Nederlandse culturele gaan verdiepen in het werk van leven geweest De Dichter. Wanneer we Hooft ais dichter bezien, dan valt ons direct de zwier en de welluidendheid van zijn tijd. En wélk een kind. Hij is deze grote Nederlandse dichter. De Mens. Niet alleen als dichter, maar ook ais mens was Hooft een kind van zijn werk op. I een van de uitnemendste ver- Vooral zijn lyriek trekt onze tegenwoordigers van de Renais- Pinksterschets door G. Mulder. Hij is daar niet tevreden mee die meneer Jeroen Akse, dat de Christelijke feestdagen hem zo weinig doen. Natuurlijk gaat hij naar de kerk; niet graag zou hij een dienst overslaan. Eigenlijk moest hij meer een tevreden mens zijn. één, zoals de spotters van alle orthodoxen het zeggen, die de Hemel regelrecht binnen loopt, omdat de eenvoudig op zijn programma staat. Nietwaar, zo is toch de weg hun uitge stippeld: doop, vroeg naar de kerk. naar de catechisatie, in tijds belijdenis doen, een meisje uit eigen verschimmelde kring zoeken, een vaste bijdrage aan de kerk en een voorstander van orde en recht en regel zijn en asjeblieft geen enkel been tje buiten het gareel en vooral geen twijfel, maar zekerheid en weten en blijdschap. Zó denken de mensen, de spot ters met alle orthodoxen. Jeroen Akse denkt mild over zijn naas ten. zijn broeders... en hü weet dat bij hem de zaken zo niet staan. Maar al te goed kent hij eigen ontevredenheid over zich zelf. Hoever blijven zijn broe ders en hij niet beneden de maat van die spot. Zelf is hij niet al tijd zeker en zeker niet altijd zich zelf. Honderd en één dingen veroordelen hem: Zijn geloof... ach, met een heel klein beetje zegt de Here Jezus kun je al een berg commanderen om naar zee te verhuizen... en wat kan hij nu? Niets, geen klap! Hij om nu maar wat te noe men hij durft op een Evan gelisatie-bijeenkomst zelfs met geen enkel woord getuigen van de zekerheid voor dit én een toekomstig leven, dat hij in zijn zakboekje heeft staan volgens de mensen die spottenJa/ spot ten is dat! En Zondag is 't Pinkster, liet feest van de tongen, het feest van het spreken. Ja, ja, het woord van die fijnendat is goed. Praten kunnen ze!. Maar kom niet om hun daden. Och heden, en Jeroen Akse kan niet eens pratenniet eens praten op Pinkster. Dat is toch niet goed, neen! Kerst feest heeft hem weinig gedaan, met Pasen heeft hij woorden ge zongen, die op z'n minst niet van hemzelf waren, om van „gestolen" maar niet te spreken. En straks is het Pinkster en hij is een Christen. Dan zal er wat moeten gebeuren, zal niet de cy clus van feestdagen zich sluiten en hij er in de grond van de zaak buiten staan. sance. Een fijngevoelig, hoog staand en evenwichtig mens. Hij had een onverkwikkelijke dorst naar schoonheid. In hem is de Italiaanse Renaissance vlees en bloed geworden. Dit alles heeft op zijn geestelijk leven een enorme invloed gehad. Vrijzin nig opgevoed, heeft hij zich ook in zijn later leven weinig om de godsdienst bekommerd. Zelfs zijn verblijf in Italië vermocht hem niet voor het christelijk geloof te interesseren. Hoewel zijn tijd vol was van godsdienstige woe lingen, is hij voor het geestelijke ongevoelig gebleven. Hij was echter niet afkerig van Bijbelse waarheden. Dit blijkt vooral uit de psalmberijmingen, die van zijn hand verschenen. Maar van enig zondebesef is bij hem geen sprake en als gevolg daarvan ontdekken we bij hem ook ner gens behoefte aan verlossing. Hij was libertein in bloed en nie ren. Daarom is veel van zijn werk voor ons, chistenen, onaan vaardbaar. Dit neemt echter niet weg, dat hij als dichter ook ons een ontzaglijk fortuin heeft na gelaten, waarvoor we hem niet dankbaar genoeg kunnen zijn. W. R. Sprong uit vliegtuig zonder parachute. Zestig vrijwilligers meldden zich aan. Vanuit een vliegtuig, dat tot grote hoogte zal zijn gestegen zal volgende maand in Enge land een man naar beneden springen zonder parachute, in de hoop niet op de aarde te plet ter te vallen. Dit is de eerste maal dat iemand met zijn volle bewustzijn een vliegtuig zonder parachute verlaat om de sprong in de afgrond te wagen. Het betreft hier een proefne ming, waarvoor zich niet min der dan 60 vrijwilligers hebben aangeboden. Het doel van het experiment is dat een nieuw apparaat, be staande uit een „telescopische schroef", die aan de rug van de man is bevestigd, zal worden beproefd. Deze nieuwe vinding moet de man in de gelegenheid stellen in trager tempo de aarde te bereiken dan met een para chute, en hij zal dan. als het apparaat werkelijk blijkt goed te 2ijn, zijn eigen landingspunt uit kunnen kiezen, waarheen hij zich met zekerheid zal kunnen richten. Voor de „sprong" zullen van verschillende hoogten poppen worden neergelaten. De uitvin der, de Italiaan Vittorio Iseeco, die sedert 1917 naam heeft ver worven met zijn onderzoekingen Inzake het modelvliegtuig, zal aan boord van het vliegtuig de proefnemingen volgen. Mede werkers van de Britse firma, die het nieuwe apparaat heeft ge bouwd, zullen eveneens in het zelfde vliegtuig plaats nemen. Zekerheid? De directeur van deze firma heeft verklaard: „Al de proefne mingen op de grond en van klei ne hoogten hebben bewezen dat het apparaat goed werkt. Deze uitvinding biedt grote mogelijk heden, want zij zal het leven redden van degenen, die zich aan boord van een in nood ver kerend vliegtuig bevinden. Er zou namelijk een telescopische reddingskajuit gebouwd kunnen worden, die van een vliegtuig tijdens de vlucht zou kunnen worden losgemaakt". Sir' Franklin Gimson, gou verneur van Singapore, heeft verklaard, dat de meesten van de 10.000 Japanse krijgsgevan genen, die te Singapore herstel werkzaamheden verrichten, niet geloven, dat Japan verslagen is. De Duitse nieuwsdienst van de Britse zone meldt, dat bijna 4000 Duitse zeelieden zich opga ven als vrijwilligers voor het bemannen van 75 Liberty-sche- pen, die voedsel uit de V. S. naar Duitsland zullen vervoe ren. Een redacteur van Trouw had een onderhoud met Prof. Verzijl en Prof. Posthuma over hun plotseling vertrek uit Indië. De woordbreuk van de regering en het niet nakomen van hun per soonlijk gedane toezeggingen was de directe oorzaak van hun ont slagname. Een gedeelte van het gesprek met Prof. Verzijl laten wij hier volgen. „Ik heb van mijn standpunt nooit een geheim gemaaktzegt Prof. Verzijl, op mijn vraag of hij ons iets naders wil vertellen. Ik ben alleen tot geheimhouding verplicht voor wat binnen de Commissie-Generaal is behan deld; voor het overige is open baarmaking van wat overzee ge schiedt, in het algemeen belang, en voor die rest ben ik vrij man. Maar ik vond het, evenals Prof. Posthuma, beter om uit mijzelf niets te publiceren, zolang er nog een redelijke kans bestaat, dat in Indië beslissend kan worden in gegrepen. Alleen heb ik één keer mij tegen een publieke beschuldi ging verdedigd". Dan zijn we er meteen midden in. Men herinnert zich de aantij ging van Prof. Logemann en de weerlegging er van door Prof. Verzijl. Hoe was dan wel Uw ver houding tot de regering? Ik heb minister Bee! zeer duidelijk gezegd, dat ik liever niet ging dan wel, maar dat ik, ook als een soort tegenwicht, en om er nog zoveel mogelijk van te maken, bereid was, om op loyale wijze mede te werken aan de uit voering van Linggadjati, maar dan zoals dit» door regering en Kamer was aanvaard. Dat was voor mij de niterste grens. En ik heb ook gezegd, dat ik mij moest voorin-houden om bij een verder afglijden mij onmiddellijk terug te trekken. Minister Beel aan vaardde dit ten volle en de rege ring kon dus door mijn houding niet verrast zijn. Trouwens, vóór mijn benoeming heb ik ook een gesprek gehad met de heer Van der Goes van Naters, die ik persoonlijk goed kende. Een examen van de P. v. d. A. dus Als U het zo noemen wilt.... In elk geval heb ik toen duide lijk en herhaaldelijk verklaard, dat ik mij loyaal stellen wilde op de basis van zijn eigen motie. Wat kon hij heter wensen? Een suggestie, die ik in zijn woorden meende te voelen, dat deze motie z.g. „bijdrage tot de interpreta-in Engeland en Amerika nog niet tie", waarover ook minister Jonkman mij meermalen met ze kere nadruk sprak, stond het wat vreemd. Ik kreeg in achtereen volgende gesprekken steeds ster ker de indruk, dat dit slechts camouflage was voor een groei ende bereidheid tot verdere capi tulatie en ik heb met osmisken- bare duidelijkheid gezegd, dat voor mij beslissend bleven de re geringsverklaring en de motie- Romme-Van der Goes van Naters De wat dit betreft ondubbel zinnige verklaringen in beide Ka mers door de regering afgelegd, werden echter terzijde gesteld. Van een bereidheid, om de over eenkomst, zelfs maar 't naakte Linggadjati, loyaal uit te voeren, viel aan republikeinse zijde niets te bespeuren. De evacuatie, uit drukkelijk gewenst in de Tweede Kamer, werd nog steeds getrai neerd, En tenslotte betekende de ze capitulatie een bijna onherstel baar verlies van prestige. Ook de Indonesiërs hadden niet durven denken, dat de ontknoping zo zou zijn. Het drama ontwikkeld zich verder. Hoe was Uw positie na dit alles Volkomen onzeker. Wij wa ren formeel nog adviseurs van de Commissie-Generaal. Prof. Seher- merhorn had in afwachting half de wezelijke consequenties. Ziet u, Linggadjati is een over eenkomst in Engelse stijl. De in houd is niet van het grootste be lang, maar het feit, dat men het eens geworden is, enerzijds over het verlenen van politieke onaf hankelijkheid aan Indonesië, an derzijds over de erkenning van Nederlands economische rechten en ten slotte over de gemeen schappelijke lotsverbondenheid ten aanzien van zekere essentiële puntende gemeenschappelijke onderschikking aan de kroon, de verbondenheid tegenover het bui tenland, ten aanzien van de de- fensiën een aantal nog nader uit te werken financiële en economi sche vraagstukken. Het is een beginselovereen komst. Maar als die eenmaal tot stand gekomen is, houdt men verder het heen stijl en staat men op een aannemelijke uitwer king en op een volledige uitvoe ring daarvan. In die trant zouden we nu dus taai vast moeten hou den aan onze eeonomische rech ten, die men heeft erkend. En wat Amerika betreft, daar is men zelfs verbaasd geweest, dat er aan de basis-overeenkomst geen geheime clausules verbon den zijn. Een Amerikaan kan zich eenvoudig niet voorstellen, dat wij tot zo belangrijke politieke concessies bereid geweest zouden zijn, wanneer wij niet eerst de van een nadere beslissing van levensbelangen van ons eigen Den Haag er in ^toegestemd volk hadden veilig gesteld. 1 -Ook internationaal ligt er dus in de huidige gang van zaken veel prestige-verlies En dat al les door de luchtkastelen, waar in sommigen zo graag vertoeven Ja, nog een voorbeeld daar van. Prof. Schermerhorn gaat o.m. accoord met nationalisatie voorlopig de beslaande toestand te bandhaven. Deze beslissing van de regering bleef uit. Scher merhorn telefoneerde met Jonk man, maar verzuimde, ondanks zijn toezegging, over onze positie te spreken. Althans wij hoorden niets er over. Toen kwam volkomen eigen- van de openbare nutsbedrijven, machtig de weigering van de op gelijke voet als in ons land heren Schermerhorn en Van Poll ons verder inzage te verle nen van de stukken en ons toe te laten tot de vergaderingen. Intussen gaan de dingen door. De eeonomische besprekingen... mislukt. De kloof tussen beide partijen wordt breder. Zo luiden de persberichten. De economische verhoudingen interesseren natuurlijk vooral Prof. Posthuma. Hoe staat het nu met dat artikel 14, de teruggave van de ondernemingen aan de eigenaars? Prof. Posthuma is hierover somber gestemd. Vermoedelijk begrijpt men De Italiaanse Constituerende Vergadering heeft met grote vooral binnenlandse politieke %óc- meerderbqid een grondwetsarti- tekenis had. heb ik uitdrukkelijk kel aangenomen, volgens het- afgewezen. Ik doe niet aan ,dat welk binnen de grenzen van het I-., ,- recht de dienstplicht wordt inge steld. -■ Binbepkort zal in Roemenië een wet van kracht worden, volgens welke burgers bij het bereiken van de 20-jarige leef tijd een dienstplicht van 18 soort politiek. Dat weet men van mij. In dat gesprek heb ik mij ook bereid verklaard een „bijdrage tot de interpretatie" van Indone sische zijde aan te horen en te overwegen, waarom niet Dat vond ik redelijk. Maar met die maanden moeten vervullen. Zijn eigen vrouw, die veel leest, heeft gezegd, dat hij ge loven moet, hij hoeft het niet in zijn vingers te hebben, alleen maar te grijpen er naar. Jeroen Akse, laat hij dan rijk zijn, hij is geen man van tillen én grijpen. Zelf zegt hij, een zeer nuchter mens te zijn. En er staat zó'n verschrikkelijk nuch ter woord in de Schrift, dat een rijke ingaat moeilijker dan een kameel door het oog van een naald. Zijn' vrouw kan een draad door de naald halen, en dat kan Jeroen Akse niet eens. Minder dan een draad is zijn zekerheid, rag is die.... En met Pinkste ren moet hij getuigen. Niet van eigen zekerheid, maar van de hoop die in hem is. Juist, de hoop, zó is de zaak zuiver ge steld volgens Jeroen Akse. de groot-zakenman met kantoren. En het Pinksterfeest moet hem wat doenhij moet wat doen. Open breken moet zijn mond! Hij gaat daar bij avond en heerlijk voorjaarsweer eens een wandeling op nemen. De stilte doet veel tegen Pinkster. Doch de stilte breekt stuk. Buiten de stad, onder een boom langs de weg, breekt de teleurstelling en wanhoop in een jonge vrouw zich baan: Ik ga niet terug! Nooit meer kom ik daar in huis! Laat mij maar gaan. I Een jongeman spreekt helpen- i de woorden. Ben ik dan niet bij je? I Waren we eerst niet blij? Zegt je dat niets meer? Geeft dat je geen kracht' om te dragen! I Ik kan niet meer. 't Is te I erg. Als ze me maar éénmaal sloegen of trapten, maar dat stiekeme getreiter elk uur van de dag, het is niet te verwer ken! Laat mij toch gaan, laten we samen gaan. Mij krijg je daar nooit terug, nooit! 't Is nu nacht, laten, we dan morgen eens zien! Nee, het is uit! En zij schreit haar verdriet uit in de armen van haar man. Ongelukkige mensen, weet Je roen Akse. Dit zijn ze nu, die horen moeten de blijde bood schap van heil en van hoop. Het evangelie aan alle creaturen en zijn mond breekt open Of hij helpen kan, is zijn vraag. Zij schrikken daarvan en trachten zich te verbergen ach ter een boom. Doch hij herhaalt zijn vraag. Dat is niet goed, hij weet dat meteen. Het gaat met Pinkster niet om zijn hulp. Ons helpen? Wij zijn alleen maar met een woning te hel pen een onderdak, een hokje. Ze pesten m'n vrouw weg, waar In Indië zijn deze nog voor een groot deel in particuliere handen. Wat betekent zulk een sociali satie echter Wat anders dan dat onze toch reeds in de milliar- den lopende vordering op Indone sië op papier nog wat groter zou worden, terwijl bepaalde voor het overige Nederlandse bedrijfsleven in Indië onmisbare complemen- tair-bedrijven in handen van een groep republikeinen zouden ko men, die aan dit bedrijfsleven nauwelijks welgezind is en voor lopig op dit punt van de bedrijfs beheer nog incompetent. En wat wordt dan, in deze lijn doorgaande, de volgende stap? Stel u voor, dat b.v. de Javase Bank, in het algemeen de toe komstige circulatiebank, genatio naliseerd zou worden. Hoe zou Indonesië dan nog crediet kunnen krijgen Maar het ergste is, daarover zijn beide partijen het geheel eens, dat het lot van Indonesië en van ons Koninkrijk nog in han den ligt van mensen, die, gegeven hun politieke ideologieën, op die plaats levensgevaarlijk zijn. we nu zijn. Die vrouw hoeft niets te zeg gen, zij wordt stil, want haar man spreekt en spuit alles er uit véél beter dan zij in woor den kan brengen wat ze weken lang opgekropt heeft. Het ver licht haar, lucht haar op.Zij zou nu met hem mee terug kun nen gaan en alles verdragen. Hoe houdt ze van hem. Hij moet zich bedaren. Die vreemde me neer zij kennen hem niet. Wat zegt hij? Of ze geen hoge eisen stellen? Wel neen, zoiets met z'n beiden, iets samen en niet bij anderen in. Die meneer, wat spreekt die man slecht. Hij kan niet uit zijn woorden komen, heeft het over een kantoor, waar misschien een paar kamertjes zijn. Roepen wil ze, de jonge vrouw, dat één al genoeg isals ze daar maar vrij is en huilen kan als ze wil. Een plaats om uit te huilen, meer hoeft ze niet. Die man van haar. hij infor meert naar de huur. Hij wil wel vooruit betalen en zelf zal hij de boel opknappen, meneer kan daar van op aan. Z'n uiterste best zal hij doen om dat kamer tje proper te bewonen. Hakkelen doet die meneer met een stok in zijn hand. Hakkelen. Hij wil van geen huur weten, maar 'e, een werkster om die kantoren school te houden heeft hij niet en de dames van zijn kantoor hebben zo'n hekel aan XXII. Nu moest ik me maar in een grote graspol, zonder schaduw installeren, en dan zou ik wel zien. Inderdaad heb ik daar drie uur gelegen en het enige wat er gebeurde, was het passeren van een heer op een paard, maar van wild geen sprake. Nogal kriegelig zijn we huis waarts getogen op het heetst van de dag, maar ik kan mijn gemoed nog niet goed luchten in het Ara bisch, zodat we samen maar wat in het Hollands hebben gekan kerd. Daarmee werd de weg niet korter, maar blijkbaar wel zan deriger, want men geleidde ons thans langs een karavaanpad uit heerlijk mul warm zand. Toch schoot ik onderweg nog een Bu- bale voor de keuken, want als je geen ijskast hebt is vlees gauw bedorven. Daarna sleepten we ons voort. De watervoorraad raakte op, en elk kwartier moesten we rus ten, niet uit vermoeidheid maar uitgeput door de hitte. Reeds wilde ik de tweede veldfles, die we uit nood, toen ze leeg was weer uit het moeras hadden ge vuld, gaan aanspreken, toen we het bekende getrompet van de gekroonde kraanvogels hoorden en vermoedden, dat we het moe ras bij het dorp naderden. Na enige minuten zagen we de eerste hutten en we strompelden de laatste honderd meter naar de Case - door de gloeiende zon. Het enige wat we doen konden was in een stoel te zakken en te brullen: Water, water, waarop onze boy, (die thans in een lange, oude, vuilwitte regenjas loopt, omdat hij geen broek meer heeft) gelukkig reageerde en onze le vensgeesten terugkeerden. Ziet hier wat ervan komt, omdat deze mensen geen begrip van tijd en afstand hebben. Vraagt men ze: hoeveel uur het marcheren is, dan varieert het antwoord van drie tot elf kilometer. Als men na enige tijd dezelfde vraag stelt, dan krijgt men weer een geheel ander antwoord. Van kilometers hebben ze geen begrip, maar wel weet ons personeel op een prikje, dat het de laatste van de maand is en dus tijd om hun salaris te incasseren. Als ze zeggen: het is dichtbij, wees dan op je hoede, want dan wordt "het een soort aanslag op je leven. De volgende dag hebben we onze actie beperkt tot een kleine wandeling langs het moeras, dat langs het dorp loopt. Er staat tussen het lange gras nog zoveel water, dat je er tot aan je knieën ingaat en ik zag er een paar hon derd Gambische ganzen. Deze zijn practisch zwart, met wijn rode snavel, en worden ook wel: „de gewapende ganzen" genoemd, omdat ze aan de voorkant van de vleugel een fikse spoor hebben, waarmee ze goed kunnen vech ten, een der meest geliefkoosde sporten in deze wereld. Verderop zwommen kleine eendjes, die ik op die afstand niet thuis kon brengen, maar die het meest op talingen leken. Temidden der ganzen stonden statig drie ge kroonde kranen, die steeds on- middelijk beginnen te trompetten als er iets nadert. Toch kon ik een gans bemachtigen, die de dorpsjeugd voor me uit het moe ras haalde. Van natte schoenen hebben ze geen last en trots stapten ze met de grote vogel naar onze Case, waar ze een hele hijs aan hadden want gemiddeld was dit grut kleiner dan onze gans. Bij terugkomst blijkt de schildpad de benen genomen te hebben, maar hij kan achterhaald worden. We vonden hier namelijk een oud kinderledikant en had den dit omgekeerd, zodat het met zijn houten spijlen een ideale kooi leek, maar hij had er één radicaal uitgebroken en was reeds een aardig eind op weg naar het hoge gras, de toevlucht van alle dieren. Thans zit hij in een kleine ron de stenen hut en maakt een ra zend kabaal tegen de afsluit- plank. In gras bijt hij niet erg, maar van de medegenomen groente had hij de kool snel ver werkt. Ziethier hoe in ons kam pement het leven des gerusten landmans henenvliet. We kunnen dikwijls levende dieren krijgen, maar hebben ze steeds gewei gerd. Zo reizende is het voor de dieren een kwelling, in een hete en schokkende auto. maar als we ons eens ergens voor langere tijd neerzetten zullen we dra omringd zijn van allerlei ge dierte. Mij werden reeds aangeboden: jonge leeuwtjes (we hadden geen melk) kleine antilopen, jonge struisvogels, hamerkopvogels en jonge caracals. Deze laatste zijn prachtdiertjes met aan het eind van hun oortjes een lange haar- pluim, terwijl ze een kirrend ge luid maken als een patrijs, maar ook hier was de melk om ze op te voeden het struikelblok. Voorlo pig doen we het met een hond en een schildpad en de gier, die onze kok onbewust ving aan de haak van zijn vistuig, dat in een hoorn hing. hebben we in vriiheid ge steld. Na enige dagen wilden we nog verder de wildernis in. Er was nog een Piste naar het Zuiden, die echter na 40 K.M. dood liep in een dorp. Sommige streken zijn n.l. niet te passeren voor een auto, er lopen alleen paden door heen begaanbaar te voet en per ezel, maar daaraan zullen we ons gezien onze ervaringen voorlopig niet wagen. Zo kan men Mangueigne, waar we nu zijn, niet anders bereiken dan via Goz Beida, wat 500 K.M. is, maar men zou rechtstreeks van Am Timman uit, hier kunnen komen wat slechts 250 K.M. is. Maar dan moet men te voet en op de hele weg vindt men slechts 3 dorpen (water). Alzo vertrokken we op een ochtend naar Haraze, maar reeds twee nachten had het in het Zui den enorm had geonweerd en ge regend; wij hadden er een staart je van gehad: een fiks buitje en een hele ochtend motregen. Het moeras bij het dorp konden we passeren, men had er een harde weg door gemaakt, maar reeds na één kilometer bleven we in de slik steken, wat we echter met wat graven en wat bosjes gras (Paiile) konden overwinnen. Iets verder moesten we reeds een flinke omweg door de brousse maken om een klein meertje te ontwijken. dat werk, zij doet het zo slor dig, als mevrouw mevrouw, zegt hij wat toezicht wil hou den, dat het geen beestenstal wordt, dan is hij al heel dank baar. En als ze hulp voor het schoonhouden vinden kan, hij wil het goed betalen. En dan doen ze iets geks, deze mensen. In één woord, ze zijn niet goed wijs. Met z'n drieën gaan ze kijken naar kamertjes boven het kantoor. Stil zijn ze, alle drie. Want die meneer van Pinkster is bang dat het die jonge mensen tegen zal vallen. Rommelig is het daar boven en klein. En die jonge mensen zijn stil van hoop. Gelijk hebben ze, de mensen, die zeggen dat een stad 's nachts eigenlijk nooit rustig wordt, 't Loopt er altijd maar door. En wat gelukkig, dat er mensen met sleutels zijn, die zo maar hui zen kunnen ontsluiten. De straat raakt drie wandelaars kwijt, die zijn weer geborgen. Neen, het gaat toch niet. Je roen Akse raakt niet zijn be zwaren kwijt onder de preek. Zijn mond breekt open. Allen die Zijn Naam kennen moeten tong worden, jawel, het is zo! Wat heeft de Hemel aan stomme tongen? Niets En laat God hem stom omdat hij rijk is? Een ka meel door het oog van een naald, onbestaanbaar. Laat hij Volgens een correspondent van A.F.P. te Washington zouden president Truman en zijn minis ter van Buitenlandse Zaken, Marshall, binnenkort aan het congres verzoeken, zo spoedig mogelijk zich uit te spreken over een wetsontwerp dat ten doel heeft alle legers van het Weste lijk Halfrond met hetzelfde mate riaal uit te rusten en de opleiding van hoge officieren van de La tijns-Amerikaanse landen in de V.S. ter hand te nemen. Dit be sluit zou zijn genomen op advies van de speciale gemengde com missie van de departementen van Oorlog, Marine en Buitenlandse Zaken. Politieke kringen verkla ren, dat de republikein Vanden- Berk Marshall verzekerd heeft, alles te zullen doen om de repu blikeinen in het Congres te bewe gen, het wetsontwerp aan te ne men. Eisenhower en zee» invloed rijke Amerikanen hebben ver klaard, dat door dit wetsontwerp een einde zal worden gemaakt aan aan de bewapeningswedloop op het Westelijk Halfrond. Men is van mening, dat het besluit van Truman en Marshall de con ferentie van Rio de Janeiro, die waarschijnlijk in Juli gehouden zal worden, inluidt. Zoals men weet wil men op deze conferentie een verdrag voor de verdediging van het Wes telijk Halfrond tot stand bren gen. Amerikaanse waarnemers voor zien, dat Truman tijdens zijn aan staand bezoek aan Ottawa er bjj premier Mackenzie King op zal aandringen, indien hij niet offi cieel tot het verdrag van het Westelijk Halfrond wil toetreden, tenminste de wapenstandaardi satie te aanvaarden. Tenslotte is men van mening, dat de Ameri kaanse politiek op het Westelijk Halfrond voortaan zal zijn sa men te vatten in de uitspraak van Senator Vandenberg, dat „de verdediging van het Westelijk Halfrond een geheel moet vor men van de Noordpool tot Kaap Hoorn". Vliegtuig neergestort. Het wrak van een Philippijns legervliegtuig, dat Zondag in Mindanao was neergestort, is Donderdag gevonden. Het neergestorte toestel had 15 passagiers aan boord, die, naar men gelooft, allen om het leven zijn gekomen. maar naar zijn kantoor gaan. Hij is alleen geschikt voor de aarde en het hare, ook al geeft dat hem niet waar hij naar hongert en op hoopt. Een teleurgesteld mens loopt die middag van Pinksteren naar zijn zaak, zijn kantoor. Die twee jonge mensen daar boven, zij horen hem en denken direct aan onbevoegden. Samen gaan ze kijken en daar staat de baas zelf, groet hen afwezig. De jonge man grijpt zijn vrouw bij de arm en wil haar stil mee trekken. Maar zij, zij blijft staan, zij strijkt een lok haar terecht. Zij waagt een paar stappen voor uit naar die meneer voor zijn bureau. En hoor, haar mond breekt open en zij spuit uit al haar dankbaarheid aan God en mensen voor de hokjes daar bo ven: God heeft ons geholpen, hij heeft u in het hart gegeven Jeroen Akse verdwijnt stom van z(jn kantoor. Heeft hij dan toch met een simpele daad van Gods Voorzienigheid mogen ge- tuigen? Dit wonder, een kameel door het oog van een naald, neemt hem gevangen, hij fluit een psalm, 't Is toch 'geen ge zicht, een deftig heer fluitend over de straat

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 5