„Verplaatste personen",
Een zee van ellende.
Robbekol
Centraal-Bureau Tuinbouw-Veilingen.
ZEEUWSCH DAGBLAD
TWEEDE BLAD
Oneenigheid in Moskou.
De eeuwfeesten
te Holland-Michigan.
VOOR
SCHURFT-
8ESTRUDING
J. A. SPEELMAN
ll..llllllll..lül
«icftCEvn van vranjc
t)oc open Jo poort!
©c WaUrgeus Ksl DO®®* ©cn Sricl*
De a.s. opheffing van
het Britsche visum
Productie-kosten sterk gestegen.
Bedrijf steunt op zwakke basis.
Dam-Labyrinth.
ZATERDAG 29 MAART 1947 No. 506
Heofdkentcor L. Vorstscr., Goes.
Bijkantoren Middelburg, Rouaan-
sche Kaai; Vlissingen Walstraat;
Terneuzen Vlooswjjckstraat.
Er is nu al Jarenlang een ware volksverhuizing aan
den gang.
Dat is al begonnen In de eerste maanden van den
oorlog.
Duizenden Duitschers werden uit de Baltisohe landen
overgeplaatst naar Polen, waar men de bevolking ver
jaagd had en vermoord. ZIJ werden uit de sfeer waar
zij zich geheel thuis gevoelden opgejaagd en moesten
trachten zich in Polen een nieuwe toekomst t'e soheppen.
In het verdere verloop van den
oorlog werden ze gedwongen weg
te vluchten uit Polen en in Oost-
Pruisen zich een plaats te ver
overen. Maar ook hier werden ze
weer opgejaagd. En bij hen voeg
den zich geheele volksstammen
die bevreesd voor de Russen in
West-Duitschland een onderko
men zochten.
Een zee van ellende is over deze
menschen heengegaan.
In Moskou hebben thans de
„Groote Vier" zich met het vraag
stuk van deze z.g. D.P.'s bezig
gehouden, maar het blijkt een
vraagstuk te zijn, dat tot groote
oneenigheid dreigt te leiden.
Bidault heeft namens
Frankrijk een voorstel inge
diend om nog voor 1 Juli te
Parijs een conferentie over
het D.P.-probleem te hou-
Dezer dagen is in ons land ge
arriveerd Dr Albert Hyma, pro
fessor in de geschiedenis aan de
uniersiteit van Michigan.
Prof. Hyma, die ons land be
zoekt mede in verband met zijn
publicatie over Dr A. C. van
Raalte en de Hollandsche neder
zetting in Michigan, zal o.m. het
woord voeren voor de professoren
en studenten der Vrije Universi
teit te Amsterdam.
Hij is in het bezit van hem door
den kleinzoon van Dr van Raalte
ter hand gestelde 5000 nagelaten
papieren en van documenten van
den leider der emigranten van
1847.
Deze papieren zijn, blijkens me-
dedeeling van Prof. Hyma, nog
nimmer aan de openbaarheid prijs
gegeven en werpen een veelszins
nieuw licht op de figuur van van
Raalte en diens groote beteekenis.
Het oorspronkelijke huis van
van Raalte, „The red brick
house" staat nog steeds aan de
Fairbanks Avenu in de stad Hol
land en is thans tegelijk met de
documenten, aangekocht door den
uitgever Eerdmans te Grand Ra
pids, die aan het huis een cultu-
reele bestemming wil geven en er
o.m. een bibliotheek in wil onder
brengen teil dienste van de be
studeering van het Calvinisme.
Gebleken is dat van Raaite in
de jaren 18471870 een der voor
naamst pioniers in Noord Ame
rika was. Hoezeer het Congres
rekening met hem hield bewijst
he( feit dat het hem in den ioop
der jaren een millioen dollars toe
stond voor de haven van de stad
Holland.
Het ligt in de bedoeling, niet
alleen een tentoonstelling van Ne-
derlandsche kunstnijverheid te ar-
rangeeren, doch daarnaast tijdens
de feesten een „markt" in te rich
ten waar de Amerikanen Holland
sche producten kunnen koopen.
Van de hier te lande verschenen
tweedeelige historische roman
„Landverhuizers" van P. J. Ris-
seeuw, (zie ons nr. van j.I. Zater
dag), waarin de emigratie van
1847 en de stichting van de stad
Holland wordt beschreven, zal een
dezer dagen een tweede druk ver
schijnen.
FEUILLETON
door TRIX MARLAND.
17) o
Onder de oude, knoestige ap-
pelboomen zat Roibbekol op
een bank, die, zoo hier en daar
nog een glimp vertoonde van
de groene verf, waarmee ze in
betere dagen bedekt was ge
weest. Aan haar voeten lag in
deemoedige houding, als een
boetvaardig smeekeling, een
groote zwarte hond. Telkens
hief hij zijn kop op, als om
een blik uit haar oogen op te
vangen, een blik, die hem ver
telde, dat alles nu weer goed
was tusschen hen beiden. Maar
Robbekol keek hem niet aan;
een klein beetje straf had
„Boef" wel verdiend vond ze.
Bovendien had ze al haar aan
dacht noodig om de stopnaald
te volgen, die zich op-en-neer-
gattde een weg trachtte te ba
nen door den dikken grofwol-
len sok, dien Robbekol onder
■handen had. Zoo verdiept was
ze in haar werk, dat ze niet
merkte dat Lucy naderkwam.
Een poosje had Lucy bij het
tuinhekje stilgestaan om te kij
ken naar het romantische bijna
den. Alle landen, die geneigd
zijn om verplaatste personen
op te nemen, zouden aan die
bespreking moeten meedoen.
Frankrijk zou bereid zijn om
ongeveer een half millioen
Duitschers binnen zijn gren
zen te laten komen.
Maar zoo eenvoudig is de heele
kwestie niet. -Dat is gebleken uit
de felle verwijten, die Molotof
aan het adres van Engelscben en
Amerikanen richtte. Hij beschul
digde hen van beïnvloeding der
D.P.'s ten ongunste van de Sov
jet-Unie, zoodat bij zeer velen een
tegenzin zou zijn ontstaan om te-
rug te keeren naar de door de
Russen bezette gebieden. Hevig
verontwaardigd bleken de Mos-
kousche machthebbers ook te zijn
over het feit, dat den Russen niet
wordt toegestaan, in de D.P.-
kampen, die in de Amerikaansche
en Engelsche zones zijn gevestigd,
propaganda te voeren.
Onder D.P.'s vat men alle men
schen samen, die op het oogenblik
als gevolg van den oorlog ver
van hun vroegere woonplaatsen
zijn gehuisvest
Het gaat dus niet alleen om
Duitschers, maar evenzeer om
Polen, Hongaren, vluchtelingen
uit de Baltische landen en uit den
Balkan.
Langzamerhand is duidelijk ge
worden, dat de Sovjet-Unie den
terugkeer naar hun land van her
komst wenscht, omdat onder de
vluchtelingen vele arbeidskrachten
zijr., die hard noodig zijn. Het is
een feit, dat deze zelfde menschen
in de overbevolkte Engelsche en
Amerikaansche zones nooit aan
den slag zullen komen. Daarom is
er sprake van een nieuwe land
verhuizing.
Natuurlijk zouden de Russen
met leede oogen zien, als honderd
duizenden D.P.'s naar andere lan
den zouden stroomen, hetgeen een
nieuwe vlucht uit Duitschland zou
veroorzaken.
Dan immers zou de kans geheel
zijn verkeken om deze arbeids
krachten ooit in de onder Sovjet
invloed staande gebieden te werk
te stellen. Het is dus begrijpelijk,
dat omtrent de oplossing van het
D.P.-probleem schier onoverbrug
bare meeningsverschillen bestaan.
dan volgt onherroepelijk terug
zending.
De Engelsche regeering ver
leent gaarne alle mogelijke mede
werking voor het reizen naar En
geland, maar men zal zich er dui
delijk rekenschap van dienen te
geven, dat door de aanschaffing
van visa, Nederlandsche onder
danen, die zich naar Engeland
willen begeven, niet worden
ontheven van de Engelsche wetten
cn bepalingen betreffende het bin
nenkomen, het verblijf (tijdelijk
of permanent) er. het aanvaarden
van een werkgelegenheid of het
beklceden van betrokkingen door
buitenlanders in Engeland.
Men moet bijvoorbeeld in het
bezit zijn van een vergunning van
het Engelsche ministerie van den
Arbeid, om in Engeland een be
trekking te aanvaarden en men zal
er dus goed aan doen, bij het ma
ken van een reis naar Engeland
naast een geldig Nederlandsch
paspoort een uitnoodiging mede te
nemer; van familieleden of vrien
den in Engeland, teneinde ten be
hoeve van den- Immigratie-officiet
te kunnen aantoonen, voor welk
doel men naar Engeland gaat.
Zakenlieden zullen er goed aan
doen, bewijsstukken van Engel
sche relaties welke men wenscht
te bezoeken bij zich te hebben
MONIIIA .ETC
VRAAGT U/TVOER/GE
m/CHMGEN
Qseptofbbriek- Delft
5 l'JNEH
Verkrijgbaar bij:
GOES Telefoon 2108
(Ingez. Med.)
DE HUISORDE VAN
ORANJE.
De Kotaingin heeft besloten, dat
de huisorde van Oranje wordt
verloren door hen, die door geest
of houding de vaderlandsche
zaak gedurende de oorlogsjaren
19401945 hebben geschaad.
Op grond van dit besluit heeft
de Koningin haar besluit van 14
April 1913, waarbjj aan den heer
W. Mengolberg de eere-medaille
voor kunst en wetenschap in goud
van de huisorde van Oranje werd
toegekend, ingetrokken, i
DE VAARROUTE LANGS
TERSCHELLING.
Naar aanleiding van de berich
ten over enkele schepen, die in
de omgeving van Terschelling op
mijnen geloopen zijn, deelt de
marinevoorlichtingsdienst nog
mede, dat als voornaamste oor
zaak moet worden aangemerkt:
de schade, die door den ijsgang
is toegebracht aan de bebakening
van het geveegde vaarkanaal.
De scheepvaart was hiervan her
haaldelijk op do hoogte gesteld.
Tal van boeien z(jn verdwenen
en dit bemoeilijkt uiteraard de
navigatie, vooral by mistig weor,
wanneer geen Uustpelliugon kun
nen wurden genomen, Het loods
wezen hoeft een begin gemaakt
met het horplaatsen van boeien,
doch dit werk wordt belommerd
door gebrek aan materiaal en
doordat hot alloon bij gunstig
weer uitgevoerd kan worden.
De X.R.R.A, (International rou
ting and reporting association)
heeft thans aan de scheepvaart
geadviseerd deze route, welke
langs onze kust loopt, en ver-
binding gcefl met het Bheler-
kanaal en Hamburg niet te
gebruiken.
In de industriestad Oremona,
80 K.M. van Milaan, is een sta
king uitgebroken als protest tegen
de „onbestreden wederopstanding
van het fascisme".
ï|llllieU||filllR(|lliai|aallll|
(Van onzen correspondent).
Het kan niet anders of bij het vernemen van de plaats
naam Den Briel moet er in de harten van alle oprechte
Vaderlanders iets omgaan'. Den Briel, bakermat van onze
volksvrijheid! Wie zou ooit aan die stad kunnen denken
zonder tevens te peinzen over het groote goed der
vrijheid?
Naar wij van de visa-afdeeling
van de Britsche ambassade te
's-Gravenhage vernemen, is uit
Londen officieel bericht ontvan
gen van de a.s. opheffing van het
Britsche visum voor Nederland.
Deze gaat in op 15 April a.s maar
er moet op worden gewezen, dat
dit nog niet beteek :nt, dat een
geheel vrij en onbelemmerd reizen
naar Engeland zal kunnen plaats
hebben.
I Het zwaartepunt van 'het ver-
leenen van toestemming, Enge-
land te betreden, wordt in prin
cipe verlegd van de Britsche visa-
afdeeling te Den Haag naar den
immigratie-officier van de plaats
van aankomst in Engeland.
Indien de immigratie-of ficier
van meening is, dat een bezoek
aan Engeland niet is gemotiveerd,
sprookjesachtige tafereeltje,
dat Robbekol's tuin en haar
huisje boden met de gele,
witte en rose stokrozen, die
bijna tot aan de dakgoot, waar
van de bleekblauwe weelderige
trossen wistaria droomerig af
hingen. En dan Robbekol zelf,
met haar helrooden hoofddoek
om het grijze haar, op de bank
onder die oude appelboomen,
met den grooten hond aan haar
voeten. Uit de verte leek het
een prentje uit een vertel el-
boek, vond Lucy. Dichterbij
vie[en de bossen brandnetels en
allerlei onkruid, dat overal
groeide te veel .in het oog. Het
grasveld was bezaaid met paar-
denbloemen, als 'met gouden
zonnetjes. Hier en daar waren
ze reeds tot asohgrijze pluis-
balletjes uitgebrand en van
enkelen was alleen een naak
ten, vuil-witten stamper miet
treurig verlept-hangende kelk
blaadjes overgebleven. Maar
uit de verte was het een idyl
lisch plekje. Een vredige rust
scheen er te hangen, die Lucy
altijd w.eer prettig aandeed
Lucy kwam dichterbij.
„Óma'tje", riep ze,
Robbekol schrok even een
beetje.
„Oh", zei ze verbaasd, en
meteen blij verrast toen. ze
Natuurlijk wordt op den eersten
April van dit jaar het feit her
dacht, dat Erielle 375 jaar tevoren
van het juk der Spanjaarden werd
verlost. Met het oog op deze her
denking hebben wij een kijkje ge
nomen in het Hollandsche stadje
op welks stadhuis met «enigen
trotsch de woorden „Libertatis
Prlmitiae" (De eerstelingen der
vrijheid) te lezen staan.
Om in Den Briel te komen,
hebben we niet de route van de
watergeuzen in 1572 gevolgd.
Maar we zijn heel prozaïsch te
Rotterdam in de stoomtram ge
stapt, die ons puffend binnen an
derhalf uur voor de poorten van
Coppelstock's stad afzette.
Den Briel is wat omvang be
treft weinig gegroeid. De straten
en sloppen (zoo noemt men daar
de steegjes) uit 1572 zijn er groo-
fendeels nog. En men kan geen
vijf minuten in Brielle wandelen
of de herinnering aan den dag
dat Alva „zijn bril verloor" komt
al boven. Hier zien we het „geu-
zengesticht Wilhelmus van Nas-
sauen"; het prijkt in zijn gevel
met de beeltenis van eer robusten
watergeus en bevat de woorden
„pro patria", een van de wapen
spreuken der geuzen „voor het
vaderland". Daar ontwaren we de
Geuzenstraat. Verderop wandelen
we langs de sigarenfabriek „De
watergeus". Blijkbaar zijn de
Briellenaren verstokte rookers
want in een nevengelegen straat
verkondigt een uithangbord, dat er
„Coppelstock-sigaren" bestaan.
Voor het in 1872 geopende asyl
voor ouden van dagen verheft zich
een jongedame-in-steen, dat is het
vrijheidsbeeld. En op den voor
gevel van de Gereformeerde kerk
is het jaartal 1 April 1872 gehecht
Lucy herkende, „ben jij het?"
„Mag ik bij u op de bank
gaan zitten.?" vroeg Lucy.
„Ja, maar natuurlijk, mijn
kind", zei Oma'tje.
„U zit hier zoo gezellig,
Oma'tje", ging Lucy verder,
„en u moest eens weten hoe
leuk uw huisje daar ligt, uit de
verte gezien met al die bloe
men er omheen, en dan u er
voor, op de bank. Ik heb een
heel poosje stilletjes maar staan
kijken."
„Ben je niet warm?',', vroeg
Robbekol. „Wacht ik zal iets
voor je halen. Ik heb limonade
voor je". „Doe geen moeite,
Oma'tje", zei Lucy. Maar Rob
bekol was al opgestaan. Ze
legde haar dikke sok op de
bank neer en liep naar huis.
Lucy zag dat ze hinkte. Straks
eens vragen. Ze nam Robbe
kol's handwerk op en zette het
voort.
De wind streek, als met voor-
zichtigen adem langs haar
hoofd, ritselde even in de ap
pelboomen, deed de stokrozen
en de laburnum-trossen even
speelsch wiegelen, als had hij
plezier in dit tooneeltje.
Robbekol kwam terug met
een glas grenadine. Dat had
ze speciaal voor Lucy in huis.
Zelf dronk ze nooit zoo iets.
fnet de spreuk „Si Deus pro nobis,
quis contra nos?", hetwelk over
gezet zijnde beteekent „Zoo God
voor ons is, wie zal tegen ons
zijn". Ja, dat was inderdaad de
achtergrond van het gebeuren in
1572.
De vlootvoogd der geuzen,
hij maakt geen accoord.
Dat zijn dan alleen nog maar
de herinneringen, die min of meer
onopzettelijk opdoemen. Er zijn
ook enkele monumenten, welke
den bezoeker zeer speciaal verwij
zen naar 1 April 1572.
In de eerste plaats het gedenk-
teeken op de plek waar de geu
zen op Dinsdagavond 1 April met
een scheepsmast de Noordpoort
rameiden. We hebben eenige
oogenblikken op die plaatsen ge
staan. Buiten de stad en geheel
Het herinneringsmonument op de
resten van den muur, welke eens
door de watergeuzen bestormd
werd.
omgeven door later aangebrachte
bastions vinden we de fundamen
ten van de poort. Er is nog een
stuk straat te zienhet mos groeit
er weelderig tusschen de keien.
Op die plaats zetten we ons tot
nadenken. Het is er doodstil. Vo
gels piepen in de omgeving en ver
weg kraait een- haan. Op dit ter
rein onthulde H. M. de Koningin
in 1922 het schamele gedenktee-
1 ken. En hier geviel het dus, dat
de geuzen binnendrongen.
Hoe was het ook weer? De
geuzen waren zelf ook verrast
door de inneming van de stad. Ze
haddeq er geen plannen voor ge-
maakt. Doch eenmaal op den
j Maasmond was het wel zeer aan
trekkelijk Alva dezen poets .te
bakken. Door bemiddeling van den
dapperen veerman Jan Pieters
zoon Coppelstock kwam het con
tact met de vroedschap van Brielle
tot stand. „Hij vordert Den Briel
of uw val", heeft Coppelstock
wellicht uitgeroepen op het stad
huis. En ongetwijfeld toonde de
veerman den ring dien een der
geuzenaanvoerders, Blois van
Treslong, hem als bewijsstuk had
medegegeven.
Nu is er over Den Briel het
volgende gezegde in omloop:
„Eerst eten, zeggen ze in Brielle".
Aan dat devies gaven de schepe
nen der stad, voor zoover ze niet
gevlucht waren, gehoor. Ze talm
den, ook al betoogde Coppelstock
met vuur „Dit is 't bevel van Lu-
mey op mijn eer. En burgers, nu
baat u geen tegenstand meer". Ze
bleven aarzelen. Maar intusschen
handelden de geuzen. Weldra
beukte de scheepsmast op de
Noordpoort en op dien onvergete-
lijken lente-avond drong het
scheepsvolk de veste binnen. Zon
der het te weten hadden die man
nen, „kloek en vol vuur" ook de
poort naar de Nederlandsche zelf
standigheid geopend.
Slaat op ten trommele.
Daarmede was de affaire niet
ten einde. De Spanjaarden berst
ten van nijd en rukten weldra op
Lucy hoorde haar voetstap en
keek op. Weer zag ze, dat
Oma'tje hinkte en ook dat het
haar pijn deed en ze zich er te
gen verzette.
„Hier 'kind, je lievelings
drank", bood Robbekol het glas
met de roode vloeistof aan.
„Lieve Oma'tje, bedankt
hoor. Kinderlijke smaak heb ik
hè? Maar vertel eens gauw hoe
het komt, dat U zoo hinkt?
En het doet .pijn ook hè?"
,,'n Beetje pijn, dat gaat wel
weer over hoor, niets erg,"
„Maar hoe komt dat, Oma'tje",
drong Lucy aan.
„Och, hij kan 't niet helpen",
zei Oma'tje raadselachtig.
Wie hij?"
„Boef."
„Wat heeft Boef gedaan?
Zeker tegen U opgesprongen."
„Ja, vanmorgen, hij was zoo
wild en ik zei „Af, af". Maar
hij wilde gewoon niet luiste
ren en toen viel ik, daar." Ze
wees naar het straatje van gele,
uitgesleten klinkers. „Op m'n
heup", en ik kon eerst niet
overeind komen van de pijn."
„Oh, oh, die Boef."
Boef keek op; nog steeds
schuldbewust leek het wel.
„Ja, jij", zei Lucy tegen hem,
„Hij kan 't niet helpen, hij
kent z'n eigen kracht niet",
verdedigde Robbekol haar lie
veling.
„Maar Oma'tje", zei Lucy,
„dat kan zoo toch niet, hoor.
U zou een ongeluk krijgen zon
der dat er iemand was om U
te helpen". Ze wachtte even.
Een denkrimpeltje groefde zich
in haar blanke voorhoofd.
„Weet U wat, Oma'je", zei ze
blij, dat ze een oplossing wist.
Ik koop Boef van U dan
weet U waar hij is en U leunt
altijd naar hem komen kijken,
en ik heb gezelschap om mee
te gaan wandelen ais Floris
niet thuis is (en dat is heel
dikwijls). En Oma'tje, als ik U
opzoek, dan breng ik Boef
mee."
Boef was opgesprongen, ge
animeerd door de blijde toon
in Lucy's stem. In afwachting
keek hij haar aan. De vrouw
was zóó sitil tegen hem ge
weest, den geheelen dag; hij
was er somber van en nu deed
deze verandering hem goed.
Zoo leek het tenminste.
„Kijk", zei Robbekol, „hij
begrijpt je geloof ik, en hij
wil wel, dat zie ik aan hem."
Robbekol schreef haar die
ren een vrijwel menschelijk
denkvermogen toe.
(Wordt vervolgd.)
naar het land van Voorne-Putten.
Toen heeft het er nog even om
gespannen. „Vive les geux, houdt
fraaien moed", zal men elkander
toegevoegd hebben. Hadde er in
die dagen niet een zekere Rochus
Meeuwsz. geleefd, het behoud van
Brielle was naar den mensch ge
sproken, uitgesloten geweest. Ro
chus hakte temidden van het
strijdgewoel het Maerlandsche
sluisje door. Tengevolge hiervan
stroomde het water over de lage
landen. De Spanjaarden vluchtten
hals over kop,
Den Briel was en bleef in han
den der geuzen.
Zoowel Coppelstock als
Meeuwsz, zijn natuurlijk niet
toen ze leefden geëerd. Voor
Coppelstock is een monument ver-
rezena. Het staat er thans bescha
digd, De hand met den ring van
Treslong ontbreekt aan het beeld,
Voor Rochus Meeuwsz. is een
gedenkraam onthuld in de Catha-
rijnekerk, het bedehuis, dat ter
stond na de inneming van Den
Briel ter beschikking van de nye
leere kwam.
Vive les geux,
wiit christelijk leven.
Als we de stad verlaten aan
Maassluische zijde dan houden we
lang den Catharijnetoren in zicht.
Machtig verheft de stompe reus
zich over het Voornsche land.
Zoo hebben de geuzen hem ook
gekend. Baken van onze vrijheid,
die tve nu meer waardeeren dan
ooit.
Prof. Verzijl en Prof.
Posthuma keeren terug.
De adviseurs van de commissie
generaal, prof. Verzijl cn prof,
Posthuma, zijn gisterochtend per
Skymaster uit Batavia naar Ne
derland vertrokken,
Het Centraal Bureau voor
Tuinbouwveilingen hield te
Utrecht zijn algemeene jaarverga
dering.
In zijn openingswoord verwel
komde de aftredende voorzitter,
de beer J. Barendsc, Ir. W. v d.
Plassche, den vertegenwoordiger
van den minister van Landbouw,
en zeidc dat in het afgeloopen jaar
weer een groote mate van vrij
heid is verleend bij den afzet van
het tuinbouwproduct.
De productiekosten zijn
zoo geweldig gestegen, dat
het tuinbouwbedrijf overge
voelig is geworden voor
tegenslagen, die de onder
nemers duidefijk voor oogen
stellen, op welke wrakke ba
sis hun bedrijf steunt.
De ondergang van Duitschland
zou een zware slag beteekenen
voor den afzet van Nederlandsche
tuinbouwproducten en er is niar
gestreefd om dit land voor Invoer
van deze producten open te krij
gen. Hierdoor is een bodem in de
markt bereikt en vrije prijzen
naar boven. Naar bijna alle andere
landen, die vroeger afzetgebeid
waren, zijn in meerdere of min
dere mate onze producten weer
verzonden. Spreker noemde ten
slotte de vooruitzichten verre van
helder.
Het bestuursvoorstel tot een
heffing van 1 procent van de om
zetten van de leden op de veiling,
ter vorming van een afzetfonds,
werd door de vergadering aange
nomen, evenals een bestuursvoor
stel, waarin het bestuur gemach
tigd wordt tot het vaststellen van
de minimumprijzen en tot het op
leggen van een boete bij nict-
handhaving van deze prijzen tot
f 1000.— per overtreding.
Besloten werd aan den minister
een motie ter kennis te brengen,
waarin het verzoek vervat ligt om
de afzetregeling 1946 ten spoedig
ste ook voor 1947 van kracht te
1 willen verklaren, onder mededee-
ling aan den minister, dat het
Centraal Bureau zoo noodig be
reid is, om, ten einde de mogelijk-
heid van export naar Duitschland
te verkrijgen, in het financieel
risico van een dergelijke transactie
te participeeren.
Redacteur: H. M- Slobbekoora,
Oostrfngrel 60 a, Goes.
Oplossing prijsvraag proble
men E. A. Schuitema.
No. 1. Zw. 8, 18, 23, 26, 28.
Wit: 29 (36-39).
37—32, 32x3, 3-20, 20-14,
14—37, 36X27.
No. 2. Zw.: (7—10), 14, 17,
19, 20, 24, 36.
Wit: 18, 29, 30, 33. 34, 35, 41,
43, 45.
43-39, 29—23, 45X34, 30X19,
39—33, 35X22.
Goede oplossingen ontvangen
van:
Q J. Clément, Kamperland J
A. W. Beukema, Goes; J. J. Bis
schop, Goes; D. Kardol, Zierik-
zee; S. Blaas, Aagtekerke; Joh.
v. d. Werf, Renesse; B. Schreu-
der, Goes; J. v. d. Meulen, Vlis
singen; P. Lipleijn, Goes; J. J.
Brakman, Groede; Jaap Krijger,
Middelburg; J. J. Strooband,
Middelburg; A. Hollebrandse, St.
Laurens; J. B. Koch, O.-Sou-
burg; G. de Jager, Nieuwdorp;
K. Besuijen, ColijnsplaatD. v.
d. Kreeke, Breda; J. M. Schrij
ver, Goes; A. Labruljère, Tholen;
M. Kooman, KrabbendijkeA.
M. Geluk, Thoien; M. J. Leen-
dertse, Kamperland; J. F. Do-
minicus, Nieuwdorp; P. Deurloo,
Nieuwdorp; L. A. Goedegebuure,
St. Annaland; R. Rijkse, Yerse-
ke; Joh. de Smet, IJzendijke; F.
Walhout, Nieuwdorp; Dr C.
Griep, Goes; C. M. Uyl, Poort
vliet; C. den Engelsman, Bergen
op Zoom; A. Cornelisse, Middel
burg; J. Sinke Kloetinge; J. J.
Boone, Kruiningen; L. Treiller,
DomburgJ. Maring, G— en W.-
Souburg; D. de Hullu, Oostburg;
J. A. v. Dixhoorn, IJmuiden; G.
Wattel, OostkapclleW. Ooster
ling, GroedeJ. Poppe, Hoek van
Holland.
De auteur is tevreden over bet
aantal inzendingen, ik meende
haast te zeggen, hoe meer roo-
kertjes hoe meer oplossers.
De loting verricht door dhr
Schuitema, bracht als winnaar D.
v. d. Kreeke, Breda.
Correspondentie:
J. v. d. M. te V. Ik zal er eens
navraag naar doen.
A. W. B. te G. Het was niet
onopgemerkt gebleven. Ik heb
alles nagekeken, echter tevergeefs.
P. v. d. K. te B. Mag ik nog
lets van U hooren?
B. S. te Goes. Ik zal probeeren,
een enkele meer te geven. Elk
wat wils. Er zijn nog meer goede
stappen te doeni
C. M. U. te P. Is er ter plaat
se ook een damverceniging?
D. H. te O. Briefkaart 7/ ets
frankeeren.
A. M. 'G. te Th. M. F. de J.
Heeft U zeker al geschreven.
W. O. te G. Dat is zeker een
prestatie.
O. G. v. d. V. te A. Met dank.
Damnieuws.
De persl. 'kampioenschappen
voor Zeeland zijn weer hervat,
na uitgesteld geweest te zijn door
de slechte verbindingen.
P, Ghestem, wereldkampioen
(Frankrijk), heeft de uitdaging
van de Ned. kampioen R. C. Kei
ler aanvaard. Hij stelt voor 20
partijen te spelen in Mei-Juni;
De titel van wereldkampioen
geldig tot 1 Jan. 1948. Daarna
er om te laten spelen door den
internationalen Dambond.
Luik (België) zal met Paschen
in Zeeland spelen tegen het
Zeeuwsche tiental om de Maas-
Schelde wissetbeker.
Ter oplossing bieden wij aan.
Auteur O, G. v. Veen, Alkmaar.
Zw. 8, 11, 14, 16, Z4, 30, 36, 40.
Wit 18, 26, 37, 41, 42, 43,
46, 50.
Wit begint en wint
Uit een partij van onze Luik-
scbe damvrienden.
FALLA.
Dequeé.
Zw. 8, 13, 14, 18, 21, 35.
Wit 24, 28, 32, 38, 42, 43, 44.
32—27
21X23
24—19
13X24
44-40
35X44
43—39
44X33
38X9
23—29
9—3
8-13
3—25
18—22 (A.B.C.)
25—30
13-18
30—39
22—27
39-48
18—23
48—25
23—28
25—48
winti
A.
18—23
25—39
13—19
42—38
19—24
38—32
wint.
B
13—19
25-30
19—23
30—39
C
29—33
2548
wint
Zoojuist vernemen we, dat uit
Luik te wachten zijn: Vaessen,
Demesmarker, Jungen, v. d. Ber
ge, Hamacher, Dequeé, Brangs,
Winters, van Impe, Reners,
Crochet, Rossuis.
Tot de volgende week. S.