„Verplaatste personen", Een zee van ellende. Robbekol Centraal-Bureau Tuinbouw-Veilingen. ZEEUWSCH DAGBLAD TWEEDE BLAD Oneenigheid in Moskou. De eeuwfeesten te Holland-Michigan. VOOR SCHURFT- 8ESTRUDING J. A. SPEELMAN ll..llllllll..lül «icftCEvn van vranjc t)oc open Jo poort! ©c WaUrgeus Ksl DO®®* ©cn Sricl* De a.s. opheffing van het Britsche visum Productie-kosten sterk gestegen. Bedrijf steunt op zwakke basis. Dam-Labyrinth. ZATERDAG 29 MAART 1947 No. 506 Heofdkentcor L. Vorstscr., Goes. Bijkantoren Middelburg, Rouaan- sche Kaai; Vlissingen Walstraat; Terneuzen Vlooswjjckstraat. Er is nu al Jarenlang een ware volksverhuizing aan den gang. Dat is al begonnen In de eerste maanden van den oorlog. Duizenden Duitschers werden uit de Baltisohe landen overgeplaatst naar Polen, waar men de bevolking ver jaagd had en vermoord. ZIJ werden uit de sfeer waar zij zich geheel thuis gevoelden opgejaagd en moesten trachten zich in Polen een nieuwe toekomst t'e soheppen. In het verdere verloop van den oorlog werden ze gedwongen weg te vluchten uit Polen en in Oost- Pruisen zich een plaats te ver overen. Maar ook hier werden ze weer opgejaagd. En bij hen voeg den zich geheele volksstammen die bevreesd voor de Russen in West-Duitschland een onderko men zochten. Een zee van ellende is over deze menschen heengegaan. In Moskou hebben thans de „Groote Vier" zich met het vraag stuk van deze z.g. D.P.'s bezig gehouden, maar het blijkt een vraagstuk te zijn, dat tot groote oneenigheid dreigt te leiden. Bidault heeft namens Frankrijk een voorstel inge diend om nog voor 1 Juli te Parijs een conferentie over het D.P.-probleem te hou- Dezer dagen is in ons land ge arriveerd Dr Albert Hyma, pro fessor in de geschiedenis aan de uniersiteit van Michigan. Prof. Hyma, die ons land be zoekt mede in verband met zijn publicatie over Dr A. C. van Raalte en de Hollandsche neder zetting in Michigan, zal o.m. het woord voeren voor de professoren en studenten der Vrije Universi teit te Amsterdam. Hij is in het bezit van hem door den kleinzoon van Dr van Raalte ter hand gestelde 5000 nagelaten papieren en van documenten van den leider der emigranten van 1847. Deze papieren zijn, blijkens me- dedeeling van Prof. Hyma, nog nimmer aan de openbaarheid prijs gegeven en werpen een veelszins nieuw licht op de figuur van van Raalte en diens groote beteekenis. Het oorspronkelijke huis van van Raalte, „The red brick house" staat nog steeds aan de Fairbanks Avenu in de stad Hol land en is thans tegelijk met de documenten, aangekocht door den uitgever Eerdmans te Grand Ra pids, die aan het huis een cultu- reele bestemming wil geven en er o.m. een bibliotheek in wil onder brengen teil dienste van de be studeering van het Calvinisme. Gebleken is dat van Raaite in de jaren 18471870 een der voor naamst pioniers in Noord Ame rika was. Hoezeer het Congres rekening met hem hield bewijst he( feit dat het hem in den ioop der jaren een millioen dollars toe stond voor de haven van de stad Holland. Het ligt in de bedoeling, niet alleen een tentoonstelling van Ne- derlandsche kunstnijverheid te ar- rangeeren, doch daarnaast tijdens de feesten een „markt" in te rich ten waar de Amerikanen Holland sche producten kunnen koopen. Van de hier te lande verschenen tweedeelige historische roman „Landverhuizers" van P. J. Ris- seeuw, (zie ons nr. van j.I. Zater dag), waarin de emigratie van 1847 en de stichting van de stad Holland wordt beschreven, zal een dezer dagen een tweede druk ver schijnen. FEUILLETON door TRIX MARLAND. 17) o Onder de oude, knoestige ap- pelboomen zat Roibbekol op een bank, die, zoo hier en daar nog een glimp vertoonde van de groene verf, waarmee ze in betere dagen bedekt was ge weest. Aan haar voeten lag in deemoedige houding, als een boetvaardig smeekeling, een groote zwarte hond. Telkens hief hij zijn kop op, als om een blik uit haar oogen op te vangen, een blik, die hem ver telde, dat alles nu weer goed was tusschen hen beiden. Maar Robbekol keek hem niet aan; een klein beetje straf had „Boef" wel verdiend vond ze. Bovendien had ze al haar aan dacht noodig om de stopnaald te volgen, die zich op-en-neer- gattde een weg trachtte te ba nen door den dikken grofwol- len sok, dien Robbekol onder ■handen had. Zoo verdiept was ze in haar werk, dat ze niet merkte dat Lucy naderkwam. Een poosje had Lucy bij het tuinhekje stilgestaan om te kij ken naar het romantische bijna den. Alle landen, die geneigd zijn om verplaatste personen op te nemen, zouden aan die bespreking moeten meedoen. Frankrijk zou bereid zijn om ongeveer een half millioen Duitschers binnen zijn gren zen te laten komen. Maar zoo eenvoudig is de heele kwestie niet. -Dat is gebleken uit de felle verwijten, die Molotof aan het adres van Engelscben en Amerikanen richtte. Hij beschul digde hen van beïnvloeding der D.P.'s ten ongunste van de Sov jet-Unie, zoodat bij zeer velen een tegenzin zou zijn ontstaan om te- rug te keeren naar de door de Russen bezette gebieden. Hevig verontwaardigd bleken de Mos- kousche machthebbers ook te zijn over het feit, dat den Russen niet wordt toegestaan, in de D.P.- kampen, die in de Amerikaansche en Engelsche zones zijn gevestigd, propaganda te voeren. Onder D.P.'s vat men alle men schen samen, die op het oogenblik als gevolg van den oorlog ver van hun vroegere woonplaatsen zijn gehuisvest Het gaat dus niet alleen om Duitschers, maar evenzeer om Polen, Hongaren, vluchtelingen uit de Baltische landen en uit den Balkan. Langzamerhand is duidelijk ge worden, dat de Sovjet-Unie den terugkeer naar hun land van her komst wenscht, omdat onder de vluchtelingen vele arbeidskrachten zijr., die hard noodig zijn. Het is een feit, dat deze zelfde menschen in de overbevolkte Engelsche en Amerikaansche zones nooit aan den slag zullen komen. Daarom is er sprake van een nieuwe land verhuizing. Natuurlijk zouden de Russen met leede oogen zien, als honderd duizenden D.P.'s naar andere lan den zouden stroomen, hetgeen een nieuwe vlucht uit Duitschland zou veroorzaken. Dan immers zou de kans geheel zijn verkeken om deze arbeids krachten ooit in de onder Sovjet invloed staande gebieden te werk te stellen. Het is dus begrijpelijk, dat omtrent de oplossing van het D.P.-probleem schier onoverbrug bare meeningsverschillen bestaan. dan volgt onherroepelijk terug zending. De Engelsche regeering ver leent gaarne alle mogelijke mede werking voor het reizen naar En geland, maar men zal zich er dui delijk rekenschap van dienen te geven, dat door de aanschaffing van visa, Nederlandsche onder danen, die zich naar Engeland willen begeven, niet worden ontheven van de Engelsche wetten cn bepalingen betreffende het bin nenkomen, het verblijf (tijdelijk of permanent) er. het aanvaarden van een werkgelegenheid of het beklceden van betrokkingen door buitenlanders in Engeland. Men moet bijvoorbeeld in het bezit zijn van een vergunning van het Engelsche ministerie van den Arbeid, om in Engeland een be trekking te aanvaarden en men zal er dus goed aan doen, bij het ma ken van een reis naar Engeland naast een geldig Nederlandsch paspoort een uitnoodiging mede te nemer; van familieleden of vrien den in Engeland, teneinde ten be hoeve van den- Immigratie-officiet te kunnen aantoonen, voor welk doel men naar Engeland gaat. Zakenlieden zullen er goed aan doen, bewijsstukken van Engel sche relaties welke men wenscht te bezoeken bij zich te hebben MONIIIA .ETC VRAAGT U/TVOER/GE m/CHMGEN Qseptofbbriek- Delft 5 l'JNEH Verkrijgbaar bij: GOES Telefoon 2108 (Ingez. Med.) DE HUISORDE VAN ORANJE. De Kotaingin heeft besloten, dat de huisorde van Oranje wordt verloren door hen, die door geest of houding de vaderlandsche zaak gedurende de oorlogsjaren 19401945 hebben geschaad. Op grond van dit besluit heeft de Koningin haar besluit van 14 April 1913, waarbjj aan den heer W. Mengolberg de eere-medaille voor kunst en wetenschap in goud van de huisorde van Oranje werd toegekend, ingetrokken, i DE VAARROUTE LANGS TERSCHELLING. Naar aanleiding van de berich ten over enkele schepen, die in de omgeving van Terschelling op mijnen geloopen zijn, deelt de marinevoorlichtingsdienst nog mede, dat als voornaamste oor zaak moet worden aangemerkt: de schade, die door den ijsgang is toegebracht aan de bebakening van het geveegde vaarkanaal. De scheepvaart was hiervan her haaldelijk op do hoogte gesteld. Tal van boeien z(jn verdwenen en dit bemoeilijkt uiteraard de navigatie, vooral by mistig weor, wanneer geen Uustpelliugon kun nen wurden genomen, Het loods wezen hoeft een begin gemaakt met het horplaatsen van boeien, doch dit werk wordt belommerd door gebrek aan materiaal en doordat hot alloon bij gunstig weer uitgevoerd kan worden. De X.R.R.A, (International rou ting and reporting association) heeft thans aan de scheepvaart geadviseerd deze route, welke langs onze kust loopt, en ver- binding gcefl met het Bheler- kanaal en Hamburg niet te gebruiken. In de industriestad Oremona, 80 K.M. van Milaan, is een sta king uitgebroken als protest tegen de „onbestreden wederopstanding van het fascisme". ï|llllieU||filllR(|lliai|aallll| (Van onzen correspondent). Het kan niet anders of bij het vernemen van de plaats naam Den Briel moet er in de harten van alle oprechte Vaderlanders iets omgaan'. Den Briel, bakermat van onze volksvrijheid! Wie zou ooit aan die stad kunnen denken zonder tevens te peinzen over het groote goed der vrijheid? Naar wij van de visa-afdeeling van de Britsche ambassade te 's-Gravenhage vernemen, is uit Londen officieel bericht ontvan gen van de a.s. opheffing van het Britsche visum voor Nederland. Deze gaat in op 15 April a.s maar er moet op worden gewezen, dat dit nog niet beteek :nt, dat een geheel vrij en onbelemmerd reizen naar Engeland zal kunnen plaats hebben. I Het zwaartepunt van 'het ver- leenen van toestemming, Enge- land te betreden, wordt in prin cipe verlegd van de Britsche visa- afdeeling te Den Haag naar den immigratie-officier van de plaats van aankomst in Engeland. Indien de immigratie-of ficier van meening is, dat een bezoek aan Engeland niet is gemotiveerd, sprookjesachtige tafereeltje, dat Robbekol's tuin en haar huisje boden met de gele, witte en rose stokrozen, die bijna tot aan de dakgoot, waar van de bleekblauwe weelderige trossen wistaria droomerig af hingen. En dan Robbekol zelf, met haar helrooden hoofddoek om het grijze haar, op de bank onder die oude appelboomen, met den grooten hond aan haar voeten. Uit de verte leek het een prentje uit een vertel el- boek, vond Lucy. Dichterbij vie[en de bossen brandnetels en allerlei onkruid, dat overal groeide te veel .in het oog. Het grasveld was bezaaid met paar- denbloemen, als 'met gouden zonnetjes. Hier en daar waren ze reeds tot asohgrijze pluis- balletjes uitgebrand en van enkelen was alleen een naak ten, vuil-witten stamper miet treurig verlept-hangende kelk blaadjes overgebleven. Maar uit de verte was het een idyl lisch plekje. Een vredige rust scheen er te hangen, die Lucy altijd w.eer prettig aandeed Lucy kwam dichterbij. „Óma'tje", riep ze, Robbekol schrok even een beetje. „Oh", zei ze verbaasd, en meteen blij verrast toen. ze Natuurlijk wordt op den eersten April van dit jaar het feit her dacht, dat Erielle 375 jaar tevoren van het juk der Spanjaarden werd verlost. Met het oog op deze her denking hebben wij een kijkje ge nomen in het Hollandsche stadje op welks stadhuis met «enigen trotsch de woorden „Libertatis Prlmitiae" (De eerstelingen der vrijheid) te lezen staan. Om in Den Briel te komen, hebben we niet de route van de watergeuzen in 1572 gevolgd. Maar we zijn heel prozaïsch te Rotterdam in de stoomtram ge stapt, die ons puffend binnen an derhalf uur voor de poorten van Coppelstock's stad afzette. Den Briel is wat omvang be treft weinig gegroeid. De straten en sloppen (zoo noemt men daar de steegjes) uit 1572 zijn er groo- fendeels nog. En men kan geen vijf minuten in Brielle wandelen of de herinnering aan den dag dat Alva „zijn bril verloor" komt al boven. Hier zien we het „geu- zengesticht Wilhelmus van Nas- sauen"; het prijkt in zijn gevel met de beeltenis van eer robusten watergeus en bevat de woorden „pro patria", een van de wapen spreuken der geuzen „voor het vaderland". Daar ontwaren we de Geuzenstraat. Verderop wandelen we langs de sigarenfabriek „De watergeus". Blijkbaar zijn de Briellenaren verstokte rookers want in een nevengelegen straat verkondigt een uithangbord, dat er „Coppelstock-sigaren" bestaan. Voor het in 1872 geopende asyl voor ouden van dagen verheft zich een jongedame-in-steen, dat is het vrijheidsbeeld. En op den voor gevel van de Gereformeerde kerk is het jaartal 1 April 1872 gehecht Lucy herkende, „ben jij het?" „Mag ik bij u op de bank gaan zitten.?" vroeg Lucy. „Ja, maar natuurlijk, mijn kind", zei Oma'tje. „U zit hier zoo gezellig, Oma'tje", ging Lucy verder, „en u moest eens weten hoe leuk uw huisje daar ligt, uit de verte gezien met al die bloe men er omheen, en dan u er voor, op de bank. Ik heb een heel poosje stilletjes maar staan kijken." „Ben je niet warm?',', vroeg Robbekol. „Wacht ik zal iets voor je halen. Ik heb limonade voor je". „Doe geen moeite, Oma'tje", zei Lucy. Maar Rob bekol was al opgestaan. Ze legde haar dikke sok op de bank neer en liep naar huis. Lucy zag dat ze hinkte. Straks eens vragen. Ze nam Robbe kol's handwerk op en zette het voort. De wind streek, als met voor- zichtigen adem langs haar hoofd, ritselde even in de ap pelboomen, deed de stokrozen en de laburnum-trossen even speelsch wiegelen, als had hij plezier in dit tooneeltje. Robbekol kwam terug met een glas grenadine. Dat had ze speciaal voor Lucy in huis. Zelf dronk ze nooit zoo iets. fnet de spreuk „Si Deus pro nobis, quis contra nos?", hetwelk over gezet zijnde beteekent „Zoo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn". Ja, dat was inderdaad de achtergrond van het gebeuren in 1572. De vlootvoogd der geuzen, hij maakt geen accoord. Dat zijn dan alleen nog maar de herinneringen, die min of meer onopzettelijk opdoemen. Er zijn ook enkele monumenten, welke den bezoeker zeer speciaal verwij zen naar 1 April 1572. In de eerste plaats het gedenk- teeken op de plek waar de geu zen op Dinsdagavond 1 April met een scheepsmast de Noordpoort rameiden. We hebben eenige oogenblikken op die plaatsen ge staan. Buiten de stad en geheel Het herinneringsmonument op de resten van den muur, welke eens door de watergeuzen bestormd werd. omgeven door later aangebrachte bastions vinden we de fundamen ten van de poort. Er is nog een stuk straat te zienhet mos groeit er weelderig tusschen de keien. Op die plaats zetten we ons tot nadenken. Het is er doodstil. Vo gels piepen in de omgeving en ver weg kraait een- haan. Op dit ter rein onthulde H. M. de Koningin in 1922 het schamele gedenktee- 1 ken. En hier geviel het dus, dat de geuzen binnendrongen. Hoe was het ook weer? De geuzen waren zelf ook verrast door de inneming van de stad. Ze haddeq er geen plannen voor ge- maakt. Doch eenmaal op den j Maasmond was het wel zeer aan trekkelijk Alva dezen poets .te bakken. Door bemiddeling van den dapperen veerman Jan Pieters zoon Coppelstock kwam het con tact met de vroedschap van Brielle tot stand. „Hij vordert Den Briel of uw val", heeft Coppelstock wellicht uitgeroepen op het stad huis. En ongetwijfeld toonde de veerman den ring dien een der geuzenaanvoerders, Blois van Treslong, hem als bewijsstuk had medegegeven. Nu is er over Den Briel het volgende gezegde in omloop: „Eerst eten, zeggen ze in Brielle". Aan dat devies gaven de schepe nen der stad, voor zoover ze niet gevlucht waren, gehoor. Ze talm den, ook al betoogde Coppelstock met vuur „Dit is 't bevel van Lu- mey op mijn eer. En burgers, nu baat u geen tegenstand meer". Ze bleven aarzelen. Maar intusschen handelden de geuzen. Weldra beukte de scheepsmast op de Noordpoort en op dien onvergete- lijken lente-avond drong het scheepsvolk de veste binnen. Zon der het te weten hadden die man nen, „kloek en vol vuur" ook de poort naar de Nederlandsche zelf standigheid geopend. Slaat op ten trommele. Daarmede was de affaire niet ten einde. De Spanjaarden berst ten van nijd en rukten weldra op Lucy hoorde haar voetstap en keek op. Weer zag ze, dat Oma'tje hinkte en ook dat het haar pijn deed en ze zich er te gen verzette. „Hier 'kind, je lievelings drank", bood Robbekol het glas met de roode vloeistof aan. „Lieve Oma'tje, bedankt hoor. Kinderlijke smaak heb ik hè? Maar vertel eens gauw hoe het komt, dat U zoo hinkt? En het doet .pijn ook hè?" ,,'n Beetje pijn, dat gaat wel weer over hoor, niets erg," „Maar hoe komt dat, Oma'tje", drong Lucy aan. „Och, hij kan 't niet helpen", zei Oma'tje raadselachtig. Wie hij?" „Boef." „Wat heeft Boef gedaan? Zeker tegen U opgesprongen." „Ja, vanmorgen, hij was zoo wild en ik zei „Af, af". Maar hij wilde gewoon niet luiste ren en toen viel ik, daar." Ze wees naar het straatje van gele, uitgesleten klinkers. „Op m'n heup", en ik kon eerst niet overeind komen van de pijn." „Oh, oh, die Boef." Boef keek op; nog steeds schuldbewust leek het wel. „Ja, jij", zei Lucy tegen hem, „Hij kan 't niet helpen, hij kent z'n eigen kracht niet", verdedigde Robbekol haar lie veling. „Maar Oma'tje", zei Lucy, „dat kan zoo toch niet, hoor. U zou een ongeluk krijgen zon der dat er iemand was om U te helpen". Ze wachtte even. Een denkrimpeltje groefde zich in haar blanke voorhoofd. „Weet U wat, Oma'je", zei ze blij, dat ze een oplossing wist. Ik koop Boef van U dan weet U waar hij is en U leunt altijd naar hem komen kijken, en ik heb gezelschap om mee te gaan wandelen ais Floris niet thuis is (en dat is heel dikwijls). En Oma'tje, als ik U opzoek, dan breng ik Boef mee." Boef was opgesprongen, ge animeerd door de blijde toon in Lucy's stem. In afwachting keek hij haar aan. De vrouw was zóó sitil tegen hem ge weest, den geheelen dag; hij was er somber van en nu deed deze verandering hem goed. Zoo leek het tenminste. „Kijk", zei Robbekol, „hij begrijpt je geloof ik, en hij wil wel, dat zie ik aan hem." Robbekol schreef haar die ren een vrijwel menschelijk denkvermogen toe. (Wordt vervolgd.) naar het land van Voorne-Putten. Toen heeft het er nog even om gespannen. „Vive les geux, houdt fraaien moed", zal men elkander toegevoegd hebben. Hadde er in die dagen niet een zekere Rochus Meeuwsz. geleefd, het behoud van Brielle was naar den mensch ge sproken, uitgesloten geweest. Ro chus hakte temidden van het strijdgewoel het Maerlandsche sluisje door. Tengevolge hiervan stroomde het water over de lage landen. De Spanjaarden vluchtten hals over kop, Den Briel was en bleef in han den der geuzen. Zoowel Coppelstock als Meeuwsz, zijn natuurlijk niet toen ze leefden geëerd. Voor Coppelstock is een monument ver- rezena. Het staat er thans bescha digd, De hand met den ring van Treslong ontbreekt aan het beeld, Voor Rochus Meeuwsz. is een gedenkraam onthuld in de Catha- rijnekerk, het bedehuis, dat ter stond na de inneming van Den Briel ter beschikking van de nye leere kwam. Vive les geux, wiit christelijk leven. Als we de stad verlaten aan Maassluische zijde dan houden we lang den Catharijnetoren in zicht. Machtig verheft de stompe reus zich over het Voornsche land. Zoo hebben de geuzen hem ook gekend. Baken van onze vrijheid, die tve nu meer waardeeren dan ooit. Prof. Verzijl en Prof. Posthuma keeren terug. De adviseurs van de commissie generaal, prof. Verzijl cn prof, Posthuma, zijn gisterochtend per Skymaster uit Batavia naar Ne derland vertrokken, Het Centraal Bureau voor Tuinbouwveilingen hield te Utrecht zijn algemeene jaarverga dering. In zijn openingswoord verwel komde de aftredende voorzitter, de beer J. Barendsc, Ir. W. v d. Plassche, den vertegenwoordiger van den minister van Landbouw, en zeidc dat in het afgeloopen jaar weer een groote mate van vrij heid is verleend bij den afzet van het tuinbouwproduct. De productiekosten zijn zoo geweldig gestegen, dat het tuinbouwbedrijf overge voelig is geworden voor tegenslagen, die de onder nemers duidefijk voor oogen stellen, op welke wrakke ba sis hun bedrijf steunt. De ondergang van Duitschland zou een zware slag beteekenen voor den afzet van Nederlandsche tuinbouwproducten en er is niar gestreefd om dit land voor Invoer van deze producten open te krij gen. Hierdoor is een bodem in de markt bereikt en vrije prijzen naar boven. Naar bijna alle andere landen, die vroeger afzetgebeid waren, zijn in meerdere of min dere mate onze producten weer verzonden. Spreker noemde ten slotte de vooruitzichten verre van helder. Het bestuursvoorstel tot een heffing van 1 procent van de om zetten van de leden op de veiling, ter vorming van een afzetfonds, werd door de vergadering aange nomen, evenals een bestuursvoor stel, waarin het bestuur gemach tigd wordt tot het vaststellen van de minimumprijzen en tot het op leggen van een boete bij nict- handhaving van deze prijzen tot f 1000.— per overtreding. Besloten werd aan den minister een motie ter kennis te brengen, waarin het verzoek vervat ligt om de afzetregeling 1946 ten spoedig ste ook voor 1947 van kracht te 1 willen verklaren, onder mededee- ling aan den minister, dat het Centraal Bureau zoo noodig be reid is, om, ten einde de mogelijk- heid van export naar Duitschland te verkrijgen, in het financieel risico van een dergelijke transactie te participeeren. Redacteur: H. M- Slobbekoora, Oostrfngrel 60 a, Goes. Oplossing prijsvraag proble men E. A. Schuitema. No. 1. Zw. 8, 18, 23, 26, 28. Wit: 29 (36-39). 37—32, 32x3, 3-20, 20-14, 14—37, 36X27. No. 2. Zw.: (7—10), 14, 17, 19, 20, 24, 36. Wit: 18, 29, 30, 33. 34, 35, 41, 43, 45. 43-39, 29—23, 45X34, 30X19, 39—33, 35X22. Goede oplossingen ontvangen van: Q J. Clément, Kamperland J A. W. Beukema, Goes; J. J. Bis schop, Goes; D. Kardol, Zierik- zee; S. Blaas, Aagtekerke; Joh. v. d. Werf, Renesse; B. Schreu- der, Goes; J. v. d. Meulen, Vlis singen; P. Lipleijn, Goes; J. J. Brakman, Groede; Jaap Krijger, Middelburg; J. J. Strooband, Middelburg; A. Hollebrandse, St. Laurens; J. B. Koch, O.-Sou- burg; G. de Jager, Nieuwdorp; K. Besuijen, ColijnsplaatD. v. d. Kreeke, Breda; J. M. Schrij ver, Goes; A. Labruljère, Tholen; M. Kooman, KrabbendijkeA. M. Geluk, Thoien; M. J. Leen- dertse, Kamperland; J. F. Do- minicus, Nieuwdorp; P. Deurloo, Nieuwdorp; L. A. Goedegebuure, St. Annaland; R. Rijkse, Yerse- ke; Joh. de Smet, IJzendijke; F. Walhout, Nieuwdorp; Dr C. Griep, Goes; C. M. Uyl, Poort vliet; C. den Engelsman, Bergen op Zoom; A. Cornelisse, Middel burg; J. Sinke Kloetinge; J. J. Boone, Kruiningen; L. Treiller, DomburgJ. Maring, G— en W.- Souburg; D. de Hullu, Oostburg; J. A. v. Dixhoorn, IJmuiden; G. Wattel, OostkapclleW. Ooster ling, GroedeJ. Poppe, Hoek van Holland. De auteur is tevreden over bet aantal inzendingen, ik meende haast te zeggen, hoe meer roo- kertjes hoe meer oplossers. De loting verricht door dhr Schuitema, bracht als winnaar D. v. d. Kreeke, Breda. Correspondentie: J. v. d. M. te V. Ik zal er eens navraag naar doen. A. W. B. te G. Het was niet onopgemerkt gebleven. Ik heb alles nagekeken, echter tevergeefs. P. v. d. K. te B. Mag ik nog lets van U hooren? B. S. te Goes. Ik zal probeeren, een enkele meer te geven. Elk wat wils. Er zijn nog meer goede stappen te doeni C. M. U. te P. Is er ter plaat se ook een damverceniging? D. H. te O. Briefkaart 7/ ets frankeeren. A. M. 'G. te Th. M. F. de J. Heeft U zeker al geschreven. W. O. te G. Dat is zeker een prestatie. O. G. v. d. V. te A. Met dank. Damnieuws. De persl. 'kampioenschappen voor Zeeland zijn weer hervat, na uitgesteld geweest te zijn door de slechte verbindingen. P, Ghestem, wereldkampioen (Frankrijk), heeft de uitdaging van de Ned. kampioen R. C. Kei ler aanvaard. Hij stelt voor 20 partijen te spelen in Mei-Juni; De titel van wereldkampioen geldig tot 1 Jan. 1948. Daarna er om te laten spelen door den internationalen Dambond. Luik (België) zal met Paschen in Zeeland spelen tegen het Zeeuwsche tiental om de Maas- Schelde wissetbeker. Ter oplossing bieden wij aan. Auteur O, G. v. Veen, Alkmaar. Zw. 8, 11, 14, 16, Z4, 30, 36, 40. Wit 18, 26, 37, 41, 42, 43, 46, 50. Wit begint en wint Uit een partij van onze Luik- scbe damvrienden. FALLA. Dequeé. Zw. 8, 13, 14, 18, 21, 35. Wit 24, 28, 32, 38, 42, 43, 44. 32—27 21X23 24—19 13X24 44-40 35X44 43—39 44X33 38X9 23—29 9—3 8-13 3—25 18—22 (A.B.C.) 25—30 13-18 30—39 22—27 39-48 18—23 48—25 23—28 25—48 winti A. 18—23 25—39 13—19 42—38 19—24 38—32 wint. B 13—19 25-30 19—23 30—39 C 29—33 2548 wint Zoojuist vernemen we, dat uit Luik te wachten zijn: Vaessen, Demesmarker, Jungen, v. d. Ber ge, Hamacher, Dequeé, Brangs, Winters, van Impe, Reners, Crochet, Rossuis. Tot de volgende week. S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 5