De onderteekening van Linggadjati. Vaststelling centraal economisch plan. De Tweede Kamer over de Regeeringsverklaring, Uiterst bedenkelijk PROTESTANTSCH CHRISTELIJK BLAD VOOR ZEELAND Hoogdravende redevoeringen, waarbij de waarheid verbloemd wordt. Pijnlijke situatie. Uitgave Stichting „Zeeuwsch Dagblad" Hoofdkantoor i Goes, L, Voret- etr, 70, Tel. 2438, Giro 274289 Kantoren: VHesingon, Walstr, 33, Tel. 168; Middelburg, Bou- aansche Kaal 19, Tol. 2009; Nouzon Vlooswijckstr. Tel. 2052 „Vrij Nederland" ie slecht te spreken over de houding van de Tweede Kamer bij de behande ling van het accoord-Linggadjati. „De goochelaars op het Binnen hof, die het „naakte" Linggad- jati in een oranje blouse hebben gestoken en het een baret met rood-wit-blauwe lin ten op het hoofd drukten, heb ben eer van hun werk gehad, dat moet gezegd worden. De onder- teekening van het accoord is door de motie-BommeVan der Goes van Naters en de toezegging van minister Jonkman, dat niet tot onderteekening zou worden over gegaan, aleer de Republiek de, in de regeerings verklaring ge geven, interpretatie van Linggad- jati zou hebben aanvaard, ten minste drie maanden vertraagd. Drie rampzalige maanden, vol pijnlijke conflicten, economische desorganisatie en steeds toenemen de «verwijdering tusschen de beide volken." Het blad noemt verder de toe zegging van minister Jonkman een ernstige staatkundige fout. Maar ook op de houding van de regeering daarna, heeft dit orgaan scherpe critiek. „Dat de regeering thans, tegen haar nadrukkelijke toezegging in, machtiging heeft gegeven tot teekening van het accoord zonder dat de Republiek haar interpre tatie heeft aanvaard, kan men uit politiek oogpunt toejuichen (beter ten halve gekeerd...) Dat zij dit meende te kunnen doen zonder voorafgaand overleg met de Staten-Generaal, aan wie zij deze toezegging deed, lykt ons in het licht van onze parlementaire tradities uiterst bendenke- lyk." Dit is niet te scherp uit gedrukt. Men zou het ook anders kunnen zeggen. Het is in strijd met alle rege len van politiek fatsoen en van democratie tevens. Hier wordt de lijn doorgetrok ken, die Prof. Schermerhorn uit stippelde, toen hg poogde het tradities uiterst bedenke- parlement non-actief te houden. Maar het tegenwoordige Kabi net gaat in dezelfde richting door en lapt een uitspraak van het parlement en dat nog tegen haar nadrukkelijke toezegging in, een voudig aan haar politieke laars. We leven in Nederland op nieuw onder de dictatuur. Hoe lang nogt ZEEUWSCH DAGBLAD 2e JAARGANG No. 603 Woenadag 26 Maart 1947 Abonnementsprijs f 3.30 per kwartaal Advertentieprijs 12'/s cent per m.m. Rubriek Kabouters 5 cent per woord Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA Directeur: JACQ. DE SMIT Met vaste medewerking ven: BARON Mr W. F, E. r. d. FELTZ te Middelburg, Dr K. HUIZENGA te Middelburg, D. J. KARELSE te Goes, Ds R. SLOFSTRA te VllisIngeQ en D. W. VROEGINDEWEY te Poortvliet Duizenden acres wintertarwe cn duizenden tonnen aardappels zijn onder water geloopen. Nederland- sche deskundigen, ongeëvenaard in kennis aangaande het stuiten van watervloeden, aldus Williams, geven advies cn leiding. OOSTENRIJKSCH VREDESVERDRAG. Naar radio Weenen meldt, heeft de Oostenrijksche kanselier Dr Figl, op een vergadering van de Oostenrijksche Volkspartij verklaard, dat Oostenrijk slechts dan zijn goedkeuring aan het vre desverdrag zal geven, indien het „ons de overtuiging geeft, dat wij economisch gesproken kunnen be staan". DE SOVJET-UNIE° EN DE ATOOMBOM. William Bullitt, voormalig Amerikaansch ambassadeur te Moskou, verklaarde voor de com missie voor on-Amerikaansche activiteit van het Congres, welke debatteert over wetsontwerpen, gericht op het buiten de wet stel len van de Communistische partij, dat, als de Sovjet-Unie de atoom bom had „zij deze reeds boven de V.S. had neergelaten". Hij'zeide, dat de Sovjet-Unie naar zijn mee ning de V.S. niet zou aanvallen, voordat zij in groote-hoeveelheid atoombommen heeft vervaardigd en voordat zij van meening is, dat haar luchtmacht sterker is dan die van de V.S. Gistermiddag is in Het bureau van de Commissie- Generaal te Batavia de overeenkomst van Linggadjati onderteekend. Bij de onderteekening waren ongeveer 70 Nederiand- sche, Indonesische en buitenlandsche genoodigden aan wezig. De handteekeningen werden geplaatst onder de vol gende korte verklaring:0 FRANSCHE MILITAIRE BEGROOTING. Naar te Parijs uit betrouwbare bron wordt vernomen, zijn de mi nisters van Oorlog, Marine en Luchtvaart, op verzoek van hun ambtgenoot van Financiën, over eengekomen de Fransche militaire begrooting met 5 milliard francs in te krimpen. DE WATERSNOOD IN ENGELAND. Tom Williams, minister van Landbouw in Engeland heeft in het Lagerhuis de overstroomingen in het Fen-district aan de Wash- baai (Oostkust van Engeland) „een ramp van de eerste grootte, die ongetwijfeld dit jaar een zeer ernstigen invloed op de voedsel productie in Engeland zal hebben" genoemd. Na Paschen geen extra vieeschbon. Verlaging van het vleesch- rantsoen waarschijnlijk. Van bevoegde zijde deelt men ons het volgende mede: „De vleeschvoorziening van Nederland op den tegenwoordigen voet steunt slechts ten deele op binnenlandsche productie. Daar naast moet een belangrijke hoe veelheid vleesch uit invoer ver kregen worden. Uit een vermin dering van de vleeschaankoopen in het buitenland vloeien dan ook gevolgen voort voor het vleesch- rantsoen. De extra verstrekking van 100 gram per veertien dagen aan verbruikers van vijf jaar en ouder zal na Paschen dus bij de bonaanwijzing voor de periode van 14 tot 26 April a.s. komen te vervallen, zoodat het vleesch- rantsoen weer 200 gram per week i zal zijn. Getracht zal worden uit een me; behulp van import van vee I gevorrr.den voorraad vleesch en nog eenigen loopenden import van vee uit Denemarken het basis rantsoen van 200 gram per week voorloopig te handhaven. Wanneer echter in den zomer het aanbod van slachtvee in het binnenland terugloopt een jaar lijks terugkeerend normaal ver schijnsel zal in dien tijd met verlaging van het rantsoen tot 150 gram per week rekening moe ten worden gehouden". AMELANDS ISOLEMENT TEN EINDE. Koning winter resideerde 99 dagen op het eiland Ameland. Maar tijdens het weekend is hij met de Noorder zon vertrokken. Met ingang van gisteren heeft de hulpveerboot den gewonen dienst Ncs-Holwerd her vat en vandaag komt de postboot weer in de vaart. De Regeering geeft nadere toelichting. Verschenen is de nota naar aanleiding van het eindverslag van de commissie van rapporteurs der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot voorbereiding van de vaststelling van een centraal economisch plan. Hieraan is het volgende ontleend: Met voldoening heeft de regeering kennis genomen van de mede- deeling, dat verschillende leden zich geheel met den inhoud vau het ontwerp van wet kunnen vereenigen nu vaat is komen te staan, dat de adviseerende technisch-wetenschappelijke taak van het cen traal planbureau nog eens duidelijk naar voren is gekomen, zoodat by aanvaarding van dit wetsontwerp niet gepraejudiciëerd wordt wat betreft den omvang en de mate, waarin de overheid zich met het economisch leven heeft te bemoeien, Het ligt inderdaad in de bedoeling, dat het bedrijfsleven, ook sciders dan via de centrale plancommissie en de werkcommissies, wordt geraadpleegd en betrokken by de werkzaamheden van het centraal planbureau. Wanneer eenmaal de publiekrechtelijke be drijfsorganisaties tot stand zyn gekomen, zullen deze organisaties stellig in belangrijke mate de planning ieder voor haar eigen terrein ter hand kunnen nemen, De ministers vermogen niet is te zien, hoe het centraal planbureau met zijn uitsluitend adviseerende bevoegdhgld kan worden mis bruikt voor het ter hand nemen van de algeheels leiding der productie. Het zou een onjuiste uitvoering van dese wet zijn, indien de regeering toeliet, dat het centraal planbureau zich ontplooide op lts wijze, die met zijn karakter in strijd li. f Ook naar de meening van de regeering zullen de werkzaamheden van het centraal planbureau gebaat zijn bij een spoedige tot standkoming van een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Ook uit anderen hoofde bestaat trouwens aan- een dergelijke organi satie behoefte. De ministers zullen daarom alles doen wat ln hun vermogen ligt, om de indiening van het desbetreffende wets ontwerp sooveel mogelijk te bespoedigen. Heden, den 25sten Maart 1947, is deze overeenkomst met inacht neming van de bijgevoegde cor respondentie en bescheiden onder teekend door de delegatie, daar toe gemachtigd door de regeerin gen van het Koninkrijk der Ne derlanden en van de republiek In donesië. Na de onderteekening begaven zich de genoodigden naar het pa leis aan het Koningsplein, waar de lt. gouverneur-generaal reci pieerde. Door dr van Mook, prof. Schermerhorn en SJahrir werden redevoeringen ge houden. Dr van Mook roemde de onderteekening als het einde van een tijdperk, waarin twee volke ren, die zich thans tot samenwer king hebben verbonden, doch die door den oorlog ernstig van el kander gescheiden waren ge raakt, den weg tot elkander heb ben moeten terugvinden. De oor log heeft «een plotselinge afschei ding veroorzaakt; onze vijanden hebben driedubbele muren tus schen ons opgetrokken. Beide vol ken werden van de vrije wereld geïsoleerd, beider volksleven werd krachtdadig onderdrukt. Bovendien werd in dit land een geheele bevolkingsgroep uitge schakeld en aan een opsluiting onderworpen, die iedere beschrij ving tart. (Werd hier gedacht aan Soekarno?) Zoo is het ge beurd, dat vele zakelijke en per soonlijke banden, welke tusschen ons bestonden, plotseling ruw zijn stukgetrokken en dat ieder volk zijn eigen baan moest vinden, tot dat de overwinning door de ge allieerden zou zijn behaald. In dien tijd zijn de grondslagen voor Linggadjati gelegd, maar ook voor de moeilijkheden en gevaren die wij op den weg naar Ling gadjati zouden hebben te over winnen. Dr van Mook betoogde verder, dat het zoo ver is, dat niet alleen twee regeeringen, maar inderdaad twee volkeren Jen eersten grond slag hebben gelegd voor een ge zamenlijk verder gaan als gelij ken, die voor elkander meer kun nen beteekenen, naarmate zij die per van de mogelijkheid van dit samengaan overtuigd geraken. De tijd van twist en onderhan deling is voorbij. De tijd van vriendschap en samenwerking is aangebroken. Wij zullen nog moeite hebben in de eerste dagen onze plaats in den nieuwen toe stand en onze gedragslijn te be palen. Laat ons echter den moed hebben het werk stevig aan te vatten, met opgewektheid en zon der vooropgezet wantrouwen of geestelijk voorbehoud. De lange en moeilijke maanden tusschen Linggadjati en vandaag hebben een zwaren wissel getrok ken op ons geduld en onze geest drift. Het langdurige naspel van den oorlog heeft ontmoediging en bitterheid gebracht. Wij moeten dit alles overwinnen. Laat ons juist daarom vandaag de spinne- webben om ons wegslaan en met overtuiging en vertrouwen het werk van den vrede beginnen". Prof. Schermerhorn betoogde, dat beide delegaties zeer verheugd zijn. Lang was de weg, die tot dit punt leidde, veel verdwazing en tot misdaad op- zweepende hartstocht verduister den tallooze zielen. De geschiedenis staat niet stil. Ook na vandaag zal dit proces doorgaan. Ook in de blijvende samenwerking tusschen Neder land en Indonesië zal door de ko mende ontwikkeling, mits met zorg geleid, ruimte komen voor het vormen van een hoogere or de, die ook aan Nederlandsche zijde een diepere bevrediging kan schenken, dan thans het geval is. De sprong, die thans door In donesië gemaakt wordt, is zoo groot, dat eenige voorzichtigheid aan de zijde van de nieuwe staat kundige organisatie, die haar in trede zal doen op de wijze als in de overeenkomst bepaald, wel raadzaam mag worden geacht. Daarnaast zijn wij in Nederland ons er van bewust, dat in deze landen een versnelling van het proces van geestelijke en maat schappelijke ontvoogding plaats vindt, die vandaag niet ophoudt, doch misschien eerst goed begint. Thans staan wij gezamenlijk voor de taak den weg te banen, waarlangs de kinderen van Ne derland en ook het Nederland sche volk iets in het gewone le ven kunnen ervaren van datgene, waarnaar de besten onzer streven Het zal er om gaan, of wij met inspanning van alle krachten zul len slagen en of wij tezamen aan de groote massa geleidelijk iets kunnen geven van een grootere welvaart en een klein beetje men- schelijk geluk. !Spr. wees er tenslotte op, dat het er om gaat of men bereid is elkander eenig crediet te geven. Wij weten, dat deze weg de eenige weg is: een smal pad, dat voert langs afgronden van wan trouwen en dat een onverwoest baar geloof vergt van allen, die als menschen van goeden wille aanl dit brooze begin staan, het welk niet alken in de zeventien artikelen is neergelegd, maar bo venal in den geest, welke ons ge zamenlijk heeft gevoerd naar het punt, waarop dit resultaat is be reikt en aan de volkeren is voor gelegd. S j a h r i r wees er op, dat er nog altijd veel twijfel is en wan trouwen. Nog altijd staan onze strijders tegenover de zonen van Neder land met geweren en ander moordtuig in de hand, elkaar be schouwend als bedreiging voor zichzelf, als levens, die verdwij nen moeten, als vijanden, die ver nietigd moeten worden. Veel leed is er nog en vele zijn de wonden, die geslagen worden. Groot is de onzekerheid, de twijfel, diep is het wantrouwen, scherp nog is de haat, duister en bewolkt is de lucht in dit eens zoo schoone land, maar reeds is ook een ont spanning hoorbaar en voelbaar is de opluchting van de beklemming die ons hart omspant. Maar er zijn ook teekenen die wijzen op een innerlijke verheldering en zui vering van de atmosfeer. In Indonesië ontsteken wij een van menschelijkheid en redelijk heid, die de duisternis wil ver drijven en de tegenstellingen, die Vordering van goud en deviezen. Onbillijke voorschriften. Het besluit van de Nederland sche Bank om goud en devie zen te vorderen kan men zien als een gevolg van het nijpend tekort aan deviezen, waarmede wij hébben te kampen. De besluit is een der vele verschijningsvormen van onze armoede. Op grond van de bestaande mo netaire voorschriften zullen zij die hun goud of vreemd geld voor 1 April aan de Bank verkoopen, voor 40 pCt van de opbrengst op een z.g. „overgangsrekening' worden gecrediteerd en voor 60 pCt op een vrije rekening. Bij verkoop na dien datum zal de ge heele opbrengst in vrij geld 'be schikbaar komen. Veel practisch verschil maakt diit echter niet, dank zij de reeds eerder gedane toezegging, dat op 1 April de saldi der overgangsrekeningen naar vrije rekeningen overgeboekt zul len worden. De geldende voorschriften xijn echter, zegt de N. R. Crt. in een opzicht uitermate onrechtvaardig. Zij, die voor 1 Fëbr. 1946 hun deviezen of goud reeds vrijwillig aan de Bank hebben verkocht, hebben toen 60 pCt. van dc tegen waarde in vrij geld en 40 pCt in geblokkeerd geld ontvangen; het geblokkeerde geld, door deze ver koopen ontstaan, blijft voorloo pig geblokkeerd, zoodat deze ver- koopers er aanmerkelijk slechter aan toe zijn dan zij, die den ver koop zoo lang mogelijk hebben uitgesteld. Er is te mtnder aan leiding voor deze ongelijke behan deling, omdat diegenen, die hun goud en deviezen zoo spoedig mo gelijk aan de Bank hebben ver kocht, daarmede tevens landt belang hebben gediend, fakkel, klein ilichti, een fakkel gevolg zijn van en op hun beurt aanleiding geven tot geweldple ging, vernietiging, benauwenis en verblinding. Laten wij zorgen, dat deze fak kel blijft 'branden met steeds hel derder vlam. Laten wij hopen, dat deze vlam het 'begin zal vormen van licht in de wereld. Nadere bijzonderheden. Omtrent de onderteekening van Linggadjati wordt nog nader ge meld: Volgens het'door beide delega ties getroffen gemeenschappelijk besluit was er geen voorzitter voor deze plechtige bijeenkomst Prof. Schermerhorn stond echter op, zeggend: „Laten wij 'begin nen met de onderteekening van de documente"". Aan het hoofd van de lange tafel zat Prof. Scher merhorn met Sjahrir aan zijn rechterhand en daarnaast Dr van Mook en Mr Soesanto. Aan de linkerhand van Prof. Schermer horn zaten Mr Roem, de heer van Poll en Dr Gani. Onmiddellijk stond Prof. Scher merhorn op om te spreken. Daar na voerde Sjahrir het woord. Dr van Mook was de laatste spreker. De genoodigden verlieten daar na de troonzaal en begaven zich naar de speciaal voor deze gele genheid versierde tuinen, waar een zee van licht den weg opvroolijkte, die naar dat gedeelte van het pa leis leidde, waar Dr van Mook en zijn echtgenoote een receptie gaven. In Batavia waren op verschei den plaatsen vlaggen uitgestoken, soms de Indonesische rood-witte vlaai van deur tot deur naast het Nederlandsche rood-wit-blauw. Bij het vallen van de duisternis kwam Batavia langzamerhand in feestelijke atmosfeer, welke begon met vuurwerk en „slamatans" (Indische feestelijke maaltijden), welke in de openlucht op verschei dene pleinen en in parken te Ba tavia voor 25.000 personen gehou den werden. Groot vermaak veroorzaakten de Nederlandsche wnd burgemees ter van Batavia, Drs A. Th, Bo- gaardt en de Indonesische burge meester Soewirjo toen zij 1000 kg Nederlandsche centen met een to tale waarde van vijftienhonderd Nederlandsch-Indische gulden tusschen de bevolking op het Ko ningsplein wierpen. GEEN ZOMERTIJD. I Naar „De Tijd" verneemt, heeft de Nederlandsche regeering besloten dit jaar in ons land den z.g.n. „Zomertijd" niet in te voeren. Wederom stoomschip bij Terschelling op een mijn. Maandagmiddag om 14.00 uur il binnen zes dagen het derde stoomschip in successie bij Ter schelling op een mijn geloopen. Ditmaal was het het ongeveer 3000 ton metende Noorsche stoomschip „Garnes", dat hier zijn ongeluk tegemoet ging. Voor zoover nu bekend is de helft van de bemanning door een Groningsche kustvaarder overge nomen. De andere helft zou zich nog aan boord 'bevinden. Volgens latere berichten is de heele bemanning in veiligheid. Er is weinig kans, dat het schip be houden kan worden. Chr. Jonge Boeren- en Tuindersbond. De jaarvergadering van den Chr. Jonge Boeren- en Tuin dersbond zal, naar wij verne men, 21 Mei a.s. in de groote concertzaal te Haarlem gehou den worden In de morgenuren zullen de jonge boeren en boerinnen afzonderlijk verga deren. Bij de jonge boeren zal als spreker optreden het Eerste Kamerlid de heer A. W. Bieu- wenga met het onderwerp „Werkgever en werknemer"', 's Middags wordt gemeenschap pelijk vergaderd om te luisteren naar de onderwerpen: „Platte landsvrouw blijf vrouw" en „Stad en Platteland". De heer Joh. de Jong, vice-voorzitter van den bond, spreekt een op wekkend slotwoord. Op het programma staan ook excursies naar de Hoogovens, de Ford- Fabrieken, Schiphol en Aals meer. 20 Mei zal een begroe tingssamenkomst gehouden worden. Als secr. van de rege lingscommissie treedt op de heer B. Biesheuvel Bzn. te Spaarndam. Op- en ondergang van Zon en Maan. Donderdag, Zon op 6.29 u., onder 19.03 u. Maan op 8.89 u., onder Hoog water te Vlleaingen Donderdag 27 Maart: 4.48 u, 2.04 m,, 17.15 u. 1.98 m. Naar aanleiding van de door minister Jonkman afgelegde re- geeringsverklaring inzake Ling gadjati schreei de R.K. „Maas bode o.m. „Niets kon duidelijker aantoo- nen, in welk een uiterst pijnlijke situatie wij geraakt zijn. Meteen blijkt hieruit, dat het pleit feitelijk reeds is beslist. Tot deze geforceerde gang van zaken heeft ook de Commissie- Generaal het hare bijgedragen. Immers.bij de machtiging tot on derteekening had minister Jonk man een aanteekening gevoegd met het doel „de reactie van de C.-G. op de verstrekte machti ging af te wachten alvorens die hier openbaar te maken". De C.-G. echter heeft haar verstrekte machtiging „al spoedig gepubli ceerd"! Zij blijft specialiteit in min of meer voorbarige publica ties I Ten slotte nog de uitdrukking van onze groote spijt, dat we niets hebben gehoord over de motieven van het aftreden van niet minder dan drie leden van de Commissie- Generaal. Niet minder dan de helft, en dan moet men er Dr van Mook nog bij rekenen. De gek ste beweegredenen worden door elkaar gehaspeld, maar.... de Regeering zwijgt. Moge het toekomstig debat al thans te dezer zaken volslagen helderheid brengen. Voor het, overige hebben wij er geen groote' verwachting van. Blijkens de kor te discussie van heden is de meer derheid bereid zich languit neer te leggen bij het resultaat van een •lange ontwikkeling vol fouten, ten deele door allerongelukkigste om standigheden eem'germate geëxcu seerd. Wij zijn alleen nog benieuwd naar de meer of mindere sier lijkheid, waarmede dit gepaard zal gaan. Het gaat hier om een zaak van een ernst als men nauwelijks peilen kan en toch is het uiterst moeilijk geen satyre te schrij ven". Zware straffen voor deviezensmokkel. Zware straffen zijn Maandag door den bijzonderen politierech ter te Breda opgelegd aan den 68-jarigen G. Langbroek uit Dui- vendrecht en tegen den 29-jari- gen E. Stofkooper uit Amster dam, die terecht stonden voor de viezensmokkel van België naar Nederland. Behalve verboden invoer van 60.000 gulden werd hun 't smok kelen van een parel, een hoeveel heid fittingen, enz. ten laste ge legd. De deviezen vormden het zwaarste punt der beschuldiging. De auto, waarin de verdachten de Nederl. grens bij Wernhout wilden passeeren, bleek bij con trole door de ambtenaren een ge heime bergplaats te hebben, waar uit het geld en de smokkelwaar werd opgediept. Beide verdachten ontkenden op de zitting halsstar rig iets van het geld en smokkel waar te hebben geweten. Een en ander zou, zoo vertelden zij, in den wagen geraakt zijn, toen de ze voor een hotel in Antwerpen geparkeerd stond. De man, die dit gedaan zou hebben, zou de bedoeling hebben gehad L. als te genstander onschadelijk te ma ken. De politierechter echter ver oordeelde L. tot een jaar en drie maanden en zijn medeplichtige tot een jaar gevangenisstraf, met verbeurdverklaring van het in be slag genomene. Groote partij sigaretten J aohterhaald. De douanebeambten deden Zon dagavond op het station te Roo sendaal opnieuw een goede vangst toen zij den Dtrein, welke om streeks half zes uit Brussel in Nederland arriveerde, aan een nauwkeurig onderzoek onderwier-1 pen. In een Fransche personen wagen werd een groote partij sl-1 f;aretten gevonden, welke in aller- ei hoeken en gaten handig ver borgen was. De wagen werd „af gekoppeld" en van onder tot bo ven „uitgekamd". De Dtrein had door het voorval eenige vertra ging. De Tweede Kamer heeft gistermiddag een aanvang gemaakt met de beraadsla ging over de verklaring van den minister van Overzeesohe Gebiedsdeelen, omtrent de verdere ontwikkeling van de politieke onderhandelingen met de vertegenwoordigers der republiek Indonesië. Alle tribunes en loges waren gevuld. Tien ministers waren aanwezig. De beraadslagingen werden ge opend door den heer Schou ten (A.R.) die betoogde dat de regeering haar verklaring 'van Vrijdag veel te laat heeft afge legd. Opnieuw heeft de regeering de gelegenheid voorbij laten gaan om te toonen, dat het haar ernst is de Volksvertegenwoordiging tijdig in te lichten. Vervolgens gaf de heer Schou ten te kennen, dat er een ingrij pende wijziging^ is in het beleid der regeering, die destijds van ge voelen w^p, dat de onderteekening van de overeenkomst van Ling gadjati op zoodanige wijze moest plaats hebben, dat het vaststond, dat beide partijen volkomen tot overeenstemming waren gekomen. Wat nu is geschied, is niet in overeenstemming met de uiteen zettingen van de regeering en met de in die uiteenzettingen verwerk te besluiten. De onderteekening gaat in tegen het resultaat van het overleg tus schen Regeering en Volksverte genwoordiging. Spr. verwerpt Linggadjati in de gangbare op vatting van een deel der publieke opinie. De enkele 17 punten kan hij niet aannemen. Of hij wil toelaten, dat de Re geering zich bindt als in de ver klaring omschreven, zal afhangen van het nadere antwoord der Re- geering. In verband met de motie Rom- mevan der Goes van Naters merkte Spr. op, dat in de Eerste Kamer niets is gebleken van een wijziging der gedragslijn van de Regeering. De Regeering heeft de motie- Romme dankbaar geaccepteerd, als ondersteuning van haar beleid. De motie stelde als voorwaarde wederzljdsche binding ook aan de verklaringen. Dientenge volge was de Regeering niet vrij. Zij mocht "let tot een ingrijpen de wijziging overgaan, zonder zich vrij te maken van haar eigen woord en zonder nader overleg met de Staten-Generaal, De Regeering was z.i. niet be voegd te doen, wat zij, blijkens haar verklaring van Vrijdag, heeft gedaan. De gang van zaken betreurde Spr, in hooge mate, Het vertrou wen In de uitspraken van het Kabinet wordt er door verewakt, om niet te zeggen geschokt. Na een overzicht te hebben ge geven van de gebeurtenissen van den laatsten tijd, kwam de heer Schouten tot de conclusie, dat de 1 C.G. moet worden opgeheven en dat de regeering op andere wijze moet voorzien in de middelen, die zij noodig heeft voor de volvoe ring van haar taak. De verdeeldheid tusschen het Kabinet en ons, zoo vervolgde hij, is een uitvloeisel van het zeer wezenlijk verschil van inzicht ten aa- ien van de handhaving en de uitoefening van het gezag; ten aanzien van de eischen, die een constitutioneel beleid stelt; ten aanzien van de Nederlandsche verantwoordelijkheid voor de In dische bevolking. Spr. kan niet met de Regeering meegaan. Ook het beleid der laatste weken acht hij niet juist. Het gaat niet in de eerste plaats om een materieel oordeel over het beleid, maar bovenal over de vraag: is de Regeeritig gebonden aan haar woord, zoolang zij dat niet heeft teruggenomen ter plaatsa waar dat behoort? Is zij gebonden aan het resultaat van het gemeen overleg tusschen Ka binet en Kamer? De heer T i 1 a n u s zeide, niet andermaal zijn bezwaren te zullen ontwikkelen en verklaarde, dat deze dag der onderteekening voor hem zeer smartelijk is. Hij constateert een steeds ver- dier afglijden, omdat men nu een maal op den verkeerden weg was. Hij ziet voortdurend het woord: onwaardig. „Het Koninkrijk Nederland onwaardig". De moeilijkheden zullen eerst goed beginnen bij de uitwerking der punten. In dit verband be toogde Spr. mede, dat de partijen geenszins hetzelfde willen, het is slechts een overeenkomst in schijn. Er is gebondenhe:d aan Neder landsche zijde en ongebondenheid aan Indonesischen kant. Dat zal aanleiding geven tot allerlei con flicten. De regeering zou by geringe afwijkingen goedkeuring tot on derteekening verleenen, doch by grootere afwijkingen het parle ment eerst raadplegen, Naar Sprekers inzicht geldt het hier toch wel de grootst denkbare af wijking. De regeering had „neen behooren te zeggen en eerst over leg moeten plegen met de Kamer. Voorts verlangde de heer Ti- lanus opheldering omtrent ver schillende punten, die in persbe richten naar voren zijn gekomen. Al» een diepe schande zeide hij 1 het te gevoelen, dat nog 22,500 Nederlandsche mannen en vrou wen in Midden-Java geïnterneerd zijn. Heeft de regeering «enige I (Zie vervolg pag. 3),

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 1