De onderteekening van
Linggadjati.
Vaststelling centraal economisch plan.
De Tweede Kamer over
de Regeeringsverklaring,
Uiterst bedenkelijk
PROTESTANTSCH CHRISTELIJK BLAD VOOR ZEELAND
Hoogdravende redevoeringen, waarbij de
waarheid verbloemd wordt.
Pijnlijke situatie.
Uitgave
Stichting „Zeeuwsch Dagblad"
Hoofdkantoor i Goes, L, Voret-
etr, 70, Tel. 2438, Giro 274289
Kantoren: VHesingon, Walstr,
33, Tel. 168; Middelburg, Bou-
aansche Kaal 19, Tol. 2009;
Nouzon Vlooswijckstr. Tel. 2052
„Vrij Nederland" ie slecht te
spreken over de houding van de
Tweede Kamer bij de behande
ling van het accoord-Linggadjati.
„De goochelaars op het Binnen
hof, die het „naakte" Linggad-
jati in een oranje blouse
hebben gestoken en het een baret
met rood-wit-blauwe lin
ten op het hoofd drukten, heb
ben eer van hun werk gehad, dat
moet gezegd worden. De onder-
teekening van het accoord is door
de motie-BommeVan der Goes
van Naters en de toezegging van
minister Jonkman, dat niet tot
onderteekening zou worden over
gegaan, aleer de Republiek de,
in de regeerings verklaring ge
geven, interpretatie van Linggad-
jati zou hebben aanvaard, ten
minste drie maanden vertraagd.
Drie rampzalige maanden, vol
pijnlijke conflicten, economische
desorganisatie en steeds toenemen
de «verwijdering tusschen de beide
volken."
Het blad noemt verder de toe
zegging van minister Jonkman
een ernstige staatkundige fout.
Maar ook op de houding van
de regeering daarna, heeft dit
orgaan scherpe critiek.
„Dat de regeering thans, tegen
haar nadrukkelijke toezegging in,
machtiging heeft gegeven tot
teekening van het accoord zonder
dat de Republiek haar interpre
tatie heeft aanvaard, kan men
uit politiek oogpunt toejuichen
(beter ten halve gekeerd...) Dat
zij dit meende te kunnen doen
zonder voorafgaand overleg met
de Staten-Generaal, aan wie zij
deze toezegging deed, lykt ons in
het licht van onze parlementaire
tradities uiterst bendenke-
lyk."
Dit is niet te scherp uit
gedrukt.
Men zou het ook anders kunnen
zeggen.
Het is in strijd met alle rege
len van politiek fatsoen en van
democratie tevens.
Hier wordt de lijn doorgetrok
ken, die Prof. Schermerhorn uit
stippelde, toen hg poogde het
tradities uiterst bedenke-
parlement non-actief te houden.
Maar het tegenwoordige Kabi
net gaat in dezelfde richting door
en lapt een uitspraak van het
parlement en dat nog tegen haar
nadrukkelijke toezegging in, een
voudig aan haar politieke laars.
We leven in Nederland op
nieuw onder de dictatuur.
Hoe lang nogt
ZEEUWSCH DAGBLAD
2e JAARGANG No. 603
Woenadag 26 Maart 1947
Abonnementsprijs f 3.30 per kwartaal
Advertentieprijs 12'/s cent per m.m.
Rubriek Kabouters 5 cent per woord
Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA Directeur: JACQ. DE SMIT
Met vaste medewerking ven: BARON Mr W. F, E. r. d. FELTZ te Middelburg, Dr K. HUIZENGA te Middelburg,
D. J. KARELSE te Goes, Ds R. SLOFSTRA te VllisIngeQ en D. W. VROEGINDEWEY te Poortvliet
Duizenden acres wintertarwe cn
duizenden tonnen aardappels zijn
onder water geloopen. Nederland-
sche deskundigen, ongeëvenaard
in kennis aangaande het stuiten
van watervloeden, aldus Williams,
geven advies cn leiding.
OOSTENRIJKSCH
VREDESVERDRAG.
Naar radio Weenen meldt,
heeft de Oostenrijksche kanselier
Dr Figl, op een vergadering van
de Oostenrijksche Volkspartij
verklaard, dat Oostenrijk slechts
dan zijn goedkeuring aan het vre
desverdrag zal geven, indien het
„ons de overtuiging geeft, dat wij
economisch gesproken kunnen be
staan".
DE SOVJET-UNIE° EN DE
ATOOMBOM.
William Bullitt, voormalig
Amerikaansch ambassadeur te
Moskou, verklaarde voor de com
missie voor on-Amerikaansche
activiteit van het Congres, welke
debatteert over wetsontwerpen,
gericht op het buiten de wet stel
len van de Communistische partij,
dat, als de Sovjet-Unie de atoom
bom had „zij deze reeds boven de
V.S. had neergelaten". Hij'zeide,
dat de Sovjet-Unie naar zijn mee
ning de V.S. niet zou aanvallen,
voordat zij in groote-hoeveelheid
atoombommen heeft vervaardigd
en voordat zij van meening is, dat
haar luchtmacht sterker is dan
die van de V.S.
Gistermiddag is in Het bureau van de Commissie-
Generaal te Batavia de overeenkomst van Linggadjati
onderteekend.
Bij de onderteekening waren ongeveer 70 Nederiand-
sche, Indonesische en buitenlandsche genoodigden aan
wezig.
De handteekeningen werden geplaatst onder de vol
gende korte verklaring:0
FRANSCHE MILITAIRE
BEGROOTING.
Naar te Parijs uit betrouwbare
bron wordt vernomen, zijn de mi
nisters van Oorlog, Marine en
Luchtvaart, op verzoek van hun
ambtgenoot van Financiën, over
eengekomen de Fransche militaire
begrooting met 5 milliard francs
in te krimpen.
DE WATERSNOOD IN
ENGELAND.
Tom Williams, minister van
Landbouw in Engeland heeft in
het Lagerhuis de overstroomingen
in het Fen-district aan de Wash-
baai (Oostkust van Engeland)
„een ramp van de eerste grootte,
die ongetwijfeld dit jaar een zeer
ernstigen invloed op de voedsel
productie in Engeland zal hebben"
genoemd.
Na Paschen geen extra
vieeschbon.
Verlaging van het vleesch-
rantsoen waarschijnlijk.
Van bevoegde zijde deelt men
ons het volgende mede:
„De vleeschvoorziening van
Nederland op den tegenwoordigen
voet steunt slechts ten deele op
binnenlandsche productie. Daar
naast moet een belangrijke hoe
veelheid vleesch uit invoer ver
kregen worden. Uit een vermin
dering van de vleeschaankoopen
in het buitenland vloeien dan ook
gevolgen voort voor het vleesch-
rantsoen. De extra verstrekking
van 100 gram per veertien dagen
aan verbruikers van vijf jaar en
ouder zal na Paschen dus bij
de bonaanwijzing voor de periode
van 14 tot 26 April a.s. komen
te vervallen, zoodat het vleesch-
rantsoen weer 200 gram per week
i zal zijn.
Getracht zal worden uit een
me; behulp van import van vee
I gevorrr.den voorraad vleesch en
nog eenigen loopenden import van
vee uit Denemarken het basis
rantsoen van 200 gram per week
voorloopig te handhaven.
Wanneer echter in den zomer
het aanbod van slachtvee in het
binnenland terugloopt een jaar
lijks terugkeerend normaal ver
schijnsel zal in dien tijd met
verlaging van het rantsoen tot
150 gram per week rekening moe
ten worden gehouden".
AMELANDS ISOLEMENT
TEN EINDE.
Koning winter resideerde
99 dagen op het eiland
Ameland. Maar tijdens het
weekend is hij met de Noorder
zon vertrokken. Met ingang van
gisteren heeft de hulpveerboot den
gewonen dienst Ncs-Holwerd her
vat en vandaag komt de postboot
weer in de vaart.
De Regeering geeft nadere
toelichting.
Verschenen is de nota naar aanleiding van het eindverslag van
de commissie van rapporteurs der Eerste Kamer over het ontwerp
van wet tot voorbereiding van de vaststelling van een centraal
economisch plan.
Hieraan is het volgende ontleend:
Met voldoening heeft de regeering kennis genomen van de mede-
deeling, dat verschillende leden zich geheel met den inhoud vau
het ontwerp van wet kunnen vereenigen nu vaat is komen te staan,
dat de adviseerende technisch-wetenschappelijke taak van het cen
traal planbureau nog eens duidelijk naar voren is gekomen, zoodat
by aanvaarding van dit wetsontwerp niet gepraejudiciëerd wordt
wat betreft den omvang en de mate, waarin de overheid zich
met het economisch leven heeft te bemoeien,
Het ligt inderdaad in de bedoeling, dat het bedrijfsleven, ook
sciders dan via de centrale plancommissie en de werkcommissies,
wordt geraadpleegd en betrokken by de werkzaamheden van het
centraal planbureau. Wanneer eenmaal de publiekrechtelijke be
drijfsorganisaties tot stand zyn gekomen, zullen deze organisaties
stellig in belangrijke mate de planning ieder voor haar eigen
terrein ter hand kunnen nemen,
De ministers vermogen niet is te zien, hoe het centraal planbureau
met zijn uitsluitend adviseerende bevoegdhgld kan worden mis
bruikt voor het ter hand nemen van de algeheels leiding der
productie.
Het zou een onjuiste uitvoering van dese wet zijn, indien de
regeering toeliet, dat het centraal planbureau zich ontplooide op
lts wijze, die met zijn karakter in strijd li. f
Ook naar de meening van de regeering zullen de werkzaamheden
van het centraal planbureau gebaat zijn bij een spoedige tot
standkoming van een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Ook
uit anderen hoofde bestaat trouwens aan- een dergelijke organi
satie behoefte. De ministers zullen daarom alles doen wat ln
hun vermogen ligt, om de indiening van het desbetreffende wets
ontwerp sooveel mogelijk te bespoedigen.
Heden, den 25sten Maart 1947,
is deze overeenkomst met inacht
neming van de bijgevoegde cor
respondentie en bescheiden onder
teekend door de delegatie, daar
toe gemachtigd door de regeerin
gen van het Koninkrijk der Ne
derlanden en van de republiek In
donesië.
Na de onderteekening begaven
zich de genoodigden naar het pa
leis aan het Koningsplein, waar
de lt. gouverneur-generaal reci
pieerde.
Door dr van Mook, prof.
Schermerhorn en SJahrir
werden redevoeringen ge
houden.
Dr van Mook roemde de
onderteekening als het einde van
een tijdperk, waarin twee volke
ren, die zich thans tot samenwer
king hebben verbonden, doch die
door den oorlog ernstig van el
kander gescheiden waren ge
raakt, den weg tot elkander heb
ben moeten terugvinden. De oor
log heeft «een plotselinge afschei
ding veroorzaakt; onze vijanden
hebben driedubbele muren tus
schen ons opgetrokken. Beide vol
ken werden van de vrije wereld
geïsoleerd, beider volksleven werd
krachtdadig onderdrukt.
Bovendien werd in dit land een
geheele bevolkingsgroep uitge
schakeld en aan een opsluiting
onderworpen, die iedere beschrij
ving tart. (Werd hier gedacht
aan Soekarno?) Zoo is het ge
beurd, dat vele zakelijke en per
soonlijke banden, welke tusschen
ons bestonden, plotseling ruw zijn
stukgetrokken en dat ieder volk
zijn eigen baan moest vinden, tot
dat de overwinning door de ge
allieerden zou zijn behaald. In
dien tijd zijn de grondslagen voor
Linggadjati gelegd, maar ook
voor de moeilijkheden en gevaren
die wij op den weg naar Ling
gadjati zouden hebben te over
winnen.
Dr van Mook betoogde verder,
dat het zoo ver is, dat niet alleen
twee regeeringen, maar inderdaad
twee volkeren Jen eersten grond
slag hebben gelegd voor een ge
zamenlijk verder gaan als gelij
ken, die voor elkander meer kun
nen beteekenen, naarmate zij die
per van de mogelijkheid van dit
samengaan overtuigd geraken.
De tijd van twist en onderhan
deling is voorbij. De tijd van
vriendschap en samenwerking is
aangebroken. Wij zullen nog
moeite hebben in de eerste dagen
onze plaats in den nieuwen toe
stand en onze gedragslijn te be
palen. Laat ons echter den moed
hebben het werk stevig aan te
vatten, met opgewektheid en zon
der vooropgezet wantrouwen of
geestelijk voorbehoud.
De lange en moeilijke maanden
tusschen Linggadjati en vandaag
hebben een zwaren wissel getrok
ken op ons geduld en onze geest
drift. Het langdurige naspel van
den oorlog heeft ontmoediging en
bitterheid gebracht. Wij moeten
dit alles overwinnen. Laat ons
juist daarom vandaag de spinne-
webben om ons wegslaan en met
overtuiging en vertrouwen het
werk van den vrede beginnen".
Prof. Schermerhorn
betoogde, dat beide delegaties
zeer verheugd zijn. Lang was de
weg, die tot dit punt leidde, veel
verdwazing en tot misdaad op-
zweepende hartstocht verduister
den tallooze zielen.
De geschiedenis staat niet stil.
Ook na vandaag zal dit proces
doorgaan. Ook in de blijvende
samenwerking tusschen Neder
land en Indonesië zal door de ko
mende ontwikkeling, mits met
zorg geleid, ruimte komen voor
het vormen van een hoogere or
de, die ook aan Nederlandsche
zijde een diepere bevrediging kan
schenken, dan thans het geval is.
De sprong, die thans door In
donesië gemaakt wordt, is zoo
groot, dat eenige voorzichtigheid
aan de zijde van de nieuwe staat
kundige organisatie, die haar in
trede zal doen op de wijze als in
de overeenkomst bepaald, wel
raadzaam mag worden geacht.
Daarnaast zijn wij in Nederland
ons er van bewust, dat in deze
landen een versnelling van het
proces van geestelijke en maat
schappelijke ontvoogding plaats
vindt, die vandaag niet ophoudt,
doch misschien eerst goed begint.
Thans staan wij gezamenlijk
voor de taak den weg te banen,
waarlangs de kinderen van Ne
derland en ook het Nederland
sche volk iets in het gewone le
ven kunnen ervaren van datgene,
waarnaar de besten onzer streven
Het zal er om gaan, of wij met
inspanning van alle krachten zul
len slagen en of wij tezamen aan
de groote massa geleidelijk iets
kunnen geven van een grootere
welvaart en een klein beetje men-
schelijk geluk.
!Spr. wees er tenslotte op, dat
het er om gaat of men bereid is
elkander eenig crediet te geven.
Wij weten, dat deze weg de
eenige weg is: een smal pad, dat
voert langs afgronden van wan
trouwen en dat een onverwoest
baar geloof vergt van allen, die
als menschen van goeden wille
aanl dit brooze begin staan, het
welk niet alken in de zeventien
artikelen is neergelegd, maar bo
venal in den geest, welke ons ge
zamenlijk heeft gevoerd naar het
punt, waarop dit resultaat is be
reikt en aan de volkeren is voor
gelegd.
S j a h r i r wees er op, dat er
nog altijd veel twijfel is en wan
trouwen.
Nog altijd staan onze strijders
tegenover de zonen van Neder
land met geweren en ander
moordtuig in de hand, elkaar be
schouwend als bedreiging voor
zichzelf, als levens, die verdwij
nen moeten, als vijanden, die ver
nietigd moeten worden. Veel leed
is er nog en vele zijn de wonden,
die geslagen worden. Groot is de
onzekerheid, de twijfel, diep is
het wantrouwen, scherp nog is de
haat, duister en bewolkt is de
lucht in dit eens zoo schoone
land, maar reeds is ook een ont
spanning hoorbaar en voelbaar is
de opluchting van de beklemming
die ons hart omspant. Maar er
zijn ook teekenen die wijzen op
een innerlijke verheldering en zui
vering van de atmosfeer.
In Indonesië ontsteken wij een
van menschelijkheid en redelijk
heid, die de duisternis wil ver
drijven en de tegenstellingen, die
Vordering van goud
en deviezen.
Onbillijke voorschriften.
Het besluit van de Nederland
sche Bank om goud en devie
zen te vorderen kan men zien
als een gevolg van het nijpend
tekort aan deviezen, waarmede wij
hébben te kampen. De besluit is
een der vele verschijningsvormen
van onze armoede.
Op grond van de bestaande mo
netaire voorschriften zullen zij
die hun goud of vreemd geld voor
1 April aan de Bank verkoopen,
voor 40 pCt van de opbrengst
op een z.g. „overgangsrekening'
worden gecrediteerd en voor 60
pCt op een vrije rekening. Bij
verkoop na dien datum zal de ge
heele opbrengst in vrij geld 'be
schikbaar komen. Veel practisch
verschil maakt diit echter niet,
dank zij de reeds eerder gedane
toezegging, dat op 1 April de saldi
der overgangsrekeningen naar
vrije rekeningen overgeboekt zul
len worden.
De geldende voorschriften xijn
echter, zegt de N. R. Crt. in een
opzicht uitermate onrechtvaardig.
Zij, die voor 1 Fëbr. 1946 hun
deviezen of goud reeds vrijwillig
aan de Bank hebben verkocht,
hebben toen 60 pCt. van dc tegen
waarde in vrij geld en 40 pCt in
geblokkeerd geld ontvangen; het
geblokkeerde geld, door deze ver
koopen ontstaan, blijft voorloo
pig geblokkeerd, zoodat deze ver-
koopers er aanmerkelijk slechter
aan toe zijn dan zij, die den ver
koop zoo lang mogelijk hebben
uitgesteld. Er is te mtnder aan
leiding voor deze ongelijke behan
deling, omdat diegenen, die hun
goud en deviezen zoo spoedig mo
gelijk aan de Bank hebben ver
kocht, daarmede tevens landt
belang hebben gediend,
fakkel, klein ilichti, een fakkel
gevolg zijn van en op hun beurt
aanleiding geven tot geweldple
ging, vernietiging, benauwenis en
verblinding.
Laten wij zorgen, dat deze fak
kel blijft 'branden met steeds hel
derder vlam.
Laten wij hopen, dat deze vlam
het 'begin zal vormen van licht in
de wereld.
Nadere bijzonderheden.
Omtrent de onderteekening van
Linggadjati wordt nog nader ge
meld:
Volgens het'door beide delega
ties getroffen gemeenschappelijk
besluit was er geen voorzitter
voor deze plechtige bijeenkomst
Prof. Schermerhorn stond echter
op, zeggend: „Laten wij 'begin
nen met de onderteekening van de
documente"". Aan het hoofd van
de lange tafel zat Prof. Scher
merhorn met Sjahrir aan zijn
rechterhand en daarnaast Dr van
Mook en Mr Soesanto. Aan de
linkerhand van Prof. Schermer
horn zaten Mr Roem, de heer van
Poll en Dr Gani.
Onmiddellijk stond Prof. Scher
merhorn op om te spreken. Daar
na voerde Sjahrir het woord. Dr
van Mook was de laatste spreker.
De genoodigden verlieten daar
na de troonzaal en begaven zich
naar de speciaal voor deze gele
genheid versierde tuinen, waar een
zee van licht den weg opvroolijkte,
die naar dat gedeelte van het pa
leis leidde, waar Dr van Mook
en zijn echtgenoote een receptie
gaven.
In Batavia waren op verschei
den plaatsen vlaggen uitgestoken,
soms de Indonesische rood-witte
vlaai van deur tot deur naast het
Nederlandsche rood-wit-blauw.
Bij het vallen van de duisternis
kwam Batavia langzamerhand in
feestelijke atmosfeer, welke begon
met vuurwerk en „slamatans"
(Indische feestelijke maaltijden),
welke in de openlucht op verschei
dene pleinen en in parken te Ba
tavia voor 25.000 personen gehou
den werden.
Groot vermaak veroorzaakten
de Nederlandsche wnd burgemees
ter van Batavia, Drs A. Th, Bo-
gaardt en de Indonesische burge
meester Soewirjo toen zij 1000 kg
Nederlandsche centen met een to
tale waarde van vijftienhonderd
Nederlandsch-Indische gulden
tusschen de bevolking op het Ko
ningsplein wierpen.
GEEN ZOMERTIJD.
I Naar „De Tijd" verneemt,
heeft de Nederlandsche regeering
besloten dit jaar in ons land den
z.g.n. „Zomertijd" niet in te
voeren.
Wederom stoomschip bij
Terschelling op een mijn.
Maandagmiddag om 14.00 uur
il binnen zes dagen het derde
stoomschip in successie bij Ter
schelling op een mijn geloopen.
Ditmaal was het het ongeveer
3000 ton metende Noorsche
stoomschip „Garnes", dat hier zijn
ongeluk tegemoet ging.
Voor zoover nu bekend is de
helft van de bemanning door een
Groningsche kustvaarder overge
nomen. De andere helft zou zich
nog aan boord 'bevinden.
Volgens latere berichten is de
heele bemanning in veiligheid. Er
is weinig kans, dat het schip be
houden kan worden.
Chr. Jonge Boeren- en
Tuindersbond.
De jaarvergadering van den
Chr. Jonge Boeren- en Tuin
dersbond zal, naar wij verne
men, 21 Mei a.s. in de groote
concertzaal te Haarlem gehou
den worden In de morgenuren
zullen de jonge boeren en
boerinnen afzonderlijk verga
deren. Bij de jonge boeren zal
als spreker optreden het Eerste
Kamerlid de heer A. W. Bieu-
wenga met het onderwerp
„Werkgever en werknemer"',
's Middags wordt gemeenschap
pelijk vergaderd om te luisteren
naar de onderwerpen: „Platte
landsvrouw blijf vrouw" en
„Stad en Platteland". De heer
Joh. de Jong, vice-voorzitter
van den bond, spreekt een op
wekkend slotwoord. Op het
programma staan ook excursies
naar de Hoogovens, de Ford-
Fabrieken, Schiphol en Aals
meer. 20 Mei zal een begroe
tingssamenkomst gehouden
worden. Als secr. van de rege
lingscommissie treedt op de
heer B. Biesheuvel Bzn. te
Spaarndam.
Op- en ondergang van
Zon en Maan.
Donderdag, Zon op 6.29 u.,
onder 19.03 u. Maan op 8.89
u., onder
Hoog water te Vlleaingen
Donderdag 27 Maart:
4.48 u, 2.04 m,, 17.15 u. 1.98 m.
Naar aanleiding van de door
minister Jonkman afgelegde re-
geeringsverklaring inzake Ling
gadjati schreei de R.K. „Maas
bode o.m.
„Niets kon duidelijker aantoo-
nen, in welk een uiterst pijnlijke
situatie wij geraakt zijn. Meteen
blijkt hieruit, dat het pleit feitelijk
reeds is beslist.
Tot deze geforceerde gang van
zaken heeft ook de Commissie-
Generaal het hare bijgedragen.
Immers.bij de machtiging tot on
derteekening had minister Jonk
man een aanteekening gevoegd
met het doel „de reactie van de
C.-G. op de verstrekte machti
ging af te wachten alvorens die
hier openbaar te maken". De
C.-G. echter heeft haar verstrekte
machtiging „al spoedig gepubli
ceerd"! Zij blijft specialiteit in
min of meer voorbarige publica
ties I
Ten slotte nog de uitdrukking
van onze groote spijt, dat we niets
hebben gehoord over de motieven
van het aftreden van niet minder
dan drie leden van de Commissie-
Generaal. Niet minder dan de
helft, en dan moet men er Dr van
Mook nog bij rekenen. De gek
ste beweegredenen worden door
elkaar gehaspeld, maar.... de
Regeering zwijgt.
Moge het toekomstig debat al
thans te dezer zaken volslagen
helderheid brengen. Voor het,
overige hebben wij er geen groote'
verwachting van. Blijkens de kor
te discussie van heden is de meer
derheid bereid zich languit neer
te leggen bij het resultaat van een
•lange ontwikkeling vol fouten, ten
deele door allerongelukkigste om
standigheden eem'germate geëxcu
seerd.
Wij zijn alleen nog benieuwd
naar de meer of mindere sier
lijkheid, waarmede dit gepaard zal
gaan. Het gaat hier om een zaak
van een ernst als men nauwelijks
peilen kan en toch is het uiterst
moeilijk geen satyre te schrij
ven".
Zware straffen voor
deviezensmokkel.
Zware straffen zijn Maandag
door den bijzonderen politierech
ter te Breda opgelegd aan den
68-jarigen G. Langbroek uit Dui-
vendrecht en tegen den 29-jari-
gen E. Stofkooper uit Amster
dam, die terecht stonden voor de
viezensmokkel van België naar
Nederland.
Behalve verboden invoer van
60.000 gulden werd hun 't smok
kelen van een parel, een hoeveel
heid fittingen, enz. ten laste ge
legd. De deviezen vormden het
zwaarste punt der beschuldiging.
De auto, waarin de verdachten
de Nederl. grens bij Wernhout
wilden passeeren, bleek bij con
trole door de ambtenaren een ge
heime bergplaats te hebben, waar
uit het geld en de smokkelwaar
werd opgediept. Beide verdachten
ontkenden op de zitting halsstar
rig iets van het geld en smokkel
waar te hebben geweten. Een en
ander zou, zoo vertelden zij, in
den wagen geraakt zijn, toen de
ze voor een hotel in Antwerpen
geparkeerd stond. De man, die
dit gedaan zou hebben, zou de
bedoeling hebben gehad L. als te
genstander onschadelijk te ma
ken.
De politierechter echter ver
oordeelde L. tot een jaar en drie
maanden en zijn medeplichtige
tot een jaar gevangenisstraf, met
verbeurdverklaring van het in be
slag genomene.
Groote partij sigaretten
J aohterhaald.
De douanebeambten deden Zon
dagavond op het station te Roo
sendaal opnieuw een goede vangst
toen zij den Dtrein, welke om
streeks half zes uit Brussel in
Nederland arriveerde, aan een
nauwkeurig onderzoek onderwier-1
pen. In een Fransche personen
wagen werd een groote partij sl-1
f;aretten gevonden, welke in aller-
ei hoeken en gaten handig ver
borgen was. De wagen werd „af
gekoppeld" en van onder tot bo
ven „uitgekamd". De Dtrein had
door het voorval eenige vertra
ging.
De Tweede Kamer heeft
gistermiddag een aanvang
gemaakt met de beraadsla
ging over de verklaring van
den minister van Overzeesohe
Gebiedsdeelen, omtrent de
verdere ontwikkeling van de
politieke onderhandelingen
met de vertegenwoordigers
der republiek Indonesië.
Alle tribunes en loges
waren gevuld. Tien ministers
waren aanwezig.
De beraadslagingen werden ge
opend door den heer Schou
ten (A.R.) die betoogde dat de
regeering haar verklaring 'van
Vrijdag veel te laat heeft afge
legd. Opnieuw heeft de regeering
de gelegenheid voorbij laten gaan
om te toonen, dat het haar ernst
is de Volksvertegenwoordiging
tijdig in te lichten.
Vervolgens gaf de heer Schou
ten te kennen, dat er een ingrij
pende wijziging^ is in het beleid
der regeering, die destijds van ge
voelen w^p, dat de onderteekening
van de overeenkomst van Ling
gadjati op zoodanige wijze moest
plaats hebben, dat het vaststond,
dat beide partijen volkomen tot
overeenstemming waren gekomen.
Wat nu is geschied, is niet in
overeenstemming met de uiteen
zettingen van de regeering en met
de in die uiteenzettingen verwerk
te besluiten.
De onderteekening gaat in tegen
het resultaat van het overleg tus
schen Regeering en Volksverte
genwoordiging. Spr. verwerpt
Linggadjati in de gangbare op
vatting van een deel der publieke
opinie. De enkele 17 punten kan
hij niet aannemen.
Of hij wil toelaten, dat de Re
geering zich bindt als in de ver
klaring omschreven, zal afhangen
van het nadere antwoord der Re-
geering.
In verband met de motie Rom-
mevan der Goes van Naters
merkte Spr. op, dat in de Eerste
Kamer niets is gebleken van een
wijziging der gedragslijn van de
Regeering.
De Regeering heeft de motie-
Romme dankbaar geaccepteerd,
als ondersteuning van haar beleid.
De motie stelde als voorwaarde
wederzljdsche binding ook
aan de verklaringen. Dientenge
volge was de Regeering niet vrij.
Zij mocht "let tot een ingrijpen
de wijziging overgaan, zonder
zich vrij te maken van haar eigen
woord en zonder nader overleg
met de Staten-Generaal,
De Regeering was z.i. niet be
voegd te doen, wat zij, blijkens
haar verklaring van Vrijdag,
heeft gedaan.
De gang van zaken betreurde
Spr, in hooge mate, Het vertrou
wen In de uitspraken van het
Kabinet wordt er door verewakt,
om niet te zeggen geschokt.
Na een overzicht te hebben ge
geven van de gebeurtenissen van
den laatsten tijd, kwam de heer
Schouten tot de conclusie, dat de
1 C.G. moet worden opgeheven en
dat de regeering op andere wijze
moet voorzien in de middelen, die
zij noodig heeft voor de volvoe
ring van haar taak.
De verdeeldheid tusschen het
Kabinet en ons, zoo vervolgde hij,
is een uitvloeisel van het zeer
wezenlijk verschil van inzicht ten
aa- ien van de handhaving en de
uitoefening van het gezag; ten
aanzien van de eischen, die een
constitutioneel beleid stelt; ten
aanzien van de Nederlandsche
verantwoordelijkheid voor de In
dische bevolking.
Spr. kan niet met de Regeering
meegaan. Ook het beleid der
laatste weken acht hij niet juist.
Het gaat niet in de eerste plaats
om een materieel oordeel over het
beleid, maar bovenal over de
vraag: is de Regeeritig gebonden
aan haar woord, zoolang zij dat
niet heeft teruggenomen ter
plaatsa waar dat behoort? Is zij
gebonden aan het resultaat van
het gemeen overleg tusschen Ka
binet en Kamer?
De heer T i 1 a n u s zeide, niet
andermaal zijn bezwaren te zullen
ontwikkelen en verklaarde, dat
deze dag der onderteekening voor
hem zeer smartelijk is.
Hij constateert een steeds ver-
dier afglijden, omdat men nu een
maal op den verkeerden weg was.
Hij ziet voortdurend het woord:
onwaardig. „Het Koninkrijk
Nederland onwaardig".
De moeilijkheden zullen eerst
goed beginnen bij de uitwerking
der punten. In dit verband be
toogde Spr. mede, dat de partijen
geenszins hetzelfde willen, het is
slechts een overeenkomst in
schijn.
Er is gebondenhe:d aan Neder
landsche zijde en ongebondenheid
aan Indonesischen kant. Dat zal
aanleiding geven tot allerlei con
flicten.
De regeering zou by geringe
afwijkingen goedkeuring tot on
derteekening verleenen, doch by
grootere afwijkingen het parle
ment eerst raadplegen, Naar
Sprekers inzicht geldt het hier
toch wel de grootst denkbare af
wijking. De regeering had „neen
behooren te zeggen en eerst over
leg moeten plegen met de Kamer.
Voorts verlangde de heer Ti-
lanus opheldering omtrent ver
schillende punten, die in persbe
richten naar voren zijn gekomen.
Al» een diepe schande zeide hij
1 het te gevoelen, dat nog 22,500
Nederlandsche mannen en vrou
wen in Midden-Java geïnterneerd
zijn. Heeft de regeering «enige
I (Zie vervolg pag. 3),