De heer Tilanus te Goes. Inlevering Gouden Tientjes enz. Dr J. F. 0. Hucsc naar Afrika. Robbekol Terwijl ons volk verhongerde Een reis vol afwisseling Onderfeekenlng van Linggadjati zinloos en uiterst gevaarlijk. Het Indische vraagstuk. De fiehrmankwestie geregeld. De NedeiVandschei Bank N.V. deelt mede, dat lij be sloten heeft het goud, dat ingevolge artikel 11 van de deviezenbekendmaking 2/4& en ingevolge artikel 1 van de dsvlezonbekgndmaklng 17,46 aan haar ia aangebo den, maar nog niet door haar werd overgenomen, .benevens het goud, dat eventueel nog niet aan haar werd aange boden, thans op te vorderen. Met het oog hierop worden in gezetenen, voor zoover zij nog goud in den zin van het deviezen- besluit 1945, te weten: a. Gouden munten, en b. fijn goud en alliages van goud, voorzoover onbewerkt of halffabrikaat in eigendom hebben, ongeroepen dat goud vóór 1 Mei 1947 aan de Nederlandsche Bank te verkoopjn en over te dragen. Nederlandsche gouden-tien- en vijfguldenstukken kunnen, behalve bij de hoofdbank van de Neder landsche Bank, ook worden inge leverd bij haar bijbank te Rotter dam en bij haar agentschappen. De betaling van den koopprijs zal behalve bij aankoop van Ne derlandsche gouden-tien- en vijf guldenstukken over het alge meen eerst kunnen geschieden na dat het goud bij de hoofdbank van de Nederlandsche Bank is na gezien en gewogen. Desgewenscht kan inlevering ook geschieden door bemiddeling van een lid van de bedrijfsgroep handelsbanken of een lid van de verceniging voor den effectenhan del, deze brengen hiervoor een kleine provisie in rekening. Ook indien het goud zich in het buitenland bevindt, dient de in levering in het algemeen op de boven aangegeven wijze te ge schieden. De daartoe noodige invoerver gunningen dienen bij het kantoor deviezenvergunningen van de Ne derlandsche Bank te worden aan gevraagd. Slechts bij uitzondering zal, na daartoe strekkend schrif telijk verzoek, levering 'bij een buitenlandsche circulatiebank kun nen worden toegestaan. Verzamelingen van gouden munten en verzamelstukken behoeven voorshands niet te worden ingeleverd. Wel moe ten deze Voorzoover dit nog niet is geschied, aan de Ne derlandsche Bank worden aangeboden door middel van het daarvoor bestemde for mulier met het verzoek den houder te ontheffen van de verplichting tot verkoop. De buitenlandsche betaalmidde len, welke ingevolge het bepaalde jn artikel 1 van de deviezenbe kendmaking 2-'4ö én in artikel 1 van de deviezenbekendmaking 17- '46 aan de Nederlandsche Bank zijn aangeboden en die tot dus verre nog riet aan haar of aan een deviezenbink werden ver kocht, benevens van die buiten landsche betaalmiddelen, welke nog niet aan haar werden aange boden, worden thans de navol gende soorten opgevorderd: Voor zoover het gangbare be taalmiddelen betreft: Belgische francs, Canadeesche dollars, Deensche kronen, Engelsche pon den, Fransche francs, Noorsche kronen, Portugeesche escudo's, U.S.A. dollars, Zweedsche kro nen, Zwitsersche francs. Ingezetenen, die buitenlandsche betaalmiddelen van een of meer van die bovengenoemde soorten in eigendom hebben, worden opge roepen die betaalmiddelen vóór 1 Mei 1947 aan de Nederlandsche Bank over te dragen. De aandacht wordt er op ge vestigd, dat ook het Engelsche bankpapier in coupures van 5 pond en hooger wordt opgevor derd. Dit papier moet aan de ach terzijde zijn voorzien van den naam en het adres van den aan bieder, alsmede c.p. van den naam van het lid van de bedrijfsgroep handelsbanken of der vereeniging voor den effectenhandel door welks bemiddel/ng de inlevering geschiedt. De afrekening hiervan kan echter niet terstond geschieden. Het zal ter incasso worden over genomen. De sneeuwklokjes, onmiskenbare teekens van het naderend voor jaar, steken hiér en daar de kopjes reeds boven den grond. IX. Waar Brussel niet zóóver! van Goes verwijderd is was er na tuurlijk aan conversatie geen ge brek, waarna het (volgens hen) te laat was om nog te vertrekken, dus bleven we maar logeeren. Door gebrek aan transport lagen er duizenden mandarijnen, citroe nen enz. onder de boomen te rot ten, terwijl men zelfs de moeite niet nam ze te plukken. De plantage was te koop, tnaar als ik een half jaartje wilde waar nemen, was dat ook goed. We be loofden er eens over te denken en vertrokken den volgenden ochtend met een auto vol vruchten. Op het laatste moment (kwam de gast heer nog met een mudzak vol mandarijnen en keerde die een- voudigheidishalve maar in de ach terzitting om: we zouden het onderweg wei uitzoeken. Dit was weer een dag der lekke banden en na 120 km gaven we het op en bleven te Marali, waar FEUILLETON Wfl ijverig plakten. Dan hadden we den volgenden dag het grapje dat een der voorwielremmen blok keerde, zoodat ik in het hier nogal warme zonnetje, de zaak moest demonteeren. Teneinde er achter te komen, hoe het geval wél moest zitten, was ik toen gedwon gen ook het „gezonde" wiel eraf te nemen, waarna bleek, dat de remsegmenten door een of andere schok uit hun zitting waren ge sprongen. Het is maar een weet. Daarna nog een lekke band en na een moeizame 150 kilometer waren we te Batangafo met nog 240 km voor den boeg. In de ver vallen Case brachten we den nacht door, wat onze fout was, want je moet eenvoudig in zoo'n geval vragen waar de eerste de beste blanke woont en hem gaan ver blijden met de boodschap, dat je een nachtje komt logeeren. Maar zoo koloniaal waren we toen nog niet, sindsdien hebben we groote door TRIX^MARLAND. 12) -o- „Zou ik het durven zeggen?" dacht Lucy. „Ze kan zóó toch niet blijven rondloopen. Stel je voor, dat ze nog het dorp in moet. Dat kan toch niet" „Omatje", zei ze. Iets teeders was in haar stem. „Oma'tje heeft het zeker niet bemerkt,1 maar Oma'tje's gezicht is hee- lemaal zwart Zeker van al dien zwarten rommel op te rui-1 men vanmorgen." „Och", zei Robbekol. „Neen, dat heb is niet bemerkt, m'n kind." „Zal ik het even afwasschen?" bood Lucy aan. Robbekol glimlachte. Ze zei geen ja en geen neen. Ze had plezier in aat frisch-spontane kinderlijke van Lucy, Ze voelde j zich verwant ermee. „Kom. Oma'tje", zei Lucy, „ik zal U eens opknappen, zoodat U weer een lief Oma'tje bent en geen zwarte schoorsteenve ger meer. Vindt U het eigenlijk brutaal, dat ik Oma'tje zeg? Weet U, ik wil zoo graag een grootmoeder hebben. Ik heb er nooit een gekend. Wilt U mijn Oma'tje wel zijn?" Verteederd en ontroerd glim lachte Robekol. In heel haar lange leven had nog nooit iemand zoo iets tegen haar gezegd. Ze voelde haar hart naar Lucy uitgaan. Lucy las de toestemming en de schuchtere ontroering in Robbekol's oogen. „Kom", zei ze zacht, „we zullen u even wat opknappen". Luchtig babbelde ze Robbekol's verlegenheid weg. „En nu ga ik weg", zei ze, toen, het klaar was. „Maar morgen kom ik terug cn dan moet die timmerman doorwer ken tot uw bedstede in orde is." Met een weemoedigen blik in haar oogen keek Robbekol Lucy's vlugge, slanke gestal te na, „Het zou haar wel gauw ver velen, om bij zoo'n oude sloof op bezoek te gaan", dacht ze mistroostig. Toch was ze dankbaar, dat ze Lucy ontmoet had. Dank baar voor dit glimpje warme menschelijkheid in haar bude, eenzame leven. V Oma'tje, laat me toch alstu blieft, ais ik bij u ben, iets voor u mQgen doen, hè toe", vleide Lucy. Ze kwam naar Robbe kol toe, bukte zich en sloeg AFSCHEID VAN DE 2e DIVISIE. Vrijdag 28 Maart, 's avonds 7.15 uur zullen de manschappen van de 2e divisie in de kathedrale kerk. aan de Lange Nieuwstraat ie Utrecht officieel afscheid ne llen ww toto v-vivek om? Iswiië, De 2060 eiiUkiirta zuU-w woeden io.tS'-mwjiz-a dwv 3. Em tszwdl» en doe? d-o anijuor» aulmo-rtni-i* G, F, H, V-ciJLah, Bac aantal leden van den minis terraad zal bij dit afscheid, dat al eens eerder door de brandstof- fenschaarschte werd uitgesteld^ aanwezig zijn. BEROEP DER KNAC OP DE AUTOMOBILISTEN. Met het oog op den slechten toestand, waarin zich tal vaii we gen tengevolge van den opdooi bevinden, doet de K.N.A.C, een dringend 'beroep op alle automobi listen o 19 hua pnclbctd zooveel mogelijk te beperken, voorname lijk op die f/cgsn, waarvan het; wegdafc WmJijh d.e ver toont van den Invloed day verat en aueeuwperiode. Snelheid is een groote vijand van deze wegen, vooral wanneer het zwaar beladen vrachtwagens betreft. De weggebruikers dienen In Wassenaar heeft men een document gevonden, dat dateert uit den tijd, toen Westetijk Nederland een onge- kenden hongersnood meemaakte. Het betreft een „Speize- plan für die Zeit vom 21 bis 31-3-1945" en is eert officieel document voor een Duitsch legeronderdeel, onderteekend door een verplegingsonderoffioier en „gezien" door een „Oberleutnant und Einheitsführer'L Het papier kwam uit een stapel rommel, door de Duitschers in een villa achtergelaten, voor den dag. Twee jaar geleden kregen tijdens deze elf dagen onze bescher mers drie maal „Eintopf" van. groenten of erwten voor middag eten, doch de andere dagen bestond het menu uit vleesch, aard appelen en groenten. Aan groenten werden roode kool, erwten, witte kool, bieten en worteltjes yerstrekt. Rundvleesch in gebraden of gekookten toestand was aan de orde van den dag. Ook de goulaseh ontbrak niet. De heeren genoten voor het avondeten 700 gram brood (moesten wij, als het er was, daarmee* niet bijna 14 dagen doenf), voorts 35 gram margarine en 95 gram worst, 100 gram jam of 90 gram kaas. Indien pap, in den vorm van „Milch- suppe" werd verstrekt, kregen die arme soldaten 100 gram brood minder. Trouwens, uit het „Speiseplan" blijkt duidelijk, dat toeh werkeligk van eenige schaarschte sprake was. Over deze periode immers werd slechts een ons suiker verstrekt en maar een rolletje zuurtjes. Rookmateriaal bleek ook niet al te overvloedig voor handen. Per dag werden slechts aeht sigaretten of vijf tot zes cigarillos. verstrekt. Dat was toeh eigenlijk niet voldoende voor heeren. Het is dan ook zeer goed te begrijpen, dat de „Küchen- ünteroffizier" met dikke letters „veranderingen voorbehouden" op dit document plaatste. De Hollanders sleepten immers met eten en iedere inbeslagname kon toeh verbetering van deze voedselerisis beteekenen... of dreigde het capitulatiespook b(j' die „Vorbehalten Anderungen" reeds. niet uif fiêf oog fe verliezen, dat de vooruitzichten voor de verbe tering en uitbreiding van het we gennet met het oog op de daar voor uitgetrokken gelden verre van gunstig zijn, en dat het dus op hun weg ligt zoo zuinig mo gelijk met onze, wegren o>n te gaan, Telegram uit Batavia. De vereenigde politieke par tyen te Batavia hebben hot vol gende telegram gezonden aan den Nederlandsehen minister-pre sident en de voorzitters van de beide kamers der Staten-Gene- raal: „Ondergenoemde partyen, door drongen van de klemmende nood zaak van een spoedige princi pieels oplossing van het Indische probleem, achten nochtans de onderteekenlng van Linggadjati zinloos, tengevolge van de repu- blikelnsche standpunten, vervat In de belde slotmoties van het voorloopig republikeinsch parle ment en de overeenstemmende uitlatingen van Sjahrir, en bovendien uit hoofde van tegengestelde Interpretatie ten opzichte van de cardtaale punten uiterst gevaariyk, in verband met art 17 der overeenkomst." Het telegram was In naam van de Ghristeiyke Staatkundige Par ty, de Eenheidsparty, de groep Mr Slamet, de Vereen. „Grooter Nederland", de Perkoempoelan Kebangsaan Maloekoe (vereeni ging van Molukkers), de Persa- toeanTimoer Besai (vereeniging van de Groote Oost) en de Va- derlandsche club door Mr C- O. van Helsdhigen onderteekend. Het wassende water en de meegevoerde ijsschotsen hebben in geheel Polen 46 bruggen weg gespoeld. In het bijzonder in Si- lezië staan groote gebieden onder water. vorderingen gemaakt. een Fransche collega voor mijn Reeds vroeg gingen we op stap neus stond, die kwam vragen of den arbeid, want de dichtst bij en dachten dien avond de grens ik hem niet wilde helpen met eeni- zijnde tandarts woont op 600 tusschen Oubangui en Tchaddis- ge groote operaties, waarvan zij K.M. Het is hier dan ook ge- trict te bereiken, teneinde den vol- weinig ervaring hadden, aangezien woonte eens per jaar eenige we genden dag Fort Archambault te hier geen volbloed chirurg aan- ken vacantie te nemen en in het halen, Maar de pechduivel had wezig was. Zoo toog ik dan toch naaste centrum je stoffelijk om- zich zeker verslapen en zat nog in weer aan den slag niettegenstaan» i hulsel grondig te laten reviseeren. Case op ons te wachten, want in- de ik me voorgesteld had, na meer Gebeurt er in dien tusschentijd eens gebeurde er niets meer en dan 25 jaar chirurgie, eens 1 iets, dan kan in ernstige gevallen leek het geheel op een plezierritje op een wat warmen dag in de be- schaafde(?) wereld. De weg was best, soms als een lineaal zoo recht, zoodat ik met onze zwaar beladen Truck zelfs af en toe zeventig haalde. Des middags twee uur waren we dan ook aan de brug, die de grens Oubangui- Tchad vormt. Nu kregen we vol gens zeggen een heel slechte 120 km en inderdaad' het was niet best, maar we waren op dit ge bied al zoo doorgewinterd, dat we toch de 40 km per uur constant vol konden houden en als een paard, dat stal rook, wisten we toen van geen ophouden. Koppig rolden we door in de hitte, mijn vrouw voorop het tempo aan gevend, wat bleek niet erg ge schikt te zijn voor mijn vracht- wagén. Hiermee rijdt men het best óf heel langzaam, óf heel hard. Telkens stopte ik dan maar een kwartiertje en joeg dan met volle kracht achter de Auburn aan, tot ik zoo dicht geftaderd was, dat ik door de geweldige stof weer af moest zakken of wachten. Maar om vijf uur precies stoven we toch het erf van de onderne ming op en was ons einddoel be reikt. Hier moesten we wachten tot 1 Januari op verschillende papie ren, want zelfs in de wildernis is een goed gevulde actetasch te genwoordig noodig, om allerlei acten en permissies te heibergen. Met dat al zouden we drie weken bier moeten zitten en we bereid den ons reeds voor op een soort plantenleven, toen er plotseling eenige maanden uit te blazen. Maar het was daar plezierig werken, met deze flinke jongelui, die niet tot het slag behoorden, dat alles al weet. Ik zag er merk waardige zaken en na eenige da gen moest mijn vrouw ook aan alleen het vliegtuig redding bren gen. Mijn „practijk" nam met den dag toe en toen odk de Arabieren er lucht van gingen krijgen was ik blij, dat wij onze verdere tocht konden gaan aanvaarden. beide armen om haar heen. Robbekol kreeg tranen Hui haar oogen; ze zag Lucy's bloijde haar als een lichte, wa zige zonneplek, ze rook den zachten bloesemgeur, die bij Lucy scheen te behooren. „Weet u wel, Oma'tje", zei Lucy, „dat u me iets gééft, als ik hier ben ik ikrijg hier iets, dat ik 'nergens anders vind. Dat geeft u me en daarom wil ik zoo heel graag ook iets voor u doen, begrijpt u? U doet iets voor mij, Oma'tje, u bent iets voor me." „En jij bent iets voor mij, ook al doe je niets", antwoord de Robbekol, „Je hoeft niets te doen." „Ja, maar 'tmag wel, hé? Ik vind het leuk. Thuis ben ik „Mevrouw'' cn er zijn dingen, die ik graag doe, maar die ik tegenover het meisje cn de weikster laten moet. Flo zegt: „Je moet hun laten werken, je verwent ze, Ze moeten in jou hun mevrouw zien, niet een vriendinnetje of een collega. Daarom kun je niet allea doen, wat je wilt". Flo heeft gelijk, natuurlijk. Hij is erg verstan dig, Oma'tje. Maar wat ik nu thuis niet mag doen en waar m'n vingers soms naar jeuken om wel te doen, mag ik dat hier bij u doen? Alstublieft?" In de benedenstad van Batavia heerscht een levendige zwarte handel. Voor het wisselen van geld wordt hier door Ohineezen openlijk bedreven en de klanten worden luid aangeroepen. „Als je het zoo vraagt", zei Robbekol glimlachend, „dan kan ik niets weigeren, en ik gelóóf dat je dat weet." „Gelukkig", zei Lucy, „dus het mag' 1 Ze gaf Robbekol een kus op' haar voorhóofd en ging toen aan het werk. Vlandaag, had ze zich thuis al voorgenomen, zou ze pro- beeren Oma'jes beslagen raampjes doorzichtig te maken. Het stond zoo triest, die vuile raampjes in de omlijsting van grijs-geverfd hout. Spons en zeem had ze meegenomen. Oma'tje bezat natuurlijk geen spons cn zeem, dat begreep Lucy zóó wel. Ze pompte een emmer vol water en begon. Eerst aan den buitenkant, Ze boende er flink on los, en er kwam modder water af, maar na een poosje blonken Oma's beide raampjes van buiten in een omlijsting van witte verf. 't Gaf het ge heel# huisje een ander aspect. Tot Lucy's verbazing was de grijze verf, die ze gemeend had te zien, alleen maar vuil. Dikke lUgen stof cn zand zaten er overheen gekorst, maar met een boender en zeep was het er af gegaan. Ze had er een glunder plezier in. Nu zou ze het binnen probeeren. Vol moed toog ze aan het werk. Ze vond het heerlijk om zich eens echt in te spannen. Juist leuk, dat het zoo heel erg vuil was, dan zag je goed, hoe het opknapte. Robbekol was bezig thee te zetten, terwijl Lucy haar raampjes onderhanden had. Toen de thee klaar was, waren de raampjes Ook schoon. On der de grauwe stof- en vuillaag van de kozijnen was vroolijk- gele verf te voorschijn geko men. „Kindje, kindje", zei Robbe kol, „wat span je je toch in. Kom nu eerst een theedrinken. „Ja, Oma'tje, ik kom hoor. Even dezen emmer leeggooien. De stokrozen buiten kregen een files bad spoelwater en Lucy kwam tevreden terug. Samen zaten ze aan de oude, kale hou ten tafel hun thee te drinken. Lucy keek nog eens naar de raahipjes. Wat stond dat zoo veel fleuriger. lederen keer als ze Oma'tje opzocht, zou ze iets voor haar schoonmaken, nam ze zich voor. 't Zou met al die honden wel weer gauw vuil zijn, maar het was toch weer eens schoon geweest. Eigen lijk zou ze nu dolgraag dien grijzen tegelvloer onderhan den nemen, wie weet wat voor kleuren daaronder verborgen zaten. (Wordt vervolgd.) Er wa» voor de Vrijdagavond door de C.H Ilnif, belegde ver gadering tv Goes grgóte toe» langstelling, Ook uit de omge ving waren velen, opgekomen, zoodat de zaal van „De Prins van Oranje'" tot in alle hoeken gevuld was. De vergadering stond onder leiding van den heer Fhilipse, die een kort openingswoord sprak. De heer Tilanus die daarna het woord verkreeg wee* er op, dat de Indische politiek van den laatsten tijd in het staat kundige leven groote spannin gen heeft gegeven, waarom bet noodig is met elkaar over deze dingen te spreken. Een be zwaar hierbij is, dat de offi- cieele voorlichting zooveel te wenschen overlaat. Er is geen vrije voorlichting in het va derland. De Kamerleden zijn vaak gebonden door geheime mededeelingcn. Wat we dan nog hooren komt vaak via En geland of Amerika. Spr. gaf vervolgens een oVer- zicht van deis> loop der zaken waarbij hij herinnerde aan de reis van de parlementaire commissie uit wier rapport dui delijk werd hoe groot de ter reur is die daar in Indië heerscht. Daarop volgde, na de verkiezingen waarbij in feite de politiek van het Kybmet- Schermerhorn werd afgewezen de uitzending, van. de commis sie-generaal, waarvoor op zich zelf wel iets te zeggen viel, maar waartegen Spr. toch ver schillende bezwaren had, o.a. dat het was een zuiver poli tieke commissie, waarin geen staatsrechtelijke figuur zitting had evenmin als een kenner van de economische en finan- cieele belangen. Daarin is verbe tering gekomen door de benoe ming van de heeren Posthuma en Verzijl, die echter al weer bedankt hebben. Wat er precies gebeurd is en gebeurt weten we niet, maar we gevoelen, dat het niet den goeden kant opgaat en dat er allerle i .haken en oogen zijn. Dit blijkt vooral ook uit de mededeelingen van hen die uit Indië terugkeeren en die ons spreken van de ter reur die daar heerscht en het lijden van de bevolking. Voor 1940 was dat anders. Toen was een ieder vol bewon dering voor wat in Indië tot stand was gebracht. Natuurlijk waren er ook misstanden, maar er was een streven om den toestand zoo goed mogelijk te maken en aan de bevolking meer zeggenschap te geven wat mede bleek uit de samen stelling van den Volksraad, waarin het Inlandsche element een steeds grootere plaats kreeg. Eir waren dan ook nooit de spanningen als in Britsch- Indië, wat pleit voor het Ne derlandsche beleid. De bezetting door de Japan ners heeft groote veranderin gen gebracht. De bezetters wa ren er voortdurend op uit de haat tegen de blanken aan te wakkeren, tot ze tenslotte en kele dagen voor de capitulatie Soekarno en enkele andere groot-collaborateurs opdracht gaven de republiek uit te roe- pen. Het tragische hierbij is, dat er na de capitulatie door de Engelschen die opdracht had den de Japanners te ontwape nen en orde en rust te hand haven, op advies van dr van Mook, niets gebeurde. Toen de Engelschen vertrokken, waren orde en rust niet hersteld en waren 'de Jappen niet ontwapend, terwijl nog 22.500 Nederlandsche en Indische mannen en vrouwen in concen tratiekampen op Midden-Java zuchten en ook overigens de terreur nog voortduurt. En het ergerlijke' is, dat er met de menschen die daarvoor verant woordelijk zijn nog altijd op voet 'van gelijkheid, als „excellenties" (wordt onderhandeld. Hier werd 'Mussert gefusileerd, maar in In dië, wordt Soekarno, die veel er ger gecollaborateurd 'heeft, offici- eeferkend, Het belangrijkste daar bij is het lijden van de bevol king, het feit, dat geheele kam pongs uitsterven van honger en ellende. En dan te denken, dat door even door te stooten en de orde te herstellen de bevol king van die terreur kan wor den bevrijd, Spr. teekende vervolgens het optreden van de C.-G. en de staatkundige constructie van het toekomstige Indië volgens het ontwerp-accoord, waardoor blijkens het gepubliceerde uit 'de geheime notulen de eenheid van het Koninkrijk gebroken wordt en dat yoor de toekomst zoowel wat betreft het staat kundige en het economische als het geestelijke leven het erg ste doet vrcczen. Zeker er wordt nu godsdienstvrijheid be loofd. Maar zal er straks waar lijk vrijheid zijn of zal alles komen onder de steeds groeien de macht van het Mohamme danisme? We staan hier voor vele vragen, waarop we, nu het accoord staat geteekend te worden, geen antwoord kunnen geven. Er is hierbij echter één rustpunt n.l. de wetenschap, dat het uiteindelijk God is die de volken, ook hst Nederlandsche volk <jn ds volkeren te Indië, WdL Vlan da a* de pauze geboden gelegenheid om vragen te stel len, werd een druk gebruik ge maakt, waardoor de heer Tila nus, die de vragers in den brcede beantwoordde, gelegen heid kreeg, verschillende pun ten nog nader toe te lichten. Met groote belangstelling werd van het begin tot. het 1 einde geluisterd. Na een slotwoord van den voorzitter en het zingen van 2 coupletten van het Wilhelmus, werd door den heer Tilanus met dankgebed geëindigd. De Amerikaansche en de Ne- derandsche regeering hebben I een regeling getroffen, waarbij aan het Amerikaansche vracht schip „Martin Behrman" toe stemming wordt verleend koers te zetten naar de Vereenigde Staten met de goederen, welke waren ingeladen, voor dat de Ned.-Indsche regeering het schip te Batavia in beslag nami De verklaring van het Ame rikaansche minsterie van bui tenlandsche zaken luidt: Het ministerie is aan de hand van de ter beschikking staande gegevens van oor deel, dat de Nederlandsch- Indische regeering met be trekking tot de Martin Behr man en zijn lading volgens haar wettelijk recht heeft gehandeld. Niettegenstaande heeft de Ne derlandsche regeéring zich na besprekingen met de Ameri kaansche regeering, die in den geest der traditioneel# vriend schappelijke betrekkingen zijn gevoerd, bereid verklaard een regeling te treffen', die de Mar tin Behrman in staat stelt naar de Vereenigde Staten te ver trekken met een lading zooals het schip oorspronkelijk wenschte in te nemen, ter- I wijl de „Isbrandtsen Company" als reeders een billijke schade loosstelling zal ontvangen. Bo vendien zullen de extra kosten, die uit het oponthoud voort vloeien, aan die maatschappij worden terugbetaald. De regeling brengt het Ne- derlandsch-Indiscfae recht niet in bet geding, doch maakt de schade voor de „Isbrandtsen Company" tengevolge van het feit, dat de nieuwe voorschrif ten voor den handel Werden afgekondigd toen het schip on derweg was naar Cheribon, zoo gering mogelijk. KOUDE EN EXAMENS. Op vragen van het Ud der Tweede Kamer den heer Dee ring in verband met de door de schaarschte aan brandstof fen ontstane moeilijkheden voor hen, die dit jaar een exa men hopen af te leggen heeft de ïttinister van Onderwijs ge antwoord: De moeilijkheden bij het on derwijs ten gevolge van de schaarschte aan branstoffen zijn den minister bekend. Het verheugt hem hieraan de op merking te kunnen toevoegen, dat mede door de toewij ding der Ieenkrachte|n dje meeste scholen er in geslaagd zijn de examenklasse aan het werk te houden. De minister is van meening, dat met bedoelde moeilijkhe den bij de aanstaande examens rekening dient te worden ge houden. Hij is voornemens de voorzitters vandiverse exa mencommissies in dezen zin aan te schrijven. Bij het schriftelijk gedeelte der examens zal in de daarvoor in aanmerking komende geval len soepelheid worden be tracht, Tegen het uitstellen van de examens bestaan in het al gemeen uit organisatorisch oogpunt bezwaren. Waar dit mogelijk is, zal de minister gaarne uitstel bevorderen. EENHEIDSONDER- DEELEN VOOR FIETSEN. Zoo snel mogelijk moet het tekort aan fietsen in Nederland worden verholpen. Dit kan al leen, indien de onderdeden worden genormaliseerd, Om dit te bereiken, is een kleine sub commissie van 7 deskundigen ingesteld door het centraal normalisatiebu'reau. Deze sub commissie zal vaststellen, welke onderdeden noodig zijn om een zoo groot mogelijke productie te bereiken van eenvoudige, maar degelijke en doelmatige fietsen. Het gaat vooral om stukken, die voorheen uit het buitenland kwamen en die onze eigen industrie nu moet ma ken, omdat invoer niet moge lijk!^ Alle muntstukken van 10 en 20 centimes zullen met ingang van *1 April in Frankrijk uit de circu latie worden genomen,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 2