De heer Tilanus te Goes.
Inlevering Gouden Tientjes enz.
Dr J. F. 0. Hucsc naar Afrika.
Robbekol
Terwijl ons volk
verhongerde
Een reis vol afwisseling
Onderfeekenlng
van Linggadjati
zinloos en uiterst
gevaarlijk.
Het Indische vraagstuk.
De fiehrmankwestie
geregeld.
De NedeiVandschei Bank
N.V. deelt mede, dat lij be
sloten heeft het goud, dat
ingevolge artikel 11 van de
deviezenbekendmaking 2/4&
en ingevolge artikel 1 van
de dsvlezonbekgndmaklng
17,46 aan haar ia aangebo
den, maar nog niet door haar
werd overgenomen, .benevens
het goud, dat eventueel nog
niet aan haar werd aange
boden, thans op te vorderen.
Met het oog hierop worden in
gezetenen, voor zoover zij nog
goud in den zin van het deviezen-
besluit 1945, te weten:
a. Gouden munten, en
b. fijn goud en alliages van
goud, voorzoover onbewerkt of
halffabrikaat in eigendom hebben,
ongeroepen dat goud vóór 1
Mei 1947 aan de Nederlandsche
Bank te verkoopjn en over te
dragen.
Nederlandsche gouden-tien- en
vijfguldenstukken kunnen, behalve
bij de hoofdbank van de Neder
landsche Bank, ook worden inge
leverd bij haar bijbank te Rotter
dam en bij haar agentschappen.
De betaling van den koopprijs zal
behalve bij aankoop van Ne
derlandsche gouden-tien- en vijf
guldenstukken over het alge
meen eerst kunnen geschieden na
dat het goud bij de hoofdbank
van de Nederlandsche Bank is na
gezien en gewogen.
Desgewenscht kan inlevering
ook geschieden door bemiddeling
van een lid van de bedrijfsgroep
handelsbanken of een lid van de
verceniging voor den effectenhan
del, deze brengen hiervoor een
kleine provisie in rekening.
Ook indien het goud zich in het
buitenland bevindt, dient de in
levering in het algemeen op de
boven aangegeven wijze te ge
schieden.
De daartoe noodige invoerver
gunningen dienen bij het kantoor
deviezenvergunningen van de Ne
derlandsche Bank te worden aan
gevraagd. Slechts bij uitzondering
zal, na daartoe strekkend schrif
telijk verzoek, levering 'bij een
buitenlandsche circulatiebank kun
nen worden toegestaan.
Verzamelingen van gouden
munten en verzamelstukken
behoeven voorshands niet te
worden ingeleverd. Wel moe
ten deze Voorzoover dit nog
niet is geschied, aan de Ne
derlandsche Bank worden
aangeboden door middel van
het daarvoor bestemde for
mulier met het verzoek den
houder te ontheffen van de
verplichting tot verkoop.
De buitenlandsche betaalmidde
len, welke ingevolge het bepaalde
jn artikel 1 van de deviezenbe
kendmaking 2-'4ö én in artikel 1
van de deviezenbekendmaking 17-
'46 aan de Nederlandsche Bank
zijn aangeboden en die tot dus
verre nog riet aan haar of aan
een deviezenbink werden ver
kocht, benevens van die buiten
landsche betaalmiddelen, welke
nog niet aan haar werden aange
boden, worden thans de navol
gende soorten opgevorderd:
Voor zoover het gangbare be
taalmiddelen betreft: Belgische
francs, Canadeesche dollars,
Deensche kronen, Engelsche pon
den, Fransche francs, Noorsche
kronen, Portugeesche escudo's,
U.S.A. dollars, Zweedsche kro
nen, Zwitsersche francs.
Ingezetenen, die buitenlandsche
betaalmiddelen van een of meer
van die bovengenoemde soorten in
eigendom hebben, worden opge
roepen die betaalmiddelen vóór 1
Mei 1947 aan de Nederlandsche
Bank over te dragen.
De aandacht wordt er op ge
vestigd, dat ook het Engelsche
bankpapier in coupures van 5
pond en hooger wordt opgevor
derd. Dit papier moet aan de ach
terzijde zijn voorzien van den
naam en het adres van den aan
bieder, alsmede c.p. van den naam
van het lid van de bedrijfsgroep
handelsbanken of der vereeniging
voor den effectenhandel door
welks bemiddel/ng de inlevering
geschiedt.
De afrekening hiervan kan
echter niet terstond geschieden.
Het zal ter incasso worden over
genomen.
De sneeuwklokjes, onmiskenbare
teekens van het naderend voor
jaar, steken hiér en daar de
kopjes reeds boven den grond.
IX.
Waar Brussel niet zóóver! van
Goes verwijderd is was er na
tuurlijk aan conversatie geen ge
brek, waarna het (volgens hen) te
laat was om nog te vertrekken,
dus bleven we maar logeeren.
Door gebrek aan transport lagen
er duizenden mandarijnen, citroe
nen enz. onder de boomen te rot
ten, terwijl men zelfs de moeite
niet nam ze te plukken.
De plantage was te koop, tnaar
als ik een half jaartje wilde waar
nemen, was dat ook goed. We be
loofden er eens over te denken en
vertrokken den volgenden ochtend
met een auto vol vruchten. Op
het laatste moment (kwam de gast
heer nog met een mudzak vol
mandarijnen en keerde die een-
voudigheidishalve maar in de ach
terzitting om: we zouden het
onderweg wei uitzoeken.
Dit was weer een dag der lekke
banden en na 120 km gaven we
het op en bleven te Marali, waar
FEUILLETON
Wfl ijverig plakten. Dan hadden
we den volgenden dag het grapje
dat een der voorwielremmen blok
keerde, zoodat ik in het hier nogal
warme zonnetje, de zaak moest
demonteeren. Teneinde er achter
te komen, hoe het geval wél
moest zitten, was ik toen gedwon
gen ook het „gezonde" wiel eraf
te nemen, waarna bleek, dat de
remsegmenten door een of andere
schok uit hun zitting waren ge
sprongen. Het is maar een weet.
Daarna nog een lekke band en
na een moeizame 150 kilometer
waren we te Batangafo met nog
240 km voor den boeg. In de ver
vallen Case brachten we den nacht
door, wat onze fout was, want
je moet eenvoudig in zoo'n geval
vragen waar de eerste de beste
blanke woont en hem gaan ver
blijden met de boodschap, dat je
een nachtje komt logeeren. Maar
zoo koloniaal waren we toen nog
niet, sindsdien hebben we groote
door TRIX^MARLAND.
12) -o-
„Zou ik het durven zeggen?"
dacht Lucy. „Ze kan zóó toch
niet blijven rondloopen. Stel je
voor, dat ze nog het dorp in
moet. Dat kan toch niet"
„Omatje", zei ze. Iets teeders
was in haar stem. „Oma'tje
heeft het zeker niet bemerkt,1
maar Oma'tje's gezicht is hee-
lemaal zwart Zeker van al
dien zwarten rommel op te rui-1
men vanmorgen."
„Och", zei Robbekol. „Neen,
dat heb is niet bemerkt, m'n
kind."
„Zal ik het even afwasschen?"
bood Lucy aan.
Robbekol glimlachte. Ze zei
geen ja en geen neen. Ze had
plezier in aat frisch-spontane
kinderlijke van Lucy, Ze voelde j
zich verwant ermee.
„Kom. Oma'tje", zei Lucy, „ik
zal U eens opknappen, zoodat
U weer een lief Oma'tje bent
en geen zwarte schoorsteenve
ger meer. Vindt U het eigenlijk
brutaal, dat ik Oma'tje zeg?
Weet U, ik wil zoo graag een
grootmoeder hebben. Ik heb er
nooit een gekend. Wilt U mijn
Oma'tje wel zijn?"
Verteederd en ontroerd glim
lachte Robekol. In heel haar
lange leven had nog nooit
iemand zoo iets tegen haar
gezegd. Ze voelde haar hart
naar Lucy uitgaan.
Lucy las de toestemming en
de schuchtere ontroering in
Robbekol's oogen.
„Kom", zei ze zacht, „we
zullen u even wat opknappen".
Luchtig babbelde ze Robbekol's
verlegenheid weg.
„En nu ga ik weg", zei ze,
toen, het klaar was. „Maar
morgen kom ik terug cn dan
moet die timmerman doorwer
ken tot uw bedstede in orde is."
Met een weemoedigen blik in
haar oogen keek Robbekol
Lucy's vlugge, slanke gestal
te na,
„Het zou haar wel gauw ver
velen, om bij zoo'n oude sloof
op bezoek te gaan", dacht ze
mistroostig.
Toch was ze dankbaar, dat
ze Lucy ontmoet had. Dank
baar voor dit glimpje warme
menschelijkheid in haar bude,
eenzame leven.
V
Oma'tje, laat me toch alstu
blieft, ais ik bij u ben, iets voor
u mQgen doen, hè toe", vleide
Lucy. Ze kwam naar Robbe
kol toe, bukte zich en sloeg
AFSCHEID VAN DE
2e DIVISIE.
Vrijdag 28 Maart, 's avonds
7.15 uur zullen de manschappen
van de 2e divisie in de kathedrale
kerk. aan de Lange Nieuwstraat
ie Utrecht officieel afscheid ne
llen ww toto v-vivek om? Iswiië,
De 2060 eiiUkiirta zuU-w woeden
io.tS'-mwjiz-a dwv 3. Em tszwdl»
en doe? d-o anijuor»
aulmo-rtni-i* G, F, H, V-ciJLah,
Bac aantal leden van den minis
terraad zal bij dit afscheid, dat
al eens eerder door de brandstof-
fenschaarschte werd uitgesteld^
aanwezig zijn.
BEROEP DER KNAC OP
DE AUTOMOBILISTEN.
Met het oog op den slechten
toestand, waarin zich tal vaii we
gen tengevolge van den opdooi
bevinden, doet de K.N.A.C, een
dringend 'beroep op alle automobi
listen o 19 hua pnclbctd zooveel
mogelijk te beperken, voorname
lijk op die f/cgsn, waarvan het;
wegdafc WmJijh d.e ver
toont van den Invloed day verat
en aueeuwperiode.
Snelheid is een groote vijand
van deze wegen, vooral wanneer
het zwaar beladen vrachtwagens
betreft. De weggebruikers dienen
In Wassenaar heeft men een document gevonden, dat
dateert uit den tijd, toen Westetijk Nederland een onge-
kenden hongersnood meemaakte. Het betreft een „Speize-
plan für die Zeit vom 21 bis 31-3-1945" en is eert officieel
document voor een Duitsch legeronderdeel, onderteekend
door een verplegingsonderoffioier en „gezien" door een
„Oberleutnant und Einheitsführer'L Het papier kwam
uit een stapel rommel, door de Duitschers in een villa
achtergelaten, voor den dag.
Twee jaar geleden kregen tijdens deze elf dagen onze bescher
mers drie maal „Eintopf" van. groenten of erwten voor middag
eten, doch de andere dagen bestond het menu uit vleesch, aard
appelen en groenten. Aan groenten werden roode kool, erwten,
witte kool, bieten en worteltjes yerstrekt. Rundvleesch in gebraden
of gekookten toestand was aan de orde van den dag. Ook de
goulaseh ontbrak niet. De heeren genoten voor het avondeten 700
gram brood (moesten wij, als het er was, daarmee* niet bijna 14
dagen doenf), voorts 35 gram margarine en 95 gram worst, 100
gram jam of 90 gram kaas. Indien pap, in den vorm van „Milch-
suppe" werd verstrekt, kregen die arme soldaten 100 gram brood
minder. Trouwens, uit het „Speiseplan" blijkt duidelijk, dat toeh
werkeligk van eenige schaarschte sprake was. Over deze periode
immers werd slechts een ons suiker verstrekt en maar een rolletje
zuurtjes. Rookmateriaal bleek ook niet al te overvloedig voor
handen. Per dag werden slechts aeht sigaretten of vijf tot zes
cigarillos. verstrekt. Dat was toeh eigenlijk niet voldoende voor
heeren. Het is dan ook zeer goed te begrijpen, dat de „Küchen-
ünteroffizier" met dikke letters „veranderingen voorbehouden"
op dit document plaatste. De Hollanders sleepten immers met eten
en iedere inbeslagname kon toeh verbetering van deze voedselerisis
beteekenen... of dreigde het capitulatiespook b(j' die „Vorbehalten
Anderungen" reeds.
niet uif fiêf oog fe verliezen, dat
de vooruitzichten voor de verbe
tering en uitbreiding van het we
gennet met het oog op de daar
voor uitgetrokken gelden verre
van gunstig zijn, en dat het dus
op hun weg ligt zoo zuinig mo
gelijk met onze, wegren o>n te
gaan,
Telegram uit Batavia.
De vereenigde politieke par
tyen te Batavia hebben hot vol
gende telegram gezonden aan
den Nederlandsehen minister-pre
sident en de voorzitters van de
beide kamers der Staten-Gene-
raal:
„Ondergenoemde partyen, door
drongen van de klemmende nood
zaak van een spoedige princi
pieels oplossing van het Indische
probleem, achten nochtans de
onderteekenlng van Linggadjati
zinloos, tengevolge van de repu-
blikelnsche standpunten, vervat
In de belde slotmoties van het
voorloopig republikeinsch parle
ment en de overeenstemmende
uitlatingen van Sjahrir,
en bovendien uit hoofde van
tegengestelde Interpretatie ten
opzichte van de cardtaale punten
uiterst gevaariyk, in verband met
art 17 der overeenkomst."
Het telegram was In naam van
de Ghristeiyke Staatkundige Par
ty, de Eenheidsparty, de groep
Mr Slamet, de Vereen. „Grooter
Nederland", de Perkoempoelan
Kebangsaan Maloekoe (vereeni
ging van Molukkers), de Persa-
toeanTimoer Besai (vereeniging
van de Groote Oost) en de Va-
derlandsche club door Mr C- O.
van Helsdhigen onderteekend.
Het wassende water en de
meegevoerde ijsschotsen hebben
in geheel Polen 46 bruggen weg
gespoeld. In het bijzonder in Si-
lezië staan groote gebieden onder
water.
vorderingen gemaakt. een Fransche collega voor mijn
Reeds vroeg gingen we op stap neus stond, die kwam vragen of den arbeid, want de dichtst bij
en dachten dien avond de grens ik hem niet wilde helpen met eeni- zijnde tandarts woont op 600
tusschen Oubangui en Tchaddis- ge groote operaties, waarvan zij K.M. Het is hier dan ook ge-
trict te bereiken, teneinde den vol- weinig ervaring hadden, aangezien woonte eens per jaar eenige we
genden dag Fort Archambault te hier geen volbloed chirurg aan- ken vacantie te nemen en in het
halen, Maar de pechduivel had wezig was. Zoo toog ik dan toch naaste centrum je stoffelijk om-
zich zeker verslapen en zat nog in weer aan den slag niettegenstaan» i hulsel grondig te laten reviseeren.
Case op ons te wachten, want in- de ik me voorgesteld had, na meer Gebeurt er in dien tusschentijd
eens gebeurde er niets meer en dan 25 jaar chirurgie, eens 1 iets, dan kan in ernstige gevallen
leek het geheel op een plezierritje
op een wat warmen dag in de be-
schaafde(?) wereld. De weg was
best, soms als een lineaal zoo
recht, zoodat ik met onze zwaar
beladen Truck zelfs af en toe
zeventig haalde. Des middags twee
uur waren we dan ook aan de
brug, die de grens Oubangui-
Tchad vormt. Nu kregen we vol
gens zeggen een heel slechte 120
km en inderdaad' het was niet
best, maar we waren op dit ge
bied al zoo doorgewinterd, dat we
toch de 40 km per uur constant
vol konden houden en als een
paard, dat stal rook, wisten we
toen van geen ophouden. Koppig
rolden we door in de hitte, mijn
vrouw voorop het tempo aan
gevend, wat bleek niet erg ge
schikt te zijn voor mijn vracht-
wagén. Hiermee rijdt men het
best óf heel langzaam, óf heel
hard. Telkens stopte ik dan maar
een kwartiertje en joeg dan met
volle kracht achter de Auburn
aan, tot ik zoo dicht geftaderd was,
dat ik door de geweldige stof
weer af moest zakken of wachten.
Maar om vijf uur precies stoven
we toch het erf van de onderne
ming op en was ons einddoel be
reikt.
Hier moesten we wachten tot
1 Januari op verschillende papie
ren, want zelfs in de wildernis
is een goed gevulde actetasch te
genwoordig noodig, om allerlei
acten en permissies te heibergen.
Met dat al zouden we drie weken
bier moeten zitten en we bereid
den ons reeds voor op een soort
plantenleven, toen er plotseling
eenige maanden uit te blazen.
Maar het was daar plezierig
werken, met deze flinke jongelui,
die niet tot het slag behoorden,
dat alles al weet. Ik zag er merk
waardige zaken en na eenige da
gen moest mijn vrouw ook aan
alleen het vliegtuig redding bren
gen.
Mijn „practijk" nam met den
dag toe en toen odk de Arabieren
er lucht van gingen krijgen was
ik blij, dat wij onze verdere
tocht konden gaan aanvaarden.
beide armen om haar heen.
Robbekol kreeg tranen Hui
haar oogen; ze zag Lucy's
bloijde haar als een lichte, wa
zige zonneplek, ze rook den
zachten bloesemgeur, die bij
Lucy scheen te behooren.
„Weet u wel, Oma'tje", zei
Lucy, „dat u me iets gééft, als
ik hier ben ik ikrijg hier iets,
dat ik 'nergens anders vind.
Dat geeft u me en daarom wil
ik zoo heel graag ook iets voor
u doen, begrijpt u? U doet iets
voor mij, Oma'tje, u bent iets
voor me."
„En jij bent iets voor mij,
ook al doe je niets", antwoord
de Robbekol,
„Je hoeft niets te doen."
„Ja, maar 'tmag wel, hé?
Ik vind het leuk. Thuis ben ik
„Mevrouw'' cn er zijn dingen,
die ik graag doe, maar die ik
tegenover het meisje cn de
weikster laten moet. Flo zegt:
„Je moet hun laten werken, je
verwent ze, Ze moeten in jou
hun mevrouw zien, niet een
vriendinnetje of een collega.
Daarom kun je niet allea doen,
wat je wilt". Flo heeft gelijk,
natuurlijk. Hij is erg verstan
dig, Oma'tje. Maar wat ik nu
thuis niet mag doen en waar
m'n vingers soms naar jeuken
om wel te doen, mag ik dat
hier bij u doen? Alstublieft?"
In de benedenstad van Batavia heerscht een levendige zwarte
handel. Voor het wisselen van geld wordt hier door Ohineezen
openlijk bedreven en de klanten worden luid aangeroepen.
„Als je het zoo vraagt", zei
Robbekol glimlachend, „dan
kan ik niets weigeren, en ik
gelóóf dat je dat weet."
„Gelukkig", zei Lucy, „dus
het mag' 1
Ze gaf Robbekol een kus op'
haar voorhóofd en ging toen
aan het werk.
Vlandaag, had ze zich thuis
al voorgenomen, zou ze pro-
beeren Oma'jes beslagen
raampjes doorzichtig te maken.
Het stond zoo triest, die vuile
raampjes in de omlijsting van
grijs-geverfd hout. Spons en
zeem had ze meegenomen.
Oma'tje bezat natuurlijk geen
spons cn zeem, dat begreep
Lucy zóó wel.
Ze pompte een emmer vol
water en begon. Eerst aan den
buitenkant, Ze boende er flink
on los, en er kwam modder
water af, maar na een poosje
blonken Oma's beide raampjes
van buiten in een omlijsting
van witte verf. 't Gaf het ge
heel# huisje een ander aspect.
Tot Lucy's verbazing was de
grijze verf, die ze gemeend had
te zien, alleen maar vuil. Dikke
lUgen stof cn zand zaten er
overheen gekorst, maar met
een boender en zeep was het
er af gegaan. Ze had er een
glunder plezier in. Nu zou ze
het binnen probeeren. Vol moed
toog ze aan het werk. Ze vond
het heerlijk om zich eens echt
in te spannen. Juist leuk, dat
het zoo heel erg vuil was, dan
zag je goed, hoe het opknapte.
Robbekol was bezig thee te
zetten, terwijl Lucy haar
raampjes onderhanden had.
Toen de thee klaar was, waren
de raampjes Ook schoon. On
der de grauwe stof- en vuillaag
van de kozijnen was vroolijk-
gele verf te voorschijn geko
men.
„Kindje, kindje", zei Robbe
kol, „wat span je je toch in.
Kom nu eerst een theedrinken.
„Ja, Oma'tje, ik kom hoor.
Even dezen emmer leeggooien.
De stokrozen buiten kregen een
files bad spoelwater en Lucy
kwam tevreden terug. Samen
zaten ze aan de oude, kale hou
ten tafel hun thee te drinken.
Lucy keek nog eens naar de
raahipjes. Wat stond dat zoo
veel fleuriger. lederen keer als
ze Oma'tje opzocht, zou ze iets
voor haar schoonmaken, nam
ze zich voor. 't Zou met al die
honden wel weer gauw vuil
zijn, maar het was toch weer
eens schoon geweest. Eigen
lijk zou ze nu dolgraag dien
grijzen tegelvloer onderhan
den nemen, wie weet wat voor
kleuren daaronder verborgen
zaten. (Wordt vervolgd.)
Er wa» voor de Vrijdagavond
door de C.H Ilnif, belegde ver
gadering tv Goes grgóte toe»
langstelling, Ook uit de omge
ving waren velen, opgekomen,
zoodat de zaal van „De Prins
van Oranje'" tot in alle hoeken
gevuld was.
De vergadering stond onder
leiding van den heer Fhilipse,
die een kort openingswoord
sprak.
De heer Tilanus die daarna
het woord verkreeg wee* er
op, dat de Indische politiek van
den laatsten tijd in het staat
kundige leven groote spannin
gen heeft gegeven, waarom bet
noodig is met elkaar over deze
dingen te spreken. Een be
zwaar hierbij is, dat de offi-
cieele voorlichting zooveel te
wenschen overlaat. Er is geen
vrije voorlichting in het va
derland. De Kamerleden zijn
vaak gebonden door geheime
mededeelingcn. Wat we dan
nog hooren komt vaak via En
geland of Amerika.
Spr. gaf vervolgens een oVer-
zicht van deis> loop der zaken
waarbij hij herinnerde aan de
reis van de parlementaire
commissie uit wier rapport dui
delijk werd hoe groot de ter
reur is die daar in Indië
heerscht. Daarop volgde, na de
verkiezingen waarbij in feite
de politiek van het Kybmet-
Schermerhorn werd afgewezen
de uitzending, van. de commis
sie-generaal, waarvoor op zich
zelf wel iets te zeggen viel,
maar waartegen Spr. toch ver
schillende bezwaren had, o.a.
dat het was een zuiver poli
tieke commissie, waarin geen
staatsrechtelijke figuur zitting
had evenmin als een kenner
van de economische en finan-
cieele belangen. Daarin is verbe
tering gekomen door de benoe
ming van de heeren Posthuma
en Verzijl, die echter al weer
bedankt hebben. Wat er precies
gebeurd is en gebeurt weten we
niet, maar we gevoelen, dat het
niet den goeden kant opgaat
en dat er allerle i .haken en
oogen zijn. Dit blijkt vooral
ook uit de mededeelingen van
hen die uit Indië terugkeeren
en die ons spreken van de ter
reur die daar heerscht en het
lijden van de bevolking.
Voor 1940 was dat anders.
Toen was een ieder vol bewon
dering voor wat in Indië tot
stand was gebracht. Natuurlijk
waren er ook misstanden, maar
er was een streven om den
toestand zoo goed mogelijk te
maken en aan de bevolking
meer zeggenschap te geven
wat mede bleek uit de samen
stelling van den Volksraad,
waarin het Inlandsche element
een steeds grootere plaats
kreeg. Eir waren dan ook nooit
de spanningen als in Britsch-
Indië, wat pleit voor het Ne
derlandsche beleid.
De bezetting door de Japan
ners heeft groote veranderin
gen gebracht. De bezetters wa
ren er voortdurend op uit de
haat tegen de blanken aan te
wakkeren, tot ze tenslotte en
kele dagen voor de capitulatie
Soekarno en enkele andere
groot-collaborateurs opdracht
gaven de republiek uit te roe-
pen.
Het tragische hierbij is, dat
er na de capitulatie door de
Engelschen die opdracht had
den de Japanners te ontwape
nen en orde en rust te hand
haven, op advies van dr van
Mook, niets gebeurde. Toen de
Engelschen vertrokken, waren
orde en rust niet hersteld
en waren 'de Jappen niet
ontwapend, terwijl nog 22.500
Nederlandsche en Indische
mannen en vrouwen in concen
tratiekampen op Midden-Java
zuchten en ook overigens de
terreur nog voortduurt. En het
ergerlijke' is, dat er met de
menschen die daarvoor verant
woordelijk zijn nog altijd op voet
'van gelijkheid, als „excellenties"
(wordt onderhandeld. Hier werd
'Mussert gefusileerd, maar in In
dië, wordt Soekarno, die veel er
ger gecollaborateurd 'heeft, offici-
eeferkend, Het belangrijkste daar
bij is het lijden van de bevol
king, het feit, dat geheele kam
pongs uitsterven van honger en
ellende. En dan te denken, dat
door even door te stooten en
de orde te herstellen de bevol
king van die terreur kan wor
den bevrijd,
Spr. teekende vervolgens
het optreden van de C.-G. en
de staatkundige constructie van
het toekomstige Indië volgens
het ontwerp-accoord, waardoor
blijkens het gepubliceerde uit
'de geheime notulen de eenheid
van het Koninkrijk gebroken
wordt en dat yoor de toekomst
zoowel wat betreft het staat
kundige en het economische
als het geestelijke leven het erg
ste doet vrcczen. Zeker er
wordt nu godsdienstvrijheid be
loofd. Maar zal er straks waar
lijk vrijheid zijn of zal alles
komen onder de steeds groeien
de macht van het Mohamme
danisme? We staan hier voor
vele vragen, waarop we, nu het
accoord staat geteekend te
worden, geen antwoord kunnen
geven. Er is hierbij echter één
rustpunt n.l. de wetenschap, dat
het uiteindelijk God is die de
volken, ook hst Nederlandsche
volk <jn ds volkeren te Indië,
WdL
Vlan da a* de pauze geboden
gelegenheid om vragen te stel
len, werd een druk gebruik ge
maakt, waardoor de heer Tila
nus, die de vragers in den
brcede beantwoordde, gelegen
heid kreeg, verschillende pun
ten nog nader toe te lichten.
Met groote belangstelling
werd van het begin tot. het
1 einde geluisterd.
Na een slotwoord van den
voorzitter en het zingen van 2
coupletten van het Wilhelmus,
werd door den heer Tilanus
met dankgebed geëindigd.
De Amerikaansche en de Ne-
derandsche regeering hebben
I een regeling getroffen, waarbij
aan het Amerikaansche vracht
schip „Martin Behrman" toe
stemming wordt verleend koers
te zetten naar de Vereenigde
Staten met de goederen,
welke waren ingeladen, voor
dat de Ned.-Indsche regeering
het schip te Batavia in beslag
nami
De verklaring van het Ame
rikaansche minsterie van bui
tenlandsche zaken luidt:
Het ministerie is aan de
hand van de ter beschikking
staande gegevens van oor
deel, dat de Nederlandsch-
Indische regeering met be
trekking tot de Martin Behr
man en zijn lading volgens
haar wettelijk recht heeft
gehandeld.
Niettegenstaande heeft de Ne
derlandsche regeéring zich na
besprekingen met de Ameri
kaansche regeering, die in den
geest der traditioneel# vriend
schappelijke betrekkingen zijn
gevoerd, bereid verklaard een
regeling te treffen', die de Mar
tin Behrman in staat stelt naar
de Vereenigde Staten te ver
trekken met een lading zooals
het schip oorspronkelijk
wenschte in te nemen, ter-
I wijl de „Isbrandtsen Company"
als reeders een billijke schade
loosstelling zal ontvangen. Bo
vendien zullen de extra kosten,
die uit het oponthoud voort
vloeien, aan die maatschappij
worden terugbetaald.
De regeling brengt het Ne-
derlandsch-Indiscfae recht niet
in bet geding, doch maakt de
schade voor de „Isbrandtsen
Company" tengevolge van het
feit, dat de nieuwe voorschrif
ten voor den handel Werden
afgekondigd toen het schip on
derweg was naar Cheribon, zoo
gering mogelijk.
KOUDE EN EXAMENS.
Op vragen van het Ud der
Tweede Kamer den heer Dee
ring in verband met de door
de schaarschte aan brandstof
fen ontstane moeilijkheden
voor hen, die dit jaar een exa
men hopen af te leggen heeft
de ïttinister van Onderwijs ge
antwoord:
De moeilijkheden bij het on
derwijs ten gevolge van de
schaarschte aan branstoffen
zijn den minister bekend. Het
verheugt hem hieraan de op
merking te kunnen toevoegen,
dat mede door de toewij
ding der Ieenkrachte|n dje
meeste scholen er in geslaagd
zijn de examenklasse aan het
werk te houden.
De minister is van meening,
dat met bedoelde moeilijkhe
den bij de aanstaande examens
rekening dient te worden ge
houden. Hij is voornemens de
voorzitters vandiverse exa
mencommissies in dezen zin aan
te schrijven.
Bij het schriftelijk gedeelte
der examens zal in de daarvoor
in aanmerking komende geval
len soepelheid worden be
tracht, Tegen het uitstellen van
de examens bestaan in het al
gemeen uit organisatorisch
oogpunt bezwaren. Waar dit
mogelijk is, zal de minister
gaarne uitstel bevorderen.
EENHEIDSONDER-
DEELEN VOOR FIETSEN.
Zoo snel mogelijk moet het
tekort aan fietsen in Nederland
worden verholpen. Dit kan al
leen, indien de onderdeden
worden genormaliseerd, Om dit
te bereiken, is een kleine sub
commissie van 7 deskundigen
ingesteld door het centraal
normalisatiebu'reau. Deze sub
commissie zal vaststellen, welke
onderdeden noodig zijn om een
zoo groot mogelijke productie
te bereiken van eenvoudige,
maar degelijke en doelmatige
fietsen. Het gaat vooral om
stukken, die voorheen uit het
buitenland kwamen en die onze
eigen industrie nu moet ma
ken, omdat invoer niet moge
lijk!^
Alle muntstukken van 10 en
20 centimes zullen met ingang van
*1 April in Frankrijk uit de circu
latie worden genomen,