De conferentie te Moskon. Tribunaal te Middelburg. Avontuur in Oud-China. d&fo Rusland en Polen eenstemmig over de Oostgrens van Dultsohland. Staatsgreep in Paraguay 1 FEUILLETON. Loop dor bevolking in 1946. Diplomaten reizen naar Mps. kou. De groote politieke wor steling met het oude Kremlin als arena gaat beginnen. Het is bekend genoeg, dat het een strijd' zat worden met volstrekt tegenstrijdige opvattingen bij de verschillende partijen: Rus land tegen Engeland én Amie-, rtka, terwijl Frankrijk een beetje als in 't nauw gedron gen vierde zal fungeereD, niet goed wetend, welken kant te J kiezen. Het onderwerp la Duitsch- land. Want niet over Oosten rijk zal verschil van meening bestaan. De Groote Vier zijn het er zelfs over eens, dat die staat weer een leger mag heb ben. Merkwaardig genoeg blijkt uit Weensche persstemmen, j dat men zich daar ojp het oogenblik voor een eigen leger niet bijster interesseert I Mpn heeft genoeg militairisme mee gemaakt. De groote kluif, dat is dus Duitschland. Bij de voorbe sprekingen te Londen is geen enkele overeenstemming be reikt. Een slecht voorteeken 1 Het doel der Moskousche conferentie zal dan ook voor- loopig slechts zijn: eikaars meening te peilen en te onder zoeken of thans kans bestaat op overeenstemming. Maar het is begrijpelijk, dat ieder van de Groote Vier in de afgeloo-1 pen maanden heeft getracht zijn positie zoo sterk moge- lijk te maken. Op de valreep is de Sovjet-Unie erin ge slaagd een succes mogelijk te maken, dat weliswaar niet moeilijk te behalen was, maar dat toch een flinke ruggesteun beteekent. Terwijl de ministers Mars hall, Bevin en Bidault reeds op weg waren gegaan naar Mos kou, werd daar een verdrag gesloten tusschen de Sovjet- Unie en Polen, Het voorneem- «te was, dat de twee landen in principe het een» werden over de regeling van d« Duitsche kwestie. Die mededeeling zul len de Russen hun gasten met een kunnen doenl De kern ervan is, dat de Sov jet-Unie, die na veel aarzeling toegegeven 'heeft betreffende het hooren van de kleinere lan den, met één daarvan tot over eenstemming is gekomen. Ken diplomatiek succes I Rusland kan dus optreden als verdediger der belangen van een kleine mogendheid en het mooiste is, dat de Sovjet-plan nen dezelfde zijn als die van Polen: De 'huidige Oostgrens moet zoo blijven. Dat is de kern van dit ver drag, maar die grens is tevens een onderwerp, waarover de Amerikanen en Engelschen het niet met Moskou eens zijn. GEEN DUITSCHE JOURNALISTEN NAAR MOSKOU. De Russische afgevaardigde bij de politieke afdeeling van den ge allieerden bestuursraad heeft ver klaard, dat met het oog op de be perkte accomodatie geen vertegen- i woordigers van de Duitsche pers de conferentie te Moskou mogen bijwonen. BOETE VAN LEWIS GEHANDHAAFD. Het Hooggerechtshof van de Ver. Staten heeft de uitspraak tegen John Lewis den leider van den mijnwerkersbond, die door de rechtbank sohuldig was bevonden aan ongehoorzaamheid jegens het Hof, juist bevonden. Lewis was veroordeeld tot een boete van 10.000 dollar, zijn organisatie tot een boete van 3.5 millioen dollar. Het Hooggerechtshof hand haafde de tegen Lewis geëischte boete, doch oordeelde, dat de boete van den bond tot 700.000 dollar verlaagd moet worden. Bo vendien zal de bond 2.8 millioen dollar extra moeten betalen in dien hij zich niet binnen vijf da gen volledig accoord verklaart met de uitspraak van de gewone rechtbank. Wanneer de mijnwerkers op 31 Maart weer in staking gaan, zal de 2.8 millioen dollar, waarmede dd 'boete verminderd is, alsnog worden opgelegd. Welingelichte kringen te Washington zijn van meening, dat deze uitspraak vermoedelijk een noodlottige staking in April heeft Sfgewend. m Britsche onderwijsdeskundigen zullen de volgende maand naar Duitschland gaan, waar zij drie maanden zullen verblijven om on derwijzers en organisaties in de Britsche zone van advies te die nen in kwestie betreffende op voeding van volwassenen. Niet bevestigde berichten van de Argentijnsch-Paraguayaansche grens zeggen, dat zich in Para guay een militaire staatsgreep heeft voltrokken met het doel een einde te maken aan het president schap van generaal Higinio Mori- nigo. De berichten houden in, dat et in de Paraguayaansche hoofdstad 'Auncion schietpartijen hebben plaats gehad; nabij het hoofdbureau van politie. Alle verkeer in de stad is gestremd en het ministerie van Marine is door een cordon van be wakers omgeven. Generaal Morinigo heeft den steun van de nationale republie- keinsche partij en het leger. De revolutionnaire uitbarsting zou te Asuncion hebben plaats ge had. Na een hevig vuurgevecht hebben de aanhangers van de „Fe- beirista" (de ami-Morinigo-partij) het hoofdbureau van politie bezet De politie heroverde het bureau in een tegenaanval en alie daders zouden in hechtenis zijn genomen. De „Febeirista" wordt geleid door kolonel Rafael Franco, een leidende figuur in den oorlog van de Gran Chaco met Bolivia, welke oorlog eindigde in 1935. Franco is president van Paraguay geweest tusschen twee revoluties. In 1937 is hij verbannen. Eenige maanden geleden was hij na amnestie naar Asuncion teruggekeerd. DE LEIPZIGER MESSE. Volgens den Britscben nieuws dienst in Duitschland zouden de Sowjetrussische autoriteiten „hun belofte voor extra toewijzingen van grondstoffen" ter uitvoering van de orders voor artikelen, die momenteel op de Leipzigef Messe worden tentoongesteld, ingetrok ken hebben. Deze „onverwachte maatregel" zou een groote beperking van leve ranties van de tentoongestelde ar tikelen naar de andere zones en het buitenland beteekenen. DE DOOR JOEGO-SLAVIfi IN BESLAG GENOMEN ITALIAANSCHE SCHEPEN. Volgens een woordvoerder van het Amerikaansche ministerie van Buitenlandsche Zaken zouden de nota's der Engelsdie en Ameri kaansche regeeringen aan Joego slavië, waarin protest wordt aan- geteekend tegen het inbesiag ne men van Italiaansche schepen de actie van Joego-SIavische recht banken als in strijd met de voor waarden van het Italiaansche vre desverdrag bestempelen. Volgens dit verdrag moeten alle Italiaan sche schepen ter beschikking blij ven van het geallieerde oppeAevel. Vijf der betrokken schepen zou den zich in Joegq-Slavië bevinden. w Da Deensehe en Zv^eedsche re geering zijn onderling overeenge komen hun respectieve gezant schappen tot ambassade» te ver heffen. GR1EKSCH SCHIP AAN DEN GROND. Het 7000 ton metende Grieksche stoomschip Ira, dat op weg is van Amerika naar Antwerpen, heeft geseind, dat het ten Zuiden van de Goodwin Sands aan den grond geloopen is en onmiddellijk assi stentie noodtg heeft. Een reddings. boot uit Londen heeft zich op weg naar het schip begeven. BRITSCHE ALLIANTIE MET NEDERLAND? Keuter meldt, dat een woord voerder van het Britsche mini sterie van Buitenlandsche Zaken heeft verklaard, dat de mogelijk heid dat Engeland ook met Ne derland een alliantie wil sluiten, ingeval van een Britsch-Belgische alliantie, „zeker niet uitgesloten is". Hij voegde hieraan toe, dat hij geloofde, dat Bevin, de Britsche minister van Buitenlandsche Za ken, zich te Brussel ten gunste van de sluiting van een alliantie niet alleen met België, maar ook met andere geallieerde mogend heden had uitgelaten. Tot dus verre echter waren er nog geen stappen bij eenige andere regee ring gedaan. Tribunaal legt boete op van 500.000. De meubelhandelaar Smarius te Nijmegen, die tijdens den oor log zeer veel goederen aan de Duitschers had verkocht, is door het Tribunaal te Nijmegen Ver oordeeld tot een geldboete van f 500.000,en ontzetting uit de kiesrechten. Wegens zijn hoogen leeftijd werd geen interneerings- straf opgelegd. Leerlingen van Radersefreten. De Legenvoorlichtingsdienst deelt mede: De leerlingen van de kaderscholen der artillerie en van (het artillerie meetregiment, die aangewezen zijn voor het volgen van den rimi-curstis aan de school Technische troepen, Kromhout- kazerne te Utrecht en zich altlaar 10 Maart, zouden moeten meiden, moeten a.s, Woensdag 12 Maart de avondbladen lezen of luiste ren naar de uitzending voor de Nederlandsche Strijdkrachten te 18.30 uur, waarin nadere orders zullen worden bekend gemaakt. Zij moeten zich Maandag 10 Maart dus niet te Utrecht melden. Zij zulten van hun school- commandant maaltijdbonnen ont vangen voor de periode tot en met 16 Maart a.s. Kruidenier knoeide met bonnen. Een Haagsche kruidenier deed in 1945 aangifte van een inbraak, I waarbij f. ij n brandkast, waarin de oppiakvellen met bonnen ge- 1 horgen waren, verdwenen was. De man gaf op, dat hy 29.600 bon- 1 nen voor verschillende artikelen j vermiste, waarvoor hy van don distributiedienst eon vergoeding in toewijzingen ontving. Bij een nader onderzoek is ech ter gebleken, dat hy de brandkast I had weggebracht om diefstal te i kunnen voorwenden. De bonnen had hy met behulp van een distributie-ambtenaar op het code-nummer van een anderen winkelier ingewisseld tegen toe wijzingen. Alleen de suikerbonnen hadden een anderen weg gevon den. Een tweede handlanger had deze bonnen in den zwarten han del laten verdwijnen. Alle drie in deze zaak betrokken mannen hebben volledig bekend. gemeentehuis re St. OeSenroBe den opperwachtm. Bonman opge beld, om te zeggen, dat deze ten gem. huize moest komen. Hij wist toen niet, dat het onderzoek Bou- man zelf betrof, want een week daarvoor had Bonman een lijst met namen van zwarthandelaren Ingediend. Zoodoende bad hij er ivict aan gedacht 13. te waarschu wen. Mr P. C. Adriaanse, verd., noemde de zaak te St. Oedcnrode gevolg van een noodlottigen sa menloop der omstandigheden; de beschuldiging daarvan kan z.i. ver vallen. Verd. wees nog op den jeugdigen leeftijd van besch. en verzocht clementie. Uitspraak over 14 dagen. 76 (Slot.) „Ja vader is niet meer in Yong-Foo", zei hij kalm. „Hij is uit China vertrokken." „Is hij weg uit China?" vroeg zij verschrikt door het onverwachte van deze tijding. „Ja,, hij is terug naar Enge land." „Hoe weet Je dat, Dick?" Als antwoord overhandigde Forsyth haar den brief van Barrington. Zij las hem vlug en keek vragend naar haar man. „Hoe wist hij dat, Dick? Hoe kreeg je dien brief? Heb je hem gesproken?" „Ja", antwoordde hij. „Ik heb hem gesproken, toen wij «n ■Yunnan aankwamen. Hij had opium gesmokkeld en omdat hij als Chinees was verkleed was hij veroordeeld tot het dragen van het schandbord". „Vrees elijk." „Zeker, het was vreesellj'k. Ik Leb verzocht om zijn tavrij- hültuUlafl m da verbond daaraan de voorwaar de, dat hij China zou verlaten. Daartoe heeft hij de noodige stappen gedaan. Je vader schreef mij dien brief tot af scheid." „Wist vader, waar ik was?" „Ik denk van niet." „Vroeg hij ook naar mij?" „Neen", fantwoordde Forsyth kalm. „En heb je hem ook iets verteld?" „Neen. Ik vroeg hem, waar je was en hij zei, dat Je goed en wel in Yong-Foo was, hoewel ik kon merken, dat hij beter witt," „Wat denk je dan, dat hij werkelijk dacht?" Forsyth stond in tweestrijd- Zou hij trachten haar tevreden te stellen met een halve waar heid, Neen. 't Zou voor Kath lyn, hoe pijnlijk ook, het best,e zijn, dat hij haar alles vertelde. „Ik denk, dat je vader ge loofd., dat J« bü U-Weng-Hoo ia H-Cha* ma". aai hij. De laatste der fam. Brakman stond te recht. Poelman Jr. dacht, dat de W.A. een sportvereeniging was. Fusilleering op- perw.meester Bouman gevolg van noodlotti gen samenloop van omstandigheden? Als eerste stond Vrijdag voor bet Middeiburgsche Tribunaal te recht de 37-jarige Middeiburgsche drogist H. A. B r a k m a n, die al vóór 1940 N.S.B.-er was gewor den in de bezetting lid werd van de Ned. Duitsche Kultuurgemeen- schap, den N.V.D. en het Econ. I Front. Hij beëindigde zijn brie ven met „Heil Hitier" en ging met een lid der Grüne Polizei om. Voorts gaf hij zich op voor het overnemen van een inbeslagge- nomen Joodsche zaak.' Besch. was de laatste van de fam. Brakman, die tereoht stond. Nooit had hij een. vergadering der N.S.B. bezocht en ook bij de W. A. had hij zich niet aangesloten. Mr Kuipers wees erop, dat deze besch. geen actieve rol in de N. S.B. heeft gespeeld. Hij heeft echter zijn naam tegen zich. Reeds in 1942 verbrak hij alle relaties met de N.S.B. Met klem werd spoedige invrijheidsstelling ver zocht. De 26-jarige kantoorbeidende J. M. Poelman te Middelburg hoorde zich een zeer uitgebreide dagvaarding voorlezen. Het ern stigste feit, hem ten laste gelegd, was wel, dat hij op 23 Aug. 1944 te St. Oedenrode zijn medewer king verleende aan de arrestatie van den opperw. meester der Staatspolitie Bouman, door de D. politie wegens illegaal werk. Bou man is een maand later gefusil leerd. Eind 1940 was bij' lid der N.S. B. geworden, omdat hij (naar hij nu verklaarde) 'bang was, op het stadhuis te worden ontslagen. Hij was groepsadministraf eur der N.S.B. en colporteerde met Vova, ook schilderde hij N.S.B.-leuzen op straat. Van de W-A. dacht hij, dat het een sportvereeniging was. Voor zijn lidmaatschap van den N.V.D. en het N.A.F. kon hij geen reden opgeven. Als afdeelingsleider van den N. J. S. was hij in Zeeuwsah-Vlaan- deren opgetreden. Voorts had hij zich voor keuring voor het Oost front opgegeven. Op het vliegveld Haamstede was hij kantoorbe diende geweest. Op de beschuldi ging, zijn bemiddeling te hebben verleend bij het koopen van Joodsch eigendom, antwoordde besch., niet te hebben geweten, dat het Joodsch eigendom wasde koopcontracten had hij niet ge lezen. In Axel had hij meegewerkt aan huiszoekingen, maar de verant woording daarvoor wentelde besch. geheel af op den N.S.B.-burge meester, die hem de opdrachten had gegeven. Op 23 Aug. '44 had hij op ver zoek van twee S.D.-ers vanuit het TRIBUNAAL TE ZIERIKZEE. Als eerste verscheen op de zit ting van Dinsdag A. N. L i n d- h o u t te Haamstede, die zich bij de N.S.B. en de W.A. had aan gesloten. Verder werkte hij voor de D. W. en trad toe tot de staats- brandweer, een bluschorganisatie, uiteraard onder Mofsche regie. De verdediger Mr Kuipers zag besch. als slachtoffer van de aan- wervingspolitiek. De volgende gedagvaarde was B. J. M e d d e 1 e r te Burgh, die eveneens lid van de N.S.B. was, propaganda voerde en den vijand chauffeursdiensten verleende. Mr Kuipers aflhtte de veronder stelling, hier met een N.S.K.K.- geval te doen te hebben, begrijpe lijk, maar onjuist. Pleiter vroeg onmiddellijke invrijheidstelling, hetgeen het tribunaal toestond. Op de middagzitting verscheen P. A. K o r t te Noordgouwe, die zich aansloot bij de N.S.B. en de W.A. Hij voerde propaganda em ift een schrijven aan den hop man van de W.A. te Goes, gaf hij uiting aan .zijn verlangen al het mogelijke ten gunste van de W.A. te doen. Als voorman bij den Wehrmachtsaannemer Stouten spoorde hij de werklieden tot grooter activiteit aan. Bij een 'rel riep hij de hulp in van een Bau- Ieiter, die maatregelen nam. Besoh. had zijn medearbeiders aangespoord alleen als de Duit schers liun dreigement „einsper- ren" lieten hooren. De verdediger, Mr Adriaanse maande tot voorzichtigheid met verklaringen van getuigen, die zelf toch min of meer collaboratiewerk verrichtten. Het is verder niet bewejeo, dat öestfi. in W.A. verband, het den menschen lastig maakte. Pleiter vroeg clementie. Uitspraken 18 Maart. Uitspraken Wijlen J. C. N e 1 i s se te Oos- terland, f 750 te betalen van de nalatenschap. Aan het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de Sta tistiek betreffende de voorloopige cijfers van den loop der bevol king gedurende JanuariDecem ber 1946, onticencn wij het vol gende: Het aantal huwelijken in bet geheele jaar bedroeg 107.074; het totaal aantal levendgeborenen was 283.802, waarvan 6951 onwettig. Overleden zijn in dit tijdvak 79.784 personen. De gemiddelde aantallen voor deze rubrieken, gerekend over het tijdvak 1936-1939 bedroegen resp. 69.178, 174.910, waarvan 2447 on wettig en 74.688. Mei spant de kroon wat het aantal huwelijken betreft, n.l. 13.999. Ook het aantal levendge borenen was in deze maand het grootst, nl. 28.116, waarvan 805 onwettig. Dit wat betreft de abso lute cijfers. Gerekend per 1000 inwoners per jaar, krijgen we het volgende beeld. Huwelijken 11.4 tegenover het gemiddelde van 8,0 in de jaren 1936-1939. Levendgeborenen 30.2, waarvan eerstgeborenen 8.2 Overledenen 8.5. Deze drie laatste rubrieken gaven over 1936-1939 resp. het volgende beeld: 20.3, 5.9 en 8.7. Tenslotte het aantal onwettig geborenen per 1000 inwoners, overledenen berieden 1 jaar per 1000 levendgeborenen en overle denen aan T.B.C. der ademha lingsorganen per 10.000 inwoners. Deze aantallen resp. 25.2, 38.6 en 3.3. Het gemiddelde over de jaren 1936-1939 geeft de volgende cij fers: 14.1, 37.1 en 3.2. De uitbarsting van de Etna. Inwoners van Musumeci slaan de lang zaam naderende gloeiende lavastroom, die hun hulzen en have bedreigt' gade- De schade, welke tengevolge van de jongste uit barsting werd aangericht, wordt op 1 milllofen pond-sterling geschat. Kathlyn sprak niet. Hij 'keek haar aan en zag wel, dat zij zijn meening deelde. Ev.en la ter zeide zij„Wat moéten we doen, als Li-Weng-Hoo weer in Yong-Foo is teruggekomen? i Zal het niet gevaarlijk zijn voor ons, als we daar een kort bezoek brengen?" „Misschien wel. Maar we kunnen op de sampan blijven en Chin met een boodschap naar dokter Wang-Hi sturen.1 Ik moet hem, als het eenigszins mogelijk is, spreken. We moe ten het een en ander regelen, als we naar Yunnan terug wil len gaan." •„Ja!, laten we vóo-ral naar Yunnan teruggaan. De kleine Nang-Kun heeft het mij zoo gevraagd." „Dlain mdet'en we eventj|es Yong-Foo aan doen." Toen zij de stad bereikten met hun sampan, bleek hun vree* ongegrond. Li-Weng- Hoo wa* werkelijk naar Yong- Foo teruggekeerd, maar zou het niet meer in oproer kun nen brengen tegen hen. 't Was in de avondschemering. Plotse. Ung brandde een groot, papie- ad den h«uv.«i ach» ter -het paleis van Li-Weng- Hoo af. Forsyth zag het. Hij wist, dat dit de gewoonte was, wanneer iemand gestorven was. Ineens maakte een gedachte zich van hem meester. Een paar m,eter vóór hen lag een andere sampani voor anker. Hij riep den Chinees, die bij het roer stond: „Voor wien is die doodstempel verbrand?" „Voor Zijne Excellentie Li- Weng-Hoo." „Is hij gestorven?" „Door eigen hand, een week geleden. Er wordt gefluisterd, dat hij in ongenade is gevallen Toen hij uit Pi-Chow terugkeer de kwam hier een hooge offi cier met zijn soldaten. Dien zelfden nacht is Li*Weng-Hoo gestorven, door zich in zijn zwaard te laten vallen. Hij was een slechte man." „Heel slechte man", beaamde Ghin hartgrondig. Forsyth keek naar Kathlyn. „Dat is het einde van onze ge varen. Chin behoeft niet naar het zendingshuis te gaan, maar morgenochtend zullen we allen samen gaan." Zoo d«4*a Ba enlnl. dagen -later kwam dokter Bur nt met zijn sampan de rivier op. Zij ontmoetten hem bij Wang-Hi. Toen hij hoorde van het plan, zich in Yunnan te vestigen, stemde hij daarin toe. „Maar we gaan niet verder de rivier op dan tot Yong- Foo, zei Kathlyn glimlachend. „Wel) waarom niet? Het is de beste weg." „Dat is mogelijk. Maar er is een vroom Boedhistisch abt tusschen de heuvels bij Pi- Chow en dien willen we graag een bezoek brengen." „Een Boedhistisch abt? Maar hoe komt u. Toen dokter Burrit de his torie gehoord had, begreep hij hun verlangen. „Als ik de een of andere mil-1 lionair was, zou ik dat klooster ^begiftigen", zei hij, „Forsyth is een zendeling, Wang-Hi is er een; ik ben er een, maar, mevrouw Forsyth, in weerwil van zijn heidensche leer, be schaamt die oude abt menig een, die zich met den Chris- tennaam tooit." En misschien Jjad hij wel ge- tijdc. Katholiek Comité „Handhaving Rijkseenheid". Het Katholiek comité voor de handhaving Rijkseenheid heeft een open brief gericht aan den heer W. J. Andriessen, voorzitter van. de K.V.P., zulks naar aanleiding van diens in de pers verschenen mededee ling namens het bestuur der K.V.P. dat de actie van het voorlodpig 'katholiek comité ter beoordeeling zal worden ge steld van deni 'Partijraad. In den brief van het comité wordt o.m. gezegd: „Artikel 35 van het partij- reglement waarborgt het recht van vrije klacht in de partij, zooals in - een democratische partij uiteraard vanzelf spreekt. En wat het recht is van één lid", zoo voert het comité aan, „is ook het recht van 1000 en van 10000 leden". Het schrijven gaat clan als volgt verder: „Het betreft hier niet een of ander locaal belang, of een daarboven uitgaand min of meer principieel vraag stuk, waarover verschillend kan worden gedacht, neen, het betreft hier het alles overheerschende vraagstuk van het voortbestaan en de toekomst van ons Konink rijk, dat van vitaal belang is voor iederen Nederlander, geen uitgezonderd, en voor zeventig millioen\lndonesiërs. Hoe kan men nu te boven komen, dat er in de partij t a.v. dit punt verschil van in zicht is met de leiding der partij En ook, hoe kan men te weten komen hoe d i 80 pet. van de Nederlandsche katholie ken, die niet in de K.V.P. zijn georganiseerd, maar die in den regel op die partij stemmen, t.a.v. dat punt denken? Natuurlijk alleen door een telling te organiseeren en de genen, die van hun verschil van inzicht willen doen blijken op te roepen. Hoe kan dit an ders geschieden, dan doojr een comité ad hoe op te roepen? Is dit een organisatie binnen de partij Dit is naar onze meening niet in ernst vol te houden. Zou dan deze telling moeten gesohieden door middel van de organisaties der partij, dus via de kieskringen, afdeelingen enz.? Ook dit is niet in ernst vol te houden, omdat het be gaan van dezen weg zooveel tijd zou kosten, dat het punt in kwestie het .Indische vraag stuk reeds lang zou zijn be slist, voordat die weg tot het einde toe zou zijn afgelegd. Hier wordt nog daar gelaten, dat de bovenbedoelde 80 pet. katholieken langs dien weg in het geheel niet zouden worden bereikt, Of behooren dezen niet in dc gelegenheid te wor den gesteld te doen blijken of de door hen aan de partij ge geven macht overeenkomstig hun inzichten is of wordt ge bruikt? Wij hadden een zakelijk scherp geformuleerd antwoord op onze vraag verwacht. In stede daarvan,spreekt u na- 8Uwa bestuur, dme K.V.P.? Weinig is er wat algemeener gevonden wordt dan het gebed. Zelfs daar, waar schier niets meer is, dat herinnert aan den eisch des Hecren, Hem te dienen naar Zijn Woord, is vaak een zekeren- vorm van gebed nog over, Dit i» meest al het laatste wat losgelaten wordt. En toch is het goed, dat wij ons rekenschap geven op dezen dag van de vraag, wat eigenlijk bidden is. Er is immers weinig, waaromtrent zooveel onkunde heerscht, en waaraan zooveel on heilig gebrek kleeft dan aan het gebed. Wij lezen in den brief van Ja cobus: „Gij bidt en gij ontvangt niet, omdat .gij kwalijk bidt Daartegenover lezen wij ook in dienzelldcn brief: „Een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel. Elia was een mensch van ge lijke beweging als wij, en hij bad een gebed, dat het niet zou rege nen en het regende niet op de aardei in drie jaren en zes maan den. En hij bad wederom en de hemel gaf regen en de aarde bracht hare vrucht voort". Elia bad een gebed. Het is goed, daar acht op te geven. Hebt gij u wel eens rekenschap gege ven, dat men ook nog wat anders kan bidden dan een gebed. Hoe- velen bidden in het openbaar tot menschen inplaats van tot God, zooals de farizeër in den tem pel. Zij gaan uit van de gedachte, hoe zullen de menschen het vin den. Zoo kan men ook een preek bidden, ja men kan van alles bid den zonder dat het maar iets van een gebed heeft. Daarbij kan men het gebed gebruiken om anderen te kastijden, te vloeken, te verne deren en tevens zichzelven te rechtvaardigen. Elia bad een gebed. Waarachtig gebed is een wandelen op den verborgen weg, waarop wij ge meenschap met den Heere oeie- nen,- Daarin wordt de verborgen omgang met den Heere gekend. Daar, waar dc ziel in waarheid bidt, is het roeds goed, daar heeft ze reeds ontvangen, hoe de uit komst ook zijn zal. Daar is het, mij geschiede naar Uw wil; Gij zult mij leiden door Uwen raad. Tot dit waarachtig gebed be hoort, dat wij onzen nood en el lendigheid recht kennen, ojfclat wij ons voor het aangezicht Zijner Majesteit verootmoedigen. En zoo is het ook niet moeilijk te ver staan, welke de prediking is wel ke deze dag vraagt. En hoe om vangrijk is dan de stof voor dezen biddag. Daar zijn talrijke en groote stoffelijke nooden. De wereld krimpt ineen onder de vreeselijke gevolgen vah het oor logsgeweld. De geheele samenle ving is ontwricht. De vooruit zichten zijn somber en donker. De vragen vermenigvuldigen zich, waarmede wij ons zullen voeden, kleeden en dekken. Als kerk Gods mogén wij ons daarbij niet los- denken van de nooden der kerk over het geheele wereldrond. Wij denken daarbij in het bijzonder ook aan de stoffelijke nooden in de Indische gewesten. Niet minder groot zijn de geestelijke nooden. Wie niet blind is voor de werkelijkheid moet de geweldige geestelijke verarming der 'kerk in onze dagen zien. Op pervlakkigheid, wereldgelijkvor migheid, opgaan in de dingen de zer wereld, een doodig en vorme lijk leven des geloofs. Ook hier heeft de oorlog on gunstig beïnvloed het proces der vervlakking van het geestelijk le ven, dat voor den oorlog al zicht baar werd. Vooral in het leven van de jeugd komt dit duidelijk tot openbaring. In welk een' crisis verkeert het kerkelijke en geeste lijke leven niet in de overwonnen landen, maar ook niet minder in Indië. Ook die nooden zullen ons als kerk zwaar moeten wegen. Waar de prediking des Woords ons inleidt en ontdekt aan deze groote nooden en ellendigheid en wij; met een levende kennis deze mogen verstaan, daar vindt de kerk op dezen biddag geen ge paster bede dan de bede op Ezra's biddag: „Mijn God ik ben be schaamd en schaamrood om mijn aangezicht tot U op te heffen mijn God, want onze ongerechtig heden zijn vermenigvuldigd boven ons hoofd en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel". Dan kan het niet uitblijven of wiji bidden een gebed en wij wek ken elkander daartoe op mef de zelfde woorden van Ezra: „op dat wij ons verootmoedigen voor het aangezicht onzes Gods om van Hem te verzoeken een rech ten weg voor ons en voor onize kinderen en Voor al onze have". W. V. In het uitwisselingsprogram van do „World Friendship Asso ciation" zullen 5000 Britsche mannon, vrouwon en kinderen dit jaar in Doonsche gezinnen logeo- ren. Te Londen is een wetsont werp gepubliceerd, volgens het welk penicilline en soortgelijke geneesmiddelen slechts oj? dok tersrecept verstrekt zullen mo gen worden. een machtswoord uit. De beslissing in deze aangelegen heid van een democratisch ge organiseerde partij als de KVI.P. ton niet twijfelachtig zijn, tenzij dc K.V.P. zou'op houden een democratisch geor ganiseerd* partij 4» zijn."

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 2