Een trieste boodschap voor Walcheren. Het Parlement in de afgeloopen week. ZËEUWSCH DAGBLAD TWEEOË BLAD In 1947 nog geen groene boomen en struiken. Avontuur in Oud-China. 72 Eerste Hulp Gij Ongelukken. buiten vepvotping stelling, V/OENSDAG 5 MAART 1947 No, SS5 Kecfdkauioer I-. Voratïir., Goee. Bijkantoren Middelburg, Rouaan- soh6 Eaai; Vlissingen Walstraat; Terneuzen Vlooswijckstraat. (Van onztn parlementairen redacteur). Vier dagen is de Eerste Kamer in de afgelcopen week bijeen ge weest. En het Indische debat, de laatste drie dagen gehouden en nog niet klaargekomen, is van een zoodanig belangrijkheid, dat de vergad:ring van den eersten dag er volkomen bij in het niet ver zinkt. Toen werden in ijltempe de begrootingen van Oorlog en Ma rine aangenomen (met natuurlijk de Communisten tegen), benevens een aantal meer of minder belang rijke wetsontwerpen, die alle on der den hamer door gingen, zelfs het voorstel tot toekenning van een uitkeering-in-eens aan gepen- sionneerden, waarover in de Tweede Kamer eenige weken ge leden zooveel te doen is geweest. Bij de uiteraard zeer onvol ledige bespreking van het In disch debat willen wij uitgaan van het antwoord van Minister Jonk man. Wij kunnen ons niet ont trekken aan den indruk, dat deze minister zich bij de behandeling Van de gansche Indische kwestie, vooral in zijn bestrijden van de op positie te veel door sentiment laat leiden. Hij laat zijn hart en ge voelens te veel meespreken. Hier mee willen wij in het geheel niet beweren, dat men politiek-harte- loos behoort te zijn. Doch wel, dat men zijn gevoelens steeds op nieuw dient te confronteeren met de feiten, de beginselen en vooral •ek met de ocnsequenties 1 Snkele dingen willen wij aan stippen. Mr Poliema, sprekende namens de Christelijk Historische fractie had een principieel juri disch betoog gehouden en daarbij onder meer scherp de nadruk ge legd op het verschil van inzicht ten opzichte van de waardeering van de Grondwet. De Minister heeft in de Tweede Kamer in een, wat Mr Poliema noemde: lyrische ontboezeming, zichzelf zijn eed van trouw aan de Grondwet voor gehouden, terwijl hij in dezelfde zitting zich over diezelfde Grond wet uitliet, alsof zij een niet bij de verhoudingen in het Konink rijk passend wetboek vormde. De Minister meende het hierin gelegen verwijt te kunnen terugkaatsen en noemde de oppositioneele verkla ring, dat alle partijen moeten mee werken tot het verkrijgen van een nationale oplossing eveneens een lyrische ontboezeming. Uit het geheele ministerieele be toog bleek, dat hij nu definitief heeft afgedaan met de mogelijk heid, te denken aan een nationale oplossing in dien zin, dat het ge heele Nederlandsche volk zioh er achter kan stellen. Hij sloot hier aan bij het betoog van den heer Stufkens (P. v. d. A.), die ook een nationale oplossing had be pleit, doch in een geheel anderen zin. Een zin, die volkomen in het ■verlengde ligt van eie leuze, luide verkondigd bij de doorbraakpogin gen van de Nederlandsche Volks Beweging, n.l.doe als wij, wordt nationaal! Naast het monopolie van vernieuwing heeft de partij v. d. A. en met haar de regeering zich het monopolie van nationaal- zijn aangemeten. Mr Poliema bracht zijn bezwa ren naar voren, juist met de be doeling een nationale oplossing mogelijk te maken. Want hiertoe is het immers 'noodig, dat ieder duidelijk weet, wat vereenigt en wat scheidt. Hij zei dit ook met zooveel woorden. En ook later, toen hij uitdrukkelijk constateerde, dat de in de Tweede Kamer ver worpen motie-Schouten geen af keuring van de ontwerp-overeen- komst van Linggadjati inhield, doch uitsluitend de mogelijkheid van vooruitgrijpen op de noodige (en beloofde) Rijksconferentie constateerde. Edoch, de Minister heeft deze uitgestoken hand niet willen grijpen Voor de regeering is blijkbaar aan het begrip natio naal onverbrekelijk verbonden de volledige capitulatie van de oppo sitie. 's Ministers sentiment sprak bij zonder duidelijk uit zijn verweer tegen de stelling van Mr Poliema, dat zeker de Minister-president aanwezig moest zijn, omdat hier niet alleen de begrooting van Overzeesche Gebiedsdeelen, doch het regeeringsbeleid aan de orde was. Aanvankelijk had Mr Poliema de Kamer willen voorstellen, de Minister-President alsnog uit te noodigen, doch dan had dit Hooge College op Dr Beel moeten wach ten, hetgeen niet strookt met de verhouding regeering-Kamer. Deze opmerking ware wellicht achterwege gebleven, Indien Prof. Anema, de wnd. Voorzitter, niet door een misverstand had ver zuimd, voor den aanvang der ver gadering mededeeling te doen van ihet bericht van verhindering van Dr Beel. Minister Jonkman greep d« gelegenheid echter toch aan, om tegenover bet verwijt van ge brek aan deferentie der regeering jegens de Kamer, te stellen het verwijt van gebrek aan deferentie van de oppositie tegenover de re geering. Hij beriep zich daarbij op het grondwetsartikel, waarbij is bepaald, dat de Kamer den Mi nister kan uitnoodigen, om ter vergadering tegenwoordig te zijn. Aan „uitnoodigen" gaf de Minis ter de uitleg van „vriendelijk ver zoek" (dat blijkbaar ook kan wor den afgeslagen). Voorts staat in ■hetzelfde artikel, dat de Minis ters zitting hebben in de Kamer. Dus aanwezig of niet, zitting heeft een Minister toch. Het komt ons voor, dat dit een uitermate zwak betoog is, omdat het niet is te vereenigen met een juiste waar deering van de Ministerieele ver antwoordelijkheid. De heer Algra, sprekende namens de A.R.-fractie had als centraal punt in zijn be toog de zoo dikwijls gehoorde be wering, dat Linggadjati de eenige kans is. Terwijl men soms tegelij kertijd hoort, dat het basis-accoord het klokgelui van een nieuwe ge boorte is. Dat zijn twee begrippen die niet met elkaar zijn te ver eenigen. In het bijzonder ging deze spreker in op de buitenlandsche druk, waarmee telkens weer wordt geschermd. Hij bestreed het „pri maat der buitenlandsche politiek" en vroeg, waar Engeland het mo- reele reoht vandaan haalde, zich met onze interne zaken te be moeien. Hij wilde graag de nota hebben, die van Mook destijds aan Lord Mounlbatten heeit gezonden. De begeleidende brief is als bij lage bij de memorie van antwoord gevoegd, de nota echter niet. Voorts vroeg hij publicatie van de „geheime" notulen, ook al hebben deze blijkens uitlatingen van den (CbmjHi-saris-Gsneraal van Poll geelt exacte, doch slechts curieuze waarde. De Minister ging op dit laatste niet in, doch bekende, een fout te hebben gemaakt, door de brief van Dr van Mook aan Lord Mountbatten over te leggen Dit had hij niet mogen doen, want deze was mede eigendom van de Engelsohe regeering. De nota wil hij dan ook niet publiceeren. Het lijkt er op, alsof de Minister door de Engeische regeering op zijn vingers is getikt I De regeering sloot zich aan bij de beschouwing van den heer Stufkens die namens de Partij van den Arbeid een beschouwing gaf over het gezag. Dat hij wilde doordringen tot de diepste kern van de zaak is lofwaardig. Zijn uitgangspunt, dat de Bijbel is doortrokken van de betrekkelijk- heidsgedachte van het gezag is naar onze meening echter vol komen onhoudbaar. De Bijbel is alleen doordrongen van de betrek kelijkheidsgedachte van den mensch en alle menscheljjk stre ven. Nader toegepast, zoo men wil, van de gezagsdragers. Vandaar ook de schuldrekening, zoowel door den heer Algra als door den heer Stufkens met instemming ge citeerd uit de brochure van Dr Zuidemaer is in ïndiê veel groots verricht, veel groots nage laten en ook veel groots in het kwade gedaan. De vastheid en de on-betrekkelijkheid van de gebo den des Heeren verdragen zich ech ter niet met de relativeering van den Bijbel, zooals die door den heer Stufkens werd voorgedragen. Tot slot nog een opmerking. (Er zouden nog vele te maken zijn), Zoowel bij de regeering als haar voorstanders (de heer Stuf kens stelde zelfs het verleenen van blanco mandaat voor I) beroepen zich telkens weer op de Aziatische emancipatie. Wij. erkennen, dat deze er is. Wij erkennen ook, dat dat streven rechtvaardig is. Maar wij meenen ook, dat het in het eigen belang der volken en in het belang der wereldvrede is, dat deze •mancipatie zich langs legale weg voltrekt. Wat heeft het Aziatische ontwaken tot nu toe gebracht? Aanvankelijke suprematie van Ja pan door Westersche volken gebroken. Burgeroorlog in China. Ras- en godsdienstoorlogen in Voor-Indië. Zal het in Neder- Jandsch Indië beter gaan? Het Nederlandsche cement is voor het Indische conglomeraat noodig. Niet alleen cultureel, maar ook staatkundig en economisch. Fruitteelt voer het klein boerenbedrijf. Hat zijn de vooruitzichten 7 In „Mededeelingen" van de Stichting voor den Landbouw schrijft Ir A. W. v. d. Plassche een artikel over „De beteekenis van de fruitteelt voor het klein boerenbedrijf". Hij komt daarin tot de volgende conclusie: Hoewel de veeding van den mensch zich in de richting van meerder fruitveibruik entwikkelt, zoowel in binnen- als in het bui tenland, zij men voorzichtig met te meenen dat de afzet van fruit onbeperkte mogelijkheden zou bieden. In het algemeen ziet men deze wel gunstiger dan voor de andere tuinbouwproducten, maar men be denke, dat hoe smakelijk het fruit ook is, en hoe goed voor de ge zondheid, tenslotte verschillende andere uitgaven voor gaan en het fruitverbruik dus afhankelijk is van den financieelen toestand van de bevolking. Wanneer we er echter in sla gen een .beter product aan de markt te brengen tegen een zoo laag mogelijken prijs, mogen we zeker optimistisch gestemd zijn omtrent de afzetmogelijkheden. Niemand weet tot op welke hoogte het fruitgebruik in ons land is op te voeren en welke rol we op dit gebied in het buiten land kunnen spelen. Zijn we daar- Het bestuur d«r Stichting Nieuw Walcheren iehrjjft ens. Er most aan de bevolking van Walcheren, die nu reeds sedert het najaar van 1944 geen groene boomen en strui ken meer heeft gezien, een trieste boodschap worden ge bracht. Er zullen ook in 1947 geen groene boomen en strui ken te zien zijn. Een jaar lan ger zal Walcheren een „Land zonder schaduw" zijn. De plannen voor de herbeplan ting lagen gereed. Als de winter van 1946'47 een normale was geweest, zouden nn de spaden reeds diep in den grond zijn ge stoken en honderden nijvere han den bezig zijn de terreinen, die het eerst in aanmerking kwamen, plantrijp te maken. Er zon dit voorjaar herplant zijn, maar in ieder geval zon er in Middelburg en Vlissingen, in Weet- en Oost- kapelle, in Aagtekerke, Melisker- ke en Grijpskerko dezen zomer jong boomengroen te aanschou wen zijn geweest. Het begin zou gemaakt zijn, het startsein ge geven. Deze winter evenwel is geen normale, maar een re- cordwinter, naar de Bilt zegt sedert meer dan honderd jaar. En daartegen is zelfs het schoonste plan niet opgewassen. Reeds half December stond FEUILLETON. „Versieringen", zei Forsyth. „Je had gelijk, Chin. De man in den draagstoel moet beslist een voor naam heer zijn. Welnu, voor ons is hethoe voornamer, hoe beter als hij tenminste ook een daaraan evenredig verantwoordelijkheids gevoel heeft". Vóór de herberg hield de koets stil. Het volgende oogenblik lag de heele menigte in de meest on derdanige houding geknield, het hoofd op den grond. Van zijn hooge standplaats trachtte Forsyth het gezicht van den hoogwaardigheidsbe- kleeder te zien, maar hij zag slechts dien kin, want een groote hoed, die hem voor de zon beschermen moest, maakte het overige gedeelte van het gelaat voor hem onzichtbaar. Zonder uit zijn draagstoel te stappen of den dragers order te geven, die neer te zetten, deelde hij zijn bevelen uit. Een moment later rees de herber gier die zich ook onder de knielenden bevond op en na derde al buigende den draag- stol, waarvoor hij in een heel deemoedige houding staan bleef De man in den stoel «prak en kele woorden en de herbergir sneldt naar binnen. Twintig tellen later hoorde Forsyth zijn gejaagde stem in den stal: „Geachte heerl ge achte dame I" „Wat is er?" vroeg Forsyth door de opening van de trap. „Zijn verheven Excellentie wenscht u terstond te spreken". „Wie is zijn verheven Excel lentie vroeg Forsyth. „De nieuwe gouverneur der provincie en hij is boos, zeer boos op ons dorp om wat hel jegens u heeft misdreven. Zijn oogen zijn als vlammen en zijn woorden zijn als zwaarden. Ik hoop, dat u een goed woordje voor mij doen zult. U weet toch dat ik met de ilechtheid niets te...." Dit verzoek werd door For-, syth ineens onderbroken, door dat hij den ladder neerliet „Kom mee, Kathlyn, kom mee, Chin, het gevaar is geweiken. God» zij dank!" Zoo vlug mogelijk werden zij door den steeds buigenden herbergier «aar den wachten den gouverneur geleid, tus- tchen de dorpsbewoner» door, over optimistisch dan is het een dringende eisch, dat we ons in twee opzichten naar den verbrui ker richten en wel in de eerste plaats door verbetering van de kwaliteit en in de tweede plaats door de prijs in overeenstemming te brengen met de koopkracht. De fruitteelt k?n voor Nederland van meer oeteeke- nis zijn dan ze tot nu toe is geweest, maar op voorwaarde dat ze goed wordt beoefend ^jpor menschen die voor hun taak berekend zijn op een voor de fruitteelt geschikten bodem, terwijl ook terdege met het klimaat rekening dient te worden gehouden. Als aan deze eischen wordt vastgehouden kan ook voor vele kleinlandibouwers de fruitteelt de oplossing van hun moeilijkheden beteekenen. Zeeland »p d* schaata. Than* «taat Maart v«or de d«ur «n d» kanalen liggen nog altijd in kluister*, d* verst zit diep in den gr*nd an zal er de eerste weken niet uit zijn en zelfs als op grootsche schaal extra werk krachten zouden worden ingezet, zou het niet mogelijk zijn om voor den 8sten April den bodem plantrijp te maken. Dit laatste is geen leekenuit- spraak, maar het eenstemmig oordeel van allen, die bij de herbeplanting van Walcheren als deskundigen betrokken zjjn. Het kan eenvoudig niet. De nn reeds weken en weken duren de vorstperiode maakt het on mogelijk en is er tevens de oor zaak van, dat het ontziltings- proees gedurende al dien tijd niet voortgeschreden is. In j.l. Maandag gehouden ver gaderingen hebben zoowel de regelingscommissie April als de tentoonstellingscommissie be sloten om het begin der her- beplanting van Walcheren uit te stellen tot h»t najaar en eveneens de tentoonstelling „Een jaar Walcheren" naar dit tijdstip te verschuiven. Het is een tegenvaller voor de geheele bevolking van Walcheren. In ruimen kring wa» reed» be kend geworden, dat met vrij groote zekerheid gerekend mocht worden op hooge belang stelling uit binnen- en buiten land, een belangstelling, die dit niet aleen voor Zeeland histori sche gebéuren ook inderdaad verdient. Het was bekend, dat in Middelburg het Seisbolwerk, in Vlissingen het Bellamypark, dat in Aagtekerke, Meliskerke, Grijpskerke, Oost- en West- kapelle de dorpskernen of be graafplaatsen jong geboomte en struikgewas zouden dragen. Helaas: De hooge gasten zul len niet komen, de steden en I dorpen nog moeten wachten op hun frissehe groen. Het zal l voorjaar 1948 worden, voor er weer boomen botten op de plaatsen, waar achttien maanden lang het water van de Noordzee heeft gestaan. I Nood breekt wet. Er kan niet herbeplant worden, hoe teleur stellend dit ook is. Eén voordeel i echter biedt het uitstel. die nog steeds in hun onder danige houding geknield lagen. Nog waren zij niet bij den draagstoel van den gouverneur gekomen, toen uit den volgen den draagstoel een blijde kin derstem klonk, die riep: „Ben jij dat, Kathlyn?" In hooge mate verrast draai de Forsyth het hoofd om en zag een kleine meisjesgestalte, overdadig opgeschikt. Ze stond in den stoel en wuifde mlet haar kleine handje, terwijl haar geheele gezichtje straalde van vreugde. Ook Kathlyn (keek haar on- geloovig aan, maar liep toen met een kreet van vreugde naar voren. „Ben jij dat? Ben jij dat, Nang-Kun? Mijn kleine bloe sem 1" Forsyth keek verbaasd naar het kind en daarna naar den gouverneur die hen glim- j lachend wachtte. „Het is een arm hart, dat niét dankbaar is, Dr Forsyth, en een geheugen...." Toen herinnerde Forsyth zich ineens alles weer en riep vol verbazing „Is u het Excellen tie?" „Zooals u ziet", antwoordde de gouverneur nog steeds glimlachend. „Wat ben ik blij, u hier te ontmoeten. Nu zijn wij eindelijk in staat, eenigs- zins u onzen dank te betuigen voor datgene wat u beiden en uw vriend dokter Burritt voor mijn 'kleine lieveling in Kai- Ting hebt gedaan." Hij hield op en fronste zijn wenkbrau wen. „Het schijnt zelfs, dat we juist op tijd hier kwamen". Bij deze woorden, die toornig klonken, bogen de geknielde dorpelingen nog dieper met hun hoofden ter aarde. De nieuwe gouverneur keek en kele ©ogenblikken peinzend naar hen, wendde zich toen weer tot Forsyth: „Zeg me eens dokter Forsyth, wat is er gebeurd? Ik zie, dat u lastig gevallen is...." „De dorpelingen zijn daarvoor niet aansprakelijk, Excellentie. Ze zijn opgestookt door Ah- Yeo, den secretaris van Li- Weng-Hoo en hem heb ik niet meer gezien. Hij heeft zeker de wijk genomen naar het ge bied van zijn meester." „Zoo, is dat het geval?" Ik denk, dat we vannacht hier zul- en blijven en eens een hartig woordje met de bevolking hier zullen spreken, zoo noodig met den bamboestok. U is mijn gast, dokter en Miss Barring ton en misschien zal ik in staat zijn om de rekening tus- schen ons btiden een klein EEN PLEISTER OP DE WONDE. Indi*» ar »p 8 April gestart wa» mat de herbeplanting van Waleheres, zeuden slechts en kele plaatsen plast rijp zij» ge weest. In "het najaar echter zal zeer vermoedelijk een groot deel van het eiland voldoen de ontzilt zijn, zoodat de her beplanting dan op veel groo- tere 'schaal zal kunnen ge schieden, massaal zal zijn in- stede van plaatselijk. Dit is zeer zeker een pleister op de wonde. In het komende najaar zal Walcheren scheiden van den zomer met de zekerheid, dat in het voorjaar van 1948 het weer een eiland met boomen -en strui ken zal zjjn, een eiland mét schaduw. Het ie hier wellicht de plaats en d* goede gelegenheid om nog een» een beroep te doen op iede- ren Zeeuw en niet-Zeeuw. Sedert anderhalf jaar beijvert de Stichting „Nieuw Walche ren" zich nu voor het herstel van Walehcrens welvaart en voor de herbeplanting. Toen het eerste jaarverslag in Januari werd ge publiceerd, hebben velen opge keken van de belangrijke re sultaten, dia r»ede in dit *er- •te leven»jaar werden bereikt. Weet men evenwel, dat het ledental der Stichting, ondanks en minimum contri butie van zegge en schrijve f 1, nog altijd de negen hon derd niet te boven gaat? Terwijl de Stichting werken moet zonder overheidssteun en zonder dat het kapitaal, door het Nederlandsche volk in al zijn geledingen geschonken voor de boomenactie, op eenigerlei wjjze wordt aangesproken. Eigenlijk is dit ledental be schamend voor Zeeland... Daarom is een beroep op al len om lid te worden van de Stichting „Nieuw-Waleheren" zeker niet misplaatst, evenmin als een oproep om ook de beomen- aetie, die nog veel geld gebrui- kan kan, hernieuwd te steunen. Het gironummer van Stich ting en Boomenactie is no. 371300. (Door tot nu toe niet opgehel derde oorzaak is dit schrijven in het ongereede geraakt. - Red.) Den 27en Febr. j.l. organiseer de het District Zeeland van de Ned. Vereen. E.H.B.O. weer een wedstrijd in het gebouw van de C.J.M.V. te Middelburg. De voorzitter van het Districts- bestuur, dhr C. Vader, heette de talrijke belangstellenden welkom, in 't bijzonder de heeren doctoren v. Gelderen, Petersma en Bom, die voor dezen avond de jury vormden. Een groep dames en heeren van de afd, Middelburg van het Ncd. Roode Kruis werd apart verwelkomd, daar hun aan wezigheid het beste bewijs is van den goeden geest van samenwer king die er heerscht tusschen de vereeniging E.H.B.O. en het Roode Kruis. Dat de afd. Oost- kapelle ibijna in zijn geheel aan wezig was en tot dit doel zelfs extra bussen had gehuurd, werd zeer geaprecieerd. Dr. Frumau was door ziekte verhinderd aan wezig te zijn en dit was mede de oorzaak, dat de „keurgroep" dezen avond niet kon werken. In plaats hiervan moesten nu door 4 groe pen een tweetal opgaven worden uitgewerkt. In het eerste geval moest hulp worden verleend aan een persoon die bij een vechtpartij messteken in rug en achterwerk had opge- loopen en aan een toegesnelde agent, die tengevolge van een op stopper een kaakfractuur bekwam en bewusteloos geraakte. In het tweede geval was het een blauwe drenkeling en een chauf feur met gebroken dijbeen en slag aderlijke bloeding in de wang, die geholpen «n vervoerd moesten worden. Door alle groepen werd flink gewerkt, zoodat zij bij de bespre king, die erop volgde, een pluimpje Van de jury in «ntvangst hadden t« nemen. Het was een goedgeslaagde Ueraame avond, aan 't slot waar van dhr Vador allen dank bracht. Een der ledon van het Roode Kruis bracht dank dezen avond te hébben mogen bijwonen en hoopte bij volgende, gelegenheid weer een uitnoodiging te mogen ontvangen, wat hem werd toegezegd. Medio April hoopt men weer een oefenavond te organiseeren, waarop dan de keurgrr ip zal wer ken en ook de zuurstofkoffer ge demonstreerd zal worden. beetje te vereffenen." „Als Miss Barrington...." „Neen maar", lachte de gouverneur, als u denkt, dat u haar zoo maar mee kunt ne men kent u mijn lieve Nang- Kung niet. Zij is van een ge slacht dat sedert 500 jaar over China geregeerd heeft. Binnen een maand zal zij deze provin cie besturen en dan zal ik, zoo als het immers altijd gaat, haar onderdanige dienaar zijn, zoo als ik dat ook steeds was van haar moeder, totdat deze stierf." „Ik ben blij, dat uw dochter zoo goed is, dat...." „Goed dokter? Gezond? U 'kunt de gezondheid van haar gezicht af lezen I Kijk eens naar mijn lieve bloem. Er zijn geen donkere plekken meer on der haar oogen en haar wangen zijn als perzikbloesems. Hoe weinig meisjes in ons land heb ben zulk een gezonde kleur? Dokter zij is gelukkig, zij is vroolijk, zij is gezond en haar voeten. „Zijn hoop ik nu weer in orde?" vroeg Forsyth. „Nog niet heelemaal, maar ze zijn beter, veel beter, dan ze geweest zijn. U zult haar dade lijk eens zien loopen." (Wordt vervolgd.) Rechtszaken. KANTONGERECHT THOLEN. Als eerste verscheen voor de groene tafel A. C. S. te Poort vliet, die zonder vestigingsvergun ning een schilderszaak begon. Eisch en uitspraakf 40 of 40 d. hechtenis. C. J. J. te Tooien wegens het laten loopen van zijn hond achter wild en het vervoeren van een haas in gesloten jachttijd. Eisch le feit f 50 of 15 d. h. 2e feit f 10 of 5 d. Uitspraak: 'resp. f 50 of 25 d., vrijspraak. J. S. te Poortvliet had aldaar een auto aangereden en was tevens beven zijn theewater geweest. Eisch le feit f 100 of 15 d. h„ 2c feit dronkenschap 1 week hecht. Uitspraak resp. f 300 of 60 d. h. met ontzegging recht om gedu rende 8 maanden een motorrijtuig te besturen en f 40 of 20 d. h. J. P. U. te St. Maartensdijk stond terecht wegens overtreding van de Warenwet. Er was 8 pCt water in de melk, die 'hij verkocht, terecht gekomen. Eisch f 100 of 50 d. h. Uitspr. f 100 of 15 d. h. T. W. H. B. te Stavenisse had dronken op zijn motor het ver keer in gevaar gebracht. Eisch: le feit verkeersovertre ding f 25 of 5 d. h.2c feit dron kenschap 5 d. h. Uitspraak: resp. f 15 of 10 d. h. en f 100 of 25 d. h. met ontzegging van het recht gedurende 8 maanden een motor rijtuig te 'besturen. D. V. te St. Maartensdijk werd wegens overtreding van de bouw-' verordening veroordeeld tot f 25 of 10 d. h. C. M. U te Tholen reed zonder licht. Eisch f 3 en f 2 of 3 d. h. Uitspraak2 x f 3 of 3 d. h. M. U. B. te Scherpenisse we gens overtreding arbeidswet. Eisch f 12 of 6 d. h. Uitspraak: f 8 of 4 d. h. J. A. v. d. L. te Oud-Vosse- meer wegens zijn hond in jacht veld achter wild te laten jagen. Eisch f75 of 25 d. h. Uitspr.: f 60 of 30 d. h. A. J. S. te Poortvliet wegens overtreding huurplichtwet. Eisch: f 15 of 8 d. >h. Uitspraak: f 12 of 6 d- 'h. D. J. D. te St. Annaland had zijn wagen zonder licht op den weg laten staan. Eischf 10 of 5 d. h. Uitspraak: idem. C. S. v. d. H. te Scherpenisse overtreding IJkwet. Eisch f 4 of 2 d.h. Uitspraak: idem. G, A. de H. te Tholen wegens het laten loopen van een hond in een jachtveld. Eisch f 75 of 25 d. h. Uitspraak: f 60 of 15 d. h. ONDERGRONDSCHE BEWEGING IN DUITSCHLAND. Nog steeds ontsnappen er Nazi's. De internationale commissie voor het bestudeeren van Europeesche vraagstukken heeft gisteren een nieuw rapport gepubliceerd over de ondergrondsche beweging irt iDuitschland. Volgens dit rapport ontsnappen >nog steeds vele Duitschers met Vervalschte paspoorten vla Zweden en Italië naar Zuid-Amerika. On danks d« herhaalde tegenspVaken is een groot deel van het econo mische potentieel der Nazi's in het buitenland nog steeds niet aan de geallieerden uitgeleverd. Argenti nië (heeft definitief geweigerd Duitsche activa aan de geallieer den te overhandigen. Duitsche te goeden in Zwitserland zijn in de handen der Duitschers gebleven, die kans hebben gezien naar Zwit serland te ontsnappen, zelfs indien deze activa tijdelijk geblokkeerd ziin. TRIBUNAAL TE ZIERIKZEE. J. Heijboeï te Ouwerkerk was lid van de N.S.B. en trad in dienst van de Nederl. S.S., waar voor h(j een kadercursus volgde. In 1942 was hij vrijwillig in dienst getreden b(j de IVach- und Sehutzdienst en later bij de Land wacht Nederland. Hij verklaarde, dat hij door zijn activiteit, hot „gemeenschap pelijk belang" had willen dienen, De Officieren Fiscaal bij het Bijz. Gerechtshof te 's-Hertogen- bosch voor de prov. Zeeland heb ben de volgende personen voor waardelijk buiten vervolging ge steld Maria P. Baart en Maria J. Nom geb. Sijnesael, Hoofdplaat en Florian de Bock, Terneuzen onder toezichtstelling en ontzetting rechten. Louisa Foppen, SchoreM. A. Jansens, Zuidzande; Melanie M. Roegies, Elize Rijckaert en Louisa Temmerman, allen HoofdplaatF. Fr. Engels, St. Jansteen; Magda- lena Weemaas, Clinge; Julia P. L. Gesing, Huist; A. Zorge, Hon- tenisse; B. Broere, Brouwersha ven; J. F. van Driel en Suzanna H. Duinkerke, beiden Bruinisse; Catharina v. d. Werve, Zierikzee; Jannetje Vaane, Haamstede; J. J. Verhole, St. Annaland, onder toe zichtstelling, verplichting om te arbeiden en ontzetting rechten. L. v. d. Bossche, L. L. Martens beiden Hoofdplaat; I. van Hane- gem, Zuidzande, verplichting om te arbeiden en ontzetting rechten. P. J. de Bie, Hoofdplaat; X. J. Jansen, Oostburg; Magdalena Verkest, Maria J. de Volders, Adriana J. Risseeuw, allen Re- tranchementJacoba C. Risseeuw, Zuidzande; A. J. L. Smit, Hon- tenisse; Louisa J. Beeldens, Ter- neuzen; R. D. Heymans, St. Jan steen; P. v. d. Vrede, Zaamslag; J. F. de Witte, Hulst; A. S. Ris seeuw, geb. Aarnoutse, P. L. v. d. Vate, beiden Zierikzee; E. H. A. Ephrain, Haamstede; J. van Rhee, Bruinisse; Pieternella C. Overdulve, Rotterdam, allen al leen ontzetting rechten. A. Beercns, Breskens en J. B. Martens, Hoofdplaat, beiden f 500 betalen; Janna Risseeuw, Retran- chernent f 5000 betalen, allen te vens ontzetting rechtenL. J. Bas ting, Retranchcment en P. Luteijn, Zuidzande, resp. f 250 en f 500 betalen; Maria R. Martens, 'Hoofdplaat, onder toezichtstelling f 500 betalen en ontzetting rech ten; A. P. Speelman, Haamstede; Maria J. Valk, Vogelwaarde en R. Lecluijze, Hoofdplaat, allen verplichting tot arbeiden, ontzet ting rechten en resp. f 275, f 500 en f 1000 betalen. Onvoorwaardelijk zijn buiten vervolging gesteldC. A. Geen- sen. Biervliet; A. A. v. d. Amee- le en C. A. Temmerman. Hoofd plaat; D. Luteijn, Zuidzande; J. Boone, Graauw; G. de Bie, Zie rikzee: Wiliibrorda Th. J. Drie man. Nieuw-Lekkerland. allen om dat de gerezen verdenkingen on gegrond zijp gebleken. M. Daane, Yerseke: A. Aar noutse en J. M. de Koster, bei den Zuidzande; Alina A. A. de Caluwë en Suzanna M. Kornelis, beiden Biervliet; Sara C. Ris seeuw, RetranchementC. J. de Vos, en A. Tellier, beiden Schoon dijke; A. J. Hage en A. J. W. B. Rietschoten, beiden Terneuzen; Anna M. van Cauteren, Clinge; Elisa S. Vermoet en Esther Del- saert. beiden Sas van Gent; Erae- ';a M. de Letter, St. Jansteen en Jozina W. Weltevreden, Zierik zee, alleen omdat de verdenkingen miea ongegrond zijn bevonden, maar de schuld van zoodanigen aard, dat oplegging van straf of maatregel niet gerechtvaardigd is te achten. Besch. had willen vermijden in de W. A. terecht te komen en wa* daarom bij de S.S. gegaan. Ook als landwachter was hij niet pro- voeeerend opgetreden. Verder bleek dat verd. wel menschen had gewaarschuwd voor komende ge varen. De verdediger, Mr van Hasselt was van mèening dat de man geen ruggegraat bezat en ook met groote financioele moeilijk heden had te kampen. Pleiter VToeg een voorwaarde lijke veroordceling. I z. v. D (j k o te Poortvliet was in 1940 N.S.B.-er geworden en in 1941 lid van de W.A. Bij een rel te St.-Anualand zou hij onder den uitroep: „dat zijn ze, de Nederlandsche Unie", personen aan do Duitschers hebben aan- gowezon, die daarop door den bezetter werden afgeranseld. Besch. gaf toe „fout" te hebben „gezeten", hij had evenwel abso luut niemand verraden bij het opstootje te St.-Annaland. Hij werd onmiddellijk in vrij heid gesteld, evenwel uitsluitend om zijn slechten psychischen toe stand.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1947 | | pagina 5