Een trieste boodschap
voor Walcheren.
Het Parlement in
de afgeloopen week.
ZËEUWSCH DAGBLAD
TWEEOË BLAD
In 1947 nog geen groene boomen en struiken.
Avontuur in Oud-China. 72
Eerste Hulp Gij Ongelukken.
buiten vepvotping stelling,
V/OENSDAG 5 MAART 1947 No, SS5
Kecfdkauioer I-. Voratïir., Goee.
Bijkantoren Middelburg, Rouaan-
soh6 Eaai; Vlissingen Walstraat;
Terneuzen Vlooswijckstraat.
(Van onztn parlementairen redacteur).
Vier dagen is de Eerste Kamer
in de afgelcopen week bijeen ge
weest. En het Indische debat, de
laatste drie dagen gehouden en
nog niet klaargekomen, is van een
zoodanig belangrijkheid, dat de
vergad:ring van den eersten dag
er volkomen bij in het niet ver
zinkt. Toen werden in ijltempe de
begrootingen van Oorlog en Ma
rine aangenomen (met natuurlijk
de Communisten tegen), benevens
een aantal meer of minder belang
rijke wetsontwerpen, die alle on
der den hamer door gingen, zelfs
het voorstel tot toekenning van
een uitkeering-in-eens aan gepen-
sionneerden, waarover in de
Tweede Kamer eenige weken ge
leden zooveel te doen is geweest.
Bij de uiteraard zeer onvol
ledige bespreking van het In
disch debat willen wij uitgaan van
het antwoord van Minister Jonk
man. Wij kunnen ons niet ont
trekken aan den indruk, dat deze
minister zich bij de behandeling
Van de gansche Indische kwestie,
vooral in zijn bestrijden van de op
positie te veel door sentiment laat
leiden. Hij laat zijn hart en ge
voelens te veel meespreken. Hier
mee willen wij in het geheel niet
beweren, dat men politiek-harte-
loos behoort te zijn. Doch wel,
dat men zijn gevoelens steeds op
nieuw dient te confronteeren met
de feiten, de beginselen en vooral
•ek met de ocnsequenties 1
Snkele dingen willen wij aan
stippen. Mr Poliema, sprekende
namens de Christelijk Historische
fractie had een principieel juri
disch betoog gehouden en daarbij
onder meer scherp de nadruk ge
legd op het verschil van inzicht
ten opzichte van de waardeering
van de Grondwet. De Minister
heeft in de Tweede Kamer in een,
wat Mr Poliema noemde: lyrische
ontboezeming, zichzelf zijn eed
van trouw aan de Grondwet voor
gehouden, terwijl hij in dezelfde
zitting zich over diezelfde Grond
wet uitliet, alsof zij een niet bij
de verhoudingen in het Konink
rijk passend wetboek vormde. De
Minister meende het hierin gelegen
verwijt te kunnen terugkaatsen en
noemde de oppositioneele verkla
ring, dat alle partijen moeten mee
werken tot het verkrijgen van een
nationale oplossing eveneens een
lyrische ontboezeming.
Uit het geheele ministerieele be
toog bleek, dat hij nu definitief
heeft afgedaan met de mogelijk
heid, te denken aan een nationale
oplossing in dien zin, dat het ge
heele Nederlandsche volk zioh er
achter kan stellen. Hij sloot hier
aan bij het betoog van den heer
Stufkens (P. v. d. A.), die ook
een nationale oplossing had be
pleit, doch in een geheel anderen
zin. Een zin, die volkomen in het
■verlengde ligt van eie leuze, luide
verkondigd bij de doorbraakpogin
gen van de Nederlandsche Volks
Beweging, n.l.doe als wij, wordt
nationaal! Naast het monopolie
van vernieuwing heeft de partij v.
d. A. en met haar de regeering
zich het monopolie van nationaal-
zijn aangemeten.
Mr Poliema bracht zijn bezwa
ren naar voren, juist met de be
doeling een nationale oplossing
mogelijk te maken. Want hiertoe
is het immers 'noodig, dat ieder
duidelijk weet, wat vereenigt en
wat scheidt. Hij zei dit ook met
zooveel woorden. En ook later,
toen hij uitdrukkelijk constateerde,
dat de in de Tweede Kamer ver
worpen motie-Schouten geen af
keuring van de ontwerp-overeen-
komst van Linggadjati inhield,
doch uitsluitend de mogelijkheid
van vooruitgrijpen op de noodige
(en beloofde) Rijksconferentie
constateerde. Edoch, de Minister
heeft deze uitgestoken hand niet
willen grijpen Voor de regeering
is blijkbaar aan het begrip natio
naal onverbrekelijk verbonden de
volledige capitulatie van de oppo
sitie.
's Ministers sentiment sprak bij
zonder duidelijk uit zijn verweer
tegen de stelling van Mr Poliema,
dat zeker de Minister-president
aanwezig moest zijn, omdat hier
niet alleen de begrooting van
Overzeesche Gebiedsdeelen, doch
het regeeringsbeleid aan de orde
was.
Aanvankelijk had Mr Poliema
de Kamer willen voorstellen, de
Minister-President alsnog uit te
noodigen, doch dan had dit Hooge
College op Dr Beel moeten wach
ten, hetgeen niet strookt met de
verhouding regeering-Kamer.
Deze opmerking ware wellicht
achterwege gebleven, Indien Prof.
Anema, de wnd. Voorzitter, niet
door een misverstand had ver
zuimd, voor den aanvang der ver
gadering mededeeling te doen van
ihet bericht van verhindering van
Dr Beel. Minister Jonkman greep
d« gelegenheid echter toch aan,
om tegenover bet verwijt van ge
brek aan deferentie der regeering
jegens de Kamer, te stellen het
verwijt van gebrek aan deferentie
van de oppositie tegenover de re
geering. Hij beriep zich daarbij
op het grondwetsartikel, waarbij
is bepaald, dat de Kamer den Mi
nister kan uitnoodigen, om ter
vergadering tegenwoordig te zijn.
Aan „uitnoodigen" gaf de Minis
ter de uitleg van „vriendelijk ver
zoek" (dat blijkbaar ook kan wor
den afgeslagen). Voorts staat in
■hetzelfde artikel, dat de Minis
ters zitting hebben in de Kamer.
Dus aanwezig of niet, zitting heeft
een Minister toch. Het komt ons
voor, dat dit een uitermate zwak
betoog is, omdat het niet is te
vereenigen met een juiste waar
deering van de Ministerieele ver
antwoordelijkheid. De heer Algra,
sprekende namens de A.R.-fractie
had als centraal punt in zijn be
toog de zoo dikwijls gehoorde be
wering, dat Linggadjati de eenige
kans is. Terwijl men soms tegelij
kertijd hoort, dat het basis-accoord
het klokgelui van een nieuwe ge
boorte is. Dat zijn twee begrippen
die niet met elkaar zijn te ver
eenigen. In het bijzonder ging deze
spreker in op de buitenlandsche
druk, waarmee telkens weer wordt
geschermd. Hij bestreed het „pri
maat der buitenlandsche politiek"
en vroeg, waar Engeland het mo-
reele reoht vandaan haalde, zich
met onze interne zaken te be
moeien. Hij wilde graag de nota
hebben, die van Mook destijds aan
Lord Mounlbatten heeit gezonden.
De begeleidende brief is als bij
lage bij de memorie van antwoord
gevoegd, de nota echter niet.
Voorts vroeg hij publicatie van de
„geheime" notulen, ook al hebben
deze blijkens uitlatingen van den
(CbmjHi-saris-Gsneraal van Poll
geelt exacte, doch slechts curieuze
waarde. De Minister ging op dit
laatste niet in, doch bekende, een
fout te hebben gemaakt, door de
brief van Dr van Mook aan Lord
Mountbatten over te leggen Dit
had hij niet mogen doen, want
deze was mede eigendom van de
Engelsohe regeering. De nota wil
hij dan ook niet publiceeren. Het
lijkt er op, alsof de Minister door
de Engeische regeering op zijn
vingers is getikt I
De regeering sloot zich aan bij
de beschouwing van den heer
Stufkens die namens de Partij van
den Arbeid een beschouwing gaf
over het gezag. Dat hij wilde
doordringen tot de diepste kern
van de zaak is lofwaardig. Zijn
uitgangspunt, dat de Bijbel is
doortrokken van de betrekkelijk-
heidsgedachte van het gezag is
naar onze meening echter vol
komen onhoudbaar. De Bijbel is
alleen doordrongen van de betrek
kelijkheidsgedachte van den
mensch en alle menscheljjk stre
ven. Nader toegepast, zoo men wil,
van de gezagsdragers. Vandaar
ook de schuldrekening, zoowel
door den heer Algra als door den
heer Stufkens met instemming ge
citeerd uit de brochure van Dr
Zuidemaer is in ïndiê veel
groots verricht, veel groots nage
laten en ook veel groots in het
kwade gedaan. De vastheid en de
on-betrekkelijkheid van de gebo
den des Heeren verdragen zich ech
ter niet met de relativeering van
den Bijbel, zooals die door den
heer Stufkens werd voorgedragen.
Tot slot nog een opmerking.
(Er zouden nog vele te maken
zijn), Zoowel bij de regeering als
haar voorstanders (de heer Stuf
kens stelde zelfs het verleenen van
blanco mandaat voor I) beroepen
zich telkens weer op de Aziatische
emancipatie. Wij. erkennen, dat
deze er is. Wij erkennen ook, dat
dat streven rechtvaardig is. Maar
wij meenen ook, dat het in het
eigen belang der volken en in het
belang der wereldvrede is, dat deze
•mancipatie zich langs legale weg
voltrekt. Wat heeft het Aziatische
ontwaken tot nu toe gebracht?
Aanvankelijke suprematie van Ja
pan door Westersche
volken gebroken. Burgeroorlog in
China. Ras- en godsdienstoorlogen
in Voor-Indië. Zal het in Neder-
Jandsch Indië beter gaan? Het
Nederlandsche cement is voor het
Indische conglomeraat noodig.
Niet alleen cultureel, maar ook
staatkundig en economisch.
Fruitteelt voer het
klein boerenbedrijf.
Hat zijn de
vooruitzichten 7
In „Mededeelingen" van de
Stichting voor den Landbouw
schrijft Ir A. W. v. d. Plassche
een artikel over „De beteekenis
van de fruitteelt voor het klein
boerenbedrijf".
Hij komt daarin tot de volgende
conclusie:
Hoewel de veeding van den
mensch zich in de richting van
meerder fruitveibruik entwikkelt,
zoowel in binnen- als in het bui
tenland, zij men voorzichtig met te
meenen dat de afzet van fruit
onbeperkte mogelijkheden zou
bieden.
In het algemeen ziet men deze
wel gunstiger dan voor de andere
tuinbouwproducten, maar men be
denke, dat hoe smakelijk het fruit
ook is, en hoe goed voor de ge
zondheid, tenslotte verschillende
andere uitgaven voor gaan en het
fruitverbruik dus afhankelijk is
van den financieelen toestand van
de bevolking.
Wanneer we er echter in sla
gen een .beter product aan de
markt te brengen tegen een zoo
laag mogelijken prijs, mogen we
zeker optimistisch gestemd zijn
omtrent de afzetmogelijkheden.
Niemand weet tot op welke
hoogte het fruitgebruik in ons
land is op te voeren en welke rol
we op dit gebied in het buiten
land kunnen spelen. Zijn we daar-
Het bestuur d«r Stichting
Nieuw Walcheren iehrjjft ens.
Er most aan de bevolking
van Walcheren, die nu reeds
sedert het najaar van 1944
geen groene boomen en strui
ken meer heeft gezien, een
trieste boodschap worden ge
bracht. Er zullen ook in 1947
geen groene boomen en strui
ken te zien zijn. Een jaar lan
ger zal Walcheren een „Land
zonder schaduw" zijn.
De plannen voor de herbeplan
ting lagen gereed. Als de winter
van 1946'47 een normale was
geweest, zouden nn de spaden
reeds diep in den grond zijn ge
stoken en honderden nijvere han
den bezig zijn de terreinen, die
het eerst in aanmerking kwamen,
plantrijp te maken. Er zon dit
voorjaar herplant zijn, maar in
ieder geval zon er in Middelburg
en Vlissingen, in Weet- en Oost-
kapelle, in Aagtekerke, Melisker-
ke en Grijpskerko dezen zomer
jong boomengroen te aanschou
wen zijn geweest. Het begin zou
gemaakt zijn, het startsein ge
geven.
Deze winter evenwel is
geen normale, maar een re-
cordwinter, naar de Bilt zegt
sedert meer dan honderd
jaar.
En daartegen is zelfs het
schoonste plan niet opgewassen.
Reeds half December stond
FEUILLETON.
„Versieringen", zei Forsyth. „Je
had gelijk, Chin. De man in den
draagstoel moet beslist een voor
naam heer zijn. Welnu, voor ons
is hethoe voornamer, hoe beter
als hij tenminste ook een daaraan
evenredig verantwoordelijkheids
gevoel heeft".
Vóór de herberg hield de koets
stil. Het volgende oogenblik lag
de heele menigte in de meest on
derdanige houding geknield, het
hoofd op den grond.
Van zijn hooge standplaats
trachtte Forsyth het gezicht
van den hoogwaardigheidsbe-
kleeder te zien, maar hij zag
slechts dien kin, want een
groote hoed, die hem voor de
zon beschermen moest, maakte
het overige gedeelte van het
gelaat voor hem onzichtbaar.
Zonder uit zijn draagstoel te
stappen of den dragers order
te geven, die neer te zetten,
deelde hij zijn bevelen uit. Een
moment later rees de herber
gier die zich ook onder de
knielenden bevond op en na
derde al buigende den draag-
stol, waarvoor hij in een heel
deemoedige houding staan bleef
De man in den stoel «prak en
kele woorden en de herbergir
sneldt naar binnen.
Twintig tellen later hoorde
Forsyth zijn gejaagde stem in
den stal: „Geachte heerl ge
achte dame I"
„Wat is er?" vroeg Forsyth
door de opening van de trap.
„Zijn verheven Excellentie
wenscht u terstond te spreken".
„Wie is zijn verheven Excel
lentie vroeg Forsyth.
„De nieuwe gouverneur der
provincie en hij is boos, zeer
boos op ons dorp om wat hel
jegens u heeft misdreven. Zijn
oogen zijn als vlammen en zijn
woorden zijn als zwaarden. Ik
hoop, dat u een goed woordje
voor mij doen zult. U weet
toch dat ik met de ilechtheid
niets te...."
Dit verzoek werd door For-,
syth ineens onderbroken, door
dat hij den ladder neerliet
„Kom mee, Kathlyn, kom mee,
Chin, het gevaar is geweiken.
God» zij dank!"
Zoo vlug mogelijk werden zij
door den steeds buigenden
herbergier «aar den wachten
den gouverneur geleid, tus-
tchen de dorpsbewoner» door,
over optimistisch dan is het een
dringende eisch, dat we ons in
twee opzichten naar den verbrui
ker richten en wel in de eerste
plaats door verbetering van de
kwaliteit en in de tweede plaats
door de prijs in overeenstemming
te brengen met de koopkracht.
De fruitteelt k?n voor
Nederland van meer oeteeke-
nis zijn dan ze tot nu toe is
geweest, maar op voorwaarde
dat ze goed wordt beoefend
^jpor menschen die voor hun
taak berekend zijn op een
voor de fruitteelt geschikten
bodem, terwijl ook terdege
met het klimaat rekening
dient te worden gehouden.
Als aan deze eischen wordt
vastgehouden kan ook voor vele
kleinlandibouwers de fruitteelt de
oplossing van hun moeilijkheden
beteekenen.
Zeeland »p d* schaata. Than*
«taat Maart v«or de d«ur «n
d» kanalen liggen nog altijd in
kluister*, d* verst zit diep in
den gr*nd an zal er de eerste
weken niet uit zijn en zelfs als
op grootsche schaal extra werk
krachten zouden worden ingezet,
zou het niet mogelijk zijn om
voor den 8sten April den bodem
plantrijp te maken.
Dit laatste is geen leekenuit-
spraak, maar het eenstemmig
oordeel van allen, die bij de
herbeplanting van Walcheren
als deskundigen betrokken zjjn.
Het kan eenvoudig niet. De
nn reeds weken en weken duren
de vorstperiode maakt het on
mogelijk en is er tevens de oor
zaak van, dat het ontziltings-
proees gedurende al dien tijd niet
voortgeschreden is.
In j.l. Maandag gehouden ver
gaderingen hebben zoowel de
regelingscommissie April als
de tentoonstellingscommissie be
sloten om het begin der her-
beplanting van Walcheren uit
te stellen tot h»t najaar en
eveneens de tentoonstelling
„Een jaar Walcheren" naar dit
tijdstip te verschuiven.
Het is een tegenvaller
voor de geheele bevolking
van Walcheren.
In ruimen kring wa» reed» be
kend geworden, dat met vrij
groote zekerheid gerekend
mocht worden op hooge belang
stelling uit binnen- en buiten
land, een belangstelling, die dit
niet aleen voor Zeeland histori
sche gebéuren ook inderdaad
verdient. Het was bekend, dat
in Middelburg het Seisbolwerk,
in Vlissingen het Bellamypark,
dat in Aagtekerke, Meliskerke,
Grijpskerke, Oost- en West-
kapelle de dorpskernen of be
graafplaatsen jong geboomte en
struikgewas zouden dragen.
Helaas: De hooge gasten zul
len niet komen, de steden en
I dorpen nog moeten wachten op
hun frissehe groen. Het zal
l voorjaar 1948 worden, voor er
weer boomen botten op de
plaatsen, waar achttien maanden
lang het water van de Noordzee
heeft gestaan.
I Nood breekt wet. Er kan niet
herbeplant worden, hoe teleur
stellend dit ook is. Eén voordeel
i echter biedt het uitstel.
die nog steeds in hun onder
danige houding geknield lagen.
Nog waren zij niet bij den
draagstoel van den gouverneur
gekomen, toen uit den volgen
den draagstoel een blijde kin
derstem klonk, die riep: „Ben
jij dat, Kathlyn?"
In hooge mate verrast draai
de Forsyth het hoofd om en
zag een kleine meisjesgestalte,
overdadig opgeschikt. Ze stond
in den stoel en wuifde mlet
haar kleine handje, terwijl haar
geheele gezichtje straalde van
vreugde.
Ook Kathlyn (keek haar on-
geloovig aan, maar liep toen
met een kreet van vreugde
naar voren.
„Ben jij dat? Ben jij dat,
Nang-Kun? Mijn kleine bloe
sem 1"
Forsyth keek verbaasd naar
het kind en daarna naar den
gouverneur die hen glim- j
lachend wachtte.
„Het is een arm hart, dat
niét dankbaar is, Dr Forsyth,
en een geheugen...."
Toen herinnerde Forsyth zich
ineens alles weer en riep vol
verbazing „Is u het Excellen
tie?"
„Zooals u ziet", antwoordde
de gouverneur nog steeds
glimlachend. „Wat ben ik blij,
u hier te ontmoeten. Nu zijn
wij eindelijk in staat, eenigs-
zins u onzen dank te betuigen
voor datgene wat u beiden en
uw vriend dokter Burritt voor
mijn 'kleine lieveling in Kai-
Ting hebt gedaan." Hij hield
op en fronste zijn wenkbrau
wen. „Het schijnt zelfs, dat we
juist op tijd hier kwamen".
Bij deze woorden, die toornig
klonken, bogen de geknielde
dorpelingen nog dieper met
hun hoofden ter aarde. De
nieuwe gouverneur keek en
kele ©ogenblikken peinzend
naar hen, wendde zich toen
weer tot Forsyth: „Zeg me
eens dokter Forsyth, wat is er
gebeurd? Ik zie, dat u lastig
gevallen is...."
„De dorpelingen zijn daarvoor
niet aansprakelijk, Excellentie.
Ze zijn opgestookt door Ah-
Yeo, den secretaris van Li-
Weng-Hoo en hem heb ik niet
meer gezien. Hij heeft zeker
de wijk genomen naar het ge
bied van zijn meester."
„Zoo, is dat het geval?" Ik
denk, dat we vannacht hier zul-
en blijven en eens een hartig
woordje met de bevolking hier
zullen spreken, zoo noodig met
den bamboestok. U is mijn
gast, dokter en Miss Barring
ton en misschien zal ik in
staat zijn om de rekening tus-
schen ons btiden een klein
EEN PLEISTER OP
DE WONDE.
Indi*» ar »p 8 April gestart
wa» mat de herbeplanting van
Waleheres, zeuden slechts en
kele plaatsen plast rijp zij» ge
weest.
In "het najaar echter zal
zeer vermoedelijk een groot
deel van het eiland voldoen
de ontzilt zijn, zoodat de her
beplanting dan op veel groo-
tere 'schaal zal kunnen ge
schieden, massaal zal zijn in-
stede van plaatselijk.
Dit is zeer zeker een pleister
op de wonde.
In het komende najaar zal
Walcheren scheiden van den
zomer met de zekerheid, dat in
het voorjaar van 1948 het weer
een eiland met boomen -en strui
ken zal zjjn, een eiland mét
schaduw.
Het ie hier wellicht de plaats
en d* goede gelegenheid om nog
een» een beroep te doen op iede-
ren Zeeuw en niet-Zeeuw.
Sedert anderhalf jaar beijvert
de Stichting „Nieuw Walche
ren" zich nu voor het herstel van
Walehcrens welvaart en voor de
herbeplanting. Toen het eerste
jaarverslag in Januari werd ge
publiceerd, hebben velen opge
keken van de belangrijke re
sultaten, dia r»ede in dit *er-
•te leven»jaar werden bereikt.
Weet men evenwel, dat
het ledental der Stichting,
ondanks en minimum contri
butie van zegge en schrijve
f 1, nog altijd de negen hon
derd niet te boven gaat?
Terwijl de Stichting werken
moet zonder overheidssteun en
zonder dat het kapitaal, door
het Nederlandsche volk in al
zijn geledingen geschonken voor
de boomenactie, op eenigerlei
wjjze wordt aangesproken.
Eigenlijk is dit ledental be
schamend voor Zeeland...
Daarom is een beroep op al
len om lid te worden van de
Stichting „Nieuw-Waleheren"
zeker niet misplaatst, evenmin
als een oproep om ook de beomen-
aetie, die nog veel geld gebrui-
kan kan, hernieuwd te steunen.
Het gironummer van Stich
ting en Boomenactie is no.
371300.
(Door tot nu toe niet opgehel
derde oorzaak is dit schrijven in
het ongereede geraakt. - Red.)
Den 27en Febr. j.l. organiseer
de het District Zeeland van de
Ned. Vereen. E.H.B.O. weer een
wedstrijd in het gebouw van de
C.J.M.V. te Middelburg.
De voorzitter van het Districts-
bestuur, dhr C. Vader, heette de
talrijke belangstellenden welkom,
in 't bijzonder de heeren doctoren
v. Gelderen, Petersma en Bom,
die voor dezen avond de jury
vormden. Een groep dames en
heeren van de afd, Middelburg
van het Ncd. Roode Kruis werd
apart verwelkomd, daar hun aan
wezigheid het beste bewijs is van
den goeden geest van samenwer
king die er heerscht tusschen de
vereeniging E.H.B.O. en het
Roode Kruis. Dat de afd. Oost-
kapelle ibijna in zijn geheel aan
wezig was en tot dit doel zelfs
extra bussen had gehuurd, werd
zeer geaprecieerd. Dr. Frumau
was door ziekte verhinderd aan
wezig te zijn en dit was mede de
oorzaak, dat de „keurgroep" dezen
avond niet kon werken. In plaats
hiervan moesten nu door 4 groe
pen een tweetal opgaven worden
uitgewerkt.
In het eerste geval moest hulp
worden verleend aan een persoon
die bij een vechtpartij messteken
in rug en achterwerk had opge-
loopen en aan een toegesnelde
agent, die tengevolge van een op
stopper een kaakfractuur bekwam
en bewusteloos geraakte.
In het tweede geval was het een
blauwe drenkeling en een chauf
feur met gebroken dijbeen en slag
aderlijke bloeding in de wang, die
geholpen «n vervoerd moesten
worden.
Door alle groepen werd flink
gewerkt, zoodat zij bij de bespre
king, die erop volgde, een pluimpje
Van de jury in «ntvangst hadden
t« nemen.
Het was een goedgeslaagde
Ueraame avond, aan 't slot waar
van dhr Vador allen dank bracht.
Een der ledon van het Roode
Kruis bracht dank dezen avond te
hébben mogen bijwonen en hoopte
bij volgende, gelegenheid weer een
uitnoodiging te mogen ontvangen,
wat hem werd toegezegd.
Medio April hoopt men weer
een oefenavond te organiseeren,
waarop dan de keurgrr ip zal wer
ken en ook de zuurstofkoffer ge
demonstreerd zal worden.
beetje te vereffenen."
„Als Miss Barrington...."
„Neen maar", lachte de
gouverneur, als u denkt, dat
u haar zoo maar mee kunt ne
men kent u mijn lieve Nang-
Kung niet. Zij is van een ge
slacht dat sedert 500 jaar over
China geregeerd heeft. Binnen
een maand zal zij deze provin
cie besturen en dan zal ik, zoo
als het immers altijd gaat, haar
onderdanige dienaar zijn, zoo
als ik dat ook steeds was van
haar moeder, totdat deze
stierf."
„Ik ben blij, dat uw dochter
zoo goed is, dat...."
„Goed dokter? Gezond? U
'kunt de gezondheid van haar
gezicht af lezen I Kijk eens
naar mijn lieve bloem. Er zijn
geen donkere plekken meer on
der haar oogen en haar wangen
zijn als perzikbloesems. Hoe
weinig meisjes in ons land heb
ben zulk een gezonde kleur?
Dokter zij is gelukkig, zij is
vroolijk, zij is gezond en haar
voeten.
„Zijn hoop ik nu weer in
orde?" vroeg Forsyth.
„Nog niet heelemaal, maar
ze zijn beter, veel beter, dan ze
geweest zijn. U zult haar dade
lijk eens zien loopen."
(Wordt vervolgd.)
Rechtszaken.
KANTONGERECHT
THOLEN.
Als eerste verscheen voor de
groene tafel A. C. S. te Poort
vliet, die zonder vestigingsvergun
ning een schilderszaak begon.
Eisch en uitspraakf 40 of 40
d. hechtenis.
C. J. J. te Tooien wegens het
laten loopen van zijn hond achter
wild en het vervoeren van een
haas in gesloten jachttijd.
Eisch le feit f 50 of 15 d. h.
2e feit f 10 of 5 d. Uitspraak:
'resp. f 50 of 25 d., vrijspraak.
J. S. te Poortvliet had aldaar
een auto aangereden en was tevens
beven zijn theewater geweest.
Eisch le feit f 100 of 15 d. h„
2c feit dronkenschap 1 week hecht.
Uitspraak resp. f 300 of 60 d. h.
met ontzegging recht om gedu
rende 8 maanden een motorrijtuig
te besturen en f 40 of 20 d. h.
J. P. U. te St. Maartensdijk
stond terecht wegens overtreding
van de Warenwet. Er was 8 pCt
water in de melk, die 'hij verkocht,
terecht gekomen.
Eisch f 100 of 50 d. h. Uitspr.
f 100 of 15 d. h.
T. W. H. B. te Stavenisse had
dronken op zijn motor het ver
keer in gevaar gebracht.
Eisch: le feit verkeersovertre
ding f 25 of 5 d. h.2c feit dron
kenschap 5 d. h. Uitspraak: resp.
f 15 of 10 d. h. en f 100 of 25 d.
h. met ontzegging van het recht
gedurende 8 maanden een motor
rijtuig te 'besturen.
D. V. te St. Maartensdijk werd
wegens overtreding van de bouw-'
verordening veroordeeld tot f 25
of 10 d. h.
C. M. U te Tholen reed zonder
licht. Eisch f 3 en f 2 of 3 d. h.
Uitspraak2 x f 3 of 3 d. h.
M. U. B. te Scherpenisse we
gens overtreding arbeidswet. Eisch
f 12 of 6 d. h. Uitspraak: f 8 of
4 d. h.
J. A. v. d. L. te Oud-Vosse-
meer wegens zijn hond in jacht
veld achter wild te laten jagen.
Eisch f75 of 25 d. h. Uitspr.:
f 60 of 30 d. h.
A. J. S. te Poortvliet wegens
overtreding huurplichtwet. Eisch:
f 15 of 8 d. >h. Uitspraak: f 12 of
6 d- 'h.
D. J. D. te St. Annaland had
zijn wagen zonder licht op den
weg laten staan. Eischf 10 of
5 d. h. Uitspraak: idem.
C. S. v. d. H. te Scherpenisse
overtreding IJkwet. Eisch f 4 of
2 d.h. Uitspraak: idem.
G, A. de H. te Tholen wegens
het laten loopen van een hond in
een jachtveld. Eisch f 75 of 25 d.
h. Uitspraak: f 60 of 15 d. h.
ONDERGRONDSCHE
BEWEGING
IN DUITSCHLAND.
Nog steeds ontsnappen er
Nazi's.
De internationale commissie voor
het bestudeeren van Europeesche
vraagstukken heeft gisteren een
nieuw rapport gepubliceerd over
de ondergrondsche beweging irt
iDuitschland.
Volgens dit rapport ontsnappen
>nog steeds vele Duitschers met
Vervalschte paspoorten vla Zweden
en Italië naar Zuid-Amerika. On
danks d« herhaalde tegenspVaken
is een groot deel van het econo
mische potentieel der Nazi's in het
buitenland nog steeds niet aan de
geallieerden uitgeleverd. Argenti
nië (heeft definitief geweigerd
Duitsche activa aan de geallieer
den te overhandigen. Duitsche te
goeden in Zwitserland zijn in de
handen der Duitschers gebleven,
die kans hebben gezien naar Zwit
serland te ontsnappen, zelfs indien
deze activa tijdelijk geblokkeerd
ziin.
TRIBUNAAL TE
ZIERIKZEE.
J. Heijboeï te Ouwerkerk
was lid van de N.S.B. en trad in
dienst van de Nederl. S.S., waar
voor h(j een kadercursus volgde.
In 1942 was hij vrijwillig in
dienst getreden b(j de IVach- und
Sehutzdienst en later bij de Land
wacht Nederland.
Hij verklaarde, dat hij door
zijn activiteit, hot „gemeenschap
pelijk belang" had willen dienen,
De Officieren Fiscaal bij het
Bijz. Gerechtshof te 's-Hertogen-
bosch voor de prov. Zeeland heb
ben de volgende personen voor
waardelijk buiten vervolging ge
steld
Maria P. Baart en Maria J.
Nom geb. Sijnesael, Hoofdplaat
en Florian de Bock, Terneuzen
onder toezichtstelling en ontzetting
rechten.
Louisa Foppen, SchoreM. A.
Jansens, Zuidzande; Melanie M.
Roegies, Elize Rijckaert en Louisa
Temmerman, allen HoofdplaatF.
Fr. Engels, St. Jansteen; Magda-
lena Weemaas, Clinge; Julia P.
L. Gesing, Huist; A. Zorge, Hon-
tenisse; B. Broere, Brouwersha
ven; J. F. van Driel en Suzanna
H. Duinkerke, beiden Bruinisse;
Catharina v. d. Werve, Zierikzee;
Jannetje Vaane, Haamstede; J. J.
Verhole, St. Annaland, onder toe
zichtstelling, verplichting om te
arbeiden en ontzetting rechten.
L. v. d. Bossche, L. L. Martens
beiden Hoofdplaat; I. van Hane-
gem, Zuidzande, verplichting om
te arbeiden en ontzetting rechten.
P. J. de Bie, Hoofdplaat; X. J.
Jansen, Oostburg; Magdalena
Verkest, Maria J. de Volders,
Adriana J. Risseeuw, allen Re-
tranchementJacoba C. Risseeuw,
Zuidzande; A. J. L. Smit, Hon-
tenisse; Louisa J. Beeldens, Ter-
neuzen; R. D. Heymans, St. Jan
steen; P. v. d. Vrede, Zaamslag;
J. F. de Witte, Hulst; A. S. Ris
seeuw, geb. Aarnoutse, P. L. v.
d. Vate, beiden Zierikzee; E. H.
A. Ephrain, Haamstede; J. van
Rhee, Bruinisse; Pieternella C.
Overdulve, Rotterdam, allen al
leen ontzetting rechten.
A. Beercns, Breskens en J. B.
Martens, Hoofdplaat, beiden f 500
betalen; Janna Risseeuw, Retran-
chernent f 5000 betalen, allen te
vens ontzetting rechtenL. J. Bas
ting, Retranchcment en P. Luteijn,
Zuidzande, resp. f 250 en f 500
betalen; Maria R. Martens,
'Hoofdplaat, onder toezichtstelling
f 500 betalen en ontzetting rech
ten; A. P. Speelman, Haamstede;
Maria J. Valk, Vogelwaarde en
R. Lecluijze, Hoofdplaat, allen
verplichting tot arbeiden, ontzet
ting rechten en resp. f 275, f 500
en f 1000 betalen.
Onvoorwaardelijk zijn buiten
vervolging gesteldC. A. Geen-
sen. Biervliet; A. A. v. d. Amee-
le en C. A. Temmerman. Hoofd
plaat; D. Luteijn, Zuidzande; J.
Boone, Graauw; G. de Bie, Zie
rikzee: Wiliibrorda Th. J. Drie
man. Nieuw-Lekkerland. allen om
dat de gerezen verdenkingen on
gegrond zijp gebleken.
M. Daane, Yerseke: A. Aar
noutse en J. M. de Koster, bei
den Zuidzande; Alina A. A. de
Caluwë en Suzanna M. Kornelis,
beiden Biervliet; Sara C. Ris
seeuw, RetranchementC. J. de
Vos, en A. Tellier, beiden Schoon
dijke; A. J. Hage en A. J. W. B.
Rietschoten, beiden Terneuzen;
Anna M. van Cauteren, Clinge;
Elisa S. Vermoet en Esther Del-
saert. beiden Sas van Gent; Erae-
';a M. de Letter, St. Jansteen en
Jozina W. Weltevreden, Zierik
zee, alleen omdat de verdenkingen
miea ongegrond zijn bevonden,
maar de schuld van zoodanigen
aard, dat oplegging van straf of
maatregel niet gerechtvaardigd is
te achten.
Besch. had willen vermijden in
de W. A. terecht te komen en wa*
daarom bij de S.S. gegaan. Ook
als landwachter was hij niet pro-
voeeerend opgetreden. Verder
bleek dat verd. wel menschen had
gewaarschuwd voor komende ge
varen.
De verdediger, Mr van Hasselt
was van mèening dat de man
geen ruggegraat bezat en ook
met groote financioele moeilijk
heden had te kampen.
Pleiter VToeg een voorwaarde
lijke veroordceling.
I z. v. D (j k o te Poortvliet was
in 1940 N.S.B.-er geworden en
in 1941 lid van de W.A. Bij een
rel te St.-Anualand zou hij onder
den uitroep: „dat zijn ze, de
Nederlandsche Unie", personen
aan do Duitschers hebben aan-
gowezon, die daarop door den
bezetter werden afgeranseld.
Besch. gaf toe „fout" te hebben
„gezeten", hij had evenwel abso
luut niemand verraden bij het
opstootje te St.-Annaland.
Hij werd onmiddellijk in vrij
heid gesteld, evenwel uitsluitend
om zijn slechten psychischen toe
stand.