Noodzakelijkheid van landaanwinning.
Gemeenteraad van Ylissingen.
Prinses Marijke op Soestdijk.
ZEEUWSCH DAGBLAD
ffiest - jfoenwsch -yiaamsche grieven.
jodenvervolging te
Amsterdam.
TWEEDE BLAD
Wij hebben de jonge
boeren hard noodig."
Avontuur in Oud-China. 69
ZATERDAG 1 MAART 1947 No, 582,
Hae'dktcteer L. Yeretróo, Gees.
Bijkantorca Middelburg, Rouéan-
sc'ce Kaai; Yiissingen Walstraat;
Terasuzen Vlooswijckstraat.
Jhr Ir O. 0. A. vaa Lith da
Jcude, oud-minister Tan Water
staat, voorzitter van de pas op
gerichte Vereeniging voor Land
aanwinning, heeft aan een ver
tegenwoordiger van „Groot-Arn
hem" enkele mededeelingen ge
daan omtrent het vraagstuk der
landaanwinning.
Dit vraagstuk, zoo zeide hij,
heeft op het oogenblik slechts in
geringe mate de belangstelling
onzer regeering. Men houdt zich
bezig met gebiedsuitbreiding
door middel van grenscorrecties,
men bestudeert de mogelijkheid
van meer industrafisatie om den
sterken bevolkingsaanwas op te
vangen. Oss en Veenendaal zul
len binnen luttele jaren uitgroei
en tot fabriekssteden met meer
dan 100.000 inwoners, hetgeen
geweldige sommen gelds zal
kosten.
Or.dertusschen is de droog
making van de zuidelijke polders
van de Zuiderzee stopgezet voor
wis weet hoe langen tyd. Marken
heeft een wormvormig aanhangsel
gekregen in den voi-m van een
paar kilometer langen dijk, die
schijnbaar doellees is opgeworpen
in de richting van de haven-
monding van Edam. Dit is het
begin van de bedijking van den
Marker Polder, die nog in den
eorlog is tot stand gekomen.
Tal van boerenzoons hadden
hun hoop gevestigd op het nieuwe
akkerland, dat kier aan de zee
ontrukt non worden, maar aan
hun hoop is de bodem ingeslagen.
Zij worden thans uitgenoodigd
zich te vestigen in Canada,
Australië of Brazilië. Als ze aan
die roepstem gehocr geven, zul
len zij verloren gaan voor Neder
land, dat hen zoo hard noodig
heeft.
„Ja, hard noodig hebben wij
hen, die jonge boeren", zei Jhr
van Lidth; men hoort allerwege
spreken over industrialisatie.
Veler» meenden, dat alleen
de industrie ons rsdden kan.
De industrie als groot-werk
geefster, de industrie als
deviezenmaakster, de indu
strie als redster in den nood.
Maar men ziet daar bij over
het hoofd, dat een groeiende
bevolking etn toenemende
hoeveelheid voedsel noodig
heeft, dus moeten wij blij
vend meer graan importee
ren of zelf voor meer akker
land zorgen en het laatste is
verreweg het verstandigste.
Daarbij komt, dat onze export
voor de helft op landbouw en
veeteelt steunt. Verhooging van
den uitvoer van agrarische pro
ducten is van hstzelfds belang
als vsrhooging van den industri-
eelen uitvoer.
„En daarom", vroegen wij,
„wilt U maar meteen geheel Zee
land en de zeegaten tusschcn de
Waddeneilanden afsluiten? Gaat
dat dan nu opeens? De water
staatkundige ingenieurs hebben
dat toch altijd voor onmogelijk
gehouden
„Zeo mset V het ook niet zien",
aldns ie eud-minister; „wij blij
ven reëel. Weliswaar maakt de
waterbenwkusie ook vorderingen,
maar eer mes. van Den Kelder
naar Texel kan wandelen, zal or
nog heel wat water deer het
Marsëiop stro. at en. In ie eerste
plaats wil en-e vereeniging geen
werken uitvoeren, maar ie uit
voering ervan bestudeeren en sti-
muleeren, zoo noodig propageeren.
Er kan in het Wadden
gebied en in Zeeland nog
heel wat bedijkt en droog
gemaakt worden op de oude
beproefde wijze en het is
zaak, dat dit gebeurt. Bezui
den den Sloedam ligt een
gebied, om nu een enkel voor
beeld te noemen, op goede
kleigronden, waarvan de
kwaliteit van jaar tot Jaar
achteruit gaat. Uitstel van
bedijking beteekent verlies.
Zoo is sr moor. Wij denkan aan
den Dollart, aan de Lauwerszso,
aan verbindingsdammen van do
Friescho an Groninger kust met
do Waddeneilanden. Wij' willen
plannen malton, om ze gereed te
hebben zoodra uitvoering ge-
wenscht is.
De droogmaking moet voort
gang hebben evenals de industria
lisatie en ze moet daarby niet
achtergesteld worden. Op den
duur zou het geleidelyk aan zoo
ver komen, dat de Zeeuwsche
eilanden geen eilanden meer zul
len zjjn en dat de Waddenzee
geen zea meer is, maar «r zal
nog wel een eeuw over heen gaan,
voor het zoover is.
De naam Maria Christina, die
ons jongste Prinsesje draagt,
kwam nimmer voor in ons Vor
stenhuis.
Wel was de oudste dochter van
Willem van Oranje en Anna van
Buren een Maria van Oranje, een
figuur in de schaduw, waaraan
Marie van Zeggelen, de bekende
romanschrijfster een boek wijdde,
dat tot één der beste van dit soort
mag worden gerekend. Wel droeg
de vierde dochter van Frederik
Hendrik dezelfde naam en waren
zoowel Willem II als Willem III
gehuwd met een Engelsche Prin
ses Mary. Stuart, toch denken we
niet bij den naam Maria aan een
Marianne, de dochter van Koning
Willem I, zelfs niet aan een Prin
ses Maria, de tweede gemalin van
Prins Hendrik, die in de laatste
helft der vorige eeuw voor korten
tijd Vrouwe van Soestdijk was.
„Maar wij noemen Haar Ma
rijke"zoo sprak Prins Bern-
hard. En welke Nederlander, die
op de schoolbanken heeft gezeten,
denkt dan niet aan de geliefde
Marijke Meu, de „oide Maman"
van het Friesche Hof, de Prin
ses der huiselijkheid, die Gouver
nante moest zijn voor zoon en
kleinzoon.
Haar veelbewogen leven hier te
releveeren zou te ver voeren. Meer
dan twee duizend brieven werden
van Haar bewaard en zijn nog te
raadplegen. Zij was een Prinses
'van Hessen Kassei uit een gezin
van veertien kinderen, waaronder
twaalf broers. Bedeesd in Haar
jeugd, wenschte ze ongehuwd te
blijven, totdat de sportieve Johan
Willem Friso met één slag haar
hart won en met het Prinsesje,
dat nog nooit wijn had geproefd,
als zijn Gemalin naar Nederland
vertrok.
Drie maanden duurde het geluk
van hun huwelijk, toen riep het
oorlogsveld en in afwezigheid van
den rader wordt de oudste dochter
geboren. Een rustigen winter
wordt doorgebracht aan h»t hof
in Leeuwarden, maar tornt de
lento weer in het land, dan trekt
Friso ten strijde. Ongunstige be
richten bereiken de jonge moeder
van thuis. Haar moeder wordt
plotseling door een beroerte ge
troffen en sterft Johan Willem
Friso schrijft aan zijn vrouw: „Ik
hoop dat het treurig bericht u geen
kwaad gedaan heeft in de positie
waarin gij zijt Ik bid U, geef
niet toe aan Uw droefheid en denk
er aan dat er geen geneesmiddel
tegen den dood is. Daar gij «en
goede Christin zijt, hoop en ver
wacht ik, dat gij kracht genoeg
zult hebben om zelve te over
winnen. Ik smeek er U om, mijn
lieve vrouw, om mijnentwil en ter
wille van ons kind".
Toen was het 29 Juni 1711
op 14 Juli, ruim veertien dagen
later verdrinkt Johan Willem Fri
so bij de Moerdijk. Marijke Meu
blijft achter met een dochtertje
van acht maanden en een kind
onder het hart, de latere Prins
Willem IV.
„De Heere doe, wat recht is in
FEUILLETON.
Nu wendde Ah-Yeo zich weer
tot Kathlyn en trachtte haar
voor te spiegelen welk geluk
haar te wachten stond in het
paleis van den mandarijn en
vertelde haar, hoe groot diens
blijdschap zou zijn, als zij te
rug was.
„Hij zal u beschouwen als
het licht zijner oogen. U is
voor mijn geëerde meester de
vervulling van al zijn wen-
schen. Nooit zal hij u uit zijn
oogen laten gaan. En als die
barbaarsche dokter Wleer een
poging zal aanwenden om u te
ontvoeren, dan...."
„Maar ik meende, dat dok
ter Forsyth dood was", zei
Kathlyn verrast.
Hij bemerkte te laat, dat hij
zich versproken had. „O ja,
dat vergat ik, hij is dood en
kan u niet meer helpen."
„Neen", dacht Kathlyn, „als
hij dood is, dan niet". Maar nu
geloofde zij dat niet meer. Hij
leefde. En nu zij dat wist,
•cheen alles haar veel minder
donker toe, Nu begon zij weer
te peinzen op middelen, ora te
ontsnappen. Langen tijd werd
zij evenwel niet alleen gelaten,
wantAh-Yeo en zij,n helper
namen al gauw den draagstoel
weder op en de tocht werd
voortgezet. Spoedig lag Lu-
Chow achter hen en voor hen
strekte zich als een lang lint
de weg uit, die hen voeren zou
naar Pi-Chow.
Ondertusschen vervolgden
Forsyth en Chin ook hun weg.
't Was reeds lang dag en nog
hadden zij Lu-Chow niet be
reikt.
„Man niet liegen\ moedigde
Chin van tijd tot tijd aan.
„Ja", antwoordde Forsyth,
„maar het duurt toch erg lang
eer we er zijn."
Hij dacht er niet aan dat Ah-
Yeo eveneens dien langen weg
had moeten afleggen. Heel lang
werd zijn geduld evenwel niet
meer op de proef gesteld, want
bij een volgenden bocht van
den weg zagen zij het dorpje.
Nauwelijks waren zij binnen,
«f van verschillende zijden
kwamen nieuwsgierige Chinee-
;en agngelpppen. Chin herhaal-
Zijn oogen", zoo klinken haar
woorden. Marijke is een weduwe
van drie en twintig jaarin
een land vol staatkundige moeilijk,
heden.
Haar zoontje voedt zij met alle
zorg ep. Vijf jaar oud maakt hij
een zoo ongelukkige val, dat bij
geaurende zyn geheele leven hier
van de gevolgen met zich zal moe
ten meedragen.
De irgjwifckïldi erfeniskwestie
na den dood van Stadhouder Wil
lem III, het opvolgingsrecht be
moeilijken het leven van Marijke.
Hébbes ook de andere gewesten
in de opvolging van Willem IV
gedeeltelijk toegestemd, zoo neemt
Marijke haar intrek op het „jagt
slot Zoestdijck". Haar zoontje
wordt student in Utrecht. Moei
lijk is vaak zijn karakter, zwaar
is de opvoeding voor de eenzame
moeder.
Haar dochter huwt met den
erfprins van Baden Durlach,
wordt krankzinnig en lijdt in he
vige mate aan de gevreesde ziekte
der kinderpokken. Zij gaat 'haar
moeder voor naar het graf.
Willem IV is Ijaar zorgenkind.
Op Soestdijk koopt zijn moeder
van de Utrechtsche Staten de
Ambachtsheerlijkheid Soest ea de
Birkt, Baarn en Ter Item. De
stalien ter weerszijden van het ge
bouw, laat zij tct woningen voor
het hofpersoneel inrichten, de
stallen verplaatst zij naar de over
zijde van den straatweg, waar zij
ook thans nog staan. Zelfs ont
werpt zij 'n gracht tusschcn Eem
en Zuiderzee. Hier en daar kan
men thans nog in de beplanting der
domeinen de oorspronkelijke aan
leg terug vinden.
Maar dan wordt haar leven nog
somberder. Haar zoon huwt met
de Engelsche Prinses Anna. De
verhouding van moeder en schoon
dochter is moeilijk, de zoon is de
fijne tactvolle bemiddelaar in tal-
looze gevoeligheden, die bij Ma
rijke Meu ontspruiten aan een te
groote zorg voor haar ocrappel,
die zij niet kan loslaten
Het bezit van haar kleinkinde
ren vergoedt Marijke «enigszins
het sombere van ha'-' ven. Dan
vallen weer de slagen- Haar zoon
sterft en zij moet de Gouvernante
zijn voor haar driejarig klein
zoontje, het halfweesje Willem V.
In dien tijd ontmoet zij ook den
bekenden en ieruchten Hertog van
Brunswijk en in dezen tijd ver
toeft zij ook gaarne op het paleis
Soestdijk.
Marijke is nu zwak en sukke
lend, maar toch onderneemt zij tel
kens de lange reis naar Den Haag
om haar kleinkinderen te bezoe
ken. Vertrekt zij na één dezer be
zoeken voor eenige dagen naar
Soestdijk, dan biedt de Hertog
haar een wacht aan. Zij antwoordt
hem: „Uwe Hoogheid biedt mij
«Si waci» au t» Sonstdijk. Ik
zeu er heel gaarne voor bedanken,
maar daar ik vernomen heb, dat
het noodig is om de vele dieven
en vagebonden, die er rondzwer
ven, neem ik het aan en verzoek
u, alleen een paar soldaten met
een sergeant, maar geen officier
te zenden".
Het is haar laatste bezoek aan
Soestdijk,
Nu staat er weer een wacht
voor een Marijke op Soestdijk.
Er zijn geen vagebonden meer.
Maria is de Grieksdie vorm van
de naam Mirjam, dc sterkste.
Sterk zal dit kind ook alleen kun
nen zijn door zich te weten een
Christina.
Sterk was ook in die geloofs
kracht Marijke Meu, die ondanks
haar moeilijk zorgvolle leven, ge
woon was te zeggen: „Mij ont
breekt niets dan dankbaarheid".
Moge ook de Marijke van deze
eeuw in het geloof haar kracht
vinden, juist als het leven moeilijk
wordt. Dan zal zij een Christina
zijn.
D. WIJNBEEK.
VROEGER MIL, HOSPITAAL WORDT GE
DEELTELIJK ALS VERGADERPLAATS
INGERICHT. VOORSTEL BESCHERMING
WATERWINGEBIED AANGENOMEN.
TRIBUNAAL TE GOES.
Ex-gemeentesecretaris
„diende" het volk.
Donderdagmiddag behandelde 't
Tribunaal de zaak tegen den ex-
gemeentesecretaris en stafleider
van den Nederlandschen Land
stand Maarten A, A a 1 -
b r e g t s e.
Deze was in onderscheidene func
ties werkzaam bij de N.S.B., was
sibbekundig voorzitter in Zeeland
en o.m. kringhoofd van -het af
stammingsonderzoek, Hij zag dit
alles zuiver als een volksbelang en
meende niet anders dan goed te
handelen.
In Oostburg, waar hij eerst ge-
meante-secretaris was, hield hij
aanteekening van wat it burge
meester daar zcoal voor anti-nat,
9oe. zeide. Deze aantcekeningen
wilds hij echter niet gebruiken;
hij teekende nu eenmaal alles op.
Hoewel het baantje van burge
meester hem eerst wel aantrekke
lijk -leek, sloeg -hij het later, toen
het 'hem aangeboden werd, af.
Toen in Grijpskerk (Gron.) na
Dollen Dinsdag de secretaris met
het secretarie-personeel onderge
doken was, nam hij deze functie
waar, omdat hij uit Zeeland weg
gevlucht zijnde, toch werk moest
hebben. Voordien was hij echter
nog stafleider van den Landstand
in Goes, in welke functie -hij niet
onaardige redevoeringen' hield
over de beteekenis van den Land
stand, die toch meer reden van be
staan had dan de Z.L.M. Waren
in den Landstand niet alle takken
van bedrijf opgenomen? Zeer ze
ker was het goed, dat de Z.L.M.
opgeheven werd en de Landstand
ingesteld. Het kon niet anders dan
in het belang van het Zeeuwsche
volk zijn, zoo redeneerde besch.
althans. Zijn kinderen had hij in
nat. soc. geest opgevoed, zooals
een oprecht aanhanger van de N.
S.B.-gedachte betaamde.
Tegen dit alles hield het Tri
bunaal hem voor, dat hij van veel
belang is geweest voor de Duit-
sche oorlogvoering en dat zijn
houding het beste werd getypeerd
door een brief aan dep Beauf-
tragte in Zeeland, waarin hij zijn
plicht te arbeiden in het belang
van het Nederlandsche volk, naar
voren bracht.
Zijn verdediger Mr Dirven zette
j in een uitvoerig pleidooi uiteen,
d2fl het besoh. inderdaad niet om
winst te doen is geweest. Feitelijk
zou de interneering op moeten
houden, in dit geval, op het mo
mentdat besch. besefte dat hij ver
keerd geiaan heeft, zeide de ver
dediger. De ideologie van het nat.
soc. kreeg vat op hem en zijn han
delingen waren consequenties van
dat idee, betoogde Mr Dirven.
Daar het steeds zijn doel is ge
weest dc menschen te dienen, en
hij een totaal onbaatzuchtige hou
ding heeft aangenomen, verzocht
pleiter besch. in staat te stellen
weer verder voor zijn huishouding
te kunnen zorgen. De uitspraak
werd bepaald op 13 Maart.
de enkele malen den naam
Nang-Miao*xUit de nieuwsgie
rigen trad een, vrouw naar vo
ren en toen begon Chin zoo
goed en zoo kwaad het ging te
vertellen, waar zij haar man
vinden kon en wat deze gezegd
had.
Het gelaat van de vrouw
veranderde zichtbaar. Zij viel
voor Forsyth neer en kuste
hem de handen. Chin vroeg
haar verder naar Ah-Yeo en
vernam, dat deze betrekkelijk
korten tijd geleden het dorp
verlaten had. Haar erkentelijk
heid toonde zij door een der
dorpsbewoners over te halen,
Forsyth en Chin behulpzaam
te willen zijn in het achterha
len van Ah-Yeo. Zoo vertrok
ken daarop Forsyth en Chin
met den anderen Chinees als
gids, terwijl de overgelukkige
vrouw zich met haar broer op
weg begaf, om haar man te
zoeken.
Niet ver buiten het dorp lag,
bijna onzichtbaar, tusschen de
struiken, een smal pad. Dit
sloeg de gids in. Wel was het
pad niet gemakkelijk begaan
baar, maar Forsyth en Chin
hadden den laatsten tijd wel
moeilijker wegen betreden en
voor de gids was dit Pad Piet
Met ingang von 1 Maart wordt
een Noorsoh-Britsche overeen
komst van kracht voor een we
derzij dsche afschaffing van visa.
vreemd. Zoo vorderden zij toch
nog tamelijk vlug. Het pad
ging heuvel op, heuvel ai.
Boven op den top van een
der begroeide heuvels bleef de
gids staan. Tusschen en over
de boomen slingerde de hoofd
weg zich, de weg, waarlangs
Ah-Yeo zich bewoog. Van h'>n
hooge standplaats uit kouden
zij ongezien den weg langs
kijken en daar zagen zij op
betrekkelijk korten afstand
den draagstoel. Ah-Yeo en
diens helper zaten met den rug
naar hem toe. In de draagstoel
was beweging te bespeuren,
zoodat Forsyth er wel zeker
van was, dat Kathlyn zich er
in bevond. Hij kon het haast
wel uitschreeuwen van vreugde,
toen hij haar ontdekte.
De onverstoorbare Chin riep
„Ah-Yeo onsdraagstoel. Wij
hem nemen I"
Niemand van hen had eenige
aanmoediging noodig. Ze ijlden
voorwaarts langs het pad, tot
een bocht van den weg het hen
gemakkelijk maakte, op den
hoofdweg te komen. Ze daal
den nu dus af.
„Nu stil zijn", waarschuwde
Chin. En waarlijk, die waar
schuwing was niet overbodig,
want Forsyth ken *Ljn onge-
De eerste zaak, die ter zitting
van den gemeenteraad van Woens
dagmiddag in behandeling kwam,
was het voorstel van B, en W.
hun een crcdiet van f 382.000.
te verieenen voor het opruimen
van bunkers enz. Het voorstel
werd door den Raad ten zeerste
toegejuicht en B. en W. zegden
toe, dat nauwlettend op de wijze
van opruimen zal worden toege
zien, om de ev. schade aan om
ringende gdbouwen zoo gering mo
gelijk te doen zijn. Bovendien zal
het college zijn uiterste best doen
zoo vlug mogelijk de benoodigde
gelden van de regeering los te
krijgen, opdat voor dit doel geen
leeningen zullen moeten worden
aangegaan.
De Raad verleende vervolgens
een crediet van f 14.500 ten be
hoeve van de financiering der
aansluiting van 50 Maycretwonin-
gen op de waterleiding.
Een crediet van f 5500 voor her
stel en exploitatie van een gedeel
te van het voorm. Mil. Hospitaal
aan de Korenstraat werd eveneens
toegestaan.
Óp eenige vragen antwoordde
Wed». M, v. Popering, dat het
gebouw ter beschikking komt van
diverse organisaties zooals mu
ziekgezelschappen, jeugdbeweging
enz., die een groot tekort aan
plaatsruimte hebben. Er zal wei
nig meubilair noodig zijn, omdat
juist de organisaties die dit niet
noodig hebben of daarover zelf
beschikken, er gebruik van zullen
maken. Concurrentie voor particu
lieren ii natuurlijk niet de bedoe
ling cn is allerminst te verwach
ten. Voorzichtigheid moet worden
betrachl wat betreft hot herstel
van het geheele gebouw, hetgeen
nog eens f 10.000 zou eischcn. Ge
tracht zal niettemin worden tot
volledig herstel t.z.t, over te gaan,
In beginsel werd besloten tot
het nemen van een aantal maat
regelen t«r bescherming van de
watcrwinplaats van het Gemeen
telijk Waterl. bedrijf. Vanuit den
Raad werd erop gewezen, dat Big-
gekerke een onredelijk hooge erf
pachtsom vraagt (f 25 per h.a.).
Deze zaak zal met het gem. be
stuur van deze plaats worden be
sproken. Bij de behandeling van
dit voorstel zei dhr M. J. v. Poel
je (Arb.), dat de kosten der be
scherming zoo hoog zijn als ge-
Volg van het wanbeheer van de
vroegere particuliere maatschappij.
Besloten werd tot aankoop van
het perceel Badhuisstraat 72 voor
een bedrag van f 10.500.
Diverse voorstellen tot het ver
huren van grond aan particulieren
werden aangenomen.
Aan hen, die van gemeentewege
een pensioen, toelage of bijslag
genieten, zal een uitkeering ineens
worden toegekend.
De rente der geklleenmg in 1937
aangegaan met de N.V. voor Ne
der!. Gemeenten, groot f 154.000,
zal verlaagd wordon van 3% tot
3lA pet, per jaar.
XI.
In de vergadering van de
Prov. Staten is reeds gespro
ken en zal nog wel nader wor
den behandeld het plan om aan
dc P.Z.E.M. een millioenen-
geldleening te verstrekken om
in het centrum van Zeeland een
groote electr. centrale te bou
wen en dan van daaruit geheel
Zeeland van stroom te voor
zien. Ik zeg het nu wel heel
eenvoudig, maar daar komt
het toch op neer.
Nu wil ik dat niet uit finan
cieel of commercieel oogpunt
bezien, omdat me daarvoor de
gegevens ontbreken. Er zullen
toch zeker wel groote finan-
tieele voordeelen aan verbon
den zijn, anders zou het in deze
dagen, nu het zoo moeilijk is
voor vele oorlogsgetroffenen
om hun huizen weer opge
bouwd te krijgen, niet ais zoo
urgent worden voorgesteld. Je
kunt soms zelfs niet een scha
kelaar krijgen! 11 Onze Staten
leden zijn zeker niet te benij
den en er wordt wel heel veel
van hun inzicht gevergd om op
korten termijn zoo n verdra
gend besluit te nemen.
Ik wil alleen énkele
Zseuwsch-Vlaam che opmer
kingen maken.
We leven in een tijd van ver
doorgevoerde centralisatie. Alles
vanuit een centrum regeley.
We noemen dat hier Den Haag
De droeve gevolgen hiervan
zien we eiken dag bij de we
deropbouw. Natuurlijk moet
bij de toewijzing van materia
len vanuit een middelpunt de
verdeeling plaats hebben, maar
verder moest veel meer aan
de plaatselijke autoriteiten wor
den overgelaten. Er moeten
natuurlijk hoofdregels gegeven
worden, maar de toepassing in
handen van de gemeenten. De
centralisatie dus. Het is toch
eigenlijk bespottelijk, dat men
in Den Haag zal beslissen, hoe
je dorp, waar je je geheele le
ven hoopt te wonen er uit zal
zien. En dat ze daar zullen
beslissen, of er groote of kleine
ruitjes in je woning zullen ko
men. Lk zeg dit alles misschien
wat te simplistisch, maar in
feite is het toch zoo.
Óm nog een voorbeeld te
duld haast niet bedwingen. Hij
wilde Ah-Yeo wel tegemoet
snellen en slechts met groote
moeite kon Chin hem daarvan
weerhouden.
„Wachten, wachten", zei
Chin, „Ah-Yeo hier komen. Wij
op Ah-Yeo springen. Hem bin
den en man binden. Missie
Barrington vrij en dokter For
syth trouwen met missie."
De tijd, dien zij hadden te
wachten, leek Forsyth wel uren
toe. Eindelijk evenwel zagen
zij iets aankomen, 't Was de
draagstoel. Vooraan liep de
Chinees en achteraan Ah-Yeo.
Met vluggen tred naderden zij,.
Nauwelijks evenwel was de
stoel bij het drietal gekomen, of
tegelijkertijd sprongen Forsyth,
Chin en de Chinees naar vo
ren. Eer Ah-Yeo den stoel kon
neerzetten en naar zijn mes
grijpen, voelde hij reeds For-
syths handen aan zijn keel.
Dt helper van Ah-Yeo
was heel wat vlugger, liet
terstond den stoel vallen
en maakte zich zoo snel
mogelijk uit de voeten. Met
Ah-Yeo was het 9poedig ge
daan. Aan handen en voeten
gebonden, lag hij machteloos
op den grond,
(Wyrdt verruigd.)
noemen. De Prijsheheersching.
Deze regelt vanuit Den Haag
de prijzen voor het geheele
land. Een kilo gort kost ia een
winkeltje in de Zaanstreek
naast een gortpellerij evenveel
als in Zeeuwsch-Vlaanderen
of Limburg, honderden Kilo-
in ters ver. Dat zijn van die
dwaze dingen, groote gebreken
van een te ver doorgevoerde
centralisatie.
Maar een nog veel grooter
gevaar is een ver doorgevoerde
centralisatie, als het de pro
ductie betreft. Ik herinner me,
dat tijdens den oorlog verschil
lende grossiers in onze streek
een verzoek kregen op te ge
ven hoeveel suiker en kaas ze
in hun pakhuizen ikonden ber
gen voor het geval het Zuiden
werd afgesneden van overig
Nederland. De ambtenaar, die
het eerst op dat gedacht geko
men is, heeft wel een vooruit-
zienden blik gehad. Dc opgaven
werden verstrekt, maar nooit
meer iets er van vernomen. La
ter bleek, dat men het wen-
schelijker achtte alles voor het
land van Cadzani op te slaan
in de fabriek van Van Meile
te Breskeus, met het gevolg,
dat bij het bombardement var,
Breskens ineens ook de ge
hee!e voorraad weg was.
En nu kom ik op de clec-
tricteitslevering. Het groote
bezwaar om vanuit een cen
traal punt in Zeeland de ge
heele provincie te voorzien, is
wel hierin gelegen, dat bij een
of ander „ongeluk" de geiee:e
provneie van stroom is vers.o-
ken. Eén bom op de centrale
en heel Zeeland zit zo.ider
stroom. Dat dit niet denkbeel
dig is, heeft de afgeioopea
oorlog op menig gebied ge
toond. En daarenboven moeten
voor de Noordelijke groep en
voor de Zuidelijke groep van
Zeeland kabelverbindingen wor
den aangelegd door de breede
zeearmen, de Wester- en Oos-
terschelde. We herinneren ons
nog wel de groote overlast, die
we hadden, toen de telefoon
kabel van Terneuzen naar Be
veland stuk was en het tijden
geduurd heeft, eer we weer
verstaanbaar konden spreken
of liever hooren.
Ik zou dan ook speciaal
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
willen vragen, laat men toch
de centrale in Westdorpe in
tact laten.
Dat ikan niet, zal men zeg
gen, in verband met den finan-
cieelen opzet, maar het zou
toch wel eens kunnen blijken
in de toekomst, dat het van
zeer groot belang was voor de
electriciteitsvoorziening van
Zeeuwsch-Vlaanderen. Of leeft
men in de meening, dat we een
lange periode van vrede tege
moet gaan? Zooals in den tijd
na 1918, den tijd van de gebro
ken geweertjes op de revers
laten Ive toch nuchter blijven,
ons oog niet sluiten voor het
geen we overal in de wereld
waarnemen. En nu zal men mij
misschien toevoegen, dat we
dan weer, als vroeger in elke
gemeente een apart net moe
ten hebben met een motortje
en dynamotje, dat elke gemeen
te van stroom voorziet. Maar
dat zou weer een te ver door
gevoerde decentralisatie wezen.
Overdrijving naar beide zijden
schaadt. Maar zooals het nu is,
dat een aparte centrale voor de
Zuidergroep in de levering voor
ziet, i» toch eigenlijk, goed ge-
Herdenking Februari 1941.
Nu we weer rustig en in volle
vrijheid mogen leven kost het
ons eenige moeite ons te realisec-
ren, hoe verschrikkelijk de tijd
was toen we onder de Duitsche
knoet moesten' leven.
In dc afgeloopen week zijn we
daaraan weer herinnerd door de
herdenking van de Fehruarl-sta-
king 1941 te Amsterdam, waar
van tallooze Joden het slachtoffer
werden.
Dc tergende maatregelen tegen
dc Joden, leidden tot een spon
tane protest-staking die den Duit-
schen bezetter duidelijk maakte
hoezeer hun optreden -het vrij
heidsbewustzijn van ons volk aan
tastte.
Natuurlijk had dit protest geen
resultaat.
Door de Duitsche beulen werden
de scherpste maatregelen geno
men om deze protest-staking den
kop in te drukken.
En het waren vooral de Joden
die er van moesten gelusten.
Zij die in die dagen in het con
centratiekamp Buchenwald ver
blijf hielden hebben er iets van
gezien.
Kort na de staking werden daar
ruim 200 Joodsche gevangenen
binnengebracht. Meest jonge ke
rels, die aanvankelijk meenden, dat
ze het wel zouden bolwerken.
Maar hoe ze zich vergisten.
De eerste dagen hielden ze zich
goed cn ontbrak zelfs dc humor
niet. Ais ze met hun portie stee-
nen op den nek langs de bloks
van de gijzelaars kwamen, werd
nog wel eens een grapje gemaakt.
Maar het duurde niet lang of de
lust om in 't voorbijgaan on
danks het uitdrukkelijk verbod
geestigheden te debiteeren, was
vergaan.
u- jongen» begonnen honger te
krijgen. Velen nadoen ont«ekin-
gen, vooral aan de becnen, waar-
doer het loopen bemoeilijkt werd.
De droeve optochten van slaven
werden steeds stiller.
Na enkele dagen waren er reeds
sterfgevallen. En toen eenige we
ken daarna de Joden naar een
ander kamp. werden overgebracht,
waren er reeds 43 dooden.
De overplaatsing bleek geen
verbetering. Het ging van kwaad
tot erger en het resultaat is ge-
.weest, dat van al die jonge kerels
slechts één in leven is gebleven.
Zoo werden in die (jagen, toen
velen in ons land zoo erg vriende
lijk delen tegen de Duitschers met
wie ze om nog.zooveel mogelijk
te bereiken, gaarne samenwerkten,
Joodsche Nederlanders en zij
waarlijk niet alleen, door de Duit
schers op gruwelijke wijze ver
moord.
Wat toen gebeurde is in de af
geloopen week te Amsterdam her
dacht. Manschappen van de voor
malige B.S. hadden bij den zwart
omfloersten mast, die midden op
het Waterlooplein was opgericht,
de wacht betrokken. Het plein
was gevuld met honderden Am
sterdammers. die zes jaar geleden
voor het eerst een openlijk appèl
aan den verzetsgcest van ons volk
deden. Verschillende sprekers
voerden het woord.
En weer verdrongen zich voor
de vensters van de huizen de hoof
den van Joden, doch ditmaal niet
schuw weggescholen achter de
gordijntjes, in grenzelooze angst
voor de duivels in mcnschenge-
daante, die de straten onveilig
maakten.
DE NIEUWE SPELLING.
Naar het A.N.P. nader
meldt wordt de nieuwe spel-
linq niet ingevoerd 1 Sep
tember maar 1 Mei 1947.
PAS OVER EEN MAAND
MAIS IN HET BROOD.
Naar de N. Leidsche Crt. ver
neemt zal het nog wel een maand
duren voor maiemeel in- het brood
zal worden verwerkt. Amerika
heeft bij de toewijzing van gra
nen aan ons land ook maïs ver
plicht gesteld. Dit moet echter
nog gemalen worden. Het per
centage in het brood zal echter
niet zoo hoog zijn dat men er veel
van zal merken.
RIJKE VISCHVANGST IN
DE MAAS.
De strenge winter brengt voor
de Noord-Limburgsche bevolking
toch niet louter narigheid met
zich mee, althans niot voor de
verstokte hengelaars, die kou
noch sneeuw schuwen, als het ge
tij gunstig is om het hengsel-
noer uit te werpen. En het gety
is inderdaad gunstig, want. door
het strijken der stuwon in de
Maas, is er op de rivier een zeer
sterke drift ontstaan, waarin het
goed visschen blykt t,e zijn, om
dat de visschon zich naar ds
oevers begeven. Tientallen henge
laars ziet men dagelijks alleen al
to Venlo hun geluk beproeven
on vangsten van 70 pond per dag
zjjn geen zeldzaamheid.
zien, een ideale toestand. En ik
zie geen redenen om daarin
verandering tc brengen, een
verandering, diie daarenboven
millioenen kost en misschien?
op den langen duur, als er geen
ongelukken gebeuren, finan-
tieel voordccliger zal zijn,
Lk moet gelukkig niet helpen
meebeslissen, maar zou toch
gaarne een en ander onder de
aandacht van onze Prov, Sta
tenleden brengen.