Het debat over Indië
in de Tweede Kamer.
ZEEUWSCH DAGBLAD
,.Wü hebben niet onderhandeld; wij
hebben eenvoudig gecapituleerd."
Avontuur in Oud-China. 13
TWEEDE BLAD
Drie sprekers over de overeenkomst
van Cberiben.
Donderdag zal Minister Jonkman antwoorden.
FEUILLETON.
No. 524 DONDERDAG 19 DECEMBER 1946
Hoofdkantoor L. Vorststr., Goïj-
Bijkantoren Middelburg, Rouaan-
sche Kaai; Vlissingen Walstraat;
Terneuzen Vlooswijckstraat.
D« kiesvereenigingen van de
A.R., C.H., S.G.P. en P. v. d. V.
hadden Maandagavond in het
Schuttershof te Middelburg een
openbare vergadering belegd,
waarin een drietal ter zake kun
dige sprekers goede voorlichting
hebben gegeven omtrent de over
eenkomst van Linggadjati.
In aanmerking genomen de
groote koude mocht de opkomst
bevredigend worden genoemd en
zeker is, dat door het gesprokene
het innerlijk vuur feller is gaan
branden en de aanwezigen zich
dieper bewust zijn geworden van
den ernst van den door regeering
en commissie-generaal gepropa-
geerden moord van aas Konink
rijk.
Er heerschte een waardige, een
ernstige toon, die we! sterk in
tegenstelling stond met de van de
andere zijde gevoerde demagogie,
berustend op verdraaiing en ver
zwijging der feiten.
Met het zingen van twee cou
pletten van het Wilhelmus werd
de vergadering geopend. Ka een
kort welkomstwoord van dr K.
Huizenga kreeg prof. dr J. de
Z w a a n te Leiden het woord. In
een gemotiveerd, diepgaand bé
toog zette deze uiteen, dat de
overeenkomst van Cheribon anti-
grondwettig is en ook op geen
enkel feit kan steunen.
Ieder, die werkt, maakt fouten,
doch hoe belangrijker het werk
is, hoe grooter die fouten worden,
Op eenige kardinale fouten wees
spr.: het den pas afsnijden aan
een grondige voorbereiding voor
de bespreking in de 2e Kamer van
de allergrootste beslissing, die
sinds 1814 moet worden genomen
het niet kennen van de le Kamer
in deze bespreking, hebben getuigd
van een verderfelijke mentaliteit
in de democratische opvattingen
van deze regeering.
Wat thans gebeurt is niets dan
doordrijven; daarvan is de Com
missie-generaal een product. Een
volgzame meerderheid wil niet
ernstig op debatten ingaan.
In feite zijn de gevolgen van de
dictatuur van Van Mook niet te
overzien. Het niet-herstellen van
jhr. Tjarda als G. G. heeft de
meest ernstige consequenties met
zich mede gebracht.
Hierna ging spr. in op een
tweetal hoofdartikelen van de
„Nieuwe Nederlander" het blad
van de „regeeringspartij", waarin
sterk de twijfel aan de juistheid
van het staatsmanschap van prof.
Schermerhorn c.s. naar voren
komt, doch waarin overigens een
lans voor het „gevoel", waarmede
deze overeenkomst moet worden
gezien, wordt gebroken.
De overeenkomst is slechts
een fundament, maar dat is on
zin! Wanneer het fundament fout
is, hoe kan dan de bovenbouw
goed zijn? Het voorgestelde v r ij
overleg daarna kan toch niet an
ders dan gebonden overleg zijn!
De „Nieuwe Nederlander" is er
voor „beducht", dat de eenheid des
Rijks in gevaar kan komen. De
eenige oplossing, om dat te voor
komen, is h.i., dat de regeering
maar vasthoudt aan den geest,
haar bepaalde opvatting van deze
overeenkomst 111 Want immers
de regeering heeft het gevoel (al
dus min. Jonkman), dat het gevoel
van de comm.-generaal het ge
voel van de Indische bevolking
weergeeft.
Voor de feiten heeft zij echter
geen oog, geengevoel.
En een feit is o.a., dat de
Soendaneezen, de tweede mil-
lioen.enbevolking van Java,
zich niet bij Soekarno's repu
bliek willen aansluiten, doch
de Nederlandsche vlag wil
len erkennen.
Dat b.v. in de Minahassa pogin
gen worden gedaan, om voor allen
het Nederl. staatsburgerschap te
verkrijgen en dat Sumatra wat de
bevolkingskarakters betreft zoo
veel van Java verschilt, dat Soe-
karno slechts op een zeer smalle
basis steunt.
Zij begrijpt ook niet, dat het
Nederlandsche volk nog gevoel
heeft voor eerlijkheid.
Spreker ziet den rechten weg,
om de zaak nog gezond te krijgen,
hierin, dat de regeering een offer
moet brengen aan de zuivere de
mocratie.
Zij moet de Kamers ont
binden en nieuwe verkiezin
gen uitschrijven.
De nieuwe regeering zou dan
zeer sterk zijn en een veel grooter
gezag hebben. Dan zou totstand
koming van een overeenkomst
kans hebben op de algemeene in
stemming. De thans gevolgde weg
moet in Indië tot burgeroorlog
leiden - en hier tot eindelooze
crises.
De regeering zegt echter: wat
wij willen is slechts te bereiken
langs den weg van edemoedigheid
tot erkentelijkheid. Doch dit is
zuiver een fictie en men kan even.
goed trachten den Melkweg te
bewandelen I
ander bezwaar bracht nr.
naar 'voren, n.l., dat de onderhan
delingen langs den weg van im
provisatie en gevoel in de scha
duw van terreBr en overgebleven
Japansch sentiment zijn gevoerd.
Geen der partijen had eenig man
daat.
Noodig is allereerst, dat
de Indische bevolking op
democratische wijze haar ver
tegenwoordigers kiest.
Wanneer wij op dezen weg
voortgaan, dan zullen we terecht
komen bij iiedcn, die machtiger
zijn dan wij. Wij zullen ons ka
pitaal aan politieke prestige, ver
worven door onzen arbeid in dit
eilandenrijk, verliezen. Daarmede
is de wereldvrede gemoeid, want
Indië ligt nu eenmaal niet op de
maan, maar op een punt van stra
tegische beteekenis. Het is met
de ihans aanwezige Nederl. troe
penmacht mogelijk dat Indië zich
weer orde en rust verwerft. Nu
het gaat om dit allergrootste be
lang, dienen partijschappen te ver
dwijnen en moeten allen, die ons
Koninkrijk liefhebben, zich aan
eensluiten.
De tweede spreker van dezen
avond was dhr R. G o s k e r te
Voorburg, secr. der A.R.-Partij
die inging op de door zegslieden
van de Partij van den Arbeid
gemaakte vergelijking tusschen
Willem van Oranje, den Vader
des Vaderlands en Soekarno.
Glashelder zette hij, sprekend over
onzen in 1586 begonnen strijd te
gen den Spaanschen dwingeland,
uiteen, dat deze vergelijking alle
perken van historisch begrip te
buiten gaat. En wat de gevoerde
onderhandelingen met Soekarno
betreft: dat had nooit mogen ge
beuren, omdat onze Koningin ai-
leen wil regeeren in overeenstem
ming met de beginselen, die onze
verplichting en onze verantwoor
delijkheid t.a.v. Indië omschrij
ven.
De gepens. kolonel van het. In
dische ieger A. T. H. Winter
te 's-Gravenhage is in Indië een
halve eeuw geweest en heeft iets
verteld van de Indische toestan
den. Hij schetste de groote ver
beteringen op het gebied der ge-af te keuren'
zondheidszorg en van het onder
wijs, die door de Nederlanders
zijn tot stand gebracht. In alle
bestuursraden kwamen steeds
meer inheemschen. In 1941 stelde
de C.G. een commissie in, waarin
alle richtingen zich over de toe
komstige ontwikkeling van Indië
konden uitspreken.
Het rapport daaromtrent
is al lang gereed, doch het
mocht niet gepubliceerd
worden.
Er bleek uit, dat alle groepen
voor zelfstandigheid waren, maar
met behoud van Rijkseenheid.
Wist u, aldus spr., dat Soe
karno 4 millioen mannen en jon
gens heeft gedeporteerd en dat
nog geen 15 pCt. daarvan is te
ruggekeerd?
Ons volk wordt door deze re
geering niet of anders valsch
'voorgelicht. Wie de waarheid
zegt, wordt ontslagen: de heer
Belonje en kap. Hazelhoff Roelf-
zema. Do -waarheid over Indië
wordt toch bekend, want er zijn
than9 minstens zeven geheime
zenders op Java. Er wprdt vaak
gevraagd, of er geen „koloniale
oorlog" komt als de overeenkomst
wordt verworpen. Maar er is
thans op alle fronten een be
hoorlijke „koloniale oorlog" aan
den gang, die al veel Hollandsch
bloed heeft gekost.
Nog onlangs verzekerde
een hoog Nederlandsch offi
cier bij de troepen in Indië
hem, dat de stemming onder
de jongens geladen was, om
dat sommige hunner kame
raden „gekidnapt" waren
en zij geen maatregelen
mochten nemen.
„Wij hebben niet onderhandeld;
wij hebben eenvoudig gecapitu
leerd", aldus spr.
Na de pauze hebben de sprekers
een groot aantal vragen beant
woord. De leiding van dit ge
deelte van den avond berustte bij
den heer B. A. Hesselink.
Met grbote instemming van alle
aanwezigen is het volgende tele
gram aan de leden der Eerste en
Tweede Kamer, alsmede aan de
leden van den Raad van State ge
zonden
„Inwoners van Middelburg in
vergadering bijeen, protesteeren
tegen de ontbinding van het Ko
ninkrijk der Nederlanden. Ver-
zeoken u dringend het beleid van
de regeering en de Commissie-
Generaal in dezen, ondubbelzinnig
■KANSEN VW
INDISCHE
GEËVACUEERDEN.
De N.I.B.E.G. (Ned.-Indisohe
bond van ex-krjjgsgovangenen en
geïnterneerden), omvattende on
geveer de geheele geëvacueerde
samenleving uit Ned.-Indië, heeft
zich per telegram en brief tot
den minister van Overzeesche go-
biedsdeelen gericht, waarin er op
wordt gewezen, dat de overeen
komst van Linggadjati zwijgt
over vergoeding van geleden scha
de door vernieling en roof. Ook
ontbreekt eenige aanduidng ovor
de vorgoedng van gederfd inko
men gedurende do poriodo van
interneering.
Do N.I.B.E.G. meent, dat spoo-
dige terugplaatsing in eigen om
geving en werkkring, vergoeding
van schade en uitkeering van ge
derfde inkomsten over de oor
logsperiode zaken zijn, die in één
adem genoemd dienen te worden
met de in artikel 14 opgenomen
teruggave van goederen en herstel
van rechten.
ELECTRO-BOM IN DEN
SCHOORSTEEN.
Kachel brandde slecht
In een huis te Amsterdam is
Zatordagmiddag bjj het vegen van
een schoorsteen een gevaarlijk
projectiel gevonden, dat volgens
de politie in oorlogstijd uit een
vliegmachine moet zjjn gevallen.
De bewoners van het perceel zijn
op wonderbaarlijke wjjze aan een
explosie ontsnapt.
De bewoonster van drie hoog,
mevr. V., had haar benedenbuur
man G. K. gevraagd haar schoor
steen te vegen. Haar kachel wil
de steeds niet goed doorbranden.
K., die vroeger in het schoorsteen-
vegersvak is werkzaam geweest,
begon omstreeks drie uur het on
derste gedeelte van den schoor
steen met de hand leeg te halen.
Hij stuitte daarbjj op een hard
voorwerp. Na eenig wrikken raak
te een zwaar stuk metaal, onder
het roet los. Het was ongeveer
25 e.M. lang en 6 c.M. in door
snee. Hij vond nog een stuk me
taal, dat blijkbaar aan het eerste
stuk had vastgezeten. Nadat K.
de roetlaag verwijderd had, be
merkte hij tot zijn grooten schrik,
dat hij een projectiel in de hand
hield. Direct liet hij de politie
waarschuwen. Kapitein Brouw
van den Opruimngsdenst voor
projectielen, heeft het gevaarlijke
voorwerp weggehaald.
De politie vermoedt, dat het
projectiel, dat van Duitsche ma
kelij is, in oorlogstijd uit een
vliegtuig gevallen is. Het lo:
stuk metaal bleek de vin van het
projectiel te zijn. Men begrijpt
niet, dat het projectiel niet ont
ploft is, toen de kachel gestookt
werd.
De heer Goedhart (P-
v. d. A.) geeft als zijn oordeel
te kennen, dat de C.-G. een
bijzondere prestatie heeft gele
verd door op zoo korten ter
mijn deze ontwerp-overeen-
komst te bereiken. De overeen
komst overtreft de verwachtin
gen. Hij merkt op, dat de over
eenkomst een basis-accoord is,
dat schetsmatig de contouren
voor een- nieuwe Nederlandsch-
Indonesische verstandhouding
aangeeft.
Wat het vrijlaten der geïn
terneerden- aangaat wijst spr.
op de moeilijkheid om. deze on
der te brengen in de steden,
waar geen woonruimte beschik
baar is. Z.i. ware het beste, dat
de betrokkenen gelegenheid
kregen in de republiek aan het
werk t§ gaan. Er zou dan door
middel van voedselpakketten
e.d. voor hen gezorgd, kunnen
worden. Spr. maakt aanmerking
op clandestiene radio-uitzendin
gen op Java, waardoor propa
ganda gemaakt wordt in den
geest van het comité „Indië-in-
nood". Hij bepleit de wensche-
lijkheid daaraan een einde te
maken en de betrokkenen te
straffen.
Voorts verklaart hij, dat het
hem leed doet, dat betrekkelijk
zoo velen uit de verzetsbewe
ging op het oogenblik de kreet
om nationale zelfstandigheid,
welke uit Indonesië tot ons
komt, zouden willen beant
woorden met bommen en gra
naten.
De aanvaarding van het ac-
coord legt groote verplichtingen
op. Er zal een einde moeten
komen aan het geschimp op de
republiek en haar leiders. Het
komt er niet alleen op aan het
accoord te aanvaarden, maar
het eek loyaal uit H TMcm,
De heer de Groot (Com
munist) verklaart, dat zijn frac
tie haar stem afhankelijk maakt
van het ongewijzigd blijven van
art. 1 der overeenkomst. Alle
gerucht over Indonesië zou den
indruk kunnen wekken, aldus
spr., dat het grootste deel van
het volk opstaat en naar bed
gaat met Indonesië. Maar het
is anders. Het vraagstuk raakt
niet de diepste lagen van het
volk. Wat het wel raakt, dat is,
dat het volk zijn zonen moet
geven voor Indonesië. In dit
verband betoogt spr., dat ver
mindering der troepen vangroot
belang is.
Art. 14, waarin de republi.
keinsche regeering de aanspra
ken van niet-Indonesiërs op
herstel in hun rechten en terug
gave van goederen erkent, acht
spr. een groote concessie der
Indonesiërs.
aal "fe CB jjraugto m*
mogelijk leiden tot het ge-
wcnschte doel: het verzekeren
van goede betrekkingen tus
schen de volken van Nederland
en Indië.
Z.i. bestaat er allerminst over
eenstemming tusschen de ver
schillende stukken. Hier worden
eenzijdig veranderingen aange
bracht in de overeenkpmst, en
wel door nota's. De overeen
komst is naar sprekers over
tuiging onuitvoerbaar.
De heer Hoogcarspel
(Comm.) betoogt dat de grond
wettelijke bezwaren welke hier
tegen de overeenkomst zijn
naar voren gebracht formeele
bezwaren zijn. Men kan dit niet
afwijzen zonder er tegenover
te stellen wat men dan wel wil.
Wat hebben de Indonesische
revolutionnairen te maken met
onze grondwet Het is al mooi,
dat ze de Koningin aanvaard
hebben als hoofd van de Unie.
Vervolgens vraagt spr. of er
nu werkelijk strijd met de
grondwet is. Naar zijn oordeel
is dat niet het geval. Het is
z.i. noodzakelijk, dat er een uit
spraak van de Kamer over deze
overeenkomst komt.
Aan het hoofd van de Unie
zal volgens art. 8 de Koning
staan. Maar wie is de verant
woordelijke man. Ook op enkele
andere punten vraagt hij nog
nadere toelichting.
AVONDVERGADERING,
De héér Bieremj (P.
v. d. V.) verklaart tegenstander
te zijn van de overeenkomst
van linggadjati. Afgezien van
de bezwaren tegen de overeen
komst zelf voerende tot' ont
binding van het Koninkrijk
vreemde ding ge-
Hij voleindigde den zin niet.
Tot zijn verbazing maakte de
man den helmstok los en
zwaaide die boven zijn hoofd.
Maar Dick Forsyth verloor zijn
tegenwoordigheid van geest
niet. Vlug greep hij den man
bij de beenen en toen deze
struikelde vielen zij samen over
boord. In het water liet de
jonge dokter los en toen hij
boven water kwam zag hij de
lichten van de sampan achter
zich. Met krachtigen slag zwom
hij in- die richting. De Chinees
liet hij aan zijn lot over, ver
zekerd dat deze door zijn mak
kers gered zou worden.
Toen hij de sampan bereikt
had, klauterde hij aan boord en
druipende van het water begaf
hij zich naar het achterdek.
Juist kwam een der leden van
de bemanning naar boven en
zag hem onder een lantaarn
staan.
„O, dokter Forsyth", riep hij
uit zonder te letten op de druip.
W«wr«* TM CM
„Een heel
beurd is'".
„Zoo Chin, wa is er dan ge
beurd?"
„Toen u weggaan-, vijf man
komen met een boot en drijven
ons in hut en kijken alle ding.
Vijf heel wilde mannen. Zij
heel vlug kijken naar bagage.
Missie Barrington bagage alle
maal. Dan breken open één
pak, twee pak en gaan weg.
Heel wilde mannen. Rivierroo-
vers ik denk".
„Hebben ze ook iets gesto
len?" vroeg Forsyth verwon
derd.
,Nee. Stelen eenig ding. Heel
vreemd. Zij weggaan, ik weer
sluiten één pak, twee pak en
wachten u".
't Was inderdaad heel vreemd.
En het een met het ander in
verband brengende begreep For
syth er niets van. Een oogen
blik staarde hij in gedachten
over het water. Toen viel hem
iets in.
„Tom1 de *»a»»ïeTM<», «ee*S»
De heer Zandt (S.G.)
ontwikkelt bezwaren tegen het
revolutionnaire sentiment in In
dië. Revolutie brengt nooit wel
vaart, doch slavernij.
De republiek is onmiddellijk
overgegaan tot het invoeren
van een feilen terreur. Duizen
den Nederlanders, Indonesiërs
en Chineezen zijn als slachtof
fers van dien terreur gevallen.
Spr. 'betoogt, dat de principes
van de Koninklijke rede zijn
prijs gegeven. Het huidige ka
binet heeft z.i. een tweeslach
tige houding aangenomen. De
regeering heeft het pad geëf
fend, opdat de republiek van
Soekarno erkend kon worden.
Spr. betwijfelt of de leden der
commissie-generaal wel de aan
gewezenen waren voor de door
deze commissie te vervullen
taak.
Vervolgens keert Spr. zich
tegen Soekarno. In Nederland
worden collaborateurs gestraft,
soms met den dood. In Indië
wordt iemand, die ons land
heSft verraden, erkend als
hoofd der republiek. Wie zien
aan zijn volk vergrepen heeft
als Soekarno kan nooit als zijn
bevrijder worden beschouwd.
Soekarno heeft een gloeiende
haat tegen Nederland. Aan zijn
hand kleeft het bloed van dui
zenden Nederlanders, Indone
siërs en Chineezen. En met
zoo iemand onderhandelt de
commissie-generaal.
Er is geen sprake van dat
'het Indische volk zich vrij kan
uitspreken. Vrije meenings
uiting wordt door Soekarno
met alle middelen, zelfs de
wreedste onderdrukt. Het heeft
er alles van alsof Hitier weer is
opgestaan. En dat alles werkte
van Mook in de hand. Spr. is
van oordeel, dat een geheel an
dere koers in Indië moet wor
den ingeslagen, ook ten, aanzien
van de weermacht. Er is een
gttfwS waeaCe gws? COBWGBj
manschappen gekomen. Spr.
wenscht geen oorlog, ma^r een
vreedzame oplossing, waardoor
Nederland en Indië in één Ko
ninkrijk gezamenlijk hun belan
gen kunnen «behartigen.
Het kan door niemand ont
kend worden, dat door aan
vaarding en doorvoering der 17
artikelen het met de eenheid
van het Koninkrijk gedaan is.
De ontwerp-overeenkomst,
zoo betoogt spr,, moest er met
haast doorgejaagd worden.
Vandaar dat er geen schrifte
lijke voorbereiding plaats had
cn dat de Raad van State niet
gehoord werd. En het staat te
bezien of de Eerste Kamer er
in gehoord zal worden. Zelfs is
het kabinet op den Dag des
Heeren bijeen gekomen.
De heer J o e k e s (P. v.
d. A) merkt op, dat drie feiten
voor oogen moeten worden ge
houden om te komen tot een
juiste beoordeeling van de ge
dragslijn welke gevolgd is door
de C.-G. en de regeering en om
te komen tot een conclusie op
de vraag wat de Kamer moet
doen. Als het eerste van die
feiten noemt spreker het in ge
heel Azië optredende algeheele
nationalistisch reveil, dat sterk
is aangezet door de omstandig
heden in en na den oorlog.
De tweede omstandigheid,
welke in het oog dient te wor
den gehouden is de rol, in het
Verre Oosten gespeeld door Ja
pan, een dramatische rol, naar
het hem voorkomt.
De derde omstandigheid is de
toestand zooals die in Indonesië
werd aangetroffen na den oor
log. Z.i. past een woord van
erkentelijkheid jegens de geal
lieerden, dat zij onze bevrijding
hebben bewerkt en dat zij in
Indonesië ons hebben gehol
pen. Nederland was niet bij
machte de leiding uit te oefe
nen na de capitulatie van Ja
pan.
Het staat volgens spr. vast,
dat er omstandigheden zijn die
de Regeering en Staten-Gene-
raal kunnen dwingen een ande
ren weg te volgen dan in de
Grondwet is voorgeschreven. In
dit verband verwijst spr. naar
de verplaatsing van den zetel
van de Regeering naar Londen
gedurende den oorlog.
Wanneer men vraagt wat
moet er nu in Indonesië ge
beuren, dan moet men niet
zeggen daar is iets revolution-
nairs gebeurd. De vestiging derj
republiek, een revolutionnaire 1
uiting, is heel wat anders dan I
wy? iPsjteeJEtesff; fceefï anrs»
gedaan. Met de uitzending der
C.-G. i» een nieuwe fase inge
treden, welke twee belangrijke
resultaten heeft opgeleverd. Op
de eerste plaats het bestand-
Het gemis aan ten uitvoerleg
ging van het bestand is onbe
vredigend. Als het komt tot
onderteekening der overeen
komst, dan moet een toepas
sing van het bestand onmiddel
lijk in de besprekingen, worden
betrokken.
Het tweede heuglijke feit
noemt spr, de basis-overeen
komst, welke thans aan dc Ka
mer wordt voorgelegd.
Terecht is dat geschied niet
in den vorm van een wetsont-
werp. Voordat de regccring ver.
der gaat wil ze er mededeeling
van doen aan de Kamer en dat
acht spr. volkomen juist. Het
betreft hier een politiek ac
coord; men moet het zien als
een acte van pacificatie. Door
de ontwerp-overeenkómst is
naar sprekers meening een be
gin van uitvoering gegeven aan
de beginselen neergelegd in dc
Koninklijke rede van 7 De
cember 1942.
Er zijn nog een aantal vragen
en vraagstukken, die een nadere
regeling behoeven. Sociaal-eco
nomische onderwerpen zullen
b.v. ook spoedig geregeld die
nen te worden.
De heer Joekes brengt in
verband hiermede ook de mi-
iiaire kwestie naar voren en hij
informeert hoe de regeering
zich voorstelt de waarborgen
voor de veiligheid effectief te
maken. In goede samenwerking
zal z.i." getracht moeten worden
te bereiken wat men zich voor
oogen heeft gesteld.
De heer Joekes betoogt ver
der o.a., dat de overeenkomst
gezien moet worden als een en
ondeelbaar. De overeenkomst
zal naar goede trouw moeten
worden uitgelegd. Wij widen
het vertrouwen geven en het
winnen. Als wij de overeen
komst aanvaarden met den op
rechten wensch tot samenwer
king met alle groepen in Indo
nesië, dan is hij overtuigd, dat
we een faze ingaan, die stellig
moeilijkheden en teleurstellin
gen zal brengen, maar dat we
een toekomst ingaan met een
goed perspectief.
Minister Jonkman zal
Donderdag antwoor
den.
Daarna kwam de minister ven
Overzeesche Gebiedsdeelen, de
■heer J o n k m a n, aan het
woord. Met het oog op dë vraag
naar een grondige beantwoor
ding verzoekt hij zijn rede op
een later tijdstip te mogen
vervolgen.
De voorzitter zal den minister
daartoe gelegenheid geven in de
vergadering van a.s. Donderdag
des voormiddags te 11 uur. Dan
komt tevens aan de orde de be
handeling van de hoofdstukken
XIII (Overzeesche Gebiedsdee
len) van de Rijksbegrootingen
voor 1946 en 1947.
«IplöfPflM
GLAS VOOR ZEELAND.
Het sortgeren van het glas, dat bij de actie „ruiten is troef 1" in
Amsterdam ten behoeve van Zeeland is opgehaald. Dinsdagmorgen
is men begonnen met de verzending.
je ze noemt, weggingen, wel
ken kant gingen zij toen heen,
Chin?"
Chin wees met de hand
stroomopwaarts „Die kant gaan.
Groote jonk zijn. Wij jonk za
gen ook wij komen deze mor
gen op rivier".
„O".
Nu zag Forsyth het verband
tusschen den aanval op zichzelf
en den aanval op de sampan.
Li-Weng-Ho was waarschijn
lijk de aanstoker van beide.
Maar [terwijl hij djen aanval
op zichzelf beschouwen kon als
een uiting van haat van den
mandarijn kon hij niet begrij
pen, wat de oorzaak was van
den aanval op de bagage van
Kathlijn Barrington. Langen
tijd peinsde hij hierover, maar
tenslotte was hij nog even ver,
als aan het begin. Het was on
verklaarbaar voor hem. Toch
besloot hij hoe begeerig hij ook
was, eenig licht te krijgen in
deze duistere zaak, er niets van
te zeggen aan Kathlijn Barring
ton.
Toen hij den volgenden mor
gen de rivier opkeek, was de
jank rut des soMukrii» ver.
iwmm.
HOOFDSTUK V.
Vijf dagen later kwam de
sampan in het gebied van
Yong-Foo, een stad op een heu
vel gelegen, waarvan de top ge
kroond werd door de „fung-
shui", de beschermheilige der
bewoners, een pagoda van vier
verdiepingen, zich verheugende
in den naam van „padoga van
den rechtvaardigen weg".
Chin wees de afgodstempel
met trots aan„Heel goede pa
goda, heel groote stad, maar
slechte, zeer slechte mandarijn".
„Ja", stemde Forsyth toe „Li-
Wong-Ho is geen Chineesche
heilige".
Een wirwar van jonken kwam
in het gezicht en Forsyth ver
wonderde er zich over, hoe zij
een weg konden vinden tus
schen al die schepen door. Toch
gelukte dit aan den stuurman.
Vlakbij verhief zich dreigend
een waterpoort. In de torens
stonden of liever gezegd hingen
een half dozijn soldaten. De tol
werd betaald. De sampan ging
door een sluis en toen Forsyth
rondkeek, tuist hij, dat Hij in
Yong-Foo tra» waar Li»Weng-
Ha i«« m j
de sampan verder voer, zag hij
vlakbij de pagoda een keurig
gebouw, omringd door een hoo-
gen muur.
„Wat gebouw is dat, Chin?"
vroeg hij.
„Mandarijns paleis. Li-Weng-
Ho wonen".
„Zoo."
Onwillekeurig beving hem
een gevoel van angst. Daar hij
zijn lot en leven in veilige han
den geborgen wist, aarzelde hij
evenwel niet. De wandeling
naar het zendingshuis uitgezon
derd, was hij nu aan het einde
van zijn taak. Toen hij een
maal aan land was, herinnerde
hij zich zijn belofte aan Kath
lijn Barrington en besloot die
terstond in te lossen.
„Chin", zei hij, „weet jij het
huis van Mr Barrington?"
„Mista Barrington?" Een
smal lachje kwam op het ge
zicht van den Oosterling, toen
hij sprak: „Ja, ik weten zijn
huis heel goed".
„Breng deze pakjes van juf
frouw Barrington daarheen-
Neem een kruiwagen en een
paar knechts en laad t«
CWMdt ••swntSg*.