Het debat over Indië in de Tweede Kamer. ZEEUWSCH DAGBLAD ,.Wü hebben niet onderhandeld; wij hebben eenvoudig gecapituleerd." Avontuur in Oud-China. 13 TWEEDE BLAD Drie sprekers over de overeenkomst van Cberiben. Donderdag zal Minister Jonkman antwoorden. FEUILLETON. No. 524 DONDERDAG 19 DECEMBER 1946 Hoofdkantoor L. Vorststr., Goïj- Bijkantoren Middelburg, Rouaan- sche Kaai; Vlissingen Walstraat; Terneuzen Vlooswijckstraat. D« kiesvereenigingen van de A.R., C.H., S.G.P. en P. v. d. V. hadden Maandagavond in het Schuttershof te Middelburg een openbare vergadering belegd, waarin een drietal ter zake kun dige sprekers goede voorlichting hebben gegeven omtrent de over eenkomst van Linggadjati. In aanmerking genomen de groote koude mocht de opkomst bevredigend worden genoemd en zeker is, dat door het gesprokene het innerlijk vuur feller is gaan branden en de aanwezigen zich dieper bewust zijn geworden van den ernst van den door regeering en commissie-generaal gepropa- geerden moord van aas Konink rijk. Er heerschte een waardige, een ernstige toon, die we! sterk in tegenstelling stond met de van de andere zijde gevoerde demagogie, berustend op verdraaiing en ver zwijging der feiten. Met het zingen van twee cou pletten van het Wilhelmus werd de vergadering geopend. Ka een kort welkomstwoord van dr K. Huizenga kreeg prof. dr J. de Z w a a n te Leiden het woord. In een gemotiveerd, diepgaand bé toog zette deze uiteen, dat de overeenkomst van Cheribon anti- grondwettig is en ook op geen enkel feit kan steunen. Ieder, die werkt, maakt fouten, doch hoe belangrijker het werk is, hoe grooter die fouten worden, Op eenige kardinale fouten wees spr.: het den pas afsnijden aan een grondige voorbereiding voor de bespreking in de 2e Kamer van de allergrootste beslissing, die sinds 1814 moet worden genomen het niet kennen van de le Kamer in deze bespreking, hebben getuigd van een verderfelijke mentaliteit in de democratische opvattingen van deze regeering. Wat thans gebeurt is niets dan doordrijven; daarvan is de Com missie-generaal een product. Een volgzame meerderheid wil niet ernstig op debatten ingaan. In feite zijn de gevolgen van de dictatuur van Van Mook niet te overzien. Het niet-herstellen van jhr. Tjarda als G. G. heeft de meest ernstige consequenties met zich mede gebracht. Hierna ging spr. in op een tweetal hoofdartikelen van de „Nieuwe Nederlander" het blad van de „regeeringspartij", waarin sterk de twijfel aan de juistheid van het staatsmanschap van prof. Schermerhorn c.s. naar voren komt, doch waarin overigens een lans voor het „gevoel", waarmede deze overeenkomst moet worden gezien, wordt gebroken. De overeenkomst is slechts een fundament, maar dat is on zin! Wanneer het fundament fout is, hoe kan dan de bovenbouw goed zijn? Het voorgestelde v r ij overleg daarna kan toch niet an ders dan gebonden overleg zijn! De „Nieuwe Nederlander" is er voor „beducht", dat de eenheid des Rijks in gevaar kan komen. De eenige oplossing, om dat te voor komen, is h.i., dat de regeering maar vasthoudt aan den geest, haar bepaalde opvatting van deze overeenkomst 111 Want immers de regeering heeft het gevoel (al dus min. Jonkman), dat het gevoel van de comm.-generaal het ge voel van de Indische bevolking weergeeft. Voor de feiten heeft zij echter geen oog, geengevoel. En een feit is o.a., dat de Soendaneezen, de tweede mil- lioen.enbevolking van Java, zich niet bij Soekarno's repu bliek willen aansluiten, doch de Nederlandsche vlag wil len erkennen. Dat b.v. in de Minahassa pogin gen worden gedaan, om voor allen het Nederl. staatsburgerschap te verkrijgen en dat Sumatra wat de bevolkingskarakters betreft zoo veel van Java verschilt, dat Soe- karno slechts op een zeer smalle basis steunt. Zij begrijpt ook niet, dat het Nederlandsche volk nog gevoel heeft voor eerlijkheid. Spreker ziet den rechten weg, om de zaak nog gezond te krijgen, hierin, dat de regeering een offer moet brengen aan de zuivere de mocratie. Zij moet de Kamers ont binden en nieuwe verkiezin gen uitschrijven. De nieuwe regeering zou dan zeer sterk zijn en een veel grooter gezag hebben. Dan zou totstand koming van een overeenkomst kans hebben op de algemeene in stemming. De thans gevolgde weg moet in Indië tot burgeroorlog leiden - en hier tot eindelooze crises. De regeering zegt echter: wat wij willen is slechts te bereiken langs den weg van edemoedigheid tot erkentelijkheid. Doch dit is zuiver een fictie en men kan even. goed trachten den Melkweg te bewandelen I ander bezwaar bracht nr. naar 'voren, n.l., dat de onderhan delingen langs den weg van im provisatie en gevoel in de scha duw van terreBr en overgebleven Japansch sentiment zijn gevoerd. Geen der partijen had eenig man daat. Noodig is allereerst, dat de Indische bevolking op democratische wijze haar ver tegenwoordigers kiest. Wanneer wij op dezen weg voortgaan, dan zullen we terecht komen bij iiedcn, die machtiger zijn dan wij. Wij zullen ons ka pitaal aan politieke prestige, ver worven door onzen arbeid in dit eilandenrijk, verliezen. Daarmede is de wereldvrede gemoeid, want Indië ligt nu eenmaal niet op de maan, maar op een punt van stra tegische beteekenis. Het is met de ihans aanwezige Nederl. troe penmacht mogelijk dat Indië zich weer orde en rust verwerft. Nu het gaat om dit allergrootste be lang, dienen partijschappen te ver dwijnen en moeten allen, die ons Koninkrijk liefhebben, zich aan eensluiten. De tweede spreker van dezen avond was dhr R. G o s k e r te Voorburg, secr. der A.R.-Partij die inging op de door zegslieden van de Partij van den Arbeid gemaakte vergelijking tusschen Willem van Oranje, den Vader des Vaderlands en Soekarno. Glashelder zette hij, sprekend over onzen in 1586 begonnen strijd te gen den Spaanschen dwingeland, uiteen, dat deze vergelijking alle perken van historisch begrip te buiten gaat. En wat de gevoerde onderhandelingen met Soekarno betreft: dat had nooit mogen ge beuren, omdat onze Koningin ai- leen wil regeeren in overeenstem ming met de beginselen, die onze verplichting en onze verantwoor delijkheid t.a.v. Indië omschrij ven. De gepens. kolonel van het. In dische ieger A. T. H. Winter te 's-Gravenhage is in Indië een halve eeuw geweest en heeft iets verteld van de Indische toestan den. Hij schetste de groote ver beteringen op het gebied der ge-af te keuren' zondheidszorg en van het onder wijs, die door de Nederlanders zijn tot stand gebracht. In alle bestuursraden kwamen steeds meer inheemschen. In 1941 stelde de C.G. een commissie in, waarin alle richtingen zich over de toe komstige ontwikkeling van Indië konden uitspreken. Het rapport daaromtrent is al lang gereed, doch het mocht niet gepubliceerd worden. Er bleek uit, dat alle groepen voor zelfstandigheid waren, maar met behoud van Rijkseenheid. Wist u, aldus spr., dat Soe karno 4 millioen mannen en jon gens heeft gedeporteerd en dat nog geen 15 pCt. daarvan is te ruggekeerd? Ons volk wordt door deze re geering niet of anders valsch 'voorgelicht. Wie de waarheid zegt, wordt ontslagen: de heer Belonje en kap. Hazelhoff Roelf- zema. Do -waarheid over Indië wordt toch bekend, want er zijn than9 minstens zeven geheime zenders op Java. Er wprdt vaak gevraagd, of er geen „koloniale oorlog" komt als de overeenkomst wordt verworpen. Maar er is thans op alle fronten een be hoorlijke „koloniale oorlog" aan den gang, die al veel Hollandsch bloed heeft gekost. Nog onlangs verzekerde een hoog Nederlandsch offi cier bij de troepen in Indië hem, dat de stemming onder de jongens geladen was, om dat sommige hunner kame raden „gekidnapt" waren en zij geen maatregelen mochten nemen. „Wij hebben niet onderhandeld; wij hebben eenvoudig gecapitu leerd", aldus spr. Na de pauze hebben de sprekers een groot aantal vragen beant woord. De leiding van dit ge deelte van den avond berustte bij den heer B. A. Hesselink. Met grbote instemming van alle aanwezigen is het volgende tele gram aan de leden der Eerste en Tweede Kamer, alsmede aan de leden van den Raad van State ge zonden „Inwoners van Middelburg in vergadering bijeen, protesteeren tegen de ontbinding van het Ko ninkrijk der Nederlanden. Ver- zeoken u dringend het beleid van de regeering en de Commissie- Generaal in dezen, ondubbelzinnig ■KANSEN VW INDISCHE GEËVACUEERDEN. De N.I.B.E.G. (Ned.-Indisohe bond van ex-krjjgsgovangenen en geïnterneerden), omvattende on geveer de geheele geëvacueerde samenleving uit Ned.-Indië, heeft zich per telegram en brief tot den minister van Overzeesche go- biedsdeelen gericht, waarin er op wordt gewezen, dat de overeen komst van Linggadjati zwijgt over vergoeding van geleden scha de door vernieling en roof. Ook ontbreekt eenige aanduidng ovor de vorgoedng van gederfd inko men gedurende do poriodo van interneering. Do N.I.B.E.G. meent, dat spoo- dige terugplaatsing in eigen om geving en werkkring, vergoeding van schade en uitkeering van ge derfde inkomsten over de oor logsperiode zaken zijn, die in één adem genoemd dienen te worden met de in artikel 14 opgenomen teruggave van goederen en herstel van rechten. ELECTRO-BOM IN DEN SCHOORSTEEN. Kachel brandde slecht In een huis te Amsterdam is Zatordagmiddag bjj het vegen van een schoorsteen een gevaarlijk projectiel gevonden, dat volgens de politie in oorlogstijd uit een vliegmachine moet zjjn gevallen. De bewoners van het perceel zijn op wonderbaarlijke wjjze aan een explosie ontsnapt. De bewoonster van drie hoog, mevr. V., had haar benedenbuur man G. K. gevraagd haar schoor steen te vegen. Haar kachel wil de steeds niet goed doorbranden. K., die vroeger in het schoorsteen- vegersvak is werkzaam geweest, begon omstreeks drie uur het on derste gedeelte van den schoor steen met de hand leeg te halen. Hij stuitte daarbjj op een hard voorwerp. Na eenig wrikken raak te een zwaar stuk metaal, onder het roet los. Het was ongeveer 25 e.M. lang en 6 c.M. in door snee. Hij vond nog een stuk me taal, dat blijkbaar aan het eerste stuk had vastgezeten. Nadat K. de roetlaag verwijderd had, be merkte hij tot zijn grooten schrik, dat hij een projectiel in de hand hield. Direct liet hij de politie waarschuwen. Kapitein Brouw van den Opruimngsdenst voor projectielen, heeft het gevaarlijke voorwerp weggehaald. De politie vermoedt, dat het projectiel, dat van Duitsche ma kelij is, in oorlogstijd uit een vliegtuig gevallen is. Het lo: stuk metaal bleek de vin van het projectiel te zijn. Men begrijpt niet, dat het projectiel niet ont ploft is, toen de kachel gestookt werd. De heer Goedhart (P- v. d. A.) geeft als zijn oordeel te kennen, dat de C.-G. een bijzondere prestatie heeft gele verd door op zoo korten ter mijn deze ontwerp-overeen- komst te bereiken. De overeen komst overtreft de verwachtin gen. Hij merkt op, dat de over eenkomst een basis-accoord is, dat schetsmatig de contouren voor een- nieuwe Nederlandsch- Indonesische verstandhouding aangeeft. Wat het vrijlaten der geïn terneerden- aangaat wijst spr. op de moeilijkheid om. deze on der te brengen in de steden, waar geen woonruimte beschik baar is. Z.i. ware het beste, dat de betrokkenen gelegenheid kregen in de republiek aan het werk t§ gaan. Er zou dan door middel van voedselpakketten e.d. voor hen gezorgd, kunnen worden. Spr. maakt aanmerking op clandestiene radio-uitzendin gen op Java, waardoor propa ganda gemaakt wordt in den geest van het comité „Indië-in- nood". Hij bepleit de wensche- lijkheid daaraan een einde te maken en de betrokkenen te straffen. Voorts verklaart hij, dat het hem leed doet, dat betrekkelijk zoo velen uit de verzetsbewe ging op het oogenblik de kreet om nationale zelfstandigheid, welke uit Indonesië tot ons komt, zouden willen beant woorden met bommen en gra naten. De aanvaarding van het ac- coord legt groote verplichtingen op. Er zal een einde moeten komen aan het geschimp op de republiek en haar leiders. Het komt er niet alleen op aan het accoord te aanvaarden, maar het eek loyaal uit H TMcm, De heer de Groot (Com munist) verklaart, dat zijn frac tie haar stem afhankelijk maakt van het ongewijzigd blijven van art. 1 der overeenkomst. Alle gerucht over Indonesië zou den indruk kunnen wekken, aldus spr., dat het grootste deel van het volk opstaat en naar bed gaat met Indonesië. Maar het is anders. Het vraagstuk raakt niet de diepste lagen van het volk. Wat het wel raakt, dat is, dat het volk zijn zonen moet geven voor Indonesië. In dit verband betoogt spr., dat ver mindering der troepen vangroot belang is. Art. 14, waarin de republi. keinsche regeering de aanspra ken van niet-Indonesiërs op herstel in hun rechten en terug gave van goederen erkent, acht spr. een groote concessie der Indonesiërs. aal "fe CB jjraugto m* mogelijk leiden tot het ge- wcnschte doel: het verzekeren van goede betrekkingen tus schen de volken van Nederland en Indië. Z.i. bestaat er allerminst over eenstemming tusschen de ver schillende stukken. Hier worden eenzijdig veranderingen aange bracht in de overeenkpmst, en wel door nota's. De overeen komst is naar sprekers over tuiging onuitvoerbaar. De heer Hoogcarspel (Comm.) betoogt dat de grond wettelijke bezwaren welke hier tegen de overeenkomst zijn naar voren gebracht formeele bezwaren zijn. Men kan dit niet afwijzen zonder er tegenover te stellen wat men dan wel wil. Wat hebben de Indonesische revolutionnairen te maken met onze grondwet Het is al mooi, dat ze de Koningin aanvaard hebben als hoofd van de Unie. Vervolgens vraagt spr. of er nu werkelijk strijd met de grondwet is. Naar zijn oordeel is dat niet het geval. Het is z.i. noodzakelijk, dat er een uit spraak van de Kamer over deze overeenkomst komt. Aan het hoofd van de Unie zal volgens art. 8 de Koning staan. Maar wie is de verant woordelijke man. Ook op enkele andere punten vraagt hij nog nadere toelichting. AVONDVERGADERING, De héér Bieremj (P. v. d. V.) verklaart tegenstander te zijn van de overeenkomst van linggadjati. Afgezien van de bezwaren tegen de overeen komst zelf voerende tot' ont binding van het Koninkrijk vreemde ding ge- Hij voleindigde den zin niet. Tot zijn verbazing maakte de man den helmstok los en zwaaide die boven zijn hoofd. Maar Dick Forsyth verloor zijn tegenwoordigheid van geest niet. Vlug greep hij den man bij de beenen en toen deze struikelde vielen zij samen over boord. In het water liet de jonge dokter los en toen hij boven water kwam zag hij de lichten van de sampan achter zich. Met krachtigen slag zwom hij in- die richting. De Chinees liet hij aan zijn lot over, ver zekerd dat deze door zijn mak kers gered zou worden. Toen hij de sampan bereikt had, klauterde hij aan boord en druipende van het water begaf hij zich naar het achterdek. Juist kwam een der leden van de bemanning naar boven en zag hem onder een lantaarn staan. „O, dokter Forsyth", riep hij uit zonder te letten op de druip. W«wr«* TM CM „Een heel beurd is'". „Zoo Chin, wa is er dan ge beurd?" „Toen u weggaan-, vijf man komen met een boot en drijven ons in hut en kijken alle ding. Vijf heel wilde mannen. Zij heel vlug kijken naar bagage. Missie Barrington bagage alle maal. Dan breken open één pak, twee pak en gaan weg. Heel wilde mannen. Rivierroo- vers ik denk". „Hebben ze ook iets gesto len?" vroeg Forsyth verwon derd. ,Nee. Stelen eenig ding. Heel vreemd. Zij weggaan, ik weer sluiten één pak, twee pak en wachten u". 't Was inderdaad heel vreemd. En het een met het ander in verband brengende begreep For syth er niets van. Een oogen blik staarde hij in gedachten over het water. Toen viel hem iets in. „Tom1 de *»a»»ïeTM<», «ee*S» De heer Zandt (S.G.) ontwikkelt bezwaren tegen het revolutionnaire sentiment in In dië. Revolutie brengt nooit wel vaart, doch slavernij. De republiek is onmiddellijk overgegaan tot het invoeren van een feilen terreur. Duizen den Nederlanders, Indonesiërs en Chineezen zijn als slachtof fers van dien terreur gevallen. Spr. 'betoogt, dat de principes van de Koninklijke rede zijn prijs gegeven. Het huidige ka binet heeft z.i. een tweeslach tige houding aangenomen. De regeering heeft het pad geëf fend, opdat de republiek van Soekarno erkend kon worden. Spr. betwijfelt of de leden der commissie-generaal wel de aan gewezenen waren voor de door deze commissie te vervullen taak. Vervolgens keert Spr. zich tegen Soekarno. In Nederland worden collaborateurs gestraft, soms met den dood. In Indië wordt iemand, die ons land heSft verraden, erkend als hoofd der republiek. Wie zien aan zijn volk vergrepen heeft als Soekarno kan nooit als zijn bevrijder worden beschouwd. Soekarno heeft een gloeiende haat tegen Nederland. Aan zijn hand kleeft het bloed van dui zenden Nederlanders, Indone siërs en Chineezen. En met zoo iemand onderhandelt de commissie-generaal. Er is geen sprake van dat 'het Indische volk zich vrij kan uitspreken. Vrije meenings uiting wordt door Soekarno met alle middelen, zelfs de wreedste onderdrukt. Het heeft er alles van alsof Hitier weer is opgestaan. En dat alles werkte van Mook in de hand. Spr. is van oordeel, dat een geheel an dere koers in Indië moet wor den ingeslagen, ook ten, aanzien van de weermacht. Er is een gttfwS waeaCe gws? COBWGBj manschappen gekomen. Spr. wenscht geen oorlog, ma^r een vreedzame oplossing, waardoor Nederland en Indië in één Ko ninkrijk gezamenlijk hun belan gen kunnen «behartigen. Het kan door niemand ont kend worden, dat door aan vaarding en doorvoering der 17 artikelen het met de eenheid van het Koninkrijk gedaan is. De ontwerp-overeenkomst, zoo betoogt spr,, moest er met haast doorgejaagd worden. Vandaar dat er geen schrifte lijke voorbereiding plaats had cn dat de Raad van State niet gehoord werd. En het staat te bezien of de Eerste Kamer er in gehoord zal worden. Zelfs is het kabinet op den Dag des Heeren bijeen gekomen. De heer J o e k e s (P. v. d. A) merkt op, dat drie feiten voor oogen moeten worden ge houden om te komen tot een juiste beoordeeling van de ge dragslijn welke gevolgd is door de C.-G. en de regeering en om te komen tot een conclusie op de vraag wat de Kamer moet doen. Als het eerste van die feiten noemt spreker het in ge heel Azië optredende algeheele nationalistisch reveil, dat sterk is aangezet door de omstandig heden in en na den oorlog. De tweede omstandigheid, welke in het oog dient te wor den gehouden is de rol, in het Verre Oosten gespeeld door Ja pan, een dramatische rol, naar het hem voorkomt. De derde omstandigheid is de toestand zooals die in Indonesië werd aangetroffen na den oor log. Z.i. past een woord van erkentelijkheid jegens de geal lieerden, dat zij onze bevrijding hebben bewerkt en dat zij in Indonesië ons hebben gehol pen. Nederland was niet bij machte de leiding uit te oefe nen na de capitulatie van Ja pan. Het staat volgens spr. vast, dat er omstandigheden zijn die de Regeering en Staten-Gene- raal kunnen dwingen een ande ren weg te volgen dan in de Grondwet is voorgeschreven. In dit verband verwijst spr. naar de verplaatsing van den zetel van de Regeering naar Londen gedurende den oorlog. Wanneer men vraagt wat moet er nu in Indonesië ge beuren, dan moet men niet zeggen daar is iets revolution- nairs gebeurd. De vestiging derj republiek, een revolutionnaire 1 uiting, is heel wat anders dan I wy? iPsjteeJEtesff; fceefï anrs» gedaan. Met de uitzending der C.-G. i» een nieuwe fase inge treden, welke twee belangrijke resultaten heeft opgeleverd. Op de eerste plaats het bestand- Het gemis aan ten uitvoerleg ging van het bestand is onbe vredigend. Als het komt tot onderteekening der overeen komst, dan moet een toepas sing van het bestand onmiddel lijk in de besprekingen, worden betrokken. Het tweede heuglijke feit noemt spr, de basis-overeen komst, welke thans aan dc Ka mer wordt voorgelegd. Terecht is dat geschied niet in den vorm van een wetsont- werp. Voordat de regccring ver. der gaat wil ze er mededeeling van doen aan de Kamer en dat acht spr. volkomen juist. Het betreft hier een politiek ac coord; men moet het zien als een acte van pacificatie. Door de ontwerp-overeenkómst is naar sprekers meening een be gin van uitvoering gegeven aan de beginselen neergelegd in dc Koninklijke rede van 7 De cember 1942. Er zijn nog een aantal vragen en vraagstukken, die een nadere regeling behoeven. Sociaal-eco nomische onderwerpen zullen b.v. ook spoedig geregeld die nen te worden. De heer Joekes brengt in verband hiermede ook de mi- iiaire kwestie naar voren en hij informeert hoe de regeering zich voorstelt de waarborgen voor de veiligheid effectief te maken. In goede samenwerking zal z.i." getracht moeten worden te bereiken wat men zich voor oogen heeft gesteld. De heer Joekes betoogt ver der o.a., dat de overeenkomst gezien moet worden als een en ondeelbaar. De overeenkomst zal naar goede trouw moeten worden uitgelegd. Wij widen het vertrouwen geven en het winnen. Als wij de overeen komst aanvaarden met den op rechten wensch tot samenwer king met alle groepen in Indo nesië, dan is hij overtuigd, dat we een faze ingaan, die stellig moeilijkheden en teleurstellin gen zal brengen, maar dat we een toekomst ingaan met een goed perspectief. Minister Jonkman zal Donderdag antwoor den. Daarna kwam de minister ven Overzeesche Gebiedsdeelen, de ■heer J o n k m a n, aan het woord. Met het oog op dë vraag naar een grondige beantwoor ding verzoekt hij zijn rede op een later tijdstip te mogen vervolgen. De voorzitter zal den minister daartoe gelegenheid geven in de vergadering van a.s. Donderdag des voormiddags te 11 uur. Dan komt tevens aan de orde de be handeling van de hoofdstukken XIII (Overzeesche Gebiedsdee len) van de Rijksbegrootingen voor 1946 en 1947. «IplöfPflM GLAS VOOR ZEELAND. Het sortgeren van het glas, dat bij de actie „ruiten is troef 1" in Amsterdam ten behoeve van Zeeland is opgehaald. Dinsdagmorgen is men begonnen met de verzending. je ze noemt, weggingen, wel ken kant gingen zij toen heen, Chin?" Chin wees met de hand stroomopwaarts „Die kant gaan. Groote jonk zijn. Wij jonk za gen ook wij komen deze mor gen op rivier". „O". Nu zag Forsyth het verband tusschen den aanval op zichzelf en den aanval op de sampan. Li-Weng-Ho was waarschijn lijk de aanstoker van beide. Maar [terwijl hij djen aanval op zichzelf beschouwen kon als een uiting van haat van den mandarijn kon hij niet begrij pen, wat de oorzaak was van den aanval op de bagage van Kathlijn Barrington. Langen tijd peinsde hij hierover, maar tenslotte was hij nog even ver, als aan het begin. Het was on verklaarbaar voor hem. Toch besloot hij hoe begeerig hij ook was, eenig licht te krijgen in deze duistere zaak, er niets van te zeggen aan Kathlijn Barring ton. Toen hij den volgenden mor gen de rivier opkeek, was de jank rut des soMukrii» ver. iwmm. HOOFDSTUK V. Vijf dagen later kwam de sampan in het gebied van Yong-Foo, een stad op een heu vel gelegen, waarvan de top ge kroond werd door de „fung- shui", de beschermheilige der bewoners, een pagoda van vier verdiepingen, zich verheugende in den naam van „padoga van den rechtvaardigen weg". Chin wees de afgodstempel met trots aan„Heel goede pa goda, heel groote stad, maar slechte, zeer slechte mandarijn". „Ja", stemde Forsyth toe „Li- Wong-Ho is geen Chineesche heilige". Een wirwar van jonken kwam in het gezicht en Forsyth ver wonderde er zich over, hoe zij een weg konden vinden tus schen al die schepen door. Toch gelukte dit aan den stuurman. Vlakbij verhief zich dreigend een waterpoort. In de torens stonden of liever gezegd hingen een half dozijn soldaten. De tol werd betaald. De sampan ging door een sluis en toen Forsyth rondkeek, tuist hij, dat Hij in Yong-Foo tra» waar Li»Weng- Ha i«« m j de sampan verder voer, zag hij vlakbij de pagoda een keurig gebouw, omringd door een hoo- gen muur. „Wat gebouw is dat, Chin?" vroeg hij. „Mandarijns paleis. Li-Weng- Ho wonen". „Zoo." Onwillekeurig beving hem een gevoel van angst. Daar hij zijn lot en leven in veilige han den geborgen wist, aarzelde hij evenwel niet. De wandeling naar het zendingshuis uitgezon derd, was hij nu aan het einde van zijn taak. Toen hij een maal aan land was, herinnerde hij zich zijn belofte aan Kath lijn Barrington en besloot die terstond in te lossen. „Chin", zei hij, „weet jij het huis van Mr Barrington?" „Mista Barrington?" Een smal lachje kwam op het ge zicht van den Oosterling, toen hij sprak: „Ja, ik weten zijn huis heel goed". „Breng deze pakjes van juf frouw Barrington daarheen- Neem een kruiwagen en een paar knechts en laad t« CWMdt ••swntSg*.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1946 | | pagina 5