D& i/LccdC' fit&fyC'ttf'lfJi'C'fxl'»
De Tweede Kamer
Regeeringsverklaring.
LAATSTE BERICHTEN.
over de
Avontuur in Oud-China.
Soekarno over de
ontwerp'Overeen*
komst.
De heeren Vonk, Ruys de Beeren-
brouck en Tilanus achten het
ontwerpaccoord onaanvaardbaar.
FEUILLETON.
NIEUWE BURG
RONDOM DE BEGROOT1 NOS DEBATTEN.
(Van onzen parlementairen redacteur).
Zooals te verwachter was zijn
bij de debatten in de Tweede Ka
mer oyer dt begroeting yqor Eco
nomische Zaken de bedrijfsorga
nisaties Woltersom ter sprake ge
komen, Vooral van rechtsche zijde
is critiek geoefend. De heer Sta
pelkamp speciaal oefende nogal
scherpe critiek en zou r.iets liever
zien, dan dat de organisaties zou
den verdwijnen.
De Minister was van een ander
gevoelen, zij het min of meer
noodgedwongen. Hij meende, dat
er drie mogelijkheden waren ge
weest. Hij had de bedrijfschappen
en vakgroepen onmiddellijk kun
nen opheffen. Maar dan verdwe
nen de technische voordeelen, die
het bestaande apparaat voor aller
lei gevallen op distributie- en in-
lichtingengebied hadden. Ook had
hij de werkzaamheden van de or- 1
ganisaties kunnen incorporeeren
in den departementalen gang van
zaken. Ook hiertegen bestonden
overwegende bezwaren. Het de
partement heeft reeds genoeg te
doen. Grootere centralisatie was
ongewenscht, temeer, waar dit een
aanwas van ambtelijke bemoeiing
met zich mee zou brengen, die in
het bedrijfsleven niet zou worden
gewaardeerd. En de derde moge
lijkheid was en op deze moge
lijkheid is de keuze gevallen
de Woltersomsche bedrijf organi
satie te laten bestaan, zij het in
gezuiverden en „verdemocratiseer.
den" vorm, totdat de wettelijke
publiekrechtelijke organisatie van
het bedrijfsleven, gebaseerd op de
vrije organisaties, het technisch
apparaat zouden kunnen over
nemen.
Tegen deze derde, gevolgde me
thode hebben wij ernstige bezwa
ren, al zijn wij niet blind voor de
tegenargumenten. En deze bezwa
ren zijn des te dringender, omdat
wij mecnen, dat er wel ter dege
een vierde mogelijkheid is ge
weest, een mogelijkheid, waarover
door den Minister geheel is ge
zwegen.
Erkenning van de realiteit
brengt echter mede, dat wij aan
stonds erkennen, dat het voor den
huidigen Minister uitermate moei
lijk zou zijn geweest, dezen vier
den weg te bewandelen, omdat om
'n misschien niet zoo geheel geluk
kige beeldspraak te bezigen, de
bedrijfsorganisatie-trein door 's-
Ministers voorganger op een vol
komen verkeerd spoor is gereden.
De vierde mogelijkheid, die wij
bedoelen, had gelegen in een on
middellijk na de bevrijding van
overheidswege stimuleeren van de
oprichting van vrije organisaties.
Hiermede zou de regeering onge
twijfeld succes hebben gehad. En
zeker, wanneer van te voren was
aangekondigd, dat het in de be
doeling lag, de organisatie Wol
tersom te doen verdwijnen, zoodra
de in vrijheid gevormde organisa
ties in staat zouden zijn, het appa
raat over te nemen. Want de te
genzin, die er in breede kringen
van het bedrijfsleven tegen den
onmiskenbaar Duitschen inslag
van de huidige bedrijfsorganisa
tie heerscht was ook toen reeds
overbekend.
Het is echter evenzeer bekend,
dat de toenmalige Minister van
Handel en Nijverheid voor de
vrije organisaties niet veel voelde
doch in zijn economische politiek
aan overheidsleiding 'n veel groo
tere plaats wide toekennen dan
overeenkomt met de structuur van
het Nederlandsche bedrijfsleven
en vooral ook met het zelfstandig
karakter van den Nederlandschen
ondernemer. Het voorontwerp van
wet op de bedrijfschappen van
Minister Vos is hiervan wel het
meest duidelijke bewijs, In dat
plan pasten de vrije organisaties
in het geheel niet en daarom wer
den dezen dan ook niet gestimu
leerd.
Gelukkig denkt de huidige be
windsman over deze dingen an
ders. Blij waren wij met zijn uit
drukkelijke erkenning, dat de toe
komstige bedrijfsorganisatie on
dubbelzinnig gebaseerd dient te
zijn op de werknemers-, werkge
vers- en middenstandsorganisaties.
Van groot belang is in dit opzicht
ook de verklaring van den Minis
ter tegenover den heer Stapel
kamp, dat hij meende, dat zijn in
zichten op dit terrein niet zoo ver
aflagen van die, welke in de krin
gen van het C.N.V. worden voor
gestaan.
De voordeelen van het weer in
het leven roepen van de vrije or
ganisaties zouden onmiskenbaar
zijn geweest. Want dan hadden
deze zich op de juiste wijze kun
nen voorbereiden op den meer uit-
gebreiden taak, die ze aanstonds
wacht. Grootere deskundigheid en
vooral meer liefde tot de zaak
zelf en grooter vertrouwen van de
deelgenooten zouden het resultaat
zijn geweest, een resultaat, dat
van enorm belang zou hebben ge
bleken te zijn voor den wederop
bouw van ons vaderland.
Wij weten, dat er ook tegen
werpingen te maken zijn. De heer
Schmal toonde zich niet zoo'n
groot voorstander van liquidatie
van de vakgroepen, omdat hij van
oordeel was, dat de vrije organi
saties van het oogenblik niet re
presentatief zijn. Jlij nadere in
formatie is ons gebleken, dat de
heer Schmal .speciaal het oog had
op de miduenstandsorganisaties.
Inderdaad, hierin schuilt iets
waars. Reeds voor den oorlog was
de middenstand, over het geheel
genomen, het slechtst georgani
seerd. Concurrentie-factoren zul-
len hieraan wel niet geheel vreemd
zijn geweest. Wij meenen echter,
dat de ontwikkeling der geschie
denis toch wel zoodanig is, dat het
voor een ieder duidelijk zal zijn,
dat een individualistisch winst
streven, met doodsverachting voor
anderer belangen, tot het verleden
dient te behooren. Ook in het
maatschappelijke leven teekent
zich duidelijk een blokvorming
af. Niet meer zooals vroeger, als
uiting van tegenstellingen tus-
schen werknemers en werkgevers,
tusschen de leden van eenzelfden
bedrijfstak, doch als kristallisatie
van natuurlijke groepen, die ge
zamenlijk werkzaam moeten zijn
tot heil van de gansche gemeen
schap. Een van die natuurlijke
groepen wordt door den midden
stand gevormd. Het wordt tijd,
dat dit door degenen, die hiertoe
behooren, wordt beseft. Het is
een fout in het regeeringsbeleid
geweest, dat deze belangenge-
meenschaps-blokvorming niet vol
doende is gestimuleerd. Het is een
gevolg geweest van het verlangen
naar overheidsleiding in stede van
overheids-stimulans.
En het is fout geweest, met na
me van de middenstand, op het
eigen recht niet voldoende te heb
ben gestaan, teveel te hebben af
gewacht. Is dit in feite een weg
kruipen geweest voor het dragen
van de verantwoordelijkheid? Er
zal een nieuwe phase moeten wor
den ingeluid, die zich kenmerkt
door een met kracht voorstaan
van het eigen recht der vrije or
ganisaties. Dit is tot nu toe veel
te weinig in breeden kring ge
schied. En het resultaat is ge
weest, dat de regeering niet als
het ware met de neus op de hier
voor aangegeven vierde mogelijk
heid is gedrukt,
Os jjjd is nu vcrfnpeécüjh resds
is ver heem esn dïKs vierden
v/og volledig deo? dc regering
t{ dosn bewgndcirn, Maar ten
deele kan het in iedsr geval. Dc
regeefing aal dan de stelregel, dat
de Woltersom-orgenisaties be
schouwd worden als eenige ver
tegenwoordigingen van het be
drijfsleven, moeten laten varen en
aan de reeds gevormde represen
tatieve vrije vereenigingen nu
reeds de plaats toekennen, die zij
behooren te hebben. Terwijl aan
de andere zijde de ontwikkeling
van deze organisaties ten zeerste
moet worden gestimuleerd, met
name daar, waar het eigen initia
tief der belanghebbenden tot nu
toe te kort is geschoten.
Tijdens de behandeling van de
Grieksche klacht v. d. V.N. heeft
Tsaldaris heftig geprotesteerd te
gen de beschuld. van Bulgarije.
Naar het Franache persbureau
A.F.P. mededeelt, heeft Soekarno
jn een radiorede verklaard, dat
om het aecuorö te heoordeelen,
mes rekening moet houden met
de internationale tendenties, de
internationale grootmachten, den
Nederlandschen invloed, en de In
donesische krachten.
Soekarno zeide nog, dat
de ontwerp-overeen komst
voor het Indonesische volk
aanvaardbaar zou zijn, indien
het ideaal van de absolute
onafhankelijkheid gewaar
borgd was.
Tenslotte, zoo eindigde Soekar
no, is alleen God eeuwig, dit ver
drag zal niet eeuwig zijn. Alleen
het handhaven van onze eenheid
is van belang. Het zou beter zijn,
dat het verdrag verworpen werd
en onze eenheid bewaard, dan dat
het ontwerp aanvaard, maar wij
verdeeld werden".
Uitslaande bhand te
Amsterdam.
Door tot dusverre onbekende
oorzaak brak gisteren brand uit
in perceel 756 Keizersgracht bij
de Utrechtsche straat te Amster
dam, waarin acht kantoren zijn
gevestigd. De brand ontstond op
de eerste etage, waar een kamer
van de Bijbelkiosk is gevestigd,
waarin zich blijkbaar niemand be
vond. Het personeel van „Vrij
Nederland", dat haar kantoor
heeft op de tweede etage, werd
althans niet gewaarschuwd en be
merkte den brand toen de rook
hier doordrong.
De brandweer had het vuur vrij
spoedig onder bedwang. Toch was
reeds veel schade aangericht.
Op de tweede verdieping waren
o.a. veie administratieve beschei
den van het weekblad „Vrij Ne
derland" verloren gegaan, waar
door tallooze abonné's hun blad
deze week niet tjjdig zullen ont
vangen.
Locomotief ontspoord ta
Kruiningen.
Dinsdagavond om ongeveer 7
uur is nabij het station Kruinin
gen een losse locomotief ont
spoord, hetgeen een ernstige stag
natie van het treinverkeer tenge
volge had. Verschillende perso
nentreinen uit de richting Vlis-
singen naar Brabant en Holland
hadden langdurige vertraging.
Naar wij vernemen hadden bij de
ontsporing geen persoonlijke on
gelukken plaats.
Kerstpost naar Nederland.
Vandaag zullen twee vliegtui
gen van de Nederlandsch-Indische
vliegtuig transportgroep uit Bata
via naar Nederland met 4000 kg.
Kerstpost vertrekken. Op hun
retourvlucht zullen ze nieuwjaars-
post voor het Nederlandsche en
Nederlandsch-Indische leger mee
nemen.
Do nieuwe Franache
regeering.
De Fransche Nationale Assem-
i blee heeft haar vertrouwen uit
gesproken in de regeering Blum.
De veerdienst Enkhuizen—
Stavoren gestaakt.
Van gistermiddag 12 uur af is
de veerdienst EnkhuizenStavo
ren door (jsgang gestremd. De
treinverbindingen aan beide oevers
dus de diensten op de lijnen Am
sterdam - Enkhuizen - Leeuwar
den, worden ongewijzigd gehand
haafd.
f5000.— boete voor het
schrijven van smaadschrift,
De Bossche Rechtbank heeft
den industrieel G. W. te Helmond
die eenige weken geleden terecht
stond wegens beleediging, genekt
in anonieme brieven san het adres
vin verscheidene industnëelen te
Helmond, veroordeeld tot een
geldboete van f 5000.eubs. 5
maanden hechtenis.
DE BILT ZEGT:
Aanhoudende vorst.
Weersverwachting, geldig tot
Woensdagavond:
Matige tot lichte vorst meteen
flinken wind tusschen Oost en
Noord-oost. Slechts enkele over
drijvende wolkenvelden.
Niet minder beslist dan
de heer Bruins Slot, sprak de heer
Vonk (P. v. d. V.) zich uit tegen
het ontwerp.
In den breede betoogde Spr. dat
de vier mannen, die de C.G. vor
men, strafbaar zijn.
Zij waren in geen geval ge
machtigd hun opdracht uit te
voeren in strijd met de wet. De
eenige verontschuldiging zou
overmacht kunnen zijn, maar die
is niet aanwezig. Ten aanzien van
den Luitenant-Gouverneur-Gene
raal gaat Spr. nog nader in op
wetsschending, welke hem ten-
laste gelegd zou kunnen worden.
Strafrechtelijke vervolging acht
Spr. echter thans en in het be
lang van het land niet noodig en
niet nuttig.
De erkenning van de republiek
is een zelfstandige daad van het
Koninkrijk, dat een deel van zijn
gebied afscheidt, maar daarvoor
is Grondwetswijziging noodig.
Het is naar Sprekers oordeel
niet zoo, dat men zich er over
uit te spreken krijgt of men ver
der wil gaan onderhandelen, al
heeft men getracht die meening
te doen postvatten door er op te
wijzen, dat het slechts een
basis- overeenkomst is.
Hij acht het niet noodig, de
overeenkomst van Linggadjati, de
memorie van de C.G. en de re
geeringsverklaring verder te be
spreken, omdat de grondslag
onjuist is. Hij verklaart zich te
gen de ontwerp-overeenkomst.
Z.i. wordt door het voorstel-Wei-
ter de zaak in de juiste banen te
ruggebracht. in den geest van ge
trouwheid aan den eed op de
Grondwet.
De heer M e y e r i n k (A.R.)
betoogde, dat de project-overeen
komst niet aanvaard kan worden
als grondslag voor de nieuwe or
ganisatie binnen het Koninkrijk.
Spr. bepleitte de wenschelijk-
heid van een positief tegemoet-
treden der Indonesische volkeren,
en om door het wegnemen van
remmende bindingen de voor
waarden te scheppen voor een
nieuw bestaan op hooger niveau.
Land en volk in Indië zijn ver
armd de cultures beschadigd en
ontwricht. Het economisch her
stel moet armslag geven voor het
herstel op sociaal en cultureel ge
bied. Straks zal alles aangewend
moeten worden om maatregelen
te nemen, dat het den Indischen
volkeren duidelijk is, dat alle ko
loniale rechten worden uitgeban
nen. Maar dan moet het economi
sche eerst worden opgebouwd.
Hier is dat reeds een klemmend
probleem, hoeveel te meer zal het
dat in Indië zijn.
Na er op gewezen te hebben,
dat Dr van Mook gesproken heeft
van een sprong in het duister, en
een ander hooggeplaatst Indisch
ambtenaar van een gok, verklaar
de Spr., dat hij gaarne wil mede
werken aan een nieuwe rechts
orde, maar niet zooals men dat
thans wil.
De heer L o g e m a n n (P. v.
d. A.) verklaarde, dat velen z.i.
nog in een schijnwereld vertoeven.
Ook in deze zaal zijn er die den
ken, dat wij alleen en afdoende
de gebeurtenissen haar gang kon
den voorschrijven.
Deze basis-overeenkomst zou
Spr. willen noemen een acte van
pacificatie. Het is noodzakelijk
een nieuwe basis voor de rechts-
en staatsorde te leggen.
Het is duidelijk, meent Spr.,
dat wij niet te maken hebben met
een de facto-erkenning van een
nieuwen staat, dat komt pas aan
de orde bij de V.S. van Indonesië.
Ook hebben we niet te maken met
de erkenning van een nieuwe re
geering van een bestaanden staat.
Hier is alleen sprake van een er
kenning, dat de republiek de facto
het bewind voert over een deel
van Indonesië binnen het oude
juridische kader.
Er zijn bezwaren geopperd te
gen den partner, waarmede het
accoord is gesloten; het democra
tisch karakter der republiek werd
ontkend. Deze opvatting bestrijdt
Spr.
Beter in de feiten gegrond is
het verwijt, dat de republiek het
gezag niet in de hand heeft. Maar
wij geven ons niet over aan een
machtelooze regeering. Gezamen-
lijï zullen we verantwoordelijk
heid gaan dragen voor het bezwe
ren der bandeloosheid.
Hij acht spoedige onderteeke-
ning van het accoord gcwenscht.
AVONDVERGADERING.
De heer Ruys dc Beersn-
b r o u c k; (K.V.p.) verklaarde
het te betreuren, dat hij een af
wijkende meening moet doen hoe
ren.
12
Na een kort onderzoek knik
te de dokter. En terwijl Kath-
lijn nog steeds de hand van
het kind vasthield, voelde For
syth de pols van de kleine.
Daarna legden zij het kind op
een tafel en toen zij van de ar
me, verminkte voet het verband
begonnen af te wikkelen, wend
de Kathlijn de oogen af. Zij
hoorde Forsyth zeggen, dat het
gelukkig was, dat de windsels
niet zoo strak zaten. Zij hoorde
het geluid van water, toen dok-
ter Burriet de lange, linnen
zwachtels doorweekte, om te
voorkomen, dat het vleesch
meegevoerd werd door de
zwachtels. Na eenigen tijd
waaraan voor haar gevoel geen
einde kwam, hoorde zij weer
de stem van dokter Burriet, die
met een sympathieke veront
waardiging zei: „Al de teenen
van den rechtervoet en twee
van de linker. Arm, klein ding.
God vergeve de dwazen, die dat
gedaan hebben 1"
„Maar zullen we den voet «og
kunne* redden, Burriet?"
„Slechts door een wonder."
Weer volgde een stilte slechts
afgebroken door korte aanwij
zingen van tijd tot tijd. Toen
sprak Dick Forsyth„Gode zij
dank, dat is klaar. Wat ver
foei ik die slechtheid. En dan
te moeten denken, dat er mil-
lioenen in hetzelfde geval ver-
keeren, als deze kleine dreu
mes."
Heel voorzichtig legden de
twee sterke mannen het kind te
rug op de krib en ruimden de
overblijfsels van hun werk weg,
terwijl Kathlijn Barrington
haar plaats weer innam aan de
zijde van het nog steeds bewus-
telooze kind. Toen ging dokter
Burriet weg, om na enkele mi'
nuten terug te komen met den
vader van het kind.
Diens gezicht drukte geen
ontroering uit en stond strak
als een afgodsbeeld, maar zijn
waaier ging vlug heen en weer,
toen hij over zijn kind heen-
boog en verraadde duidelijk de
ontroering die zich van hem
anitv gemaakt had. Enkele
Spr. verklaarde de ont
werp-overeenkomst zeer be
slist te moeten verwerpen.
Het is volgens Spr. diep te be
treuren, dat de Commissie-Gene
raal de bereidverklaring van een
erkenning binnen het Koninkrijk
heeft laten schieten. De C.G. is
op flagrante wijze in gebreke ge
bleken.
Als zeer te betreuren resultaat
doet de statenbond zijn intrede en
dan probeert men de zaak weer
te redden door de Kroon te plaat
sen boven de unie.
De vraag waarop het aankomt
is of de procedure en het bereikte
resultaat juist zijn en die vraag
moet ontkennend worden beant
woord.
De Commissie heeft zich laten
leiden door de gedachte, dat haar
taak was op korten termijn met
een bepaalde constructie te komen,
maar als men dit gewild had, zou
men geen C.G. hebben behoeven
uit te zenden.
De zeggenskracht van de Rijks-
conferentie is thans, naar Spre
kers meening reeds uitgehold.
Vervolgens betoogde hij, dat de
Commissie niet uitsluitend met
één groep had mogen praten en
contracteeren, al kan hij zich
voorstellen, dat dit gebeurd is,
omdat deze groep de grootste
macht bezit omdat ze over Japan-
sche wapens beschikt.
Naïef acht Spr. de bepalingen,
dat langs democratischen weg de
bevolkingsgroepen van hun ge
voelens zullen kunnen doen blij
ken.
De regeling, welke men voor de
Kroon heeft uitgedacht, heeft
evenmin zijn instemming. H. M.
de Koningin krijgt een achtste
van hst oorspronkelijke aantal
harer onderdanen onder zich en
over twee souvereine staten zou
zij het oppergezag uitoefenen.
De geestelijke belangen zijn
voorts naar zijn inzicht niet vol
doende veilig gesteld. Verder is
Spr. van oordeel, dat van een
cordiale, eensgezinde uitvoering
van het accoord weinig sprake
zal zijn.
Er is geen vaste en duurzame
grondslag voor het oppergezag.
8|ir. *i«t da malt no, «lat
In het stelsel der oommissie
nu reeds een voltreffer tegen
het voortbestaan van het
Koninkrijk is geboekt. Het
voorstel der ommistsle-genp-
raai Is *,1, een ramp,
Hat tnceningsvcrschil Uisschtti
de Katholieken loopt over den
vorm van wat aller, wtnschen.
Wanneer Spr. een voorstander
zou zijn van resoluties, dan zou
hij een motie voorstellen, waarin
de Kamer zich ervoor uitspreekt,
dat bij de wenschelijke zeer ver
gaande herziening in het belang
van alle betrokkene volkeren het
behoud van het Koninkrijk gebo
den blijft. Voorloopig zal hij dat
niet doen, doch hij vraagt behoud
van het aan de omstandigheden
van het huidige tijdsgewricht aan
gepaste Koninkrijk.
j De heer Tilanus (C.H.) be-
toogt, dat de ontwerp-overeen
komst tal van vragen openlaat.
I Dat maakt voor hem de behan
deling uiterst moeilijk.
Het is een ding, dat van alle
kanten rammelt. Wat moet de
Kamer met dit stuk doen? Het
I kan niet in stemming gebracht
worden, tenzij de regeering het
I verlangt. Het is een stuk, dat aan
de Koningin ook niet ter teeke-
ning zal worden aangeboden. Is
de Raad van State er over ge
hoord? Daar is toch zeker reden
I voor.
Naar Sprekers inzicht zijn de
leden der Commissie den verkeer
den weg ingegaan. De zeventien
punten zijn gebaseerd op een the
oretisch denkplan maar ze houden
voor
Uw KERST-
INKOOPEN
naar
MIDDELBURG
(Ingez. Med.)
WINTER IN ONS LAND.
Do vrij plotseling ingezette vorst deed de temperatuur aanzienlek
onder het nulpunt dalen. In verschillende plaatsen van ons land
konden de schaatsen reeds ondergebonden worden. Zij, die zich
letterlek en figuurlijk over één nacht ijs waagden.
oogenblikken lang keek hij naar
het slachtoffer van die barbaar-
sche gewoonte en daarna zoch
ten zijn oogen die van Kathlijn
Barrington.
„Wilt u op mijn kleine pas
sen?" vroeg hij plotseling.
Dokter Burriet wilde tus-
schenbeide komen, maar Kath.
lijn was hem al vóór.
„Wel voor eenige dagen
als ik mag", voegde zij er in
het Engelsch aan toe, terwijl zij
zich tot dokter Burriet richtte.
„Mag?" haastte deze zich er
aan toe te voegen, „ik zou het
u juist vragen want de kleine
heeft zich aan u gehecht en de
redding van dit kind zal mijn
zending meer bevorderen dan
ik in vijf jaar in staat geweest:
ben te doen."
„Dan blijf ik", anwoordde zij
rustig.
Nadat de mandarijn nog een'
enkelen blik geworpen had op
zijn slapende lieveling groette i
hij Kathlijn met zijn waaier en I
verliet de zaai, gevolgd door
dokter Burriet, terwijl Forsyth,
met Kathlijn achterbleef.
„Wat zal uw vader daarvan
zeggen?" vroeg hij opeens.
„Dat weet ik nfcjt" antwoord
de cij rustig. „Ik ka* dit arme,1
lieve meisje niet alleen laten.
Maar als u alles, behalve mijn
persoonlijke bagage wilt mee
nemen naar Yong-Foo en het
mijn vader wi.t doen bezorgen,
zal hij niet erg ontstemd zijn.
De vader van dit kind is man
darijn", zei ze met een scherp
lachje, „en mijn vader gaat
graag met officieele personen
om. Mogelijk zal hij mijn blij
ven hier beschouwen als het
uitwerpen van. brood op het
water."
Er was een lichte verontwaar
diging in haar spreektoon, die
niet aan de aandacht van For
syth ontsnapte. Maar hij deed,
alsof hij het niet bemerkte.
„Ik denk dat het heel goed
is van u", antwoordde hij har
telijk. „Als u me zeggen wilt
welke pakjes u noodig heeft, zal
ik ze meteen halen en ik zal
zien dat de andere zoo spoedig
mogelijk bij uw vader in Yong.
Foo komen".
Zij beschreef de bagage, die
zij noodig had en zonder langer
te wachten verliet Forsyth het
zendingshuis en begaf zich naar
den oever der rivier. Daar
wachtte hem een onverwachts
avontuur. In tegenstelling vaa
da «tad met haar keadardea
gun rekening met da realiteit.
Het volk is scherp verdeeld en
dat is te betreuren. Het probleem
mag geen zaak zijn van partijen
en partijstrijd. In wezen loopt, de
scheidslijn door de partijen been,
Spr. wenscht deze hoogst belang
rijke zaak te zien niet ais een
zaak van partijen, Het reikt daar
ver boven uit
De regeering en de Kamer
meerderheid hebben de C.G. naar
Indië gezonden. Nu Spr. het re
sultaat ziet is bij blij, dat hij er
geen verantwoordelijkheid voor
draagt.
De benoeming van den heer
Schermerhorn acht Spr. politiek
geheel verkeerd. Er is een Com
missie gekomen zonder een des
kundige op staatsrechtelijk ge
bied. De verantwoording daar
voor rust op de regeering.
De toepassing van het bestand
besprekend, vraagt Spr., hoe deze
geschiedt. Heeft de republiek ge
zag?
Onze mannen worden beschoten
en ze mogen niet schieten. Uit een
brief van een militair citeert de
heer Tilanus, dat de wapenstil
stand eenzijdig is.
Hier wordt met het leven onzer
menschen gespeeld. Hier wordt
het gezag van Nederland ge
schaad.
Zullen de Nederlandsche offi
cieren, onderofficieren en solda
ten gedwongen worden samen te
werken met de T.R.I. en zullen
ze dat kunnen doen na wat ze van
deze ervaren hebben?
Hebben we ook niet de zede
lijke verplichting tegenover de
bewoners om hen te beschermen
tegen terrorisme.
Er is heel vriendelijk ge
praat met de heeren, die zich
noemen de regeering der
republiek en er wordt her
haaldelijk over de democra
tie gesproken, maar hoe
staat het met de menschen
in de interneeringskampen?
Waarom zijn die menschen
niet los gelaten? Het is ner
gens voorgekomen, dat 1 jaar
en 4 maanden na de capitu
latie er nog menschen in
concentratiekampen zaten.
Spr. merkt op, dat ieder artikel
van de ontwerp-overeenkomst
vragen oproept. Ons volk is ove
rigens niet tegen bepaalde punten
te hoop geloopen, maar tegen de
constructie. Hij heeft er bezwaar
tegen, dat aan de Kamer onthou
den zijn de geheime, bindende no
tulen. Hij is het niet eens met de
erkenning der regeering van de
republiek. Het zal uitloopen op
anarchie, roof, zeeroof en terrori.
satie der bevolking.
Tenslotte vraagt de heer Ti
lanus nog opheldering ten aanzien
van onderscheidene artikelen.
Heeft de Commissie zich zeker
heid verschaft over de vrijheid
van Zending en Missie? De Ne-
deri. Indische schuld is door Ne
derland gegarandeerd; zijn daar
afspraken over gemaakt? Het
gaat hier om groote belangen van
den staat en den particulier.
Met de regeering verwerpt
Spr. de koloniale gedachte.
Hij heeft 'n open oog voor na-
tionale wenschen en gevoe
lens en plaatst zich op de
basis der Koninklijke rede
van 7 Dec. 1942, maar deze
constructie gaat hem te ver.
Naar ziin opvatting kan de
overeenkomst niet worden
aanvaard.
De heer Stokvis (Comm.)
verdedigt het ontwerp, evenals de
heeren v. Walsum en Palar, bei
den P. v. d. A.
GROOTE FRAUDE
ONTDEKT.
Naar de „Nieuwe Courant"
verneemt is bij het centraal
depot intendance van het
Kon. Ned.-lnd. Leger aan
den Zwarteweg te 's-Graven-
hage een groote fraude ont
dekt. Militairen, belast met
het beheer en de uitgifte van
militaire goederen, hebben
ernstige onregelmatigheden
gepleegd. In opdracht van
den auditeur-militair bij den
krijgsraad heeft de Haagsche
recherche een diepgaand on
derzoek ingesteld en als ge
volg hiervan zijn 20 militai
ren in arrest gesteld.
lantaarns was de smalle oever
zeer donker en nagenoeg verla
ten zoodat hij heel wat moeite
had, om een boot te vinden, die
hem naar de in het midden van
de rivier liggende sampan kon
brengen.
Juist kwam de boot aan wal
bemand met drie Chineezen en
hij begon met hen te onder
handelen.
„Ja", zei een der mannen,
„we brengen u naar de sampan
voor twee tael (een tael is on
geveer drie gulden zestig).
De prijs was hoog, maar
zonder een poging te doen tot
afdingen, stapte Forsyth in de
boot, die terstond afgestooten
werd. Met de eerste streken
zette de boot koers naar de
sampan, welker lichten duidelijk
zichtbaar waren. Daarna draai
de zij af en begon den stroom
op te varen.
„Dat is de boot, waarheen ik
wil", zei Forsyth tot de man
aan het roer, terwijl hij de sam-
pan aanwees. De man schonï
er niet de minste aandacht aan.
„Hoort u me niet? Dat is de
sampan, die
(Wardt *«TTol*d.