D& i/LccdC' fit&fyC'ttf'lfJi'C'fxl'» De Tweede Kamer Regeeringsverklaring. LAATSTE BERICHTEN. over de Avontuur in Oud-China. Soekarno over de ontwerp'Overeen* komst. De heeren Vonk, Ruys de Beeren- brouck en Tilanus achten het ontwerpaccoord onaanvaardbaar. FEUILLETON. NIEUWE BURG RONDOM DE BEGROOT1 NOS DEBATTEN. (Van onzen parlementairen redacteur). Zooals te verwachter was zijn bij de debatten in de Tweede Ka mer oyer dt begroeting yqor Eco nomische Zaken de bedrijfsorga nisaties Woltersom ter sprake ge komen, Vooral van rechtsche zijde is critiek geoefend. De heer Sta pelkamp speciaal oefende nogal scherpe critiek en zou r.iets liever zien, dan dat de organisaties zou den verdwijnen. De Minister was van een ander gevoelen, zij het min of meer noodgedwongen. Hij meende, dat er drie mogelijkheden waren ge weest. Hij had de bedrijfschappen en vakgroepen onmiddellijk kun nen opheffen. Maar dan verdwe nen de technische voordeelen, die het bestaande apparaat voor aller lei gevallen op distributie- en in- lichtingengebied hadden. Ook had hij de werkzaamheden van de or- 1 ganisaties kunnen incorporeeren in den departementalen gang van zaken. Ook hiertegen bestonden overwegende bezwaren. Het de partement heeft reeds genoeg te doen. Grootere centralisatie was ongewenscht, temeer, waar dit een aanwas van ambtelijke bemoeiing met zich mee zou brengen, die in het bedrijfsleven niet zou worden gewaardeerd. En de derde moge lijkheid was en op deze moge lijkheid is de keuze gevallen de Woltersomsche bedrijf organi satie te laten bestaan, zij het in gezuiverden en „verdemocratiseer. den" vorm, totdat de wettelijke publiekrechtelijke organisatie van het bedrijfsleven, gebaseerd op de vrije organisaties, het technisch apparaat zouden kunnen over nemen. Tegen deze derde, gevolgde me thode hebben wij ernstige bezwa ren, al zijn wij niet blind voor de tegenargumenten. En deze bezwa ren zijn des te dringender, omdat wij mecnen, dat er wel ter dege een vierde mogelijkheid is ge weest, een mogelijkheid, waarover door den Minister geheel is ge zwegen. Erkenning van de realiteit brengt echter mede, dat wij aan stonds erkennen, dat het voor den huidigen Minister uitermate moei lijk zou zijn geweest, dezen vier den weg te bewandelen, omdat om 'n misschien niet zoo geheel geluk kige beeldspraak te bezigen, de bedrijfsorganisatie-trein door 's- Ministers voorganger op een vol komen verkeerd spoor is gereden. De vierde mogelijkheid, die wij bedoelen, had gelegen in een on middellijk na de bevrijding van overheidswege stimuleeren van de oprichting van vrije organisaties. Hiermede zou de regeering onge twijfeld succes hebben gehad. En zeker, wanneer van te voren was aangekondigd, dat het in de be doeling lag, de organisatie Wol tersom te doen verdwijnen, zoodra de in vrijheid gevormde organisa ties in staat zouden zijn, het appa raat over te nemen. Want de te genzin, die er in breede kringen van het bedrijfsleven tegen den onmiskenbaar Duitschen inslag van de huidige bedrijfsorganisa tie heerscht was ook toen reeds overbekend. Het is echter evenzeer bekend, dat de toenmalige Minister van Handel en Nijverheid voor de vrije organisaties niet veel voelde doch in zijn economische politiek aan overheidsleiding 'n veel groo tere plaats wide toekennen dan overeenkomt met de structuur van het Nederlandsche bedrijfsleven en vooral ook met het zelfstandig karakter van den Nederlandschen ondernemer. Het voorontwerp van wet op de bedrijfschappen van Minister Vos is hiervan wel het meest duidelijke bewijs, In dat plan pasten de vrije organisaties in het geheel niet en daarom wer den dezen dan ook niet gestimu leerd. Gelukkig denkt de huidige be windsman over deze dingen an ders. Blij waren wij met zijn uit drukkelijke erkenning, dat de toe komstige bedrijfsorganisatie on dubbelzinnig gebaseerd dient te zijn op de werknemers-, werkge vers- en middenstandsorganisaties. Van groot belang is in dit opzicht ook de verklaring van den Minis ter tegenover den heer Stapel kamp, dat hij meende, dat zijn in zichten op dit terrein niet zoo ver aflagen van die, welke in de krin gen van het C.N.V. worden voor gestaan. De voordeelen van het weer in het leven roepen van de vrije or ganisaties zouden onmiskenbaar zijn geweest. Want dan hadden deze zich op de juiste wijze kun nen voorbereiden op den meer uit- gebreiden taak, die ze aanstonds wacht. Grootere deskundigheid en vooral meer liefde tot de zaak zelf en grooter vertrouwen van de deelgenooten zouden het resultaat zijn geweest, een resultaat, dat van enorm belang zou hebben ge bleken te zijn voor den wederop bouw van ons vaderland. Wij weten, dat er ook tegen werpingen te maken zijn. De heer Schmal toonde zich niet zoo'n groot voorstander van liquidatie van de vakgroepen, omdat hij van oordeel was, dat de vrije organi saties van het oogenblik niet re presentatief zijn. Jlij nadere in formatie is ons gebleken, dat de heer Schmal .speciaal het oog had op de miduenstandsorganisaties. Inderdaad, hierin schuilt iets waars. Reeds voor den oorlog was de middenstand, over het geheel genomen, het slechtst georgani seerd. Concurrentie-factoren zul- len hieraan wel niet geheel vreemd zijn geweest. Wij meenen echter, dat de ontwikkeling der geschie denis toch wel zoodanig is, dat het voor een ieder duidelijk zal zijn, dat een individualistisch winst streven, met doodsverachting voor anderer belangen, tot het verleden dient te behooren. Ook in het maatschappelijke leven teekent zich duidelijk een blokvorming af. Niet meer zooals vroeger, als uiting van tegenstellingen tus- schen werknemers en werkgevers, tusschen de leden van eenzelfden bedrijfstak, doch als kristallisatie van natuurlijke groepen, die ge zamenlijk werkzaam moeten zijn tot heil van de gansche gemeen schap. Een van die natuurlijke groepen wordt door den midden stand gevormd. Het wordt tijd, dat dit door degenen, die hiertoe behooren, wordt beseft. Het is een fout in het regeeringsbeleid geweest, dat deze belangenge- meenschaps-blokvorming niet vol doende is gestimuleerd. Het is een gevolg geweest van het verlangen naar overheidsleiding in stede van overheids-stimulans. En het is fout geweest, met na me van de middenstand, op het eigen recht niet voldoende te heb ben gestaan, teveel te hebben af gewacht. Is dit in feite een weg kruipen geweest voor het dragen van de verantwoordelijkheid? Er zal een nieuwe phase moeten wor den ingeluid, die zich kenmerkt door een met kracht voorstaan van het eigen recht der vrije or ganisaties. Dit is tot nu toe veel te weinig in breeden kring ge schied. En het resultaat is ge weest, dat de regeering niet als het ware met de neus op de hier voor aangegeven vierde mogelijk heid is gedrukt, Os jjjd is nu vcrfnpeécüjh resds is ver heem esn dïKs vierden v/og volledig deo? dc regering t{ dosn bewgndcirn, Maar ten deele kan het in iedsr geval. Dc regeefing aal dan de stelregel, dat de Woltersom-orgenisaties be schouwd worden als eenige ver tegenwoordigingen van het be drijfsleven, moeten laten varen en aan de reeds gevormde represen tatieve vrije vereenigingen nu reeds de plaats toekennen, die zij behooren te hebben. Terwijl aan de andere zijde de ontwikkeling van deze organisaties ten zeerste moet worden gestimuleerd, met name daar, waar het eigen initia tief der belanghebbenden tot nu toe te kort is geschoten. Tijdens de behandeling van de Grieksche klacht v. d. V.N. heeft Tsaldaris heftig geprotesteerd te gen de beschuld. van Bulgarije. Naar het Franache persbureau A.F.P. mededeelt, heeft Soekarno jn een radiorede verklaard, dat om het aecuorö te heoordeelen, mes rekening moet houden met de internationale tendenties, de internationale grootmachten, den Nederlandschen invloed, en de In donesische krachten. Soekarno zeide nog, dat de ontwerp-overeen komst voor het Indonesische volk aanvaardbaar zou zijn, indien het ideaal van de absolute onafhankelijkheid gewaar borgd was. Tenslotte, zoo eindigde Soekar no, is alleen God eeuwig, dit ver drag zal niet eeuwig zijn. Alleen het handhaven van onze eenheid is van belang. Het zou beter zijn, dat het verdrag verworpen werd en onze eenheid bewaard, dan dat het ontwerp aanvaard, maar wij verdeeld werden". Uitslaande bhand te Amsterdam. Door tot dusverre onbekende oorzaak brak gisteren brand uit in perceel 756 Keizersgracht bij de Utrechtsche straat te Amster dam, waarin acht kantoren zijn gevestigd. De brand ontstond op de eerste etage, waar een kamer van de Bijbelkiosk is gevestigd, waarin zich blijkbaar niemand be vond. Het personeel van „Vrij Nederland", dat haar kantoor heeft op de tweede etage, werd althans niet gewaarschuwd en be merkte den brand toen de rook hier doordrong. De brandweer had het vuur vrij spoedig onder bedwang. Toch was reeds veel schade aangericht. Op de tweede verdieping waren o.a. veie administratieve beschei den van het weekblad „Vrij Ne derland" verloren gegaan, waar door tallooze abonné's hun blad deze week niet tjjdig zullen ont vangen. Locomotief ontspoord ta Kruiningen. Dinsdagavond om ongeveer 7 uur is nabij het station Kruinin gen een losse locomotief ont spoord, hetgeen een ernstige stag natie van het treinverkeer tenge volge had. Verschillende perso nentreinen uit de richting Vlis- singen naar Brabant en Holland hadden langdurige vertraging. Naar wij vernemen hadden bij de ontsporing geen persoonlijke on gelukken plaats. Kerstpost naar Nederland. Vandaag zullen twee vliegtui gen van de Nederlandsch-Indische vliegtuig transportgroep uit Bata via naar Nederland met 4000 kg. Kerstpost vertrekken. Op hun retourvlucht zullen ze nieuwjaars- post voor het Nederlandsche en Nederlandsch-Indische leger mee nemen. Do nieuwe Franache regeering. De Fransche Nationale Assem- i blee heeft haar vertrouwen uit gesproken in de regeering Blum. De veerdienst Enkhuizen— Stavoren gestaakt. Van gistermiddag 12 uur af is de veerdienst EnkhuizenStavo ren door (jsgang gestremd. De treinverbindingen aan beide oevers dus de diensten op de lijnen Am sterdam - Enkhuizen - Leeuwar den, worden ongewijzigd gehand haafd. f5000.— boete voor het schrijven van smaadschrift, De Bossche Rechtbank heeft den industrieel G. W. te Helmond die eenige weken geleden terecht stond wegens beleediging, genekt in anonieme brieven san het adres vin verscheidene industnëelen te Helmond, veroordeeld tot een geldboete van f 5000.eubs. 5 maanden hechtenis. DE BILT ZEGT: Aanhoudende vorst. Weersverwachting, geldig tot Woensdagavond: Matige tot lichte vorst meteen flinken wind tusschen Oost en Noord-oost. Slechts enkele over drijvende wolkenvelden. Niet minder beslist dan de heer Bruins Slot, sprak de heer Vonk (P. v. d. V.) zich uit tegen het ontwerp. In den breede betoogde Spr. dat de vier mannen, die de C.G. vor men, strafbaar zijn. Zij waren in geen geval ge machtigd hun opdracht uit te voeren in strijd met de wet. De eenige verontschuldiging zou overmacht kunnen zijn, maar die is niet aanwezig. Ten aanzien van den Luitenant-Gouverneur-Gene raal gaat Spr. nog nader in op wetsschending, welke hem ten- laste gelegd zou kunnen worden. Strafrechtelijke vervolging acht Spr. echter thans en in het be lang van het land niet noodig en niet nuttig. De erkenning van de republiek is een zelfstandige daad van het Koninkrijk, dat een deel van zijn gebied afscheidt, maar daarvoor is Grondwetswijziging noodig. Het is naar Sprekers oordeel niet zoo, dat men zich er over uit te spreken krijgt of men ver der wil gaan onderhandelen, al heeft men getracht die meening te doen postvatten door er op te wijzen, dat het slechts een basis- overeenkomst is. Hij acht het niet noodig, de overeenkomst van Linggadjati, de memorie van de C.G. en de re geeringsverklaring verder te be spreken, omdat de grondslag onjuist is. Hij verklaart zich te gen de ontwerp-overeenkomst. Z.i. wordt door het voorstel-Wei- ter de zaak in de juiste banen te ruggebracht. in den geest van ge trouwheid aan den eed op de Grondwet. De heer M e y e r i n k (A.R.) betoogde, dat de project-overeen komst niet aanvaard kan worden als grondslag voor de nieuwe or ganisatie binnen het Koninkrijk. Spr. bepleitte de wenschelijk- heid van een positief tegemoet- treden der Indonesische volkeren, en om door het wegnemen van remmende bindingen de voor waarden te scheppen voor een nieuw bestaan op hooger niveau. Land en volk in Indië zijn ver armd de cultures beschadigd en ontwricht. Het economisch her stel moet armslag geven voor het herstel op sociaal en cultureel ge bied. Straks zal alles aangewend moeten worden om maatregelen te nemen, dat het den Indischen volkeren duidelijk is, dat alle ko loniale rechten worden uitgeban nen. Maar dan moet het economi sche eerst worden opgebouwd. Hier is dat reeds een klemmend probleem, hoeveel te meer zal het dat in Indië zijn. Na er op gewezen te hebben, dat Dr van Mook gesproken heeft van een sprong in het duister, en een ander hooggeplaatst Indisch ambtenaar van een gok, verklaar de Spr., dat hij gaarne wil mede werken aan een nieuwe rechts orde, maar niet zooals men dat thans wil. De heer L o g e m a n n (P. v. d. A.) verklaarde, dat velen z.i. nog in een schijnwereld vertoeven. Ook in deze zaal zijn er die den ken, dat wij alleen en afdoende de gebeurtenissen haar gang kon den voorschrijven. Deze basis-overeenkomst zou Spr. willen noemen een acte van pacificatie. Het is noodzakelijk een nieuwe basis voor de rechts- en staatsorde te leggen. Het is duidelijk, meent Spr., dat wij niet te maken hebben met een de facto-erkenning van een nieuwen staat, dat komt pas aan de orde bij de V.S. van Indonesië. Ook hebben we niet te maken met de erkenning van een nieuwe re geering van een bestaanden staat. Hier is alleen sprake van een er kenning, dat de republiek de facto het bewind voert over een deel van Indonesië binnen het oude juridische kader. Er zijn bezwaren geopperd te gen den partner, waarmede het accoord is gesloten; het democra tisch karakter der republiek werd ontkend. Deze opvatting bestrijdt Spr. Beter in de feiten gegrond is het verwijt, dat de republiek het gezag niet in de hand heeft. Maar wij geven ons niet over aan een machtelooze regeering. Gezamen- lijï zullen we verantwoordelijk heid gaan dragen voor het bezwe ren der bandeloosheid. Hij acht spoedige onderteeke- ning van het accoord gcwenscht. AVONDVERGADERING. De heer Ruys dc Beersn- b r o u c k; (K.V.p.) verklaarde het te betreuren, dat hij een af wijkende meening moet doen hoe ren. 12 Na een kort onderzoek knik te de dokter. En terwijl Kath- lijn nog steeds de hand van het kind vasthield, voelde For syth de pols van de kleine. Daarna legden zij het kind op een tafel en toen zij van de ar me, verminkte voet het verband begonnen af te wikkelen, wend de Kathlijn de oogen af. Zij hoorde Forsyth zeggen, dat het gelukkig was, dat de windsels niet zoo strak zaten. Zij hoorde het geluid van water, toen dok- ter Burriet de lange, linnen zwachtels doorweekte, om te voorkomen, dat het vleesch meegevoerd werd door de zwachtels. Na eenigen tijd waaraan voor haar gevoel geen einde kwam, hoorde zij weer de stem van dokter Burriet, die met een sympathieke veront waardiging zei: „Al de teenen van den rechtervoet en twee van de linker. Arm, klein ding. God vergeve de dwazen, die dat gedaan hebben 1" „Maar zullen we den voet «og kunne* redden, Burriet?" „Slechts door een wonder." Weer volgde een stilte slechts afgebroken door korte aanwij zingen van tijd tot tijd. Toen sprak Dick Forsyth„Gode zij dank, dat is klaar. Wat ver foei ik die slechtheid. En dan te moeten denken, dat er mil- lioenen in hetzelfde geval ver- keeren, als deze kleine dreu mes." Heel voorzichtig legden de twee sterke mannen het kind te rug op de krib en ruimden de overblijfsels van hun werk weg, terwijl Kathlijn Barrington haar plaats weer innam aan de zijde van het nog steeds bewus- telooze kind. Toen ging dokter Burriet weg, om na enkele mi' nuten terug te komen met den vader van het kind. Diens gezicht drukte geen ontroering uit en stond strak als een afgodsbeeld, maar zijn waaier ging vlug heen en weer, toen hij over zijn kind heen- boog en verraadde duidelijk de ontroering die zich van hem anitv gemaakt had. Enkele Spr. verklaarde de ont werp-overeenkomst zeer be slist te moeten verwerpen. Het is volgens Spr. diep te be treuren, dat de Commissie-Gene raal de bereidverklaring van een erkenning binnen het Koninkrijk heeft laten schieten. De C.G. is op flagrante wijze in gebreke ge bleken. Als zeer te betreuren resultaat doet de statenbond zijn intrede en dan probeert men de zaak weer te redden door de Kroon te plaat sen boven de unie. De vraag waarop het aankomt is of de procedure en het bereikte resultaat juist zijn en die vraag moet ontkennend worden beant woord. De Commissie heeft zich laten leiden door de gedachte, dat haar taak was op korten termijn met een bepaalde constructie te komen, maar als men dit gewild had, zou men geen C.G. hebben behoeven uit te zenden. De zeggenskracht van de Rijks- conferentie is thans, naar Spre kers meening reeds uitgehold. Vervolgens betoogde hij, dat de Commissie niet uitsluitend met één groep had mogen praten en contracteeren, al kan hij zich voorstellen, dat dit gebeurd is, omdat deze groep de grootste macht bezit omdat ze over Japan- sche wapens beschikt. Naïef acht Spr. de bepalingen, dat langs democratischen weg de bevolkingsgroepen van hun ge voelens zullen kunnen doen blij ken. De regeling, welke men voor de Kroon heeft uitgedacht, heeft evenmin zijn instemming. H. M. de Koningin krijgt een achtste van hst oorspronkelijke aantal harer onderdanen onder zich en over twee souvereine staten zou zij het oppergezag uitoefenen. De geestelijke belangen zijn voorts naar zijn inzicht niet vol doende veilig gesteld. Verder is Spr. van oordeel, dat van een cordiale, eensgezinde uitvoering van het accoord weinig sprake zal zijn. Er is geen vaste en duurzame grondslag voor het oppergezag. 8|ir. *i«t da malt no, «lat In het stelsel der oommissie nu reeds een voltreffer tegen het voortbestaan van het Koninkrijk is geboekt. Het voorstel der ommistsle-genp- raai Is *,1, een ramp, Hat tnceningsvcrschil Uisschtti de Katholieken loopt over den vorm van wat aller, wtnschen. Wanneer Spr. een voorstander zou zijn van resoluties, dan zou hij een motie voorstellen, waarin de Kamer zich ervoor uitspreekt, dat bij de wenschelijke zeer ver gaande herziening in het belang van alle betrokkene volkeren het behoud van het Koninkrijk gebo den blijft. Voorloopig zal hij dat niet doen, doch hij vraagt behoud van het aan de omstandigheden van het huidige tijdsgewricht aan gepaste Koninkrijk. j De heer Tilanus (C.H.) be- toogt, dat de ontwerp-overeen komst tal van vragen openlaat. I Dat maakt voor hem de behan deling uiterst moeilijk. Het is een ding, dat van alle kanten rammelt. Wat moet de Kamer met dit stuk doen? Het I kan niet in stemming gebracht worden, tenzij de regeering het I verlangt. Het is een stuk, dat aan de Koningin ook niet ter teeke- ning zal worden aangeboden. Is de Raad van State er over ge hoord? Daar is toch zeker reden I voor. Naar Sprekers inzicht zijn de leden der Commissie den verkeer den weg ingegaan. De zeventien punten zijn gebaseerd op een the oretisch denkplan maar ze houden voor Uw KERST- INKOOPEN naar MIDDELBURG (Ingez. Med.) WINTER IN ONS LAND. Do vrij plotseling ingezette vorst deed de temperatuur aanzienlek onder het nulpunt dalen. In verschillende plaatsen van ons land konden de schaatsen reeds ondergebonden worden. Zij, die zich letterlek en figuurlijk over één nacht ijs waagden. oogenblikken lang keek hij naar het slachtoffer van die barbaar- sche gewoonte en daarna zoch ten zijn oogen die van Kathlijn Barrington. „Wilt u op mijn kleine pas sen?" vroeg hij plotseling. Dokter Burriet wilde tus- schenbeide komen, maar Kath. lijn was hem al vóór. „Wel voor eenige dagen als ik mag", voegde zij er in het Engelsch aan toe, terwijl zij zich tot dokter Burriet richtte. „Mag?" haastte deze zich er aan toe te voegen, „ik zou het u juist vragen want de kleine heeft zich aan u gehecht en de redding van dit kind zal mijn zending meer bevorderen dan ik in vijf jaar in staat geweest: ben te doen." „Dan blijf ik", anwoordde zij rustig. Nadat de mandarijn nog een' enkelen blik geworpen had op zijn slapende lieveling groette i hij Kathlijn met zijn waaier en I verliet de zaai, gevolgd door dokter Burriet, terwijl Forsyth, met Kathlijn achterbleef. „Wat zal uw vader daarvan zeggen?" vroeg hij opeens. „Dat weet ik nfcjt" antwoord de cij rustig. „Ik ka* dit arme,1 lieve meisje niet alleen laten. Maar als u alles, behalve mijn persoonlijke bagage wilt mee nemen naar Yong-Foo en het mijn vader wi.t doen bezorgen, zal hij niet erg ontstemd zijn. De vader van dit kind is man darijn", zei ze met een scherp lachje, „en mijn vader gaat graag met officieele personen om. Mogelijk zal hij mijn blij ven hier beschouwen als het uitwerpen van. brood op het water." Er was een lichte verontwaar diging in haar spreektoon, die niet aan de aandacht van For syth ontsnapte. Maar hij deed, alsof hij het niet bemerkte. „Ik denk dat het heel goed is van u", antwoordde hij har telijk. „Als u me zeggen wilt welke pakjes u noodig heeft, zal ik ze meteen halen en ik zal zien dat de andere zoo spoedig mogelijk bij uw vader in Yong. Foo komen". Zij beschreef de bagage, die zij noodig had en zonder langer te wachten verliet Forsyth het zendingshuis en begaf zich naar den oever der rivier. Daar wachtte hem een onverwachts avontuur. In tegenstelling vaa da «tad met haar keadardea gun rekening met da realiteit. Het volk is scherp verdeeld en dat is te betreuren. Het probleem mag geen zaak zijn van partijen en partijstrijd. In wezen loopt, de scheidslijn door de partijen been, Spr. wenscht deze hoogst belang rijke zaak te zien niet ais een zaak van partijen, Het reikt daar ver boven uit De regeering en de Kamer meerderheid hebben de C.G. naar Indië gezonden. Nu Spr. het re sultaat ziet is bij blij, dat hij er geen verantwoordelijkheid voor draagt. De benoeming van den heer Schermerhorn acht Spr. politiek geheel verkeerd. Er is een Com missie gekomen zonder een des kundige op staatsrechtelijk ge bied. De verantwoording daar voor rust op de regeering. De toepassing van het bestand besprekend, vraagt Spr., hoe deze geschiedt. Heeft de republiek ge zag? Onze mannen worden beschoten en ze mogen niet schieten. Uit een brief van een militair citeert de heer Tilanus, dat de wapenstil stand eenzijdig is. Hier wordt met het leven onzer menschen gespeeld. Hier wordt het gezag van Nederland ge schaad. Zullen de Nederlandsche offi cieren, onderofficieren en solda ten gedwongen worden samen te werken met de T.R.I. en zullen ze dat kunnen doen na wat ze van deze ervaren hebben? Hebben we ook niet de zede lijke verplichting tegenover de bewoners om hen te beschermen tegen terrorisme. Er is heel vriendelijk ge praat met de heeren, die zich noemen de regeering der republiek en er wordt her haaldelijk over de democra tie gesproken, maar hoe staat het met de menschen in de interneeringskampen? Waarom zijn die menschen niet los gelaten? Het is ner gens voorgekomen, dat 1 jaar en 4 maanden na de capitu latie er nog menschen in concentratiekampen zaten. Spr. merkt op, dat ieder artikel van de ontwerp-overeenkomst vragen oproept. Ons volk is ove rigens niet tegen bepaalde punten te hoop geloopen, maar tegen de constructie. Hij heeft er bezwaar tegen, dat aan de Kamer onthou den zijn de geheime, bindende no tulen. Hij is het niet eens met de erkenning der regeering van de republiek. Het zal uitloopen op anarchie, roof, zeeroof en terrori. satie der bevolking. Tenslotte vraagt de heer Ti lanus nog opheldering ten aanzien van onderscheidene artikelen. Heeft de Commissie zich zeker heid verschaft over de vrijheid van Zending en Missie? De Ne- deri. Indische schuld is door Ne derland gegarandeerd; zijn daar afspraken over gemaakt? Het gaat hier om groote belangen van den staat en den particulier. Met de regeering verwerpt Spr. de koloniale gedachte. Hij heeft 'n open oog voor na- tionale wenschen en gevoe lens en plaatst zich op de basis der Koninklijke rede van 7 Dec. 1942, maar deze constructie gaat hem te ver. Naar ziin opvatting kan de overeenkomst niet worden aanvaard. De heer Stokvis (Comm.) verdedigt het ontwerp, evenals de heeren v. Walsum en Palar, bei den P. v. d. A. GROOTE FRAUDE ONTDEKT. Naar de „Nieuwe Courant" verneemt is bij het centraal depot intendance van het Kon. Ned.-lnd. Leger aan den Zwarteweg te 's-Graven- hage een groote fraude ont dekt. Militairen, belast met het beheer en de uitgifte van militaire goederen, hebben ernstige onregelmatigheden gepleegd. In opdracht van den auditeur-militair bij den krijgsraad heeft de Haagsche recherche een diepgaand on derzoek ingesteld en als ge volg hiervan zijn 20 militai ren in arrest gesteld. lantaarns was de smalle oever zeer donker en nagenoeg verla ten zoodat hij heel wat moeite had, om een boot te vinden, die hem naar de in het midden van de rivier liggende sampan kon brengen. Juist kwam de boot aan wal bemand met drie Chineezen en hij begon met hen te onder handelen. „Ja", zei een der mannen, „we brengen u naar de sampan voor twee tael (een tael is on geveer drie gulden zestig). De prijs was hoog, maar zonder een poging te doen tot afdingen, stapte Forsyth in de boot, die terstond afgestooten werd. Met de eerste streken zette de boot koers naar de sampan, welker lichten duidelijk zichtbaar waren. Daarna draai de zij af en begon den stroom op te varen. „Dat is de boot, waarheen ik wil", zei Forsyth tot de man aan het roer, terwijl hij de sam- pan aanwees. De man schonï er niet de minste aandacht aan. „Hoort u me niet? Dat is de sampan, die (Wardt *«TTol*d.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1946 | | pagina 2