De Zeeuwen te Padang Zeeuwsche belangen in de Kamer. De gevraagde grenscorrecties. De Vermogensheffing en het Bedrijfsleven. Avontuur in Oud-China. Opgeschroefd^ [protesten in Duitschland. Het te annexeeren gebied. De bevolking in^het grensgebied. Het autobus- vraagstuk. Het Stoe en de Braakman: De haven van Bresksns, FEUILLETON. De fraaie, witgeschilderde ..Ruys" ligt stil op z'n ankers in de taai voor Emrnahaven. Ter- zilde ligg?n in hun grijze pakeans dr J, x gn dï 6. Het roon- wit-hlauw wappert fier uit te lie friwchs Prtss. Links rllzer. diïht- Segrceida bergen ai? gigantische boerenkoolstrulken tegen den blauwen hemel op; rechts liggen als groene speldeknoppen enkele eilandjes. De zon toovert dit al les ln niet te beschrijven kleuren. deze eenvoudige dessalieden ge wonnen. Zoo volgt de eene truek de an> dere op en voordat Ik het besef Is alles opgeladen en ligt de stei ger weder verlaten voor me, .Wat ging dc.t rustig en orde lijk", prijst de havencommandant, die reeds meerdere debarkemsn- ten heeft aanschouwd. In de zoo weinige woorden ligt een wereld van bewondering opgesloten. n-14 R.I. is op weg naar Pa- Vies-grtjze plassen maken het I dang, naar een nieuwe wereld, loopen op de kade niet direct aantrekkelijk. De zware tropische regens, die gistermiddag over Pa dang en Emrnahaven zijn neer- geplenst, hebben, het cemént-stof tot een grijze pap, die aan je schoenen blijft kleven, gemaakt. Troosteloos en verwaarloost steekt de steiger af, die eenmaal de tomende en gaande man ln Em rnahaven verwerkte, de baai in. De verminkte stutbalken, die door de groote gaten in den stei ger steken, spreken van het wan beheer van Nippon. „Dat zal spoedig veranderen", zegt één der Jagers, die met ons uit Padang is gekomen om de Zeeuwsche makkers van H-14 R. I. af te halen, We stemmen overtuigd met deze zoo eenvoudige en toch ook weer zoo veelzeggende opmerking in. ZD getuigt immers van den geest, waarmede de U-Brigade, jongens uit Zeeland, Brabant en Limburg naar Padang zijn gekomen; die opmerking, zoo doodnuchter ge plaatst, spreekt van den nieuwen geest, die over Padang en Emrna haven zai komen, een geest vol frissche moed en vernieuwing. Die opmerking Getuigt van het groote vertrouwen, dat de U- Brigade bezielt. De „Ijsvogel" en de „Zee arend" zijn van de „Ruys" afge- stooten. Snel doorklieven deze L. C. I.'s het diep-groene water. Schulm spat wit voor den boeg op. Lange rijen trucks zijn op de kade voor de verwaarloosde ce- ment-goedangs, waarin thans nog Brltsch-Indlsehe soldaten hulzen, voorgereden. Jagers loopen af en aan, doch er is geen geschreeuw. Alles loopt gesmeerd. Deze jongens kennen hun taak en hun plicht. De beide L.C.I.'s leggen aan den verminkten steiger aan; tros sen worden uitgeworpen en beves tigd en de loopplank gaat uit. De eerste Zeeuw zet voet aan wal, andere volgen en een lange sliert, in veldgroene uniformen gesto ken Jongens van de U-Brigade, verlaat de landingseraft. Rustig stellen zij zich peletons-gewijze op; een kort appèl en dan gaat de bagage op de trucks. De jon gens volgen. Majoor Oordt, com mandant van H-14 R. I., kijkt glimlachend toe. Het gaat zoo weloverwogen en rustig. Hij kent z'n jongens en daarom glimlacht hij. Het is voor hem zoo ge woon. Baboes met kinderen en be dienden, die met het bataljon zijn medegekomen, handelen al even rustig. Ook zü weten hun plaats. Tien maanden bij deze knapen hebben ook hen vertrouwd ge maakt met rust en zekerheid. „Ze wilden niet achterblijven", zegt een der Zeeuwen, die mijn blik in de richting van deze goed- doorvoede en goed-gekleede groep heeft bemerkt. „Ze voelden zich één met ons", gaat hij dan ver der. Duidelijk is dit merkbaar. Je behoeft slechts te kijken naar die tevreden en gelukkige gezichten, die wuivend groeten, als een truck met jongens voorby rydt. De Zeeuwen hebben het hart van met nieuwe menschen, die echter ook spoedig vertrouwde zielen zul len zyn. De U-Brigade weet, hoe men vrienden moet maken. Enkele Jappen hebben zwij gend toegezien. Hun gedachten biyven verborgen achter het mas ker, dat Nippon zich weder heeft aangemeten Toch kan hen niet ontgaan zyn, dat deze briga de de nieuwe Hollandsche geest naar Padang zal brengen, een geest, die zoo verschillend Is van den Nippon geest, de co-prospe- rity, omdat de U-Brigade geen dwang en overheersching brengt, doch vriendschap, gebaseerd op eerbiediging van elkanders rech ten en naleving van elkanders plichten. De lange wagentrein hobbelt over den zes kilometer langen weg met gaten. „Zit ik weer in een schommel- wieg", lacht een bruin-gebrande Zeeuw. Z'n oogen tintelen biy-, moedig onder de groene tropen- pet. ,,'n Tikkeltje anders!" zegt z'n buurman grijnzend. De wagen schiet door een diepe kuil in den weg. Het regenwater spat hoog op en de Jongens op den wagen grijpen grinnekend naar een hou vast. Bewoners van dit mooie land schap kyken toe. Ze vinden het zoo gewoon en toch voelen zy diep ln hun hart, dat deze jon gens uit Zeeland, Brabant en Limburg rust en orde en vooral veiligheid zullen brengen. De lieer Serrarens door het anf» woord van den minister niet be vredigd, diende een motie in, waarin de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat 't --erieenen en in trokken van vergunningen tot uit oefent^ van autobus-F sisl" tee spoedigste ,liet>t te geschieden overeonW'Stig de W-A P, (W,4 A-iiovi rW-or P'-r&'Mo). Ov.«* deo' moti'.- '-al ifandavg worden beslist. LAAT B.B.C. ZICH OMKOOPEN? In het Engelsche Lagerhuis be schuldigde tydens0 debatten over de radio, het Labourlid Cooper de B.B.C. van omkoopery. Contrac ten worden aan lunches en maal- tüden afgesloten, zoo zeide hy en zyden kousen en bontjassen vor men een belangryk middel om tot de microfoon door te dringen. „Ik lean het bewijzen'', aldus Cooper. De zaak wordt onderzocht. DUITSCHERS VALLEN KOLENTREINEN AAN. Honderden Duitschers hebben kolentreinen aangevallen, die uit het Ruhrgebied kwamen en Ham burg passeerden, zy hadden zich met zakken en kruiwagens langs de spooriyn opgesteld op plaat sen waar do treinen vaart moe ten minderen. Een deel hunner sprong dan op den trein cn schepte zooveel mogciyk steen kool overboord. Zaterdag zijn on geveer 25 ton niet op de plaats van bestemming aangekomen. Men is met het berooven van treinen begonnen sinds de Brit- sche en Amerikaansche militaire autoriteiten een aanzieniyke ver laging van het kolenrantsoen voor de maand December hebben aangekondigd. De Berlynsche correspondent van de „Daily Telegraph" meldt, dat de éowjets een aantal druk kerijen te Leipzig ontmantelen en naar de Sowjet-Unie Overbrengen. GEHEIMZINNIG „WOLFSMENSCH" IN NORMANDIË. De Normandische dorpen Pias- sis, Gvimoult en Rouoamp wor den reeds gedurende zes dagen in opschudding gebracht door iemand, die zi1 den „wolfmensch" noemen, ny verschijnt des nachts en vuurt, met een tommygun op alles wat onder schot komt, De boeren doen dan de lichten uit en staan met geladen geweer achter de zorgvuldig gesloten deur op de loer. De politie, terzyde gestaan door gewapende boeren, heeft nog steeds geen licht in deze zaak kunnen brengen. Een theorie is, dat men te doen heeft met een krankzinnige, die zyn aanvallen alleen des nachts heeft en over dag normaal is. Het is dus zeer goed mogelyk, dat het „wolf mensch overdag yverig meehelpt zichzelf op te sporen. De boeren vertrouwen elkaar niet meer. De Berlijnsche correspondent gesprekken is, dat het alarm, dat y^n het A.N.P. schrijft: i in Duitschland wordt geblazen, Men kan hier nauwelijks een zeker niet van uit de grensstreek Duitsche krant openvouwen of*zelf gecommandeerd is. Men ont- men leest verontwaardigde arti- j moet uiteraard zeer gevarieerde kelen en proclamaties van lieden, meenin'g'en, van afwijzing van die Nederlands' aanspraken op eiken overgang tot aan enthou- herstel van de geleden schade ten siaste instemming en spijt over volle erkennen, doch die meenen, het feit, dat de plannen beperkt dat Duitsche bodem Duitsch zijn. Bespreking in de Tweede Kamer. Bij de behandeling van de Ver- keersbegrooting door de Tweede Kamer, werd door verschillende leden, het autovervoer ter sprake gebracht, en er op aangedrongen, dat ,de particuliere ondernemingen niet getorpedeerd zullen worden ten koste van de Spoorwegen. In zijn antwoord deelde minis ter V o s mede, dat in de begroo ting 1947 een bedrag van f 7.000.000 is opgenomen voor in- vesteering in het verkeerswezen. De vier uitvoeringsbesluiten na gaande verklaarde hij, dat een wettelijke regeling te wachten is voor wat daarin wordt behandeld. Het doen doorloopen van tijde lijke vergunningen en van sinds den oorlog ingetrokken vergun ningen zal hij overwegen. De minister bestreed de opvat ting, dat het autobusvervoer zou gedrongen worden naar de Spoor wegen. Hij zou het toejuichen als er kwam een aantal krachtige vervoersondernemingen, streeks gewijs. Concentratie van het wegver voer door samenvoeging van on dernemingen, zooals in Friesland reeds geschiedt, acht de minister een stap op den goeden weg. Deze werkwijze zal hij bevorderen. Wat het autobusverkeer betreft, zegt spr. nog geen grondslag te hebben kunnen vinden voor een betere verdeeling. moet blijven. Men kan zeggen, dat het pro- wij spraken was het antwoord testen regent vanaf Emden tot bijna steeds: het is ons „egaal" aan Aken. Deze protesten zijn of we Duitscher of Nederlander vaak dramatisch gesteld en de zijn als we maar rustig kunnen motiveeringen doen soms bijna blijven werken. Wanneer een boer komisch aan. Zoo hebben we al eens zijn afwijzing uitsprak, reeds moeten hooren, dat deNe- dan bleek al gauw, dat hij be- derlandsche overtuiging, dat de vreesd was voor een uitwijzing Boertanger veengebieden door ofwel voor de concurrentie met de Duitschland steeds verwaarloosd beter ontwikkelde boerenbedrijven In een te 's-Gravenhage gehouden rede verklaarde Mr A. A. van Sandick, dir. van de Nederl. Handel-Mij, dat hij van de vermogensheffing voor het economische leven van ons land zeer ernstige gevolgen verwacht. Het bedrijfsleven beschikt op dit oogenblik over geen of slechts geringe liquide middelen. Reeds de blokkeering van gelden is voor het bedrijfsleven een zware slag geweest. Niet alleen voor het bedrijfs leven, maar ook voor ds particu lieren voorziet spreker bij een vermogensheffing verstrekkende moeilijkheden. Aan wien zal men de vermogenswaarden dienen te verkoopen? Gezien de zwakke po sitie van de kapitaal-markt zal de tegenpartij, een kooper, ontbreken. Met overdracht van vermogens waarden aan den staat, is dc staat niet geholpen, aangezien het hier in vele gevallen moeilijk te rea- liseeren vermogenswaarden be treft. Het beheer daarvan zal voor den staat niet gemakkelijk zijn, Ook het verleenen van be talingstermijnen brengt geen op lossing, aangezien dan het effect van Staatsschuld-vermindering niet wordt bereikt. Zeer ingrijpende gevolgen voor het herstel van het economische leven in ons land zal de vermo gensheffing veroorzaken. Straks immefs zal het bedrijfsleven voor herstel, vernieuwing of üitbrei- ding van gebouwen, machines en dergelijke weer een beroep op de kapitaalmarkt, dus op den parti culieren geldgever, moeten doen. De heer van Sandick voorziet dan groote moeilijkheden, aangezien particulieren dan niet bij machte zullen zijn op de gevraagde kapi talen in te schrijven. Na uitvoerig de gevolgen van de blokkeeringsmaatregelen te hebben Aelicht, hjesprak de heer van Sandick de Staatsfinanciën. Het grootste gevaar schuilt vol gens spreker niet in de hoogte van den Staatsschuld, maar in de begrootingstekorten. Deze moe ten, vooral door middel van ver laging- van de sterkte van het Staats-ambtenarencorps vermin derd worden. De grootte van de Staatsschuld en dc vermindering daarvan maakt ons land niet ar mer of rijker. Door den oorlog met zijn vernietiging en uitplun dering van Nederland, is ons land dusdanig aan kapitaalgoede ren verarmd, dat de Staatsschuld hierop nauwelijks meer betrek king heeft. Wij worden in natio naal opzicht slechts dan weer rijker, wanneer het bedrijfsleven, ja het geheele economische leven zich weer normaal kan ontplooien. In een gezond en bloeiend be drijfsleven ligt voor den Staat de belangrijkste bron van het belas tinginkomen. De heer van San dick besloot zijn betoog met uit drukking te geven aan de overtui ging, dat, hoe meer de Staat de ontplooiing van het economische leven in ons land stimuleert en be. vordert, hoe meer de welvaart in ons land zal terugkeer.en, voorzien. Vat men een algemeenen indruk samen dan zou men kunnen zeg gen, dat de grensbewoners in'eer- ste instantie zeker niet onwillig tegenover dc .plannen stonden, doch dat kranten en politici druk bezig zijn te trachten de stem ming te doen omslaan. Het schijnt evenwel dat deze kunstmatige Van de tientallen boeren, die1 stemmingmakerij minder invloed heeft op de boerenbevolking, die banden van familie en vriend schap over de thans gesloten grensposten heeft behouden. Overal spreken de boeren Ne- derlandsch, overal zijn het men schen van denzelfden aard en godsdienst als over de grens. In het te annexeeren deel van Bcnt- heim was het Nederlandsch tot zijn, onjuist is daar in de laatste in Nederland. Een groot deel voor den eersten wereldoorlog de jaren de afgraving dezer venen der bevolking staat met een merk doorkamp-bewoners was be- waardige onverschilligheid tegen- gonnen. over het vraagstuk en geeft een De stedelijke raden van Bent- onomwonden variant ,op de op- heim en Nordhorn hebben zich merking van een boer uit het ge- erover beklaagd, dat de toch reeds bied van Kranenburg„Dessen zoo moeilijke textielvoorziening Brot man ist, dessen lied man van Duitschland nog verder zou Singt". Zeer veelvuldig troffen worden bemoeilijkt door de af- wij' ook de hoop, dat de corrcetie agitatie tegen de plannen dan ook snijding van de bocht van Coe- ^spoedig zal doofgaan. Zij werd niet uit van de streekbewoners taal van school cn kerk ch in de Oud-Geteformeérde kerken werd nog tot kort voor Hitiers' jaren uitsluitend Nederlandsch gespro ken. Eerst het nazi-bewind heeft een einde gemaakt aan de alge- heele oriëntatie van deze streek op Nederland. Thans gaat er de vorden, waar evenwel naar wij hebben vastgesteld geen vezel tex tiel vervaardigd wordt. Iets ver der Zuidwaarts heeft men den in druk willen wekken a'sof 35 voedselvoorziening van het Ruhr gebied afhankelijk was van de in het Zuiden openlijker uitge sproken dan in het Noorden. In Herzogenrath «waren wij juist op het oogenblik, dat daar het gerucht doordrong, dat ook dit stadje in 'de plannen was op- zelf doch van de stadjes Nord horn en Lingen, die buiten de cor rectie vallen en vreezen een deel van hun achterland te zullen ver liezen. Zoo is het eigenlijk overal langs de grens en wanneer men dan ook Duitsche politici vergelijkingen hoort maken met de annexaties in het Oosten, die een verpauperde genomen. Men verzekerde ons, correctie der uitstulpingen in de dat de helft der bevolking er Duitsche grenslijn bij Vredcn en zonder meer vóór was. De direc- Klecf. I tie der groote glasindustrie in Een tocht door de gebieden, die deze plaats rekende ons voor, dat millioenenbevolking over romp door de gevraagde correcties bin- het derde deel der productie dezer Duitschland hebben uitgestrooid, nen de Nederlandsche grenzen fabriek voldoende zou zijn om dan kan dat niet anders klinken zouden komen te liggen, heeft ons Nederland van spiegelglas te dan als een groteske overdrijving, de overtuiging gegeven, dat het luidruchtige Duitsche misbaar om de voorstellen een zeer hoog op geschroefd vertoon is. Twee omstandigheden zijn er om dit te bewijzen: ten eerste de aard en toestand van de gevraag de gebieden en ten tweede de wijze, waarop de in de betrokken streken inheemsche bevolking ge reageerd heeft-. Het blijkt hier in hoofdzaak te gaan om armelijke en uit land- bouwkundig oogpunt gezien slecht verzorgde gebieden. De wegen en de afwatering laten zeer veel te wenschen over. Een groot deel van het land is nog niet in cul tuur gebracht, de kleine zuivel- fabriekjes maken een armelijken indruk en aan de aardoliebronnen, die hier mede in het geding zijn, is blijkens de slechte communi catiemiddelen, zeer weinig zorg besteed. Op de vraag hoe de bevolking op de gestelde eischen reageert luidt het antwoord: Wij hebben een week in de Duitsche grensstreek vertoefd en er met menschen van allerlei slag gesproken. De algemeene indruk van deze In de Kamer-vergadering van j.l, Woensdag heeft de heer v, d. F e 11 z het pleit gevoerd voor de gedeeltelijke inpoldering van het Sloc, dc indijking van den Braakman en den aanleg van een nieuwe binnenhaven te Breskens, waarvoor hij een memoriepost op de begrooting wilde zien uitge trokken. Blijkens de „Handelingen" werd hierop door minister Vos het volgende geantwoord: De heer van der Feltz heeft vragen gesteld over Zeeuwscji- Vlaanderen; irt de eerste plaats over de inpoldering van het Sloe en den Braakman, en heeft er daarbij terecht aan herinnerd, dat een inpoldering van deze beide gedeelten zou kunnen beteekencn een verandering van den water loop op de Schelde. Het is bekend, dat wij' ten aanzien van werken, die veranderingen in den water loop op de Schelde kunnen ver oorzaken, niet volledig vrij zijn. -Ik zal gaarne bevorderen, dat de studie, die allereerst noodig is wanneer geen veranderingen zou den ontstaan, zou de zaak gemak kelijker zijn zoo spoedig mo gelijk wordt voltooid, waarbij de moeilijkheid in verband met de aantrekking van arbeidskrachten ook op dit gebied niet onderschat mag worden. De tweede vraag van den ge- achten afgevaardigden had be trekking op de haven van Bres kens. Ik heb reeds als Minister van Handel en Nijverheid deze zaak van nabij kunnen volgen, omdat de Minister van Wederop bouw geen beslissing wilde ne men over de vervulling van de herstelplicbt elders, zender het Departement van Nijverheid daarin te kennen. De heer Rin gers en ik hebben meermalen over deze zaak geconfereerd en over leg gepleegd in het afgeloopen jaar. Oorspronkelijk, gezien de groote moeilijkheden, waarvoor Z,-Vlaanderen stond en ook latende wegen de moeilijkheden die bij herbouw in Breskens zou den ontstaan voör de betrokken fabriek aan verplaatsing waren voor deze fabriek bijzondere voor deden verbonden hebben wij getracht in eerste instanfic de be langen van Zceuwsch-Vlaandcren te laten pracvaleercn boven die van dc fabriek, Maar toen stond het ook al 5050 (ik erken, dat het nooit anders gestaan heeft). Toen is er gekomen een brief van den waarnemend burgemees ter, die namens het gemeentebe- j stuur mededeelde, dat Breskens zelf geen prijs stelde op deze fa briek. Welnu, toen wij deze mede- I deeling kregen en er dus ook in Breskens zelf blijkbaar eenige aar zeling bestond, werd de zaak voor ons iets gemakkelijker. Wij heb ben toen getracht om, ook in ver band met de geheele industriali- satiepolitiek, te weten te komen of in Breskens in snel tempo an dere industrieën zouden tonnen j worden gesticht. Ten slotte is een gemeente als Breskens niet ge baat bij een industrie, die er op den duur toch liever niet zitop l den duur gaat het hoofdbedrijf dan toch over naar een andere plaats. Wij hebben dus laten na gaan of er andere industrieën ge- vestigd konden worden. Hierover is het onderzoek gaande. Nu weet ik niet of het bren gen van een memoriepost op de begrooting een zoodanige toezeg ging beteekent, dat men daaraan houvast heeft. Het is veel beter, wanneer de toezegging volgt, dat wij inderdaad be belangen van Breskens nauwkeurig blijven vol gen en dat wij zullen trachten te komen niet tot een memoriepost voor deze zaak, maar tot een reëelen post, want daaraan heeft men ten slotte meer dan aan een memoriepost, die misschien niet wordt gehonoreerd. Ik zal het on derzoek dan ook laten- aanvatten en ik hoop voor Breskens, dat daaruit zal blijken, dat men niet alleen industrieele verlangens heeft, maar dat ook de industri eele mogelijkheden voldoende groot zijn om dit project te lajcn doorgaan, waarbij ook misschien de ontwikkeling van de tolunie met België een mogelijkheid ten goede zal bieden. Ten aanzien van de industrieele ontwikkeling van Zceuwsch-Vlaanderen ben ik min der gerust sedert het tot stand ko. men daarvan. GEMEENTERADEN. Nederlandsche gedelegeerden bespreken de teruggave van aan Nederland ontstolen schepen. Afgevaardigden der Nederlandsche regeering, dhrn C. van Keulen (links) en lt. Arie Maas (rechts) bespreken te Tokio met brig.-gen. Patrick H. Tansey de teruggave van Nederlandsche schepen, welke door de Jappen tijdens den oorlog werden gestolen. 10 Wij zullen voor het souper zijn gastvrijheid inroepen. Wat dunkt u er van, juffrouw Bar rington?" voegde hij er aan toe, zich tot haar richtend. „Uw plan lacht mij van harte toe", was het antwoord. „Dan zijn we er allen mee ingenomen", merkte hij lachend °P. Intusschen was het tamelijk donker geworden. Hier cn daar schommelden de papieren lan taarns. Het getrommel nam nog toe ln sterkte. De straten wa ren zeer vol. Terwijl zij voortstapten werd ■het geraas nog heviger. En tus- schen het getrommel door hoor den zij gelach en kreten van op winding. Bij het omslaan van een hoek kwam eem grillig ver licht dier aankronkclen, 't Was ongeveer 25 voet lang .en ver volgde al kronkelend zijn weg. „Wat aardig", riep een der Engelsche meisjes. „Wat stelt dat voor?' „Een papieren draak", gaf de dokter ten antwoord. We doen het beste met op zij te gaan, anders kon de draak het wel eens in den -zin krijgen, ons te verslinden". Zoo ging hij dan gevolgd door zijn gezelschap, in een nauw zijstraatje staan, vanwaar zij alles konden zien. Hij was lang genoeg in China geweest om te weten, dat vooral bij ge legenheid van feesten de Chi- neezen moeilijk in bedwang te houden zijn. Kathlijn Barring ton wist dit eveneens en maakte zich beangst, dat de gelen hen ontdekken zouden en jacht zou den maken op die vreemde in dringers. „Praat vooral niet", fluisterde zij de twee zusters in en ging zelf vóór haar staan. Gelukkig was de menigte zoo zeer ingenomen met de prach tige kronkelingen van den draak, dat zij de vreemdelingen in de schaduw van het steegje niet bemerkten. Toen de draak eindelijk voor bij was en de S rootste men- jchenmassa eveneens langs hen heengegaan was, vervolgden zij hun weg. Geen der beide meisjes was zich bewust geweest van eenig gevaar, maar Forsyth en Kath lijn Barrington wisten maar al te goed, dat zulk een men- schenmassa altijd gevaar ople verde voor vreemdelingen. Eindelijk kwamen zij in een rustige straat, in verhouding met de straat, die zij pas verlaten hadden, tamelijk donker. Voor een poort hielden zij stil. For syth klopte luid. Sloffend kwam iemand aanloopen en op het herhaald geklop van den zen deling vroeg een Chineesche stem: „Wie is daar?" Forsyth antwoordde. De stem zei iets terug en vervolgens klonk het geluid van zich ver wijderende voetstappen. „Uw vriend is blijkbaar een voorzichtig man, dokter", meen de een der zusters. „Hij handelt verstandig op een avond van een feestdag. Het volk. is hier nogal vijandig. Maar wie komt daar aan?" Een draagstoel door twee mannen gedragen, was den hoek omgeslagen en naderde de wachtenden. Naast de draag stoel liep een derde persoon. DOMBURG. Vergadering van den gemeente raad op Woensdagavond j.l. De burgemeester deelde mede, dat Domburg uit het fonds „Boomen actie Walcheren" voor aanplan ting een subsidie van f 1.per inwoner /al ontvangen, waarvoor de Raad zeer dankbaar was. Ver der maakte hij bekend, dat in op dracht van Ged. Staten de ver goeding voor het gebruik van Re- hoboth door de Chr. school is be paald op f 5.per w^ck. Inge- volgen een vroegere accoordver- klaring zal de gemeente aan het schoolbestuur f 240 vergoeden. De heer Boersma vond nogmaals de vergoeding te hoog. Tot leden van de comm. tot Wering van Schoolverzuim wer den herbenoemd de heeren M. C. Jellema, A. Goedhals, H. v. Sluys en J. Brand en benoemd dhr J. Provoost Joh.z. De Raad besloot tot verlenging der verzekering van gemeentegel den en tot vernieuwing van de re kening-courant overeenkomst met de Bank voor Ned. Gemeenten. Daarnaast werd op voorstel van B. en W. een kasgeldleening aan gegaan ten behoeve van het Wa terleidingbedrijf. De summiere verzekering der gemeentegebouwen onderging een verhooging van f 291.000 op een half millioen, waaronder de nieu we volkswoningen niet begrepen zijn. De heer Wisse verklaarde zich tegen verzekering. Hij zou willen, dat het gemeentebestuur ook zijn aandacht wijdde aan de geestelijke belangen. Bij nadere uiteenzetting bleek, dat de heer I Wisse de meening der andere le den wilde vernemen. Hem werd I verzocht een voorbeeld aan te ha- len, waarop hij de Zondagsslui- I ting van de café's bepleitte. Aangezien de andere leden zich 1 over die kwestie niet uitlieten, dan wel practische bezwaren lie ten hooren, konden B. en W. zijn voorstel niet in hun vergadering behandelen, doch verzochten spre- ker in een volgende zitting een I gedetailleerd voorstel in zijn geest te doen, wat de heer Wisse toe- zegde. De heer Geldof besprak de be hoeftige omstandigheden van een gescheiden vrouw met haar kin deren. Ze had tevergeefs bij de diaconie en bij het B.A. om steun verzocht. Spr. stelde voor, dat dc Raad het B.A. zou machtigen als nog hulp te verschaffen, doch de heer Brand merkte op, dat het i B. A. een zelfstandig lichaam is. Voor die steunweigeriug zijn na tuurlijk redenen. De heer Brand wil als voorz. nog eens in overleg treden met de Herv. diaconie en zou voor hulpverleening zijn, als er waarborgen gesteld konden worden, dat de steun het gezin ten goede komt. De vader der kinderen is zoek en verwaarloost zijn plicht. Er wordt aan zijn op sporing gewerkt ten einde hem tot de wettelijke uitkeering te verplichten. ELLEWOUTSDIJK. Woensdagmiddag kwam de raad dezer gemeente onder voorzitter schap van den burgemeester in voltallige vergadering byeen. Een schryven was binnengeko men van de gemeente Goes met het verzoek om toekenning van een subsidie in het tekort van Ongetwijfeld iemand van ge zag want bij de poort gekomen, gaf hij bevel en terstond zetten de dragers de stoel neer. Uit de draagstoel klonk een zachte kreet van pijn. Forsyth deed een stap naar voren. „Wat wcnscht u?" vroeg hij in de landstaal. „Mijn dochtertje Nan-Kung" zei een beschaafde Chineesche stem. „Zij is zeer ziek. Haar voeten zijn gebonden, om ze klein te houden(bij dc Chineezen geldt het voor een zeer godsdienstig cn voornaam, kleine voeten te hebben; reeds vroeg worden daarom de voe ten in zwachtels gewikkeld om op die wijze de groei der voe ten tegen te gaan; gevolg is .natuurlijk een vreeselijke, pijn lijke vergroeiing der voeten). Forsyth uitte een kreet van verontwaardiging, greep dc lan taarns van een der dragers en hield die boven de open stoel. Bij dit licht zag hij een klein Chinees meisje van hoogstens zeven jaar. Ze was rijk gekleed in zijde maar haar gezicht was verschnkkelijk bleek en de gtoote, zwarte halve manen on der haar gesloten oogen spra ken van vree-elijk'. pij aan. Toen het licht op haar viel, opende zij eve* de oogen, die gevuld waren met tranen en weer ontsnapte een kreet van pijn van haar bleeke lippen. „Och arme kleine", fluisterde een der Engelsche meisjes, wat is ze ziele". „Er zijn hier in China vele duizenden zooals zij" antwoord de Kathlijn Barrington, „Hallo, Forsyth", klonk op eens een stèm aan den anderen kant der poort, „ben jij daar. ouwe jongen?" „Ja Burriet. Met gezelschap". Het geluid van een houten afsluitboom, die werd wegge nomen, liet zich hooren. Daar na draaide de poort open en daar stond voor hen een man met een lantaarn in de hand, die op Dick Forsyth toeliep. Voor hij dezen evenwel kon verwelkomen wees Forsyth op dc laatst aangekomenen. „Bekommer jc niet om ons, Burriet. Er is iemand hier die je hulp komt inroepen voor een kind, waarvan de voeten ge bonden zijn. Het schijnt nog al een voornaam persoon té zijn. 4 Help hem eerst maar. Ik zal met mijn troepje den weg wel vinden", (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1946 | | pagina 2