De Zeeuwen te Padang
Zeeuwsche belangen
in de Kamer.
De gevraagde grenscorrecties.
De Vermogensheffing
en het Bedrijfsleven.
Avontuur in Oud-China.
Opgeschroefd^ [protesten in Duitschland.
Het te annexeeren gebied.
De bevolking in^het grensgebied.
Het autobus-
vraagstuk.
Het Stoe en de Braakman:
De haven van Bresksns,
FEUILLETON.
De fraaie, witgeschilderde
..Ruys" ligt stil op z'n ankers
in de taai voor Emrnahaven. Ter-
zilde ligg?n in hun grijze pakeans
dr J, x gn dï 6. Het roon-
wit-hlauw wappert fier uit te lie
friwchs Prtss. Links rllzer. diïht-
Segrceida bergen ai? gigantische
boerenkoolstrulken tegen den
blauwen hemel op; rechts liggen
als groene speldeknoppen enkele
eilandjes. De zon toovert dit al
les ln niet te beschrijven kleuren.
deze eenvoudige dessalieden ge
wonnen.
Zoo volgt de eene truek de an>
dere op en voordat Ik het besef
Is alles opgeladen en ligt de stei
ger weder verlaten voor me,
.Wat ging dc.t rustig en orde
lijk", prijst de havencommandant,
die reeds meerdere debarkemsn-
ten heeft aanschouwd. In de zoo
weinige woorden ligt een wereld
van bewondering opgesloten.
n-14 R.I. is op weg naar Pa-
Vies-grtjze plassen maken het I dang, naar een nieuwe wereld,
loopen op de kade niet direct
aantrekkelijk. De zware tropische
regens, die gistermiddag over Pa
dang en Emrnahaven zijn neer-
geplenst, hebben, het cemént-stof
tot een grijze pap, die aan je
schoenen blijft kleven, gemaakt.
Troosteloos en verwaarloost steekt
de steiger af, die eenmaal de
tomende en gaande man ln Em
rnahaven verwerkte, de baai in.
De verminkte stutbalken, die
door de groote gaten in den stei
ger steken, spreken van het wan
beheer van Nippon.
„Dat zal spoedig veranderen",
zegt één der Jagers, die met ons
uit Padang is gekomen om de
Zeeuwsche makkers van H-14 R.
I. af te halen,
We stemmen overtuigd met deze
zoo eenvoudige en toch ook weer
zoo veelzeggende opmerking in.
ZD getuigt immers van den geest,
waarmede de U-Brigade, jongens
uit Zeeland, Brabant en Limburg
naar Padang zijn gekomen; die
opmerking, zoo doodnuchter ge
plaatst, spreekt van den nieuwen
geest, die over Padang en Emrna
haven zai komen, een geest vol
frissche moed en vernieuwing.
Die opmerking Getuigt van het
groote vertrouwen, dat de U-
Brigade bezielt.
De „Ijsvogel" en de „Zee
arend" zijn van de „Ruys" afge-
stooten. Snel doorklieven deze L.
C. I.'s het diep-groene water.
Schulm spat wit voor den boeg
op. Lange rijen trucks zijn op de
kade voor de verwaarloosde ce-
ment-goedangs, waarin thans nog
Brltsch-Indlsehe soldaten hulzen,
voorgereden.
Jagers loopen af en aan, doch
er is geen geschreeuw. Alles loopt
gesmeerd. Deze jongens kennen
hun taak en hun plicht.
De beide L.C.I.'s leggen aan
den verminkten steiger aan; tros
sen worden uitgeworpen en beves
tigd en de loopplank gaat uit. De
eerste Zeeuw zet voet aan wal,
andere volgen en een lange sliert,
in veldgroene uniformen gesto
ken Jongens van de U-Brigade,
verlaat de landingseraft. Rustig
stellen zij zich peletons-gewijze
op; een kort appèl en dan gaat
de bagage op de trucks. De jon
gens volgen. Majoor Oordt, com
mandant van H-14 R. I., kijkt
glimlachend toe. Het gaat zoo
weloverwogen en rustig. Hij kent
z'n jongens en daarom glimlacht
hij. Het is voor hem zoo ge
woon.
Baboes met kinderen en be
dienden, die met het bataljon zijn
medegekomen, handelen al even
rustig. Ook zü weten hun plaats.
Tien maanden bij deze knapen
hebben ook hen vertrouwd ge
maakt met rust en zekerheid.
„Ze wilden niet achterblijven",
zegt een der Zeeuwen, die mijn
blik in de richting van deze goed-
doorvoede en goed-gekleede groep
heeft bemerkt. „Ze voelden zich
één met ons", gaat hij dan ver
der.
Duidelijk is dit merkbaar. Je
behoeft slechts te kijken naar die
tevreden en gelukkige gezichten,
die wuivend groeten, als een truck
met jongens voorby rydt. De
Zeeuwen hebben het hart van
met nieuwe menschen, die echter
ook spoedig vertrouwde zielen zul
len zyn. De U-Brigade weet, hoe
men vrienden moet maken.
Enkele Jappen hebben zwij
gend toegezien. Hun gedachten
biyven verborgen achter het mas
ker, dat Nippon zich weder heeft
aangemeten Toch kan hen
niet ontgaan zyn, dat deze briga
de de nieuwe Hollandsche geest
naar Padang zal brengen, een
geest, die zoo verschillend Is van
den Nippon geest, de co-prospe-
rity, omdat de U-Brigade geen
dwang en overheersching brengt,
doch vriendschap, gebaseerd op
eerbiediging van elkanders rech
ten en naleving van elkanders
plichten.
De lange wagentrein hobbelt
over den zes kilometer langen
weg met gaten.
„Zit ik weer in een schommel-
wieg", lacht een bruin-gebrande
Zeeuw. Z'n oogen tintelen biy-,
moedig onder de groene tropen-
pet.
,,'n Tikkeltje anders!" zegt z'n
buurman grijnzend. De wagen
schiet door een diepe kuil in den
weg. Het regenwater spat hoog
op en de Jongens op den wagen
grijpen grinnekend naar een hou
vast.
Bewoners van dit mooie land
schap kyken toe. Ze vinden het
zoo gewoon en toch voelen zy
diep ln hun hart, dat deze jon
gens uit Zeeland, Brabant en
Limburg rust en orde en vooral
veiligheid zullen brengen.
De lieer Serrarens door het anf»
woord van den minister niet be
vredigd, diende een motie in,
waarin de Kamer als haar oordeel
uitspreekt, dat 't --erieenen en in
trokken van vergunningen tot uit
oefent^ van autobus-F sisl" tee
spoedigste ,liet>t te geschieden
overeonW'Stig de W-A P, (W,4
A-iiovi rW-or P'-r&'Mo).
Ov.«* deo' moti'.- '-al ifandavg
worden beslist.
LAAT B.B.C. ZICH
OMKOOPEN?
In het Engelsche Lagerhuis be
schuldigde tydens0 debatten over
de radio, het Labourlid Cooper de
B.B.C. van omkoopery. Contrac
ten worden aan lunches en maal-
tüden afgesloten, zoo zeide hy en
zyden kousen en bontjassen vor
men een belangryk middel om tot
de microfoon door te dringen. „Ik
lean het bewijzen'', aldus Cooper.
De zaak wordt onderzocht.
DUITSCHERS VALLEN
KOLENTREINEN AAN.
Honderden Duitschers hebben
kolentreinen aangevallen, die uit
het Ruhrgebied kwamen en Ham
burg passeerden, zy hadden zich
met zakken en kruiwagens langs
de spooriyn opgesteld op plaat
sen waar do treinen vaart moe
ten minderen. Een deel hunner
sprong dan op den trein cn
schepte zooveel mogciyk steen
kool overboord. Zaterdag zijn on
geveer 25 ton niet op de plaats
van bestemming aangekomen.
Men is met het berooven van
treinen begonnen sinds de Brit-
sche en Amerikaansche militaire
autoriteiten een aanzieniyke ver
laging van het kolenrantsoen
voor de maand December hebben
aangekondigd.
De Berlynsche correspondent
van de „Daily Telegraph" meldt,
dat de éowjets een aantal druk
kerijen te Leipzig ontmantelen en
naar de Sowjet-Unie Overbrengen.
GEHEIMZINNIG
„WOLFSMENSCH"
IN NORMANDIË.
De Normandische dorpen Pias-
sis, Gvimoult en Rouoamp wor
den reeds gedurende zes dagen in
opschudding gebracht door
iemand, die zi1 den „wolfmensch"
noemen, ny verschijnt des nachts
en vuurt, met een tommygun op
alles wat onder schot komt, De
boeren doen dan de lichten uit
en staan met geladen geweer
achter de zorgvuldig gesloten
deur op de loer.
De politie, terzyde gestaan
door gewapende boeren, heeft nog
steeds geen licht in deze zaak
kunnen brengen. Een theorie is,
dat men te doen heeft met een
krankzinnige, die zyn aanvallen
alleen des nachts heeft en over
dag normaal is. Het is dus zeer
goed mogelyk, dat het „wolf
mensch overdag yverig meehelpt
zichzelf op te sporen. De boeren
vertrouwen elkaar niet meer.
De Berlijnsche correspondent gesprekken is, dat het alarm, dat
y^n het A.N.P. schrijft: i in Duitschland wordt geblazen,
Men kan hier nauwelijks een zeker niet van uit de grensstreek
Duitsche krant openvouwen of*zelf gecommandeerd is. Men ont-
men leest verontwaardigde arti- j moet uiteraard zeer gevarieerde
kelen en proclamaties van lieden, meenin'g'en, van afwijzing van
die Nederlands' aanspraken op eiken overgang tot aan enthou-
herstel van de geleden schade ten siaste instemming en spijt over
volle erkennen, doch die meenen, het feit, dat de plannen beperkt
dat Duitsche bodem Duitsch zijn.
Bespreking in de
Tweede Kamer.
Bij de behandeling van de Ver-
keersbegrooting door de Tweede
Kamer, werd door verschillende
leden, het autovervoer ter sprake
gebracht, en er op aangedrongen,
dat ,de particuliere ondernemingen
niet getorpedeerd zullen worden
ten koste van de Spoorwegen.
In zijn antwoord deelde minis
ter V o s mede, dat in de begroo
ting 1947 een bedrag van
f 7.000.000 is opgenomen voor in-
vesteering in het verkeerswezen.
De vier uitvoeringsbesluiten na
gaande verklaarde hij, dat een
wettelijke regeling te wachten is
voor wat daarin wordt behandeld.
Het doen doorloopen van tijde
lijke vergunningen en van sinds
den oorlog ingetrokken vergun
ningen zal hij overwegen.
De minister bestreed de opvat
ting, dat het autobusvervoer zou
gedrongen worden naar de Spoor
wegen. Hij zou het toejuichen
als er kwam een aantal krachtige
vervoersondernemingen, streeks
gewijs.
Concentratie van het wegver
voer door samenvoeging van on
dernemingen, zooals in Friesland
reeds geschiedt, acht de minister
een stap op den goeden weg. Deze
werkwijze zal hij bevorderen.
Wat het autobusverkeer betreft,
zegt spr. nog geen grondslag te
hebben kunnen vinden voor een
betere verdeeling.
moet blijven.
Men kan zeggen, dat het pro- wij spraken was het antwoord
testen regent vanaf Emden tot bijna steeds: het is ons „egaal"
aan Aken. Deze protesten zijn of we Duitscher of Nederlander
vaak dramatisch gesteld en de zijn als we maar rustig kunnen
motiveeringen doen soms bijna blijven werken. Wanneer een boer
komisch aan. Zoo hebben we al eens zijn afwijzing uitsprak,
reeds moeten hooren, dat deNe- dan bleek al gauw, dat hij be-
derlandsche overtuiging, dat de vreesd was voor een uitwijzing
Boertanger veengebieden door ofwel voor de concurrentie met de
Duitschland steeds verwaarloosd beter ontwikkelde boerenbedrijven
In een te 's-Gravenhage gehouden rede verklaarde
Mr A. A. van Sandick, dir. van de Nederl. Handel-Mij,
dat hij van de vermogensheffing voor het economische
leven van ons land zeer ernstige gevolgen verwacht. Het
bedrijfsleven beschikt op dit oogenblik over geen of
slechts geringe liquide middelen. Reeds de blokkeering van
gelden is voor het bedrijfsleven een zware slag geweest.
Niet alleen voor het bedrijfs
leven, maar ook voor ds particu
lieren voorziet spreker bij een
vermogensheffing verstrekkende
moeilijkheden. Aan wien zal men
de vermogenswaarden dienen te
verkoopen? Gezien de zwakke po
sitie van de kapitaal-markt zal de
tegenpartij, een kooper, ontbreken.
Met overdracht van vermogens
waarden aan den staat, is dc staat
niet geholpen, aangezien het hier
in vele gevallen moeilijk te rea-
liseeren vermogenswaarden be
treft. Het beheer daarvan zal
voor den staat niet gemakkelijk
zijn, Ook het verleenen van be
talingstermijnen brengt geen op
lossing, aangezien dan het effect
van Staatsschuld-vermindering
niet wordt bereikt.
Zeer ingrijpende gevolgen voor
het herstel van het economische
leven in ons land zal de vermo
gensheffing veroorzaken. Straks
immefs zal het bedrijfsleven voor
herstel, vernieuwing of üitbrei-
ding van gebouwen, machines en
dergelijke weer een beroep op de
kapitaalmarkt, dus op den parti
culieren geldgever, moeten doen.
De heer van Sandick voorziet dan
groote moeilijkheden, aangezien
particulieren dan niet bij machte
zullen zijn op de gevraagde kapi
talen in te schrijven.
Na uitvoerig de gevolgen van
de blokkeeringsmaatregelen te
hebben Aelicht, hjesprak de heer
van Sandick de Staatsfinanciën.
Het grootste gevaar schuilt vol
gens spreker niet in de hoogte
van den Staatsschuld, maar in de
begrootingstekorten. Deze moe
ten, vooral door middel van ver
laging- van de sterkte van het
Staats-ambtenarencorps vermin
derd worden. De grootte van de
Staatsschuld en dc vermindering
daarvan maakt ons land niet ar
mer of rijker. Door den oorlog
met zijn vernietiging en uitplun
dering van Nederland, is ons
land dusdanig aan kapitaalgoede
ren verarmd, dat de Staatsschuld
hierop nauwelijks meer betrek
king heeft. Wij worden in natio
naal opzicht slechts dan weer
rijker, wanneer het bedrijfsleven,
ja het geheele economische leven
zich weer normaal kan ontplooien.
In een gezond en bloeiend be
drijfsleven ligt voor den Staat de
belangrijkste bron van het belas
tinginkomen. De heer van San
dick besloot zijn betoog met uit
drukking te geven aan de overtui
ging, dat, hoe meer de Staat de
ontplooiing van het economische
leven in ons land stimuleert en be.
vordert, hoe meer de welvaart in
ons land zal terugkeer.en,
voorzien.
Vat men een algemeenen indruk
samen dan zou men kunnen zeg
gen, dat de grensbewoners in'eer-
ste instantie zeker niet onwillig
tegenover dc .plannen stonden,
doch dat kranten en politici druk
bezig zijn te trachten de stem
ming te doen omslaan. Het schijnt
evenwel dat deze kunstmatige
Van de tientallen boeren, die1 stemmingmakerij minder invloed
heeft op de boerenbevolking, die
banden van familie en vriend
schap over de thans gesloten
grensposten heeft behouden.
Overal spreken de boeren Ne-
derlandsch, overal zijn het men
schen van denzelfden aard en
godsdienst als over de grens. In
het te annexeeren deel van Bcnt-
heim was het Nederlandsch tot
zijn, onjuist is daar in de laatste in Nederland. Een groot deel voor den eersten wereldoorlog de
jaren de afgraving dezer venen der bevolking staat met een merk
doorkamp-bewoners was be- waardige onverschilligheid tegen-
gonnen. over het vraagstuk en geeft een
De stedelijke raden van Bent- onomwonden variant ,op de op-
heim en Nordhorn hebben zich merking van een boer uit het ge-
erover beklaagd, dat de toch reeds bied van Kranenburg„Dessen
zoo moeilijke textielvoorziening Brot man ist, dessen lied man
van Duitschland nog verder zou Singt". Zeer veelvuldig troffen
worden bemoeilijkt door de af- wij' ook de hoop, dat de corrcetie agitatie tegen de plannen dan ook
snijding van de bocht van Coe- ^spoedig zal doofgaan. Zij werd niet uit van de streekbewoners
taal van school cn kerk ch in de
Oud-Geteformeérde kerken werd
nog tot kort voor Hitiers' jaren
uitsluitend Nederlandsch gespro
ken. Eerst het nazi-bewind heeft
een einde gemaakt aan de alge-
heele oriëntatie van deze streek
op Nederland. Thans gaat er de
vorden, waar evenwel naar wij
hebben vastgesteld geen vezel tex
tiel vervaardigd wordt. Iets ver
der Zuidwaarts heeft men den in
druk willen wekken a'sof 35
voedselvoorziening van het Ruhr
gebied afhankelijk was van de
in het Zuiden openlijker uitge
sproken dan in het Noorden.
In Herzogenrath «waren wij
juist op het oogenblik, dat daar
het gerucht doordrong, dat ook
dit stadje in 'de plannen was op-
zelf doch van de stadjes Nord
horn en Lingen, die buiten de cor
rectie vallen en vreezen een deel
van hun achterland te zullen ver
liezen.
Zoo is het eigenlijk overal langs
de grens en wanneer men dan ook
Duitsche politici vergelijkingen
hoort maken met de annexaties in
het Oosten, die een verpauperde
genomen. Men verzekerde ons,
correctie der uitstulpingen in de dat de helft der bevolking er
Duitsche grenslijn bij Vredcn en zonder meer vóór was. De direc-
Klecf. I tie der groote glasindustrie in
Een tocht door de gebieden, die deze plaats rekende ons voor, dat millioenenbevolking over romp
door de gevraagde correcties bin- het derde deel der productie dezer Duitschland hebben uitgestrooid,
nen de Nederlandsche grenzen fabriek voldoende zou zijn om dan kan dat niet anders klinken
zouden komen te liggen, heeft ons Nederland van spiegelglas te dan als een groteske overdrijving,
de overtuiging gegeven, dat het
luidruchtige Duitsche misbaar om
de voorstellen een zeer hoog op
geschroefd vertoon is.
Twee omstandigheden zijn er
om dit te bewijzen: ten eerste de
aard en toestand van de gevraag
de gebieden en ten tweede de
wijze, waarop de in de betrokken
streken inheemsche bevolking ge
reageerd heeft-.
Het blijkt hier in hoofdzaak
te gaan om armelijke en uit land-
bouwkundig oogpunt gezien slecht
verzorgde gebieden. De wegen en
de afwatering laten zeer veel te
wenschen over. Een groot deel
van het land is nog niet in cul
tuur gebracht, de kleine zuivel-
fabriekjes maken een armelijken
indruk en aan de aardoliebronnen,
die hier mede in het geding zijn,
is blijkens de slechte communi
catiemiddelen, zeer weinig zorg
besteed.
Op de vraag hoe de bevolking
op de gestelde eischen reageert
luidt het antwoord:
Wij hebben een week in de
Duitsche grensstreek vertoefd en
er met menschen van allerlei slag
gesproken.
De algemeene indruk van deze
In de Kamer-vergadering van
j.l, Woensdag heeft de heer v, d.
F e 11 z het pleit gevoerd voor
de gedeeltelijke inpoldering van
het Sloc, dc indijking van den
Braakman en den aanleg van een
nieuwe binnenhaven te Breskens,
waarvoor hij een memoriepost op
de begrooting wilde zien uitge
trokken.
Blijkens de „Handelingen"
werd hierop door minister Vos
het volgende geantwoord:
De heer van der Feltz heeft
vragen gesteld over Zeeuwscji-
Vlaanderen; irt de eerste plaats
over de inpoldering van het Sloe
en den Braakman, en heeft er
daarbij terecht aan herinnerd, dat
een inpoldering van deze beide
gedeelten zou kunnen beteekencn
een verandering van den water
loop op de Schelde. Het is bekend,
dat wij' ten aanzien van werken,
die veranderingen in den water
loop op de Schelde kunnen ver
oorzaken, niet volledig vrij zijn.
-Ik zal gaarne bevorderen, dat de
studie, die allereerst noodig is
wanneer geen veranderingen zou
den ontstaan, zou de zaak gemak
kelijker zijn zoo spoedig mo
gelijk wordt voltooid, waarbij de
moeilijkheid in verband met de
aantrekking van arbeidskrachten
ook op dit gebied niet onderschat
mag worden.
De tweede vraag van den ge-
achten afgevaardigden had be
trekking op de haven van Bres
kens. Ik heb reeds als Minister
van Handel en Nijverheid deze
zaak van nabij kunnen volgen,
omdat de Minister van Wederop
bouw geen beslissing wilde ne
men over de vervulling van de
herstelplicbt elders, zender het
Departement van Nijverheid
daarin te kennen. De heer Rin
gers en ik hebben meermalen over
deze zaak geconfereerd en over
leg gepleegd in het afgeloopen
jaar. Oorspronkelijk, gezien de
groote moeilijkheden, waarvoor
Z,-Vlaanderen stond en ook
latende wegen de moeilijkheden
die bij herbouw in Breskens zou
den ontstaan voör de betrokken
fabriek aan verplaatsing waren
voor deze fabriek bijzondere voor
deden verbonden hebben wij
getracht in eerste instanfic de be
langen van Zceuwsch-Vlaandcren
te laten pracvaleercn boven die
van dc fabriek, Maar toen stond
het ook al 5050 (ik erken, dat
het nooit anders gestaan heeft).
Toen is er gekomen een brief
van den waarnemend burgemees
ter, die namens het gemeentebe-
j stuur mededeelde, dat Breskens
zelf geen prijs stelde op deze fa
briek. Welnu, toen wij deze mede-
I deeling kregen en er dus ook in
Breskens zelf blijkbaar eenige aar
zeling bestond, werd de zaak voor
ons iets gemakkelijker. Wij heb
ben toen getracht om, ook in ver
band met de geheele industriali-
satiepolitiek, te weten te komen
of in Breskens in snel tempo an
dere industrieën zouden tonnen
j worden gesticht. Ten slotte is een
gemeente als Breskens niet ge
baat bij een industrie, die er op
den duur toch liever niet zitop
l den duur gaat het hoofdbedrijf
dan toch over naar een andere
plaats. Wij hebben dus laten na
gaan of er andere industrieën ge-
vestigd konden worden. Hierover
is het onderzoek gaande.
Nu weet ik niet of het bren
gen van een memoriepost op de
begrooting een zoodanige toezeg
ging beteekent, dat men daaraan
houvast heeft. Het is veel beter,
wanneer de toezegging volgt, dat
wij inderdaad be belangen van
Breskens nauwkeurig blijven vol
gen en dat wij zullen trachten te
komen niet tot een memoriepost
voor deze zaak, maar tot een
reëelen post, want daaraan heeft
men ten slotte meer dan aan een
memoriepost, die misschien niet
wordt gehonoreerd. Ik zal het on
derzoek dan ook laten- aanvatten
en ik hoop voor Breskens, dat
daaruit zal blijken, dat men niet
alleen industrieele verlangens
heeft, maar dat ook de industri
eele mogelijkheden voldoende
groot zijn om dit project te lajcn
doorgaan, waarbij ook misschien
de ontwikkeling van de tolunie
met België een mogelijkheid ten
goede zal bieden. Ten aanzien van
de industrieele ontwikkeling van
Zceuwsch-Vlaanderen ben ik min
der gerust sedert het tot stand ko.
men daarvan.
GEMEENTERADEN.
Nederlandsche gedelegeerden bespreken de teruggave van aan
Nederland ontstolen schepen. Afgevaardigden der Nederlandsche
regeering, dhrn C. van Keulen (links) en lt. Arie Maas (rechts)
bespreken te Tokio met brig.-gen. Patrick H. Tansey de teruggave
van Nederlandsche schepen, welke door de Jappen tijdens den
oorlog werden gestolen.
10
Wij zullen voor het souper zijn
gastvrijheid inroepen. Wat
dunkt u er van, juffrouw Bar
rington?" voegde hij er aan
toe, zich tot haar richtend.
„Uw plan lacht mij van harte
toe", was het antwoord.
„Dan zijn we er allen mee
ingenomen", merkte hij lachend
°P.
Intusschen was het tamelijk
donker geworden. Hier cn daar
schommelden de papieren lan
taarns. Het getrommel nam nog
toe ln sterkte. De straten wa
ren zeer vol.
Terwijl zij voortstapten werd
■het geraas nog heviger. En tus-
schen het getrommel door hoor
den zij gelach en kreten van op
winding. Bij het omslaan van
een hoek kwam eem grillig ver
licht dier aankronkclen, 't Was
ongeveer 25 voet lang .en ver
volgde al kronkelend zijn weg.
„Wat aardig", riep een der
Engelsche meisjes. „Wat stelt
dat voor?'
„Een papieren draak", gaf de
dokter ten antwoord. We doen
het beste met op zij te gaan,
anders kon de draak het wel
eens in den -zin krijgen, ons te
verslinden".
Zoo ging hij dan gevolgd
door zijn gezelschap, in een
nauw zijstraatje staan, vanwaar
zij alles konden zien. Hij was
lang genoeg in China geweest
om te weten, dat vooral bij ge
legenheid van feesten de Chi-
neezen moeilijk in bedwang te
houden zijn. Kathlijn Barring
ton wist dit eveneens en maakte
zich beangst, dat de gelen hen
ontdekken zouden en jacht zou
den maken op die vreemde in
dringers.
„Praat vooral niet", fluisterde
zij de twee zusters in en ging
zelf vóór haar staan.
Gelukkig was de menigte zoo
zeer ingenomen met de prach
tige kronkelingen van den
draak, dat zij de vreemdelingen
in de schaduw van het steegje
niet bemerkten.
Toen de draak eindelijk voor
bij was en de S rootste men-
jchenmassa eveneens langs hen
heengegaan was, vervolgden zij
hun weg.
Geen der beide meisjes was
zich bewust geweest van eenig
gevaar, maar Forsyth en Kath
lijn Barrington wisten maar al
te goed, dat zulk een men-
schenmassa altijd gevaar ople
verde voor vreemdelingen.
Eindelijk kwamen zij in een
rustige straat, in verhouding
met de straat, die zij pas verlaten
hadden, tamelijk donker. Voor
een poort hielden zij stil. For
syth klopte luid. Sloffend kwam
iemand aanloopen en op het
herhaald geklop van den zen
deling vroeg een Chineesche
stem: „Wie is daar?"
Forsyth antwoordde. De stem
zei iets terug en vervolgens
klonk het geluid van zich ver
wijderende voetstappen.
„Uw vriend is blijkbaar een
voorzichtig man, dokter", meen
de een der zusters.
„Hij handelt verstandig op
een avond van een feestdag.
Het volk. is hier nogal vijandig.
Maar wie komt daar aan?"
Een draagstoel door twee
mannen gedragen, was den
hoek omgeslagen en naderde de
wachtenden. Naast de draag
stoel liep een derde persoon.
DOMBURG.
Vergadering van den gemeente
raad op Woensdagavond j.l. De
burgemeester deelde mede, dat
Domburg uit het fonds „Boomen
actie Walcheren" voor aanplan
ting een subsidie van f 1.per
inwoner /al ontvangen, waarvoor
de Raad zeer dankbaar was. Ver
der maakte hij bekend, dat in op
dracht van Ged. Staten de ver
goeding voor het gebruik van Re-
hoboth door de Chr. school is be
paald op f 5.per w^ck. Inge-
volgen een vroegere accoordver-
klaring zal de gemeente aan het
schoolbestuur f 240 vergoeden. De
heer Boersma vond nogmaals de
vergoeding te hoog.
Tot leden van de comm. tot
Wering van Schoolverzuim wer
den herbenoemd de heeren M. C.
Jellema, A. Goedhals, H. v. Sluys
en J. Brand en benoemd dhr J.
Provoost Joh.z.
De Raad besloot tot verlenging
der verzekering van gemeentegel
den en tot vernieuwing van de re
kening-courant overeenkomst met
de Bank voor Ned. Gemeenten.
Daarnaast werd op voorstel van
B. en W. een kasgeldleening aan
gegaan ten behoeve van het Wa
terleidingbedrijf.
De summiere verzekering der
gemeentegebouwen onderging een
verhooging van f 291.000 op een
half millioen, waaronder de nieu
we volkswoningen niet begrepen
zijn. De heer Wisse verklaarde
zich tegen verzekering. Hij zou
willen, dat het gemeentebestuur
ook zijn aandacht wijdde aan de
geestelijke belangen. Bij nadere
uiteenzetting bleek, dat de heer
I Wisse de meening der andere le
den wilde vernemen. Hem werd
I verzocht een voorbeeld aan te ha-
len, waarop hij de Zondagsslui-
I ting van de café's bepleitte.
Aangezien de andere leden zich
1 over die kwestie niet uitlieten,
dan wel practische bezwaren lie
ten hooren, konden B. en W. zijn
voorstel niet in hun vergadering
behandelen, doch verzochten spre-
ker in een volgende zitting een
I gedetailleerd voorstel in zijn geest
te doen, wat de heer Wisse toe-
zegde.
De heer Geldof besprak de be
hoeftige omstandigheden van een
gescheiden vrouw met haar kin
deren. Ze had tevergeefs bij de
diaconie en bij het B.A. om steun
verzocht. Spr. stelde voor, dat dc
Raad het B.A. zou machtigen als
nog hulp te verschaffen, doch
de heer Brand merkte op, dat het
i B. A. een zelfstandig lichaam is.
Voor die steunweigeriug zijn na
tuurlijk redenen. De heer Brand
wil als voorz. nog eens in overleg
treden met de Herv. diaconie en
zou voor hulpverleening zijn, als
er waarborgen gesteld konden
worden, dat de steun het gezin
ten goede komt. De vader der
kinderen is zoek en verwaarloost
zijn plicht. Er wordt aan zijn op
sporing gewerkt ten einde hem
tot de wettelijke uitkeering te
verplichten.
ELLEWOUTSDIJK.
Woensdagmiddag kwam de raad
dezer gemeente onder voorzitter
schap van den burgemeester in
voltallige vergadering byeen.
Een schryven was binnengeko
men van de gemeente Goes met
het verzoek om toekenning van
een subsidie in het tekort van
Ongetwijfeld iemand van ge
zag want bij de poort gekomen,
gaf hij bevel en terstond zetten
de dragers de stoel neer.
Uit de draagstoel klonk een
zachte kreet van pijn. Forsyth
deed een stap naar voren.
„Wat wcnscht u?" vroeg hij
in de landstaal.
„Mijn dochtertje Nan-Kung"
zei een beschaafde Chineesche
stem. „Zij is zeer ziek. Haar
voeten zijn gebonden, om ze
klein te houden(bij dc
Chineezen geldt het voor een
zeer godsdienstig cn voornaam,
kleine voeten te hebben; reeds
vroeg worden daarom de voe
ten in zwachtels gewikkeld om
op die wijze de groei der voe
ten tegen te gaan; gevolg is
.natuurlijk een vreeselijke, pijn
lijke vergroeiing der voeten).
Forsyth uitte een kreet van
verontwaardiging, greep dc lan
taarns van een der dragers en
hield die boven de open stoel.
Bij dit licht zag hij een klein
Chinees meisje van hoogstens
zeven jaar. Ze was rijk gekleed
in zijde maar haar gezicht was
verschnkkelijk bleek en de
gtoote, zwarte halve manen on
der haar gesloten oogen spra
ken van vree-elijk'. pij aan.
Toen het licht op haar viel,
opende zij eve* de oogen, die
gevuld waren met tranen en
weer ontsnapte een kreet van
pijn van haar bleeke lippen.
„Och arme kleine", fluisterde
een der Engelsche meisjes, wat
is ze ziele".
„Er zijn hier in China vele
duizenden zooals zij" antwoord
de Kathlijn Barrington,
„Hallo, Forsyth", klonk op
eens een stèm aan den anderen
kant der poort, „ben jij daar.
ouwe jongen?"
„Ja Burriet. Met gezelschap".
Het geluid van een houten
afsluitboom, die werd wegge
nomen, liet zich hooren. Daar
na draaide de poort open en
daar stond voor hen een man
met een lantaarn in de hand,
die op Dick Forsyth toeliep.
Voor hij dezen evenwel kon
verwelkomen wees Forsyth op
dc laatst aangekomenen.
„Bekommer jc niet om ons,
Burriet. Er is iemand hier die
je hulp komt inroepen voor een
kind, waarvan de voeten ge
bonden zijn. Het schijnt nog al
een voornaam persoon té zijn. 4
Help hem eerst maar. Ik zal
met mijn troepje den weg wel
vinden", (Wordt vervolgd.