Westkapelle dicht!
Een Holtandsch Huis in Oorlogstijd,
Uit de Schatkamer
onzer Letteren XXXVI
Een tocht langs de weder-
opbouwkampen in Zeeland.
De huisvesting is over het algemeen goed.
In Westkapelle een modelkamp.
Een jaar geleden
Succes na ka&de-n Mjd.
De Beurs
in geprikkelde
stemming.
FEUILLETON,
Op vele plaatsen in Zeeland beider» buitengewoon goed Is
Stijn er in den loop der laatste Het Zwltjcrsch barakkenkamp
maanden kampen verrezen, die
onderdak moeten verschaffen
aan de arbeiders „van buiten",
slaapplaatsen zijn. Er is ruimte
voor 260 man, die het kamp
zullen betrekken, zoodra de ar
beiders van den Rijkswater
staat er uit zijn. Een flinke
cantine wordt nog in gereed
heid gebracht,
Vanuit Westkapelle is het
gezelschap weer naar Vllssin-
gen vertrokken, waar In het
Strandhotcl een diner werd aan-
te Westkapelle maakt een goe- geboden. Des avonds werd in
dep indruk. Wij kwamen hier de cantine van het Zwitsersche
juist aan, toen het warme kamp een cabaret-voorstelling
avondeten klaar werd gemaakt, bijgewoond gegeven door het
en konden ons overtuigen, dat gezelschap van Dick Gabel, dat
de kwaliteit van het voedsel (en tot titel droeg „Masker af" en
dat geldt ook van het. brood/ in ernstige en luimige schetsjes
niets te we'nschen overlaat. en liedjes het leven op zijn wer
Trouwens, dat blijkt wel uit
gesprekken met de arbeiders,
die over het eten zoowel als
over de ligging geen klachten
hebben. Velen vertelden ons
zelfs het thuis niet zoo goed te
hebben en zouden niet graag
naar een ander kamp gaan. En
zoo moet het ook zijn, opdat
hun verblijf in Zeeland niet een
doorloopend klagen en zuchten
wordt. Er zijn in dit kamp 10
slaapbarakken van elk 2 ka
mertjes. Bovendien een prima
cantine, die zelfs voor de be
woners van Westkapelle een
toevluchtsoord wordt in de
avonduren. De arbeiders in dit
kelijken inhoud, ontdaan van
schijn en pose, wist te karak-
teriseeren.
Het aantal kampen
in Zeeland.
Er zijn op het oogenblik 14
kampen in gebruik in Zeeland
en de volgende week zullen er
waarschijnlijk weer twee in ge
bruik worden genomen, n.L het
kamp aan den Nadorst (reeds
gedeeltelijk bewoond) en een bij
Souburg op het vliegveld. De
kampen zijn berekend op een
tijd van S a 10 jaar. De bezet
ting der kampen is op het
kamp hebben met elkaar al1 oogenblik als volgtkamp
aardig wat bereikt op het ge- „Kinderzorg" te Middelburg
bied van ontspanning, sport en> (dat gedeeltelijk nog wel een
spel. jaar door de wederqpbouwar-
Viakbij dit kamp is er nog j beiders bezet zal blijven)200
een gebouwd, waaraan drie j mankamp Nadorstweg200
maanden geleden is begonnen j man
en dat mag doorgaan voor het
ideale kamp. Het is gezet door
den aannemer Proper en heeft
inderdaad recht op den naam
„arbeidershotel". Hier is mlet
alle practische bezwaren der
anderekampen rekening ge
houden en het geheel is zeer
geslaagd. Alles (waschgelegen-
heid, toiletten, kantoortje enz.)
is onder één dak: onderge
bracht door het midden loopt
een flinke gang; aan de voor-
zijdje liggen over de geheele
lengte der barak de dagverblij
ven, terwijl recht daartegen
over aan de achterzijde de
kamp Souburg (vlieg
veld) 85kamp Vlissingen I
(buitenhaven): 300; Vlissingen
III (Willem Ill-kazerne)225;
Zwitsersch kamp Westkapelle:
260; kamp Domburg: 280;
Grijpskerke'; 28; Huis ter Duin,
Zoutelande: 75; „Hotel Juliana"
te Zierikzee: 130; „Vogelen
zang" te Breskens: 210; „Hes-
dohuis" te Sluis: 170; „Potjes"
te Cadzand: 90; kamp op vei-
lfngsterrein te Goes60.
Een volgende maal iets over
de geestelijke en cultureele ver
zorging der arbeiders.
die ons hier bij den wederop
bouw komen helpen. Het groot
ste gedeelte der kampen bestaat
uit barakken, doch er zijn ook
eenige bestaande groote huizen
als kamp ingericht.
Deze week brachten wij, op
uitnoodiging^ van de „Provin
ciale Gommissie voor de Cul
tureele Verzorging van de Ar
beiders bij den Wederopbouw
in Zeeland" een bezoek aan
eenige kampen in Z.-Vlaande-
ren en op Walcheren. In gezel
schap van den heer J. v. Rin
gen, voorz. van het Bureau
Huisvesting en Verzorging
Werklieden Wederopbouw, te
vens ondervoorz, van de Cen
trale Comm. voor de Cult.
iVerz,, den heer J. Lieftinck,
secr. van de Centr. Comm.,
den heer L. Onderdijk, voorz.
der Prov. Comm. en den heer
M. H. Braat, secr., werd eerst
een bezoek gebracht aan het
kamp Vogelenzang te Bres
kens, dat zeer ongunstig ligt en
het eerste kamp van dit soort
in Z.-Vlaanderen is.
Het kamp in aanbouw buiten
Breskens zal over ongev. 136
maand gereed zijn en bestaat
uit vier groepen van vijf En-
gelsche nissenhutten. Deze ba
rakken zijn binnendoor door
een tusschengang met elkaar
verbonden de middelste barak
is de waschbarak en hier zijn
ook de toiletten. In de barak
ken, die plaats zullen bieden
aan 16 man elk, wordt een pla
fond aangebracht, terwijl de
ronde wanden worden wegge
werkt achter een muurtje. Het
voorste deel is dagverblijf, het
achterste gedeelte slaapplaats.
Er zijn flnke ramen in aange
bracht aan een voor de barak
ken gebouwde z.g. looze gevel
komt een aardig luifeltje. Iedere
barak is op een muurtje van
60 c.M. gemetseld. Een cantine,
kantoortje en een barak met
douche-cellen maken dit kamp,
met de parkjes, die worden
aangelegd, straks een. zeer goed
bewoonbaar oord.
Het Hesdohuis in Sluis, dat
pensionaat, ^at'nig" doo" °df 12 ,0ctober 1945 .4f ™<ldags tonnen gevaarten stroomde het
Joden tijdens de beTetting werd ?m- ^a.rt voorvyf ging het water by elk ty nog met
bevolkt en dat door de Duit bencht de wereld in: „West- groote snelheid naar binnen. En
DevoiKt en <lat door de Duit- kape,,e dicht En daarmede helaas was geetl kieikraan,
werd, nu precies een jaar gele- dus moesten de openingen met
den, aan binnen- en buitenland andere middelen woTden gevuld
verkondigd, dat een nieuwe en opgehoogd. Zandzakken
overwinning was behaald op de brachten uitkomst. Een moei-
golven. zaam karwei, zakje voor zakje.
De strijd was zwaar geweest.En dan gebeurde het nog vaak,
De krachten moesten worden dat bij een volgend tij een groot
verdubbeld en meer dan dat. De deel van de zandzakken was
zee liet haar prooi niet gemak- verdwenen,
kelijk los, nu ze ruim een jaar Behalve zand basaltsteen in
zich niet had te bekommeren de openingen. Met de hand
gehad om dijken en zecwerin- moest .die worden aangedragen 1
gen. 1 Voorlangs een steenrug; dat
Westkapelle had in spanning1 ging iets gemakkelijker, omdat
meegeleefd. Wanneer de man- ze van de steenschepen kon
nen op den dijk aan het werk worden gegooid. En dat was
waren dan gebeurde het vaak wat een mooi werk, vonden de
genoeg, dat de vrouwen een Westkappelaars 1 Liefst zoo
kijkje kwamen nemen. En bij hard mogelijk laten plonsen,
storm of wanneer er tegensla-1 De journalisten die op zoek
gen waren was alles, wat in het naar copie in die dagen nogal
dorp woonde, op de been, over-: eens een kijkje kwamen nemen,
dag en des nachts. De West- weten daarvan mee te praten,
kapelsche jeugd had een ideaal Het heeft verschillenden van
speelterrein gevonden in de hen een nat pak gekost. Zooals
zandbergen op het nieuw-aan- die eene keer, toen ze over een
gelegde dijkgedeelte. wankel weggetje van zandzak-
2 October was het gat al ge- ken over de betonnen gevaarten
blokkeerd, Er was heel wat in- Heen waren geklommen naar
gestopt; u herinnert zich die de kant van Zoutelande. Het
beroemde betonnen gevallen water kwam snel op en voor-
nog wel, ^jie van Londen naar langs lagen een, paar bak.ren
Walcheren waren gesleept, re- steen te lossen. Het water zou
serve-onderdeelen van de Nor- direct over de rug van de zand-
mandische kusthavens: Twee zakken heen zijn, dus werd van
sporen van den oorlog hier nog pontons, een betonnen schip en de andere zijde geroepen, on
goed te zien, niettemin is het twee beetles brachten de ver- middellijk terug te keeren, in
den kampleider gelukt, van het binding tusschen Noord en Zuid dien ze niet tot den volgenden
geheel werkelijk een „huis" te tot stand. vloed daar wilden blijven. En
maken, waarin een intieme enMaar er werd iets te vroeg de steengooiende Westkappe-
prettige sfeer heerscht. Dat gejuicht, want Westkapelle was laars kregen het verzoek even
blijkt ook wel heruit, dat de nog niet dicht. Dat zou nog met gooien op te houden, tot
verstandhouding onder de ar- tien dagen duren. Over de be- het gezelschap over was.
Minister Lieftinck geeft
nadere toelichting.
Donderdag stond de Amster-
damsche beurs op haar kop.
lil een persconferentie had mi
nister Lieftinck o.m. verklaard,
dat „er landsbelangen zijn die
hooger moeten worden aangesla
gen dan de belangen vpn een be
paalde groep effectenhandelaren
of zelfs van een instelling als de
Amsterdamsche Beurs als inter
nationaal orgaan".
Ter beurze hebben deze uitla
tingen groote verontwaardiging
gewekt.
Naar aanleiding hiervan heeft
minister Lieftinck een nadere ver
klaring gegeven.
Bedoeld was, dat indien de fa
ciliteit van een gedeeltelijke be
schikbaarstelling der opbrengst
in vrij geld niet het gewenschte
effect zou sorteeren ter verkrij
ging van de noodige deviezen voor
het herstel van ons productieappa-1
raat, de minister voor de meest
rigoureuze maatregelen niet terug
zou deinzen. De landsbelangen
n.l. zijn, of kunnen, in de toekomst
in een situatie geraken, waarin
men zich moet afvragen wat
zwaarder weegt: de belangen van
een bepaalde groep effectenhande
laren en zelfs van de Amsterdam
sche Effectenbeurs als internatio
naal orgaan, of het herstel van
Nederland.
Uit 's ministers betoog kwam
voorts tot uiting, dat de goedwil-
lenden uit financieele kringen, die
het landsbelang, waar dit parallel
kan loopen met het groepsbelang,
in het oog houden, de vereischte
samenwerking in het belang van
een spoedig nationaal herstel sti-
muleeren.
Provincienieuws
schers zwaar werd verdedigd.
Een goed ingerichte keuken, de
waschgelegenheid vlak bij de
slaapplaats en een aardig can-
tine-zaaltje, dat echter nog
moet worden opgeknapt, als
mede zes speciaal voor de ar
beiders aangebrachte douche
cellen en een ziekenkamer met
spreekkamer voor den dokter
zijn de dingen, die in dit monu
mentale gebouw opvallen.
Kampen op Walcheren.
Des middags werd geluncht
in de cantine van het Zwit
sersch barakkenkamp aan de
Vlissingsche buitenhaven. Daar
na werd eerst het „betonkamp"
te Koudekerke bezocht, dat van
buiten gezien een zeer frisschen
indruk maakt, doch waarvan
het interieur ons wel wat te
genviel. Het kamp is gebouwd
uit betonplanken, afkomstig
uit Amsterdam en door de
Duitschers bestemd voor den
bouw van noodwoningen in
Hamburg. Het kamp is speciaal
bestemd voor arbeiders van den
Dienst Landbouwberstel.
In Zoutelande is aan den
Duinweg het voormalige hotel
„Huis ter Duin" voor de ar
beiders ingericht. Al zijn de
Prompt werd aan dat verzoek
voldaan en zij namen een af
wachtende houding aan. Toen
kwam het gezelschap persmen-
schen op de wankele kade.
Voorzichtig werd verder geloo-
pen, tot plotseling hoog opspat
tend water hen deed stilhouden
Een spontaan gelach klonk van
de steenbakken en de ontnuch
terde journalisten hadden wei
nig tijd noodig om een recon
structie van het gebeurde te
vinden 1 Toen eindelijk allen de
andere zijde hadden bereikt,
werd het even stil; de steen-
gooiers wilden de schade opne
men I Die viel nogal meeeen
nat pak, dat echter in de Octo-
berzon spoedig weer droog was.
„Welbedankt mannen 1"
Maar de Westkappelaars zijn
niet altijd zoo in hun sas ge
weest als toen. Wie herinnert
zich niet meer he^ gevleugelde
woord „sabotage" uit de pe
riode omstreeks Koninginnedag
1945? Het liep nogal los, want
de dijkwerkers zagen zelf wel,
dat, al mochten ze dan wel eens
op bepaalde punten van mee
ning verschillen omtrent de
techniek van een dijkdichting,
de Waterstaat toch ook alles
op alles zette, om Westkapelle
zoo vlug mogelijk dicht te
krijgen.
Het zijn maar enkele herin
neringen die zoo opwellen bij
de herdenking van het éénjarig
bestaan der dijkdichting hier.
Mooie en minder aangename
herinneringen. Herinneringen
toch ook, die vermengd zijn
met vreugde om het feit, dat
hun dorp van het water is ge
red en rustig de loeiende na
jaarsstormen kan afwachten.
En het flitsende licht van den
hoogen vuurtoren vertelt den
zeeman, dat Walcheren weer
ligt in de veilige beslotenheid
van haar dijken.
De nood van Walcheren
in 1946.
Voor de N.C.R.V. zal Maan
dagavond 22.15 u. een vraag
gesprek worden gehouden met
de heeren Luyendykte Mid
delburg en Geschiere te Grijps
kerke, over actueele problemen
van stad en land.
Apotheken.
In de week van 12 t.m. 18 Oc
tober 1946 zijn voor avond- en
nachtrecepten geopend de volgen
de apotheken.
Tc Vlissingen: Ockenburg,
Walstraat
te Middelburg: v. d. Garde;
te Goes: la Porte.
Benoemingen.
Benoemd tot dijkgraaf van het
waterschap Noordgouwe, J. L.
Vis en tot gezworenen P. van
Hattem en A. M. Geluk, allen te
Noordgouwe;
tot lid van den Dykraad voor
de waterkeering van den calami-
teuzen Oost-Bevelandpolder,
vertegenwoordiger van dien pol
der -F. A. Bom te Wilhehnina-
polder (Kattendyke)
MIDDELBURG.
Christelijke Fiimactie.
Hoewel het de bedoeling van
de afd. Middelburg der Christe
lijke Film-Actie was, de beroem
de film „Henry V" op Woensdag
en Donderdagavond te vertoonen,
kon dit niet doorgaan wegens con
tractbreuk van een bioscoopexploi
tant in Amsterdam. Nu draaide
de film „De Zilvervloot", een
verzetsfilm, eenvoudig van opzet
en van een diepe strekking. Het
verhaal speelt zich in Holland af,
waar de eigenaar van een groote
scheepswerf zijn bedrijf in dienst
der Duitschers stelt. Eenige ar
beiders ontvangen geregeld brief
jes met raadgevingen voor sabo
tage e.d. van iemand, die zich Piet
Hein noemt. Den waren naam
kunnen zij niet ontdekken. De
scheepswerf-eigenaar staat in al
ler oog (eerst ook in die van zijn
vrouw) bekend als een collabora
teur; met de Duitschers staat hij
op zeer goeden voet.
Spannend weergegeven is de
scene van de proefvaart met een
juist afgebouwden onderzeeër,
waar de-wapens aan boord worden
gesmokkeld en later de Duitsche
bemanning buiten gevecht wordt
gesteld. De onderzeeër komt in
Engeland aan.
Meesterlijk is uitgebeeld de wij
ze, waarop de ondernemer zich
dan bekend maakt als Piet Hein
aan één van zijn arbeiders, die
wegens sabotage wordt gezocht.
Op een feestavond met de Duit
schers volgt de proefvaart met
een tweeden onderzeeër. Hij gaat
zelf mee en laat een briefje voor
zijn vrouw achter. En dit betee-
kent eigenlijk de totale strekking
van dit filmwerk: het zaad moet
in de aarde vallen om vrucht te
dragen, hier: vele levens moesten
worden gebracht, voordat de vrij
heid kwam. Dit is de groote waar
de van deze film, dat wij weer
dieper gaan beseffen (want waren
wij het bijna weer al niet ver
geten?), hoe duur onze vrijheid
is betaald en dat de idealen van
het verzet ook alles te beteekenen
hebben voor het leven na den
oorlog.
Eeuwenoude boom
omgevallen.
Bij de Noordbtug stonden twee
eeuwenoude platanen, die door de
overstrooming dood zijn gegaan.
Donderdag was men bezig ge
weest, deze boomen te rooien en
ze van onderen los te maken, om
ze dan Vrijdag omlaag te halen.
Voor één der platanen is dat laat
ste niet meer noodig geweest,
want Donderdagavond omstreeks
kwart voor tien werden de om
wonenden opgeschrikt door een
geweldigen dreun. Het bleek, dat
de boom dwars over den weg was
gevallen en den doorgang volledig
versperde. Men mag van geluk
spreken, dat de boom niet twee
minuten later is gevallen, toen de
bus naar Domburg passeerde.
Juist toen deze bus het Noord
plein opkwam, ging de boom naar
beneden, Men heeft daarna een
drietal roode lampen bij den boom
gezet, om automobilisten en fiet
sers te waarschuwen, dat zij
moesten omrijden. Vrijdagmorgen
is men begonnen met den boom
klein te maken.
Sociale verzekering.
Uitgaande van den Raad van
Overleg der drie vakcentrales te
Middelburg werd dezer dagen
door M. van den Bosch.
XX.
„Wacht eens even", Han
staat op het punt te vertrek
ken als Jaap nog iets uit zijn
portefeuille zoekt.
„Hier, heb je dit al gelezen?"
Dat is het lied van den Op
bouw.
„Neen, lees eens gauw voor 1"
Stumpers waren we en slam-
[pampers,
En we deden alles slecht.
Kijk de mof, die kan het beter
Is ons keer op keer gezegd,
't Germanendom is nu gekomen
Om te ord'nen in ons land,
Al wat was, moet ras ver-
[dwijnen,
Weg met 't vrije Nederland.
Voor ons oog gaat thans ver
grijzen
De perfect totale staat,
Geen gepraat meer en gezemel,
't Is de tijd nu van de daad.
De afsluitdij'k, 't werk van
[stumpers,
Daartoe was ons volk in staat. I
Rotterdam tot puinhoop maken,
Dat doen mannen van de daad.
Rembrandt, Heyermans, van
[Eden,
Vondel, Querido en Poot,
Troelstra, Kuyper en Thorbecke,
Oldenbarneveldt, De Groot,
Slechts een greep uit Holland's
[sufferSs,
Bouwers van een vrije staat.
Wat presteeren Hitler's helden?
Zij, die mannen van de daad?
Oorlog, domheid, sadisme,
[leugens,
Armoe, moord en Jodenhaat,
Slavernij van vrije volken,
Is 't werk van mannen: van de
[daad.
Voedsel, kleeding en verwar-
[ming,
Holland was geheel paraat.
Maar na enk'le weken ord'nen,
Is het hier slechts mondjesmaat.
Handel, scheepvaart en
[bedrijven,
Holland's glorie, Holland's lust,
Aangeraakt door Duitsche
[handen,
Sluim'ren nu in doode rust.
Arbeidsfront, Cultuur-
hernieuwing,
Winterhilfe, valsche geest.
Werkgemeenschap, arbeids
kampen,
't Is nog nooit zoo mooi geweest.
Weg die heilstaat, weg die
[schurken,
Weg die kwijlers van de daad!
Als je eens wist hoe wij
[verlangen,
Dat je eind'lijk zwemmen gaat 11
Ga toch gauw naar Engeland
[varen,
Verdrink dan allen in de zee.
Neem, 'tis onze laatste bede..
Alle N.S.B.ers mee.
Eenig, reuze gewoon! Mag
ik ook dat meenemen? Als je
er nog meer van hebt? Nee?
Nou ja, met één ben ik ook ai
tevreden."
„Is dat nu niet gevaarlijk?"
komt Boukje nog, „al die din
gen zoo maar bij je te dragen?"
„Ben je mail" Han heeft al
les al in haar tasch en samen
met Miep holt ze de deur uit
ze moet den trein nog halen.
't I s Oranje, 't b 1 ij f t
Oranje.
Miep zit leunend op haar
ellebogen met de vulpen in
haar mond en staart peinzend
uit het raam van haar kamer
naar buiten.
Ze is bezig een brief aan
Hannie te schrijven over hun
vacantie. Het plan is, dat ze er
samen een paar weken met de
fiets op uit zullen trekken.
Met een dapper glimlachje
heeft Hans, toen ze den laat
sten keer hier was het haar
zelf gevraagd„Miep, wat denk
je, ik heb drie weken in Augus
tus, en om al dien tijd thuis te
zitten daar heb ik ook geen zin
Als alles gewoon was ge
weest...."
Ze heeft die zin niet voltooid
en Miep schieten net als toen,
weer de tranen in de oogen als
ze er aan denkt, hoe het voor
Hannie had kunnen zijn. In
Augustusdan was ze
Henk's bruid geweest en nu.,
wanneer zal ze het nu zijn als
ze het ooit nog wordt ten
minste?
In haar laatsten brief heeft
Hannie er nog over geschreven,
dat het haar soms haast te veel
wordt, maar, dat ze juist
op die momenten de groote
troost voelt van de wetenschap,
dat we een Vader in de heme
len hebben. „Ja Miep, als ik
maar tot Hem ga, dat verlicht
altijd mijn verdriet en geeft me
weer kracht om verder 'te
leven...."
Hier onderbreekt Boukje be
neden haar gepeins.
„Miep, kom je om thee?"
„Joel"
Als Miep naar beneden gaat
haalt ze meteen de krant uit de
bus.
Aan den eenen kant is die
fijn tegenwoordig. Speciaal de
artikelen waarin de N.S.B.ers
er zoo van langs krijgen. Voor
die lui toch maar een, leelijke
strop, dat hun moffenvriendjes
daar nog geen eind aan ge
maakt hebben.
Jaap beweert, dat dat nog
wel zal komen, ze kunnen nu
eenmaal niet alles tegelijk,
maar eer ze daaraan toe zijn,
nou dan is de oorlog heusch
wel afgeloopen, zoo lang zal
dat niet meer duren.
„Nog nieuws", vraagt Jet als
Miep al lezende naar buiten
komt.
„NeeJa toch, wacht
even
(Wordt vervolgd.)
o.l.v. den heer P. Meliefste in de
Schouwburg-bovenzaal voor tal
rijke bij de bonden aangesloten
leden een causerie gehouden over
de sociale verzekering. Zoowel
Mr. A. C v. Epenhuijsen als de
heer Chr, de Bruin belichtten de
betcekenis en de organisatie van
de sociale verzekering, Na de
pauze werden vele vragen gesteld
die door de sprekers beantwoord
werden.
Schaap clandestien geslacht.
Toen een agent van politie te
Middelburg Dinsdagavond j.l.
arbeidscontróle uitoefende, trof I
hij in een pand twee mannen aan,
die een schaap frauduleus aan het
slachten waren. Het waren P. M.
en H. M., beiden te Middelburg,
tegen wie proces-verbaal, is op
gemaakt. Het schaap werd in be
slag genomen en is naar het
abattoir vervoerd.
Zaterdag j.l. werd uit de
Laan van Nieuwenhove een fiets
ontvreemd. Door de activiteit der
politie kon eenige dagen later de
dader reeds warden opgespoord.
Het bleek te zijn J. j. te M burg,
tegen wicn proccs-verbaai is op
gemaakt.
Eveneens werd bekeurd H.
D. v. M. uit Den Haag wegens
verduistering van een damespols
horloge en een bedrag van f 40.
Denk om de arbeidscontróle.
Den laatsten tijd is de politie
bezig met een intensieve arbeids
contróle. Nu werd A. H. te
M'burg. weer bekeurd wegens
overtreding der Arbeidswet. De
laatste maand zijn ruim 10 pro-
HET CHRISTELIJK ELEMENT
IN ONZE LETTERKUNDE. 16.
Dirck Raphaelszoon Camphuysen.
Een dichter, die zich in zijn werk nauw aansluit bij de marte-
laarslyriek der Dooperschen, houdt ons vandaag bezig. Dat wij in
zijn gedichten zoo vaak den toon der oude liederen der geloofs-
verdrukking kunnen beluisteren zal stellig voortkomen uit den sterk
Dooperschen inslag in des dichters geest en mede zijn oorzaak
vinden in de omstandigheid, dat deze zeventiende-eeuwer verschil
lende martelaars onder zijn voorouders telde.
In 1586 ontving de Gorcumsche chirurgijn Raphael Camphuysen
een zoon, die werd grootgebracht in de ijdelheid der wereld. Al
vroeg was Dirck wees. De jongeman toonde een groot talent te
bezitten voor de schilderkunst, maar, na zich eenigen tijd met de
studie der beeldende kunsten en der klassieken te hebben bezigge
houden verklaart hij nadrukkelijk, dat hij nimmer schilder wilde
worden. Als huisonderwijzer en secretaris treedt Camphuysen dan
het smaakvolle huis van den heer Van Boetzelaer binnen, waar
hij zich volkomen thuis gevoelt in zijn „costelijcke kleederen", met
„opstaende knevels op sijn spaens" en zéér lange haren. De vrouw
des huizes heeft een geschikte echtgenoote voor hem op 't oog, maar
Dirck geeft de voorkeur aan de vrouw van zijn eigen keuze. Zijn
betrekking moet hij dan opgeven om onderwijzer in Utrecht te
worden.
Na een zwaren innerlijken strijd 'besluit hij dan theologie te gaan
studeeren. Er komt een ommekeer in zijn leven:
Doe ick, als een dolend schaepken, afgegaan van 't rechte padt,
Ongewisse gangen dede en verkeerde wegen trat,
Bracht hij als een trouwe Herder, bracht hij mijne voeten weer
Op des levens rechte straten, om zijn Naems hoogh-waerde eer.
Wel heeft hij aamfhnkelijk met volle teugen de wereldsche ge
noegens gesmaakt, maar, zegt hij juichend,
Het Aardsche liet ik strijken varen),
En koos het Hemelsch deel
en vol dankbaarheid mag hij getuigen
Van 't Aardsch ben ik ontbonden,
Mijn God en ik zijn één.
Van 16171619 bekleedt Camphuysen dan te Vleuten het predik
ambt, waar hij de verkondiger werd van een Christendom van
verdraagzaamheid en liefde. De Dordtsche Synode ontzet ook hem,
den volgeling van Arminius, uit zijn ambt; maar toch wil de ont
slagen herder zich niet officieel bij de Remonstrantsche Broeder
schap aansluiten. Hij was een geboren prediker en vormde, overal
waar hij kwam of zijn woorden bekend werden, een soort eigen
gemeente, dwars door de bestaande groepeeringen heen. Er ging
een geweldigen invloed van hem uit en met name zijn gedichten,
verzameld uitgegeven als Stichtelijke Rijmen, werden zeer populair.
Vóór 1750 zag vijftig maal een nieuwe editie hiervan het licht!
Vermomd zwerft de achtervolgde predikant door het land, nu
hier, dan weer daar predikend, telkens ternauwernood ontsnappend
aan de handen van den schout. Eindelijk vindt hij rust in het vrij
zinnige Dokkum, waar hij met den vlashandel in zijn levensonder
houd moet voorzien. Op een-en-veertigjarigen leeftijd sterft hij
aldaar, in 1627.
Alle gedichten uit Camphuysens wereldschen tijd heeft hij zelf
„ten viere gedoemt en overgegeven", zoodat wij daarvan niets meer
over hebben. Des te beter kennen wij hem echter als stichtelijk
dichter. Strijden en christelijk leven, dit is het motief van haast
al zijn werk.
Christen mensche, wilt gij strijden? Strijden, dat gij overwint?
Overwint, dat gij der kronen kroon voor u bereided vindt?
Zoo moet gij verstaan en weten, waarom gij den strijd aangaat,
Wie uw vijand, welk het wapen, daar men hem mee wederstaat.
Die niet weet waarom hij strijdet, volgt niet recht zijn Kapitein.
Die zijns vijands niet is kundig, acht hem, tot zijn scha, te klein.
Die niet heeft waar mee te strijden, schoon hij al den strijd niet
[vrucht vreest).
Wordt in 't strijden licht verslagen, of geraakt straks op de vlucht.
Hij heeft het in zijn eigen leven ervaren, dat het meeste op aarde
strijd en bitterheid is. De geschiedenis van het oude Bondsvolk heeft
echter reeds getoond, dat de geloovige in den levensstrijd niet alleen
staat en Camphuysen zingt het den dichter van Psalm 125 na
Wat winden dat er ruischen, wat regen dat er plast,
Het hooge huis van Zion staat onbeweegd en vast.
Wat menschen dat er dreigen te moorden en verslaan,
Al die op God vertrouwen, en zullen niet vergaan.
De hooggetopte bergen zijn als een vaste schans,
Rondsom Jeruslem henen: geen vijand heeft er kans.
Gods toezicht die hij stadig rondsom zijn volk laat gaan,
Is haar als vaste muren, geen vijand kan der aan.
Hij zal 't rechtvaardig hoopjen, zijn duurbemind geslacht,
Niet eeuwig laten blijven in boozer menschen macht,
Niet eeuwig laten blijven in een zoo droeven staat,
Opdat het zijne handen niet uit en reik' tot kwaad,
God, die ze van u afwijst die 't kromme pad inslaan,
Doe wel den vromen herten die reine wegen gaan.
'k Bid dat gij dijn Israël den zoeten vrede geeft,
Den vrede laat behouden, zoolang maar als hij leeft.
God kan ons in deze wereld beproeven; het gaat den vromen
niet altijd goed, maar deze beproeving kan ten goede gedijen. En
als een waar dichter zingt Camphuysen het leed, maar ook zijn
Godsvertrouwen uit:
't En is niet alle tijd van vreugde, dat men zingt:
Ik zing, hoewel met pijn, smert en ellend omringd.
Bij menschen schijnt geen hulp: waar zal ik henen gaan?
Tot hem, daar vreugd en pijn en alles koomt vandaan.
Ik geef mij onder U, al valt het overhang.
Uw wijsheid weet waarom, Uw goedheid schikt hoe lang.
Uw goddelijke wil en kan niet zijn dan goed:
't Is wel, goedheids fontein, 't is wel al wat gij doet.
Uws geestes bijstand is 't die ik alleen begeer,
Opdat ik tegen U nooit zondig nimmermeer.
'k Wil willen wat gij wilt: maak dat des willens wil
Volkomen in mijn hert nooit van de uw verschil'.
Nu rust mijn ziel in God, uw God, die zoo goed is,
Die niet dan goed kan zijn, die uwe droefenis
Of wijslijk enden zal, of, zendt hij nooit een end,
Tiendubbeld reden heeft, waarom hij 't niet en zendt.
H. S.