Westkapelle dicht! Een Holtandsch Huis in Oorlogstijd, Uit de Schatkamer onzer Letteren XXXVI Een tocht langs de weder- opbouwkampen in Zeeland. De huisvesting is over het algemeen goed. In Westkapelle een modelkamp. Een jaar geleden Succes na ka&de-n Mjd. De Beurs in geprikkelde stemming. FEUILLETON, Op vele plaatsen in Zeeland beider» buitengewoon goed Is Stijn er in den loop der laatste Het Zwltjcrsch barakkenkamp maanden kampen verrezen, die onderdak moeten verschaffen aan de arbeiders „van buiten", slaapplaatsen zijn. Er is ruimte voor 260 man, die het kamp zullen betrekken, zoodra de ar beiders van den Rijkswater staat er uit zijn. Een flinke cantine wordt nog in gereed heid gebracht, Vanuit Westkapelle is het gezelschap weer naar Vllssin- gen vertrokken, waar In het Strandhotcl een diner werd aan- te Westkapelle maakt een goe- geboden. Des avonds werd in dep indruk. Wij kwamen hier de cantine van het Zwitsersche juist aan, toen het warme kamp een cabaret-voorstelling avondeten klaar werd gemaakt, bijgewoond gegeven door het en konden ons overtuigen, dat gezelschap van Dick Gabel, dat de kwaliteit van het voedsel (en tot titel droeg „Masker af" en dat geldt ook van het. brood/ in ernstige en luimige schetsjes niets te we'nschen overlaat. en liedjes het leven op zijn wer Trouwens, dat blijkt wel uit gesprekken met de arbeiders, die over het eten zoowel als over de ligging geen klachten hebben. Velen vertelden ons zelfs het thuis niet zoo goed te hebben en zouden niet graag naar een ander kamp gaan. En zoo moet het ook zijn, opdat hun verblijf in Zeeland niet een doorloopend klagen en zuchten wordt. Er zijn in dit kamp 10 slaapbarakken van elk 2 ka mertjes. Bovendien een prima cantine, die zelfs voor de be woners van Westkapelle een toevluchtsoord wordt in de avonduren. De arbeiders in dit kelijken inhoud, ontdaan van schijn en pose, wist te karak- teriseeren. Het aantal kampen in Zeeland. Er zijn op het oogenblik 14 kampen in gebruik in Zeeland en de volgende week zullen er waarschijnlijk weer twee in ge bruik worden genomen, n.L het kamp aan den Nadorst (reeds gedeeltelijk bewoond) en een bij Souburg op het vliegveld. De kampen zijn berekend op een tijd van S a 10 jaar. De bezet ting der kampen is op het kamp hebben met elkaar al1 oogenblik als volgtkamp aardig wat bereikt op het ge- „Kinderzorg" te Middelburg bied van ontspanning, sport en> (dat gedeeltelijk nog wel een spel. jaar door de wederqpbouwar- Viakbij dit kamp is er nog j beiders bezet zal blijven)200 een gebouwd, waaraan drie j mankamp Nadorstweg200 maanden geleden is begonnen j man en dat mag doorgaan voor het ideale kamp. Het is gezet door den aannemer Proper en heeft inderdaad recht op den naam „arbeidershotel". Hier is mlet alle practische bezwaren der anderekampen rekening ge houden en het geheel is zeer geslaagd. Alles (waschgelegen- heid, toiletten, kantoortje enz.) is onder één dak: onderge bracht door het midden loopt een flinke gang; aan de voor- zijdje liggen over de geheele lengte der barak de dagverblij ven, terwijl recht daartegen over aan de achterzijde de kamp Souburg (vlieg veld) 85kamp Vlissingen I (buitenhaven): 300; Vlissingen III (Willem Ill-kazerne)225; Zwitsersch kamp Westkapelle: 260; kamp Domburg: 280; Grijpskerke'; 28; Huis ter Duin, Zoutelande: 75; „Hotel Juliana" te Zierikzee: 130; „Vogelen zang" te Breskens: 210; „Hes- dohuis" te Sluis: 170; „Potjes" te Cadzand: 90; kamp op vei- lfngsterrein te Goes60. Een volgende maal iets over de geestelijke en cultureele ver zorging der arbeiders. die ons hier bij den wederop bouw komen helpen. Het groot ste gedeelte der kampen bestaat uit barakken, doch er zijn ook eenige bestaande groote huizen als kamp ingericht. Deze week brachten wij, op uitnoodiging^ van de „Provin ciale Gommissie voor de Cul tureele Verzorging van de Ar beiders bij den Wederopbouw in Zeeland" een bezoek aan eenige kampen in Z.-Vlaande- ren en op Walcheren. In gezel schap van den heer J. v. Rin gen, voorz. van het Bureau Huisvesting en Verzorging Werklieden Wederopbouw, te vens ondervoorz, van de Cen trale Comm. voor de Cult. iVerz,, den heer J. Lieftinck, secr. van de Centr. Comm., den heer L. Onderdijk, voorz. der Prov. Comm. en den heer M. H. Braat, secr., werd eerst een bezoek gebracht aan het kamp Vogelenzang te Bres kens, dat zeer ongunstig ligt en het eerste kamp van dit soort in Z.-Vlaanderen is. Het kamp in aanbouw buiten Breskens zal over ongev. 136 maand gereed zijn en bestaat uit vier groepen van vijf En- gelsche nissenhutten. Deze ba rakken zijn binnendoor door een tusschengang met elkaar verbonden de middelste barak is de waschbarak en hier zijn ook de toiletten. In de barak ken, die plaats zullen bieden aan 16 man elk, wordt een pla fond aangebracht, terwijl de ronde wanden worden wegge werkt achter een muurtje. Het voorste deel is dagverblijf, het achterste gedeelte slaapplaats. Er zijn flnke ramen in aange bracht aan een voor de barak ken gebouwde z.g. looze gevel komt een aardig luifeltje. Iedere barak is op een muurtje van 60 c.M. gemetseld. Een cantine, kantoortje en een barak met douche-cellen maken dit kamp, met de parkjes, die worden aangelegd, straks een. zeer goed bewoonbaar oord. Het Hesdohuis in Sluis, dat pensionaat, ^at'nig" doo" °df 12 ,0ctober 1945 .4f ™<ldags tonnen gevaarten stroomde het Joden tijdens de beTetting werd ?m- ^a.rt voorvyf ging het water by elk ty nog met bevolkt en dat door de Duit bencht de wereld in: „West- groote snelheid naar binnen. En DevoiKt en <lat door de Duit- kape,,e dicht En daarmede helaas was geetl kieikraan, werd, nu precies een jaar gele- dus moesten de openingen met den, aan binnen- en buitenland andere middelen woTden gevuld verkondigd, dat een nieuwe en opgehoogd. Zandzakken overwinning was behaald op de brachten uitkomst. Een moei- golven. zaam karwei, zakje voor zakje. De strijd was zwaar geweest.En dan gebeurde het nog vaak, De krachten moesten worden dat bij een volgend tij een groot verdubbeld en meer dan dat. De deel van de zandzakken was zee liet haar prooi niet gemak- verdwenen, kelijk los, nu ze ruim een jaar Behalve zand basaltsteen in zich niet had te bekommeren de openingen. Met de hand gehad om dijken en zecwerin- moest .die worden aangedragen 1 gen. 1 Voorlangs een steenrug; dat Westkapelle had in spanning1 ging iets gemakkelijker, omdat meegeleefd. Wanneer de man- ze van de steenschepen kon nen op den dijk aan het werk worden gegooid. En dat was waren dan gebeurde het vaak wat een mooi werk, vonden de genoeg, dat de vrouwen een Westkappelaars 1 Liefst zoo kijkje kwamen nemen. En bij hard mogelijk laten plonsen, storm of wanneer er tegensla-1 De journalisten die op zoek gen waren was alles, wat in het naar copie in die dagen nogal dorp woonde, op de been, over-: eens een kijkje kwamen nemen, dag en des nachts. De West- weten daarvan mee te praten, kapelsche jeugd had een ideaal Het heeft verschillenden van speelterrein gevonden in de hen een nat pak gekost. Zooals zandbergen op het nieuw-aan- die eene keer, toen ze over een gelegde dijkgedeelte. wankel weggetje van zandzak- 2 October was het gat al ge- ken over de betonnen gevaarten blokkeerd, Er was heel wat in- Heen waren geklommen naar gestopt; u herinnert zich die de kant van Zoutelande. Het beroemde betonnen gevallen water kwam snel op en voor- nog wel, ^jie van Londen naar langs lagen een, paar bak.ren Walcheren waren gesleept, re- steen te lossen. Het water zou serve-onderdeelen van de Nor- direct over de rug van de zand- mandische kusthavens: Twee zakken heen zijn, dus werd van sporen van den oorlog hier nog pontons, een betonnen schip en de andere zijde geroepen, on goed te zien, niettemin is het twee beetles brachten de ver- middellijk terug te keeren, in den kampleider gelukt, van het binding tusschen Noord en Zuid dien ze niet tot den volgenden geheel werkelijk een „huis" te tot stand. vloed daar wilden blijven. En maken, waarin een intieme enMaar er werd iets te vroeg de steengooiende Westkappe- prettige sfeer heerscht. Dat gejuicht, want Westkapelle was laars kregen het verzoek even blijkt ook wel heruit, dat de nog niet dicht. Dat zou nog met gooien op te houden, tot verstandhouding onder de ar- tien dagen duren. Over de be- het gezelschap over was. Minister Lieftinck geeft nadere toelichting. Donderdag stond de Amster- damsche beurs op haar kop. lil een persconferentie had mi nister Lieftinck o.m. verklaard, dat „er landsbelangen zijn die hooger moeten worden aangesla gen dan de belangen vpn een be paalde groep effectenhandelaren of zelfs van een instelling als de Amsterdamsche Beurs als inter nationaal orgaan". Ter beurze hebben deze uitla tingen groote verontwaardiging gewekt. Naar aanleiding hiervan heeft minister Lieftinck een nadere ver klaring gegeven. Bedoeld was, dat indien de fa ciliteit van een gedeeltelijke be schikbaarstelling der opbrengst in vrij geld niet het gewenschte effect zou sorteeren ter verkrij ging van de noodige deviezen voor het herstel van ons productieappa-1 raat, de minister voor de meest rigoureuze maatregelen niet terug zou deinzen. De landsbelangen n.l. zijn, of kunnen, in de toekomst in een situatie geraken, waarin men zich moet afvragen wat zwaarder weegt: de belangen van een bepaalde groep effectenhande laren en zelfs van de Amsterdam sche Effectenbeurs als internatio naal orgaan, of het herstel van Nederland. Uit 's ministers betoog kwam voorts tot uiting, dat de goedwil- lenden uit financieele kringen, die het landsbelang, waar dit parallel kan loopen met het groepsbelang, in het oog houden, de vereischte samenwerking in het belang van een spoedig nationaal herstel sti- muleeren. Provincienieuws schers zwaar werd verdedigd. Een goed ingerichte keuken, de waschgelegenheid vlak bij de slaapplaats en een aardig can- tine-zaaltje, dat echter nog moet worden opgeknapt, als mede zes speciaal voor de ar beiders aangebrachte douche cellen en een ziekenkamer met spreekkamer voor den dokter zijn de dingen, die in dit monu mentale gebouw opvallen. Kampen op Walcheren. Des middags werd geluncht in de cantine van het Zwit sersch barakkenkamp aan de Vlissingsche buitenhaven. Daar na werd eerst het „betonkamp" te Koudekerke bezocht, dat van buiten gezien een zeer frisschen indruk maakt, doch waarvan het interieur ons wel wat te genviel. Het kamp is gebouwd uit betonplanken, afkomstig uit Amsterdam en door de Duitschers bestemd voor den bouw van noodwoningen in Hamburg. Het kamp is speciaal bestemd voor arbeiders van den Dienst Landbouwberstel. In Zoutelande is aan den Duinweg het voormalige hotel „Huis ter Duin" voor de ar beiders ingericht. Al zijn de Prompt werd aan dat verzoek voldaan en zij namen een af wachtende houding aan. Toen kwam het gezelschap persmen- schen op de wankele kade. Voorzichtig werd verder geloo- pen, tot plotseling hoog opspat tend water hen deed stilhouden Een spontaan gelach klonk van de steenbakken en de ontnuch terde journalisten hadden wei nig tijd noodig om een recon structie van het gebeurde te vinden 1 Toen eindelijk allen de andere zijde hadden bereikt, werd het even stil; de steen- gooiers wilden de schade opne men I Die viel nogal meeeen nat pak, dat echter in de Octo- berzon spoedig weer droog was. „Welbedankt mannen 1" Maar de Westkappelaars zijn niet altijd zoo in hun sas ge weest als toen. Wie herinnert zich niet meer he^ gevleugelde woord „sabotage" uit de pe riode omstreeks Koninginnedag 1945? Het liep nogal los, want de dijkwerkers zagen zelf wel, dat, al mochten ze dan wel eens op bepaalde punten van mee ning verschillen omtrent de techniek van een dijkdichting, de Waterstaat toch ook alles op alles zette, om Westkapelle zoo vlug mogelijk dicht te krijgen. Het zijn maar enkele herin neringen die zoo opwellen bij de herdenking van het éénjarig bestaan der dijkdichting hier. Mooie en minder aangename herinneringen. Herinneringen toch ook, die vermengd zijn met vreugde om het feit, dat hun dorp van het water is ge red en rustig de loeiende na jaarsstormen kan afwachten. En het flitsende licht van den hoogen vuurtoren vertelt den zeeman, dat Walcheren weer ligt in de veilige beslotenheid van haar dijken. De nood van Walcheren in 1946. Voor de N.C.R.V. zal Maan dagavond 22.15 u. een vraag gesprek worden gehouden met de heeren Luyendykte Mid delburg en Geschiere te Grijps kerke, over actueele problemen van stad en land. Apotheken. In de week van 12 t.m. 18 Oc tober 1946 zijn voor avond- en nachtrecepten geopend de volgen de apotheken. Tc Vlissingen: Ockenburg, Walstraat te Middelburg: v. d. Garde; te Goes: la Porte. Benoemingen. Benoemd tot dijkgraaf van het waterschap Noordgouwe, J. L. Vis en tot gezworenen P. van Hattem en A. M. Geluk, allen te Noordgouwe; tot lid van den Dykraad voor de waterkeering van den calami- teuzen Oost-Bevelandpolder, vertegenwoordiger van dien pol der -F. A. Bom te Wilhehnina- polder (Kattendyke) MIDDELBURG. Christelijke Fiimactie. Hoewel het de bedoeling van de afd. Middelburg der Christe lijke Film-Actie was, de beroem de film „Henry V" op Woensdag en Donderdagavond te vertoonen, kon dit niet doorgaan wegens con tractbreuk van een bioscoopexploi tant in Amsterdam. Nu draaide de film „De Zilvervloot", een verzetsfilm, eenvoudig van opzet en van een diepe strekking. Het verhaal speelt zich in Holland af, waar de eigenaar van een groote scheepswerf zijn bedrijf in dienst der Duitschers stelt. Eenige ar beiders ontvangen geregeld brief jes met raadgevingen voor sabo tage e.d. van iemand, die zich Piet Hein noemt. Den waren naam kunnen zij niet ontdekken. De scheepswerf-eigenaar staat in al ler oog (eerst ook in die van zijn vrouw) bekend als een collabora teur; met de Duitschers staat hij op zeer goeden voet. Spannend weergegeven is de scene van de proefvaart met een juist afgebouwden onderzeeër, waar de-wapens aan boord worden gesmokkeld en later de Duitsche bemanning buiten gevecht wordt gesteld. De onderzeeër komt in Engeland aan. Meesterlijk is uitgebeeld de wij ze, waarop de ondernemer zich dan bekend maakt als Piet Hein aan één van zijn arbeiders, die wegens sabotage wordt gezocht. Op een feestavond met de Duit schers volgt de proefvaart met een tweeden onderzeeër. Hij gaat zelf mee en laat een briefje voor zijn vrouw achter. En dit betee- kent eigenlijk de totale strekking van dit filmwerk: het zaad moet in de aarde vallen om vrucht te dragen, hier: vele levens moesten worden gebracht, voordat de vrij heid kwam. Dit is de groote waar de van deze film, dat wij weer dieper gaan beseffen (want waren wij het bijna weer al niet ver geten?), hoe duur onze vrijheid is betaald en dat de idealen van het verzet ook alles te beteekenen hebben voor het leven na den oorlog. Eeuwenoude boom omgevallen. Bij de Noordbtug stonden twee eeuwenoude platanen, die door de overstrooming dood zijn gegaan. Donderdag was men bezig ge weest, deze boomen te rooien en ze van onderen los te maken, om ze dan Vrijdag omlaag te halen. Voor één der platanen is dat laat ste niet meer noodig geweest, want Donderdagavond omstreeks kwart voor tien werden de om wonenden opgeschrikt door een geweldigen dreun. Het bleek, dat de boom dwars over den weg was gevallen en den doorgang volledig versperde. Men mag van geluk spreken, dat de boom niet twee minuten later is gevallen, toen de bus naar Domburg passeerde. Juist toen deze bus het Noord plein opkwam, ging de boom naar beneden, Men heeft daarna een drietal roode lampen bij den boom gezet, om automobilisten en fiet sers te waarschuwen, dat zij moesten omrijden. Vrijdagmorgen is men begonnen met den boom klein te maken. Sociale verzekering. Uitgaande van den Raad van Overleg der drie vakcentrales te Middelburg werd dezer dagen door M. van den Bosch. XX. „Wacht eens even", Han staat op het punt te vertrek ken als Jaap nog iets uit zijn portefeuille zoekt. „Hier, heb je dit al gelezen?" Dat is het lied van den Op bouw. „Neen, lees eens gauw voor 1" Stumpers waren we en slam- [pampers, En we deden alles slecht. Kijk de mof, die kan het beter Is ons keer op keer gezegd, 't Germanendom is nu gekomen Om te ord'nen in ons land, Al wat was, moet ras ver- [dwijnen, Weg met 't vrije Nederland. Voor ons oog gaat thans ver grijzen De perfect totale staat, Geen gepraat meer en gezemel, 't Is de tijd nu van de daad. De afsluitdij'k, 't werk van [stumpers, Daartoe was ons volk in staat. I Rotterdam tot puinhoop maken, Dat doen mannen van de daad. Rembrandt, Heyermans, van [Eden, Vondel, Querido en Poot, Troelstra, Kuyper en Thorbecke, Oldenbarneveldt, De Groot, Slechts een greep uit Holland's [sufferSs, Bouwers van een vrije staat. Wat presteeren Hitler's helden? Zij, die mannen van de daad? Oorlog, domheid, sadisme, [leugens, Armoe, moord en Jodenhaat, Slavernij van vrije volken, Is 't werk van mannen: van de [daad. Voedsel, kleeding en verwar- [ming, Holland was geheel paraat. Maar na enk'le weken ord'nen, Is het hier slechts mondjesmaat. Handel, scheepvaart en [bedrijven, Holland's glorie, Holland's lust, Aangeraakt door Duitsche [handen, Sluim'ren nu in doode rust. Arbeidsfront, Cultuur- hernieuwing, Winterhilfe, valsche geest. Werkgemeenschap, arbeids kampen, 't Is nog nooit zoo mooi geweest. Weg die heilstaat, weg die [schurken, Weg die kwijlers van de daad! Als je eens wist hoe wij [verlangen, Dat je eind'lijk zwemmen gaat 11 Ga toch gauw naar Engeland [varen, Verdrink dan allen in de zee. Neem, 'tis onze laatste bede.. Alle N.S.B.ers mee. Eenig, reuze gewoon! Mag ik ook dat meenemen? Als je er nog meer van hebt? Nee? Nou ja, met één ben ik ook ai tevreden." „Is dat nu niet gevaarlijk?" komt Boukje nog, „al die din gen zoo maar bij je te dragen?" „Ben je mail" Han heeft al les al in haar tasch en samen met Miep holt ze de deur uit ze moet den trein nog halen. 't I s Oranje, 't b 1 ij f t Oranje. Miep zit leunend op haar ellebogen met de vulpen in haar mond en staart peinzend uit het raam van haar kamer naar buiten. Ze is bezig een brief aan Hannie te schrijven over hun vacantie. Het plan is, dat ze er samen een paar weken met de fiets op uit zullen trekken. Met een dapper glimlachje heeft Hans, toen ze den laat sten keer hier was het haar zelf gevraagd„Miep, wat denk je, ik heb drie weken in Augus tus, en om al dien tijd thuis te zitten daar heb ik ook geen zin Als alles gewoon was ge weest...." Ze heeft die zin niet voltooid en Miep schieten net als toen, weer de tranen in de oogen als ze er aan denkt, hoe het voor Hannie had kunnen zijn. In Augustusdan was ze Henk's bruid geweest en nu., wanneer zal ze het nu zijn als ze het ooit nog wordt ten minste? In haar laatsten brief heeft Hannie er nog over geschreven, dat het haar soms haast te veel wordt, maar, dat ze juist op die momenten de groote troost voelt van de wetenschap, dat we een Vader in de heme len hebben. „Ja Miep, als ik maar tot Hem ga, dat verlicht altijd mijn verdriet en geeft me weer kracht om verder 'te leven...." Hier onderbreekt Boukje be neden haar gepeins. „Miep, kom je om thee?" „Joel" Als Miep naar beneden gaat haalt ze meteen de krant uit de bus. Aan den eenen kant is die fijn tegenwoordig. Speciaal de artikelen waarin de N.S.B.ers er zoo van langs krijgen. Voor die lui toch maar een, leelijke strop, dat hun moffenvriendjes daar nog geen eind aan ge maakt hebben. Jaap beweert, dat dat nog wel zal komen, ze kunnen nu eenmaal niet alles tegelijk, maar eer ze daaraan toe zijn, nou dan is de oorlog heusch wel afgeloopen, zoo lang zal dat niet meer duren. „Nog nieuws", vraagt Jet als Miep al lezende naar buiten komt. „NeeJa toch, wacht even (Wordt vervolgd.) o.l.v. den heer P. Meliefste in de Schouwburg-bovenzaal voor tal rijke bij de bonden aangesloten leden een causerie gehouden over de sociale verzekering. Zoowel Mr. A. C v. Epenhuijsen als de heer Chr, de Bruin belichtten de betcekenis en de organisatie van de sociale verzekering, Na de pauze werden vele vragen gesteld die door de sprekers beantwoord werden. Schaap clandestien geslacht. Toen een agent van politie te Middelburg Dinsdagavond j.l. arbeidscontróle uitoefende, trof I hij in een pand twee mannen aan, die een schaap frauduleus aan het slachten waren. Het waren P. M. en H. M., beiden te Middelburg, tegen wie proces-verbaal, is op gemaakt. Het schaap werd in be slag genomen en is naar het abattoir vervoerd. Zaterdag j.l. werd uit de Laan van Nieuwenhove een fiets ontvreemd. Door de activiteit der politie kon eenige dagen later de dader reeds warden opgespoord. Het bleek te zijn J. j. te M burg, tegen wicn proccs-verbaai is op gemaakt. Eveneens werd bekeurd H. D. v. M. uit Den Haag wegens verduistering van een damespols horloge en een bedrag van f 40. Denk om de arbeidscontróle. Den laatsten tijd is de politie bezig met een intensieve arbeids contróle. Nu werd A. H. te M'burg. weer bekeurd wegens overtreding der Arbeidswet. De laatste maand zijn ruim 10 pro- HET CHRISTELIJK ELEMENT IN ONZE LETTERKUNDE. 16. Dirck Raphaelszoon Camphuysen. Een dichter, die zich in zijn werk nauw aansluit bij de marte- laarslyriek der Dooperschen, houdt ons vandaag bezig. Dat wij in zijn gedichten zoo vaak den toon der oude liederen der geloofs- verdrukking kunnen beluisteren zal stellig voortkomen uit den sterk Dooperschen inslag in des dichters geest en mede zijn oorzaak vinden in de omstandigheid, dat deze zeventiende-eeuwer verschil lende martelaars onder zijn voorouders telde. In 1586 ontving de Gorcumsche chirurgijn Raphael Camphuysen een zoon, die werd grootgebracht in de ijdelheid der wereld. Al vroeg was Dirck wees. De jongeman toonde een groot talent te bezitten voor de schilderkunst, maar, na zich eenigen tijd met de studie der beeldende kunsten en der klassieken te hebben bezigge houden verklaart hij nadrukkelijk, dat hij nimmer schilder wilde worden. Als huisonderwijzer en secretaris treedt Camphuysen dan het smaakvolle huis van den heer Van Boetzelaer binnen, waar hij zich volkomen thuis gevoelt in zijn „costelijcke kleederen", met „opstaende knevels op sijn spaens" en zéér lange haren. De vrouw des huizes heeft een geschikte echtgenoote voor hem op 't oog, maar Dirck geeft de voorkeur aan de vrouw van zijn eigen keuze. Zijn betrekking moet hij dan opgeven om onderwijzer in Utrecht te worden. Na een zwaren innerlijken strijd 'besluit hij dan theologie te gaan studeeren. Er komt een ommekeer in zijn leven: Doe ick, als een dolend schaepken, afgegaan van 't rechte padt, Ongewisse gangen dede en verkeerde wegen trat, Bracht hij als een trouwe Herder, bracht hij mijne voeten weer Op des levens rechte straten, om zijn Naems hoogh-waerde eer. Wel heeft hij aamfhnkelijk met volle teugen de wereldsche ge noegens gesmaakt, maar, zegt hij juichend, Het Aardsche liet ik strijken varen), En koos het Hemelsch deel en vol dankbaarheid mag hij getuigen Van 't Aardsch ben ik ontbonden, Mijn God en ik zijn één. Van 16171619 bekleedt Camphuysen dan te Vleuten het predik ambt, waar hij de verkondiger werd van een Christendom van verdraagzaamheid en liefde. De Dordtsche Synode ontzet ook hem, den volgeling van Arminius, uit zijn ambt; maar toch wil de ont slagen herder zich niet officieel bij de Remonstrantsche Broeder schap aansluiten. Hij was een geboren prediker en vormde, overal waar hij kwam of zijn woorden bekend werden, een soort eigen gemeente, dwars door de bestaande groepeeringen heen. Er ging een geweldigen invloed van hem uit en met name zijn gedichten, verzameld uitgegeven als Stichtelijke Rijmen, werden zeer populair. Vóór 1750 zag vijftig maal een nieuwe editie hiervan het licht! Vermomd zwerft de achtervolgde predikant door het land, nu hier, dan weer daar predikend, telkens ternauwernood ontsnappend aan de handen van den schout. Eindelijk vindt hij rust in het vrij zinnige Dokkum, waar hij met den vlashandel in zijn levensonder houd moet voorzien. Op een-en-veertigjarigen leeftijd sterft hij aldaar, in 1627. Alle gedichten uit Camphuysens wereldschen tijd heeft hij zelf „ten viere gedoemt en overgegeven", zoodat wij daarvan niets meer over hebben. Des te beter kennen wij hem echter als stichtelijk dichter. Strijden en christelijk leven, dit is het motief van haast al zijn werk. Christen mensche, wilt gij strijden? Strijden, dat gij overwint? Overwint, dat gij der kronen kroon voor u bereided vindt? Zoo moet gij verstaan en weten, waarom gij den strijd aangaat, Wie uw vijand, welk het wapen, daar men hem mee wederstaat. Die niet weet waarom hij strijdet, volgt niet recht zijn Kapitein. Die zijns vijands niet is kundig, acht hem, tot zijn scha, te klein. Die niet heeft waar mee te strijden, schoon hij al den strijd niet [vrucht vreest). Wordt in 't strijden licht verslagen, of geraakt straks op de vlucht. Hij heeft het in zijn eigen leven ervaren, dat het meeste op aarde strijd en bitterheid is. De geschiedenis van het oude Bondsvolk heeft echter reeds getoond, dat de geloovige in den levensstrijd niet alleen staat en Camphuysen zingt het den dichter van Psalm 125 na Wat winden dat er ruischen, wat regen dat er plast, Het hooge huis van Zion staat onbeweegd en vast. Wat menschen dat er dreigen te moorden en verslaan, Al die op God vertrouwen, en zullen niet vergaan. De hooggetopte bergen zijn als een vaste schans, Rondsom Jeruslem henen: geen vijand heeft er kans. Gods toezicht die hij stadig rondsom zijn volk laat gaan, Is haar als vaste muren, geen vijand kan der aan. Hij zal 't rechtvaardig hoopjen, zijn duurbemind geslacht, Niet eeuwig laten blijven in boozer menschen macht, Niet eeuwig laten blijven in een zoo droeven staat, Opdat het zijne handen niet uit en reik' tot kwaad, God, die ze van u afwijst die 't kromme pad inslaan, Doe wel den vromen herten die reine wegen gaan. 'k Bid dat gij dijn Israël den zoeten vrede geeft, Den vrede laat behouden, zoolang maar als hij leeft. God kan ons in deze wereld beproeven; het gaat den vromen niet altijd goed, maar deze beproeving kan ten goede gedijen. En als een waar dichter zingt Camphuysen het leed, maar ook zijn Godsvertrouwen uit: 't En is niet alle tijd van vreugde, dat men zingt: Ik zing, hoewel met pijn, smert en ellend omringd. Bij menschen schijnt geen hulp: waar zal ik henen gaan? Tot hem, daar vreugd en pijn en alles koomt vandaan. Ik geef mij onder U, al valt het overhang. Uw wijsheid weet waarom, Uw goedheid schikt hoe lang. Uw goddelijke wil en kan niet zijn dan goed: 't Is wel, goedheids fontein, 't is wel al wat gij doet. Uws geestes bijstand is 't die ik alleen begeer, Opdat ik tegen U nooit zondig nimmermeer. 'k Wil willen wat gij wilt: maak dat des willens wil Volkomen in mijn hert nooit van de uw verschil'. Nu rust mijn ziel in God, uw God, die zoo goed is, Die niet dan goed kan zijn, die uwe droefenis Of wijslijk enden zal, of, zendt hij nooit een end, Tiendubbeld reden heeft, waarom hij 't niet en zendt. H. S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1946 | | pagina 2