De Duitsche oorlogsmisdadigers.
Het jaar 1960
l/t/Ud Mest Ut SiamUs^e.
J
Weer strandleven in Zoutelande.
Gastvrouwen in de lucht.
keerpunt voor West-Europa
De Jongeling en de Man van vijftig,
Verruiming export
mogelijkheden tuinbouw
producten.
Het ging op revolutie lijken.
Optreden als een troep „wilde
honden", De officier eischte
6 maanden.
Zonsondergang.
Nog niet normaal,
doeh 't begin is er.
Mennonieten helpen
bij het herstel.
Vernietigend oordeel over de Duitsche laidars.
Sterker d»n ooit behccrschcn
feiten van den dag thans ons
bewustzijn. En boe kan het ook
anders? Gevaarlijke atoom-
proeven worden genomen, con
ferenties der Groote Vier en
debatten in, den Veiligheidsraad
getuigen van onverzoenlijke te
genstellingen, er is een wereld
voedselprobleem, en een „ijze
ren gordijn" dwars door Euro
pa intrigeert ons.
Maar er bestaan verschijnse
len op-langen-termijn, die mis
schien belangrijker zullen blij
ken dan deze onplezierige ac
tualiteit. Zoo is daar b.v. de be
weging der volkeren in Europa
en Rusland. Eenige geleerden
van de Princeton-universiteit
in de Ver. Staten brachten hier
over in een Volkenbondsuitgave
•en uitstekend gedocumenteerd
rapport uit, waarin ze aan de
hand van bevolkingsstatistieken
uit 1940 o.a. interessante voor
spellingen doen.
Zij kenschetsen de tegen
woordige situatie met de vol
gende woorden: Rusland is,
gsrekend naar de structuur van
zijn bevolking, een „jongeling
van vijf-en-twintig", West-
Europa een „man van vijftig".
Waarom? Wel, Rusland heeft
een Jonge" bevolking, d.w.z.
met een hoog geboorte en een
hoog sterftecijfer (veel kinde
ren en weinig ouderen) j zij n
bevolking heeft nog weinig
economische en technische er
varing, maar boort haar rijke
energiebronnen pas aan. Het
heeft onuitputtelijke reserves
in zij» bevolking voor vrede en
oorlog. West-Europa daarente
gen is „oud", het heeft een laag
geboorte- èa een laag sterfte
cijfer, maar telt daardoor ook
meer „grijsaards" dan kinde
ren. Zijn bevolking ie volrijp
en volwassen, teert op haar
verworvenheden en heeft de
waardigheid d-'e bij zijn leeftijd
past. Tusschen die twee gebie
den in liggen, demografisch ge
sproken (d.w.z. naar bevol
kingsaantal en -structuur),
Zuid- en Zuid-Oost Europa,
die., „vijf-en-dertig" zijn, om
dat daar relatief (wegens de
vele volwassenen in actieven en
vruchtbaren leeftijd) een vrij
hoog geboortecijfer en weinig
sterfte is.
Twintig eeuwen lang had
Europa in alle opzichten dus
ook demografisch de leiding
van da wereld. Zijn geheele be
volking (ponder Rusland) was
in 1940 vijf maal zoo groot als
ia 1650 en drie maal zoo groot
als in 1800, n.l. 400 millioen
menschen. Maar het ziet er
naar uit, dat het, in gezelschap
van Amerika, demografisch in
da komende decennia zal wor
den overvleugeld door het Oos
ten (Rusland, China, Japan).
Immers, bedoelde geleerden be
rekenen het volgende bevol-
kingsvcrloop voor Europa: in
1950, 415 millioen zielen (4
vermeerdering), in 1960: 421
millioen (1.4 stijging) en in
1970 417 millioen 1 daling).
En in deze periode 19401970
stijgt de Russische bevolking
van 170 tot 250 millioen zielen I
Wat deze ontwikkeling voor
West-Europa beteekent wordt
duidelijk, wanneer men weet,
dat de aanwas in Europa te
danken is aan Z. en Z.-O.-
Europa, waar de bevolking nog
tot 1970 zal stijgen, Een stra
tegisch gevolg is b.v., dat het
aantal mannen in West-Europa
tusschen 15 en 35 jaar in 1970
met 5 millioen zal zijn vermin
derd, terwijl Rusland er dan 13
millioen meer zal tellen (n.l. 43
millioen, tegen 30 millioen in
1940: dit is zooveel als Duitsch-
land, Engeland, Italië, Frank
rijk, Polen, Spanje en Roeme
nië samen).
Voor het economische leven
staan er in 1970, wanneer Rus-
lands mannelijke bevolking in
totaal met 38 millioen zal zijn
gestegen, in de U.S.S.R. drie
candidaten gereed om één uit
tredende te vervangen, in het
Westen maar één (in Z. en
Z.-O. Europa twee). In het
sterk geïndustrialiseerde Wes
ten zullen dus de „oudjes" lang
mee moeten, hetgeen een voor
deel is t.a.v, ervaring, maar een
nadeel aangaande soepelheid en
aanpassingsvermogen.
Als men tenslotte in aanmer
king neemt, dat het aantal
vrouwen van 15—44 jaar in
West-Europa in 1970 met 8 mil
lioen gedaald zal zijn (bij al
deze voorspellingen wordt
uiteraard niet gerekend met
oorlog en emigratie), terwijl
het in Rusland met 17 millioen
toeneemt (in Z. en Z.O.-Euro-
pa met 5 millioen), dan ziet het
er niet naar uit, dat Europa
aan déze zijde van het scherm
dezen wedstrijd zal winnen.
Zal echter de macht van
het getal beslissen over de
vraag of West-Europa ten
cmdor moet gaan? Het Ro-
meinsche Rijk ging in de
vijfde eeuw door geheel andere
oorzaken te gronde. West-
Europa kan met zijn geeste
lijke élite de schatten der
Christelijke cultuur overdragen
aan de nieuwe wereld, die zich
aan het vormen is. (Pen Gun.)
De Stichting van den Land
bouw heeft bij de Regeering
met klem aangedrongen op ver
ruiming van de exportmogelijk
heden, in het bijzonder voor
wat betreft de tuinbouwproduc
ten.
Het ten vorlgea jare opge
stelde export-programma, is
slechts gedeeltelijk uitgevoerd,
o.m. omdat aan den tuinbouw
niet die hoeveelheid brandstof
kon worden toegewezen, welke
voor bet tijdig ter beschikking
komen van deze quanta nood
zakelijk zou zijn geweest.
Hierdoor is niet alleen van de
verkrijging van een belangrijke
hoeveelheid deviezen moeten
worden afgezien en zijn ge
maakte afspraken niet nageko
men, doch kon tevens do zoo
noodzakelijke spreiding van het
product door middel van ver
vroeging niet worden verkre
gen, hetgeen op de binncnland-
scho markt tot groote moeilijk
heden aanleiding heeft, gegeven.
De Stichting dringt er voorts
op aan, dat de georganiseerde
land- en tuinbouw steeds blijft
ingeschakeld bij de afspraken,
welke door de Regeering om
trent deze exportaangelegenhe
den mochten worden gemaakt.
reden tot gTOOte zorg. Vele wel
putten zijn beschadigd en een be
hoorlijke voorziening is zoo niet
meer tc regelen. Over dit onder
werp worden nu met verschillende
daarbij betrokken instanties ouder
handelingen gevoerd.
De hulp aan het dorp.
Zoutelande was geadopteerd
door de gemeente Stolwijk, die
twee groote zolderschuiten met
meubelen cn andere huishoudelijke
artikelen aan het dorp ten ge
schenke gaf. Op het oogenblik is
er een groep Amerikaansche Men
nonieten, die daadwerkelijk mee
helpt aan het herstel. Zij wonen
in eigen barakken en zorgen ook
verder geheel voor zichzelf. Over
hun werk bestaat niets dan lof.
Een uitbreidingsplan.
Evenals andere dorpen heeft
ook Zoutelande een uitbreidings
plan. Dat was al langen tijd ge
leden gereed, doch moet nu ge
heel worden herzien i.v.m. de
plannen voor den aanleg v. hoofd
wegen op Walcheren. Het is nog
niet bekend, waar de weg zal
komen te loopen,door of langs het
dorp. Komt de weg er doorheen,
dan is er voldoende gelegenheid
tot uitbreiding. Overigens is men
in Zoutelande niet zoo bijster in
zijn schik over de nieuwe wegen-
pluimen. Zo zijn te veel bureau
werk cn niet genoeg aan de prac-
tijk aangepast. Er komen te wei
nig landbouwwegen in voor en
watergangen liggen soms op een
verkeerde plaats.
Het leven in Zoutelande gaat
desondanks weer zijn normalen,
rustigen gang. De badgasten
brengen wat vertier in het dorp
en op de gloeiend-heete middagen
is het, of het dorp uitgestorven i9
wanneer de groene blinden voor
de ramen zijn dichtgeklapt.
„Wat moet je nou weer?" schijnt deze kleine puk te willen zeggen,
want die aardige stewardess was net zoo'n mooi verhaaltje aan het
vertellen en nu komt die nare fotograaf weer storfen.
In Stavenisse is het, zooals men
weet, vorige week Maandag ru
moerig toegegaan. Er waren meu
belen aangekomen per schip van
den ex-bocrenleider Droogendijk.
Deze werden gebracht door sche
pen van Westbroek en Verstraa
ten, zwagers van D.
In het haventje ontstond ruzie,
toen de havenmeester opdracht
gaf aan Westbroek om zijn schip
te verhalen. Verstraaten bemoeide
zich er mee en gaf den haven
meester een stomp tegen zijn neus.
Doordat Verstraaten zoo partij
trok voor zijn zwager Droogen
dijk, die pas was ontslagen uit 'n
interneeringskamp, waren er toen
onregelmatigheden voorgevallen.
400 500 personen waren bij het
haventje samengetrokken om Ver-
straate en Westbroek lastig te val
len. De schepen werden bekogeld
met steenen en toen de meubelen
waren overgebracht naar een pak
huis, was het daar te doen. Ook
de woning van Wesdorp, 'n land
bouwer aldaar, moest het ontgel
den en ook zelf liep deze evenals
zijn vrouw, verwondingen op.
Zes personen nu uit deze tierende
volksmenigte, die beschouwd wer
den, de hoofdmannen te zijn,
stonden Zaterdag reeds te Middel
burg in spoedzitting terecht.
Het waren de 20 j. C. J. Brouw,
de 23 j. J. den Braber, de 22 j.
A. Stoutjesdijk, de 24 j. J.
Stoutjesdijk en zijn tweelingbroer
J. Stoutjesdijk en de 21 j. A. C.
Smits, allen te Stavenisse.
C. J. Brouw wa9 ten laste
gelegd het geweld plegen tegen
A. Wesdorp en het vernielen van
blinden en ruiten van diens wo
ning. O.a. nam hij een blind en
sloeg dit met kracht door de rui
ten.
J. den Braber had geweld
gepleegd tegen mej. Verstraaten
en A. Wesdorp. De woning van
de eerste had hij met steenen be-
I kogeld en haar zelf een klap met
een vuist op het hoofd gegeven.
Ook bij Wesdorp had hij met
steenen gegooid en de vrouw van
Wesdorp geslagen en geschopt.
Stoutjesdijk had geweld
gepleegd tegen mej. Droogendijk,
De dag gaat dalen
En eonmestralen
Kleuren 'tastmr.
zy doen de kruinen
Der hoog* duimen
Gloeien alt vuur.
Zij doen de spieg'ling
Der eee, vol wieg'lmg,
Glimmen eoo zacht.
'tis of het water
Met nacht geklater
Vriendelijk lacht.
Lieflijk, vredig schouwspel,
Dat myjn acmdaoht boeit,
Ik wil u bewond'ren
Vóór gij straks vervloeit
In een wasig duister,
Als de avond daalt;
En liet licht van Venus
Dit den hooge straalt.
B. DEN ENGELSMAN.
Middelburg.
Vriendelijke, frissche huisjes
hebben zich tegen de duinhelling
genesteld en roepen den bezoeker
toe, dat hier een badplaats ligt.
Wel niet zoo groot, doch met
eigen bekoring. Vooroorlogsch
is het strand- en duinleven ook
hier nog niet. Vier groote pen
sions aan den Duinweg zijn ver
woest of onbruikbaar. Eén werd
door de Duitschers verbrand, een
ander ging door een bombarde
ment en een derde door beschie
ting verloren. Zoodoende is de
pensionruimte uiterst beperkt en
zijn de gasten moeiiijk te bergen,
terwijl de aanvragen juist zoo
overstelpend zijn.
Het badstrand is geheel vrij,
maar het betreden is op eigen
risico. Hier staan weer de strand
huisjes in bonte rij als voorheen.
De duinen zijn voor een gedeelte
vrijgegeven; doch ook hier geldt
dezelfde restrictie.
De duinmuur in het dorp is ook
weer hersteld. Door de kolossale
amphibitanks, die na de bevrijding
van cn naar Westkapelle reden,
was de muur vernield. Een hoe
veelheid gevonden Duitsche beton,
palen kwam keurig van pas voor
de reparatie van den muur. Ook
aan de straten richtten de tanks
enorme schade aan. Het gebeurde
vaak genoeg, dat de straatsteenen
over de daken der huizen vlogen.
Nu zijn ook de straten weer her
steld, waartoe een stuk duinweg,
dat toch geen dienst deed, moest
worden opgenomen.
Het Willebrordsputje
en de kerk.
Vlak tegenover de uit de 12e eeuw
dateerende kerk staat de Wille-
brordusput, die er gelukkig goed
van af gekomen is. Alleen het dak
is wat beschadigd en moet worden
gerestaureerd. De put, eerst in
den duinmuur ingebouwd, staat nu
geheel vrij.
De kerk bracht het er niet zoo
goed vanaf. Door de beschieting
werd ze zwaar beschadigd en kan
tot heden nog niet worden ge
bruikt. Er is nu een noodkerk in
een Duitsche barak. Het restau
ratieplan is er al, ontworpen door
den arch. P. Messer te Amster
dam. Gelijktijdig met de kerk
wordt straks ook de put in be
handeling genomen.
Het dorp zelf.
Het heeft ook hier in de bevrij
dingsdagen nogal gespookt. Van
de 293 woningen, die het dorp rijk
is, moeten er 44 afgeschreven
worden. De andere waren zonder
uitzondering zwaar of licht be
schadigd. Op het oogenblik moe
ten er nog ong. 50 worden her
steld, doch hieronder zijn ook de
huizen begrepen, die van de inun
datie hebben geleden.
De evacué's zijn op een 20 i
30-tal na weergekeerd en de vluch
telingen van Meliskerke en West
kapelle zijn ook naar hun dorpen
terug.
De watervoorziening voor de
boerderijen buiten de kom geeft
In de deuropening van een glan
zende DC-3 staat de K.L.M.-
stewardess in haar keurig blauw
uniform en met een glimlach noo-
digt zij do passagiers uit haar
domein te betreden. Een oude
dame biedt zij haar helpende hand,
een vierjarige peuter, die luid
ruchtig protesteert tegen zijn te
korte beentjes, wordt veilig in
haar armen naar boven getrans
porteerd.
Do noodzakelijke formaliteiten
worden afgehandeld, de deur
wordt gesloten cn de reis neemt
een aanvang. De stewardess loopt
bedrijvig heen cn weer.
Geduldig legt zij alles uit cn be
antwoordt do vele vragen. Zij
verstelt do stoelen cu geeft aller
lei aanwijzingen. Haar functie is
een combinatie van verpleegster,
secretaresse, vriendin, moeder,
dochter, zuster cn vertrouwelinge
voor degenen die de reis in het
vliegtuig meemaken.
Als het toestel het luchtruim
heeft gekozen, deelt ze de route
kaarten uit en geeft een korte
beschrijving van het traject, dat
gevlogen zal worden. Het is hel
der weer en de passagiers kunnen
het landschap beneden zich mak
kelijk op de kaart volgen.
Haar volgende werkzaamheid
bestaat uit het klaarmaken van
den maaltijd, die in het vliegtuig
geserveerd zal worden: een kop
koffie, sandwiches, sinaasappels,
tabletten chocolade en andere lek
kernijen.
Bij het ronddienen maakt ze
hier en daar een praatje met de
verschillende reizigers en doet
haar best om zooveel mogelijk aan
hun wenschen tegemoet te komen.
„Hoe lang bent U al in dienst
van de K.L.M.?" vraagt een der
reizigers.
„Onze opleiding is 1 April be
gonnen, eerst hebben we 6 weken
theoretische kennis opgedaan, die
bestond uit het bijschaven van
Fransch en Engelscli, Spaansche
lessen, eenige kennis over vlieg
tuigen en de K.L.M. in het alge
meen. Daarna hebben we de prac-
tijk geleerd op de binnenlandsche
lijnen en vervolgens zijn we dienst
gaan doen op het Europcesche
luchtnet. Ook hebben we in de
passagekantoren gewerkt, en nog
steeds verrichten we administra
tief werk, als we gronddienst heb
ben. Thans wordt er van ons ver
wacht, dat we allround geschoold
zijn voor onze job. Een werk
kring, die niet bestaat uit een
louter luxe-lcventejc, zooals velen
zich wel eens voorstellen, maar
een vrij vermoeiend, hardwerkend
bestaan. Maar het geeft me een
gevoel van voldoening en het be
valt me best".
Dan, met een verschrikten blik
naar buiten, breekt zij het gesprek
af. „Het spijt mij, maar ik zie
dat we het vliegveld van Kopen
hagen, Kastrup, al naderen, ik
moet do passen gaan inzamelen".
Haastig gaat zij de rij langs
en haalt da passen op, die bij de
douane gecontroleerd moeten wor
den.
„Fasten your belts, please, we're
going to land".
Duidelijk kunnen de passagiers
het witte stationsgebouw op het
vliegveld Kastrup onderscheiden.
De landing levert met het mooie
weer geen moeilijkheden op en
als het vliegtuig tot stilstand is
gekomen, opent de stewardess de
deur.
Eén voor één verlaten do pas
sagiers het vliegtuig voor de pas
poort-controle. Do stewardess kijkt
op haar horloge. Twintig minuten
tijd, voordat het vliegtuig weer
naar Malmö vertrekt.
Zij kijkt om zich heen, voor
eenige minuten aan zichzelf over
gelaten. Ze is gelukkig, want zij
houdt van haar werk. Het is niet
alleen interessant en amusant,
maar evenals de andere „gast
vrouwen in de lucht", schept ze
het grootste genoegen in het feit,
dat haar aanwezigheid aan boord
van het vliegtuig de reis voor de
passagiers een klein beetje aan
trekkelijker en gemakkelijker
maakt.
Good luck, vliegende gastvrouw 1
De heer Bouwe Vlas, die sinds
1929 commandant was van het
Leger des Heils cn deze functie
in het begin van dit jaar neer
legde is in den ouderdom van
ruim 67 jaar te Zeist overleden.
Nederlandsche consul-gene
raal te Kaapstad verongelukt
Dr A. L. Wurfbain, de Neder
landsche consul-generaal te
Kaapstad, is bij het beklimmen
van den Tafelberg verongelukt.
Hij maakte een val van 4)4
meter en werd door neerstor
tend gesteente gedood.
VERLENGING
DIENSTPLICHT.
Het vorlongon van den tor-
mijn voor eorsto oefening,
waarvan in de Troonrode spra-
ko was, die thans voor hot
grootste dool dor miliciens 5%
maand is, zou volgons „Hot
Parool" botroldüng hebben op
ean vorlonging van don oer-
ston dionstplicht van 10 tot
12 maandon.
mej. Verstraaten en de vrouw
van Wesdorp. Beide eerstgenoem-
den had hij afgeranseld, de laatste
had hij met een blind op het hoofd I
geslagen.
De tweelingen Stoutjes-
d ij k hadden zich ook niet onbe
tuigd gelaten. De eene was bij
Wesdorp en de andere bij mej.
Verstraaten te keer gegaan. Ze
hadden met steenen gegooid, ter
wijl een van hen ook nog een tik
had uitgedeeld.
A. C. Smits tenslotte, bad
zijn handelingen „beperkt" tot
Buurtsche weg B 63. Hij gooide
daar met steenen en sloeg mej.
Droogendijk en mej. Verstraaten.
Bovendien schopte hij een kelder
venster in.
De Politierechter meende, dat dit „Wild West-ideeën"
zijn. Het gaat op een revolutie gelijken! De verdachten
moeten zich bij de door de autoriteiten genomen beslis
singen neerleggen en ze mogen niet optreden ais een
troep „wilde honden".
De Officier van Justitie achtte de feiten gevaarlijk en
ernstig. Dergelijke dingen werken aanstekelijk. Een
strenge straf is hier noodig. Het is hoogst minderwaardig
om met een club mannen twee vrouwen aan te vallen.
De Officier eischte daarop voor allen 6 maanden ge
vangenisstraf, waarvan 3 maanden voorw., met 3 Jaar
proeftijd en schadevergoeding binnen 9 maanden te ver
goeden en opdracht aan de Reclasseering voor toezicht.
De verdachten meenden, dat deze straf zeer zwaar is.
De hoofddaders lachen en wij moeten het opknappen,
zeiden zij. Bij Wesdorp waren misschien wel 300 menschen
bezig den boel kort en klein te slaan....
De Politierechter deed hierop uitspraak. HIJ achtte
een strenge straf op zijn plaats. Er zijn hier dingen ge
daan, die, als we ze in ons land toelieten, tot geweldige
buitensporigheden zouden leiden. De uitspraak luidde: 1
maand gev. straf met onmiddellijke gevangenneming.
'"Uyl BRAZILIË
PERU< Trlijldad"^
1 »ka Faz.
I BOLIVIA
|<«rU.piir
Ter oriënteering.
Hierboven Malino, waar de
Indische conferentie plaats had,
La Paz, de hoofdstad van
Bolivia, waar een revolutie-
storm woede en de plaatsen
waar thans in China weer
gevochten wordt. De Commu
nisten staan voor de poorten
van Nanking en Sjanghai.
Tsjang Kai Tsjek is een tegen
offensief begonnen tusschen
Laian en Nantoeng,
In de zitting van het triuu-
naai van Zaterdag heef Shaw-
cross, de Britsche aanklager,
zijn slotrede vervolgd.
„Er is geen verschil tusschen
het aandeel van Keitel en dat
van Kaltenbrunner", aldus zeide
hij. Eveneens achtte hij Doe-
nitz en Raeder schuldig aan de
beruchte orders tot moord op
scheepsbemanningen bewezen.
Vernietiging van volken
noemde hij een onderdeel van
de Nazi-idiologie cn hij zeide,
dat zij 12 millioen menschen het
leven had gekost. De methoden
verschilden van volk tot volk,
maar uiteindelijk was het doel
overal hetzelfde. In dit verband
wees hij naar Seyss Inquarts
maatregelen in Holland om Ne
derlandsche meisjes „weg te
geven" aan Duitsche soldaten.
Met schending van de Haag-
sche conventie wijzigde Seyss
hiertoe de Nederlandsche wet,
zoodat hij zelf voogd kon spe
len over meisjes als de ouders
weigerden toestemming te ge
ven tot het huwelijk met een
Duitscher. „Dit was een plan
om biologische krachten uit
het Nederlandsche volk ter be
schikking van Duitschland te
stellen alsof het handelswaar
betrof", zeide Shawcross.
Uitvoerig sprak hij over
de Jodenvervolging, die „al
leen reeds voldoende zou zijn
voor een oordeel over de
beschuldigden". Dramatisch
was de schildering, die
Shawcross gaf door middel
van een bloemlezing uit het
bewijsmateriaal. „Welk recht
op genade kan iemand doen
gelden die zij het indirect
een rol in zulke misdaden
heeft gespeeld? zoo vroeg hij.
Ook de slavenarbeid en de
systematische afslachting van
275.000 Duitschers, die wegens
ouderdom of gebreken geen
.productieve waarde" hadden,
werden uitvoerig besproken.
„Zij hadden geen medelijden en
hadden het Duitsche volk van
medelijden beroofd". Bij elk
der hoofdstukken van de aan
klacht stelde de aanklager vast,
dat iedere man in de beklaag
denbank geweten moet hebben,
van de misdaden, op reusachtige
schaal, die over heel Europa
gepleegd. Zijn bewijsmateriaal,
dat hij hiervoor en voor alle
punten in zijn slotwoord had
was zoo overvloedig, dat hij
schier bij eiken regel van zijn
meer dan 100 pagina's omvat
tend betoog verwees naar do
cument of getuigenis.
Aan het eind van zijn rede
keerde Shawcross zich naar de
beklaagdenbank om de schuld
der 21 mannen één voor één
vast te stellen. Goering teeken-
de hij als de architect van het
satanische drama.
Het feit, dat Schacht en Funk
hoofdzakelijk op het gebied der
economie werkten mocht het
tribunaal niet: blind doen zijn
voor hun belangrijk aandeel in
het algemeen plan. Schacht
hielp mee Hitier aan de macht
te brengen en hij bouwde de
oorlogseconomie op. Wel zeide
hij sedert 1938 tegenstander van
het regime te zijn, doch hij het jeugdbederf.
leende tot 1943 zijn naam als
minister zonder portefeuille
aan het regiem, welks misda
den hij kende.
„Wat betreft Seyss Inquart,
zoo vervolgde Shawcross, zult
u zich herinneren welke in
structies Goering op 26 Maart
1938 gaf voor de Jodenvervol
ging in Oostenrijk. Wat de Jo
den in Nederland aangaat geeft
hij toe, dat zij werden gede
porteerd. Hij wist, dat ze naar
Auschwitz gingen, maar zijn
onderzoek stelde vast, dat zij
in verhouding goed behandeld
werden. Is het aannemelijk, dat
Seyss Inquart, die toegeeft,
dat vele ernstige excessen voor
kwamen in Nederlandsche con
centratiekampen en die dit „in
oorlogstijd welhaast onvermij
delijk" vindt, die zeide, dat ia
vergelijking met de kampen in
andere landen „het ia Neder
land misschen nog niet zoo
slecht was", is het mogelijk,
dat deze man werkelijk over
tuigd was toen hij zeide te
mcenen, dat do menschen in
Auschwitz naar verhouding
„goed af waren"?
Hess werd een van de bou
wers van het monsterlijke par
tij-apparaat genoemd en mede
verantwoordelijk gesteld voor
de gruwelen in het Oosten.
Ribbentrop was niet alleen
een gemeene huichelaar, doch
evenals de rest ook een gewoon
moordenaar door de brutale
middelen, die hij voor de be
zette landen gepredikt heeft.
Keitel en Jodl hadden volgens
den aanklager de verantwoor
delijkheid voor de moorden van
het Einzatscommando niet kun
nen ontkennen en waren daar
door eveneens in moorden be
trokken. Voor Kaltenbrunners
schuld was Gisevius' getuigenis,
dat onder zijn leiding de Gesta
po nog misdadiger optrad dan
onder Heydrich, een afdoend
bewijs. Rosenberg's schuld als
grondlegger van de politiek ter
vernietiging der bevolking van
het Oosten kon niet worden be
twijfeld. Franik was de bewer
ker geweest van een der meest
bloedige en brute hoofdstukken
van de Nazi-historie. Frick was
verantwoordelijk voor de Jo
denvervolging en voor de moor
den op ouden van dagen, die
niet langer productief waren.
Over Streicher behoeft men
Tiiets te zeggen, zonder hem
had dit alles niet kunnen ge
beuren, hij heeft reeds lang het
recht verbeurd te leven. Funk
had het goud van de slachtof
fers der vernietigingspolitiek
ontvangen en bewaard en men
kwam hem overal tegen op de
duistere wegen van de Nazi's.
Was Doenitz onbekend met
misdaden, toen hij tot zijn vloot
sprak over „verspreiding van
het Joodsche gift", en toen hij
arbeiders uit concentratiekam
pen eischte voor zijn scheeps
werven? Ook Raeder had opge
roepen tot den strijd tegen het
Jodendom en hij was aanwezig
geweest toen Hitler in 1937 zijn
oorlogsplannen ontvouwde. Von
Schirach diende een molensteen
om den hals te krijgen voor