Haven van VMssingen Uit de Schatkamer onzer Letteren. DUITSCHLAND, Herv. Predikanten en de Politiek. nog steeds geblokkeerd, Gaat Zeeland weer in 't vergeetboek? ONWAARDIGE BEDELPARTIJEN. Schadelijk voor den Nederlandschen naam In het buitenland. Herverkavelingsplan is gereed, 't Wordt geen dambord! Bunkers worden als museum ingericht. van de Prinses door Brabant. zooals ik het zag. Het inrichten van een woning is nog altijd een moeilijk probleem. Fa H. BLOK ZONEN Een Christen-dichter bezingt de natuur. In de „C.H. Nederlander'' schreei C. E. Klink te Voor burg: Oj-. het ïctjo.blik nv ik dit '3 de uitslag van de ver kiezingen nog niet bekend, •flfant MW is de ^««rfavond van dtw 3?oc'.ïu dag. Mwr i'.t heb voor mij de vsr- kiezingslectuur die de laatste weken in mijn bus is gestopt. En dan constateer ik, dat van de vijf Ned. Herv. predikanten die in onze gemeente zijn, er twee zijn, die een beroep op de kiezers doen om op de P. v. d. Arbeid te stemmen. Eén be veelt de Chr. Hist. Unie, de vierde Ae Prot. Unie en de vijfde d* Partij van de Vrijheid aan. In de „Nieuwe Haagscjie Cou rant" doet een groot aantal althans betrekkelijk groot aan tal Herv. predikanten een beroep op de kiezers om toch vooral geen fouten te maken, maar te stemmen op Jan Schouten. Weer andere Hervormde pre-| dikanten trachten de kiezers te overtuigen, dat alleen de Staat- j kundig Gereformeerde Partij je ware ia. Ik heb naarstig gezocht of er misschien ook nog predikan ten zijn die mijn stem voor de communisten probeeren te win nen, maar ik heb ze niet .kun nen ontdekken, hoewel er wel predikanten schijnen te zijn die het wel doen. Ik weet niet, of dit nu- de nieuwe geest van „Gemeente Opbouw" is. Wel weet ik, dat de gemeente er geenszins door opgebouwd wordt en dat er overal in de gemeente, waar men ook komt in den. lande, deining en spanning is. Als men als kerkelijk ambts drager bij de menschen op huisbezoek komt, dan vraagt men ons advies. En als men dan achter Gemeente Opbouw wil staan, zegt men tot de men schen: „Ja kijikt u eens, de kerk mag u in dezen geen ad vies geven, dat moet u zelf we ten. U moet zoo stemmen, dat u het tegenover God kunt ver antwoorden." „Dat is een goedkoop smoesje", werd me dezer dagen geantwoord en de broeder, die dat zei, had m.i. volkomen ge lijk. Het is een „goedkoop smoesje". Maar in 's hemelsnaam wat dan? Moet ik dan zeggen, dat Ds A. en B., die voor de Partij van den Arbeid ijveren, er glad naast zijn, ett dat Ds C., die zich achfer Krijger schaart, ook dc plaak misslaat en Ds P di« hef voor Tilamn opneemt, dc keest van Gemeente Opbouw Mief vemtaat Of moet ik zeggendat is nu de geest van „Gemeente Op bouw" ieder doe wat goed is in zijn oogen en de een laat zijn licht schijnen in die partij en de ander in een andere groep, maar ze bedoelen toch heusch allemaal hetzelfde. Krachtens "de laatste uitsraak van de Synode moet ik tegen een modern georganiseerde zeg gen, dat hij niet verkeerd doet. maar dat hij te zorgen heeft, dat hij in dien kring een ge tuige van Jezus Christus moet zijn. Tegen de Chr. georgani seerde mag ik zeggen, dat hij niet verkeerd doet en dat hij bewarend werk doet, maar dat het toch niet ideaal is. Alleen de leden van de Eenheids Vakcentrale moeten we verma nen, dat daar hun 'plaats niet Is. Waarom eigenlijk? Als het ergens noodig is, dat men doorbreekt en zijn licht laat schijnen, dan is het toch wel in den ikring van de Een heidsvakcentrale. Men meene niet, dat ik den draak steek of een carricatuur wil maken van Gemeente Op bouw. Ik wensch het, volledig te steunen en er achter te staan. Maar dan zullen er toch grenzen getrokken moeten worden en heel duidelijk gezegd moeten worden wat we nu eigenlijk willen. MAANS VERDUISTERING. In den avond van 14 Juni is een totale maansverduiste ring ten deele waai te nemen. Van deze eclips kunnen we al leen het laatste deel zien om dat de eerste phase reeds is afgespeeld, vóórdat de maan opkomt. Reeds verschillende malen heb ben wij de aandacht gevestigd op de groote moeilijkheden, die ge paard gaan met 'het instandhouden van de veerverbindingen op de Zeeuwsche stroomen. Er is nu, ruim anderhalf jaar na de bevrij ding nog slechts één ferryboot in bedrijf en deze, de „Koningin Wilhelmina", moet ten spoedigste uit den dienst worden genomen wegens de averij, dc vorige week opgeloopen. Reservesc'hepen ont breken nog en het kost, zoodra een schip uitvalt, geweldig veel hoofdbrekens de verbindingen toch gaande te houden. Het is den laatsten tijd gebleken, dat talrijke Nederlanders zich niet ontzien brieven naar Amerika en andere ianden te zend'cn, waarin zij Wagen over fiiisstaudeo en onbillijkheden bij de verdeenng de» uit hei buitenland ontvangen Relief-gooiiereri, terwijl zij daaraan veelal particuliere steunaanvragen verbinden, weike het karakter van bedelpartijen dragen. Het behoeft geen betoog, dat deze handelwijze, weike den Nederlandschen naam in het buitenland onbereken baar schaadt, volstrekt moeten worden afgekeurd. Indien men bezwaren heeft tegen het beleid van een der met de verdeeling dezer goederen belaste instellingen, dient men zich in de eerste plaats tot de betrokken instelling zelve te wenden. Baat dit niet en meent men zijn grieven op deugdelijke gronden te kun nen handhaven, dan kan men zich terzake wenden tot het ministerie van Sociale Zaken, uiteraard met vermelding van namen en feiten. Op het publiek wordt een beroep gedaan om het euvel der bedel- klachten naar het buitenland met kracht te helpen bestrijden, met het oog op de ernstige schade, welke door dergelijke klachten aan den Nederlandschen naam in den vreemde wordt berokkend. S, 0. S. uit Vlissingen Het ergste van heel deze ge schiedenis is echter, dat er nog steeds twee ferrybooten op den bodem van den ingang der Vlis- singsche buitenhaven liggen, n.l. de .Prinses Juliana" en de „Prins Hendrik". Deze vormen niet sleohts een hinderlijk obstakel voor het gebruik van de haven van Vlissingen, maar bovendien heeft Zeeland groote behoefte aan deze schepen. Het wachten was en is op de bokken, die in ons land slechts in een zeer beperkt aantal aanwezig zijn en noodig zijn voor het herstel van de bruggen over de groote rivieren, het opruimen van obstakels voor den toegang van de groote havens enz. Doch al mag dit zoo zijn, wij kunnen ons niet aan den indruk onttrekken, dat als in zoovele gevallen ook hier1 Zeeland onder aan de lijst is geplaatst. Men heeft in Den Haag te weinig oog voor de groote moeilijkheden, waar voor onze provincie staat, speciaal met het oog op de verbindingen. Waarom was het niet mogelijk, de bokken gedurende korten tijd vrij te maken voor de karwei hier? Blijkbaar is aan het einde van 1945 de toezegging gedaan, dat de hier bedoelde schepen dit' voorjaar zouden worden gelicht. Een mededeeling dienaangaande troffen wij tenminste aan in „Voorlichtingsdienst" der provin cie van Dec. 1945. Voorts blijkt uit verschillende afleveringen van dit blad, dat het Prov. Bestuur met dit probleem doorloopend bezig is. Wij zijn nu echter al in Juni en er is nog steeds niets veranderd. Het telegram, dat on langs door het gemeentebestuur van Vlissingen aan den Minister raad en de-Ministers van Open bare Werken en Wederopbouw en van Verkeer en Energie is ge richt, schijnt voor kennisgeving te zijn aangenomen. Evenmin heb ben pogingen vanuit Zeeland, ge daan na het verzenden van dit telegram een stap nader tot het doel gebracht. Dit is een groote onbillijkheid tegenover Zeeland. Wij beseffen zeer wel, dat het materiaal, noo dig voor de bergingswerkzaamhe den, beperkt is. Plet betreft hier echter een levensbelang van onze provincie. HW gaat hier niet slechts om eéh locaal belang, doch om het behoud e« de ontwikkeling van de zeehaven van Vlissingen, om betere verbindingen met Z. Vlaanderen en om den wederop bouw van laatstgenoemde streek. Nu is er dan de mededeeling, dat eerst in het najaar van 1946 waarschijnlijk met het lichten een aanvang kan worden gemaakt. Wanneer dit niet eerder geschiedt, zal bij het steeds toenemend ver voer over de Schelde de verbin ding nog veel moeilijker worden. Dezer dagen is, zooals wij reeds meldden, één van (de Moefdijk- ponten in Zeeland aangekomen. Het is echter de vraag, of dit schip bij ruw weer de Sohelde- monden zal kunnen bevaren. Hoe Den Haag antwoordt niet. dit ook zij, wij vreezen, dat, wan neer deze zaak op haar beloop wordt gelaten, het behoud van enkele verbindingen in het voor jaar van 1947 zeer dubieus zal worden. Want al worden deze schepen nu spoedig gelicht, dan zal het nog resp. een jaar en zeven maanden duren voordat de schepen in gebruik kunnen worden genomen. Ais de „Prinses Juliana" zal zijn gelicht, moet naast conservee ring en herstel ook het casco nog worden verlengd, om het schip een gelijke snelheid te geven als het bouwnummer 215 (dat ligt voor het z.g. Eiland te Vlissingen en steeds dieper wegzakt, doch ge lijktijdig door de bokken zou kun nen worden gelicht). Van dit schip is de machine-installatie goeddeels gereed. Dit is ook het geval met de machine-installatie van de „Prins Hendrik", van welk sohip het casco reeds ver lengd is, doch waar de opbouw nog ontbreekt. Het ziet er met de verbin dingen in Zeeland voorloopig dus niet rooskleurig uit. Er is reden voor ernstige onge rustheid. Wij weten niet, wat de motieven in den Haag zijn, om hierin geen medewerking te geven. Waar wij met alle kracht op aandringen is: rechtsherstel voor Zeeland, dat de spits heeft afgebeten voor de bevrijding van heel ons werelddeel. (De laatste berichten omtrent het bezoek van Min, Ringers mel den, dat deze een spoedige oprui ming der wrakken toegezegd 'heeft. Zou Den Haag eindelijk antwoord geven? Een stevige Zuidwester slaat rusteloos en met een centoonig- heid, die toch altijd blij -t boeien, hooge, witgekuifde rollers stuk op den loggen basaltvoet van den Westkappelschen dijk. Wanneer je van Domburg komt, kletst je af en toe een striemende regenbui in het gezicht, die je, al is het dan Juni, tot op de hui.d koud maakt. Maar wanneer men naar het Zwitsersche barakkenkamp afdaalt, wordt het al wat stiller en in de luwte kan men herade men. Hoog boven den wind klinkt het lied van de zee, van de eeuwi ge golven, het refrein, dat iedere Westkappelaar kent. Maar het is ditmaal niet de zee, die ons naar Westkapelle voert, doch het dorp zelf, geschonden door vuur en water. Een paar laarzen zijn met dit regenweer geen overbodige luxe, om droogvoets in het gemeente huis, ondergebracht in een Zwit sersche barak, binnen te komen I Er is een briefje aangeplakt, dat de burgemeester vanavond om 7 uur spreekuur heeft, maar een be scheiden tikje op de deur ver kondigt nogal eens, dat men den burgemeester toch dringend even moet spreken voor een belang rijke zaak. Eu de burgemeester is een en al oor voor de zwarigheden en belangen van zijn gemeente naren. Het duurt te lang. Inderdaad, die moeilijkheden worden er niet minder op. Met een bewonderenswaardig élan heeft de bevolking zich door de ellende en tegenspoed heengesla gen. Met een verbeten trek om den mond heeft het gezwegen, maar de hand vaster geklemd om de schop, die het puin moest rui men, het puin vaak van eigen huis en bedrijf. Die periode is, over het geheel genomen, nu achter den rug en alle aandacht is ge concentreerd op de vraag: wan neer kan ik in mijn noodwoning en wanneer beginnen ze nu aan mijn huis? Zeer begrijpelijke vraag voor deze menschen, die vele maanden achtereen hebben gezworven over Walcheren en Zuid-Beveland en nu graag weer een eigen dak boven het hoofd willen hebben. Ongeveer 1600 in woners zijn weer terug op hun dorp. Nog 250 evacué's willen Uit Domburg en 250 andere West- kappelaars uit Zuid-Beveland terug keeren. De woningtoestan den zijn nog niet rooskleurig: tussohen de 25 en 30 gezinnen leven nog in bunkers, de rest in de 150 herstelde woningen, waar van er een gedeelte is afgekeurd, doch die maar gebruikt worden, omdat er niets anders is. De bouw der noodwoningen. Maar de noodwoningen dan? Westkapelle krijgt er 200 van het type Bruynzeel. Zij worden door een aannemer voor het Rijk ge zet (50 in de kom der gemeente en 150 op het Vroon) en door de gemeente geëxploiteerd. Van deze 200 noodwoningen zijn er nu 112 bewoond, doch wanneer men be denkt, dat met den bouw precies een jaar geleden begonnen is, dan kan men begrijpen, dat de West- kappelaars langzamerhand onge duldig beginnen te worden. Een complex noodwoningen b.v. zou reeds met Hemelvaartsdag zijn gereed gekomen, maar het zal wel diep in Juiii wórden, voordat de menschen erin kunnen gaan wonen, Ernstige klachten over herbouwplannen. De klaobten over de voorberei dingen voor den herbouw zijn van veel ernstiger aard. De oorzaak daarvan zijn de architecten (een tweetal uitgezonderd), die zoo goed als geen contact met de be trokkenen onderhouden. Zooals men zal weten, is voor Westka pelle Ir. Roosenburgh uit Den Haag supervisor. Daarbij zijn voor het dorp een zevental archi tecten aangewezen, waarvan de meesten buiten Zeeland, die de herbouwplannen van de huizen hebben te ontwerpen. Nu gaat het bezwaar niet tegen het feit, dat deze architecten geen Zeeuwen zijn, maar wel, dat zij geen reke ning houden met het specifieke, dat moet uitkomen in den her bouw van WestkJpelle. Want juist dit dorp vertoonde ook vroe ger een eigen stijl, al v/bren er dan misschien wanproducten in den dorpsbouw. Het feit, dat Westkapelle dicht bij de zee ligt, aan den voet van een reuzendijk en ook niet direct een dorp met een uitgesproken boerenbevolking genoemd kan worden, moet van grooten invloed zijn op het karak ter, dat den geheel eigen stijl van dit dorp tot uiting zal moeten brengen. Dat deze opgave bij zondere eischen stelt, is licht te begrijpen. Men moet zich het le ven der bevolking kunnen inden ken en er eigenlijk zelf tusschen hebben gewoond. Er moet echter geconstateerd worden, dat de schetsen, die door de architecten van buiten Zeeland zijn gemaakt, aan deze minimum-eischen niet voldoen. Dit is voor een zeer groot gedeelte een gevolg van het gebrek aan contact met Je dorps bewoners. Om een voorbeeld te geven; «en electriciën van het dorp wilde een schets voor zijn nieuw te bouwen pand maken. Hij wendde zich tot een architect, die hem vroeg, zijn wenschen den vol genden dag kenbaar te maken. Hoe kan iemand echter binnen een dag zeggen, hoe hij precies een huis wil zien ingedeeld? Maar het gevolg was, dat hij eenige weken later tot de ontdekking kwam, dat er een volledig plan van zijn huis bestond, zonder dat hem door den architect iets was gevraagd I Daar komt dan nog bij, dat de menschen zelf hun architect J moeten betalen. En dat honorari um bedraagt 7 van de bouw som, die per woning op gemiddeld f 6000.kan worden gesteld I Het valt natuurlijk toe te jui chen, dat niet aan één arohitect opdracht gegeven iS tot het maken Ongeval tijdens een tocht van de herbouwplannen. Want dit zou zeer waarschijnlijk wel tot eentonigheid aanleiding hebben De Amerikaansche jeep, die zijn nuttigheid en veelzijdigheid ge durende den oorlog op alle tooneel'en van den strijd bewees, heeft nog een nieuwe taak gevonden, n.l. die van brandweerauto. Uit gerust met pompen en een reddingsladder is het de ideale machine voor de brandweer op het platteland. Tijdens een demonstratie der vrijwillige brandweer te Berkey in Ohio bewees de jeep weer eens te meer zijn buitengewone hoedanigheden. gegeven. Aan den anderen kant echter moet ook in den bouw een zekere eenheid van compositie ge handhaafd blijven. Wat echter Tijdens het bezoek van H.K.H. Prinses Juliana aan Oost Noord-Brabant gebeurde. veel belangrijker isde huizen op den weg naar Gemert een moeten worden aangepast aan de ongeval, dat echter nog betrek, bewoners. Men kan dc huizen wel kelijk goed afliep. Bij het pas- zeer modern maken, doch vaak seeren van een woonwagen, sluit dit overdadige, het practische 1 welke op een terrein links van uit. Hoe kan een architect b.v. inden weg stond, kwam hieruit het pand van een handelaar, waar een circa 7-jarig meisje loo'pen veel met zakken meel enz. ge- om de Prinses te zien, waartoe sleept wordt, een glazen deur in zij den weg overstak, waarbij het portaal ontwerpen? zij in aanraking kwam met het Ook geen contact met zjjspan van een motor der het gemeentebestuur, rijkspolitie. De politieman haal de naar liniks uit, doch hij kon Niet alleen met de bevolking,niet verhinderen, 'dat het meisje doch ook met het gemeentebestuur ontbreekt het contact van de ar chitecten. Anders zou in vele ge vallen bemiddelend kunnen wor den opgetreden. Dit klemt des te meer, nu Westkapelle een ge meentebestuur heeft, dat a.h.w. tegen den grond gesmakt werd. Vervolgens reed de motor links van den weg tegen een boom. H.K.H. stapte onmiddellijk uit en begaf zich snel naar het slachtoffertje, dat inmiddels door een der leden van het ge. met het dorp één is geworden en vojg was opgenomen. De Prin- de menschen allen persoonlijk met seg begaf zich in den w0cnwa. naam en toenaam kent. Wanneer gen waar Z\] geruimen tijd ver- straks de eerste bouwvergunnin- ^leef. gen worden gevraagd, kan het j jjet k;nd j,ad, behalve ontve- zeer goed gebeuren, dat het &e- Ungen, een hoofdwonde. Het meentebestuur zal weigeren, die had voorts ,h€t bewustzijn ver af te geven, omdat de woning met lor,en doch het kwam weer voldoet aan de eischen, die zij di bij_ De motorrijder in het geheel van het dorp heeftmet den scbrik vrij ter_ te vervullen. Dit alles kan echter voorkomen worden, wanneer de samenwerking tusschen architec ten en betrokkenen eenerzijds en wat het gemeentebestuur ander zijds inniger wordt. Want bij heel dit herbouwprobleem moet toch het belang der bewoners voorop staan. Zeker hebben zij soms wen schen, die i.v.m. geldende hygië nische voorschriften e.d. niet in gewilligd kunnen worden, (bed steden b.v., ai zijn zelfs de geleer den het over de voor- en nadeelen wijl zijn collega in het zijspan een kniewond opliep. Na circa een half uur kon de tocht voortgezet worden. ningwet maar kan. Tenslotte moe. ten de bewoners zelf in deze bui zen leven en niet de ontwerpers I Het betreft hier in het geheel een 500 woningen. Van ruim een vier de gedeelte dezer woningen zijn reeds schetsplannen gereed. Bij de betrokken architecten is nu met daarvan nog niet eens I), maar aan klem aangedrongen op een veel den anderen kant moet met hun nauwer contact met bevolking en verlangens zooveel mogelijk wor- gemeentebestuur en de verwach- den rekening gehouden als datt'n6 bestaat, dat dit zal helpen, binnen de bepalingen van de Wo- (Slot volgt). (Van 'n specialen correspondent) VII. In Iserlohn te gast. Den eersten Zondag, die ik in Duitschland doorbracht, bleei ik in iserlohn. Dit is een aar dig stadje, op een lagen berg temidden van hoogere bergen gelegen. Het voor de oorlogscorres pondenten gereserveerde hotel was te klein, zoodat in een par ticulier huis eenige kamers moesten worden gevorderd, om ook daar 's nachts journalisten te kunnen herbergen. Ik kreeg daar een goede kamer, waar door de vrouw des huizes uit stekend voor me werd gezorgd. Dit gezin bestond uit vader, moeder en één dochter. Zij wa ren blij, dat ik geen Engelsch- man, maar een Hollander was. Oorspronkelijk hoorden zij thuis in Bochum, maar waren al in de eerste oorlogsjaren „uitge- bombardeerd loen was het hun nog gelukt, een deel van dit huis in Iserlohn te krijgen. In dezelfde woning vertoefde nog een 3-tal gezinnen. Verscheidene malen heb. ik met deze menschen gesproken. De man was vrijmetselaar en stond als zoodanig niet in een besten reuk bij de Nazi's. De Nazi s \bij hem trouwens ook niet. Bij deze menschen vond ik, wat ik in Duitschland bijna overal ben tegengekomeneen zekere fatalisme, een moeheid en groot pessimisme ten aan zien van de toeikomst. Wanneer ik beweerde, dat ook Duitsch land in Europa een bepaalde plaats moet innemen, zij het een andere plaats dan tijdens het Derde Rijk werd ge- wenscht, haalden ze de schou ders op en meenden, dat zij niet meer zouden beleven, dat er iets in hun vaderland weer goed werd. Als ik dan vroeg of zij niet, evenals wij in Nederland, het meeste te lijden hadden gehad van het gemis aan geestelijke vrijheid, dan stemden zij dit slechts schoorvoetend toe. In derdaad vindt de Duitscher geestelijke vrijheid een schoone zaak, maar hij weet niet goed, hoe hij er mee aan moet. Dat komt door twee dingen. Hij is er door jarenlange druk volkomen aan ontwend en zijn psychologische aanleg vraagt eenigen dwang. De Duitscher gehoorzaamt nu eenmaal graag een „sterken man". En ik weet niet, of de bezettende mach ten met deze psychologische gesteldheid van het Duitsche volk voldoende rekening hou den. De voedselpositie baart iedere huisvrouw zorg. Aardappelen zijn er niet. Tweehonderd gram brood is het dagelijksch rant soen. Per 14 dagen ongeveer 125 gram margarine. De zwarte handel tiert dan ook welig. 's Zondagsmorgens ging ik mee naar de kerk. Een Luther- sche pastor nam de zgn. „Prü- fung" af van een 30-tal jon gens en meisjes, die den vol genden Zondag den toegang tot het Heilig Avondmaal zou den verkrijgen. Deze Prüfung, het onderzoek naar de kennis der Waarheid heeft in de Duit sche Luthersche kerk in een plaats. De meeste kinderen wa ren zeer vrijmoedig in hun ant woorden. 's Middags bracht ik een be zoek bij een ouden man, die boven op den berg woonde en, naar ik wist, heel veel in Hol land gereisd had Toen ik met mijn gastvrouw, die hem van te Toch zijn. de laatste maanden vele jonge echtparen en gedupeer den er in geslaagd dit probleem op te lossen. Nu hebben zy een ge zellig ingericht huis. Komt U ook eens met ons praten? Het inrichten van Uw huis zal dan veel gemakkelijker worden. KAPELLE (Z.B.) Tel. 200 (K 1102) (Ingez. Med.) voren gewaarschuwd had, bij hem kwam, was de 80-jarige zoo blij als een kind. Toch was ook hij, ondanks zijn liefde voor Nederland (hij noemde dit zijn tweede vaderland) een echte Duitscher. Ik kon hem bijna niet uit het hoofd praten, dat er in Mei 1940 in Zuid-Ne derland Franschen waren; toen de Duitsche inval begon. Hij zag de Nederlanders als ver standige menschen en meende, dat Generaal Winkelman wel anders gehandeld zou hebben, als de Duitsche bevelhebber hem geen 3 uur, maar 10 uur bedenktijd zou hebben gegeven. Van mijrt bewering, dat wij zelfs geen uur bedenktijd had den gehad maar dat de inval tegelijk met de overhandiging van het beruchte memorandum had plaats gehad, wilde hij niets weten. De Duitsche mislei- dingspropaganda had goed ge werkt I M. K. POOL. XIX. Leven en werk van Guido Gezeile. 3. Heer, beste, waar zijn „Vlaamsch herte" vol van was. Hij bracht u- u zijn liefde voor de schoonheid, mijn hert is en maai. bovenal zijn innige ge- u IschuKiig, Joofsovertuiging op zijn discipe- Jt bermhertig, en Jen Qver £n ook deed bjj in hun harten een vuur ontbran den, dat later heel Vlaanderen in een laaienden gloed zou zet ten. Hugo Verriest getuigde er maar gij duizendmalen meer verduldig als dat ik boosaardig ben; geef mij dan, o Heer, ik vraag [hel, 'at" van: „Het is als leeraar zijn werk en macht geweest 'ik heb gezondigd, ik beklage help my, God 1 Vergeef het mij I Zoo zong de christen-dichter Gezeile zijn geloofsovertuiging uit. Gezeile, de begenadigde kunstenaar, voor wien alle schoonheid ter wereld sprak van Gods liefde voor üen mensch. Deze goddelijke barm hartigheid geeft het werk van den Vlaamschen zanger een blijden toon van dankbaar ge nieten. En vaak is deze blijd schap met diepen weemoed ge mengd. De mensch gaat zoo vaak aan de schoonheid in het leven met gesloten oogti voorbij O, ruischen van het ranke riet I hoe menig mensch aanschouwt [u niet en hoort uw zingend' harmonij, doch luistert niet en gaat [voorbij I yoorbij al waar hem 't herte [jaagt, voorbij waar klinkend goud hem [plaagt maar uw geluid verstaat hij [niet, o mijn beminde ruischend riet i Gezeile heeft -het in zijn le ven verre van gemakkelijk ge had. Aanvankelijk moest deze teerbesnaarde gevoelsmensch lesgeven in handelskennis, welke lessen natuurlijk in het Fransch dienden te worden voorgedra gen. Gezeile handelsleeraar I Hij, van wien een zijner leerlin gen eens gezegd heeft, dat hij „wel nooit tot tien centen zal geteld hebben, zonder er onder- wege vijf van verloren te heb- ben".*Koo weinig wist zijn volk hem te waardeeren. Het was voor de leerlingen een uitkomst, dat hun taal leeraar op zekeren dag ziek werd, zoodat Gezeile hem moest vervangen. Welk een be- K1J UWiDl MC S1UC1 l ziehng ging er van zijn onder- wanneer de rampen raken, WIJS uit En als kort daarna de y kunt 0 lied de wonde handelsleeraar officieel belast wordt met het doceeren van dc letterkunde, breekt, zoowel voor meester als leerlingen een geheel ons wezen te ontzwach telen, in groei en bloei te zet ten onder zomerlucht en warm te". Dit was voor Gezeile de gelukkigste tijd van zijn leven. Maar dit geluk duurde niet lang. Deze kunstenaar, die hoog uitstak boven de hem om ringende verfranschte wereld van middelmatigheden, viel in ongenade bij zijn superieuren, wien de prachtige uitstraling van zijn wezen en de liefde, die hij in de harten van zijn leer lingen wist te scheppen, een doorn in het oog waren. In 1861 werd Gezeile verplaatst naar Brugge, weg van zijn Vlaam- sche studenten. En het verdere bestaan van dezen zeer gevoeli- gen mensch kwijnt verder in schaduw. De miskenning had zijn hart gebroken. Ruim 30 jaar publiceert hij geen werk meer en de eertijds zoo rijk vloeiende bron schijnt verstopt.- Veel later zong hij hiervan: 'k Zal mij van te dichten [zwichten, Zoo 't mijn hert niet wel en [gaat. Wie kan rijpe bezen lezen Van 'nen tak, die drooge staat? Maar de tijd van bezinning staalt zijn geloof. Veel strijd heeft de mensch 'Gezeile moe ten voeren, maar de christen Gezeile overwint. Zijn klachten legt hij voor God neer: .Gij, die zelf de kranke taal bemint van eenen rieten staal, stengel) verwerpt toch ook mijn klachte [niet, ik 1 arme, kranke, klagend riet 1 Hy zoekt en vindt ocvk troost [in zijn kunst: o Lied, o Lied, gij helpt de smert n ['t hert de wonde in 't hert vermaken 1 Het is de onsterfelijke ver- openbare godsdienstoefening heerlijke tijd aan. Hij gaf het dienste van Gezeile, den man

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1946 | | pagina 2