Haven van VMssingen
Uit de Schatkamer
onzer Letteren.
DUITSCHLAND,
Herv. Predikanten
en de Politiek.
nog steeds geblokkeerd,
Gaat Zeeland weer in 't vergeetboek?
ONWAARDIGE BEDELPARTIJEN.
Schadelijk voor den Nederlandschen
naam In het buitenland.
Herverkavelingsplan is gereed,
't Wordt geen dambord! Bunkers
worden als museum ingericht.
van de Prinses door
Brabant.
zooals ik het zag.
Het inrichten van
een woning is nog
altijd een moeilijk
probleem.
Fa H. BLOK ZONEN
Een Christen-dichter
bezingt de natuur.
In de „C.H. Nederlander''
schreei C. E. Klink te Voor
burg:
Oj-. het ïctjo.blik nv ik dit
'3 de uitslag van de ver
kiezingen nog niet bekend,
•flfant MW is de ^««rfavond van
dtw 3?oc'.ïu dag.
Mwr i'.t heb voor mij de vsr-
kiezingslectuur die de laatste
weken in mijn bus is gestopt.
En dan constateer ik, dat van
de vijf Ned. Herv. predikanten
die in onze gemeente zijn, er
twee zijn, die een beroep op de
kiezers doen om op de P. v. d.
Arbeid te stemmen. Eén be
veelt de Chr. Hist. Unie, de
vierde Ae Prot. Unie en de
vijfde d* Partij van de Vrijheid
aan.
In de „Nieuwe Haagscjie Cou
rant" doet een groot aantal
althans betrekkelijk groot aan
tal Herv. predikanten een
beroep op de kiezers om toch
vooral geen fouten te maken,
maar te stemmen op Jan
Schouten.
Weer andere Hervormde pre-|
dikanten trachten de kiezers te
overtuigen, dat alleen de Staat- j
kundig Gereformeerde Partij
je ware ia.
Ik heb naarstig gezocht of
er misschien ook nog predikan
ten zijn die mijn stem voor de
communisten probeeren te win
nen, maar ik heb ze niet .kun
nen ontdekken, hoewel er wel
predikanten schijnen te zijn die
het wel doen.
Ik weet niet, of dit nu- de
nieuwe geest van „Gemeente
Opbouw" is. Wel weet ik, dat
de gemeente er geenszins door
opgebouwd wordt en dat er
overal in de gemeente, waar
men ook komt in den. lande,
deining en spanning is.
Als men als kerkelijk ambts
drager bij de menschen op
huisbezoek komt, dan vraagt
men ons advies. En als men
dan achter Gemeente Opbouw
wil staan, zegt men tot de men
schen: „Ja kijikt u eens, de
kerk mag u in dezen geen ad
vies geven, dat moet u zelf we
ten. U moet zoo stemmen, dat
u het tegenover God kunt ver
antwoorden."
„Dat is een goedkoop
smoesje", werd me dezer dagen
geantwoord en de broeder, die
dat zei, had m.i. volkomen ge
lijk. Het is een „goedkoop
smoesje".
Maar in 's hemelsnaam wat
dan? Moet ik dan zeggen, dat
Ds A. en B., die voor de Partij
van den Arbeid ijveren, er glad
naast zijn, ett dat Ds C., die
zich achfer Krijger schaart,
ook dc plaak misslaat en Ds P
di« hef voor Tilamn opneemt,
dc keest van Gemeente Opbouw
Mief vemtaat
Of moet ik zeggendat is nu
de geest van „Gemeente Op
bouw" ieder doe wat goed is
in zijn oogen en de een laat
zijn licht schijnen in die partij
en de ander in een andere
groep, maar ze bedoelen toch
heusch allemaal hetzelfde.
Krachtens "de laatste uitsraak
van de Synode moet ik tegen
een modern georganiseerde zeg
gen, dat hij niet verkeerd doet.
maar dat hij te zorgen heeft,
dat hij in dien kring een ge
tuige van Jezus Christus moet
zijn. Tegen de Chr. georgani
seerde mag ik zeggen, dat hij
niet verkeerd doet en dat hij
bewarend werk doet, maar dat
het toch niet ideaal is. Alleen
de leden van de Eenheids
Vakcentrale moeten we verma
nen, dat daar hun 'plaats niet Is.
Waarom eigenlijk?
Als het ergens noodig is, dat
men doorbreekt en zijn licht
laat schijnen, dan is het toch
wel in den ikring van de Een
heidsvakcentrale.
Men meene niet, dat ik den
draak steek of een carricatuur
wil maken van Gemeente Op
bouw. Ik wensch het, volledig
te steunen en er achter te
staan. Maar dan zullen er toch
grenzen getrokken moeten
worden en heel duidelijk gezegd
moeten worden wat we nu
eigenlijk willen.
MAANS
VERDUISTERING.
In den avond van 14 Juni
is een totale maansverduiste
ring ten deele waai te nemen.
Van deze eclips kunnen we al
leen het laatste deel zien om
dat de eerste phase reeds is
afgespeeld, vóórdat de maan
opkomt.
Reeds verschillende malen heb
ben wij de aandacht gevestigd op
de groote moeilijkheden, die ge
paard gaan met 'het instandhouden
van de veerverbindingen op de
Zeeuwsche stroomen. Er is nu,
ruim anderhalf jaar na de bevrij
ding nog slechts één ferryboot in
bedrijf en deze, de „Koningin
Wilhelmina", moet ten spoedigste
uit den dienst worden genomen
wegens de averij, dc vorige week
opgeloopen. Reservesc'hepen ont
breken nog en het kost, zoodra
een schip uitvalt, geweldig veel
hoofdbrekens de verbindingen
toch gaande te houden.
Het is den laatsten tijd gebleken, dat talrijke Nederlanders zich
niet ontzien brieven naar Amerika en andere ianden te zend'cn,
waarin zij Wagen over fiiisstaudeo en onbillijkheden bij de verdeenng
de» uit hei buitenland ontvangen Relief-gooiiereri, terwijl zij daaraan
veelal particuliere steunaanvragen verbinden, weike het karakter
van bedelpartijen dragen.
Het behoeft geen betoog, dat deze handelwijze, weike
den Nederlandschen naam in het buitenland onbereken
baar schaadt, volstrekt moeten worden afgekeurd.
Indien men bezwaren heeft tegen het beleid van een der met de
verdeeling dezer goederen belaste instellingen, dient men zich in
de eerste plaats tot de betrokken instelling zelve te wenden. Baat
dit niet en meent men zijn grieven op deugdelijke gronden te kun
nen handhaven, dan kan men zich terzake wenden tot het ministerie
van Sociale Zaken, uiteraard met vermelding van namen en feiten.
Op het publiek wordt een beroep gedaan om het euvel der bedel-
klachten naar het buitenland met kracht te helpen bestrijden, met
het oog op de ernstige schade, welke door dergelijke klachten aan
den Nederlandschen naam in den vreemde wordt berokkend.
S, 0. S. uit Vlissingen
Het ergste van heel deze ge
schiedenis is echter, dat er nog
steeds twee ferrybooten op den
bodem van den ingang der Vlis-
singsche buitenhaven liggen, n.l.
de .Prinses Juliana" en de „Prins
Hendrik". Deze vormen niet
sleohts een hinderlijk obstakel
voor het gebruik van de haven
van Vlissingen, maar bovendien
heeft Zeeland groote behoefte aan
deze schepen. Het wachten was
en is op de bokken, die in ons land
slechts in een zeer beperkt aantal
aanwezig zijn en noodig zijn voor
het herstel van de bruggen over
de groote rivieren, het opruimen
van obstakels voor den toegang
van de groote havens enz.
Doch al mag dit zoo zijn,
wij kunnen ons niet aan den
indruk onttrekken, dat als in
zoovele gevallen ook hier1
Zeeland onder aan de lijst is
geplaatst. Men heeft in Den
Haag te weinig oog voor de
groote moeilijkheden, waar
voor onze provincie staat,
speciaal met het oog op de
verbindingen.
Waarom was het niet mogelijk,
de bokken gedurende korten tijd
vrij te maken voor de karwei
hier? Blijkbaar is aan het einde
van 1945 de toezegging gedaan,
dat de hier bedoelde schepen dit'
voorjaar zouden worden gelicht.
Een mededeeling dienaangaande
troffen wij tenminste aan in
„Voorlichtingsdienst" der provin
cie van Dec. 1945. Voorts blijkt
uit verschillende afleveringen van
dit blad, dat het Prov. Bestuur
met dit probleem doorloopend
bezig is. Wij zijn nu echter al
in Juni en er is nog steeds niets
veranderd. Het telegram, dat on
langs door het gemeentebestuur
van Vlissingen aan den Minister
raad en de-Ministers van Open
bare Werken en Wederopbouw en
van Verkeer en Energie is ge
richt, schijnt voor kennisgeving
te zijn aangenomen. Evenmin heb
ben pogingen vanuit Zeeland, ge
daan na het verzenden van dit
telegram een stap nader tot het
doel gebracht.
Dit is een groote onbillijkheid
tegenover Zeeland. Wij beseffen
zeer wel, dat het materiaal, noo
dig voor de bergingswerkzaamhe
den, beperkt is. Plet betreft hier
echter een levensbelang van onze
provincie. HW gaat hier niet
slechts om eéh locaal belang, doch
om het behoud e« de ontwikkeling
van de zeehaven van Vlissingen,
om betere verbindingen met Z.
Vlaanderen en om den wederop
bouw van laatstgenoemde streek.
Nu is er dan de mededeeling,
dat eerst in het najaar van 1946
waarschijnlijk met het lichten een
aanvang kan worden gemaakt.
Wanneer dit niet eerder geschiedt,
zal bij het steeds toenemend ver
voer over de Schelde de verbin
ding nog veel moeilijker worden.
Dezer dagen is, zooals wij reeds
meldden, één van (de Moefdijk-
ponten in Zeeland aangekomen.
Het is echter de vraag, of dit
schip bij ruw weer de Sohelde-
monden zal kunnen bevaren. Hoe
Den Haag antwoordt niet.
dit ook zij, wij vreezen, dat, wan
neer deze zaak op haar beloop
wordt gelaten, het behoud van
enkele verbindingen in het voor
jaar van 1947 zeer dubieus zal
worden. Want al worden deze
schepen nu spoedig gelicht, dan
zal het nog resp. een jaar en
zeven maanden duren voordat de
schepen in gebruik kunnen worden
genomen.
Ais de „Prinses Juliana" zal
zijn gelicht, moet naast conservee
ring en herstel ook het casco nog
worden verlengd, om het schip
een gelijke snelheid te geven als
het bouwnummer 215 (dat ligt
voor het z.g. Eiland te Vlissingen
en steeds dieper wegzakt, doch ge
lijktijdig door de bokken zou kun
nen worden gelicht). Van dit
schip is de machine-installatie
goeddeels gereed. Dit is ook het
geval met de machine-installatie
van de „Prins Hendrik", van
welk sohip het casco reeds ver
lengd is, doch waar de opbouw
nog ontbreekt.
Het ziet er met de verbin
dingen in Zeeland voorloopig
dus niet rooskleurig uit. Er
is reden voor ernstige onge
rustheid. Wij weten niet, wat
de motieven in den Haag zijn,
om hierin geen medewerking
te geven. Waar wij met alle
kracht op aandringen is:
rechtsherstel voor Zeeland,
dat de spits heeft afgebeten
voor de bevrijding van heel
ons werelddeel.
(De laatste berichten omtrent
het bezoek van Min, Ringers mel
den, dat deze een spoedige oprui
ming der wrakken toegezegd
'heeft. Zou Den Haag eindelijk
antwoord geven?
Een stevige Zuidwester slaat
rusteloos en met een centoonig-
heid, die toch altijd blij -t boeien,
hooge, witgekuifde rollers stuk op
den loggen basaltvoet van den
Westkappelschen dijk. Wanneer
je van Domburg komt, kletst je
af en toe een striemende regenbui
in het gezicht, die je, al is het
dan Juni, tot op de hui.d koud
maakt. Maar wanneer men naar
het Zwitsersche barakkenkamp
afdaalt, wordt het al wat stiller
en in de luwte kan men herade
men. Hoog boven den wind klinkt
het lied van de zee, van de eeuwi
ge golven, het refrein, dat iedere
Westkappelaar kent. Maar het is
ditmaal niet de zee, die ons naar
Westkapelle voert, doch het dorp
zelf, geschonden door vuur en
water.
Een paar laarzen zijn met dit
regenweer geen overbodige luxe,
om droogvoets in het gemeente
huis, ondergebracht in een Zwit
sersche barak, binnen te komen I
Er is een briefje aangeplakt, dat
de burgemeester vanavond om 7
uur spreekuur heeft, maar een be
scheiden tikje op de deur ver
kondigt nogal eens, dat men den
burgemeester toch dringend even
moet spreken voor een belang
rijke zaak. Eu de burgemeester is
een en al oor voor de zwarigheden
en belangen van zijn gemeente
naren.
Het duurt te lang.
Inderdaad, die moeilijkheden
worden er niet minder op. Met
een bewonderenswaardig élan
heeft de bevolking zich door de
ellende en tegenspoed heengesla
gen. Met een verbeten trek om
den mond heeft het gezwegen,
maar de hand vaster geklemd om
de schop, die het puin moest rui
men, het puin vaak van eigen huis
en bedrijf. Die periode is, over
het geheel genomen, nu achter
den rug en alle aandacht is ge
concentreerd op de vraag: wan
neer kan ik in mijn noodwoning
en wanneer beginnen ze nu aan
mijn huis? Zeer begrijpelijke
vraag voor deze menschen, die
vele maanden achtereen hebben
gezworven over Walcheren en
Zuid-Beveland en nu graag weer
een eigen dak boven het hoofd
willen hebben. Ongeveer 1600 in
woners zijn weer terug op hun
dorp. Nog 250 evacué's willen Uit
Domburg en 250 andere West-
kappelaars uit Zuid-Beveland
terug keeren. De woningtoestan
den zijn nog niet rooskleurig:
tussohen de 25 en 30 gezinnen
leven nog in bunkers, de rest in
de 150 herstelde woningen, waar
van er een gedeelte is afgekeurd,
doch die maar gebruikt worden,
omdat er niets anders is.
De bouw der noodwoningen.
Maar de noodwoningen dan?
Westkapelle krijgt er 200 van het
type Bruynzeel. Zij worden door
een aannemer voor het Rijk ge
zet (50 in de kom der gemeente
en 150 op het Vroon) en door de
gemeente geëxploiteerd. Van deze
200 noodwoningen zijn er nu 112
bewoond, doch wanneer men be
denkt, dat met den bouw precies
een jaar geleden begonnen is, dan
kan men begrijpen, dat de West-
kappelaars langzamerhand onge
duldig beginnen te worden. Een
complex noodwoningen b.v. zou
reeds met Hemelvaartsdag zijn
gereed gekomen, maar het zal wel
diep in Juiii wórden, voordat de
menschen erin kunnen gaan
wonen,
Ernstige klachten over
herbouwplannen.
De klaobten over de voorberei
dingen voor den herbouw zijn van
veel ernstiger aard. De oorzaak
daarvan zijn de architecten (een
tweetal uitgezonderd), die zoo
goed als geen contact met de be
trokkenen onderhouden. Zooals
men zal weten, is voor Westka
pelle Ir. Roosenburgh uit Den
Haag supervisor. Daarbij zijn
voor het dorp een zevental archi
tecten aangewezen, waarvan de
meesten buiten Zeeland, die de
herbouwplannen van de huizen
hebben te ontwerpen. Nu gaat het
bezwaar niet tegen het feit, dat
deze architecten geen Zeeuwen
zijn, maar wel, dat zij geen reke
ning houden met het specifieke,
dat moet uitkomen in den her
bouw van WestkJpelle. Want
juist dit dorp vertoonde ook vroe
ger een eigen stijl, al v/bren er
dan misschien wanproducten in
den dorpsbouw. Het feit, dat
Westkapelle dicht bij de zee ligt,
aan den voet van een reuzendijk
en ook niet direct een dorp met
een uitgesproken boerenbevolking
genoemd kan worden, moet van
grooten invloed zijn op het karak
ter, dat den geheel eigen stijl van
dit dorp tot uiting zal moeten
brengen. Dat deze opgave bij
zondere eischen stelt, is licht te
begrijpen. Men moet zich het le
ven der bevolking kunnen inden
ken en er eigenlijk zelf tusschen
hebben gewoond. Er moet echter
geconstateerd worden, dat de
schetsen, die door de architecten
van buiten Zeeland zijn gemaakt,
aan deze minimum-eischen niet
voldoen. Dit is voor een zeer
groot gedeelte een gevolg van het
gebrek aan contact met Je dorps
bewoners. Om een voorbeeld te
geven; «en electriciën van het
dorp wilde een schets voor zijn
nieuw te bouwen pand maken. Hij
wendde zich tot een architect, die
hem vroeg, zijn wenschen den vol
genden dag kenbaar te maken.
Hoe kan iemand echter binnen
een dag zeggen, hoe hij precies
een huis wil zien ingedeeld? Maar
het gevolg was, dat hij eenige
weken later tot de ontdekking
kwam, dat er een volledig plan
van zijn huis bestond, zonder dat
hem door den architect iets was
gevraagd I Daar komt dan nog bij,
dat de menschen zelf hun architect
J moeten betalen. En dat honorari
um bedraagt 7 van de bouw
som, die per woning op gemiddeld
f 6000.kan worden gesteld I
Het valt natuurlijk toe te jui
chen, dat niet aan één arohitect
opdracht gegeven iS tot het maken Ongeval tijdens een tocht
van de herbouwplannen. Want dit
zou zeer waarschijnlijk wel tot
eentonigheid aanleiding hebben
De Amerikaansche jeep, die zijn nuttigheid en veelzijdigheid ge
durende den oorlog op alle tooneel'en van den strijd bewees, heeft
nog een nieuwe taak gevonden, n.l. die van brandweerauto. Uit
gerust met pompen en een reddingsladder is het de ideale machine
voor de brandweer op het platteland. Tijdens een demonstratie der
vrijwillige brandweer te Berkey in Ohio bewees de jeep weer eens
te meer zijn buitengewone hoedanigheden.
gegeven. Aan den anderen kant
echter moet ook in den bouw een
zekere eenheid van compositie ge
handhaafd blijven. Wat echter
Tijdens het bezoek van
H.K.H. Prinses Juliana aan
Oost Noord-Brabant gebeurde.
veel belangrijker isde huizen op den weg naar Gemert een
moeten worden aangepast aan de ongeval, dat echter nog betrek,
bewoners. Men kan dc huizen wel kelijk goed afliep. Bij het pas-
zeer modern maken, doch vaak seeren van een woonwagen,
sluit dit overdadige, het practische 1 welke op een terrein links van
uit. Hoe kan een architect b.v. inden weg stond, kwam hieruit
het pand van een handelaar, waar een circa 7-jarig meisje loo'pen
veel met zakken meel enz. ge- om de Prinses te zien, waartoe
sleept wordt, een glazen deur in zij den weg overstak, waarbij
het portaal ontwerpen? zij in aanraking kwam met het
Ook geen contact met zjjspan van een motor der
het gemeentebestuur, rijkspolitie. De politieman haal
de naar liniks uit, doch hij kon
Niet alleen met de bevolking,niet verhinderen, 'dat het meisje
doch ook met het gemeentebestuur
ontbreekt het contact van de ar
chitecten. Anders zou in vele ge
vallen bemiddelend kunnen wor
den opgetreden. Dit klemt des te
meer, nu Westkapelle een ge
meentebestuur heeft, dat a.h.w.
tegen den grond gesmakt werd.
Vervolgens reed de motor links
van den weg tegen een boom.
H.K.H. stapte onmiddellijk
uit en begaf zich snel naar het
slachtoffertje, dat inmiddels
door een der leden van het ge.
met het dorp één is geworden en vojg was opgenomen. De Prin-
de menschen allen persoonlijk met seg begaf zich in den w0cnwa.
naam en toenaam kent. Wanneer gen waar Z\] geruimen tijd ver-
straks de eerste bouwvergunnin- ^leef.
gen worden gevraagd, kan het j jjet k;nd j,ad, behalve ontve-
zeer goed gebeuren, dat het &e- Ungen, een hoofdwonde. Het
meentebestuur zal weigeren, die had voorts ,h€t bewustzijn ver
af te geven, omdat de woning met lor,en doch het kwam weer
voldoet aan de eischen, die zij di bij_ De motorrijder
in het geheel van het dorp heeftmet den scbrik vrij ter_
te vervullen. Dit alles kan echter
voorkomen worden, wanneer de
samenwerking tusschen architec
ten en betrokkenen eenerzijds en
wat het gemeentebestuur ander
zijds inniger wordt. Want bij heel
dit herbouwprobleem moet toch
het belang der bewoners voorop
staan. Zeker hebben zij soms wen
schen, die i.v.m. geldende hygië
nische voorschriften e.d. niet in
gewilligd kunnen worden, (bed
steden b.v., ai zijn zelfs de geleer
den het over de voor- en nadeelen
wijl zijn collega in het zijspan
een kniewond opliep. Na circa
een half uur kon de tocht
voortgezet worden.
ningwet maar kan. Tenslotte moe.
ten de bewoners zelf in deze bui
zen leven en niet de ontwerpers I
Het betreft hier in het geheel een
500 woningen. Van ruim een vier
de gedeelte dezer woningen zijn
reeds schetsplannen gereed. Bij
de betrokken architecten is nu met
daarvan nog niet eens I), maar aan klem aangedrongen op een veel
den anderen kant moet met hun nauwer contact met bevolking en
verlangens zooveel mogelijk wor- gemeentebestuur en de verwach-
den rekening gehouden als datt'n6 bestaat, dat dit zal helpen,
binnen de bepalingen van de Wo- (Slot volgt).
(Van 'n specialen correspondent)
VII.
In Iserlohn te gast.
Den eersten Zondag, die ik in
Duitschland doorbracht, bleei
ik in iserlohn. Dit is een aar
dig stadje, op een lagen berg
temidden van hoogere bergen
gelegen.
Het voor de oorlogscorres
pondenten gereserveerde hotel
was te klein, zoodat in een par
ticulier huis eenige kamers
moesten worden gevorderd, om
ook daar 's nachts journalisten
te kunnen herbergen. Ik kreeg
daar een goede kamer, waar
door de vrouw des huizes uit
stekend voor me werd gezorgd.
Dit gezin bestond uit vader,
moeder en één dochter. Zij wa
ren blij, dat ik geen Engelsch-
man, maar een Hollander was.
Oorspronkelijk hoorden zij thuis
in Bochum, maar waren al in
de eerste oorlogsjaren „uitge-
bombardeerd loen was het
hun nog gelukt, een deel van
dit huis in Iserlohn te krijgen.
In dezelfde woning vertoefde
nog een 3-tal gezinnen.
Verscheidene malen heb. ik
met deze menschen gesproken.
De man was vrijmetselaar en
stond als zoodanig niet in een
besten reuk bij de Nazi's. De
Nazi s \bij hem trouwens ook
niet.
Bij deze menschen vond ik,
wat ik in Duitschland bijna
overal ben tegengekomeneen
zekere fatalisme, een moeheid
en groot pessimisme ten aan
zien van de toeikomst. Wanneer
ik beweerde, dat ook Duitsch
land in Europa een bepaalde
plaats moet innemen, zij het
een andere plaats dan tijdens
het Derde Rijk werd ge-
wenscht, haalden ze de schou
ders op en meenden, dat zij
niet meer zouden beleven, dat
er iets in hun vaderland weer
goed werd.
Als ik dan vroeg of zij niet,
evenals wij in Nederland, het
meeste te lijden hadden gehad
van het gemis aan geestelijke
vrijheid, dan stemden zij dit
slechts schoorvoetend toe. In
derdaad vindt de Duitscher
geestelijke vrijheid een schoone
zaak, maar hij weet niet goed,
hoe hij er mee aan moet.
Dat komt door twee dingen.
Hij is er door jarenlange druk
volkomen aan ontwend en zijn
psychologische aanleg vraagt
eenigen dwang. De Duitscher
gehoorzaamt nu eenmaal graag
een „sterken man". En ik weet
niet, of de bezettende mach
ten met deze psychologische
gesteldheid van het Duitsche
volk voldoende rekening hou
den.
De voedselpositie baart iedere
huisvrouw zorg. Aardappelen
zijn er niet. Tweehonderd gram
brood is het dagelijksch rant
soen. Per 14 dagen ongeveer
125 gram margarine. De zwarte
handel tiert dan ook welig.
's Zondagsmorgens ging ik
mee naar de kerk. Een Luther-
sche pastor nam de zgn. „Prü-
fung" af van een 30-tal jon
gens en meisjes, die den vol
genden Zondag den toegang
tot het Heilig Avondmaal zou
den verkrijgen. Deze Prüfung,
het onderzoek naar de kennis
der Waarheid heeft in de Duit
sche Luthersche kerk in een
plaats. De meeste kinderen wa
ren zeer vrijmoedig in hun ant
woorden.
's Middags bracht ik een be
zoek bij een ouden man, die
boven op den berg woonde en,
naar ik wist, heel veel in Hol
land gereisd had Toen ik met
mijn gastvrouw, die hem van te
Toch zijn. de laatste
maanden vele jonge
echtparen en gedupeer
den er in geslaagd dit
probleem op te lossen.
Nu hebben zy een ge
zellig ingericht huis.
Komt U ook eens met ons
praten? Het inrichten
van Uw huis zal dan
veel gemakkelijker
worden.
KAPELLE (Z.B.)
Tel. 200 (K 1102)
(Ingez. Med.)
voren gewaarschuwd had, bij
hem kwam, was de 80-jarige
zoo blij als een kind. Toch was
ook hij, ondanks zijn liefde
voor Nederland (hij noemde
dit zijn tweede vaderland) een
echte Duitscher. Ik kon hem
bijna niet uit het hoofd praten,
dat er in Mei 1940 in Zuid-Ne
derland Franschen waren; toen
de Duitsche inval begon. Hij
zag de Nederlanders als ver
standige menschen en meende,
dat Generaal Winkelman wel
anders gehandeld zou hebben,
als de Duitsche bevelhebber
hem geen 3 uur, maar 10 uur
bedenktijd zou hebben gegeven.
Van mijrt bewering, dat wij
zelfs geen uur bedenktijd had
den gehad maar dat de inval
tegelijk met de overhandiging
van het beruchte memorandum
had plaats gehad, wilde hij niets
weten. De Duitsche mislei-
dingspropaganda had goed ge
werkt I M. K. POOL.
XIX.
Leven en werk van
Guido Gezeile. 3.
Heer,
beste, waar zijn „Vlaamsch
herte" vol van was. Hij bracht
u- u zijn liefde voor de schoonheid,
mijn hert is en maai. bovenal zijn innige ge-
u IschuKiig, Joofsovertuiging op zijn discipe-
Jt bermhertig, en Jen Qver £n ook deed bjj in
hun harten een vuur ontbran
den, dat later heel Vlaanderen
in een laaienden gloed zou zet
ten. Hugo Verriest getuigde er
maar gij
duizendmalen meer verduldig
als dat ik boosaardig ben;
geef mij dan, o Heer, ik vraag
[hel,
'at" van: „Het is als leeraar
zijn werk en macht geweest
'ik heb gezondigd, ik beklage
help my, God 1 Vergeef het mij I
Zoo zong de christen-dichter
Gezeile zijn geloofsovertuiging
uit. Gezeile, de begenadigde
kunstenaar, voor wien alle
schoonheid ter wereld sprak
van Gods liefde voor üen
mensch. Deze goddelijke barm
hartigheid geeft het werk van
den Vlaamschen zanger een
blijden toon van dankbaar ge
nieten. En vaak is deze blijd
schap met diepen weemoed ge
mengd. De mensch gaat zoo
vaak aan de schoonheid in het
leven met gesloten oogti
voorbij
O, ruischen van het ranke riet I
hoe menig mensch aanschouwt
[u niet
en hoort uw zingend' harmonij,
doch luistert niet en gaat
[voorbij I
yoorbij al waar hem 't herte
[jaagt,
voorbij waar klinkend goud hem
[plaagt
maar uw geluid verstaat hij
[niet,
o mijn beminde ruischend riet i
Gezeile heeft -het in zijn le
ven verre van gemakkelijk ge
had. Aanvankelijk moest deze
teerbesnaarde gevoelsmensch
lesgeven in handelskennis, welke
lessen natuurlijk in het Fransch
dienden te worden voorgedra
gen. Gezeile handelsleeraar I
Hij, van wien een zijner leerlin
gen eens gezegd heeft, dat hij
„wel nooit tot tien centen zal
geteld hebben, zonder er onder-
wege vijf van verloren te heb-
ben".*Koo weinig wist zijn volk
hem te waardeeren.
Het was voor de leerlingen
een uitkomst, dat hun taal
leeraar op zekeren dag ziek
werd, zoodat Gezeile hem
moest vervangen. Welk een be-
K1J UWiDl MC S1UC1 l
ziehng ging er van zijn onder- wanneer de rampen raken,
WIJS uit En als kort daarna de y kunt 0 lied de wonde
handelsleeraar officieel belast
wordt met het doceeren van dc
letterkunde, breekt, zoowel
voor meester als leerlingen een
geheel ons wezen te ontzwach
telen, in groei en bloei te zet
ten onder zomerlucht en warm
te". Dit was voor Gezeile de
gelukkigste tijd van zijn leven.
Maar dit geluk duurde niet
lang. Deze kunstenaar, die
hoog uitstak boven de hem om
ringende verfranschte wereld
van middelmatigheden, viel in
ongenade bij zijn superieuren,
wien de prachtige uitstraling
van zijn wezen en de liefde, die
hij in de harten van zijn leer
lingen wist te scheppen, een
doorn in het oog waren. In 1861
werd Gezeile verplaatst naar
Brugge, weg van zijn Vlaam-
sche studenten. En het verdere
bestaan van dezen zeer gevoeli-
gen mensch kwijnt verder in
schaduw. De miskenning had
zijn hart gebroken. Ruim 30
jaar publiceert hij geen werk
meer en de eertijds zoo rijk
vloeiende bron schijnt verstopt.-
Veel later zong hij hiervan:
'k Zal mij van te dichten
[zwichten,
Zoo 't mijn hert niet wel en
[gaat.
Wie kan rijpe bezen lezen
Van 'nen tak, die drooge staat?
Maar de tijd van bezinning
staalt zijn geloof. Veel strijd
heeft de mensch 'Gezeile moe
ten voeren, maar de christen
Gezeile overwint. Zijn klachten
legt hij voor God neer:
.Gij, die zelf de kranke taal
bemint van eenen rieten staal,
stengel)
verwerpt toch ook mijn klachte
[niet,
ik 1 arme, kranke, klagend riet 1
Hy zoekt en vindt ocvk troost
[in zijn kunst:
o Lied, o Lied,
gij helpt de smert
n
['t hert
de wonde in 't hert vermaken 1
Het is de onsterfelijke ver-
openbare godsdienstoefening heerlijke tijd aan. Hij gaf het dienste van Gezeile, den man